Artikelen bij COM(2002)11 - Ondertekening van een nieuw Protocol bij het Verdrag van Barcelona betreffende de samenwerking in noodsituaties bij de voorkoming van verontreiniging door schepen en bij de bestrijding van verontreiniging van de Middellandse Zee door koolwaterstoffen en andere schadelijke en potentieel gevaarlijke stoffen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52002PC0011

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van een nieuw Protocol bij het Verdrag van Barcelona betreffende de samenwerking in noodsituaties bij de voorkoming van verontreiniging door schepen en bij de bestrijding van verontreiniging van de Middellandse Zee door koolwaterstoffen en andere schadelijke en potentieel gevaarlijke stoffen /* COM/2002/0011 def. */


Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening van een nieuw Protocol bij het Verdrag van Barcelona betreffende de samenwerking in noodsituaties bij de voorkoming van verontreiniging door schepen en bij de bestrijding van verontreiniging van de Middellandse Zee door koolwaterstoffen en andere schadelijke en potentieel gevaarlijke stoffen


(door de Commissie ingediend)


TOELICHTING

(1) De Gemeenschap is overeenkomstsluitende partij bij het Verdrag van Barcelona inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging . In het kader van dit Verdrag is zij tevens partij bij het Protocol inzake de voorkoming van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen , het Protocol betreffende de samenwerking in noodsituaties bij de bestrijding van de verontreiniging van de Middellandse Zee door koolwaterstoffen en andere schadelijke stoffen , het Protocol inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging vanaf het land en het Protocol inzake de speciaal beschermde gebieden en de biologische diversiteit in de Middellandse Zee .

Besluit 77/585/EEG van 25.7.1977, PB L240 van 19.7.1977, blz. 1. Besluit 1999/802/EG van 22.10.1999, PB L322 van 14.12.1999, blz. 32.

Besluit 77/585/EEG van 25.7.1977, PB L240 van 19.7.1977, blz. 1. Besluit 1999/802/EG van 22.10.1999, PB L322 van 14.12.1999, blz. 32.

Besluit 81/420/EEG van 19.5.1981, PB L162 van 19.6.1981, blz. 4.

Besluit 83/101/EEG van 28.2.1983, PB L67 van 12.3.1983, blz. 1. Besluit 1999/801/EG van 22.10.1999, PB L322 van 14.12.1999, blz. 18.

Besluit 1999/800/EG van 22.10.1999, PB L322 van 14.12.1999, blz. 1.

(2) In hun gewone vergadering van 1999 hadden de overeenkomstsluitende partijen bij het Verdrag van Barcelona besloten het huidige Protocol betreffende de samenwerking in noodsituaties bij de bestrijding van de verontreiniging van de Middellandse Zee door koolwaterstoffen en andere schadelijke stoffen te wijzigen, en meer bepaald daarin de nodige bepalingen op te nemen voor de ontwikkeling van een regionale strategie ter voorkoming van verontreiniging van het mariene milieu van de Middellandse Zee door schepen.

(3) De Commissie is door de Raad bij besluit van 24-25 januari 2000 (doc. 14243/99 ENV 463 MAR 115) gemachtigd om namens de Europese Gemeenschap deel te nemen aan de onderhandelingen over genoemd Protocol.

(4) Een ontwerp van het nieuwe Protocol is opgesteld door het Secretariaat, na een bijeenkomst van de juridische en technische deskundigen die van 2 t/m 6 april 2001 in Monaco is gehouden. Op deze bijeenkomst is de partijen bij het Verdrag van Barcelona voorgesteld een nieuw Protocol aan te nemen in plaats van het bestaande Protocol te wijzigen, aangezien de geplande bepalingen een ingrijpende innovatie vormen ten opzichte van het huidige Protocol en de goedkeuring van een nieuw Protocol de inwerkingtreding daarvan zal vergemakkelijken gezien het feit dat daarvoor slechts zes ratificaties vereist zijn. De conferentie van de partijen bij het Verdrag is het tijdens de twaalfde, van 14 t/m 17 november 2001 te Monaco gehouden vergaderingen over deze aanpak eens geworden.

(5) Naast de in april te Monaco gehouden technische vergadering heeft in Malta op 29 en 30 oktober 2001 een informele vergadering plaatsgehad van enkele van de belangrijkste partijen om van gedachten te wisselen over wijzigingen die de Commissie na een bespreking met een werkgroep van de Raad op 24 oktober, naar voren heeft gebracht.

(6) Tijdens de onderhandelingen heeft de Commissie zich, met het oog op het van de Raad ontvangen mandaat, steeds door de volgende overwegingen laten leiden:

(a) Het nieuwe Protocol is een noodzakelijke bijwerking van de juridische instrumenten van het Verdrag van Barcelona na de in 1995 in dit Verdrag aangebrachte wijzigingen, en vormt een belangrijke bijdrage aan de totstandbrenging van een samenwerkingsstructuur ter voorkoming van verontreiniging van de Middellandse Zee.

(b) Het ontwerp-protocol bevat een aantal bepalingen die betrekking hebben op reeds of in ieder geval binnenkort onder het geldende Gemeenschapsrecht vallende kwesties op het gebied van de veiligheid op zee en voorkoming van verontreiniging door schepen . Het betreft met name bepalingen inzake samenwerking bij de gegevensuitwisseling tussen partijen, de procedures voor meldingen door schepen van incidenten of verontreiniging op zee, operationele maatregelen, ontvangstinstallaties in havens, veiligheid van het scheepvaartverkeer en toegang van in moeilijkheden verkerende schepen tot de havens. Er diende dus op te worden toegezien dat de tekst van het Protocol niet strijdig was met reeds geldende of binnenkort in werking tredende bepalingen van de communautaire wetgeving.

Het betreft met name de volgende teksten:

(c) Een aantal in het Protocol gebruikte termen moet zoveel mogelijk in overeenstemming worden gebracht met de terminologie van de communautaire wetgeving om verwarring of een verkeerde interpretatie te voorkomen bij de praktijktoepassing van de betrokken bepalingen door de lidstaten.

(d) In de tekst van het Protocol moet melding worden gemaakt van de door de Gemeenschap en de kuststaten van de Middellandse Zee te leveren bijdrage in de vorm van regelgeving voor het bereiken van de doelstellingen van het Protocol, meer bepaald op het gebied van voorkoming, beperking en beheersing van de verontreiniging van het mariene milieu door schepen. De desbetreffende in het kader van het Protocol getroffen nationale en regionale maatregelen moeten in ieder geval verenigbaar zijn met het internationale recht of gericht zijn op de tenuitvoerlegging daarvan.

(e) De mogelijkheid in het Protocol een aantal nieuwe elementen te verwerken die zijn ontleend aan de communautaire wetgeving inzake veiligheid op zee en voorkoming van verontreiniging van de zee.

(7) In zijn huidige vorm beantwoordt het uit de oktober-vergadering in Malta voortgekomen ontwerp-protocol op bevredigende wijze aan de eerste vier van bovenstaande overwegingen. De Commissie heeft in Malta voorstellen gedaan voor artikel 8, lid 1 en artikel 9bis, lid 2 waardoor het ontwerp in overeenstemming zou zijn gebracht met het gemeenschappelijk standpunt van de Raad vervoer inzake een communautair systeem voor toezicht op de scheepvaart en informatie over het zeeverkeer. In hun oorspronkelijke versie zijn deze voorstellen niet door de vergadering aanvaard en verdere door de Commissie voorgestelde wijzigingen zijn in Malta wegens tijdsgebrek niet meer besproken. Voorstellen voor veranderingen in artikel 10ter, lid 1, om dit artikel beter te laten aansluiten bij het communautaire standpunt inzake het in rekening brengen van het gebruik van havenontvangstfaciliteiten zijn, behoudens eventuele bezwaren van Egypte, wel goedgekeurd.

(8) Over de tekst zal nog één formele onderhandelingsronde worden gehouden, in de vorm van een derde vergadering van de nationale technische en juridische deskundigen; deze vergadering zal van 20 t/m 22 januari 2002 op Malta plaatsvinden. In haar voorbereidende opmerkingen en bij deze vergadering zal de Commissie blijven pleiten voor een formulering van artikel 8, lid 1 en artikel 9bis, lid 2 die krachtiger is dan de versies welke zijn goedgekeurd tijdens de tweede vergadering te Monaco in april 2000.

(9) Zoals in het kader van het Verdrag van Barcelona gebruikelijk is, zijn de nodige regelingen getroffen voor een conferentie van gevolmachtigden, welke onmiddellijk na de technische onderhandelingsronde zou moeten plaatsvinden. In beginsel zou de conferentie van 24 en 25 januari de definitieve versie van het Protocol moeten goedkeuren, welke dan bij dezelfde gelegenheid voor de verdragsluitende partijen ter ondertekening open zou moeten staan. Vooropgesteld dat de definitieve tekst aan bovenstaande overwegingen beantwoordt en met het mandaat van de Commissie in overeenstemming is, zou het uitermate wenselijk zijn dat de Gemeenschap het nieuwe Protocol nog tijdens de conferentie kan ondertekenen. Hiermee zouden wij uitdrukking geven aan onze wil om ons, ter bescherming van de Middellandse Zee, voor de preventie van verontreiniging door schepen in te zetten en het wettelijk kader van het gewijzigde Verdrag van Barcelona te implementeren. Zo nodig zou de in paragraaf 8 gesuggereerde verklaring worden opgesteld en in het verslag van de beraadslagingen van de conferentie worden opgetekend.

(10) In dit verband wordt de Raad verzocht zijn voorzitter te machtigen de persoon of personen aan te wijzen die bevoegd zijn om namens de Gemeenschap het nieuwe Protocol betreffende de samenwerking in noodsituaties bij de voorkoming van verontreiniging door schepen en bij de bestrijding van verontreiniging van de Middellandse Zee door koolwaterstoffen en andere schadelijke en potentieel gevaarlijke stoffen te ondertekenen, met dien verstande dat de definitieve tekst van dit Protocol verenigbaar moet zijn met de ter zake geldende communautaire wetgeving.

(1)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening van een nieuw Protocol bij het Verdrag van Barcelona betreffende de samenwerking in noodsituaties bij de voorkoming van verontreiniging door schepen en bij de bestrijding van verontreiniging van de Middellandse Zee door koolwaterstoffen en andere schadelijke en potentieel gevaarlijke stoffen


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 174, lid 4, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

PB C van , blz. .

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het nieuwe Protocol een noodzakelijke bijwerking is van de juridische instrumenten van het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging (Verdrag van Barcelona), zoals gewijzigd in 1995, in die zin dat daarin de nodige bepalingen dienen te worden opgenomen voor de ontwikkeling van een regionale strategie ter voorkoming van verontreiniging van het mariene milieu van de Middellandse Zee door schepen;

(2) De Gemeenschap overeenkomstsluitende partij is bij het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging (Verdrag van Barcelona) en bij het Protocol betreffende de samenwerking in noodsituaties bij de bestrijding van de verontreiniging van de Middellandse Zee door koolwaterstoffen en andere schadelijke stoffen ;

Besluit 77/585/EEG van 25.7.1977, PB L240 van 19.7.1977, blz. 1. Besluit 1999/802/EG van 22.10.1999, PB L322 van 14.12.1999, blz. 32.

Besluit 81/420/EEG van 19.5.1981, PB L162 van 19.6.1981, blz. 4.

(3) De Commissie op basis van een op 24-25 januari 2001 door de Raad verleend onderhandelingsmandaat namens de Gemeenschap heeft deelgenomen aan de onderhandelingen over de opstelling van een nieuw Protocol betreffende de samenwerking in noodsituaties bij de voorkoming van verontreiniging door schepen en bij de bestrijding van verontreiniging van de Middellandse Zee door koolwaterstoffen en andere schadelijke en potentieel gevaarlijke stoffen;

(4) Het toepassingsgebied van dit nieuwe Protocol althans gedeeltelijk onder de bevoegdheid van de Gemeenschap valt;

(5) De overeenkomstsluitende partijen nog commentaar moeten geven op het ontwerp van het nieuwe Protocol en dat daarover nog onderhandelingen moeten plaatsvinden; dat het Protocol in principe zal worden goedgekeurd en voor ondertekening door de overeenkomstsluitende partijen zal worden opengesteld op de Conferentie van gevolmachtigden die in januari 2002 in Malta zal worden gehouden;

(6) Het van belang is dat dit Protocol door de Gemeenschap kan worden ondertekend, met dien verstande dat het verenigbaar moet zijn met het ter zake geldende Gemeenschapsrecht,

BESLUIT

Enig artikel

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon of personen aan te wijzen die bevoegd zijn om namens de Gemeenschap het nieuwe Protocol bij het Verdrag van Barcelona betreffende de samenwerking in noodsituaties bij de voorkoming van verontreiniging door schepen en bij de bestrijding van verontreiniging van de Middellandse Zee door koolwaterstoffen en andere schadelijke en potentieel gevaarlijke stoffen te ondertekenen, mits de definitieve tekst van dit Protocol verenigbaar is met de ter zake geldende communautaire wetgeving.