Artikelen bij COM(2018)788 - Tussentijds verslag inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 5.12.2018

COM(2018) 788 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Tussentijds verslag overeenkomstig artikel 26, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1144/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad

{SWD(2018) 482 final}


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Tussentijds verslag overeenkomstig artikel 26, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1144/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad

1. INLEIDING

Dit verslag betreft de uitvoering van voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1144/2014 1  (hierna 'de Verordening' genoemd).

Artikel 2, lid 1, van de Verordening bepaalt: 'De algemene doelstelling van de voorlichtings- en afzetbevorderingsacties is het versterken van het concurrentievermogen van de landbouwsector van de Unie'. Artikel 2, lid 2 van de Verordening luidt: "De specifieke doelstellingen van de voorlichtings- en afzetbevorderingsacties zijn:

a)meer bekendheid geven aan de voordelen van de landbouwproducten van de Unie en de hoge normen die aan de productiemethoden in de Unie worden gesteld;

b)het concurrentievermogen en de consumptie van landbouwproducten en bepaalde levensmiddelen uit de Unie vergroten en het profiel ervan zowel binnen als buiten de Unie verhogen;

c)de bekendheid met en erkenning van kwaliteitsregelingen van de Unie verhogen;

d)het marktaandeel van landbouwproducten en bepaalde levensmiddelen uit de Unie vergroten, met specifieke aandacht voor de markten in derde landen die het grootste groeipotentieel bieden;

e)de normale marktomstandigheden herstellen in geval van ernstige marktverstoringen, verlies van vertrouwen bij de consument of andere specifieke problemen."

De voorlichtings- en afzetbevorderingsacties hebben de volgende vorm:

a)voorlichtings- en afzetbevorderingsprogramma’s (hierna "programma’s" genoemd), en

b)acties op initiatief van de Commissie, waaronder de ontwikkeling van technische ondersteuningsdiensten voor de sector.

Overeenkomstig artikel 26, lid 1, van de Verordening dient de Commissie uiterlijk op 31 december 2018 bij het Europees Parlement en de Raad een tussentijds verslag in over de toepassing van deze verordening. Dat tussentijds verslag omvat het gebruikspercentage in de verschillende lidstaten, eventueel vergezeld van passende voorstellen.

2. BELEIDSHERVORMING

De algemene steunregeling voor de bevordering van agrovoedingsmiddelen krachtens Verordening (EG) nr. 3/2008 2 is hervormd met de vaststelling van Verordening (EU) nr. 1144/2014, die sinds 1 december 2015 van kracht is.

De EU ondersteunt de agrovoedingssector bij de financiering van voorlichtings- en afzetbevorderingscampagnes. Via de afzetbevorderingsprogramma’s van de EU krijgen consumenten en importeurs uitleg over de hoge normen en de kwaliteit van de agrovoedingsmiddelen uit de EU; dit helpt de Europese producenten in een wereld waar de concurrentie steeds feller wordt. Onder de slogan "Enjoy, it´s from Europe" wordt met het beleid beoogd de opening van nieuwe markten te bevorderen, een bredere keuze van handelspartners te bieden en de consument bewust te maken van de inspanningen die Europese boeren verrichten.

Hieronder volgen de belangrijkste aspecten van de hervorming:

·Voor het nieuwe afzetbevorderingsbeleid is een substantiëlere begroting voorzien, met een stijging van 60 miljoen EUR in 2015 naar 200 miljoen EUR in 2019;

·Het cofinancieringspercentage van de Unie is verhoogd tot 70 % voor monoprogramma's op de interne markt, 80 % voor multiprogramma's en mono-/multiprogramma's die op derde landen zijn gericht en 85 % voor programma's voor herstel van de normale marktomstandigheden te herstellen in geval van ernstige marktverstoringen, verlies van vertrouwen bij de consument of andere specifieke problemen. Daarbij komt nog vijf procentpunt extra voor begunstigden van lidstaten die financiële bijstand ontvangen;

·Het nieuwe beleid is gebaseerd op een echte, op EU-niveau vastgelegde strategie, waarvoor een jaarlijks werkprogramma wordt vastgesteld. Hierin zijn de strategische prioriteiten en de bijbehorende begrotingen voor het afzetbevorderingsbeleid bepaald wat betreft de bevolkingsgroepen, de producten, de regelingen of de markten waarop zal worden gefocust, en de aard van de voorlichtings en afzetbevorderingsboodschappen die zullen worden verspreid 3 . De strategie voorziet bovendien in specifieke tijdelijke regelingen om te kunnen reageren in geval van ernstige marktverstoringen of verlies van vertrouwen bij de consument. Ook is erin vastgelegd welke criteria voor het beoordelen van de voorstellen worden gehanteerd. Het jaarlijkse werkprogramma wordt ten uitvoer gelegd aan de hand van de bekendmaking van oproepen tot het indienen van voorstellen.

·Er komen nu meer begunstigden en producten voor steun in aanmerking. Om een hoger rendement op investeringen mogelijk te maken, is het nu toegestaan de vermelding van oorsprong en de weergave van merken te beperken, zonder het algemene karakter van afzetbevorderingsprogramma's in gevaar te brengen;

·De afzetbevorderingsprogramma's moeten, wat effect en inhoud betreft, een Europese dimensie hebben, met een hoofdboodschap van de Unie, en daardoor een aanvulling vormen op de acties die door lidstaten en de privésector worden uitgevoerd;

·Er zijn follow-upindicatoren voor output, resultaat en effect vastgesteld om de doelmatigheid van de afzetbevorderingsacties beter te kunnen beoordelen;

·Een ander belangrijk aspect van de hervorming is de vereenvoudiging van procedures:


-een aantal uitvoeringstaken is om redenen van kostenefficiëntie door de Commissie overgedragen aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (hierna 'CHAFEA' genoemd)  4 ;

-de administratieve procedures zijn vereenvoudigd door de afschaffing van de tweefasige selectieprocedure, die in het verleden ook een voorselectie door de lidstaten omvatte;

-de procedures zijn bovendien gestroomlijnd en geprofessionaliseerd. Programmavoorstellen in het kader van oproepen worden elektronisch ingediend en door CHAFEA beoordeeld in samenwerking met deskundige externe evaluatoren met expertise op het gebied van voeding en marketing;

-de Commissie selecteert voorstellen op basis van de beoordeling door externe evaluatoren en volgt daarbij strikt de door hen opgestelde ranglijst van voorstellen;

-om het beheer te vergemakkelijken, worden de multiprogramma's door CHAFEA beheerd, terwijl monoprogramma's onder het gedeelde beheer van de bevoegde nationale autoriteiten blijven vallen. Daarnaast is het mandaat van het agentschap op initiatief van de Commissie uitgebreid met de coördinatie van acties, zoals voorlichtingscampagnes, deelname aan beurzen en missies op hoog niveau.


3. UITVOERING VAN VOORLICHTINGS- EN AFZETBEVORDERINGSACTIES


3.1Het jaarlijkse werkprogramma

Het jaarlijkse werkprogramma is een uitvoeringsbesluit 5 , waarbij de Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten.

Het jaarlijkse werkprogramma is een efficiënt middel gebleken om een dynamisch en doelgericht bevorderingsbeleid te realiseren. Jaarlijks wordt het afgestemd op de veranderende behoeften en mogelijkheden van de sector, waarbij prioriteiten met een bijbehorend indicatief begrotingsbedrag worden vastgesteld.

De diensten van de Commissie hebben een open raadplegingsprocedure opgezet om de strategische prioriteiten wat betreft geografische markten, af te geven boodschappen en te bevorderen sectoren vast te stellen. Marktprioriteiten worden gebaseerd op de doelstellingen van de Verordening, namelijk het vergroten van het aantal activiteiten dat op derde landen met het grootste groeipotentieel is gericht. Het voornaamste doel voor de interne markt is consumenten te informeren over de strenge normen voor EU-producten en de EU-kwaliteitsregelingen en bijbehorende symbolen, namelijk biologische productie, beschermde geografische aanduidingen (BGA's), beschermde oorsprongsbenamingen (BOB's), gegarandeerde traditionele specialiteiten (GTS'en), 'product uit de bergen' en het logo voor producten uit ultraperifere gebieden. Voor derde landen hebben de diensten van de Commissie een macro-economische analyse gemaakt van de verwachte toename van de invoer, alsmede een beleidsevaluatie betreffende de vrijhandelsovereenkomsten en de verwachte opheffing van sanitaire en fytosanitaire belemmeringen. Afzetbevorderingsprogramma’s van de EU kunnen namelijk al voordat een vrijhandelsovereenkomst wordt gesloten of in werking treedt, de basis leggen voor potentiële uitvoer naar derde landen. De diensten van de Commissie raadplegen de lidstaten systematisch, schriftelijk, via het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten over zaken die met afzetbevordering te maken hebben. Ook treden zij systematisch in overleg met de belanghebbenden via groepen voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld en ontvangen zij veel bijdragen uit de sector voor agrovoedingsmiddelen en de sociaal-professionele sector 6 .

Bovendien blijkt het beleid met het toewijzen van specifieke ad-hockredieten goed in te spelen op in moeilijkheden verkerende sectoren, zoals de zuivel- en varkensvleessector in 2016 en 2017 of de schapen- en geitenvleessector in 2017. De afzetbevorderingsprogramma’s blijken boeren en de sector voor agrovoedingsmiddelen goed te ondersteunen bij hun inspanningen om nieuwe markten te veroveren, marktaandeel te verwerven en de uitvoer te verhogen, met als doel op de middellange termijn de marktsituatie te herstellen.

Tot slot heeft de steunregeling voor afzetbevordering dankzij de jaarlijkse werkprogramma's ook bijgedragen aan andere, bredere beleidsdoelstellingen. Er is namelijk een speciale begroting in opgenomen voor de cofinanciering van programma's voor duurzame landbouw, waardoor de Commissie gesteund wordt bij haar inspanningen om bij te dragen aan de duurzame-ontwikkelingsdoelen voor 2030 en de klimaatovereenkomst van Parijs. Daarnaast zijn in die regeling kredieten gereserveerd voor de cofinanciering van programma's die gezonde voeding en voedingsgewoonten moeten stimuleren, overeenkomstig de strategie van de Commissie inzake voeding, overgewicht, obesitas en andere verwante gezondheidskwesties.


3.2De afzetbevorderingsprogramma’s

3.2.1Inleiding

Een afzetbevorderingsprogramma bestaat uit een samenhangende reeks maatregelen die erop gericht zijn voorlichting te geven over een product, sector of regeling of deze te promoten. Het wordt uitgevoerd in een periode van minimaal één jaar en maximaal drie jaar. Een dergelijk programma kan bijvoorbeeld het volgende omvatten: reclamecampagnes in de pers, op televisie, op de radio of op het internet, promotie in verkooppunten, pr-campagnes, deelname aan tentoonstellingen en beurzen en een hele reeks andere activiteiten. Er kan sprake zijn van een B2B-campagne (business-to-business) of van een B2C-campagne (business-to-consumer).

Er bestaan twee soorten afzetbevorderingsprogramma’s. Een monoprogramma is een afzetbevorderingsprogramma dat door één of meer indienende organisaties uit eenzelfde lidstaat wordt ingediend. Een multiprogramma is een programma dat wordt ingediend door ten minste twee indienende organisaties uit ten minste twee lidstaten of door een of meerdere Europese organisaties.


3.2.2    Statistieken over oproepen tot het indienen van voorstellen

Het werkdocument van de diensten van de Commissie bij dit verslag bevat nadere informatie over de in de verslagperiode toegewezen subsidies, met inbegrip van met name het aantal succesvolle aanvragen per lidstaat. Ook op de website van CHAFEA zijn gedetailleerde statistieken over deze oproepen te vinden 7 .

In 2016 – het eerste jaar waarin het hervormde afzetbevorderingsbeleid ten uitvoer werd gelegd – ontving CHAFEA naar aanleiding van de bekendmaking van oproepen tot het indienen van voorstellen, 226 voorstellen (199 voor mono- en 27 voor multiprogramma's) 8

Het hoogste aantal voorstellen naar aanleiding van de oproep tot het indienen van voorstellen voor monoprogramma's, werd ingediend door organisaties uit Italië en Griekenland. Uit Luxemburg, Malta en Zweden werden geen voorstellen ontvangen.

Na de herschikking van ongebruikte begrotingsgelden overeenkomstig het jaarlijkse werkprogramma en de herschikking van de begrotingsgelden voor ernstige marktverstoringen overeenkomstig de regels in het jaarlijkse werkprogramma, werden in totaal 60 monoprogramma's geselecteerd.

Er werden voorstellen van 16 lidstaten goedgekeurd. Het grootste aantal begunstigden was afkomstig uit Italië (10), gevolgd door 8 uit Frankrijk en 8 uit Griekenland. Er werden geen voorstellen aanvaard van aanvragers uit 9 lidstaten (Bulgarije, Cyprus, Estland, Finland, Hongarije, Roemenië, Slowakije, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk). 25 % van de begroting werd toegewezen aan geselecteerde programma's uit Italië, 17,4 % ging naar Griekse programma's en 9,6 % naar Franse programma's.

14 programma's waren gericht op de afzetbevordering van 'Groenten en fruit', goed voor 30,1 % van de begroting, terwijl bijna een kwart van de beschikbare begroting naar gemengde producten (13 programma's) ging. Vlees en vleesbereidingen (12 programma's) waren goed voor 17,1 % van de begroting, gevolgd door zuivelproducten: 7 voorstellen voor 14,8 % van de begroting. De helft van de beschikbare begroting ging naar multiprogramma's voor de afzetbevordering van biologische productie die door het Verenigd Koninkrijk en Denemarken waren voorgesteld.

Naar aanleiding van de bekendmaking van de oproepen tot het indienen van voorstellen voor 2017 9 werden 189 voorstellen voor mono- en 35 voorstellen voor multiprogramma's ingediend.

Het hoogste aantal voorstellen voor monoprogramma's werd ingediend door organisaties uit Italië, Griekenland en Frankrijk. Uit Estland, Finland, Luxemburg, Malta en Slowakije werden geen voorstellen ontvangen.

De sectoren vlees en zuivel waren sterk vertegenwoordigd vanwege de specifieke onderwerpen in het jaarlijkse werkprogramma (42 % van de in totaal aangevraagde financiering). Ook voor gemengde producten werden veel voorstellen ingediend, vanwege de voorgeschreven basketbenadering voor wijn (circa 20 % van de aangevraagde financiering).

Na de herschikking van de begrotingsgelden voor acties in geval van ernstige marktverstoringen en de herschikking van ongebruikte begrotingsgelden overeenkomstig het jaarlijkse werkprogramma, werden 53 10 mono- en 10 11 multiprogramma's geselecteerd.

Aan organisaties uit Frankrijk werden 17 subsidies (op 23 ingediende aanvragen) toegewezen uit de 53 aanvaarde voorstellen voor monoprogramma's, hetgeen overeenkwam met in totaal 36 % van de begroting. Er werden 10 subsidies (16 aanvragen) aan begunstigden uit Spanje toegewezen, samen goed voor 29 % van de begroting. Hoewel het grootste aantal aanvragen afkomstig was uit Italië en Griekenland (respectievelijk 36 en 30), kregen slechts 4 aanvragers uit elk van die lidstaten een subsidie toegewezen. De begunstigden uit Frankrijk waren de coördinatoren van de helft van de geselecteerde multiprogramma's.

Het grootste deel van de begroting voor monoprogramma's (23,1 %) werd toegewezen aan 10 programma's ter bevordering van de 'basket of products'-benadering. Kort daarop volgden de zuivelproducten met 9 programma's, goed voor 22,1 % van de begroting. Bij 3 programma's stond olijfolie centraal; daaraan werd 16,5 % van de begroting toegewezen. 13,1 % ging naar de afzetbevordering van groenten en fruit (8 programma's). Bijna 19 % van de begroting werd toegewezen aan de afzetbevordering van groenten en fruit door middel van multiprogramma's, terwijl voor multiprogramma's ter bevordering van de afzet van schapen- en geitenvlees 18 % van de begroting werd vrijgemaakt.

Ten tijde van de opstelling van dit verslag waren de subsidieovereenkomsten voor de afzetbevorderingsprogramma’s van 2018 nog niet ondertekend. Daarom worden hier alleen de statistieken over de indieningen en de selectieresultaten gepresenteerd.

CHAFEA heeft 182 voorstellen (146 voor mono- en 36 voor multiprogramma's) ontvangen naar aanleiding van de bekendmaking van de oproepen 12 .

Het hoogste aantal voorstellen voor monoprogramma's is ingediend door organisaties uit Italië, Frankrijk en Griekenland. Er zijn geen aanvragen ontvangen uit Estland, Hongarije, Kroatië, Luxemburg, Malta, Oostenrijk, Slowakije en Zweden.

27 % van de beschikbare begroting betrof voorstellen voor de afzetbevordering van groenten en fruit, 17 % betrof vlees en vleesproducten en 14 % betrof zuivelproducten. Deze drie segmenten waren samen dus goed voor 58 % van de EU-bijdrage. Ook voor gemengde producten werden veel voorstellen ingediend, vanwege de voorgeschreven basketbenadering voor wijn (28 % van de begroting).

Na de herschikking van de begrotingsgelden voor acties in geval van ernstige marktverstoringen en de herschikking van ongebruikte begrotingsgelden overeenkomstig het jaarlijkse werkprogramma, zijn 58 voorstellen voor monoprogramma's goedgekeurd.

De subsidieovereenkomsten moeten nog worden ondertekend, maar de verwachting is dat Italiaanse organisaties 18 van de in totaal 58 subsidies (op 31 door Italiaanse organisaties ingediende voorstellen) zullen ontvangen, hetgeen overeenkomt met 35 % van de begroting. Aanvragers uit Frankrijk krijgen waarschijnlijk 11 subsidies (20 aanvragen) toegewezen, hetgeen overeenkomt met bijna 14 % van de begroting. Aanvragers uit Griekenland komen op de derde plaats wat betreft het aantal geselecteerde programma's en het aandeel van de EU-bijdrage, op de vierde plaats gevolgd door aanvragers uit Spanje. Aan aanvragers uit Duitsland, Finland, Letland en Slovenië werd geen subsidie toegewezen.

De verwachting is dat de sector groenten en fruit met 17 aanvragen 31,2 % van de begroting toegewezen zal krijgen, de sector vlees en vleesbereidingen 22,7 % (12 subsidies), de sector kaas en zuivelproducten 19,5 % (13 subsidies) en de sector 'basket of products' 19,2 % (10 subsidies). De vier sectoren zijn goed voor het merendeel van de programma's die voor de toekenning van subsidie beoordeeld zijn en vertegenwoordigen het leeuwendeel van de beschikbare begrotingsgelden.

De verwachting is dat voor 21 voorstellen voor multiprogramma's een subsidie zal worden toegewezen; 15 daarvan zijn gericht op de interne markt. Begunstigden uit Frankrijk en Italië zullen de coördinatoren van vier programma's voor elk van beide lidstaten zijn; organisaties uit België en Griekenland zullen de coördinatoren zijn van drie van de geselecteerde multiprogramma's in elk van beide landen.

De verwachting is dat programma's voor wijn, cider en azijn 26 %, kaas en zuivelproducten 21 % en 'basket of products' en groenten en fruit ieder 18 % van de begroting zullen uitmaken. 


3.2.3    Overzicht van de oproepen tot het indienen van voorstellen

Het grote aantal voorstellen dat naar aanleiding van de bekendmakingen van de oproepen tot het indienen van voorstellen in 2016, 2017 en 2018 is ontvangen, duidt erop dat er veel interesse bestaat voor de regeling. Bovendien wordt alom positief gereageerd op de vereenvoudiging van de indieningsprocedure en de hulpmiddelen die de aanvragers ter beschikking staan voor het indienen van een voorstel.

De voorstellen worden aan de hand van de verschillende in de oproepen vermelde criteria door drie onafhankelijke deskundigen beoordeeld. Alle geschikte voorstellen worden gerangschikt op basis van het totale aantal punten dat is toegekend. Aan het hoogst gerangschikte voorstel of de hoogst gerangschikte voorstellen wordt cofinanciering toegekend, afhankelijk van de beschikbaarheid van begrotingsmiddelen. Het agentschap wijkt niet van de ranglijst af en ook de Commissie heeft dat niet gedaan bij de selectie van monoprogramma's. Noch bij de jaarlijkse werkprogramma's, noch bij de oproepen tot het indienen van voorstellen omvatten de gunningscriteria de verdeling van de begroting tussen de lidstaten.

De voorstellen worden geselecteerd op basis van de kwaliteit ervan, dat wil zeggen de vraag in hoeverre aan de criteria uit de oproepen is voldaan. Een andere belangrijke factor voor het succes van voorstellen is de mate van concurrentie op het themagebied waarvoor een voorstel wordt ingediend.

Uit statistieken over het type deelnemer blijkt dat niet alleen de bekende brancheorganisaties deelnemen, maar ook een groot aantal (verenigingen van) producentenorganisaties, groepen producenten en verwerkers die betrokken zijn bij geografische aanduidingen enzovoorts.

Het eerste afzetbevorderingsmateriaal dat van uitgevoerde programma's is ontvangen, laat zien dat campagnes daadwerkelijk een hoofdboodschap van de Unie hebben waarmee de zichtbaarheid van de EU wordt vergroot. De boodschappen bieden informatie over Europese productienormen, de kwaliteit en veiligheid van Europese producten en de EU-kwaliteitsregelingen, waarmee de meerwaarde van een EU-afzetbevorderingsbeleid wordt aangetoond.

Meer informatie over geselecteerde programma's (namen van begunstigden, begroting, productsector, beoogde landen, boodschappen, statistieken) is te vinden op de website van CHAFEA 13 . Er worden ook voorbeelden van campagnes gepresenteerd 14 , met beeldmateriaal, foto's van uitgevoerde acties, eerste resultaten enzovoorts.


3.3    Acties op initiatief van de Commissie

De acties op initiatief van de Commissie omvatten missies op hoog niveau, deelname aan beurzen en tentoonstellingen van internationaal belang door middel van stands, en activiteiten ter versterking van het imago van producten uit de Unie, zoals voorlichtingscampagnes. Daarnaast omvatten zij de ontwikkeling van technische ondersteuningsdiensten.


3.3.1    Missies op hoog niveau

Missies op hoog niveau hebben tot doel de markttoegang voor Europese agrovoedingsmiddelen te vergemakkelijken. Tot deze missies behoren doorgaans vergaderingen op hoog politiek niveau met leden van de Commissie en een intensief bedrijfsrelevant programma voor de belangrijkste vertegenwoordigers van EU-exporteurs en de agrovoedingssector. Op de politieke agenda staan over het algemeen besprekingen over handelsovereenkomsten, kwesties aangaande handel en markttoegang, sanitaire en fytosanitaire kwesties (hierna 'SPS' genoemd), kwesties inzake technische handelsbelemmeringen (hierna 'TBT' genoemd), besprekingen over biologische productie, geografische aanduidingen enzovoorts. Zakelijke activiteiten concentreren zich meestal op het verbeteren van marktkennis door gerichte seminars en workshops en bezoeken aan de detailhandel en bezoeken ter plaatse, die doorgaans worden aangevuld met B2B-bijeenkomsten of bedrijfsfora.

Deelnemers aan dergelijke missies worden via speciaal daarvoor bestemde oproepen geselecteerd aan de hand van verschillende criteria, met name een geografisch en sectoraal evenwichtige vertegenwoordiging, een evenwichtige verhouding tussen kmo's en grotere ondernemingen en tussen nationale en Europese koepelorganisaties.

Sinds de inwerkingtreding van de Verordening heeft de Commissie op eigen initiatief de volgende afzetbevorderingsacties ten uitvoer gebracht:

·missie op hoog niveau naar Colombia en Mexico (42 vertegenwoordigers van het bedrijfsleven uit 14 lidstaten), 7-12 februari 2016;

·missie op hoog niveau naar China en Japan (45 vertegenwoordigers van het bedrijfsleven uit 15 lidstaten), 16-22 april 2016;

·missie op hoog niveau naar Vietnam (42 deelnemers), Singapore (36 deelnemers) en Indonesië (38 deelnemers), 2-9 november 2016;

·missie op hoog niveau naar Canada (60 deelnemers), 30 april - 3 mei 2017;

·missie op hoog niveau naar Iran (42 deelnemers) en Saoedi-Arabië (44 deelnemers), 7-13 november 2017;

·missie op hoog niveau naar China (65 vertegenwoordigers van het bedrijfsleven), 14-19 mei 2018.

Na iedere missie hebben de diensten van de Commissie onder de deelnemers een enquête gehouden om de resultaten en effecten te beoordelen. Het gemiddelde tevredenheidspercentage van de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven bedroeg meer dan 90 %. In meerderheid gaven zij aan dat de tijdens de missie gelegde contacten het zakendoen hadden vergemakkelijkt en de verwezenlijking van hun bedrijfsdoelstellingen dichterbij hadden gebracht.


3.3.2    EU-paviljoenen op belangrijke internationale beurzen voor landbouw, voeding, drank en horeca

De Commissie organiseert EU-paviljoenen op geselecteerde belangrijke internationale beurzen voor landbouw, voeding, drank en horeca om de uitstekende kwaliteit van Europese agrovoedingsmiddelen onder de aandacht te brengen.

·EU-paviljoen op SIAL Canada in Toronto, 2-4 mei 2017;

·EU-paviljoen op SIAL Midden-Oosten, 12-14 december 2017;

·EU-paviljoen op SIAL China, 16-18 mei 2018.


3.3.3    SPS-informatieseminars

SPS-informatieseminars zijn doorgaans gericht op overheidsfunctionarissen, belangrijke importeurs, detailhandelaren en distributeurs, maar ook op vakjournalisten in met name derde landen. Deze evenementen zijn in het afzetbevorderingsbeleid opgenomen om informatie over SPS-voedselveiligheidsnormen van de EU toe te lichten en te verspreiden, met als doel de uitvoer van agrovoedingsmiddelen te stimuleren. Deze met afzetbevordering verband houdende SPS-seminars kunnen gepaard gaan met productdisplays en kookdemonstraties om de hoge productienormen van de EU en haar rijke culinaire geschiedenis onder de aandacht te brengen. Tot dusver heeft de Commissie een seminar in Korea georganiseerd, op 20-21 maart 2018.


3.3.4    Voorlichtingscampagnes

Voorlichtingscampagnes vormen primair een vervolg op verschillende afzetbevorderingsactiviteiten die al in een land hebben plaatsgevonden (met name missies op hoog niveau), maar kunnen ook gericht zijn op een doelpubliek in landen die nog een door de EU geleide zakelijke delegatie moeten ontvangen. Ze zijn bedoeld om de afzet van agrovoedingsmiddelen uit de EU te bevorderen.


3.3.5    Technische ondersteuningsdiensten

Technische ondersteuning bestaat uit het verstrekken van relevante informatie over het speciale portaal en het organiseren van evenementen en andere voorlichtingsactiviteiten. 

Er is een portaal opgezet om potentiële aanvragers informatie te bieden over het afzetbevorderingsbeleid en verschillende aspecten van de indiening van voorstellen. Daarnaast bevat het portaal voorbeelden van beste praktijken en informatie over alle gecofinancierde programma's sinds 2014. Het omvat ook een platform dat potentiële aanvragers helpt bij het vinden van partners waarmee zij gezamenlijk voorstellen kunnen indienen. Verder is het portaal bedoeld om de kennis over verschillende markten te bevorderen door het beschikbaar stellen van marktonderzoeksrapporten en andere relevante informatie over belangrijke doellanden uit de jaarlijkse werkprogramma's, bijvoorbeeld over markttoegang, SPS-regelgeving, bescherming van intellectuele-eigendomsrechten enzovoorts.

Er zijn momenteel meer dan 1 200 belanghebbenden binnen de sector agrovoedingsmiddelen van de EU als gebruiker van het portaal geregistreerd, waarvan het merendeel (bijna 1 000) ook heeft aangegeven de maandelijkse nieuwsbrief te willen ontvangen. Het portaal heeft een relatief constant aantal bezoekers (tussen 2 000 en 4 000), dat in de periode voor het indienen van voorstellen naar aanleiding van een oproep kan oplopen tot 8 000. Op het portaal zijn momenteel acht Market Entry Handbooks beschikbaar, over Canada, Vietnam, Indonesië, Iran, China, Saoedi-Arabië, Japan en Singapore. Deze worden jaarlijks 40 tot 200 keer gedownload.

Daarnaast zijn op het portaal op dit moment zes webinars te vinden over onderwerpen die te maken hebben met het indienen van voorstellen of de uitvoer van agrovoedingsmiddelen. Gemiddeld tellen de webinars 60 deelnemers, en ze worden maandelijks 50 tot 100 keer bekeken.

In de periode voor het indienen van voorstellen naar aanleiding van een oproep (elk jaar van januari tot april) is de helpdesk van CHAFEA beschikbaar voor het beantwoorden van vragen per e-mail over de voorwaarden van de oproep. CHAFEA ontving in 2018 200 e-mails met 272 vragen. Gemiddeld wordt binnen 1,8 werkdagen geantwoord. Het portaal bevat ook een rubriek veelgestelde vragen, die in de periode voor het indienen van voorstellen naar aanleiding van een oproep wekelijks worden bijgewerkt.

Ieder jaar zijn na de afsluiting van de oproep evaluatieformulieren naar de aanvragers gestuurd waarin gevraagd werd naar mogelijke verbeterpunten. In 2018 gaf 22 % van de aanvragers feedback: 79 % gaf aan tevreden te zijn over de elektronische indiening en 76 % was van mening dat de beoordelingscriteria duidelijk waren uitgelegd. Het merendeel (86%) van de bij de oproep verstrekte documenten werd als nuttig of zeer nuttig beschouwd.

CHAFEA heeft een actieve bijdrage aan de voorlichting over het afzetbevorderingsbeleid geleverd door jaarlijks in Brussel een informatiedag te organiseren 15 (176 deelnemers in 2016, 230 in 2017, 230 in 2018). Ook zijn er meer dan 30 informatiedagen    georganiseerd door de lidstaten, die elk 15 tot 70 deelnemers trokken. 16


4. CONCLUSIE

Gelet op de statistieken over aanvragen betreffende afzetbevorderingsprogramma’s, de deelname aan missies op hoog niveau sinds 2016 en de feedback in evaluatieformulieren, kan gesteld worden dat er grote belangstelling bestaat voor het hervormde afzetbevorderingsbeleid.

Bovendien zijn de evaluatieprocedures voor afzetbevorderingsprogramma’s efficiënt gebleken wat betreft de indiening, de beoordeling en de uitvoering van acties. Verder hebben veel belanghebbenden in algemene zin hun tevredenheid over het hervormde beleid geuit.

Aangezien het hervormde afzetbevorderingsbeleid pas sinds 2016 kan worden geëvalueerd, wordt het voorstellen van wijzigingen in dit stadium voorbarig geacht. In het kader van het verslag als bedoeld in artikel 26, lid 2, van de Verordening, waarvoor een externe evaluatie zal worden uitgevoerd  17 , zal te zijner tijd worden overwogen dit verslag al dan niet vergezeld te doen gaan van passende voorstellen.

(1) Verordening (EU) nr. 1144/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 56).
(2) Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen (PB L 3 van 5.1.2008, blz. 1).
(3) De vaststelling van strategische prioriteiten voor het afzetbevorderingsbeleid was een aanbeveling van de Europese Rekenkamer om versnippering van middelen tegen te gaan en de zichtbaarheid van Europa via deze voorlichtings- en afzetbevorderingsacties te verhogen;
(4) 2014/927/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 17 december 2014 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU teneinde het 'Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding' om te vormen tot het 'Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding' (PB L 363 van 18.12.2014, blz. 183).
(5) https://ec.europa.eu/info/promotion-eu-farm-products_en#annualworkprogramme
(6) Bijvoorbeeld Copa Cogeca, Europatat, Interbev, Arelfh, Epha, FoodDrinkEurpe, Freshfel, Interfel, Cdl, Ceev, Clitravi Via Campesina, Flowers Auctions, Slow food, AVEC. 
(7) https://ec.europa.eu/chafea/agri/content/previous-programmes  
(8) Oproep tot het indienen van voorstellen 2016 — Monoprogramma's — Voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1144/2014 van de Raad (PB C 41 van 4.2.2016, blz. 4–19) en Oproep tot het indienen van voorstellen (2016) — Multiprogramma's — Subsidies voor voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1144/2014 (PB C 41 van 4.2.2016, blz. 20–32).
(9) Oproep tot het indienen van voorstellen (2017) – Mono- en multiprogramma's – Subsidies voor voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1144/2014 van het Europees Parlement en de Raad (PB C 9 van 12.1.2017, blz. 7–22 en PB C 9 van 12.1.2017, blz. 23–37).
(10) De subsidieovereenkomst voor één goedgekeurd programma werd niet ondertekend. Daardoor konden de betrokken gelden worden toegewezen aan de eerste twee programma's van de reservelijst uit bijlage II bij Uitvoeringsbesluit C(2017) 6934 van de Commissie.
(11) Met gelden uit aanvullende begrotingsmiddelen kon een extra voorstel van de reservelijst worden gefinancierd.
(12) PB C 9 van 12.1.2018, blz. 15–31 en blz. 32–49.
(13) https://ec.europa.eu/CHAFEA/agri/campaigns/map-and-statistics-target-countries
(14) https://ec.europa.eu/CHAFEA/agri/content/info-day-calls-proposals-2018  
(15) https://ec.europa.eu/CHAFEA/agri/newsroom-and-events/events
(16) https://ec.europa.eu/CHAFEA/agri/newsroom-and-events/events/info-days-member-states-calls-proposals-2018  
(17) https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/initiatives/ares-2018-2665311_en