Artikelen bij COM(2016)772 - Werking van de comités in 2015

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2016)772 - Werking van de comités in 2015.
document COM(2016)772 NLEN
datum 5 december 2016
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 5.12.2016

COM(2016) 772 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

over de werking van de comités in 2015

{SWD(2016) 425 final}


VERSLAG VAN DE COMMISSIE

OVER DE WERKING VAN DE COMITÉS IN 2015

Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) nr. 182/2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren 1 (hierna de „comitologieverordening” genoemd), presenteert de Commissie het jaarverslag over de werking van de comités in 2015.

Dit verslag bevat een overzicht van de ontwikkelingen in het comitologiesysteem in 2015 en een samenvatting van de activiteiten van de comités. Het gaat vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie met gedetailleerde statistieken over de werkzaamheden van de afzonderlijke comités.

1. Overzicht van de ontwikkelingen in het comitologiesysteem in 2015

1.1Algemene ontwikkeling

De Commissie heeft op 26 februari 2016 een verslag gepubliceerd met een analyse van de eerste vijf jaar van de uitvoering van Verordening (EU) nr. 182/2011 2 . De conclusie was dat de verordening ervoor heeft gezorgd dat de Commissie in de afgelopen vijf jaar doeltreffend gebruik heeft gemaakt van haar uitvoeringsbevoegdheden, onder toezicht van de lidstaten. Voorts is geconcludeerd dat het bestaande kader zorgt voor een efficiënte en constructieve samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten.

Zoals beschreven in het verslag over 2013 3 , zijn alle in het „oude” comitologiebesluit 4 vastgelegde comitologieprocedures, met uitzondering van de regelgevingsprocedure met toetsing (RPT), automatisch aangepast aan de nieuwe comitologieprocedures waarin de comitologieverordening voorziet.

In 2015 hebben de comitologiecomités bijgevolg gewerkt volgens de in de comitologieverordening vastgelegde procedures, met name de raadplegingsprocedure (artikel 4) en de onderzoeksprocedure (artikel 5), alsook volgens de in artikel 5 bis van het comitologiebesluit vastgelegde regelgevingsprocedure met toetsing (RPT).

Overeenkomstig de verklaring 5 bij de vaststelling van de comitologieverordening die luidde dat alle bepalingen betreffende de regelgevingsprocedure met toetsing in bestaande basisbesluiten zouden worden aangepast aan de criteria van het Verdrag, heeft de Commissie in 2013, na een voorbereidende screening in 2012, drie besluiten 6 vastgesteld teneinde in totaal 200 basisbesluiten in overeenstemming te brengen met de artikelen 290 en 291 VWEU. In november 2014 heeft de Commissie aan het begin van haar nieuwe mandaat en in het kader van een herziening van hangende wetgevingsvoorstellen besloten om deze voorstellen in te trekken 7 in afwachting van de uitkomst van de komende besprekingen tussen de instellingen inzake het Interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven. Dit leidde tot de officiële ondertekening van een nieuw akkoord op 13 april 2016, waarin wordt verwezen naar de „noodzaak om hoge prioriteit te verlenen aan de snelle aanpassing van alle basishandelingen die nog verwijzen naar de regelgevingsprocedure met toetsing” 8 .

In haar werkprogramma voor 2017 9 kondigt de Commissie dan ook aan dat zij „wetgevingsvoorstellen [zal] doen om de bestaande handelingen in overeenstemming te brengen met de Verdragsbepalingen over gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen, waardoor de vroegere regelgevingsprocedure met toetsing kan worden uitgefaseerd” en dat zij „bestaande procedures voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen op hun democratische legitimiteit [zal] toetsen en de opties [zal] bezien om bestaande procedures voor de vaststelling van bepaalde secundaire handelingen aan te passen.”

1.2Ontwikkeling van de rechtspraak

Het Hof van Justitie is in zijn arrest van 16 juli 2015 in zaak C-88/14, Commissie/Parlement en Raad (inzake het wederkerigheidsmechanisme voor visa) teruggekomen op de afbakening van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen. Met haar verzoekschrift vorderde de Commissie nietigverklaring van het herziene wederkerigheidsmechanisme voor zover de bepalingen de Commissie een gedelegeerde bevoegdheid verlenen overeenkomstig artikel 290, lid 1, VWEU, en niet een uitvoeringsbevoegdheid in de zin van artikel 291, lid 2, VWEU. De Commissie achtte een uitvoeringsbevoegdheid meer gepast in dit geval, gezien de aard van de betrokken taken (wijziging van een bijlage nadat een derde partij de visumplicht invoert). Het Hof heeft het beroep van de Commissie verworpen en redeneerde dat noch het feit dat bij de wetgevingshandeling aan de Commissie een beoordelingsbevoegdheid is verleend noch de omvang daarvan van belang is om te bepalen of de door de Commissie vast te stellen handeling een gedelegeerde of een uitvoeringshandeling moet zijn.

In zijn arrest in de gevoegde zaken T-261/13 en T-86/14, Nederland/Commissie („Eurostat”), van 23 september 2015 heeft het Hof bepalingen nietig verklaard van uitvoeringsmaatregelen van de Commissie die volgens de regelgevingsprocedure met toetsing waren goedgekeurd. Het Hof herinnerde eraan dat de regels betreffende de besluitvorming van de instellingen van de Unie zijn vastgelegd in het Verdrag en niet ter beschikking staan van de lidstaten of van de instellingen zelf. Het Koninkrijk der Nederlanden redeneerde dat bij de vaststelling van uitvoeringsmaatregelen op grond van Verordening (EG) nr. 2494/95 en van maatregelen ter uitvoering van deze uitvoeringsmaatregelen de regelgevingsprocedure met toetsing moet worden gevolgd, terwijl in het geval van de betrokken uitvoeringsmaatregelen van de Commissie Eurostat methodologische kaders moest vastleggen en bijwerken zonder dat daarbij de regelgevingsprocedure met toetsing moest worden gevolgd. De Commissie redeneerde dat het niet de bedoeling was dat de methodologische kaders bindend zouden zijn voor de lidstaten en dat deze kaders zelf geen uitvoeringsmaatregelen vormden als bedoeld in Verordening (EG) 2494/95. Het Hof heeft geoordeeld dat dergelijke kaders uitvoeringsmaatregelen vormen die in acht moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de toepasselijke verordeningen nuttige werking hebben en de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen vergelijkbaar zijn. De bestreden bepalingen moesten aldus voorzien in de toepassing van de regelgevingsprocedure met toetsing voor het vaststellen van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen, zoals bepaald door Verordening (EG) nr. 2494/95.

2. Overzicht van activiteiten

2.1Aantal comités en vergaderingen

Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen de comitologiecomités, enerzijds, en andere entiteiten, met name de door de Commissie zelf opgerichte „deskundigengroepen”, anderzijds. De deskundigengroepen bieden de Commissie hun deskundigheid 10 bij het voorbereiden en uitvoeren van het beleid en van gedelegeerde handelingen, terwijl de comitologiecomités de Commissie bijstaan bij de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden die haar bij wettelijke basisbesluiten zijn toegekend. In dit verslag worden alleen de comitologiecomités behandeld. Het aantal actieve comitologiecomités in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2015 werd berekend per beleidsterrein (zie tabel I). Ter vergelijking worden ook de gegevens van het jaar daarvoor (toestand op 31 december 2014) vermeld. Subcomités worden niet afzonderlijk geteld, aangezien die onder een bepaald comité vallen.

TABEL I – Totale aantal comités

Beleidsterrein20142015
AGRI (Landbouw en Plattelandsontwikkeling)1818
BUDG (Begroting)22
CLIMA (Klimaat)55
CNECT (Communicatienetwerken, Inhoud en Technologie)65
DEVCO (Internationale Samenwerking en Ontwikkeling)55
DIGIT (Informatica)12
EAC (Onderwijs en Cultuur)55
ECFIN (Economische en Financiële Zaken)11
ECHO (Humanitaire Hulp en Civiele Bescherming)22
EMPL (Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie)44
ENER (Energie)1514
ENV (Milieu)3131
ESTAT (Eurostat)76
FISMA (Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie)98
FPI (Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid )44
GROW (Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en Kleinbedrijf)4443
HOME (Migratie en Binnenlandse Zaken)1411
JUST (Justitie en Consumentenzaken)2021
MARE (Maritieme zaken en Visserij)44
MOVE (Mobiliteit en Vervoer)3030
NEAR (Nabuurschapsbeleid en Uitbreidingsonderhandelingen)33
OLAF (Europees Bureau voor fraudebestrijding)11
REGIO (Regionaal Beleid en Stadsontwikkeling)11
RTD (Onderzoek en innovatie)55
SANTE (Gezondheid en Voedselveiligheid)2121
SG (Secretariaat-generaal)3*3*
TAXUD (Belastingen en Douane-unie)1111
TRADE (Handel)1514
TOTAAL:287280

* Met inbegrip van het comité van beroep (in het comitologieregister wordt het comité van beroep aangemerkt als comité onder de verantwoordelijkheid van SG;  in de praktijk wordt het door alle betrokken diensten beheerd).

In 2015 konden de comitologiecomités worden uitgesplitst volgens het soort procedure (raadplegingsprocedure, onderzoeksprocedure, regelgevingsprocedure met toetsing — zie tabel II). Een aantal comités heeft meerdere procedures toegepast. Deze comités worden apart vermeld naast de comités die slechts één procedure hebben toegepast.

TABEL II – Aantal comités per procedure (2015)

Soort procedure
RaadplegingsprocedureOnderzoeksprocedureRegelgevingsprocedure met toetsingVerscheidene proceduresTOTAAL:
AGRI0120618
BUDG11002
CLIMA01045
CNECT01045
DEVCO02035
DIGIT02002
EAC01045
ECFIN00011
ECHO01012
EMPL00044
ENER242614
ENV0652031
ESTAT02046
FISMA01258
FPI03014
GROW6952343
HOME260311
JUST555621
MARE02024
MOVE3731730
NEAR11013
OLAF01001
REGIO00011
RTD04015
SANTE0901221
SG02013
TAXUD190111
TRADE260614
TOTAAL:239822137280

* Met inbegrip van het comité van beroep.

Het aantal comités is niet de enige indicator voor het beoordelen van de comitologische activiteit. Uit het aantal vergaderingen en het aantal schriftelijke procedures 11 in 2015 blijkt eveneens hoe bedrijvig de verschillende comités in het algemeen zijn geweest, op sectorniveau en in individuele comités (zie tabel III).

TABEL III – Aantal vergaderingen en schriftelijke procedures

Aantal comitésVergaderingenSchriftelijke procedures
2014201520142015
AGRI18140145810
BUDG24420
CLIMA512611
CNECT511151011
DEVCO51616127
DIGIT22300
EAC56461
ECFIN15100
ECHO29635
EMPL44475
ENER14201672
ENV3138381212
ESTAT68665
FISMA87879
FPI45223
GROW4360762428
HOME1128294031
JUST211010125
MARE491124
MOVE3064512322
NEAR31272019
OLAF12200
REGIO110140
RTD55257131205
SANTE21122106506437
SG36*5*01
TAXUD1189652520
TRADE1422252325
TOTAAL280773719893868

* Met inbegrip van vier vergaderingen van het comité van beroep.

2.2Aantal adviezen en uitvoeringshandelingen/-maatregelen

Zoals gewoonlijk wordt in dit verslag het totale aantal formele adviezen van de comités vermeld, alsook de later door de Commissie goedgekeurde uitvoeringshandelingen/-maatregelen 12 . Deze gegevens geven de concrete output van de comités weer (zie tabel IV). Van het totale aantal ontwerpuitvoeringshandelingen dat in 2015 aan de comités is voorgelegd, heeft het Europees Parlement drie resoluties 13 aangenomen op grond van artikel 11 van de comitologieverordening. De Raad heeft geen dergelijke resoluties aangenomen.

TABEL IV – Aantal goedgekeurde adviezen en uitvoeringshandelingen/-maatregelen

AdviezenGoedgekeurde uitvoeringshandelingenVolgens de RPT goedgekeurde maatregelen
201420152014201520142015
AGRI14111613511621
BUDG15414400
CLIMA19714751
CNECT2120201201
DEVCO8657845800
DIGIT111100
EAC2859200
ECFIN515100
ECHO9971100
EMPL793600
ENER1484146
ENV383716161911
ESTAT1716661010
FISMA171631016
FPI442000
GROW547419372413
HOME4563424200
JUST19911911
MARE2215221500
MOVE935544463217
NEAR112651106500
OLAF000000
REGIO1218100
RTD15226615022300
SANTE7997366956716762
SG1311*22300
TAXUD7965746500
TRADE6756635800
TOTAAL1 8891 7261 5631 506165129

* Met inbegrip van 10 adviezen van het comité van beroep en 22 vastgestelde handelingen.

2.3Vergaderingen van het comité van beroep

Het comité van beroep heeft in de loop van 2015 vier keer vergaderd en 11 ontwerpuitvoeringshandelingen behandeld (op het gebied van gezondheid en consumenten en mobiliteit en vervoer) die door de Commissie waren voorgelegd. Het comité van beroep heeft in tien gevallen geen advies uitgebracht. De Commissie heeft besloten deze tien uitvoeringshandelingen vast te stellen en een handeling in te trekken.

2.4Gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing (RPT)

Zoals in punt 1 al werd vermeld, heeft de comitologiehervorming van 2011 geen gevolgen gehad voor de regelgevingsprocedure met toetsing. Deze procedure kan in de nieuwe wetgeving niet meer worden gebruikt, maar komt nog steeds voor in een groot aantal bestaande basishandelingen. Zolang die niet zijn aangepast, zal de procedure dienovereenkomstig verder worden toegepast. In 2015 zijn 129 maatregelen vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing (zie tabel V). Het vetorecht werd niet ingeroepen. In 2014 werd het vetorecht één keer gebruikt.

TABEL V – Aantal overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing (RPT) goedgekeurde maatregelen (2015)

Volgens de RPT goedgekeurde maatregelenVeto van het EP tegen goedkeuring van ontwerpmaatregelen volgens de RPTVeto van de Raad tegen goedkeuring van ontwerpmaatregelen volgens de RPT
AGRI100
BUDG000
CLIMA100
CNECT100
DEVCO000
DIGIT000
EAC000
ECFIN000
ECHO000
EMPL000
ENER600
ENV1100
ESTAT1000
FISMA600
FPI000
GROW1300
HOME000
JUST100
MARE000
MOVE1700
NEAR000
OLAF000
REGIO000
RTD000
SANTE6200
SG000
TAXUD000
TRADE000
TOTAAL12900

3. Gedetailleerde informatie over de activiteiten van de comités

Het bij dit verslag gevoegde werkdocument bevat gedetailleerde informatie over de werkzaamheden van de afzonderlijke comités in 2015, uitgesplitst naar de verschillende diensten van de Commissie.

(1) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(2) COM(2016) 92 final.
(3) Verslag van de Commissie over de werking van de comités in 2013, COM(2014) 572 final.
(4) Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23), zoals gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG van de Raad (PB C 255 van 21.10.2006, blz. 4).
(5) Deze verklaring werd samen met Verordening (EU) nr. 182/2011 gepubliceerd in het publicatieblad (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 19).
(6) COM(2013) 451, 452 en 751.
(7) PB C 80 van 7.3.2015, blz. 17.
(8) Hoofdstuk V, punt 27.
(9) SWD(2016) 400 final.
(10) Nadere informatie is te vinden op: http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm?Lang=NL
(11) De stemming in een comité kan tijdens een gewone vergadering plaatsvinden of, in naar behoren gemotiveerde gevallen, via een schriftelijke procedure, overeenkomstig artikel 3, lid 5, van de comitologieverordening.
(12) Er kan een verschil bestaan tussen het aantal adviezen en het aantal uitvoeringshandelingen/-maatregelen in een bepaald jaar. De redenen hiervoor worden in de inleiding bij het werkdocument van de diensten van de Commissie uiteengezet.
(13) Resolutie over het ontwerp van uitvoeringsverordening van de Commissie tot vaststelling van een lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten (2015/3010(RSP)); resolutie over Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2279 van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais NK603 × T25 (MON-ØØ6Ø3-6 × ACS-ZMØØ3-2) (2015/3006(RSP)); resolutie over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie voor het verlenen van toestemming voor het gebruik van bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (2015/2962(RSP)).