Artikelen bij COM(1998)377-2 - Controlemaatregelen en maatregelen inzake het restitutiestelsel en de administratieve samenwerking noodzakelijk voor de toepassing van Richtlijn 98/xxx/EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1 - Voorwerp

Bij deze verordening worden controlemaatregelen en maatregelen inzake het restitutiestelsel en de administratieve samenwerking tussen de lidstaten vastgesteld die noodzakelijk zijn voor de toepassing van Richtlijn 98/. . ./EG.

Artikel 2 - Definities

1. In de zin van deze verordening wordt verstaan onder:

- 'lidstaat van aftrek': de lidstaat waar een belastingplichtige zijn recht op aftrek uit hoofde van artikel 17, lid 3 bis, van Richtlijn 77/388/EEG, uitoefent;

- 'lidstaat van aankoop': de lidstaat waar de BTW, waarvoor uit hoofde van artikel 17, lid 3 bis, recht op aftrek bestaat, verschuldigd of voldaan is.

2. Elke lidstaat deelt aan de andere lidstaten en aan de Commissie mee welke autoriteiten verantwoordelijk zijn voor de toepassing van deze verordening.

Artikel 3 - Verificatie door de lidstaat van aftrek

1. De lidstaat van aftrek verricht bij de indiening van de periodieke aangifte waarbij het speciale formulier en de kopieën van de facturen of invoerdocumenten zijn gevoegd, een eerste verificatie teneinde met name na te gaan of de beperkingen van het recht op aftrek, en in voorkomend geval het pro rata voor de toepassing van de aftrek, in acht zijn genomen. Voorts gaat hij na of de aard en de omstandigheden van de uitgaven niet doen vermoeden dat de belastingplichtige belastbare handelingen verricht op het grondgebied van de lidstaat van aankoop, waarvoor hij belasting verschuldigd is.

2. Indien er onregelmatigheden worden geconstateerd, gaat de lidstaat van aftrek onmiddellijk over tot de nodige herzieningen.

3. Indien de lidstaat van aftrek oordeelt dat de door de belastingplichtige gedane uitgaven wijzen op het bestaan van belastbare handelingen op het grondgebied van de lidstaat van aankoop, stelt hij de lidstaat hiervan onmiddellijk in kennis.

Artikel 4 - Compensatie tussen de lidstaten onderling

1. De lidstaat van aftrek verkrijgt van de lidstaat van aankoop restitutie van het bedrag van de afgetrokken BTW, rekening houdend met de herzieningen naar aanleiding van de in artikel 3 bedoelde verificatie.

2. Elke lidstaat stelt de overige lidstaten in kennis van het totale bedrag, uitgedrukt in euro, van de BTW die op grond van lid 1 aan hem moet worden gerestitueerd. Dit geschiedt uiterlijk op 31 juli van elk jaar voor de BTW die is afgetrokken op de aangiften die in de eerste helft van het jaar zijn ingediend, en uiterlijk op 31 januari van elk jaar voor de BTW die is afgetrokken op de aangiften die in de tweede helft van het voorgaande jaar zijn ingediend.

3. De wisselkoers wordt in voorkomend geval vastgesteld op 31 januari en 31 juli van elk jaar volgens de communautaire bepalingen die gelden voor de berekening van de douanewaarde.

Artikel 5 - Voorlopig saldo

Aan de hand van de kennisgevingen die op grond van artikel 4, lid 2, zijn gedaan, stellen de lidstaten op 31 januari en 31 juli bilateraal het voorlopige saldo vast van de door hen en aan hen te restitueren bedragen.

Artikel 6 - Compensatie tussen de lidstaten onderling

1. De belastbare handelingen waarvoor op grond van artikel 17, lid 3 bis, van Richtlijn 77/388/EEG het recht op aftrek van de BTW wordt uitgeoefend en die een frauderisico kunnen inhouden, zijn voor de lidstaat van aftrek aanleiding tot het verstrekken van informatie aan de lidstaat van aankoop. Deze informatie wordt uiterlijk meegedeeld op de vijftiende van de maand die volgt op de maand van indiening van de periodieke aangifte waarbij het speciale formulier en de kopieën van de facturen of invoerdocumenten zijn gevoegd.

2. De criteria voor de keuze van de handelingen waarover informatie wordt verstrekt, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 10.

3. De lidstaten kunnen evenwel bilaterale overeenkomsten sluiten waarbij aanvullende criteria worden vastgesteld.

4. De lidstaten delen de Commissie alle informatie over het gebruik van de uitgewisselde inlichtingen mee die zij nodig acht voor de opstelling van het in artikel 12 bedoelde verslag.

Artikel 7 - Verificatie door de lidstaat van aankoop

De lidstaat van aankoop stelt de lidstaat van aftrek binnen drie maanden na de ontvangst van de in artikel 6 bedoelde inlichtingen op de hoogte van de gevallen waarin hij onregelmatigheden heeft geconstateerd waaruit kan worden afgeleid dat de onderhavige belastbare handeling ofwel fictief was ofwel was verricht in het kader van belastbare activiteiten van de belastingplichtige op zijn grondgebied.

In het tweede geval kan de belastingplichtige geen recht op aftrek vervat in artikel 17, lid 3 bis, van Richtlijn 77/388/EEG uitoefenen.

Artikel 8 - Termijn voor het wijzigen van het voorlopige saldo

1. Op voorwaarde dat de in artikel 7 bedoelde termijn van drie maanden in acht is genomen, wordt het bedrag van de BTW die geheven is op de handelingen waarvoor de lidstaat van aankoop onregelmatigheden heeft geconstateerd, uitgesloten van het bedrag waarvoor de lidstaat van aftrek restitutie kan verkrijgen op grond van artikel 4.

2. Na het verstrijken van de in artikel 7 bedoelde termijn van drie maanden kan de lidstaat van aftrek niet meer om een wijziging van het te restitueren bedrag verzoeken.

Artikel 9 - Betaling van het saldo tussen de lidstaten onderling

1. Het definitieve saldo wordt vastgesteld op 30 april en 31 oktober. Indien het voorlopige saldo reeds is vastgesteld, wordt dat gecorrigeerd door hierop de BTW in mindering te brengen die betrekking heeft op de onregelmatigheden die zijn geconstateerd door toepassing van de procedure van de artikelen 6 en 7.

2. Het op 30 april vastgestelde definitieve saldo dat een lidstaat aan een andere moet restitueren, wordt uiterlijk op 15 mei betaald en het op 31 oktober vastgestelde definitieve saldo wordt uiterlijk op 15 november betaald.

3. De betaling van het saldo geschiedt in euro.

4. De lidstaten kunnen evenwel bilaterale overeenkomsten sluiten die in een afwijking van dit artikel voorzien. Zij kunnen met name een andere termijn voor de betaling van het saldo overeenkomen of bepalen dat onder bepaalde voorwaarden de betaling van het saldo wordt uitgesteld.

Artikel 10 - Uitvoeringsmaatregelen

1. De maatregelen die noodzakelijk zijn voor de toepassing van deze verordening, worden door de Commissie goedgekeurd volgens de procedure van artikel 10, leden 3 en 4, van Verordening (EEG) nr. 218/92.

2. Hiertoe wordt de Commissie bijgestaan door het Permanent Comité inzake administratieve samenwerking op het gebied van de indirecte belastingen ingesteld bij artikel 10, lid 1, van genoemde verordening.

Artikel 11 - Communicatie van de bilaterale overeenkomsten

De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de bilaterale overeenkomsten die zij op grond van de artikelen 6 en 9 sluiten.

Artikel 12 - Verslag

De Commissie dient voor het einde van het tweede jaar van toepassing van de in de artikelen 6 en 7 bedoelde controlemaatregelen een verslag in bij de Raad over de rechtvaardiging en noodzaak ervan en over de ontwikkeling van de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de controle, in voorkomend geval vergezeld van voorstellen tot intrekking van deze maatregelen.

Artikel 13 - Slotbepaling

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1999.


Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.