Artikelen bij COM(2012)722 - Actieplan om de strijd tegen fraude en belastingontduiking te verbeteren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52012DC0722

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Actieplan ter versterking van de strijd tegen belastingfraude en belastingontduiking /* COM/2012/0722 final */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Actieplan ter versterking van de strijd tegen belastingfraude en belastingontduiking

1. Inleiding

Op 2 maart 2012 heeft de Europese Raad de Raad en de Commissie verzocht snel concrete manieren uit te werken om belastingfraude en belastingontduiking beter te bestrijden, ook in relatie tot derde landen, en uiterlijk in juni 2012 daarover verslag uit te brengen. In april heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen waarin het ook wijst op de dringende behoefte aan actie op dit gebied.

Als eerste stap heeft de Commissie op 27 juni 2012 een mededeling aangenomen (hierna 'de mededeling van juni' genoemd), waarin wordt uiteengezet hoe de naleving van de fiscale wet- en regelgeving kan worden verbeterd en belastingfraude en ‑ontduiking kunnen worden teruggedrongen door middel van een beter gebruik van het bestaande instrumentarium en de goedkeuring van hangende voorstellen van de Commissie. Voorts wordt in deze mededeling aangegeven op welke gebieden verdere legislatieve maatregelen of coördinatie de EU en haar lidstaten ten goede zouden komen, en wordt aangetoond welke meerwaarde samenwerking heeft in de strijd tegen de groeiende uitdaging van belastingfraude en –ontduiking.

In de mededeling van juni werd aangekondigd dat er voor eind 2012 een actieplan zou worden opgesteld, dat zal voorzien in concrete stappen voor de versterking van de administratieve samenwerking en in steun voor de ontwikkeling van het bestaande beleid inzake goed bestuur, en waarin ook de bredere problematiek van de interactie met belastingparadijzen en de aanpak van agressieve fiscale planning alsook andere aspecten, waaronder belastinggerelateerde delicten, aan de orde zullen worden gesteld.

De Commissie presenteert in dit actieplan de initiatieven die zij reeds heeft genomen, nieuwe initiatieven die dit jaar voortgang kunnen krijgen, initiatieven die voor volgend jaar gepland zijn en initiatieven die een langere tijdshorizon vereisen. Door deze initiatieven elkaar te laten opvolgen heeft de Commissie er zorg voor gedragen dat de lidstaten niet worden overbelast en dat rekening wordt gehouden met hun mogelijkheden om de nodige maatregelen te treffen.

In wezen bevat dit actieplan praktische maatregelen die concrete resultaten kunnen opleveren voor alle lidstaten en steun kunnen bieden met name aan de lidstaten die in het kader van het Europees semester 2012 een landenspecifieke aanbeveling hebben gekregen om de belastinginning te versterken.

Er is met de lidstaten en de stakeholders overleg gepleegd over de inhoud van het actieplan en de prioriteit die aan elk onderdeel moet worden gegeven. Deze standpunten zijn meegenomen in dit plan. De krachtige boodschap die van de lidstaten uitging, was dat de hoogste prioriteit moet worden verleend aan acties die reeds in gang zijn gezet alsook aan de onverkorte implementatie en toepassing van de onlangs aangenomen wetgeving betreffende administratieve samenwerking en de bestrijding van belastingfraude. De lidstaten benadrukten ook dat de voorstellen die nog ter bespreking bij de Raad liggen, met spoed dienen te worden aangenomen en dat bijzondere aandacht moet worden gegeven aan de bestrijding van belastingfraude en -ontduiking .

De toekomstige werkzaamheden op dit gebied zullen worden geleid door de behoefte om de kosten te verlagen en de belastingstelsels minder complex te maken, zowel voor de belastingplichtigen als de belastingdiensten. Lagere kosten en minder complexiteit zullen de belastingplichtigen stimuleren om de fiscale wet- en regelgeving beter na te leven. De ontwikkeling en brede inzet van geautomatiseerde instrumenten en risicobeheertechnieken zal bij de belastingdiensten personele en budgettaire middelen vrijmaken zodat zij zich kunnen richten op de verwezenlijking van specifieke doelstellingen.

Voorts zal de Commissie blijven ijveren voor een zo doeltreffend mogelijk gebruik van praktische IT-instrumenten door alle lidstaten voor alle belastingen. Zij zal ook streven naar een sterker geïntegreerde aanpak op het gebied van directe en indirecte belastingen en van belastingen en douane door een passend gebruik te maken van het Fiscalis- en het Douane-programma om de communicatie te versterken en een systematischere uitwisseling van beste werkwijzen en instrumenten, waar van toepassing, te bevorderen. Dit kan helpen audits en controles doeltreffender te maken en de lasten voor de belastingplichtigen te verlagen.

Alle acties die door de Commissie in dit document worden voorgesteld, zijn in overeenstemming en verenigbaar met het huidige meerjarig financieel kader 2007‑2013 en met het nieuwe meerjarig financieel kader 2014-2020.

2. Beter gebruik van bestaande instrumenten en initiatieven van de Commissie die voortgang moeten krijgen

Belastingfraude en belastingontduiking hebben een grote grensoverschrijdende dimensie. Alleen door samen te werken kunnen de lidstaten doeltreffend hiertegen optreden. De administratieve samenwerking tussen de belastingdiensten van de lidstaten verbeteren is daarom een hoofddoelstelling in de strategie van de Commissie op dit gebied. Een reeks belangrijke stappen is al gezet.

1. Nieuw kader voor administratieve samenwerking

Op basis van voorstellen die de Commissie de afgelopen twee jaar heeft voorgelegd, heeft de Raad een nieuwe kader voor administratieve samenwerking vastgesteld. Dit nieuwe wetgevingsinstrumentarium baant de weg voor de ontwikkeling van nieuwe tools en instrumenten door de Commissie en de lidstaten. De mededeling van juni beklemtoont dat van een brede en effectieve inzet door de lidstaten evenwel nog geen sprake is. De lidstaten moeten een onverkorte en doeltreffende implementatie en toepassing van deze instrumenten garanderen, met name door de inlichtingen­uitwisseling te versterken.

2. De lacunes in de wetgeving betreffende de belasting op spaarinkomsten dichten

Als de wijzigingen die de Commissie met betrekking tot de spaarrenterichtlijn heeft voorgesteld, worden goedgekeurd, zullen de lacunes in de richtlijn kunnen worden gedicht en zal dit instrument doeltreffender functioneren. Hierdoor zullen de lidstaten beter in staat zijn om grensoverschrijdende spaa­rinkomsten daadwerkelijk te belasten. Het is nu aan de Raad om dit voorstel goed te keuren en de Commissie een onderhandelingsmandaat te geven om met derde landen tot overeenkomstige wijzigingen te komen in de bestaande overeenkomsten over de belastingheffing van spaartegoeden. De overgrote meerderheid van de lidstaten heeft aangegeven dat deze aangelegenheid hoge prioriteit heeft. Daarom dringt de Commissie er bij de Raad op aan deze voorstellen onverwijld goed te keuren.

3. Ontwerpovereenkomst betreffende fraudebestrijding en samenwerking in belastingzaken

De Commissie nodigt de Raad ook uit om over te gaan tot ondertekening en sluiting van de ontwerpovereenkomst betreffende fraudebestrijding en samenwerking in belastingzaken tussen de EU en haar lidstaten en Liechtenstein, die zij de Raad in 2009 heeft voorgelegd, alsook tot vaststelling van het ontwerpmandaat voor het openen van soortgelijke onderhandelingen met vier andere aangrenzende derde landen. Zo zal de Commissie kunnen onderhandelen over overeenkomsten die garanderen dat alle lidstaten een beroep kunnen doen op dezelfde fraudebestrijdings­instrumenten en hoge normen van transparantie en inlichtingenuitwisseling.

4. Snellereactiemechanisme tegen btw-fraude

Op 31 juli 2012 heeft de Commissie een voorstel voor een snellereactiemechanisme tegen btw-fraude voorgelegd. Als dit voorstel wordt goedgekeurd, zou de Commissie een lidstaat zeer snel kunnen machtigen om tijdelijke derogatie­maatregelen te nemen tegen plotse en grootschalige fraude met omvangrijke financiële gevolgen. Er word bij de Raad aangedrongen op een snelle goedkeuring van dit voorstel, dat hij als een hoge prioriteit heeft aangemerkt.

5. Facultatieve toepassing van de btw-verleggingsregeling

In 2009 heeft de Commissie een voorstel gepresenteerd dat voorziet in een facultatieve toepassing van de btw-verleggingsregeling voor leveringen van bepaalde fraudegevoelige goederen en diensten. In maart 2010 is evenwel alleen het gedeelte dat betrekking heeft op broeikasgasemissierechten, goedgekeurd. Als ook het resterende gedeelte van het voorstel zou worden goedgekeurd, zouden alle lidstaten onder dezelfde voorwaarden de verleggingsregeling kunnen toepassen in de sectoren waar deze regeling het doeltreffendste instrument is tegen carrouselfraude, in plaats van hun toevlucht te moeten zoeken tot afzonderlijke derogaties van de btw-richtlijn, die een negatief effect kunnen hebben op de strijd tegen de fraude in andere lidstaten.

6. EU-btw-forum

Zowel de bedrijven als de belastingautoriteiten erkennen dat het huidige btw-stelsel omslachtig en fraudegevoelig is. Om het beheer van de btw op EU-niveau te verbeteren, heeft de Commissie besloten een EU-btw-forum op te richten. Dit platform voor dialoog biedt vertegenwoordigers van kleine, middelgrote en grote ondernemingen en belastingautoriteiten de mogelijkheid standpunten over praktische btw-uitvoeringskwesties in een grensoverschrijdende context uit te wisselen, alsook beste werkwijzen die kunnen bijdragen aan een efficiënter beheer van het btw-stelsel, in kaart te brengen en te bespreken, om zo de nalevingskosten te verlagen maar tegelijkertijd ook de btw-inkomsten veilig te stellen. De Commissie verzoekt de lidstaten zo uitvoerig mogelijk aan het EU-btw-forum deel te nemen, zodat dit zijn doelstellingen kan verwezenlijken.

3. Nieuwe initiatieven van de Commissie

Samen met dit actieplan presenteert de Commissie een reeks nieuwe initiatieven die tegemoet komen aan in de mededeling van juni genoemde behoeften. Deze initiatieven vormen een direct antwoord op de geconstateerde behoeften om een samenhangend beleid te voeren ten aanzien van derde landen, de inlichtingen­uitwisseling te versterken en bepaalde trends inzake belastingfraude aan te pakken.

7. Aanbeveling met betrekking tot maatregelen om derde landen aan te moedigen minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken toe te passen

Naar de Commissie de huidige situatie begrijpt, onderkennen de lidstaten de potentiële en werkelijke schade die wordt veroorzaakt door jurisdicties die zich niet houden aan minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken, waaronder ook jurisdicties die doorgaans bekend staan als belastingparadijzen.

Alle lidstaten hebben verschillend op deze situatie gereageerd. Gelet op de vrijheden waarvan de bedrijven bij de uitoefening van hun activiteiten op de interne markt gebruik kunnen maken, kunnen zij structuren met dergelijke jurisdicties opzetten via de lidstaat met de zwakste bescherming. Daardoor is het algemene niveau van bescherming van de belastinginkomsten van een lidstaat slechts zo effectief als het niveau van de lidstaat met de zwakste respons. Hierdoor worden niet alleen de belastinggrondslagen van de lidstaten uitgehold maar komen ook de eerlijke concurrentievoorwaarden voor bedrijven in gevaar en wordt uiteindelijk de werking van de interne markt verstoord.

Om dit probleem op te lossen, beveelt de Commissie de lidstaten aan een reeks criteria vast te stellen voor het identificeren van derde landen die niet voldoen aan de minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken, en een 'toolbox' samen te stellen van maatregelen die kunnen worden genomen ten aanzien van derde landen naargelang zij deze normen al dan niet inachtnemen of zich daartoe verbonden hebben. Daarbij gaat het onder meer om het eventueel op een zwarte lijst plaatsen van jurisdicties die de normen niet inachtnemen, of ook het opnieuw onderhandelen over, schorsen of sluiten van dubbelbelastingverdragen. Om te voorkomen dat de handel met derde landen die op de zwarte lijst staan, wordt bevorderd, verzoekt de Commissie de lidstaten om extra aanvullende maatregelen te nemen, waarbij zij het EU-recht evenwel onverkort in acht dienen te nemen.

Daarnaast moeten de lidstaten overwegen om op ad-hocbasis deskundigen ter beschikking te stellen om bijstand te verlenen aan belastingdiensten in derde landen die zich ertoe verbinden minimumnormen in acht te nemen, maar technische bijstand behoeven.

Deze aanbeveling is een belangrijke praktische eerste stap om meer eenheid te brengen in de wijze waarop de lidstaten optreden ten aanzien van jurisdicties die geen minimumnormen toepassen op het gebied in kwestie. Om te beoordelen of er nog verdere initiatieven nodig zijn, zal de Commissie het optreden van de lidstaten en de maatregelen die zij hebben genomen, opnieuw bekijken drie jaar na de goedkeuring van de aanbeveling.

8. Aanbeveling over agressieve fiscale planning

De Commissie is van mening dat zorg moet worden gedragen voor een billijke verdeling van de belastingdruk in overeenstemming met de door de afzonderlijke regeringen gemaakte beleidskeuzes. Momenteel is het zo dat sommige belasting­plichtigen gebruik maken van ingewikkelde en soms kunstmatige regelingen waardoor hun belastinggrondslag naar een andere jurisdictie binnen of buiten de Unie wordt verplaatst. Op die manier profiteren zij van incongruenties tussen nationale wetgevingen om bepaalde inkomensbestanddelen overal buiten de heffing te houden of om voordeel te halen uit verschillen tussen belastingtarieven. Door belastingen te betalen kunnen bedrijven een belangrijk positief effect sorteren op de rest van de samenleving. Agressieve fiscale planning zou in die zin kunnen worden aangemerkt als een praktijk die indruist tegen de beginselen van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Er moeten dus concrete stappen worden ondernomen om dit probleem aan te pakken.

Concrete actie door alle lidstaten op dit gebied zou ook de werking van de interne markt ten goede komen. Daarom beveelt de Commissie de lidstaten aan om gezamenlijk doeltreffend op te treden.

In het bijzonder dringt de Commissie er bij de lidstaten op aan om in dubbel­belastingverdragen met andere EU-lidstaten en met derde landen een bepaling op te nemen die specifiek een eind moet maken aan dubbele niet-heffing. Zij doet ook een aanbeveling voor het gebruik van een gemeenschappelijke algemene antimisbruik­regel. Dit zou bijdragen aan samenhang en doeltreffendheid op een gebied waar de praktijk van de lidstaten aanzienlijk uiteenloopt.

Op grond van de fiscale EU-richtlijnen (rente- en royaltyrichtlijn, fusierichtlijn en moeder-dochterrichtlijn) mogen de lidstaten al vrijwaringsmaatregelen tegen misbruik toepassen. Met inachtneming van het EU-recht kunnen de lidstaten deze instrumenten aanwenden om fiscale planning die tot misbruik leidt, te voorkomen.

Voorts is de Commissie bereid bij te dragen aan de werkzaamheden in internationale fora zoals de OESO om het complexe thema van belastingheffing van e-commerce in goede banen te leiden door de ontwikkeling van passende internationale normen.

9. Oprichting van een platform voor goed fiscaal bestuur

De Commissie is voornemens een platform voor goed fiscaal bestuur op te richten, bestaande uit deskundigen van de lidstaten en vertegenwoordigers van de stakeholders, die bijstand zullen verlenen bij de opstelling van haar verslag over de toepassing van de twee aanbevelingen en bij haar lopende werkzaamheden betreffende agressieve fiscale planning en goed bestuur in belastingzaken.

10. Verbeteringen op het gebied van schadelijke belastingregelingen voor ondernemingen en daarmee samenhangende gebieden

In overeenstemming met het bovenstaande en zoals ook aangegeven in de jaarlijkse groeianalyse 2012 wijst de Commissie er voorts op dat het hoog tijd is om de lopende werkzaamheden in het kader van de gedragscode voor de belastingregeling van ondernemingen ("de gedragscode") nieuw leven in te blazen.

De afgelopen jaren is het steeds moeilijker geworden om vooruitgang te boeken en concrete resultaten te bereiken in de Groep gedragscode, die belast is met de evaluatie van de fiscale maatregelen waarop de code mogelijk van toepassing is. Dit is ten dele toe te schrijven aan de behandeling van almaar complexere onderwerpen, maar ook aan een behoefte om de verwachte resultaten te verfijnen en aan te scherpen, aan het tijdschema waarbinnen die resultaten moeten worden bereikt en aan de middelen om toe te zien op de tenuitvoerlegging ervan.

De Commissie roept de lidstaten daarom op te bekijken welke maatregelen zij kunnen nemen om de oorspronkelijke doelstellingen van de code op effectievere wijze te realiseren, bijvoorbeeld door aangelegenheden sneller aan te kaarten op Raadsniveau wanneer politieke beslissingen geboden zijn. In de Groep gedragscode ligt momenteel ook het probleem van incongruenties op tafel, dat om een snelle oplossing vraagt. Als er binnen afzienbare tijd geen oplossingen worden overeengekomen en ten uitvoer worden gelegd om die incongruenties op te heffen, staat de Commissie klaar om in plaats daarvan zo nodig voorstellen voor wetgevings­maatregelen te doen.

Voorts zal de Commissie optreden in gevallen waarin is gebleken dat de bestaande richtlijnen mogelijkheden voor agressieve fiscale planning bieden of in de weg staan aan passende oplossingen doordat zij dubbele niet-heffing toestaan. De werkzaamheden moeten ook worden opgevoerd met betrekking tot bijzondere belastingregelingen voor expatriates en vermogende particulieren, die schadelijk zijn voor de werking van de interne markt en de totale belastingopbrengsten verlagen.

Van haar kant zal de Commissie de lidstaten blijven helpen om de gedragscode voor de belastingregeling van ondernemingen in bepaalde derde landen effectief te bevorderen en zal zij blijven ijveren voor een billijke belasting­concurrentie op mondiaal niveau door in desbetreffende overeenkomsten met derde landen bepalingen inzake goed bestuur te laten opnemen en door ontwikkelingslanden te ondersteunen in overeenstemming met haar vaste beleid betreffende belastingen en ontwikkeling.

11. 'TIN on EUROPA'-portaal

De Commissie presenteert vandaag ook een nieuw praktisch instrument om de administratieve samenwerking op het gebied van de directe belastingen te verbeteren.

Een deugdelijke identificatie van de belastingplichtigen is van wezenlijk belang voor een doeltreffende uitwisseling van inlichtingen tussen de belastingdiensten van de lidstaten. De Commissie lanceert vandaag officieel de nieuwe toepassing 'TIN on EUROPA'. Deze toepassing geeft voorbeelden van officiële identiteitsdocumenten waarop een fiscaal identificatienummer, kortweg FIN (tax identification number - TIN), is vermeld. Op die manier kunnen derden, en met name financiële instellingen, in een grensoverschrijdende context FIN's snel, gemakkelijk en correct herkennen en registreren. Daarnaast biedt een onlinecontrolesysteem dat vergelijkbaar is met het VIES (btw-informatie-uitwisselingssysteem), de mogelijkheid om na te gaan of de structuur of het algoritme van een bepaald FIN juist is. Deze nieuwe toepassing kan een eerste stap betekenen naar een beter afgestemde aanpak van FIN's op EU-niveau (zie hoofdstuk 4.2.1 hieronder) en zal bijdragen aan een effectievere automatische inlichtingen­uitwisseling.

12. Standaardformulieren voor de uitwisseling van inlichtingen op het gebied van belastingen

Richtlijn 2011/16/EU van 15 februari 2011 voorziet in de vaststelling van standaardformulieren voor de uitwisseling van inlichtingen op verzoek, de spontane uitwisseling van inlichtingen, kennisgevingen en terugmeldingen. De Commissie heeft vandaag een uitvoeringsverordening aangenomen die voorziet in dergelijke standaardformulieren, hetgeen de inlichtingenuitwisseling effectiever en efficiënter zal laten verlopen. De Commissie heeft ook een IT-toepassing voor deze standaardformulieren in alle EU-talen ontwikkeld, die de lidstaten al ter beschikking is gesteld en vanaf 1 januari 2013 zal worden ingezet.

13. Een 'Euro-denaturant' voor volledig en gedeeltelijk gedenatureerde alcohol

De wijzigingen die in december in verband met denatureringsmiddelen zullen worden goedgekeurd, omvatten onder meer een gemeenschappelijke EU-formule voor de volledige denaturering van alcohol. Hoofddoel hiervan is de mogelijkheden voor fraude te beperken. Voorts is het de bedoeling de administratieve lasten voor legaal verkeer te vereenvoudigen en te harmoniseren, de productiekosten te verlagen en de markttoegang voor producenten van gedenatureerde alcohol (EU en wereldwijd) te verbeteren. Er zal worden onderzocht of dezelfde werkwijze, met vergelijkbare resultaten, kan worden gevolgd in verband met gedeeltelijk gedenatureerde alcohol.

4. Toekomstige initiatieven en te ondernemen acties

4.1.        Op de korte termijn te ondernemen acties (in 2013)

4.1.1.     Incongruenties aanpakken en antimisbruikbepalingen versterken

14. Herziening van de moeder-dochterrichtlijn (2011/96/EU)

Incongruenties – waarbij het gaat om kwesties zoals hybride leningen en hybride entiteiten – en uiteenlopende kwalificaties van dergelijke structuren door verschillende jurisdicties zijn een zeer belangrijke thema. In diepgaande discussies met de lidstaten is gebleken dat een wetgevingswijziging van de moeder-dochterrichtlijn noodzakelijk zal zijn om voor een specifieke situatie een oplossing waarover overeenstemming bestaat, te realiseren. De wijziging moet voorkomen dat de toepassing van de richtlijn onbedoeld in de weg staat aan een effectief optreden tegen dubbele niet-heffing op het gebied van hybride leningstructuren.

15. Herziening van antimisbruikbepalingen in de EU-wetgeving

De Commissie zal ook de antimisbruikbepalingen in de rente- en royaltyrichtlijn, de fusierichtlijn en de moeder-dochterrichtlijn herzien om uitvoering te geven aan de beginselen die aan haar aanbeveling over agressieve fiscale planning ten grondslag liggen.

4.1.2.     EU-normen, -instrumenten en –tools promoten

16. Op internationale fora ijveren voor automatische inlichtingenuitwisseling als norm en de IT-tools van de EU promoten

De Commissie zal er daadkrachtig blijven voor ijveren dat automatische inlichtingenuitwisseling de Europese en internationale norm voor transparantie en uitwisseling van inlichtingen in belastingzaken wordt.

Het is ook absoluut zaak dat de IT-tools van de EU, die de Commissie en de lidstaten samen hebben ontwikkeld, op internationale fora en met name in de OESO worden gepromoot om een ruime toepassing van die tools te garanderen en doublures te vermijden. De lidstaten moeten een beroep kunnen doen op één set tools en instrumenten zowel binnen de EU als in hun betrekkingen met derde landen.

Te dien einde loopt er een nauwe samenwerking tussen de Commissie en de OESO bij de huidige ontwikkeling van IT-formaten voor de automatische uitwisseling van inlichtingen krachtens Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen. Doel daarvan is om van in het begin rekening te houden met de opmerkingen van niet-EU-landen, zodat de IT-formaten ook buiten de EU op onverkorte goedkeuring en toepassing kunnen rekenen.

Tevens zal de Commissie de OESO vragen om zijn goedkeuring te geven aan de onlangs door haar ontwikkelde elektronische formulieren voor de uitwisseling van inlichtingen op verzoek, de spontane uitwisseling van inlichtingen en terugmeldingen op het gebied van de directe belastingen; zij zal ook haar samenwerking met de OESO voortzetten in verband met de elektronische formulieren die zijn ontwikkeld in de context van de invordering van schuldvorderingen.

4.1.3.     De fiscale naleving versterken

17. Een Europese code voor de belastingplichtige

Om de fiscale naleving te verbeteren, zal de Commissie goede administratieve praktijken in de lidstaten samenbrengen in een code voor de belastingplichtige, met best practices voor de versterking van de samenwerking en het vertrouwen tussen belastingdiensten en belastingplichtigen, de verbetering van de transparantie in verband met de rechten en plichten van belastingplichtigen en de bevordering van een servicegerichte aanpak.

De Commissie zal hierover een openbare raadpleging opzetten begin 2013. Als de belastingdiensten van de lidstaten worden aangemoedigd een code voor de belastingplichtige toe te passen, zal dit, door de relaties tussen belastingplichtigen en belastingdiensten te verbeteren, de belastingvoorschriften transparanter te maken, het risico op fouten met mogelijk zware gevolgen voor de belastingplichtigen te beperken en de naleving van de fiscale wet- en regelgeving te stimuleren, helpen bijdragen aan een effectieve inning van de belasting.

4.1.4.     Het fiscaal bestuur versterken

18. Sterkere samenwerking met andere wetshandhavingsinstanties

Er moet ook worden geijverd voor een sterkere samenwerking met andere wetshandhavingsinstanties, met name de autoriteiten die belast zijn met de strijd tegen het witwassen van geld, met justitie en sociale zekerheid, waarbij ten volle een beroep wordt gedaan op de steun van EU-agentschappen. De onderlinge samenwerking tussen agentschappen is van wezenlijk belang voor een efficiënte bestrijding van belastingfraude, belastingontduiking en belasting­gerelateerde delicten. Wat de versterking van de inlichtingenuitwisseling betreft, kan Europol een belangrijke rol spelen door criminele netwerken/groepen in kaart te helpen brengen en te helpen opdoeken.

In het kader van de voorbereiding van haar wetgevingsvoorstel tot herziening van de derde antiwitwasrichtlijn, dat binnenkort wordt gepresenteerd, onderzoekt de Commissie of fiscale delicten uitdrukkelijk kunnen worden gekwalificeerd als delicten die aan het witwassen van geld voorafgaan ("basisdelicten"), in overeenstemming met de FATF-aanbevelingen van 2012 (Financial Action Task Force). Dit zal de samenwerking tussen belastingautoriteiten enerzijds en gerechtelijke instanties en financiële toezichthouders anderzijds vergemakkelijken om op te treden tegen zware inbreuken op de belastingwetgeving. Door de versterking van de klantenonderzoeksprocedures en van de transparantie van voor antiwitwasdoeleinden verzamelde gegevens betreffende de uiteindelijk gerechtigde, hetgeen wordt beoogd met de herziening van de antiwitwasrichtlijn, zou ook het gebruik van relevante gegevens voor belastingdoeleinden kunnen worden vergemakkelijkt, bijvoorbeeld voor een effectievere behandeling van buitenlandse beleggingsstructuren in het kader van de EU-spaarrenterichtlijn. De samenwerking zou ook nog verder kunnen worden vergemakkelijkt door een EU-brede harmonisatie van de strafbaarstelling van witwassen, de definitie van dit begrip en de daaraan verbonden sancties. In dit verband is de Commissie voornemens om, naast de herziening van de derde antiwitwasrichtlijn, in 2013 een voorstel te doen voor een specifieke richtlijn betreffende de bestrijding van witwassen van geld.

4.1.5.     De administratieve samenwerking versterken

19. Het gebruik van gelijktijdige onderzoeken en de aanwezigheid van buitenlandse ambtenaren bij controles bevorderen

Om belastingcontroles te vergemakkelijken en de weg vrij te maken voor eventuele gezamenlijke controles in de toekomst, is het op de korte termijn van wezenlijk belang dat de lidstaten zo ruim mogelijk gebruik maken van de bestaande wettelijke bepalingen om gelijktijdige controles te organiseren en de aanwezigheid van buitenlandse ambtenaren in de kantoren van de belastingdiensten en bij administratieve onderzoeken te vergemakkelijken. De in het kader van Eurofisc verrichte analyse zou moeten bijdragen aan een intensiever gebruik van deze instrumenten.

De lidstaten moeten erop toezien dat hun nationale wetgeving niet in de weg staat aan de onverkorte toepassing van deze instrumenten, in het bijzonder de aanwezigheid van buitenlandse ambtenaren in de belastingkantoren of bij de belastingplichtige.

4.1.6.     Optreden ten aanzien van derde landen

20. Van de Raad machtiging krijgen om met derde landen onderhandelingen te openen over bilaterale overeenkomsten betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de btw

Aangezien fraudeurs vaak profiteren van het gebrek aan effectieve samenwerking tussen belastingdiensten door fictieve transacties te verrichten die ook over derde landen lopen, hebben verschillende lidstaten erop gewezen dat er instrumenten voor administratieve samenwerking vereist zijn, zoals die welke al van kracht zijn in de EU, die ook met betrekking tot derde landen kunnen worden gebruikt.

De Commissie is derhalve van mening dat het absoluut noodzakelijk is dat zij machtiging krijgt om met derde landen te onderhandelen over bilaterale overeenkomsten die een effectief en bindend kader moeten creëren voor de administratieve samenwerking op het gebied van de btw. De Commissie kan een voorstel voor een dergelijke machtiging tegen 2013 voorleggen.

4.2.        Op de middellangere termijn te ondernemen acties (uiterlijk 2014)

4.2.1.     De inlichtingenuitwisseling versterken

21. Geautomatiseerde formaten voor de automatische uitwisseling van inlichtingen ontwikkelen

De Commissie werkt aan nieuwe formaten voor de automatische uitwisseling van inlichtingen over inkomsten uit dienstbetrekking, directeursbeloningen, levensverzekeringsproducten, pensioenen alsook eigendom van en inkomsten uit onroerend goed op grond van Richtlijn 2011/16/EU.

Voorts zal de Commissie praktische oplossingen voorstellen voor andere dan de in de richtlijn genoemde inkomenscategorieën, die de lidstaten op vrijwillige basis kunnen gebruiken om nog meer voordeel te halen uit de mechanismen waarin de richtlijn voorziet.

22. Gebruik van een fiscaal identificatienummer op EU-niveau (EU-FIN)

FIN's worden beschouwd als het beste instrument om belastingplichtigen bij de automatische uitwisseling van inlichtingen te identificeren. De nationale FIN's zijn evenwel opgebouwd volgens nationale regels, waardoor zij aanzienlijk van elkaar verschillen en het moeilijk is voor derde partijen (financiële instellingen, werkgevers, overige) om buitenlandse FIN's correct te herkennen en te registreren, en voor belastingautoriteiten om deze informatie terug te koppelen naar de andere belasting­jurisdicties.

Het creëren van een EU-FIN zou de beste oplossing kunnen zijn om komaf te maken met de moeilijkheden die de lidstaten thans hebben om al hun belastingplichtigen (natuurlijke en niet-natuurlijke personen) die betrokken zijn bij grensoverschrijdende activiteiten, correct te identificeren. Of dit dan moet gebeuren via een uniek EU-nummer dan wel door de toevoeging van een EU-kenmerk aan bestaande nationale FIN's, is een vraag die nader moet worden onderzocht, evenals het verband met de andere bestaande EU-registratie- en ‑identificatiesystemen.

Ofschoon een EU-FIN eenvoudig is als concept, is de praktische uitvoering ervan een ingewikkelde zaak die een stapsgewijze benadering vereist. In maart 2013 zal een openbare raadpleging worden gelanceerd. Voordat vervolgens een wetgevings­voorstel kan worden voorgelegd, moeten eerst nog grondige studies worden verricht en moet dit project op sterke steun van de lidstaten kunnen rekenen. Een eerste stap zou erin kunnen bestaan dat het 'TIN on EUROPA'-portaal verder wordt ontwikkeld, waarbij de mogelijkheid wordt gecreëerd om de geldigheid van nationale FIN's te controleren door deze toepassing te verbinden met de databanken van de lidstaten.

23. IT-instrumenten rationaliseren

De Commissie zal de aanzet geven voor een rationalisering van de IT-instrumenten over heel Europa om zo de systemen effectiever en kostenefficiënter te maken. Zij zal met name nagaan welke mogelijkheden er zijn om een centrale IT-oplossing te ontwikkelen voor de elektronische middelen die de administratieve samenwerking ondersteunen, teneinde de IT-kosten voor de lidstaten te drukken en de inlichtingen­uitwisseling sneller en efficiënter te kunnen laten verlopen.

4.2.2.     Trends in en constructies van belastingfraude en –ontduiking aanpakken

24. Richtsnoeren om geldstromen te traceren

Rekening houdende met de ervaringen van sommige lidstaten op dit gebied en de reeds bestaande financiële inlichtingendiensten zal de Commissie een gemeenschappelijke methodologie en richtsnoeren ontwikkelen om belastingdiensten beter toegang te geven tot informatie over geldstromen, die bijvoorbeeld via creditcards en EU-/buitenlandse bankrekeningen lopen, waardoor omvangrijke transacties gemakkelijker zullen kunnen worden getraceerd.

Een eerste stap is al gezet met een uitgebreide uitwisseling van ervaringen tijdens de Fiscalis-workshop over dit onderwerp in oktober 2012.

25. Risicobeheertechieken en met name het beheer van het nalevingsrisico versterken

Het platform voor risicobeheer, dat in 2007 is opgezet in het kader van het Fiscalis-programma, werkt aan een strategisch plan voor het beheer van het nalevingsrisico. Hoofddoel van dit plan bestaat erin dat alle lidstaten erin slagen het nalevingsniveau bij de belastingplichtigen te verhogen, dat grensoverschrijdende risico's en fraude gemakkelijker kunnen worden aangepakt en dat de samenwerking tussen de lidstaten wordt gestimuleerd en versterkt. Dit strategische plan zal niet ten uitvoer kunnen worden gelegd zonder dat alle lidstaten zich eraan committeren.

Via gestructureerde inlichtingenuitwisselingen tussen belasting- en douanediensten over de strategieën om niet-naleving op te sporen, kunnen beide autoriteiten betere inzichten verwerven en de risicobeoordelingen op elkaar worden afgestemd; dit thema zal worden meegenomen in de werkzaamheden voor het strategische plan.

26. Eurofisc uitbreiden tot directe belastingen

Eurofisc voorziet in een snelle uitwisseling van inlichtingen over gevallen van btw-fraude. Dit relatief nieuwe systeem zou kunnen worden uitgebreid en een soortgelijke rol spelen op het gebied van de directe belastingen, met name om informatie over terugkerende fraudeconstructies en ‑trends en over agressieve fiscale planning op te sporen en snel te verspreiden.

Te dien einde zal de Commissie de eerste resultaten die met Eurofisc op het gebied van de btw worden behaald, verzamelen en beoordelen, en vervolgens haar werkzaamheden in verband met de uitbreiding van Eurofisc en het vroege waarschuwings­systeem tot de directe belastingen voortzetten.

4.2.3.     De fiscale naleving versterken

27. In alle lidstaten naar een éénloketsysteem toewerken

In iedere lidstaat dient een éénloketsysteem te worden opgezet waar belastingplichtigen, inclusief niet-inwoners, terecht kunnen voor alle soorten fiscale informatie, hetgeen de grensoverschrijdende bedrijvigheid zal vergemakkelijken doordat fiscale obstakels worden weggenomen, en dus tot een betere naleving van de fiscale wet- en regelgeving zal leiden. Een eerste stap is al gezet met de organisatie van een Fiscalis-workshop over dit onderwerp in december 2012 als vervolg op de openbare raadpleging over obstakels op het gebied van de directe belastingen in grensoverschrijdende situaties, die eerder dat jaar plaatsvond. De Commissie zal op dit gebied een gemeenschappelijke methodologie en richtsnoeren opstellen.

28. Gewenst gedrag stimuleren, inclusief via programma's voor vrijwillige informatieverstrekking

De Commissie zal nagaan in hoeverre er gemeenschappelijke methodologieën en richtsnoeren kunnen worden ontwikkeld om educatieve maatregelen te versterken – daartoe behoren de algemene invoering van vooraf ingevulde belastingaangiften, het creëren van gepersonaliseerde internetpagina's en het in staat stellen van de lidstaten om brede bekendheid te geven aan hun mechanismen van administratieve samenwerking, zodat belastingplichtigen zich beter bewust worden van de bevoegdheden die belastingdiensten hebben om inlichtingen te verkrijgen bij andere landen.

De Commissie zal ook nagaan in hoeverre gewenst gedrag kan worden gestimuleerd door - met behulp van gemeenschappelijke methodologieën en richtsnoeren – steun te verlenen aan programma's voor vrijwillige informatie­verstrekking, de correctie van fouten door belastingplichtigen on line (in het bijzonder als er ook gepersonaliseerde internetpagina's worden gecreëerd) en de verbetering van de relatie tussen belastingplichtigen en belastingdiensten.

29. Een webportaal voor belastingen ontwikkelen

De Commissie zal het bestaande webportaal 'Tax on EUROPA' verbeteren en waar nodig uitbreiden om de toegang tot betrouwbare fiscale informatie in grensoverschrijdende situaties te verbeteren. Het webportaal voor belastingen zou kunnen worden opgezet naar het voorbeeld van het e-Justitienetwerk, dat toegankelijk is op EUROPA.

Dit is een ambitieus project dat stapsgewijze moet worden gerealiseerd, waarbij de btw prioriteit krijgt. Als eerste stap zal daarom het btw-gedeelte van het webportaal voor belastingen worden ontwikkeld, dat de factureringsregels die van toepassing zijn in de lidstaten, zal bevatten. Het is de bedoeling om het webportaal open te stellen voor lidstaten die ook andere informatie willen publiceren (zoals belastingtarieven). In een volgende stap zullen andere fiscale aspecten en met name directe belastingen in het portaal worden geïntegreerd.

30. Voorstellen om bestuursrechtelijke en strafrechtelijke sancties op elkaar af te stemmen

De Commissie zal onderzoeken of het opportuun en haalbaar is om de definitie van bepaalde soorten fiscale delicten, inclusief de bestuursrechtelijke en strafrechtelijke sancties voor alle soorten belastingen, op elkaar af te stemmen. De Commissie heeft onlangs regels op strafrechtelijk gebied voorgesteld om de strijd tegen fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt, te versterken en zij is van mening dat dit thema verder moet worden uitgediept in het bredere kader van het debat over de totstandbrenging van een EU-strafrechtbeleid. Het zal zaak zijn ervoor te zorgen dat maatregelen op dit gebied naadloos aansluiten bij soortgelijke maatregelen op andere gebieden van het EU-recht, in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgesteld in de mededeling van de Commissie 'Werken aan een strafrechtbeleid van de EU: de effectieve uitvoering van EU-beleid waarborgen door middel van strafrecht' van 20 september 2011.

31. Een EU-standaardcontrolebestand voor belastingen ontwikkelen

Het gebruik van een EU-standaardcontrolebestand voor belastingen, naar het voorbeeld van wat sommige lidstaten al toepassen of aan het ontwikkelen zijn, zou zowel de vrijwillige naleving door de belastingplichtigen als de belastingcontroles van de belastingdiensten vergemakkelijken.

Er wordt momenteel gewerkt aan een proefproject in de specifieke context van het mini-éénloketsysteem voor telecommunicatie-, omroep- en elektronische diensten. Er moet worden overwogen dit project verder te ontwikkelen.

4.3.        Op de langere termijn te ondernemen acties (na 2014)

In de mededeling van juni is ook een reeks mogelijke maatregelen opgesomd die, naar het oordeel van de Raad, in dit stadium niet prioritair moeten worden behandeld. De Commissie is evenwel van mening dat het de moeite loont om de prioriteit van deze maatregelen op een later tijdstip opnieuw te bekijken, nadat er meer voortgang is gemaakt met de tenuitvoerlegging van de andere, urgentere onderdelen van dit actieplan. Het betreft onder meer:

32. Een methodologie voor gezamenlijke controles door specifiek opgeleide controleteams

Dit thema moet opnieuw worden bekeken nadat er meer ervaring is opgedaan met het gebruik van de bestaande rechtsinstrumenten zoals gelijktijdige controles. Op basis daarvan kunnen een methodologie en richtsnoeren voor gezamenlijke controles worden ontwikkeld. In voorkomend geval kan de Commissie, op basis van een effectbeoordeling, ook één rechtsgrondslag voorstellen voor het verrichten van gezamenlijke controles, waarin verschillende soorten belastingen aan de orde komen.

33. Werken aan een wederzijdse rechtstreekse toegang tot nationale databanken

Gelet op de bestaande bepalingen op het gebied van de btw in verband met VIES zal de Commissie de haalbaarheid van een rechtstreekse toegang tot nationale databanken op het gebied van de directe belastingen analyseren. Eerst moet evenwel lering worden getrokken uit de toepassing van wederzijdse rechtstreekse toegang op het gebied van de btw.

34. Eén rechtsinstrument voor administratieve samenwerking voor alle belastingen totstandbrengen

Aangezien de administratieve samenwerking op de verschillende belastinggebieden op een aantal punten overeenkomsten vertoont, zal de Commissie nagaan in hoeverre het haalbaar is, zowel uit wettelijk als uit praktisch oogpunt, om één rechtsinstrument voor administratieve samenwerking te creëren voor alle belastingen, ter vervanging van de vier verschillende instrumenten die thans bestaan. Dit haalbaarheids­onderzoek zal evenwel pas over geruime tijd worden verricht gelet op het feit dat alle bestaande rechtsgronden voor administratieve samenwerking op het gebied van de directe en de indirecte belastingen en de invordering van belastingen recent nog maar zijn ingetrokken en door nieuwe wetgevingsinitiatieven zijn vervangen.

5. Conclusie

Belastingfraude en –ontduiking is een veelzijdig probleem dat een gecoördineerde en veelsporige aanpak vereist. Ook agressieve fiscale planning is een probleem dat dringend moet worden bekeken. Dit zijn mondiale uitdagingen die geen enkele lidstaat alleen het hoofd kan bieden.

Dit actieplan reikt een reeks specifieke maatregelen aan die nu en in de komende jaren kunnen worden genomen. Het vormt ook een algemene bijdrage aan het bredere internationale debat over belastingen en moet de lopende werkzaamheden van de G20 en de G8 op dit gebied ondersteunen. De Commissie gelooft dat de combinatie van deze maatregelen een breed en effectief antwoord kan bieden op de diverse uitdagingen die door belastingfraude en ‑ontduiking worden gesteld, en zo kan bijdragen aan het billijker maken van de belastingstelsels van de lidstaten, het verwerven van de broodnodige belastinginkomsten en uiteindelijk het verbeteren van de goede werking van de interne markt.

Teneinde te garanderen dat de in dit actieplan beschreven maatregelen naar behoren worden uitgevoerd, zal de Commissie ervoor zorgen dat de nodige monitoring wordt verricht en scoreborden worden bijgehouden – daartoe behoren met name regelmatige gedachtewisselingen in de desbetreffende comités en werkgroepen op basis van gedetailleerde vragenlijsten.

               Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over concrete manieren om de bestrijding van belastingfraude en belastingontduiking, ook in relatie tot derde landen, te versterken (COM(2012) 351 final van 27.6.2012).

               Er zijn landenspecifieke aanbevelingen gericht aan Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, Italië, Litouwen, Malta, Polen en Slowakije. Er zij opgemerkt dat aan de lidstaten die momenteel financiële bijstand ontvangen in het kader van de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF), het Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM) of de bepalingen van artikel 143 van het Verdrag, wordt aanbevolen de maatregelen ten uitvoer te leggen die zijn vastgesteld in de hen betreffende uitvoeringsbesluiten en die nader zijn toegelicht in de bijbehorende memoranda van overeenstemming en de eventuele latere aanvullingen daarop. Het gaat om Griekenland, Ierland, Portugal en Roemenië.

               Conclusies van de Raad van december 2011 (doc. 9586/12 - FISC 63 OC 213).

               ECOFIN-verslag van 4.12.2012 aan de Europese Raad betreffende fiscale aangelegenheden (doc. 16327/12 – FISC 166 – ECOFIN 949) en conclusies van de Raad over het voorstel van de Commissie van 13.11.2012 (doc. 16051/12 – PRESSE 465 – PR CO 60).

               Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen (PB L 84 van 31.3.2010, blz. 1); Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 268 van 12.10.2010, blz. 1); Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1); Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004 (PB L 121 van 8.5.2012, blz. 1).

               COM(2008) 727 definitief van 13.11.2008.

               COM(2009) 644 definitief van 23.11.2009 en COM(2009) 648 definitief van 23.11.2009.

               COM(2012) 428 final van 31.7.2012.

               COM(2009) 511 definitief van 29.9.2009.

             Richtlijn 2010/23/EU van de Raad van 16 maart 2010 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, wat betreft een facultatieve en tijdelijke toepassing van de verleggingsregeling voor leveringen van bepaalde fraudegevoelige diensten (PB L 72 van 20.3.2010, blz. 1).

             Besluit van de Commissie van 3 juli 2012 tot oprichting van het EU-btw-forum (2012/C198/05).

             Mededeling over een vernieuwde EU-strategie 2011-2014 ter bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen (COM(2011) 681 definitief van 25.10.2011).

             Bijlage bij de jaarlijkse groeianalyse 2012 'Een groeivriendelijk belastingbeleid in de lidstaten en betere belastingcoördinatie in de EU' (COM(2011) 815 definitief, VOL. 5/5 - bijlage IV, punt 3.1).

             PB C 2 van 6.1.1998, blz. 2.

             PB C 99 van 1.4.1999, blz. 1.

             In deze context wordt verwezen naar punt 4.1.1.

             COM(2010) 163 definitief van 21.4.2010.

             Verordening (EG) nr. 3199/93 van de Commissie van 22 november 1993 inzake de wederzijdse erkenning van procedures voor de volledige denaturering van alcohol in verband met de vrijstelling van accijns (PB L 288 van 23.11.1993, blz. 12).

             Richtlijn 2011/96/EU van de Raad van 30 november 2011 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (PB L 345 van 29.12.2011, blz. 8).

             De EU participeert actief in andere internationale fora zoals de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de International Organisation for Tax Administration (IOTA), het Inter American Center of Tax Administrations (CIAT), de International Tax Dialogue (ITD), de International Tax Compact (ITC) en het African Tax Administration Forum (ATAF).

             Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1).

             Artikel 8, lid 1, van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad.

             Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (COM(2012) 363/2 van 11.7.2012).

             COM(2011) 573 definitief van 20.9.2011.

             Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad.

             Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen (PB L 84 van 31.3.2010, blz. 1); Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 268 van 12.10.2010, blz. 1); Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1); Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004 (PB L 121 van 8.5.2012, blz. 1).

             Zie bv. de gezamenlijke verklaring van het Verenigd Koninkrijk en Duitsland van 5.11.2012 waarin wordt opgeroepen tot internationale actie om de belastingnormen te versterken - http://www.hm-treasury.gov.uk/chx_statement_051112.htm.

             Zie de verklaring van de G20-leiders van 19 juni 2012, Los Cabos - 'Wij herhalen dat grondslaguitholling en winstverschuiving moeten worden voorkomen en wij zullen de lopende OESO-werkzaamheden op dit gebied met aandacht volgen.'