Artikelen bij COM(2020)359 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder Verordening 2015/758 inzake typegoedkeuringseisen voor de uitrol van het op de 112-dienst gebaseerde eCall-boordsysteem

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 7.8.2020

COM(2020) 359 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD


over de uitoefening van de bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen die aan de Commissie is toegekend uit hoofde van Verordening (EU) 2015/758 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 inzake typegoedkeuringseisen voor de uitrol van het op de 112-dienst gebaseerde eCall-boordsysteem


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitoefening van de bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen die aan de Commissie is toegekend uit hoofde van Verordening (EU) 2015/758 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 inzake typegoedkeuringseisen voor de uitrol van het op de 112‑dienst gebaseerde eCall-boordsysteem


1.INLEIDING

Bij Verordening (EU) 2015/758 van het Europees Parlement en de Raad 1 worden de typegoedkeuringseisen voor de uitrol van het op de 112‑dienst gebaseerde eCall-boordsysteem vastgesteld. Op grond van de verordening moeten alle nieuwe modellen personenauto’s en bestelwagens met ingang van 31 maart 2018 zijn uitgerust met een systeem dat bij een zware botsing automatisch informatie verstuurt naar en een telefoonverbinding tot stand brengt met de dichtstbijzijnde nationale alarmcentrale (het Europese noodnummer 112). Dit zal de responstijd voor reddingsmaatregelen aanzienlijk verkorten en mensenlevens helpen redden. Sinds de verordening twee jaar geleden van toepassing is geworden, zijn op de Europese wegen meer dan één miljoen nieuwe motorvoertuigen in gebruik genomen die met eCall zijn uitgerust, en verwacht wordt dat dit aantal de komende jaren snel zal toenemen.

Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen wordt bij Verordening (EU) 2015/758 van het Europees Parlement en de Raad in overeenstemming met artikel 290 VWEU aan de Commissie de bevoegdheid toegekend gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot een aantal in artikel 8, lid 2, bedoelde aangelegenheden, onder de in laatstbedoeld artikel neergelegde voorwaarden.

2.RECHTSGRONDSLAG

Bij artikel 2, lid 2, artikel 5, leden 8 en 9, en artikel 6, lid 12, van Verordening (EU) 2015/758 van het Europees Parlement en de Raad wordt de Commissie gemachtigd gedelegeerde handelingen vast te stellen onder de in artikel 8 neergelegde voorwaarden.

Bij artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2015/758 wordt de Commissie met ingang van 8 juni 2015 voor een periode van vijf jaar de bevoegdheid toegekend gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de in dat artikellid bedoelde aangelegenheden. Bovendien wordt aan de Commissie de verplichting opgelegd uiterlijk negen maanden vóór het verstrijken van de periode van vijf jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie op te stellen.

De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met perioden van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke periode tegen deze verlenging verzet.

De bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum; het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet (artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) 2015/758).

Bij Verordening (EU) 2015/758 wordt de Commissie gemachtigd gedelegeerde handelingen vast te stellen:

a)teneinde te bepalen welke klassen van voertuigen van de categorieën M1 en N1 om technische redenen niet kunnen worden uitgerust met een passend activeringsmechanisme voor een eCallsysteem (artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) 2015/758);

b)teneinde de gedetailleerde technische voorschriften en tests vast te leggen voor de EG-typegoedkeuring van voertuigen voor wat de op 112 gebaseerde eCall-boordsystemen daarvan betreft, en voor de EG-typegoedkeuring van op 112 gebaseerde eCall-boordsystemen, onderdelen en technische eenheden (artikel 5, lid 8, van Verordening (EU) 2015/758);

c)teneinde steeds naar de laatste versie van de normen te verwijzen ingeval een nieuwe versie daarvan is vastgesteld (artikel 5, lid 9, van Verordening (EU) 2015/758);

d)teneinde de gedetailleerde technische voorschriften en testprocedures vast te leggen voor de toepassing van de regels inzake verwerking van persoonsgegevens en om te waarborgen dat geen persoonsgegevens kunnen worden uitgewisseld tussen het op 112 gebaseerde eCall-boordsysteem en door diensten van derden ondersteunde systemen (artikel 6, lid 12, van Verordening (EU) 2015/758).

Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis (artikel 8, lid 4, van Verordening (EU) 2015/758).

Krachtens artikel 8, lid 5, van Verordening (EU) 2015/758 treedt een overeenkomstig artikel 2, lid 2, artikel 5, leden 8 en 9, en artikel 6, lid 12, vastgestelde gedelegeerde handeling alleen in werking als het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een periode van twee maanden na de kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of als zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die periode de Commissie heeft meegedeeld daartegen geen bezwaar te zullen maken. Die periode wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

3.UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEIDSDELEGATIE

3.1.    Vastgestelde gedelegeerde handeling

Gedurende de referentieperiode heeft de Commissie de gedelegeerde bevoegdheden uitgeoefend door de volgende handeling vast te stellen die alle vier de in punt 2 vermelde aangelegenheden bestrijkt:

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/79 van de Commissie van 12 september 2016 tot vaststelling van gedetailleerde technische voorschriften en testprocedures voor de EG-typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot op 112 gebaseerde eCall-boordsystemen, op 112 gebaseerde eCall-boordsystemen als technische eenheden, evenals onderdelen daarvan, en tot aanvulling en wijziging van Verordening (EU) 2015/758 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de vrijstellingen en de toepasselijke normen 2 .

3.2.Raadpleging voorafgaand aan de vaststelling

Bij het opstellen van de gedelegeerde handeling heeft de Commissie door de lidstaten aangewezen deskundigen en relevante belanghebbenden (op het niveau van de subgroep inzake eCall van de Werkgroep motorvoertuigen) geraadpleegd via regelmatige speciale vergaderingen van deskundigen en schriftelijk overleg. De voor deze raadplegingen relevante documenten zijn tegelijkertijd aan het Europees Parlement en de Raad gezonden.

Bij het opstellen van de gedelegeerde handeling is uitgebreid overleg gepleegd met deskundigen van het bureau van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. De Commissie heeft de vergaderingen van de hoofdcommissies en de medeverantwoordelijke commissies van het Europees Parlement bijgewoond voor een nadere gedachtewisseling over de ontwerphandeling. De tijdens deze gedachtewisseling gemaakte opmerkingen zijn bij het opstellen van het uiteindelijke ontwerp van de gedelegeerde handeling in aanmerking genomen.

3.3.Geen bezwaar tegen gedelegeerde handeling

Op grond van artikel 8, lid 5, van Verordening (EU) 2015/758 kan het Europees Parlement of de Raad binnen een periode van twee maanden vanaf de datum van kennisgeving van een overeenkomstig artikel 2, lid 2, artikel 5, leden 8 en 9, en artikel 6, lid 12, vastgestelde gedelegeerde handeling bezwaar tegen deze handeling maken; die periode kan op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met nog eens twee maanden worden verlengd.

Noch het Europees Parlement noch de Raad heeft bezwaar gemaakt tegen de in punt 3.1 genoemde gedelegeerde handeling, die derhalve bij het verstrijken van de bezwaartermijn is bekendgemaakt en in werking is getreden.

4.CONCLUSIE

De Commissie is van oordeel dat zij de aan haar toegekende gedelegeerde bevoegdheden heeft uitgeoefend binnen de grenzen en met inachtneming van de voorwaarden van artikel 8 van Verordening (EU) 2015/758. Zij acht verlenging van de bevoegdheidsdelegatie noodzakelijk, omdat in de toekomst verdere gedelegeerde handelingen nodig zullen zijn, onder meer om steeds naar de laatste versie van de in artikel 5, lid 8, van Verordening (EU) 2015/758 genoemde normen te verwijzen of om de in de bijlagen bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/79 van de Commissie vastgelegde testprocedures aan de technologische ontwikkelingen aan te passen. Met dit verslag voldoet de Commissie aan de verslagleggingsverplichting uit hoofde van artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017. De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad om van dit verslag nota te nemen.


(1)

PB L 123 van 19.5.2015, blz. 77.

(2)

PB L 12 van 17.1.2017, blz. 44.