Artikelen bij COM(2016)21 - Toetsing van de geschiktheid van de definitie van "in aanmerking komend kapitaal" ingevolge artikel 517 van Verordening(EU) nr. 575/2013

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.




1. Inleiding

2. Het verschil tussen in aanmerking komend kapitaal en eigen vermogen

3. Het toepassingsgebied van het begrip in aanmerking komend kapitaal

4. De geschiktheid van het begrip in aanmerking komend kapitaal

5. Conclusie


1. Inleiding

De kapitaalvereisten die gelden voor beleggingsondernemingen met beperkte beleggingsdiensten, de prudentiële behandeling van de gekwalificeerde deelnemingen van een instelling buiten de financiële sector en de definitie van grote blootstellingen van instellingen en de desbetreffende limieten waren tot 31 december van 2013 op het begrip eigen vermogen gebaseerd 1 .

De definitie van eigen vermogen is met ingang van 1 januari 2014 vervangen door de definitie van in aanmerking komend kapitaal om te worden gebruikt op de bovengenoemde gebieden die geregeld worden bij Verordening nr. 575/2013/EU betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen van 26 juni 2013 (hierna ook de verordening kapitaalvereisten of VKV genoemd).

De definitie van in aanmerking komend kapitaal is ingevoerd zonder het houden van een effectbeoordeling. Daarom is de implementatie van de nieuwe regeling echter onderworpen aan een overgangsperiode van drie jaar (die afloopt op 31 december 2016) 2 en dient de regeling voordat zij volledig wordt geïmplementeerd te worden getoetst.

Met het verslag wordt voldaan aan de verplichting van artikel 517 van de verordening kapitaalvereisten, op grond waarvan de Commissie zich moet belasten met het toetsen en rapporteren aan het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de geschiktheid van de definitie van in aanmerking komend kapitaal die wordt toegepast ten behoeve van titel III van deel II en deel vier van de VKV en, indien zij deze geschikt acht, met het indienen van een wetgevingsvoorstel.

Het verslag is gebaseerd op het advies dat op 17 februari 2015 door de Europese Bankautoriteit (EBA) in overleg met de nationale bevoegde autoriteiten is verstrekt 3 .

2. Het verschil tussen in aanmerking komend kapitaal en eigen vermogen

Artikel 4, lid 1, punt 71, van de VKV heeft een nieuwe kapitaalbasis, in aanmerking komend kapitaal genoemd, ingevoerd voor de toepassing van titel III van deel twee, deel vier en artikel 97 van dezelfde verordening.

Volgens dit artikel wordt onder in aanmerking komend kapitaal verstaan de som van tier 1-kapitaal en tier 2-kapitaal. Het bedrag van het tier 2-kapitaal dat aan het einde van de overgangsperiode als in aanmerking komend kapitaal wordt opgenomen, kan echter niet meer bedragen dan één derde van het tier 1-kapitaal 4  

Het begrip in aanmerking komend kapitaal is aldus meer beperkend dan het begrip eigen vermogen vanwege het feit het bedrag van de tier 2-kapitaalinstrumenten boven de drempel van één derde niet als in aanmerking komend kapitaal kan worden opgenomen 5 .

Anderzijds kan tier 2-kapitaal onbeperkt in het eigen vermogen worden opgenomen, dat eenvoudig bestaat in de som van tier 1-kapitaal en tier 2-kapitaal 6 .

Het begrip in aanmerking komend kapitaal is in de VKV ingevoerd om de prikkels voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen te beperken voor de vermindering van de regelgevende beperkingen door alleen tier 2-kapitaal uit te geven (bv. aanvullend tier 2-kapitaal zou deze instellingen toestaan de omvang van blootstellingen aan hun tegenpartijen of het volume van hun gekwalificeerde deelnemingen eenvoudiger te verhogen dan door de uitgifte van tier 1-kapitaal).

De kwaliteit van tier 2-kapitaal is immers lager dan die van tier 1. Terwijl tier 1-kapitaal wordt gebruikt om verliezen te absorberen in 'going concern'-situaties, kan tier 2-kapitaal alleen worden gebruikt om verliezen te absorberen in 'gone concern'-situaties.

3. Het toepassingsgebied van het begrip in aanmerking komend kapitaal

Sedert 1 januari 2014 wordt in aanmerking komend kapitaal gebruikt als kapitaalbasis ten behoeve van:

1. De bepaling van de prudentiële behandeling van gekwalificeerde deelnemingen buiten de financiële sector. 

In het kader van de nieuwe regeling specificeert artikel 89 van de VKV dat de bevoegde autoriteiten twee verschillende prudentiële behandelingen kunnen toepassen op gekwalificeerde deelnemingen in ondernemingen die niet-financiële activiteiten uitvoeren:

- verhinderen dat i) alle in aanmerking komende deelnemingen meer bedragen dan 15 % van het in aanmerking komend kapitaal van de instelling en ii) de totale portefeuille van gekwalificeerde deelnemingen meer bedraagt dan 60 % van het in aanmerking komend kapitaal van de instelling

- onder toepassing van een risicogewicht van 1250 % op de bedragen die de drempels van 15 % en 60 % overschrijden.

2. Bepaling van de kapitaalvereisten voor beleggingsondernemingen met beperkte beleggingsdiensten. Beleggingsondernemingen waarvan sprake in de artikelen 95, lid 1, 96, lid 1, en punt 2, onder c, van artikel 4, lid 1, van de VKV houden in aanmerking komend kapitaal van ten minste één kwart van de vaste kosten van het voorgaande jaar als neergelegd in artikel 97 van de VKV.

3. Omschrijving van een grote blootstelling. Een grote blootstelling is de blootstelling van een instelling aan één tegenpartij waarvan de waarde gelijk is aan of groter dan 10 % van het in aanmerking komend kapitaal van de instelling als neergelegd in artikel 392 van de VKV.

4. Vaststelling van het maximumbedrag waarboven instellingen niet aan één tegenpartij mogen zijn blootgesteld. De blootstelling van een instelling aan één tegenpartij mag niet meer bedragen dan 25 % van haar in aanmerking komend kapitaal (tenzij anders is bepaald), zoals neergelegd in artikel 395 van de VKV.

Volgens artikel 494 van de VKV is de implementatie van de definitie van in aanmerking komend kapitaal onderworpen aan een overgangsregeling van drie jaar die ingegaan is in 2014. Terwijl in 2014 kredietinstellingen en beleggingsondernemingen tier 2-kapitaal nog als in aanmerking komend kapitaal tot 100 % van het tier 1-kapitaal mochten opnemen, mogen zij vanaf 2015 tier 2-kapitaal als in aanmerking komend kapitaal tot 75 % en in 2016 tot 50 % van het tier 1-kapitaal opnemen.

Zodra de overgangsperiode is beëindigd, zal het EU-systeem als in aanmerking komend kapitaal opgenomen tier 2-kapitaal tot één derde van het tier 1-kapitaal beperken en zullen daardoor de vereisten van de Unie en de recent gepubliceerde Bazelse normen inzake grote blootstellingen, op grond waarvan voor de toepassing van de regeling inzake grote blootstellingen geen tier 2-kapitaal in aanmerking mag worden genomen, onderling worden aangepast 7 .

4. De geschiktheid van het begrip in aanmerking komend kapitaal

De Europese Bankautoriteit (EBA) en de nationale autoriteiten zijn geraadpleegd om informatie te verzamelen over de impact van de nieuwe regeling op instellingen. Tijdens het eerste jaar van toepassing van het begrip in aanmerking komend kapitaal zijn geen bijzondere aandachtsvelden aan het licht gekomen. De EBA concludeerde in zijn advies dat het niet op de hoogte is, noch van aandachtsvelden die door instellingen met betrekking tot het gebruik van de definitie zijn bekendgemaakt, noch van enig empirisch bewijs dat tot de conclusie zou leiden dat de nieuwe striktere kapitaalbasis voor de regeling inzake grote blootstellingen een significante nadelige impact zou hebben op blootstellingen van instellingen.

De resultaten van de beoordeling hebben evenwel betrekking op de beperkte ervaring die tot nu toe is opgedaan. Het nieuwe systeem is sinds 2014 van toepassing en zal pas in 2016 volledig geïmplementeerd zijn.

Pas aan het einde van de overgangsperiode kunnen op adequate wijze gegevens worden verzameld.

5. Conclusie

Bij de analyse van de beschikbare informatie is tot op heden geen specifiek probleem aan het licht gekomen waardoor twijfel kan rijzen aan de geschiktheid van het gebruik van de definitie van in aanmerking komend kapitaal voor de toepassing van titel III van deel twee, deel vier en artikel 97 van de verordening kapitaalvereisten.

Daarom lijkt het in dit stadium niet geschikt een wetgevingsvoorstel tot wijziging van het huidige systeem in te dienen.

De Commissie, in samenwerking met de Europese Bankautoriteit (EBA, zal echter de toepassing van de nieuwe regeling blijven monitoren en op basis van de verzamelde gegevens verder nadenken over de vraag of aan de definitie van in aanmerking komend kapitaal moet worden vastgehouden.

De ervaring die de bevoegde autoriteiten bij de implementatie van de definitie van in aanmerking komend kapitaal tijdens de overgangsperiode hebben opgedaan zal door de Commissie meegenomen worden bij het bekijken van de vraag of wijzigingen van het huidige systeem passend zouden zijn.


(1) Artikel 4, lid 1, punt 118, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) Artikel 494 van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(3) EBA Opinion on the review of the appropriateness of the definition of eligible capital pursuant to Article 517 of Regulation (EU) N. 575/2013, 17 February 2015.
(4) De definitie van in aanmerking komend kapitaal die wordt gebruikt voor de berekening van gekwalificeerde deelnemingen verschilt licht van die welke voor andere doeleinden wordt gebruikt.
(5) Artikel 4, lid 1, punt 71, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(6) Artikel 4, lid 1, punt 118, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(7) BCBS, Supervisory framework for measuring and controlling large exposures, April 2014, beschikbaar op http://www.bis.org/publ/bcbs283.pdf.