Artikelen bij COM(2014)280 - Verslag tenuitvoerlegging Verordening 866/2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening, over 2013

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52014DC0280

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Tiende verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening, voor de periode 1 januari tot en met 31 december 2013 /* COM/2014/0280 final */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Tiende verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening, voor de periode 1 januari tot en met 31 december 2013

INLEIDING

Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad inzake een regeling op grond van artikel 2 van Protocol nr. 10 van de Toetredingsakte (hierna de 'groenelijnverordening' genoemd) is van kracht sinds 1 mei 2004. In deze verordening worden de voorwaarden vastgesteld waaronder de rechtsvoorschriften van de Europese Unie gelden ten aanzien van het verkeer van personen, goederen en diensten waarbij de groene lijn wordt overschreden tussen de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering feitelijk het gezag uitoefent, en de gebieden waarover zij niet feitelijk het gezag uitoefent. Om de doeltreffendheid van deze regels te garanderen, is de toepassing ervan uitgebreid tot de scheidslijn tussen deze gebieden en de Eastern Sovereign Base Area (ESBA) van het Verenigd Koninkrijk.

Dit verslag heeft betrekking op de periode van 1 januari tot en met 31 december 2013.

Tijdens de verslagperiode heeft de Raad op voorstel van de Commissie de groenelijnverordening gewijzigd om EU-goederen die buiten de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent, zijn gebracht, opnieuw in deze gebieden te kunnen binnenbrengen via de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet het feitelijk gezag uitoefent.

De Commissie voert een constructieve dialoog over de tenuitvoerlegging van de verordening met de desbetreffende autoriteiten van de Republiek Cyprus, de autoriteiten van de Sovereign Base Area (SBA) alsook met Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel.

1. LIJNOVERSCHRIJDEND VERKEER VAN PERSONEN

1.1.        Verkeer aan toegestane doorlaatposten

De verordening biedt een stabiel juridisch kader voor het vrije verkeer van Cyprioten, andere EU-burgers en burgers van derde landen die de groene lijn passeren aan de toegestane doorlaatposten. Het aantal Grieks-Cyprioten en Turks-Cyprioten dat in 2013 de groene lijn passeerde, is gestegen ten opzichte van vorige jaren.

Volgens gegevens van de Republiek Cyprus staken tijdens de verslagperiode 520 410 Grieks-Cyprioten (voordien: 481 732) en 183 185 Grieks-Cypriotische voertuigen (voordien: 154 778) over van de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus; daarnaast staken 877 759 Turks-Cyprioten (voordien: 850 362) en 323 655 Turks-Cypriotische voertuigen (voordien: 280 358) over van het noordelijke deel van Cyprus naar de door de regering gecontroleerde gebieden.

Het aantal EU-burgers, andere dan Cyprioten, en onderdanen van derde landen dat de groene lijn overstak, is licht gedaald. Volgens gegevens van de politie van de Republiek Cyprus (hierna 'CYPOL' genoemd) staken tijdens de verslagperiode ook 517 580 niet-Cypriotische EU-burgers en burgers van derde landen de groene lijn over (voordien: 530 014). 69,64 % van dit verkeer (360 469) vond plaats aan de doorlaatpost aan de Ledrastraat, waar het grootste deel van de niet-Cyprioten (voornamelijk toeristen) de groene lijn overstak.

De cijfers die door de Turks-Cypriotische gemeenschap werden verzameld, wijzen op een stijgende trend bij het aantal lijnoverschrijdingen door Grieks-Cyprioten, nl. 723 904 lijnoverschrijdingen, en een dalende trend bij het aantal lijnoverschrijdingen door Grieks-Cypriotische voertuigen, nl. 210 937 lijnoverschrijdingen, uit de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus. Uit deze cijfers blijkt ook dat het aantal lijnoverschrijdingen van Turks-Cyprioten (1 313 633) en van Turks-Cypriotische voertuigen (432 824) in de andere richting een dalende trend vertoont. Voorts waren er 968 066 buitenlandse onderdanen die van de door de regering gecontroleerde gebieden overstaken naar het noordelijke deel van Cyprus.

De hierboven genoemde cijfers van CYPOL omvatten echter niet de gegevens over personen en voertuigen bij de doorlaatposten Pergamos en Strovilia, van het noordelijke deel van Cyprus naar de Eastern Sovereign Base Area. De autoriteiten van de ESBA houden geen gedetailleerde statistieken bij voor deze beide doorlaatposten. Volgens rapporten van de ESBA op basis van Turks-Cypriotische informatiebronnen zouden echter 84 551 (voordien: 48 807) Grieks-Cyprioten zijn overgestoken naar het noordelijke deel van Cyprus en 216 081 (voordien: 315 683) Turks-Cyprioten naar de door de regering gecontroleerde gebieden, naast 124 323 niet-Cypriotische EU-burgers en onderdanen van derde landen die in beide richtingen de lijn overstaken, via doorlaatposten in de ESBA.

Het aantal personeelsleden van CYPOL dat rechtstreeks werkzaam is op de doorlaatposten, is in 2013 gedaald tot 75 (80 in 2012).

In de meeste gevallen verliepen de lijnoverschrijdingen probleemloos. Er werden minder incidenten gemeld dan vorig jaar, maar zij blijven een punt van zorg voor de Turks-Cypriotische gemeenschap.

Begin 2013 ontving de Commissie klachten over een veranderde praktijk aan de doorlaatposten betreffende de vereisten voor rijbewijzen ten aanzien van de echtgenoten uit derde landen van Turks-Cypriotische burgers, die ervan in kennis werden gesteld dat zij niet langer in de door de regering gecontroleerde gebieden mochten rijden indien zij niet een rijbewijs van hun land van oorsprong konden voorleggen. De Commissie bracht deze kwestie ter sprake bij de autoriteiten van de Republiek Cyprus om na te gaan of het hier een beleidswijziging betreft, waarvoor een kennisgeving aan de Commissie zou zijn vereist zoals bedoeld in artikel 10 van de groenelijnverordening. De autoriteiten van de Republiek Cyprus hebben de Commissie ervan in kennis gesteld dat burgers uit derde landen een voertuig mogen besturen in de door de regering gecontroleerde gebieden op voorwaarde dat zij houder zijn van een geldig rijbewijs van hun land van herkomst of van een internationaal rijbewijs.

Zoals reeds bij herhaling opgemerkt, hecht de Commissie groot belang aan de stabiliteit van de praktijk aan de doorlaatposten en het vrije verkeer van EU-burgers en hun gezinnen over de groene lijn.

Met steun van de VN-vredeshandhavingsmissie in Cyprus (UNFICYP) werden belangrijke stappen gezet om de godsdienstbelijdenis te vergemakkelijken. Religieuze leiders konden de groene lijn in beide richtingen vlotter oversteken.

1.2.        Illegale migratie via de groene lijn en asiel

Volgens cijfers van CYPOL voor 2013 is de illegale migratie via de groene lijn vanuit het noordelijke deel van Cyprus naar de door de regering gecontroleerde gebieden verder afgenomen. In 2013 werden 1 043 illegale migranten (vorig jaar: 1 265) opgepakt binnen de door de regering gecontroleerde gebieden. 4 illegale immigranten kwamen rechtstreeks in de door de regering gecontroleerde gebieden binnen (vorig jaar: 19) en 37 personen kwamen via de Eastern Sovereign Base Area binnen (vorig jaar: 13), waarmee het totale aantal aangehouden illegale immigranten op 1 084 komt (vorig jaar: 1 297). Als een mogelijke verklaring geeft CYPOL de gedaalde werkgelegenheidsverwachting op Cyprus aan, ten gevolge van de economische crisis, alsook het toegenomen aantal personeelsleden en patrouilles overeenkomstig het nieuwe strategische plan van CYPOL voor 2012-2015 om illegale migratie te bestrijden. De landen van oorsprong met het hoogste aantal aangehouden illegale immigranten die de groene lijn waren overgestoken, waren Syrië, Pakistan en Iran (Bijlage VII). Illegale immigranten worden normaal gesproken aangehouden tijdens controles langs de groene lijn en op luchthavens wanneer zij Cyprus proberen te verlaten. Burgers van derde landen die internationale bescherming vragen, worden normaal gesproken als zodanig geregistreerd wanneer zij op een politiebureau asiel aanvragen.

Van de 1 043 illegale migranten vroegen 491 personen (47 %) asiel aan in de Republiek Cyprus. Tijdens de verslagperiode deed er zich opnieuw een aanzienlijke stijging voor van Syrische burgers die een asielaanvraag indienden (337 in 2013, 294 in 2012).

CYPOL gaat na langs welke route illegale migranten de door de regering gecontroleerde gebieden binnenkomen aan de hand van dezelfde criteria als voorheen, voornamelijk op basis van gegevens die in hun documenten zijn opgenomen, verklaringen van de migranten en ander bewijsmateriaal.

Uit de analyse van CYPOL blijkt dat de meeste illegale immigranten die werden aangehouden nadat zij de groene lijn waren overgestoken, vanuit Turkije in het noordelijke deel van Cyprus waren binnengekomen.

Volgens informatie van de Turks-Cypriotische gemeenschap zijn 25 illegale migranten aangehouden in het noordelijke deel van Cyprus, waarvan 14 Syriërs. Aan 2 267 personen werd aan diverse doorlaatposten de oversteek naar het noordelijke deel van Cyprus geweigerd en 637 personen werden teruggestuurd.

Er bestaat geen rechtstreekse samenwerking met betrekking tot politie en immigratie tussen de Republiek Cyprus en de Turks-Cypriotische gemeenschap. Toch hebben vertegenwoordigers van beide gemeenschappen elkaar regelmatig ontmoet in het kader van een technisch comité van beide gemeenschappen inzake misdaad en strafrechtelijke zaken onder auspiciën van de VN. Als uitbreiding van dit comité hebben beide gemeenschappen tevens een gezamenlijke communicatieruimte ingesteld, waarmee wordt voorzien in een forum voor de uitwisseling van strafrechtelijke informatie. Dankzij de goede samenwerking konden een aantal strafrechtelijke onderzoeken worden ingeleid .

CYPOL omschreef de samenwerking met de andere overheidsinstanties en het bestuur van de Eastern Sovereign Base Area als zeer goed.

Eastern Sovereign Base Area (ESBA)

In het algemeen is de illegale immigratie via de ESBA tijdens de verslagperiode enigszins toegenomen. De functionarissen van de Sovereign Base Area omschrijven hun samenwerking met de Republiek Cyprus nog steeds als uitstekend. Tijdens 2013 werd 1 042 personen geweigerd om de groene lijn te passeren, merendeels Turkse onderdanen die leven in het noordelijke deel van Cyprus. Andere buitenlanders waren toeristen uit de Verenigde Staten, Iran, Rusland en Australië die via het noordelijke deel van Cyprus arriveerden. Deze personen werden doorverwezen naar de doorlaatpost Agios Dhometios om de vereiste formaliteiten voor toelating tot de Republiek Cyprus te vervullen.

In totaal werden 37 illegaal binnen de ESBA verblijvende buitenlanders opgepakt, van wie 25 de door de regering gecontroleerde gebieden legaal waren binnengekomen, maar waren gebleven nadat hun visum was verstreken. 11 kwamen het eiland in het noordelijke deel binnen en staken illegaal de groene lijn over. Ook werden 3 tussenpersonen door de SBA opgepakt.

Naast de controles aan de doorlaatposten voert de politie van de Sovereign Base Area op wisselende momenten op risicobeoordelingen en inlichtingen gebaseerde patrouilles uit om illegale migratie te bestrijden. Deze patrouilles worden aangevuld met douane- en legerpatrouilles in de Sovereign Base Area.

Verscheidene 'niet-officiële doorlaatposten' in of bij het dorp Pergamos, die door lokale inwoners en boeren worden gebruikt, zijn bijzonder moeilijk te controleren. Zoals beschreven in eerdere verslagen blijven deze 'niet-officiële doorlaatposten' een punt van zorg en moet een geschikte oplossing overeenkomstig de vereisten van artikel 5, lid 2, van het protocol nr. 3 bij de Toetredingakte van 2003 worden gevonden. De SBA heeft medegedeeld dat door de grotere beschikbaarheid van personeel tijdens de verslagperiode meer grondpatrouilles langs de groene lijn en 'niet-officiële doorlaatposten' konden worden uitgestuurd en dat hiervoor zo nodig sneller personeel kon worden ingezet.

2. GOEDERENVERKEER

2.1.        Waarde van de handel

Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie hebben de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel en de autoriteiten van de Republiek Cyprus maandelijks gegevens verstrekt over soort, hoeveelheid en waarde van de goederen waarvoor begeleidende documenten zijn afgegeven. Beide hebben gerapporteerd over goederen die de door de regering gecontroleerde gebieden binnenkwamen via de doorlaatposten Pergamos en Strovilia, die onder het gezag van de Sovereign Base Area vallen.

Volgens de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel bedroeg de totale waarde van de goederen waarvoor begeleidende documenten waren afgegeven, 4 311 615 euro (voordien: 4 835 528 euro), terwijl de waarde van de feitelijk verhandelde goederen 3 836 845 euro bedroeg (voordien: 4 196 465euro). Deze cijfers wijzen op een verdere afname van de handel over de groene lijn van 8,5% vergeleken met 2012. Dit cijfer is aanzienlijk lager dan het bedrag van 6 267 082 euro tijdens de piekperiode van het handelsverkeer (1.5.2009-30.4.2010).

Volgens verslagen die door de autoriteiten van de Republiek Cyprus zijn verstrekt, nam de totale waarde van de goederen die de groene lijn passeerden, met 15,55 % af tot 3 411 593 euro. Er heeft zich een merkbare daling voorgedaan voor bouwmaterialen, aluminium- en PVC-producten, houtwaren/meubels en groenten. Volgens de betrokken partijen is de economische crisis de belangrijkste oorzaak van deze daling. Voorts werd ook opgemerkt dat talrijke ondernemers van oordeel zijn dat de administratieve lasten die de handel over de groene lijn met zich brengt, niet in verhouding staan tot de behaalde winst.

De handel van de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus valt niet onder de groenelijnverordening, maar volgens de Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus daalde deze met rond 21 %, van tot 1 014 067 euro in 2012 tot 799 396 euro in 2013. Daarmee vormt de handel uit door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus 23,4 % van de handel in omgekeerde richting (11,3 % in 2012).

De Turks-Cypriotische gemeenschap past nog steeds een handelsregeling toe die eigenlijk de beperkingen van de groenelijnverordening 'weerspiegelt'. Deze regeling wordt echter niet altijd consequent toegepast, waardoor het moeilijk is duurzame handelsrelaties te ontwikkelen. De Turks-Cypriotische belanghebbende partijen erkennen openlijk dat de bescherming van lokale ondernemingen hiervoor de voornaamste reden is.

2.2.        Soort goederen

Kunststofproducten waren in 2013 de meest verhandelde koopwaar, gevolgd door verse vis, ruw schroot en bouwmaterialen/artikelen uit steen. De handel in kunststofproducten (flessen, capsules en houders, zakken, kratten en dozen) is in waarde gestegen.

Nieuwe producten zoals sint-jansbrood, gegalvaniseerde standers, handgrepen voor plastic zakken, glas-in-lood, maisstengels, schroot, kabels, dynamo's, elektrische motoren, metalen kleerhangers en niet scherp smakende pepers en cayennepepers werden ingevoerd, maar hadden slechts een zeer beperkt gevolg voor het handelsverkeer. Alle handel over de groene lijn was handel binnen het eiland en er werd geen uitvoer geregistreerd naar lidstaten van de EU of derde landen.

Begin 2013 kon honing die afkomstig was van gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent, worden verhandeld. Geen enkele levering werd evenwel verhandeld, aangezien de productie volledig op de lokale markt werd afgezet.

2.3.        Onregelmatigheden

De autoriteiten van de Republiek Cyprus hebben 8 gevallen van onregelmatigheden gemeld die betrekking hadden op verschillende groenten. Hierbij ging het om de volgende onregelmatigheden: a) hogere hoeveelheden dan aangegeven (4 gevallen), b) Turkse producten (2 gevallen) en c) producten die niet waren aangegeven en die geen certificaat van oorsprong hadden (2 gevallen). De autoriteiten van de Republiek Cyprus hebben de desbetreffende producten of overschotten vernietigd en hebben een geldboete opgelegd. Tijdens de verslagperiode attendeerde de Republiek Cyprus de Commissie op een specifiek geval dat betrekking had op wortelen. De Commissie heeft de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel hiervan in kennis gesteld. De Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel heeft de zaak onderzocht en trok de vergunning van de handelaar om handel te drijven langs de groene lijn voor zes maanden in.

In een schrijven aan de Commissie uitte de Republiek Cyprus ook haar bezorgdheid over de oorsprong en de hoeveelheden verse vis die langs de groene lijn werden verhandeld, waarbij zij onder meer aanvoerde dat de desbetreffende vis niet in de Middellandse Zee zou zijn gevangen. De Commissie heeft deze kwestie aangekaart bij de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel, die maatregelen heeft genomen om erop toe te zien dat via de groene lijn verhandelde verse vis uitsluitend afkomstig is van vaartuigen die zijn opgenomen in de in het besluit 2007/330/EG van de Commissie bedoelde lijst van vaartuigen die aan de voorschriften voldoen.

2.4.        Verkeer van goederen: obstakels en problemen

Er blijven belemmeringen voor de handel over de groene lijn bestaan en dit wordt ook weerspiegeld in de afname van de handel.

Zoals in voorgaande verslagen werd gerapporteerd, is de kwestie van Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen die goederen en passagiers vervoeren en oversteken naar de door de regering gecontroleerde gebieden, nog niet opgelost. Volgens de Commissie zou een liberalisering van het verkeer van Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen bijdragen tot de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap. Vorig jaar kon geen vooruitgang worden geboekt. Tot dusver mogen dus geen Turks-Cypriotische voertuigen van meer dan 7,5 ton de groene lijn oversteken zonder documenten die volledig in overeenstemming met het acquis zijn en die door de Republiek Cyprus zijn afgegeven. De autoriteiten van de Republiek Cyprus stelden de Commissie ervan in kennis dat zij bepalingen hadden ingesteld om het verkrijgen van keuringsattesten en professionele rijbewijzen voor Turks-Cyprioten te vergemakkelijken. Sinds de zomer van 2013 heeft de Commissie contacten onderhouden met de autoriteiten van de Republiek Cyprus alsook met de Turks-Cypriotische belanghebbenden. In het licht van de opschorting van het acquis in de niet door de regering gecontroleerde gebieden zoals bedoeld in protocol nr. 10 van het Toetredingsverslag van 2003, moet een mechanisme de oversteek van Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen bevorderen en antwoord bieden op de veiligheidsoverwegingen. Op het einde van de verslagperiode hebben deze inspanningen nog niet tot resultaten geleid.

De problemen rond verwerkte levensmiddelen bleven in 2013 aanhouden. De autoriteiten van de Republiek Cyprus verbieden de oversteek van een aantal verwerkte levensmiddelenproducten, omdat de gezondheidsdiensten aanvoeren dat het productieproces in het noordelijke deel van Cyprus niet overeenkomstig de normen is. De Commissie heeft de autoriteiten van de Republiek Cyprus ervan in kennis gesteld dat er op grond van de groenelijnverordening geen redenen zijn om andere controles uit te voeren dan die welke in deze verordening zijn opgenomen, in het bijzonder om controles uit te voeren van gebouwen in de gebieden om na te gaan of de productie tot stand komt overeenkomstig de voorschriften van de Unie. De autoriteiten van de Republiek Cyprus kunnen wel stalen van de producten nemen voor verdere analyse, maar zij mogen niet alle verwerkte levensmiddelenproducten hinderen de groene lijn over te steken. Tot dusver mogen verwerkte levensmiddelenproducten nog steeds niet de groene lijn over. Evenzo heeft de Commissie zich vanaf de zomer 2013 ingespannen om - net zoals het geval was voor de bedrijfsvoertuigen - een mechanisme op te zetten waarmee de oversteek van verwerkte levensmiddelen kan wordt bevorderd en antwoord kan worden geboden op de veiligheidsoverwegingen. Op het einde van de verslagperiode heeft dit overleg nog niet tot resultaten geleid.

Net als in het verleden blijven Turks-Cypriotische handelaren berichten over handelsbelemmerende moeilijkheden bij de afzet van hun producten aan winkels en bij het adverteren van hun producten en diensten in de door de regering gecontroleerde gebieden. Deze moeilijkheden weerspiegelen mogelijk de wijdverbreide aarzeling van Grieks-Cyprioten om Turks-Cypriotische producten te kopen. Voorts werd gemeld dat handelaren van beide gemeenschappen te maken krijgen met talrijke administratieve problemen als zij handel willen drijven met de andere gemeenschap. De marktdeelnemers van beide kanten moeten vrij zijn handelsbetrekkingen aan te gaan, gebaseerd op hun bedrijfsbehoeften.

2.5.        Smokkel van goederen

De smokkel van goederen komt nog steeds veelvuldig voor gezien het geografische karakter van de groene lijn. In de zones vlakbij de lijn vinden controleoperaties plaats om vooral seizoensgebonden activiteiten, zoals het vervoer van wild of vuurwerk (ook via de ESBA) naar de door de regering gecontroleerde gebieden, aan te pakken.

In 2013 verrichtte de Republiek Cyprus 2 873 inbeslagnames (voordien: 1 305). In 2013 deed zich een aanzienlijke stijging voor van de hoeveelheden sigaretten en shag die door de Republiek Cyprus in beslag zijn genomen, nl. 175 340 sigaretten en 300 704 gr. shag (voordien: 48 939 sigaretten en 49 380 gr. shag). Naar verluidt gaat het bij deze smokkel in de meeste gevallen om kleine hoeveelheden. Bij andere in beslag genomen producten gaat het hoofdzakelijk om goederen waarbij de intellectuele-eigendomsrechten zijn geschonden, alsook om dierlijke en zuivelproducten. Er zijn geen strafzaken in verband met smokkel aangespannen bij de arrondissementsrechtbanken. In de meeste gerapporteerde gevallen werd een administratieve straf opgelegd.

De SBA heeft wijzigingen aangebracht aan de douanewetgeving om de bevoegdheden van zijn ambtenaren te versterken, waardoor zij voertuigen die ervan worden verdacht niet-officiële routes te gebruiken om de groene lijn over te steken, kunnen staande houden en onderzoeken Samen met de grotere beschikbaarheid van personeel heeft dit geresulteerd in een hogere opsporingsgraad van goederen. In 2013 werden 351 inbeslagnames verricht (voordien: 217).

Wat betreft de traditionele bevoorrading van de Turks-Cypriotische bevolking van het dorp Pyla, dat zich in de bufferzone bevindt (artikel 4, lid 10, van de groenelijnverordening), worden de hoeveelheden bouwmateriaal, vis, sigaretten, e.d. gecontroleerd en geregistreerd door de autoriteiten van de Sovereign Base Area. De ESBA heeft nieuwe waarden vastgesteld voor de hoeveelheden sigaretten en shag voor de traditionele bevoorrading van de Turks-Cypriotische bevolking van het dorp Pyla.

2.6.        Bevordering van de handel

De Commissie blijft naar manieren zoeken om de handel via de groene lijn te stimuleren. Begin 2013 is de eerste levering aardappelen die niet rechtstreeks werden geteeld uit gecertificeerde zaden, verhandeld.

De Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel bleef blijk geven van een algemene belangstelling voor de opheffing van het verbod op handel in alle levende dieren en dierlijke producten voor zover deze producten aan de EU-wet- en regelgeving beantwoorden. Een poging om de handel in wei mogelijk te maken voor de omzetting in biogas in de door de regering gecontroleerde gebieden leverde geen resultaten op omdat de aard van de tijdens de omzetting in de bestaande faciliteiten te nemen maatregelen ertoe zou hebben geleid dat de operatie onhaalbaar werd en economisch niet te rechtvaardigen zou zijn. De Commissie onderzoekt momenteel het verzoek om de handel in kweekvissen toe te staan. De Republiek Cyprus heeft herhaaldelijk haar bereidheid uitgedrukt om de mogelijkheid te onderzoeken de lijst van goederen uit te breiden die naar de door de regering gecontroleerde gebieden mogen passeren.

In september heeft de UNDP een denkoefening in Malta gesponsord waarop 60 vooraanstaande Cypriotische leiders uit de politiek, het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties werden samengebracht. Op de drie dagen durende bijeenkomst is een consensus bereikt over de noodzaak om nieuwe kansen te creëren voor de samenwerking tussen bedrijven van beide gemeenschappen om de voordelen van een vergelijk aan te tonen.

2.7.        EU-goederen die opnieuw worden binnengebracht in de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent na te zijn vervoerd via de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

De autoriteiten van de Republiek Cyprus hebben gemeld dat 5 091 voorwerpen opnieuw zijn binnengebracht in door de regering gecontroleerde gebieden na te zijn vervoerd via de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent. Er is opgemerkt dat het grootste deel van dit handelsverkeer plaatsvindt van/naar de doorlaatposten van Kato Pyrgos-Karavostasi en Astromeritis-Zhodia. In enkele gevallen was een tussenkomst van de veterinaire dienst noodzakelijk voordat de goederen opnieuw konden worden binnengebracht.

3. CONCLUSIES

Zoals werd gesteld in vorige verslagen, zijn de controle van de groene lijn aan de toegestane doorlaatposten door de autoriteiten van de Republiek Cyprus en de SBA en de geleverde inspanningen tevredenstellend ondanks de budgettaire beperkingen. De illegale oversteek van burgers van derde landen is nog steeds zorgwekkend en de Commissie is van mening dat een verstrenging van het toezicht op de groene lijn tussen de doorlaatposten door de Republiek Cyprus en de autoriteiten van de Sovereign Base Area van belang is om de illegale migratie en smokkel aan te pakken. De Commissie roept de autoriteiten van de Sovereign Base Area ook op om een passende oplossing te vinden voor de kwestie van de 'niet-officiële' doorlaatposten.

De Commissie stelde vast dat zich begin 2013 enkele incidenten voordeden aan de doorlaatposten. De Commissie blijft van mening dat stabiele en voorspelbare vereisten aan de doorlaatpunten cruciaal zijn en zal deze kwestie bespreken met de desbetreffende autoriteiten van de Republiek Cyprus.

In 2013 is de waarde van de goederen die de groene lijn overstaken voor de vijfde keer op rij sinds de inwerkingtreding van de groenelijnverordening in 2004 sterk gedaald (een daling met 15,55% van 4 040 018 euro tot 3 411 593 euro, volgens de cijfergegevens van de Republiek Cyprus), grotendeels door de economische recessie. Kunststofproducten waren de meest verhandelde koopwaar, gevolgd door verse vis, ruw schroot en bouwmaterialen/artikelen uit steen. De algemene omvang van het handelsverkeer blijft beperkt, gedeeltelijk vanwege de beperkte werkingssfeer van de verordening zelf.

Tijdens de verslagperiode bleef een aantal handelsbelemmeringen bestaan. Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen, met name vrachtwagens van meer dan 7,5 ton en bussen, kunnen alleen vrij over het hele eiland rijden met rijbewijzen en keuringsattesten die volledig in overeenstemming met het acquis zijn en in door de regering gecontroleerde gebieden zijn verkregen. De diensten van de Commissie onderhielden contacten met de desbetreffende ministeries van de Republiek Cyprus en andere belanghebbenden om voor deze kwestie een haalbare oplossing te vinden waarbij het oversteken van de groene lijn door Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen wordt bevorderd en tegelijkertijd rekening wordt gehouden met de veiligheid van het wegverkeer. Op het einde van de verslagperiode is zowel deze aangelegenheid als de kwestie van de verwerkte levensmiddelen zonder uitkomst gebleven.

Het vervoer van goederen uit de door de regering gecontroleerde gebieden langs de doorgangspost Limnitis via het noordelijke deel van Cyprus en terug naar de door de regering gecontroleerde gebieden is geregulariseerd.

Over het algemeen blijft de groenelijnverordening een werkbare basis vormen voor het verkeer van personen en goederen van en naar de door de regering gecontroleerde gebieden van de Republiek Cyprus. Hoewel de toename van het aantal lijnoverschrijdingen een gunstige ontwikkeling is, blijft de Commissie bezorgd over de daling van het handelsvolume, die wordt toegeschreven aan de economische crisis. Er zijn geen aanwijzingen dat de onderlinge economische afhankelijkheid tussen beide gemeenschappen is toegenomen. Tegen deze achtergrond vertrouwt de Commissie op effectieve samenwerking met de Republiek Cyprus en de SBA voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad. De Commissie zal de uitvoering van de verordening blijven controleren.

               PB L 161 van 30.4.2004, blz. 128. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 685/2013 van de Raad van juli 2013 (PB L 196 van 19.7.2013, blz. 1), bekend als de 'groenelijnverordening'.

               Zie overweging 3 van de groenelijnverordening.

               Verordening (EG) nr. 685/2013 van de Raad van 15 juli 2013, PB L 196 van 19.7.2013, blz. 1.

               De autoriteiten van de Republiek Cyprus houden geen cijfers bij van het aantal Grieks-Cyprioten dat terugkeert naar de door de regering gecontroleerde gebieden of het aantal Turks-Cyprioten dat terugkeert naar het noordelijke deel van Cyprus.

               Op grond van de groenelijnverordening is verslaglegging over dit verkeer niet verplicht.

               In dit cijfer is niet begrepen het aantal personen dat de groene lijn niet mocht oversteken, aangezien de Republiek Cyprus geen officiële statistieken daarover bijhoudt. Volgens schattingen van CYPOL waren er in 2013 echter ongeveer 2 000 personen die niet mochten oversteken naar de door de regering gecontroleerde gebieden.

               Uit Syrië: 485, Turkije: 473, Turkmenistan: 82, Irak: 66, Georgië: 30.

               Turkije: 229, Moldavië: 61, Syrië: 47, Iran: 21, Nigeria: 8.

               Verslag van de secretaris-generaal over de operatie van de Verenigde Naties op Cyprus, 30 december 2013.

             Turkije: 716, VS: 55, Iran: 42, Rusland: 39, Australië: 25.

             Vietnam: 9, Egypte: 6, Somalië: 3, Moldavië: 3, India: 3, Filipijnen: 3, Georgië: 2, Syrië: 2, Comoren: 2, Oekraïne: 1, Rusland: 1, Sri Lanka: 1, Soedan: 1.

             PB L 236 van 23.9.2003, blz. 940.

             Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie van 10 augustus 2004, PB L 272 van 20.8.2004, blz. 3.

             Bijlage IV.

             Beschikking 2007/330/EG van de Commissie van 4 mei 2007, PB L 123 van 12.5.1998, blz. 30.

            In 2011 werd door de Commissie de verplichting geschrapt dat aardappelen die via de groene lijn worden verhandeld, moeten worden geteeld uit gecertificeerde pootaardappelen.