Artikelen bij COM(2013)721 - Wijziging Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van BTW wat een standaard btw-aangifte betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

Richtlijn 2006/112/EG wordt als volgt gewijzigd:

1) Artikel 178, onder c), wordt vervangen door:

"c) voor de in artikel 168, onder c), bedoelde aftrek met betrekking tot intracommunautaire verwerving van goederen: op de in artikel 250 bedoelde standaard btw-aangifte het bedrag van de wegens zijn intracommunautaire verwervingen van goederen verschuldigde btw hebben vermeld en in het bezit zijn van een overeenkomstig titel XI, hoofdstuk 3, afdelingen 3, 4 en 5, opgestelde factuur;"

2) In artikel 185 wordt lid 1 vervangen door:

"1. De herziening vindt met name plaats indien zich na de standaard btw-aangifte wijzigingen hebben voorgedaan in de elementen die voor het bepalen van het bedrag van de aftrek in aanmerking zijn genomen, bijvoorbeeld in geval van geannuleerde aankopen of verkregen rabatten."

3) Artikel 206 wordt vervangen door:

"Artikel 206

Iedere belastingplichtige die tot voldoening van de belasting is gehouden, moet het nettobedrag van de btw voldoen bij de indiening van de in artikel 250 bedoelde standaard btw-aangifte of in ieder geval bij het verstrijken van de termijn waarbinnen de standaard btw-aangifte moet worden ingediend."

4) In artikel 211 wordt de tweede alinea vervangen door:

"De lidstaten kunnen in het bijzonder bepalen dat met betrekking tot de invoer van goederen die wordt verricht door belastingplichtigen of tot betaling van de belasting gehouden personen, of door bepaalde categorieën daarvan, de wegens de invoer verschuldigde btw niet hoeft te worden betaald op het tijdstip van de invoer, mits deze belasting als zodanig wordt vermeld in de overeenkomstig artikel 250 opgestelde standaard btw-aangifte."

5) Vóór artikel 250 wordt het volgende opschrift ingevoegd:

"Afdeling 1

Standaard btw-aangifte"

6) De artikelen 250, 251 en 252 worden vervangen door:

"Artikel 250 - [Artikel 250, lid 1]

1. Iedere belastingplichtige dient een gestandaardiseerde btw-aangifte in, waarop hij zijn btw-identificatienummer of fiscaal registratienummer en het betrokken belastingtijdvak vermeldt en opgave doet van:

a) de belasting die verschuldigd is geworden;

b) de belasting die in aftrek is gebracht;

c) het nettobedrag van de te betalen of terug te geven btw;

d) het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van de handelingen waarvoor de belasting verschuldigd is geworden, met inbegrip van het bedrag van vrijgestelde handelingen;

e) het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van de handelingen waarvoor aftrek is verricht;

f) het totale bedrag van de leveringen van goederen als bedoeld in artikel 138 voor belastingtijdvakken tot 31 december 2019;

g) het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van intracommunautaire verwervingen van goederen of daarmee gelijkgestelde handelingen voor belastingtijdvakken tot 31 december 2019.

2. De lidstaten staan toe dat correcties worden aangebracht in de standaard btw-aangifte en stellen de termijn vast waarbinnen dergelijke correcties kunnen worden aangebracht.

Artikel 251 - [Artikel 251]

1. Ter zake van handelingen waarvoor de btw verschuldigd is geworden tijdens het belastingtijdvak, kunnen de lidstaten verlangen dat op de standaard btw-aangifte voor een bepaald belastingtijdvak behalve de in artikel 250, lid 1, bedoelde gegevens ook sommige of alle van de volgende gegevens vermeld zijn:

a) de belasting en het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van de goederenleveringen en de diensten voor elk tarief;

b) het totale bedrag van de leveringen van goederen als bedoeld in artikel 138 voor belastingtijdvakken na 31 december 2019;

c) het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van andere diensten dan die welke van de btw zijn vrijgesteld in de lidstaat waar de handeling belastbaar is, waarvoor de afnemer overeenkomstig artikel 196 de tot voldoening van de belasting gehouden persoon is;

d) het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van de goederenleveringen of niet onder c) vallende diensten waarvoor de afnemer de tot voldoening van de belasting gehouden persoon is;

e) het totale bedrag van de leveringen van goederen als bedoeld in artikel 146, lid 1, onder a) en b);

f) het totale bedrag van alle andere vrijgestelde handelingen die niet onder de punten b) tot en met e) vallen;

g) de belasting op:

i) intracommunautaire verwervingen van goederen of daarmee gelijkgestelde handelingen krachtens de artikelen 21 en 22;

ii) afgenomen leveringen van goederen of diensten waarvoor de afnemer de tot voldoening van de btw gehouden persoon is;

iii) de invoer van goederen wanneer de lidstaat van de keuzemogelijkheid van artikel 211, tweede alinea, gebruikmaakt.

2. Ter zake van handelingen waarvoor de btw in aftrek is gebracht tijdens het belastingtijdvak, kunnen de lidstaten verlangen dat op de standaard btw-aangifte voor een bepaald belastingtijdvak behalve de in artikel 250, lid 1, bedoelde gegevens ook sommige of alle van de volgende gegevens vermeld zijn:

a) de belasting en het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van de  afgenomen leveringen van goederen en diensten die niet onder b) tot en met g) zijn genoemd;

b) het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van de intracommunautaire verwervingen van goederen of daarmee gelijkgestelde handelingen voor belastingtijdvakken na 31 december 2019;

c) de belasting op intracommunautaire verwervingen van goederen of daarmee gelijkgestelde handelingen;

d) de belasting en het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van de afgenomen leveringen van goederen of diensten waarvoor de afnemer de tot voldoening van de belasting gehouden persoon is krachtens de artikelen 199 of 199 bis of een nationale maatregel waarvoor uit hoofde van de artikelen 199 ter of 395 machtiging is verleend;

e) de belasting en het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van andere afgenomen diensten dan die welke van de btw zijn vrijgesteld in de lidstaat waar de handeling belastbaar is, waarvoor de afnemer overeenkomstig artikel 196 de tot voldoening van de belasting gehouden persoon is;

f) de belasting en het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van de niet onder c) en d) vallende leveringen van goederen of diensten waarvoor de afnemer de tot voldoening van de belasting gehouden persoon is;

g) de belasting en het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van de invoer van goederen;

h) iedere herziening van de aftrek zoals bepaald in artikel 184.

3. Voor handelingen met als herkomst of bestemming een specifieke regio of een specifiek grondgebied waarvoor bijzondere regels gelden of die onder een bijzondere regeling vallen buiten het normale btw-stelsel, en waarvoor de btw verschuldigd is geworden tijdens het belastingtijdvak, kunnen de lidstaten verlangen dat op de standaard btw-aangifte voor een bepaald belastingtijdvak behalve de in artikel 250, lid 1, bedoelde gegevens ook de gegevens als bedoeld in een of in beide onderstaande punten vermeld zijn:

a) de gegevens die nodig zijn voor de berekening van de belasting die verschuldigd is geworden;

b) de gegevens die nodig zijn voor de berekening van de btw die in aftrek kan worden gebracht.

4. De lidstaten stellen het bij artikel 58 van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad opgerichte comité in kennis van de nationale wetgevende maatregelen die zij op grond van de leden 1, 2 en 3 van dit artikel hebben aangenomen.

Artikel 252 - [Artikel 252]

1. De standaard btw-aangifte wordt ingediend binnen een door de lidstaten vast te stellen termijn. Deze termijn mag niet korter zijn dan één maand en niet langer dan twee maanden na het verstrijken van ieder belastingtijdvak.

2. Het belastingtijdvak wordt vastgesteld op één kalendermaand.

De lidstaten staan evenwel aan belastingplichtigen met een jaaromzet die niet hoger is dan EUR 2 000 000 of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid, zoals berekend in overeenstemming met artikel 288, een belastingtijdvak van drie kalendermaanden toe, tenzij een tijdvak van één kalendermaand noodzakelijk is ter voorkoming van belastingontduiking of -fraude in specifieke gevallen.

De lidstaten kunnen in andere gevallen langere belastingtijdvakken toestaan, mits deze niet langer zijn dan één jaar."

7) Het volgende artikel 252 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 252 - bis [artikel 250, lid 2, en nieuw]

De lidstaten staan toe dat de standaard btw-aangifte langs elektronische weg wordt ingediend en mogen dit ook verplicht stellen. Dit betekent ook dat gebruik mag worden gemaakt van elektronische bestandsoverdracht.

Langs elektronische weg ingediende standaard btw-aangiften worden door de lidstaten aanvaard wanneer de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud worden gewaarborgd door een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van artikel 2, punt 2), van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement, die gebaseerd is op een gekwalificeerd certificaat en gecreëerd wordt met een veilig middel voor het aanmaken van handtekeningen in de zin van artikel 2, punten 6) en 10), van Richtlijn 1999/93/EG, of door andere methoden die eenzelfde veiligheidsniveau bieden."

8) De artikelen 253 en 254 worden geschrapt.

9) Artikel 255 wordt vervangen door:

"Artikel 255 - [artikelen 255, 256, 257]

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te garanderen dat de volgende personen aan de in deze afdeling vastgestelde verplichtingen inzake de indiening van een standaard btw-aangifte voldoen:

a) de afnemer van beleggingsgoud die overeenkomstig artikel 198, lid 1, is aangewezen als de tot voldoening van de belasting gehouden persoon, dan wel de afnemer van goud, halffabrikaten of beleggingsgoud als omschreven in artikel 344, lid 1, wanneer de lidstaat het in artikel 198, lid 2, vastgestelde keuzerecht uitoefent om deze afnemer aan te wijzen als de tot voldoening van de belasting gehouden persoon;

b) personen die beschouwd worden als de tot voldoening van de btw gehouden persoon in plaats van een belastingplichtige die niet op hun grondgebied gevestigd is, overeenkomstig de artikelen 194 tot en met 197 en artikel 204;

c) niet-belastingplichtige rechtspersonen die gehouden zijn tot voldoening van de btw die verschuldigd is voor de in artikel 2, lid 1, onder b), i), bedoelde intracommunautaire verwervingen van goederen."

10) De volgende artikelen 255 bis en 255 ter worden ingevoegd:

"Artikel 255 - bis [nieuw]

Volgens de procedure van artikel 255 ter wordt het volgende vastgesteld:

a) de technische specificaties, inclusief een gemeenschappelijk elektronisch bericht, voor de verzending van in de artikelen 250 en 251 bedoelde gegevens;

b) een gemeenschappelijke reeks van definities en procedures voor de indiening van de in de artikelen 250 en 251 bedoelde gegevens;

c) gemeenschappelijke procedures om correcties aan te brengen in de standaard btw-aangifte;

d) gemeenschappelijke elektronische methoden die een toereikend veiligheidsniveau bieden voor de indiening van de standaard btw-aangifte.

Artikel 255 - ter[nieuw]

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 58 van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad(*) ingestelde comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad(**).

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

__________________________

(*) PB L 268 van 12.10.2010, blz. 1.

(**) PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13."

11) De artikelen 256 en 257 worden geschrapt.

12) Na artikel 255 ter wordt het volgende opschrift ingevoegd:

"Afdeling 2

Andere aangiften en gegevens"

13) Het volgende artikel 257 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 257 - bis [Artikel 254]

Voor leveringen van nieuwe vervoermiddelen onder de in artikel 138, lid 2, onder a), gestelde voorwaarden door een voor btw–doeleinden geïdentificeerde belastingplichtige aan een niet voor btw-doeleinden geïdentificeerde afnemer, of door een in artikel 9, lid 2, bedoelde belastingplichtige, treffen de lidstaten de nodige maatregelen opdat de verkoper alle gegevens verschaft die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de btw en voor de controle daarop door de belastingdienst."

14) De artikelen 258 en 259 worden vervangen door:

"Artikel 258

De lidstaten stellen nadere regels vast met betrekking tot de aangifte ter zake van de in artikel 2, lid 1, onder b), ii), bedoelde intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen en de in artikel 2, lid 1, onder b), iii), bedoelde intracommunautaire verwervingen van accijnsproducten.

Artikel 259

De lidstaten kunnen verlangen dat personen die de in artikel 2, lid 1, onder b), ii), bedoelde intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen verrichten, bij het indienen van de aangifte alle gegevens verstrekken die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de btw en voor de controle daarop door de belastingdienst."

15) De artikelen 260 en 261 worden geschrapt.

16) In artikel 271 wordt de inleidende zin vervangen door:

"Uit hoofde van de in artikel 269 bedoelde machtiging kunnen de lidstaten die de duur van het belastingtijdvak waarover een belastingplichtige de in artikel 250 bedoelde standaard btw-aangifte moet indienen, op meer dan drie maanden vaststellen, deze belastingplichtige toestaan de lijst over datzelfde tijdvak in te dienen, wanneer de belastingplichtige de volgende drie voorwaarden vervult:"

17) Artikel 272 wordt als volgt gewijzigd:

a) de tweede alinea van lid 1 wordt geschrapt;

b) het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

"1 bis. De lidstaten mogen de volgende belastingplichtigen geen ontheffing verlenen van de volgende verplichtingen:

a) de in lid 1, onder b), bedoelde belastingplichtigen van de in hoofdstuk 3, afdelingen 3 tot en met 6, en hoofdstuk 4, afdeling 3, vastgestelde verplichtingen inzake facturering;

b) de in lid 1, onder b) en c), bedoelde belastingplichtigen van de in hoofdstuk 5, afdeling 1, vastgestelde verplichtingen inzake de standaard btw-aangifte."

18) In artikel 273 wordt de tweede alinea vervangen door:

"De in de eerste alinea geboden mogelijkheid mag niet worden benut voor het opleggen van extra verplichtingen inzake facturering en inzake de standaard btw-aangifte naast de in hoofdstuk 3 en in hoofdstuk 5, afdeling 1, vastgestelde verplichtingen."

19) In artikel 318, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

"Teneinde de inning van de belasting te vereenvoudigen, kunnen de lidstaten, na raadpleging van het btw-comité, voor bepaalde handelingen of voor bepaalde categorieën belastingplichtige wederverkopers bepalen dat de maatstaf van heffing voor leveringen van goederen die onderworpen zijn aan de winstmargeregeling, wordt vastgesteld voor ieder belastingtijdvak uit hoofde waarvan de belastingplichtige wederverkoper de in artikel 250 bedoelde standaard btw-aangifte moet indienen."

Artikel 2

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2016 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.