Artikelen bij COM(2020)323 - Grensoverschrijdende betalingen in de Unie (codificatie)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2020)323 - Grensoverschrijdende betalingen in de Unie (codificatie).
document COM(2020)323 NLEN
datum 14 juli 2021

Artikel 1 - Voorwerp en werkingssfeer

 518/2019 art. 1, punt 1, onder a)

1. In deze verordening zijn regels neergelegd betreffende grensoverschrijdende betalingen en de transparantie van valutawisselkosten binnen de Unie.


 924/2009

2. Deze verordening is van toepassing op grensoverschrijdende betalingen, overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn (EU) 2015/2366, in euro of in de nationale valuta van de lidstaten die overeenkomstig artikel 13 kennis hebben gegeven van hun besluit de toepassing van de verordening tot hun nationale valuta uit te breiden.


 518/2019 art. 1, punt 1, onder b)

Niettegenstaande de eerste alinea van dit lid, zijn de artikelen 4 en 5 van toepassing op alle binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen die hetzij in euro, hetzij in een andere nationale valuta van een lidstaat dan de euro luiden en waarbij een valutawisseldienst wordt verricht.


 924/2009

3. Deze verordening is niet van toepassing op betalingen die betalingsdienstaanbieders voor eigen rekening of namens andere betalingsdienstaanbieders verrichten.

Artikel 2 - Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1. „grensoverschrijdende betaling”: door een betaler, dan wel door of via een begunstigde geïnitieerde elektronisch verwerkte betalingstransactie, waarbij de betalingsdienstaanbieder van de betaler en de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde zich in verschillende lidstaten bevinden;

2. „binnenlandse betaling”: door een betaler, dan wel door of via een begunstigde geïnitieerde elektronisch verwerkte betalingstransactie, waarbij de betalingsdienstaanbieders van de betaler en de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde zich in dezelfde lidstaat bevinden;

3. „betaler”: hetzij een natuurlijke of rechtspersoon die houder is van een betaalrekening en een betalingstransactie vanaf die betaalrekening toestaat, hetzij, bij ontbreken van een betaalrekening, een natuurlijke of rechtspersoon die een betalingsopdracht geeft;

4. „begunstigde”: natuurlijke of rechtspersoon die de beoogde uiteindelijke ontvanger is van de geldmiddelen waarop een betalingstransactie betrekking heeft;

5. „betalingsdienstaanbieder”: een van de in artikel 1, lid 1, van Richtlijn (EU) 2015/2366 bedoelde categorieën rechtspersonen en de natuurlijke of rechtspersonen als bedoeld in artikel 32 van genoemde richtlijn, met uitzondering van de instellingen genoemd in artikel 2, lid 5, punten 4 tot en met 23, van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad 11 waaraan door een lidstaat ontheffing is verleend op grond van artikel 2, lid 5, van Richtlijn (EU) 2015/2366;

6. „betalingsdienstgebruiker”: natuurlijke of rechtspersoon die in de hoedanigheid van betaler, begunstigde of beide van een betalingsdienst gebruik maakt;

7. „betalingstransactie”: een door een betaler dan wel door of via een begunstigde geïnitieerde handeling waarbij geldmiddelen worden gedeponeerd, overgemaakt of opgenomen, ongeacht of er onderliggende verplichtingen tussen de betaler en de begunstigde bestaan;

8. „betalingsopdracht”: door een betaler of begunstigde aan zijn betalingsdienstaanbieder gegeven instructie om een betalingstransactie uit te voeren;


 518/2019 art. 1, punt 2

9. „kosten”: elk bedrag dat door een betalingsdienstaanbieder aan een betalingsdienstgebruiker in rekening wordt gebracht en direct of indirect verband houdt met een betalingstransactie, elk bedrag dat door een betalingsdienstaanbieder of een partij die overeenkomstig artikel 59, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/2366 valutawisseldiensten aanbiedt, aan een betalingsdienstgebruiker in rekening wordt gebracht voor een valutawisseldienst, of een combinatie daarvan;


 260/2012 art. 17, punt 1

10. „geldmiddelen”: bankbiljetten en muntstukken, giraal geld en elektronisch geld als gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad 12 ;


 924/2009

11. „consument”: een natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen;

12. „micro-onderneming”: een onderneming die op het tijdstip van sluiting van het betalingsdienstencontract een onderneming is als gedefinieerd in artikel 1 en artikel 2, leden 1 en 3, van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie 13 ;

13. „afwikkelingsvergoeding”: een vergoeding die voor elke automatische afschrijvingstransactie tussen de betalingsdienstaanbieders van de betaler en van de begunstigde wordt betaald;

14. „automatische afschrijving”: een betalingsdienst voor debiteringen van de betaalrekening van een betaler, waarbij een betalingstransactie wordt geïnitieerd door de begunstigde op basis van de door de betaler aan de begunstigde, de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde of de eigen betalingsdienstaanbieder van de betaler verstrekte instemming;

15. „systeem voor automatische afschrijving”: een gemeenschappelijke reeks regels, praktijken en standaarden die tussen betalingsdienstaanbieders is overeengekomen voor de uitvoering van automatische afschrijvingstransacties.

Artikel 3 - Kosten van grensoverschrijdende betalingen en overeenkomstige binnenlandse betalingen

 518/2019 art. 1, punt 3, onder a)

1. De kosten die een betalingsdienstaanbieder aan een betalingsdienstgebruiker aanrekent voor grensoverschrijdende betalingen in euro, zijn dezelfde als de kosten die deze betalingsdienstaanbieder aanrekent voor overeenkomstige binnenlandse betalingen van dezelfde waarde in de nationale valuta van de lidstaat waar de betalingsdienstaanbieder van de betalingsdienstgebruiker zich bevindt.


 518/2019 art. 1, punt 3, onder b)

2. De kosten die een betalingsdienstaanbieder aan een betalingsdienstgebruiker aanrekent voor grensoverschrijdende betalingen in de nationale valuta van een lidstaat die kennis heeft gegeven van zijn beslissing om de toepassing van deze verordening uit te breiden tot zijn nationale valuta overeenkomstig artikel 13, zijn dezelfde als de kosten die deze betalingsdienstaanbieder aan betalingsdienstgebruikers aanrekent voor overeenkomstige binnenlandse betalingen van dezelfde waarde en in dezelfde valuta.


 924/2009

3. Voor de toepassing van lid 1 geeft een betalingsdienstaanbieder bij de beoordeling van het kostenpeil van een grensoverschrijdende betaling aan welke de overeenkomstige binnenlandse betaling is.

De bevoegde autoriteiten vaardigen, voor zover zij zulks nodig achten, richtsnoeren uit voor het vaststellen van overeenkomstige binnenlandse betalingen. De bevoegde autoriteiten werken binnen het Comité voor betalingen, dat overeenkomstig artikel 85, lid 1, van Richtlijn 2007/64/EG is ingesteld, actief samen om ervoor te zorgen dat de richtsnoeren voor overeenkomstige binnenlandse betalingen coherent zijn.


 518/2019 art. 1, punt 3, onder d)

4. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op valutawisselkosten.


 518/2019 art. 1, punt 4

Artikel 4 - Valutawisselkosten bij op kaarten gebaseerde transacties

1. Ten aanzien van de informatievereisten met betrekking tot valutawisselkosten en de toe te passen wisselkoers, als bedoeld in artikel 45, lid 1, artikel 52, lid 3, en artikel 59, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/2366, drukken betalingsdienstaanbieders en partijen die valutawisseldiensten aanbieden aan een geldautomaat of in het verkooppunt, als bedoeld in artikel 59, lid 2, van die richtlijn, de totale valutawisselkosten uit als een in procent uitgedrukte marge op de recentste beschikbare referentiewisselkoersen van de Europese Centrale Bank (ECB). Die marge wordt aan de betaler meegedeeld voordat de betalingstransactie wordt geïnitieerd.


 518/2019 art. 1, punt 4 (aangepast)

2. Betalingsdienstaanbieders maken de in lid 1 bedoelde marges ook op  begrijpelijke  en gemakkelijk toegankelijke wijze openbaar op een algemeen beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk elektronisch platform.


 518/2019 art. 1, punt 4

3. Naast de in lid 1 bedoelde informatie verstrekt een partij die een valutawisseldienst aanbiedt aan een geldautomaat of in het verkooppunt, de betaler de volgende informatie voordat de betalingstransactie wordt geïnitieerd:

a) het aan de begunstigde te betalen bedrag in de door de begunstigde gebruikte valuta;

b) het door de betaler te betalen bedrag in de valuta van de rekening van de betaler.

4. Een partij die valutawisseldiensten aanbiedt aan een geldautomaat of in het verkooppunt, vermeldt de in lid 1 bedoelde informatie duidelijk aan de geldautomaat of in het verkooppunt. Voordat de betalingstransactie wordt geïnitieerd, stelt die partij de betaler ook in kennis van de mogelijkheid om in de door de begunstigde gebruikte valuta te betalen en de valutawissel vervolgens door de betalingsdienstaanbieder van de betaler te laten uitvoeren. De in de leden 1 en 3 bedoelde informatie wordt na het initiëren van de betalingstransactie ook op een duurzame drager aan de betaler ter beschikking gesteld.

5. Voor elke betaalkaart die de betalingsdienstaanbieder van de betaler aan de betaler heeft verstrekt en die aan dezelfde rekening is gekoppeld, stuurt de betalingsdienstaanbieder van de betaler aan de betaler onverwijld nadat de betalingsdienstaanbieder van de betaler een betalingsopdracht voor een geldopname aan een geldautomaat of een betaling in een verkooppunt ontvangt die luidt in een valuta van de Unie die verschilt van de valuta van de rekening van de betaler, een elektronisch bericht met de in lid 1 bedoelde informatie.

Niettegenstaande de eerste alinea wordt een dergelijk bericht eenmaal verzonden in elke maand waarin de betalingsdienstaanbieder van de betaler een in dezelfde valuta luidende betalingsopdracht van de betaler ontvangt.

6. De betalingsdienstaanbieder komt met de betalingsdienstgebruiker overeen via welk algemeen beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk elektronisch communicatiekanaal of via welke algemeen beschikbare en gemakkelijk toegankelijke elektronische communicatiekanalen de betalingsdienstaanbieder het in lid 5 bedoelde bericht zal verzenden.

De betalingsdienstaanbieder biedt betalingsdienstgebruikers de mogelijkheid om af te zien van het ontvangen van de in lid 5 bedoelde elektronische berichten.

De betalingsdienstaanbieder en de betalingsdienstgebruiker kunnen overeenkomen dat lid 5 en dit lid geheel of gedeeltelijk niet van toepassing zijn indien de betalingsdienstgebruiker geen consument is.

7. De in dit artikel bedoelde informatie wordt gratis en op neutrale en begrijpelijke wijze verstrekt.


 518/2019 art. 1, punt 5

Artikel 5 - Valutawisselkosten bij overmakingen

1. Wanneer de betalingsdienstaanbieder van de betaler een valutawisseldienst aanbiedt bij een overmaking als gedefinieerd in artikel 4, punt 24, van Richtlijn (EU) 2015/2366 die rechtstreeks online wordt geïnitieerd via de website of de mobiele bankapp van de betalingsdienstaanbieder, stelt de betalingsdienstaanbieder, ten aanzien van artikel 45, lid 1, en artikel 52, lid 3, van die richtlijn, de betaler voordat de betalingstransactie wordt geïnitieerd, op duidelijke, neutrale en begrijpelijke wijze in kennis van de geraamde kosten van de valutawisseldiensten die op de overmaking van toepassing zijn.

2. Voordat een betalingstransactie wordt geïnitieerd, deelt de betalingsdienstaanbieder de betaler op duidelijke, neutrale en begrijpelijke wijze het geraamde totale bedrag van de overmaking in de valuta van de rekening van de betaler mee, met inbegrip van eventuele transactiekosten en eventuele valutawisselkosten. De betalingsdienstaanbieder deelt ook het geraamde aan de begunstigde over te maken bedrag mee in de door de begunstigde gebruikte valuta.


 924/2009 (aangepast)

Artikel 6 - Maatregelen ter vergemakkelijking van de automatisering van betalingen

1. Waar zulks van toepassing is, deelt een betalingsdienstaanbieder de betalingsdienstgebruiker het  internationale identificatienummer van een betaalrekening   (IBAN) van de betalingsdienstgebruiker en de  bedrijfsidentificatiecode   (BIC) van de betalingsdienstaanbieder mee.

Waar zulks van toepassing is, vermeldt een betalingsdienstaanbieder bovendien op rekeningoverzichten of in een bijlage daarbij, het IBAN van de betalingsdienstgebruiker en de BIC van de betalingsdienstaanbieder.

De overeenkomstig dit lid vereiste informatie wordt door de betalingsdienstaanbieder kosteloos aan de betalingsdienstgebruiker verstrekt.


 260/2012 art. 17, punt 3, onder b)

2. De betalingsdienstaanbieder mag extra kosten aanrekenen naast de overeenkomstig artikel 3, lid 1, aan de betalingsdienstgebruiker aangerekende kosten, wanneer die gebruiker de betalingsdienstaanbieder de opdracht geeft een grensoverschrijdende betaling uit te voeren zonder het IBAN mede te delen en, waar passend en overeenkomstig Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad 14 , de betreffende BIC voor de betaalrekening in de andere lidstaat. Die extra kosten zijn passend en in overeenstemming met de reële kosten. Zij worden overeengekomen door de betalingsdienstaanbieder en de betalingsdienstgebruiker. De betalingsdienstaanbieder stelt de betalingsdienstgebruiker in kennis van het bedrag van de extra kosten, ruimschoots voordat de betalingsdienstgebruiker door een dergelijke overeenkomst is gebonden.


 924/2009 (aangepast)

3. Wanneer zulks in het licht van de aard van de betrokken betalingstransactie passend is, verstrekt een leverancier van goederen en diensten die onder deze verordening vallende betalingen accepteert, bij elke facturering van goederen en diensten binnen de  Unie  aan zijn klanten zijn IBAN en de BIC van zijn betalingsdienstaanbieder.

Artikel 7 - Rapportageverplichtingen in verband met de betalingsbalans

 260/2012 art. 17, punt 4 (aangepast)

1. De lidstaten  leggen geen  voor betalingsdienstaanbieders geldende, op betalingen gebaseerde nationale rapportageverplichtingen  op  voor betalingsbalansstatistieken met betrekking tot betalingstransacties van hun klanten.


 924/2009

2. Onverminderd lid 1 mogen de lidstaten geaggregeerde gegevens of andere relevante, direct beschikbare gegevens vergaren, mits deze vergaring geen gevolgen heeft voor de straight through processing van betalingen en volledig kan worden geautomatiseerd door betalingsdienstaanbieders.


 924/2009 (aangepast)

Artikel 8 - Bevoegde autoriteiten

De lidstaten wijzen de bevoegde autoriteiten aan die verantwoordelijk zijn voor het doen naleven van deze verordening.

De lidstaten delen de Commissie  onverwijld  alle wijzigingen  mee  met betrekking tot de  bevoegde  autoriteiten  waarvan zij overeenkomstig artikel 9, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 924/2009 kennisgeving hebben gedaan  .

De lidstaten verlangen van de bevoegde autoriteiten dat zij daadwerkelijk toezien op de naleving van deze verordening en alle nodige maatregelen nemen om die naleving te waarborgen.

Artikel 9 - Klachtenprocedures voor inbreuken op deze verordening

1. De lidstaten  stellen  procedures  vast  die betalingsdienstgebruikers en andere belanghebbenden de mogelijkheid bieden bij de bevoegde autoriteiten klachten in te dienen met betrekking tot beweerde inbreuken van betalingsdienstaanbieders op deze verordening.

2. In voorkomend geval en onverminderd het recht om overeenkomstig het nationale procesrecht een klacht aan een rechterlijke instantie voor te leggen, informeren de bevoegde autoriteiten de partij die een klacht heeft ingediend over de krachtens artikel 10   vastgestelde  buitengerechtelijke klachten- en verhaalprocedures.

Artikel 10 - Buitengerechtelijke klachten- en verhaalprocedures

1. De lidstaten  stellen  adequate en effectieve buitengerechtelijke klachten- en verhaalprocedures  vast  voor de beslechting van geschillen tussen betalingsdienstgebruikers en hun betalingsdienstaanbieders met betrekking tot uit deze verordening voortvloeiende rechten en plichten. Daartoe wijzen de lidstaten  de bevoegde  organen aan.

2. De lidstaten delen de Commissie  onverwijld  alle wijzigingen  mee  met betrekking tot de organen  waarvan zij overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 924/2009 kennisgeving hebben gedaan  .

3. De lidstaten mogen bepalen dat dit artikel slechts van toepassing is op betalingsdienstgebruikers die consumenten of micro-ondernemingen zijn. In dergelijke gevallen stellen de lidstaten de Commissie daarvan in kennis.

Artikel 11 - Grensoverschrijdende samenwerking

De in artikel 8 bedoelde bevoegde autoriteiten en de in artikel 10 bedoelde organen die verantwoordelijk zijn voor  de buitengerechtelijke klachten- en verhaalprocedures  van de diverse lidstaten werken actief en vlot met elkaar samen bij de beslechting van grensoverschrijdende geschillen. De lidstaten zien erop toe dat deze samenwerking plaatsvindt.

Artikel 12 - Sancties

De lidstaten stellen voorschriften vast ten aanzien van de sancties die  van toepassing zijn op overtredingen van  deze verordening en nemen  alle  nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden  uitgevoerd  . De sancties  moeten doeltreffend, evenredig  en afschrikkend  zijn  . De lidstaten  delen  de Commissie  onverwijld  alle wijzigingen mee  van de voorschriften en maatregelen waarvan zij overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EG) nr. 924/2009 kennisgeving hebben gedaan  .

Artikel 13 - Toepassing op andere valuta's dan de euro

Een lidstaat die niet de euro als nationale valuta heeft en die besluit de toepassing van deze verordening tot zijn nationale valuta uit te breiden, stelt de Commissie hiervan in kennis. Deze kennisgeving wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. De verruimde toepassing van deze verordening treedt 14 dagen na  die  bekendmaking in werking.


 518/2019 art. 1, punt 6 (aangepast)

Artikel 14 - Evaluatie

1. Uiterlijk op 19 april 2022 legt de Commissie het Europees Parlement, de Raad, de ECB en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag over de toepassing en het effect van deze verordening voor, dat met name het volgende bevat:

a) een evaluatie van de wijze waarop betalingsdienstaanbieders artikel 3 van deze verordening toepassen;

b) een evaluatie van de ontwikkeling van de volumes en kosten voor binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen in de nationale valuta van de lidstaten en in euro sinds de  datum waarop  Verordening (EU) 2019/518 van het Europees Parlement en de Raad 15    is vastgesteld, dat wil zeggen 19 maart 2019  ;

c) een evaluatie van het effect van artikel 3 van deze verordening op de ontwikkeling van de valutawisselkosten en andere kosten in verband met betalingsdiensten, zowel voor de betalers als voor de begunstigden;

d) een evaluatie van het geraamde effect van een wijziging van artikel 3, lid 1, van deze verordening waarbij het toepassingsgebied zou worden uitgebreid tot alle valuta's van de lidstaten;

e) een evaluatie van de wijze waarop aanbieders van valutawisseldiensten de in de artikelen 4 en 5 van deze verordening en de nationale wetgeving tot uitvoering van artikel 45, lid 1, artikel 52, lid 3, en artikel 59, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/2366 vastgestelde informatievereisten toepassen en van de vraag of deze regels de transparantie van de valutawisselkosten hebben vergroot;

f) een evaluatie van de vraag of en de mate waarin aanbieders van valutawisseldiensten problemen hebben ondervonden bij de praktische toepassing van de artikelen 4 en 5 van deze verordening en de nationale wetgeving tot uitvoering van artikel 45, lid 1, artikel 52, lid 3, en artikel 59, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/2366;

g) een kosten-batenanalyse van de communicatiekanalen en -technologieën die worden gebruikt door of beschikbaar zijn voor aanbieders van valutawisseldiensten en die de transparantie van de valutawisselkosten verder kunnen verbeteren, met inbegrip van een evaluatie van de vraag of er bepaalde kanalen zijn die betalingsdienstaanbieders verplicht zouden moeten aanbieden voor het verzenden van de in artikel 4 bedoelde informatie; die analyse omvat ook een beoordeling van de technische haalbaarheid van het gelijktijdig meedelen van de in artikel 4, leden 1 en 3, van deze verordening bedoelde informatie, voordat de transactie wordt geïnitieerd, voor alle aan een geldautomaat of in het verkooppunt beschikbare valutawisselopties;

h) een kosten-batenanalyse van de invoering van de mogelijkheid voor betalers om de valutawisseloptie die een andere partij dan de betalingsdienstaanbieder van de betaler aan een geldautomaat of in het verkooppunt aanbiedt, te blokkeren en hun voorkeuren op dit punt te wijzigen;

i) een kosten-batenanalyse van de invoering van een verplichting voor de betalingsdienstaanbieder van de betaler om, wanneer hij bij een afzonderlijke betalingstransactie valutawisseldiensten aanbiedt, bij de clearing en afwikkeling van de transactie de wisselkoers toe te passen die gold op het tijdstip van het initiëren van de transactie.

2. Het in lid 1 bedoelde verslag bestrijkt ten minste de periode van 15 december 2019 tot en met 19 oktober 2021. In het verslag wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken van de verschillende betalingstransacties, en wordt met name een onderscheid gemaakt tussen transacties aan een geldautomaat en transacties in het verkooppunt.

Bij de voorbereiding van haar verslag mag de Commissie gebruikmaken van de gegevens die de lidstaten met betrekking tot lid 1 hebben verzameld.


 924/2009 (aangepast)

Artikel 15 - Intrekking

Verordening (EG) nr.  924/2009  wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar  de onderhavige  verordening  en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II  .

Artikel 16 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op  20 april 2021  .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.