Artikelen bij COM(1997)460 - Aanneming van een gemeenschappelijk meerjarenprogramma om de totstandbrenging van de informatiemaatschappij in Europa te stimuleren (Informatiemaatschappij)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

1. Hierbij wordt een programma (Informatiemaatschappij) vastgesteld met de volgende doelstellingen:

- bewustmaking en vergroting van het begrip bij het publiek van de potentiële effecten van de informatiemaatschappij en haar nieuwe toepassingen;

- hulp bij de totstandbrenging van de informatiemaatschappij in Europa door het bevorderen van ruime toegang tot en vertrouwdheid met het gebruik van de nieuwe informatiediensten en-toepassingen;

- aandacht geven aan en gebruik maken van de mondiale dimensie van de informatiemaatschappij.

2. Het programma loopt van 1 januari 1997 tot 31 december 2001.

3. De begrotingsautoriteit staat de kredieten toe in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure en met inachtneming van de financiële vooruitzichten.

4. De geplande activiteiten zijn sectoroverschrijdende maatregelen die communautaire maatregelen op andere gebieden aanvullen. Zij mogen geen doublures vormen van werkzaamheden op deze gebieden die in het kader van andere communautaire programma's worden uitgevoerd.

Artikel 2

Om de doelstellingen als bedoeld in atikel 1 te bereiken, worden onder de verantwoordelijkheid van de Commissie de volgende maatregelen genomen:

a) Bewustmakingsmaatregelen:

- verspreiding van informatie en bevordering van maatregelen die gericht zijn op een beter begrip van de kansen, voordelen en mogelijke risico's van de informatiemaatschappij;

- vaststelling van de behoeften van burgers en gebruikers en stimulering van de belangstelling van het bedrijfsleven, met name van het midden- en kleinbedrijf (MKB), voor het aanbieden van diensten en toepassingen die aan deze behoeften voldoen;

- demonstratie van de potentiële effecten van de informatiemaatschappij op regionaal niveau, bevordering van de uitwisseling van relevante informatie tussen steden en regio's profilering bij het grote publiek van concrete projecten die worden uitgevoerd om in hun behoeften te voorzien;

- organisatie en follow-up van fora over de ontwikkeling van de informatiemaatschappij, advies aan de Commissie over de uitdagingen waaraan het hoofd moet worden geboden.

b) Maatregelen om de informatiemaatschappij in Europa tot stand te helpen brengen:

- analyse van de technische, economische, sociale en regelgevingsaspecten, beoordeling van de uitdagingen die ontstaan door de overgang naar de informatiemaatschappij, en aangeven van maatregelen die nodig zijn voor het optimaliseren van de sociaal-economische voordelen;

- beoordeling van de kansen en belemmeringen waarmee achtergestelde sociale groepen en perifere en minder welvarende regio's te maken kunnen krijgen bij het verkrijgen van toegang tot producten en diensten van de informatiemaatschappij en het gebruik daarvan; aangeven van passende maatregelen om deze hindernissen te overwinnen en de daarmee gepaard gaande voordelen te benutten;

- analyse van initiativen die momenteel op Europees en nationaal niveau lopen betreffende de aanbieding van toepassingen, met name op basis van een permanente inventaris van projecten die de ontplooiing van de informatiemaatschappij vergemakkelijken;

- zorg voor transparantie, op basis van met name een permanente inventaris betreffende lopende programma's en beleid op Europees en nationaal niveau;

- bijdragen, op basis van erkende beste programma's en praktijken, tot het op Europese schaal ingang doen vinden van succesvolle voorbeelden van beleid, projecten en diensten op het gebied van de informatiemaatschappij;

- bevordering van synergie en samenwerking tussen lopende studies en activiteiten op Europees en nationaal niveau;

- aanduiding en evaluatie van financieringsmechanismen die nodig zijn voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij, met name die welke kunnen helpen bij de ontwikkeling van publiek-private partnerschappen voor de ontplooiing van toepassingen van algemeen belang;

- aanduiding van hinderpalen voor de werking van de interne markt op het gebied van de informatiemaatschappij en overweging van maatregelen om te zorgen dat optimaal voordeel kan worden gehaald uit de ruimte zonder grenzen voor de ontwikkeling ervan;

- vaststelling van prioriteiten van het MKB en aandacht voor de hinderpalen waarmee het MKB geconfronteerd wordt bij het gebruik van informatietechnologie, zulks in nauwe coördinatie met de maatregelen van de Commissie om verschillende groepen van ICT-gebruikers bij de activiteiten te betrekken.

c) Maatregelen om aandacht te geven aan en gebruik te maken van de mondiale dimensie van de informatiemaatschappij:

- sterkere profilering van de mondiale dimensie van de informatiemaatschappij, met name door het inventariseren van over de hele wereld genomen initiatieven, uitwisseling van informatie met derde landen, meer bepaald de ontwikkelingslanden, en samenwerking bij de voorbereiding van demonstratieactiviteiten, zowel bilateraal als samen met internationale organisaties.

Artikel 3

Bij het uitvoeren van de in artikel 1 aangegeven doelstellingen en de in artikel 2 omschreven activiteiten kan de Commissie gebruik maken van alle nodige middelen, met name:

- het verlenen van contracten voor de uitvoering van taken met betrekking tot analyses, verkennende studies uitvoerige studies van specifieke onderwerpen, de realisatie van demonstratieactiviteiten, alsmede de coördinatie, evaluatie en medefinanciering van activiteiten;

- de organisatie van vergaderingen van deskundigen, conferenties, raadplegingen van personen of groepen met gezamenlijke belangen, seminars en de publicatie en verspreidingen van informatie, en de deelname en het verlenen van steun daaraan;

- bijdragen tot de activiteiten van internationale organisaties met betrekking tot de informatiemaatschappij, in het bijzonder die welke gericht zijn op het bevorderen van de toegang van ontwikkelingslanden tot het potentieel van de informatiemaatschappij.

Artikel 4

1. De Commissie is belast met de tenuitvoerlegging van het programma.

2. De Commissie wordt bijgestaan door een comité van raadgevende aard, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie, advies uit over dit ontwerp, zo nodig door middel van een stemming.

Het advies wordt in de notulen opgenomen; voorts heeft iedere lidstaat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het comité uitgebrachte advies. Zij brengt het comité op de hoogte van de wijze waarop zij met zijn advies rekening heeft gehouden.

Artikel 5

De in artikel 4, lid 2, vastgestelde procedure is van toepassing op:

- de aanneming van het werkprogramma;

- de criteria en de inhoud van de oproepen tot het indienen van voorstellen;

- de beoordeling van de projecten die overeenkomstig de oproepen tot het indienen van voorstellen voor communautaire financiering zijn ingediend en het geraamde bedrag van de communautaire bijdrage voor elk project zo die 500 000 ecu of meer bedraagt;

- de maatregelen betreffende de evaluatie van het programma;

- deelneming aan projecten door rechtspersonen uit derde landen en internationale organisaties.

Artikel 6

1. Na het verstrijken van de eerste twee jaar van het programma dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een tussentijds evaluatierapport in betreffende de opgezette activiteiten en behaalde resultaten. Na afloop van het programma dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatierapport in betreffende de resultaten die werden behaald door de tenuitvoerlegging van de in artikel 2 omschreven activiteiten.

2. In het belang van een optimale besteding van communautaire gelden voor toekomstige programma's moeten maatregelen worden genomen om de doeltreffendheid te controleren van de tot op heden verrichte uitgaven voor activiteiten ter verwezenlijking van de informatiemaatschappij in Europa.

3. De resultaten van de controlemaatregelen moeten ter beschikking worden gesteld van het in artikel 4, lid 2, bedoelde comité van raadgevende aard.

Artikel 7

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.


(1) PB C 51 van 21. 2. 1997, blz. 12.