Artikelen bij COM(2013)5 - Tussentijdse evaluatie van het ISA-programma

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2013)5 - Tussentijdse evaluatie van het ISA-programma.
document COM(2013)5 NLEN
datum 18 januari 2013

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Tussentijdse evaluatie van het ISA-programma

1. Inleiding

Bij besluit van het Europees Parlement en de Raad (het ISA-besluit)1 werd op 1 januari 2010 het zesjarenprogramma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (het ISA-programma) gestart dat de follow-up is van het IDABC-programma2.

In dit verslag worden de bevindingen en aanbevelingen gepresenteerd van de tussentijdse evaluatie van het ISA-programma. De evaluatie werd uitgevoerd overeenkomstig artikel 13, lid 3, van het ISA-besluit, op grond waarvan de Europese Commissie het Europees Parlement en de Raad vóór 31 december 2012 de resultaten van deze evaluatie moet meedelen.

De evaluatie3 werd uitgevoerd door de Commissie, met hulp van een team van onafhankelijke deskundigen van een adviesbureau (het evaluatieteam). Vertegenwoordigers van de diensten van de Commissie hebben via een stuurgroep van de Commissie toezicht gehouden op de evaluatie4.

2. Achtergrond

De doelstelling van het ISA-programma is het ondersteunen van samenwerking tussen Europese overheidsdiensten door de bevordering van efficiënte en effectieve elektronische grens- en sectoroverschrijdende interactie tussen deze overheidsdiensten, waaronder ook organen die namens hen overheidstaken uitvoeren, om de levering van elektronische overheidsdiensten ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van EU-beleidsmaatregelen en activiteiten mogelijk te maken5.

Zoals omschreven bestrijkt de doelstelling zowel het uiteindelijke doel, namelijk het ondersteunen van de samenwerking tussen Europese overheidsdiensten om de levering van elektronische overheidsdiensten ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van EU-beleidsmaatregelen en activiteiten mogelijk te maken, als het tussentijdse doel, namelijk het mogelijk maken van efficiënte en effectieve elektronische grens- en sectoroverschrijdende interactie tussen Europese overheidsdiensten.

Om zowel de tussentijdse als de uiteindelijke doelstelling te kunnen bereiken en te zorgen voor 'gemeenschappelijke en gedeelde oplossingen die de interoperabiliteit bevorderen'6, worden in het kader van het ISA-programma studies, projecten en begeleidende maatregelen uitgevoerd, in specifieke acties ter ondersteuning van:

- het tot stand brengen en verbeteren van gemeenschappelijke kaders ter ondersteuning van grens- en sectoroverschrijdende interoperabiliteit;

- het exploiteren en verbeteren van bestaande gemeenschappelijke diensten alsmede het invoeren van nieuwe diensten;

- het verbeteren van bestaande herbruikbare generieke instrumenten en het invoeren van nieuwe diensten;

- het beoordelen van de gevolgen op ICT-gebied van EU-wetgeving.

"Gemeenschappelijke kaders" zijn strategieën, specificaties, methodologieën, richtsnoeren en soortgelijke benaderingen en documenten.

"Gemeenschappelijke diensten" zijn operationele toepassingen en infrastructuren van generieke aard die voldoen aan beleidsoverschrijdende gemeenschappelijke gebruikersvereisten.

"Generieke instrumenten" zijn referentieplatforms, gedeelde en samenwerkings­platforms, gemeenschappelijke componenten en soortgelijke bouwstenen die voldoen aan beleidsoverschrijdende gemeenschappelijke gebruikersvereisten.

De door het programma gefinancierde, specifieke acties zijn opgenomen in het lopende ISA-werkprogramma dat de Commissie ten minste eenmaal per jaar aanpast na overleg met het bij het ISA-besluit opgerichte ISA-comité.

3. Methode

Voor de tussentijdse evaluatie van het ISA-programma werd uitgegaan van verschillende onderzoeksmethoden om kwantitatieve en kwalitatieve gegevens te verzamelen, met name desk-research, online-enquêtes, interviews, schriftelijke verzoeken om aanvullende informatie en case-studies, waarbij zeer uiteenlopende vertegenwoordigers van de diensten van de lidstaten en de EU, alsmede een beperkt aantal andere belanghebbenden werden betrokken.

4. Thema's bij de evaluatie en verdere vragen

De evaluatie was vooral gericht op de volgende zes hoofdcriteria:

- Relevantie — in hoeverre dragen de door het ISA-programma gefinancierde acties bij tot de verwezenlijking van de doelstelling(en) van het programma? In hoeverre zijn de doelstellingen van het ISA-programma nog relevant ten aanzien van de zich voortdurend ontwikkelende behoeften en prioriteiten op zowel nationaal als EU-niveau?

- Efficiëntie — hoe efficiënt worden de verschillende inputs en acties omgezet in outputs en resultaten? Wat zijn de meest of de minst efficiënte aspecten van het programma, met name wat betreft de ter beschikking gestelde middelen?

- Effectiviteit — hoe doeltreffend waren de resultaten en effecten van het ISA-programma voor de verwezenlijking van de specifieke en algemene doelstellingen? Zijn er aspecten die meer of minder doeltreffend zijn dan andere, en zo ja, welke lering kan hieruit worden getrokken?

- Nut — in hoeverre voldoen de met het ISA-programma bereikte of verwachte acties, resultaten en effecten aan de behoeften waarin zij zouden moeten voorzien? Kunnen maatregelen worden genomen om het nut van het ISA-programma te verhogen en zo ja, welke maatregelen?

- Duurzaamheid — in hoeverre is gezorgd voor financiële, technische en operationele duurzaamheid van de oplossingen?

- Samenhang — in hoeverre maken de acties deel uit van een samenhangende aanpak in het kader van het programma? In hoeverre zijn synergieën tot stand gebracht tussen de acties van het programma en andere EU-activiteiten?

Afgezien van specifieke vragen in verband met de evaluatiecriteria, werden ook andere daarmee samenhangende vragen gesteld. De stuurgroep van de Commissie voegde tijdens de evaluatie verder nog een nieuw criterium toe:

Coördinatie — in hoeverre worden acties gecoördineerd of afgestemd op de behoeften van andere belanghebbenden en van de lidstaten? In hoeverre worden activiteiten in het kader van andere EU-initiatieven gecoördineerd met ISA-acties?

5. Bevindingen

Uitgaande van de bijeengebrachte gegevens heeft het evaluatieteam zijn bevindingen geformuleerd over de punten en vraagstukken die in de evaluatie aan de orde waren gesteld. Deze kunnen als volgt worden samengevat:

5.1. Relevantie

Met het oog op het einddoel van het ISA-programma heeft de Commissie aangetoond dat het programma wat de tussentijdse doelstelling betreft volledig op koers ligt aangezien 88% van de ISA-acties een efficiënte en effectieve sectoroverschrijdende interactie tussen Europese overheidsdiensten bevordert en 94% de grensoverschrijdende elektronische interactie tussen overheidsdiensten in heel Europa bevordert. In de meeste antwoorden bij interviews en enquêtes werd echter niet gerept over het sectoroverschrijdende aspect van de tussentijdse ISA-doelstelling.

Het ISA-programma is nauw afgestemd op zowel de digitale Agenda voor Europa als het eGovernment Actieplan 2011-2015 en lijkt bij te dragen tot de tenuitvoerlegging van de Single Market Act, de dienstenrichtijn, de milieubeschermingsrichtlijnen en de richtlijn inzake het hergebruik van overheidsinformatie.

Bovendien wordt geoordeeld dat het programma nog steeds beantwoordt aan de behoeften van de lidstaten, omdat het voorziet in behoeften van de Europese overheidsdiensten die nog steeds actueel zijn.

Andere behoeften die de lidstaten naar voren brachten waren een betere coördinatie tussen het ISA-programma en de diensten van zowel de lidstaten als de Commissie en grotere herbruikbaarheid van de ISA-oplossingen.

5.2. Efficiëntie

Over het geheel genomen wordt het ISA-programma efficiënt geacht. Allereerst hebben het soepele proces dat heeft geleid tot de positieve adviezen van het ISA-comité ten aanzien van het lopende ISA-werkprogramma en de eerste en tweede herziening ervan, alsmede de snelle vrijmaking van fondsen, gemiddeld zes werkdagen na goedkeuring van het werkprogramma en de herzieningen ervan, gezorgd voor een efficiënte uitvoering. In de tweede plaats kwamen de uitgaven vrijwel overeen met de toegewezen begrotingsmiddelen en kwam de totale begroting voor de periode 2010-12 erg dicht in de buurt van de geraamde financiële kosten voor die periode zodat men van mening was dat de begrotingsmiddelen op efficiënte wijze waren toegewezen en gebruikt. Afgezien van enige vertraging bij het bereiken van bepaalde doelstellingen verliep de uitvoering van het programma over het algemeen volgens plan.

Een aantal aspecten van het ISA-programma worden niet als efficiënt beschouwd, waarbij met name op twee aspecten werd gewezen. In de eerste plaats wordt de betrokkenheid van belanghebbenden niet als efficiënt beschouwd, met name de betrokkenheid van de lidstaten bij het programma, meer specifiek die van de nationale interoperabiliteitsdeskundigen, hetgeen deels kan worden verklaard door een gebrek aan middelen op nationaal niveau. In de tweede plaats vindt het evaluatieteam de toewijzing van personeel slechts gedeeltelijk toereikend gezien het hoge personeelsverloop en de verdeling van de middelen in vergelijking met de cijfers in het financieel memorandum dat bij het voorstel voor het ISA-besluit was gevoegd toen het door de Commissie werd vastgesteld en naar het Europees Parlement en de Raad werd doorgezonden. Sommige respondenten wezen op het gebrek aan expertise op specifieke gebieden, een gebrek aan begrotingsmiddelen en inefficiëntie bij de uitvoering van het programma, maar het evaluatieteam heeft geen elementen gevonden die deze opvatting konden bevestigen.

5.3. Doeltreffendheid

Omdat het ISA-programma zich nog in een prille fase bevindt en tot dusverre nog zeer weinig nieuwe acties resultaten hebben opgeleverd, was een specifieke beoordeling van de met het programma bereikte resultaten nog niet mogelijk. Gemeenschappelijke kaders werden beschouwd als de meest effectieve oplossingen van het programma vergeleken met gemeenschappelijke diensten of herbruikbare generieke instrumenten. Met name werd benadrukt dat de maatregel 'beoordeling van ICT-implicaties' tot op heden nog niet heeft geleid tot de verwachte resultaten.

5.4. Nut

Het is de vraag of het nut van een programma bij een tussentijdse evaluatie kan worden beoordeeld en dit gebeurt normaal gesproken dan ook alleen bij een eindevaluatie. Het evaluatieteam heeft zich desalniettemin gebogen over de herbruikbaarheid van ISA-oplossingen.

De resultaten van het ISA-programma worden gedeeltelijk opnieuw gebruikt zowel door de lidstaten als door de Commissie. De meeste belanghebbenden in de lidstaten verklaarden dat ISA-oplossingen door de lidstaten werden hergebruikt. Hoewel hierbij niet altijd concrete oplossingen konden worden genoemd, werd naar schatting 24% van de oplossingen hergebruikt, oftewel ongeveer 65% van de totale begroting van het programma waarbij het grootste deel voor rekening komt van sTesta. Een representatief aantal respondenten was van mening dat ISA-oplossingen in de Commissie worden hergebruikt hoewel een klein deel van de respondenten bij de online-enquêtes het hier niet mee eens was, hetgeen wellicht duidt op onvoldoende bekendheid van de ISA-oplossingen

5.5. Duurzaamheid

Net als het nut wordt ook de duurzaamheid bij een tussentijdse evaluatie over het algemeen niet geëvalueerd. Hoewel het evaluatieteam dit aspect wel heeft onderzocht zijn geen definitieve conclusies getrokken over de duurzaamheid van de ISA-oplossingen en wel om de twee volgende redenen. In de eerste plaats staat het ISA-programma nog in de kinderschoenen en heeft het nog onvoldoende resultaten en effecten opgeleverd om de duurzaamheid te kunnen bepalen. In de tweede plaats kon heel weinig bewijsmateriaal worden bijeengebracht zodat het de vraag is of eventuele conclusies valabel zijn.

In het evaluatieverslag werd opgemerkt dat moet worden onderzocht met welke middelen de duurzaamheid van het toenemende aantal oplossingen die in het kader van het ISA-programma (en de voorlopers ervan) werden ontwikkeld, ook op termijn kan worden gewaarborgd.

Wat de financiële duurzaamheid betreft heeft het evaluatieteam de voorgestelde financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) aangemerkt als een mogelijk instrument om de duurzaamheid van een aantal operationele activiteiten in het kader van ISA te waarborgen.

5.6. Coherentie

Synergieën kunnen binnen het ISA-programma al als een gevestigde waarde worden beschouwd omdat 78% van de ISA-acties al interne synergieën heeft opgeleverd. De meeste belanghebbenden beschouwen synergieën nog als een niet of een onvoldoende gevestigde waarde of zijn van oordeel dat deze elkaar soms overlappen, hetgeen volgens sommige belanghebbenden te wijten is aan de ontoereikende informatieverstrekking, het in het programma vastgestelde gebrek aan synergieën en het ontbreken van een controlemechanisme dat moet instaan voor hergebruik van ISA-oplossingen.

Anderzijds zorgt het ISA-programma voor synergieën met andere EU-initiatieven. Sommige ISA-acties hebben bijvoorbeeld geleid tot synergieën met het programma ter ondersteuning van het ICT-beleid binnen het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie, het portaal voor open gegevens en e-participatie, en in mindere mate met het ICT-programma binnen het zevende Kaderprogramma (FP7-ICT), ICT-standaardisering en het Europese actieplan e-justitie.

5.7. Coördinatie

Het engagement van de lidstaten bij het ISA-programma is nog onvoldoende. Zij leveren weliswaar een bijdrage aan het vaststellen van de prioriteiten van het programma, ze nemen deel aan het proces voor de herziening van het werkprogramma en aan de bijeenkomsten van het ISA-comité en de coördinatiegroep7, maar de interactie tussen het ISA-programma en de lidstaten om ervoor te zorgen dat het ISA-programma zodanig wordt uitgevoerd dat het is afgestemd op de behoeften en prioriteiten van de lidstaten, wordt niet als voldoende doelmatig gezien. Volgens het evaluatieteam kan deze lacune worden verklaard door het gebrek aan betrokkenheid van de lidstaten en verklaart dit ook het feit dat ISA-oplossingen in de lidstaten zo weinig hergebruikt worden en nauwelijks bekendheid genieten.

Op verschillende manieren kan worden gezorgd voor coördinatie tussen het ISA-programma en andere EU-initiatieven: formele en informele bijeenkomsten, de IT-governance van de Commissie en het overleg tussen de diensten, presentaties aan het CTI (Comité Technique Informatique), communicatie-activiteiten en externe evenementen. Binnen de diensten van de Commissie was een kleine meerderheid van de ondervraagden van mening dat de coördinatie onvoldoende was om dubbel werk te voorkomen. Zij vinden dat deze ontoereikende coördinatie een obstakel vormt om ISA-oplossingen meer bekendheid te verschaffen bij de lidstaten en de diensten van de Commissie en dat deze ontoereikende coördinatie zo het hergebruik van ISA-oplossingen door deze belanghebbenden in de weg staat.

6. Aanbevelingen

In de over het algemeen positieve evaluatie werd vastgesteld dat het ISA-programma was afgestemd op de beleidsprioriteiten van de Europese Commissie en de behoeften van de lidstaten en efficiënt en op samenhangende wijze werd uitgevoerd, hetgeen resultaten heeft opgeleverd die zowel door de diensten van de Commissie als door de lidstaten zijn hergebruikt. Toch worden in het evaluatieverslag ook een aantal tekortkomingen gesignaleerd en aanbevelingen geformuleerd met betrekking tot:

- communicatie en bewustmaking;

- engagement van de belanghebbenden en continuïteit van het projectbeheer;

- het voorkomen van overlapping en dubbel werk, de verbetering van het hergebruik en het waarborgen van de duurzaamheid

Voorts is het evaluatieteam van mening dat vier van de elf aanbevelingen van de eindevaluatie van de voorloper, het IDABC-programma, nog steeds van toepassing zijn op het ISA-programma.

6.1. Communicatie en bewustmaking

Het ISA-programma moet ervoor zorgen dat alle belanghebbenden bij het ISA-programma goed op de hoogte zijn van de doelstellingen van elke actie, de bijdrage van deze acties aan de doelstellingen van het programma en de verwachte en de uiteindelijke resultaten. Hoewel deze aspecten aan bod komen in de documentatie van het werkprogramma en op het ISA-portaal, moeten ze ook in vereenvoudigde vorm beschikbaar worden gesteld om de informatie doelmatiger te kunnen doorgeven aan een breder publiek. Bovendien moeten de sectoroverschrijdende aspecten van de ISA-acties nauwkeuriger worden beschreven8.

Het ISA-programma moet periodieke bijeenkomsten met alle actiedeelnemers organiseren om informatie uit te wisselen over de voortgang die bij acties wordt geboekt en om potentiële synergieën te onderzoeken9.

Het ISA-programma moet zijn voorlichtings- en communicatie-activiteiten met betrekking tot ISA-oplossingen die concrete resultaten hebben opgeleverd, uitbreiden door voortdurend deel te nemen aan evenementen op nationaal niveau, ISA-evenementen te organiseren en publicaties uit te geven over deze oplossingen en door een actieve rol te spelen bij andere EU-activiteiten of –programma's die mogelijkheden bieden tot hergebruik van ISA-oplossingen.

Overeenkomstig de aanbevelingen van het evaluatieteam zal het ISA-programma meer gaan samenwerken met andere belanghebbenden, d.w.z. andere Europese instellingen en de ICT-sector. Voorts zal, rekening houdend met de aanbeveling van het evaluatieteam, worden gekeken welke contacten in academische kringen en privé-organisaties nuttig kunnen zijn en een toegevoegde waarde kunnen verschaffen bij deelneming aan specifieke ISA-acties10.

De Commissie zal de kosteneffectiviteit van deze aanbevelingen onderzoeken.

In het kader van het ISA-programma zijn het afgelopen jaar belangrijke inspanningen gedaan om de deelneming aan nationale evenementen te verhogen en de communicatie en verspreiding van informatie te verbeteren. Daarnaast onderzoekt de Commissie opnieuw haar communicatiestrategie en zal zij de algemene strategie met doelgerichte communicatie-activiteiten op specifieke gebieden aanvullen.

6.2. Engagement van de belanghebbenden en continuïteit van het projectbeheer

De leden van de gespecialiseerde werkgroepen die binnen het ISA-comité zijn opgericht moeten op nationaal niveau verslag uitbrengen aan de leden van de ISA-coördinatiegroep om ervoor te zorgen dat de ISA-oplossingen zijn afgestemd op de behoeften en initiatieven van de lidstaten. Bovendien moeten de leden van de ISA-coördinatiegroep nagaan welke belanghebbenden binnen de respectieve overheidsdiensten op ad-hoc-basis kunnen deelnemen aan formele bijeenkomsten en workshops11.

De Commissie stelt voor de lidstaten bij de uitvoering van deze aanbeveling als volgt te steunen:

- door gebruik te maken van de bestaande netwerken met EU-regio's;

- door de mogelijkheden te onderzoeken van deelneming op afstand aan bijeenkomsten (videoconferenties);

- op andere, nog nader in overleg met de lidstaten te bepalen wijze.

Bovendien zal het ISA-programma voorrang verlenen aan activiteiten die beogen na te gaan wat de gevolgen op ICT-gebied zijn van de EU-wetgeving, een belangrijk punt dat volgens de lidstaten nog niet is onderzocht12.

Het ISA-programma moet zorgen voor continuïteit van het projectbeheer van acties door na te gaan wat de oorzaak is van het over het algemeen grote personeelsverloop bij het programma en moet tegenmaatregelen te nemen13.

Het evaluatieteam wees op de aanbeveling van de eindevaluatie van het IDABC-programma die inhoudt dat de Commissie ervoor moet zorgen dat de contractuele kaders worden vastgesteld voordat het nieuwe programma van start gaat zodat onmiddellijk na vaststelling van het werkprogramma met de activiteiten kan worden aangevangen14.

De Commissie moedigt mobiliteit onder haar personeel nadrukkelijk aan. Om te voorkomen dat de projectcontinuïteit hierdoor in het gedrang komt en om de competenties die in de verschillende diensten voorhanden zijn te benutten (die niet altijd binnen dezelfde dienst aanwezig zijn), onderzoekt de Commissie de onderlinge synergieën bij haar diensten door contacten en nauwere samenwerking tussen de diensten onderling te bevorderen.

De procedure voor kadercontracten wordt door de Commissie nauwlettend gevolgd zodat de vereiste aanbestedingen tijdig kunnen worden uitgeschreven.

6.3. Het voorkomen van overlapping en dubbel werk, de verbetering van het hergebruik en het waarborgen van de duurzaamheid

Bij de selectie van nieuwe projecten die door de lidstaten en de diensten van de Commissie worden voorgesteld, moet het ISA-programma alle voorstellen telkens als een bedrijfsplan (business case approach) toetsen en bij de evaluatie van voorstellen van de diensten van de Commissie een beroep doen op de IT-governance-instanties15.

De IT-governance-instanties van de Commissie dienen ervoor te zorgen dat alle externe synergieën tussen ISA-projecten en andere EU-initiatieven van meet af aan in kaart zijn gebracht en gedocumenteerd zijn.

DIGIT's deelneming aan de IT-governance-instanties zorgt ervoor dat het ISA-programma betrokken is bij de werkzaamheden van deze instanties zodat beter kan worden bepaald in welke situaties en op welke wijze hergebruik van ISA-oplossingen mogelijk is16.

Het ISA-programma moet een controlemechanisme instellen om te zorgen voor hergebruik van ISA-oplossingen. De mogelijkheid tot hergebruik dient een kenmerk te zijn van ISA-oplossingen die in aanmerking komen voor financiering. Deze oplossingen moeten vergezeld gaan van documentatie inzake dit hergebruik.

In dit opzicht moeten nieuwe voorstellen een adequate governancestructuur omvatten die hergebruik bevordert. Oplossingen en mogelijkheden voor hergebruik moeten in kaart worden gebracht en aan de relevante belanghebbenden worden medegedeeld17.

Het ISA-programma moet zich tijdig buigen over de duurzaamheid van ISA-oplossingen. Daarbij moet worden gelet op verschillende opties zoals doorfactureringsmethoden, financiële steun van de diensten van de Commissie die specifieke ISA-oplossingen hebben ontwikkeld en financiële steun in het kader van een ISA-follow-upprogramma of andere EU-programma's18 19.

Wat het hergebruik en de duurzaamheid van interoperabiliteitsoplossingen betreft volgt de Commissie een algemene aanpak op drie verschillende niveaus:

1. Op governanceniveau: nauwer aanhalen van de banden tussen de IT-governance van de Commissie20, het ISA-programma en, via het ISA-comité, de lidstaten. ISA wordt momenteel jaarlijks gepresenteerd aan het CTI en individuele ISA-maatregelen die door de diensten van de Commissie worden geleid, moeten door het ISPMB worden goedgekeurd.

2. Op strategisch niveau, door in toekomstige ISA-werkplannen meer nadruk te leggen op de mogelijkheid van hergebruik en duurzaamheid en indien nodig door een eventuele herziening van de Europese Interoperabiliteitsstrategie21 (EIS) 22;

3. Op operationeel niveau, door maatregelen te nemen die ervoor moeten zorgen dat interoperabiliteitsoplossing beter kunnen worden hergebruikt en voor de ontwikkeling van maatregelen die de duurzaamheid bevorderen (bijv. Europese interoperabiliteitsarchitectuur (EIA), een Europees federaal interoperabiliteitsdepot (EFIR - European Federated Interoperability Repository), een evaluatie van trans-Europese netwerken die het EU-beleid ondersteunen, de strategie voor het gemeenschappelijk gebruik en hergebruik)23 en door na te gaan welke andere instrumenten kunnen worden ingezet om te zorgen voor financiële duurzaamheid met inbegrip van de voorgestelde financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF).

Ten slot, zal de ISA-eenheid in overeenstemming met de aanbevelingen van het evaluatieteam nagaan welke maatregelen concrete resultaten opleveren door elke twee jaar de ISA-oplossingen te evalueren, overeenkomstig artikel 13, lid 2, van het ISA-besluit24.

7. Conclusies

In het kader van de lopende uitvoering van het ISA-programma zal de Commissie met name aandacht besteden aan de tekortkomingen die zijn geconstateerd en de daarmee samenhangende aanbevelingen en gaat zij deze, eventueel in nauwe samenwerking met de lidstaten, onderzoeken om een oplossing te vinden voor de problemen die aan de orde zijn gesteld.

1Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) (PB L 260 van 3.10.2009, blz. 20) .

2Besluit 2004/387/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers (IDABC) (PB L 144 van 30.4.2004, blz. 65, zoals gerectificeerd in PB L 181 van 18.5.2004, blz. 25).

3Het volledige evaluatieverslag is te vinden op: http://ec.europa.eu/isa/documents/interim_evaluation_of_the_isa_programme.pdf.

4 DG CONNECT, DIGIT, MARKT, SG, TAXUD.

5Artikel 1, lid 2.

6Artikel 1, lid 1.

7De ISA-coördinatiegroep is een binnen het ISA-comité opgerichte werkgroep die zich bezighoudt bezig met vraagstukken die de werkgroep worden voorgelegd, ondersteuning van de Commissie bij het omzetten van de Europese Interoperabiliteitsstrategie in concrete maatregelen en het coördineren van de onderlinge afstemming van nationale en ISA-maatregelen.

8 Aanbeveling 1.

9 Aanbeveling 5.

10 Aanbeveling 8.

11 Aanbeveling 7.

12 Aanbeveling 3.

13 Aanbeveling 4.

14 IDABC-aanbeveling 9.

15 Aanbeveling 2.

16 Aanbeveling 6.

17 Aanbeveling 9.

18 Aanbeveling 11.

19 Hiermee verbandhoudende aanbevelingen van de IDABC-slotevaluatie: (1) De Commissie dient verdere open besprekingen te voeren met de belanghebbenden om overeenstemming te bereiken over welke acties en middelen van het nieuwe ISA-programma moeten worden toegewezen aan de werking van IT-infrastrucutuur, het ontwikkelen van nieuwe projecten en het bevorderen/hergebruiken van bestaande oplossingen. (2) Informatie over de duurzaamheid van projecten en over de financiële en operationele duurzaamheid moet meer onder de aandacht worden gebracht en beter worden uitgelegd aan externe belanghebbenden.

20 IT-governance-instanties van de Commissie zijn: Het informatica-comité (Comité Technique Informatique (CTI)), het IT-comité op hoog niveau (High Level Commitee on Information Technologies (HLCIT)), de ABM+IT-stuurgroep (Activity Based Management Steering Committee) en de raad projectbeheer voor informatiesystemen (ISPMB).

21 Hiermee wordt ook gevolg gegeven aan de aanbeveling van de IDABC-slotevaluatie. Het opstellen van een gemeenschappelijk 'promotie'document dat zich concentreert op beleidsaanpassingen en de synergieën tussen de verschillende e-governmentprogramma's.

22 "Bijlage I bij de mededeling van de Commissie met betrekking tot interoperabiliteit: - European Interoperability Strategy (EIS)" is te vinden op http://ec.europa.eu/isa/documents/isa_annex_i_eis_en.pdf

23 Deze maatregelen zijn in het recente ISA-werkprogramma te vinden:

http://ec.europa.eu/isa/library/index_en.htm in de rubriek 'ISA Work Programme'.

24 Aanbeveling 10.

NL NL