Artikelen bij COM(2011)713 - Meten van criminaliteit in de EU: Actieplan voor statistiek 2011-2015

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52011DC0713

/* COM/2011/0713 definitief */ MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Het meten van criminaliteit in de EU: Actieplan voor statistiek 2011-2015


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Het meten van criminaliteit in de EU: Actieplan voor statistiek 2011-2015

INLEIDING

DOEL

Statistieken over criminaliteit en strafrechtspleging zijn onontbeerlijke instrumenten voor de ontwikkeling van een empirisch onderbouwd beleid op EU-niveau. Effectbeoordelingen, evaluaties van de uitvoering van EU-wetgeving door de lidstaten en beoordeling van de efficiëntie van nieuwe wetten zijn slechts een aantal voorbeelden van het gebruik van statistische informatie. Hoewel de behoefte aan feitelijke statistieken reeds geruime tijd door de lidstaten en de Europese Commissie wordt erkend, is er nog steeds een gebrek aan betrouwbare en vergelijkbare statistische informatie.

Het doel van deze mededeling is de betrokken partijen in te lichten over de vooruitgang die werd geboekt bij het meten van criminaliteit en strafrechtspleging gedurende de laatste vijf jaar en de belangrijkste acties voor de komende vijf jaar vast te leggen in de vorm van een Actieplan 2011-2015.

STAND VAN ZAKEN

Actieplan 2006-2010 - Achtergrond

In augustus 2006 heeft de Commissie een vijfjarig EU-actieplan vastgesteld voor de ontwikkeling van een omvattende en coherente EU-strategie om criminaliteit en strafrechtspleging te meten. DG Justitie, vrijheid en veiligheid (JLS) en, vanaf 2010, DG Binnenlandse zaken (HOME) waren, in nauwe samenwerking met Eurostat, verantwoordelijk voor de uitvoering ervan.

Tegelijk werd een deskundigengroep inzake de beleidsbehoeften op het gebied van 'criminaliteits- en strafrechtelijke gegevens' opgericht die de Commissie moet bijstaan om de beleidsbehoeften aan gegevens op EU-niveau vast te stellen en advies uit te brengen over de efficiënte ontwikkeling en het dito gebruik van indicatoren op het gebied van criminaliteit en strafrechtspleging. Deze deskundigengroep bestaat uit ambtenaren van politie, justitie of binnenlandse zaken van alle EU-lidstaten, kandidaat-lidstaten en EVA-landen, alsook uit de relevante organisaties en agentschappen binnen de EU, in Europa en op internationaal niveau. Ook de academische wereld en de particuliere sector zijn vertegenwoordigd. De groep is vijf keer samengekomen sinds 2006.

Parallel daarmee werd een Eurostat-werkgroep opgericht om de bevindingen en aanbevelingen van de deskundigengroep toe te passen. Alle lidstaten worden in de werkgroep vertegenwoordigd door regeringsdeskundigen van de nationale bureaus voor de statistiek. Andere deelnemers vertegenwoordigen de EVA en kandidaat-lidstaten, alsook talrijke internationale instanties die actief zijn op het gebied in kwestie. Andere deskundigen worden op ad-hocbasis uitgenodigd om onderwerpen te bespreken die bij hun specifieke expertisegebied aansluiten. De deskundigengroep inzake beleidsbehoeften legt de prioriteiten vast, en de Eurostat-werkgroep bespreekt de haalbaarheid en uitvoering ervan, beoordeelt de kwaliteit van de verzamelde gegevens en bepaalt, indien nodig, de te gebruiken methodes en procedures. Daarenboven werden een aantal subgroepen van deskundigen en taakgroepen opgericht om bijzondere taken van het actieplan te onderzoeken. DG HOME heeft vijf subgroepen opgericht en Eurostat twee taakgroepen.

Actieplan 2006-2010 – Resultaten

Zowel de Commissie als de lidstaten hebben aanzienlijke inspanningen geleverd om een verregaand actieplan uit te voeren. De belangrijkste resultaten kunnen als volgt worden samengevat:

Internationale samenwerking - Mechanisme voor gegevensverzameling: bijzondere aandacht ging naar het leggen van de basis voor samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten, Europese agentschappen en internationale instellingen door netwerken van deskundigen op te richten en contactpunten aan te wijzen. Het resultaat van deze samenwerking was de ontwikkeling van een functioneel mechanisme voor het verzamelen van gegevens dat alle fases van het proces omvat, van het bepalen van de gemeenschappelijke indicatoren tot de eigenlijke bekendmaking van de verzamelde gegevens.

Een beter begrip van de behoeften : even belangrijk was het verbeteren van de kennis met betrekking tot de behoeften, de hiaten en de beperkingen bij het verzamelen en analyseren van gegevens over criminaliteit op EU-niveau. De uitwisseling van informatie tijdens bijeenkomsten van deskundigen, de ervaring die werd opgedaan door tijdens deze hele periode gegevens te verzamelen, en de resultaten van onderzoeksprojecten hebben in dit verband een aanzienlijke bijdrage geleverd.

Ontwikkeling van indicatoren en gegevensverzamelingen : sinds 2007 heeft Eurostat op jaarlijkse basis een "Statistics in Focus"-publicatie opgesteld inzake statistieken over criminaliteit met daarin gegevens over de volgende thema's: totale criminaliteit, doodslag, gewelddadige criminaliteit, overvallen, inbraak in woningen, diefstal van motorvoertuigen, drugshandel, gevangenisbevolking en het aantal politieambtenaren. In november 2010 werd het eerste werkdocument over het witwassen van geld uitgegeven. De statistieken waren gebaseerd op de indicatoren die de Commissie-subgroep van deskundigen voor het witwassen van geld had vastgesteld. Andere tot dusver opgestelde lijsten van indicatoren betreffen mensenhandel en computercriminaliteit.

EU-veiligheidsenquête (slachtofferschap): statistieken van politie en gerechten dienen te worden aangevuld met statistieken over de slachtoffers, in het bijzonder voor vormen van criminaliteit waarbij de incidenten niet steeds worden gerapporteerd. Bovendien zijn slachtofferenquêtes een deugdelijke bron van volledig vergelijkbare gegevens, zolang een gemeenschappelijke methode wordt toegepast. De ontwikkeling van een gemeenschappelijke methode en een module voor slachtofferenquêtes vormde dan ook een ander belangrijk resultaat van dit actieplan. De tenuitvoerlegging van de enquête is gepland voor de periode 2013-2014 en zal, voor het eerst in het bestaan van de EU-27, vergelijkbare informatie opleveren over prevalentiecijfers (cijfers over slachtofferschap) voor specifieke soorten criminaliteit en over aspecten met betrekking tot het (on)veiligheidsgevoel bij burgers. De actieve betrokkenheid van de nationale bureaus voor de statistiek bij elke fase (van het moduleontwerp tot het veldwerk en de ramingen van de prevalentiecijfers) garandeert volledige verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de gegevens, en dat is van bijzonder belang voor landen die geen nationale enquêtes voeren over slachtoffers, aangezien zij deze mogelijkheid kunnen benutten om hun eigen capaciteiten op te bouwen.

Steun voor relevant onderzoek: onderzoeksactiviteiten op het gebied van justitie en binnenlandse zaken werden sterk ondersteund via het programma 'Preventie en bestrijding van criminaliteit' dat een groot aantal onderzoeksgroepen uit alle 27 lidstaten de kans gaf studies uit te voeren op gebieden die van bijzonder belang zijn voor de Commissie. Een karakteristiek voorbeeld van het gebruik van onderzoeksresultaten is de lijst van indicatoren voor mensenhandel, die is gebaseerd op de suggesties en aanbevelingen van relevante studies.

Actieplan 2006-2010 – Verworven kennis

Hoewel heel wat is bereikt binnen de domeinen onderzoek, coördinatie en netwerken, zijn slechts een paar resultaten daadwerkelijk zichtbaar. Dat geldt in het bijzonder voor de doelstellingen die niet enkel de ontwikkeling van gemeenschappelijke indicatoren vereisen, maar ook het daadwerkelijk verzamelen van gegevens. Laatstgenoemde kwestie vormt het traagste en meest problematische aspect van de tenuitvoerlegging van het actieplan.

De hoofdgronden voor de beperkte vooruitgang bij het verzamelen van vergelijkbare en geharmoniseerde gegevens op EU-niveau werden samengevat in de studie inzake 'De ontwikkeling van een classificatiesysteem op EU-niveau' waartoe de Commissie in 2007 de aanzet gaf. Het gaat om de volgende gronden:

Verschillen in de definities van strafbare feiten en de classificatiesystemen : binnen de EU zijn ten minste 128 nationale autoriteiten betrokken bij het verzamelen en opstellen van criminaliteitsstatistieken, terwijl ten minste 52 verschillende classificatiesystemen voor strafbare feiten zijn vastgesteld.

Omslachtige gegevensstroom : coördinatie op nationaal niveau is moeilijk gebleken, vooral als er verschillende gegevensbronnen zijn. Zelfs wanneer er nationale contactpunten bestaan, hebben deze niet altijd toegang tot gegevens die alle fases van het strafrechtstelsel bestrijken. Daarom duurt het na het bijeenbrengen van gegevens altijd bijzonder lang voordat een geïntegreerd gegevensbestand wordt bereikt.

Verschillen in de rapportagesystemen : de verschillende lidstaten passen verschillende telregels toe om criminaliteit te meten, wat de vergelijkbaarheid beperkt en vaak tot dubbeltellingen leidt. Verschillen in het tijdstip waarop gegevens over strafbare feiten worden geregistreerd en de brede waaier aan rapportagepraktijken binnen de EU creëren extra obstakels.

Proliferatie van gegevensverzamelingen door EU-organisaties en internationale organisaties : het verzamelen van gegevens over criminaliteit op internationaal niveau hangt grotendeels af van de reikwijdte en het mandaat van de organisatie in kwestie. Bijgevolg ontvangen autoriteiten van lidstaten regelmatig gelijksoortige, maar licht verschillende verzoeken om gegevens, wat de verwarring en administratieve lasten doet toenemen.

Andere bronnen van vertraging bij het uitvoeren van de in het actieplan beschreven acties waren het gebrek aan interesse of verschil in prioritering van bepaalde activiteiten op nationaal niveau, budgettaire en personeelsgebonden beperkingen en, ten slotte, de toename van de administratieve lasten door nieuwe verzoeken om gegevens. Bijgevolg werd slechts 50% van de doelstellingen gehaald.

Het blijft een feit dat informatie over traditionele vormen van criminaliteit – die niet tot de bevoegdheid van de EU worden gerekend – sterker, vergelijkbaarder en over het algemeen beter van kwaliteit is dan die op het gebied van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, die meer bij de EU-beleidsbehoeften aansluit. Toch kan vooruitgang worden vastgesteld op complexe nieuwe gebieden als het witwassen van geld, mensenhandel en computercriminaliteit. Het blijft evenwel een feit dat zowel de gegevens over traditionele als die over grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit afhangen van de kwaliteit en de efficiëntie van de binnenlandse structuren die ten grondslag liggen aan het verzamelen en verstrekken van gegevens.

POLITIEKE TOEZEGGINGEN

De Europese Raad verzoekt de Commissie in het programma van Stockholm

"door te gaan met het ontwikkelen van statistische instrumenten voor het meten van criminaliteit en criminele activiteiten en te onderzoeken op welke wijze de maatregelen die vervat zijn in het actieplan van de Unie voor 2006-2010 inzake de ontwikkeling van een algemene en coherente Uniestrategie voor het meten van criminaliteit en het strafrecht, en waarvan sommige al zijn uitgevoerd, kunnen worden uitgebreid in het licht van de toegenomen behoefte aan statistieken op een aantal gebieden in de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht."

De bestrijding en preventie van zware en georganiseerde criminaliteit alsook computercriminaliteit vallen binnen de vijf strategische doelstellingen van de EU-interneveiligheidsstrategie die de basis legt voor een effectievere samenwerking tussen de lidstaten en de EU-instellingen met als inzet een veiliger Europa. Het uitwisselen van informatie en het verzamelen van statistieken op bepaalde gebieden zoals mensenhandel, het witwassen van geld, computercriminaliteit en corruptie, stemmen overeen met de door de interneveiligheidsstrategie voorgestelde acties.

TOEKOMSTIGE WERKZAAMHEDEN

Actieplan 2011 – 2015 - Doelstellingen

Aangezien het actieplan 2006-2010 voornamelijk gericht was op het opzetten van de nodige mechanismen, moet het als de eerste stap in een proces op lange termijn worden beschouwd. Het heeft de basis gelegd voor een EU-strategie om criminaliteit en strafrechtspleging te meten door een functioneel mechanisme voor een vlotte informatiestroom van en naar de lidstaten te ontwikkelen en te testen. Op basis van de verworven kennis is het nu mogelijk dit mechanisme effectiever toe te passen.

Het doel van het nieuwe actieplan 2011-2015 is de in 2006 gestarte werkzaamheden voort te zetten en verder te ontwikkelen met het oog op het leveren van resultaten. De in dit actieplan voorgestelde doelstellingen zijn gebaseerd op de in de interneveiligheidsstrategie vastgelegde prioriteiten met betrekking tot specifieke vormen van criminaliteit en op de aanbevelingen van de deskundigengroep inzake beleidsbehoeften, zoals ontvangen in het kader van een schriftelijke raadpleging tijdens de zomer van 2010. De belangrijkste boodschap van die raadpleging, die de prioriteiten van een brede reeks van betrokken partijen weergeeft, was de behoefte aan een gericht en haalbaar actieplan waarbij de klemtoon op de kwaliteit van de verzamelde gegevens, de analyse en verspreiding van de resultaten ligt, alsook een betere coördinatie en samenwerking tussen alle betrokken spelers (lidstaten, EU-instellingen, EU-agentschappen, internationale organisaties, academische wereld). Om tegemoet te komen aan dit verzoek, zijn de doelstellingen van het actieplan 2011-2015 in de volgende vier gebieden opgedeeld:

1. Samenwerking en coördinatie op EU-niveau en internationaal niveau

2. Kwaliteit van de gegevens

3. Analyse van de gegevens en verspreiding van de resultaten

4. Ontwikkeling van indicatoren en specifieke gegevensverzamelingen

Samenwerking op EU-niveau en internationaal niveau

De doelstellingen in deze categorie beantwoorden aan de aanbevelingen van de deskundigen voor het beter in kaart brengen van de behoeften van de beleidsmakers, betere communicatie van de betrokken partijen, het bevorderen van de werkzaamheden inzake statistieken voor criminaliteit en strafrechtspleging binnen de EU-instellingen en een betere samenwerking op EU-niveau en internationaal niveau om te vermijden dat gegevens dubbel worden verzameld. Hieronder volgen een aantal van de voorgestelde acties om die doelstellingen te bereiken:

- oprichting van een nieuwe en bredere deskundigengroep

- regelmatige updates van de relevante werkgroepen van de Raad inzake de uitvoering van het actieplan

- bevorderen en verspreiden van door de lidstaten en internationale organisaties toegepaste beste praktijken voor het verzamelen en rapporteren van gegevens

- gezamenlijk met internationale organisaties en/of EU-agentschappen georganiseerde gegevensverzamelingen.

Kwaliteit van de gegevens

De doelstellingen van deze categorie werden vastgelegd om de vergelijkbaarheid van de gegevens te verbeteren die al op regelmatige basis worden geproduceerd. Aangezien de voornaamste redenen voor het ontbreken van vergelijkbare gegevens de verschillen in wetgeving en rapportagestelsels zijn, ligt de nadruk op de ontwikkeling van een Internationaal classificatiesysteem voor criminaliteit met het oog op de opstelling van statistieken, rekening houdende met eisen inzake meertaligheid. Volgens de deskundigen die over de inhoud van dit actieplan werden geraadpleegd, zou een verbetering van de kwaliteit van de statistieken die jaarlijks door Eurostat in 'Statistics in Focus' worden gepubliceerd, de voornaamste prioriteit moeten zijn. De voorgestelde acties omvatten:

- het voortzetten en bevorderen van de werkzaamheden van de UNODC-UNECE-taakgroep inzake de classificatie van criminaliteit door subsidies te verstrekken aan de lidstaten die de voorgestelde classificatie wensen te testen,

- het verlagen van het aggregatieniveau en het uitbreiden van de lijst van misdrijven (in de 'Statistics in Focus' over criminaliteit en strafrechtspleging) om tot homogenere categorieën te komen,

- demografische variabelen (zoals geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep) invoeren waar nodig,

- richtsnoeren en gemeenschappelijke definities opstellen, in het bijzonder voor de verzamelde nieuwe gegevens over niet-traditionele soorten misdrijven.

Analyse van de gegevens en verspreiding van de resultaten

De behoefte om meer in de analyse van de verzamelde gegevens te investeren, werd door de meerderheid van de deskundigen vermeld tijdens hun raadpleging. Doordat criminaliteit binnen de EU verschillend wordt geregistreerd, gerapporteerd en geclassificeerd, kunnen vergelijkingen van de criminaliteitsgraad misleidend zijn, vooral wanneer absolute cijfers niet vergezeld gaan van aanvullende informatie over de kwaliteit ervan (metagegevens) - bijvoorbeeld indien er afwijkingen zijn van de instructies en richtsnoeren die bij het begin van het proces werden ontvangen.

Tegelijkertijd wordt de behoefte aan een EU-Criminaliteitsrapport, dat gegevens en rapporten over criminaliteit en criminaliteitsstatistieken zou samenbrengen, reeds lang erkend. De ontwikkeling van een kader voor het opstellen van een dergelijk rapport was al een van de doelstellingen van het actieplan 2006-2010 en vormde tevens het onderwerp van een studie die in december 2010 werd afgesloten. Er dient echter nog steeds verder over de haalbaarheid van de voorgestelde opties te worden nagedacht.

Verscheidene betrokken partijen verzochten tevens om verspreiding van en open toegang tot gegevens, studies, rapporten en goede praktijken. Om aan de voornoemde verzoeken te voldoen, werden de volgende acties gepland:

- het systematisch compileren en publiceren van metagegevens en contextuele informatie, naar het voorbeeld van 'Statistics in Focus'

- de ontwikkeling van een EU-Criminaliteitsrapport op basis van de aanbevelingen van het voorbereidende onderzoek en de beoordeling van de haalbaarheid van de voorgestelde opties

- het opstellen van werkdocumenten en toelichtingen voor elke nieuwe gegevensverzameling.

Ontwikkeling van indicatoren en specifieke gegevensverzamelingen

De doelstellingen van deze categorie weerspiegelen de algemene consensus over een beknopt en haalbaar actieplan en stemmen overeen met het verzoek van de lidstaten met betrekking tot extra werkdruk. Tegelijk zijn ze gebaseerd op de via de interneveiligheidsstrategie vastgelegde prioriteiten betreffende specifieke vormen van criminaliteit.

Er werden twee soorten activiteiten gepland:

- lopende activiteiten die onder het vorige actieplan van start gingen, zoals de uitvoering van de EU-veiligheidsenquête, de slachtofferenquête en de derde gegevensverzameling over het witwassen van geld.

- activiteiten uit het vorige actieplan waarvoor onvoldoende vooruitgang is geboekt, zoals de gegevensverzameling inzake computercriminaliteit, of die nooit zijn opgestart, zoals de ontwikkeling van indicatoren voor corruptie.

Het verzamelen van criminaliteitsstatistieken zou vanaf 2012 verder moeten worden gefaciliteerd doordat de lidstaten tijdig het besluit (van de derde pijler) betreffende de oprichting van het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS) ten uitvoer leggen.

Actieplan 2011- 2015 – Uitdagingen

De succesvolle uitvoering van het actieplan vereist intensieve en permanente werkzaamheden op alle niveaus (nationaal, binnen de EU en internationaal).

Op nationaal niveau dient de binnenlandse coördinatie tussen de verschillende gouvernementele en niet-gouvernementele gebruikers en verstrekkers van gegevens over criminaliteit te worden verbeterd. De ervaring heeft aangetoond dat dit gebrek aan coördinatie een van de belangrijkste oorzaken van vertragingen is bij het verzamelen van gegevens.

De financiële crisis heeft een aantal lidstaten gedwongen hun administratieve kosten te verminderen en bijgevolg de mogelijkheid om deel te nemen aan deskundigengroepen en comités. De Commissie is zich van deze situatie bewust en zal het aantal bijeenkomsten tot het minimum proberen te beperken en zal tevens andere communicatiemiddelen zoals video- en teleconferenties onderzoeken.

Op EU-niveau blijft de belangrijkste uitdaging de vergelijkbaarheid van de verzamelde gegevens. Dat is de reden waarom de classificatie van gegevens over criminaliteit consistent moet worden aangepakt. De behoefte aan een gemeenschappelijk classificatiesysteem is niet enkel van toepassing op de lidstaten, maar ook op de EU-agentschappen. Er dienen inspanningen te worden geleverd om te vermijden dat de huidige situatie in bepaalde lidstaten, waarbij talrijke en vaak uiteenlopende classificaties van criminaliteit het verzamelen van vergelijkbare gegevens extra bemoeilijken, zich in andere lidstaten herhaalt.

Op Europees en internationaal niveau ligt de nadruk op de coördinatie en uitwisseling van goede praktijken. Gemeenschappelijke gegevensverzamelingen (d.w.z. Commissie, VN-organen, de Raad van Europa, enz.) zouden duidelijk de last van de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten verlichten en zodoende de tijd verminderen die vereist is voor het verzamelen, nagaan en doorgeven van de statistische informatie.

UITVOERING EN FOLLOW-UP

DG HOME zal verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het actieplan 2011-2015. Eurostat zal de activiteiten voortzetten die onder het voorgaande actieplan zijn opgestart en zal technisch advies over de nieuwe taken verstrekken indien nodig.

De heroprichting van een deskundigengroep die de Commissie moet ondersteunen bij het vaststellen van de beleidsbehoeften met betrekking tot gegevens over criminaliteit zal helpen te vermijden dat dubbel werk wordt geleverd aangaande georganiseerde criminaliteit en volumecriminaliteit binnen de Commissie, de EU-organen en -agentschappen en internationale organisaties die actief zijn op het veld.

Subgroepen en taakgroepen zullen worden opgericht om specifieke taken uit te voeren wanneer de deskundigengroep daar tijdens diens jaarlijkse bijeenkomst mee instemt.

Het actieplan zal worden bijgesteld naarmate deze werkzaamheden vorderen en de betrokken activiteiten zullen worden geïntegreerd in de relevante werkprogramma’s van de Commissie, alsook in het communautair statistisch programma en de jaarlijkse werkprogramma’s in het kader daarvan. Het actieplan zal mogelijk ook het meten van gegevens dienen te omvatten met betrekking tot de daadwerkelijke uitvoering van het EU-beleid met behulp van maatregelen inzake criminaliteit, alsook mogelijke nieuwe instrumenten aangaande criminaliteit en strafrechtspleging. De nieuwe financiële vooruitzichten zullen rekening houden met het feit dat de lidstaten steun nodig hebben om het actieplan te kunnen uitvoeren.

De Commissie zal jaarlijks de relevante werkgroepen van de Raad inlichten over de vooruitgang bij de uitvoering van het actieplan. In 2013 zal de Commissie een tussentijdse evaluatie voorbereiden, en eind 2015 zal een eindrapport aan het Europees Parlement en de Raad worden overhandigd over de successen en de beperkingen bij de uitvoering van het actieplan.

TABEL MET ACTIES VOOR HET EU-ACTIEPLAN 2011-2015 MET BETREKKING TOT HET METEN VAN CRIMINALITEIT BINNEN DE EUROPESE UNIE

1. SAMENWERKING EN COÖRDINATIE OP EU-NIVEAU EN INTERNATIONAAL NIVEAU

Doelstellingen | Verantwoordelijke organisatie | Tijdsbestek | Specifieke acties |

1.1 | Een communicatiekanaal opzetten tussen beleidsmakers (inclusief Commissie), verstrekkers van gegevens en eindgebruikers | COM (HOME) | Besluit van de Commissie in 2011 Jaarlijkse bijeenkomsten vanaf 2012 | a. Heroprichting en uitbreiding van een deskundigengroep die de Commissie moet raadplegen over de uitvoering van het actieplan. b. Definiëren en regelmatig actualiseren van de beleidsbehoefte via besprekingen en schriftelijke raadplegingen. c. Feedback van de gebruikers van de verzamelde criminaliteitsstatistieken om beter te begrijpen welk soort gegevens vereist zijn voor beleids- en besluitvorming. |

1.2 | Bewustmaking en verhoging van de zichtbaarheid van de werkzaamheden inzake criminaliteitsstatistieken binnen de EU-instellingen | COM (HOME) | Permanent | a. Jaarlijkse actualisering van de relevante werkgroep van de Raad over de vooruitgang bij de uitvoering van het actieplan. b. Bevorderen en verspreiden van beste praktijken van de lidstaten en internationale organisaties |

1.3 | Samenwerking tussen de nieuwe deskundigengroep en de Eurostat-werkgroep verbeteren | COM (HOME, ESTAT) | Permanent | Gemeenschappelijke toegang tot vergaderverslagen, presentaties en ondersteunende documenten. |

1.4 | Vermijden van proliferatie van statistische gegevens en dubbele informatie door op dezelfde manier gegevensverzamelingen te organiseren als andere internationale instellingen en/of EU-agentschappen. | COM (ESTAT, HOME, JUST) | De eerste gemeenschappelijke gegevensverzameling in 2011 | Gemeenschappelijke gegevensverzameling van UNODC en EUROSTAT. Andere mogelijkheden onderzoeken. Gemeenschappelijke gegevensverzameling van Commissie en Raad van Europa over gevangenisbevolking (SPACE I en II) |

1.5 | Nauw met de academische wereld samenwerken en onderzoeksactiviteiten bevorderen met beleidsrelevantie op de voor DG HOME belangrijkste gebieden van criminaliteit. | COM (HOME, ESTAT, JUST, RTD, ENTR) | Permanent | a. Substantiële vertegenwoordiging van de academische wereld in de relevante deskundigengroep en subgroepen van de Commissie. b. Verspreiding van informatie met betrekking tot onderzoeksopportuniteiten binnen het 7de en 8ste kaderprogramma voor onderzoek. c. Brede communicatie van eindresultaten en te leveren prestaties van de via het ISEC-programma gefinancierde projecten. |

2. KWALITEIT VAN DE GEGEVENS

2.1 | De werkzaamheden met betrekking tot de ontwikkeling van een Internationaal classificatiesysteem met het oog op de opstelling van statistieken opvolgen en voortzetten, in samenwerking met UNODC en UNECE | COM (HOME, ESTAT), UNODC, UNECE | Permanent | a. Bijdragen aan de ontwikkeling van een dergelijke classificatie en het uiteindelijke resultaat bij de relevante groepen bekend maken. b. Via het ISEC-programma financiering aan de lidstaten verstrekken die de voorgestelde classificatie wensen te testen. |

2.2 | De jaarlijkse bekendmaking van gegevens over criminaliteit en strafrechtspleging (Statistics in Focus) voortzetten en bevorderen om meer informatie te verstrekken | COM (ESTAT, HOME, JUST) | Permanent | a. Invoering van demografische variabelen (bijv. geslacht en leeftijd). b. Insluiten van informatie over nationaliteit en verblijfplaats voor gevangenisbevolkingen. c. Uitbreiden van de bekendmaking tot andere soorten criminaliteit. |

2.3 | De vergelijkbaarheid van de tot dusver verzamelde en bekendgemaakte gegevens verbeteren. | COM (ESTAT en HOME) | Permanent | a. Opsplitsing van de algemene categorieën criminaliteit in meer homogene categorieën indien mogelijk. b. Ontwikkeling van gemeenschappelijke definities en richtsnoeren, vooral voor de gegevensverzamelingen met betrekking tot Eurocrimes waar voorafgaande ervaring ontbreekt. |

3. ANALYSE VAN DE GEGEVENS EN VERSPREIDING VAN DE RESULTATEN

3.1 | Een samenhangend kader ontwikkelen voor het rapporteren van EU 27-gegevens over criminaliteit zonder misleidende vergelijkingen. | COM (HOME) met bijdragen van andere DG's en internationale betrokken partijen | Eerste gedrukte editie in 2013-2014 | Ontwikkeling van een EU-Criminaliteitsrapport op basis van de aanbevelingen van het in het kader van het actieplan 2006-2010 uitgevoerde voorbereidende onderzoek en de beoordeling van de haalbaarheid van de voorgestelde opties. |

3.2 | Systematisch metagegevens en contextuele informatie verzamelen en bekendmaken. | COM (ESTAT, HOME) | Permanent | Bij elke gegevensverzameling zal een reeks door de lidstaten verstrekte metagegevens en opmerkingen worden gevoegd. |

3.3 | Werkdocumenten en toelichtingen bekendmaken | COM (HOME) en/of externe deskundigen (afhankelijk van de zaak) | Permanent | Voor elk van de specifieke gegevensverzamelingen (doelstellingen 4.1 – 4.6) zullen resultaten worden aangeboden en, indien mogelijk, geanalyseerd in een openbaar werkdocument. |

4. ONTWIKKELING VAN INDICATOREN EN SPECIFIEKE GEGEVENSVERZAMELINGEN

4.1 | Meten van het witwassen van geld | COM (HOME, ESTAT) | Gegevensverzameling in 2011. Bekendmaking van resultaten eerste helft van 2012 | a. Derde verzameling statistieken over het witwassen van geld gebaseerd op de in het kader van het actieplan 2006-2010 ontwikkelde indicatoren. b. Beoordeling van de noodzaak van een regelmatige verzameling om de twee jaar. |

4.2 | Meten van mensensmokkel | COM (HOME, ESTAT voor de verzameling) | Eerste gegevensverzameling in 2011-2012 | a. Eerste gegevensverzameling over een klein aantal indicatoren in samenwerking met het netwerk van nationale rapporteurs. b. Beoordeling van de haalbaarheid en de noodzaak van regelmatige verzameling. |

4.3 | Meten van computercriminaliteit | COM (HOME, met technisch advies van ESTAT) | Eerste gegevensverzameling in 2012 | a. Eerste gegevensverzameling inzake de strafbare feiten van de voorgestelde EU-richtlijn inzake aanvallen tegen informatiesystemen. b. De geleidelijke uitbreiding van de lijst tot andere door computer gefaciliteerde criminaliteit, zoals onlinefraude, zal worden beoordeeld en besproken. |

4.4 | Meten van corruptie | COM (HOME, met technisch advies van ESTAT, OLAF) | Eerste gegevensverzameling in 2013 | Ontwikkeling van indicatoren gevolgd door een proefproject voor gegevensverzameling. |

4.5 | Meten van cijfers over slachtofferschap en veiligheidsgevoel in een gemeenschappelijke EU-enquête (EU SASU) | COM (ESTAT, HOME, JUST), lidstaten | Uitvoering van de enquête in 2013 Bekendmaking van resultaten 2014-2015 | a. Uitvoering van een enquête bij huishoudens/personen in de Europese Unie; het model werd ontwikkeld in nauwe samenwerking met de lidstaten en omvat de prevalentie van specifieke soorten criminaliteit (cijfers over slachtofferschap) en andere aspecten met betrekking tot het gevoel dat burgers over hun veiligheid hebben. b. Analyse en bekendmaking van de resultaten |

4.6 | Meten van de omvang en het soort slachtofferschap in het bedrijfsleven | COM (HOME) | Enquête in 2011-2012 Resultaten in 2013 | Uitvoering van een enquête over slachtofferschap in het bedrijfsleven op basis van de haalbaarheidsstudie die in het kader van het actieplan 2006-2010 werd uitgevoerd. |

4.7 | Meten van de impact van EU-wetgeving op strafrechtelijke sancties op nationale praktijken | COM (JUST) | Resultaten in 2013 | Eerste gegevensverzameling gebaseerd op studie over wetgeving en praktijk met betrekking tot strafrechtelijke sancties. |

Bij Beschikking 2006/581/EG van de Commissie.

Europese Vrijhandelsassociatie: IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland.

EUCPN, EMCDDA, EUROJUST, EUROPOL, FRA, Raad van Europa, European Sourcebook, UNODC, UNECE en UNICEF

Subgroepen voor planning, witwassen van geld, strafrecht, mensenhandel, politionele samenwerking en computercriminaliteit.

Taakgroepen voor slachtofferschap en voor beschikbaarheid van gegevens over criminaliteit

http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/crime/publications

http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/product_details/publication?p_product_code=KS-RA-10-003

Aanbesteding JLS/D2/2007/03. Studie betreffende de ontwikkeling van een classificatiesysteem voor strafbare feiten op EU-niveau en een beoordeling van de haalbaarheid om de tenuitvoerlegging van het actieplan te ondersteunen om een EU-strategie te ontwikkelen om criminaliteit en strafrecht te meten.

Gebaseerd op overtreders of op strafbare feiten.

Nog eens 30% werd gedeeltelijk gehaald of is nog in behandeling.

PB C 115/1 van 4.5.2010, blz. 21.

De EU-interneveiligheidsstrategie in actie: vijf stappen voor een veiliger Europa - COM (2010) 673 definitief.

PB L 93 van 7.4.2009, blz. 33.

Volumecriminaliteit omvat: inbraak, overvallen, diefstal van voertuigen, geweldpleging, vandalisme, enz.

Zodat de 27 lidstaten, toetredende landen en kandidaat-lidstaten, het secretariaat van de Raad, EU-agentschappen, de Raad van Europa, VN-lichamen, European Sourcebook en vertegenwoordigers van de academische wereld worden omvat

Erg veel hing af van de resultaten van doelstelling 2.1: ontwikkeling van een Internationaal classificatiesysteem voor criminaliteit met het oog op de opstelling van statistieken

Zoals vastgesteld door de Commissie op 30 september 2010 (COM(2010)517 definitief).