Artikelen bij COM(1999)573 - Opening en het beheer van de in de GATT geconsolideerde gemeenschappelijke tariefcontingenten en van enkele andere gemeenschappelijke tariefcontingenten alsmede tot vaststelling van de voorwaarden voor de wijziging of aanpassing van die contingenten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


TITEL I - ALGEMENE REGELING


Artikel 1

1. De in de bijlagen I tot en met V genoemde producten komen in het kader van communautaire tariefcontingenten voor een vermindering van douanerechten in aanmerking, overeenkomstig de bepalingen van deze verordening en genoemde bijlagen en gedurende de daarin vermelde perioden.

2. Artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek8 is van toepassing voor de berekening van de tegenwaarden in nationale valuta van de in euro uitgedrukte bedragen voor die lidstaten die niet zijn omschreven in Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad betreffende de invoering van de euro9.

TITEL II - BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR BEPAALDE TARIEFCONTINGENTEN


Afdeling 1

Tariefcontingent voor courantenpapier

Artikel 2

1. Vanaf 30 november van elk jaar mogen de resthoeveelheden van de in bijlage I bedoelde contingenten voor courantenpapier die op 29 november niet daadwerkelijk zijn benut, of die

PB L 184 van 17.7.1999, biz. 23.

PB L 302 van 19.10.1992, biz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigdbij Verordening (EG) nr. 955/1999 (PB L 119 van 7.5.1999, biz. 1).

PB L 139 van 11.5.1998, biz. 1.

voor 31 december niet kunnen worden benut, ter dekking dienen van de invoer van de desbetreffende producten uit Canada of een ander derde land.

2. Indien het geconsolideerde contingent van 600 000 ton uit Canada is uitgeput en er geen enkel autonoom contingent van meer dan 30 000 ton werd geopend voor de rest van het kalenderjaar, wordt het geconsolideerde contingent door de Commissie met een bijkomende hoeveelheid van 5 % verhoogd. De Commissie maakt de verhoging van het contingent bekend in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Afdeling 2

Tariefcontingenten voor met de hand vervaardigde goederen en op handweefgetouwen

vervaardigde producten

Artikel 3

Voor de tariefcontingenten voor met de hand vervaardigde goederen komen enkel de in bijlage IV genoemde goederen in aanmerking, voor zover zij vergezeld gaan van een door de bevoegde overheidsinstantie van het begunstigde land afgegeven certificaat van echtheid dat met het model in bijlage VI overeenstemt.

Artikel 4

Voor de tariefcontingenten voor op handweefgetouwen vervaardigde producten komen enkel de in bijlage V genoemde stoffen in aanmerking, voor zover zij vergezeld gaan van een door de bevoegde overheidsinstantie van het begunstigde land afgegeven certificaat van echtheid dat met het model in bijlage VII overeenstemt. Deze stoffen moeten aan het begin en het einde van ieder stuk van een door deze autoriteiten erkend stempel zijn voorzien of, bij wijze van uitzondering, van een aan ieder stuk gehecht loodje dat door de autoriteiten van het land van vervaardiging is erkend.

Artikel 5

De in de artikelen 3 en 4 bedoelde producten moeten rechtstreeks van het land van vervaardiging naar de Gemeenschap worden vervoerd.

In dit verband worden als «rechtstreeks vervoerd» beschouwd:

a) goederen die niet over het grondgebied van landen worden vervoerd die geen lid zijn van de Gemeenschap ; het aandoen van havens in landen die geen lid zijn van de Gemeenschap wordt niet als een onderbreking van het rechtstreekse vervoer beschouwd, mits de goederen in die havens niet worden overgeladen;

b) goederen die over het grondgebied van een of meer, niet tot de Gemeenschap behorende landen worden vervoerd, ook indien zij in een dergelijk land worden overgeladen, mits het vervoer over het grondgebied van die landen of de overlading in die landen onder dekking van een enkel in het land van vervaardiging opgemaakt vervoerdocument geschiedt.

Afdeling 3

Administratieve samenwerking voor met de hand vervaardigde goederen en op handweefgetouwen vervaardigde producten

Artikel 6

1. Het recht om voor de in de artikelen 3 en 4 bedoelde tariefcontingenten in aanmerking te komen kan steeds tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, worden ingetrokken in geval van onregelmatigheden of wanneer geen administratieve medewerking wordt verleend bij de controle op de certificaten van echtheid.

2. De in lid 1 bedoelde tijdelijke, gehele of gedeeltelijke intrekking van het recht om voor de tariefcontingenten in aanmerking te komen wordt volgens de in artikel 10, lid 2, bedoelde procedure beeindigd, na voorafgaand overleg tussen de Commissie en het betrokken begunstigde land.

3. a) Bij toepassing van de procedure tot gehele of gedeeltelijke intrekking van het recht om voor de tariefcontingenten in aanmerking te komen, maakt de Commissie in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend dat er gegronde twijfel bestaat over het recht om voor de toepassing van deze verordening in aanmerking te komen onder vermelding van de betrokken producten, producenten en exporteurs.

b) Het deel van de douaneschuld dat overeenstemt met de uit hoofde van deze verordening verleende voordelen, wordt geacht niet te zijn ontstaan, tenzij het ontstaat na publicatie van het onder a) bedoelde bericht en de schuld betrekking heeft op een product, producent en exporteur die daarin uitdrukkelijk zijn genoemd, of tenzij zich omstandigheden voordoen die de toepassing van artikel 221, lid 3, tweede zin, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 rechtvaardigen.

Artikel 7

1. De begunstigde landen doen de Commissie de namen en adressen van de overheidsinstanties op hun grondgebied toekomen die bevoegd zijn voor de afgifte van certificaten van echtheid, alsmede de specimens van de afdrukken van de door deze instanties gebruikte stempels en de namen en adressen van de overheidsinstanties die met de controle van de genoemde certificaten zijn belast. Deze stempels zijn geldig vanaf de datum van ontvangst van de specimens door de Commissie. De Commissie geeft deze inlichtingen, zo mogelijk elektronisch, door aan de douaneautoriteiten van de lidstaten. Indien dergelijke gegevens ter aanvulling van eerder gedane mededelingen worden toegezonden, deelt de Commissie de datum van ingang van geldigheid van deze nieuwe stempels mee, volgens de aanwijzingen die de bevoegde autoriteiten van de begunstigde landen hebben verstrekt. Deze gegevens zijn vertrouwelijk. Bij het in het vrije verkeer brengen van goederen kunnen de betrokken douaneautoriteiten echter toestaan dat importeurs of hun vertegenwoordigers de specimens van de in dit lid bedoelde stempelafdrukken raadplegen.

2. De Commissie maakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de namen van de instanties bekend van de landen van vervaardiging die genoemde certificaten van echtheid kunnen afgeven en, in voorkomend geval, de datum waarop de nieuwe begunstigde landen aan de in lid 1 omschreven verplichtingen hebben voldaan.

3. De controle achteraf van de certificaten van echtheid geschiedt steekproefsgewijze of telkens wanneer de douaneautoriteiten van de Gemeenschap gegronde twijfel hebben over de echtheid van het document of de juistheid van de gegevens over de betrokken producten.

4. Voor de toepassing van lid 1 zenden de douaneautoriteiten van de Gemeenschap een kopie van het certificaat van echtheid terug aan de bevoegde overheidsinstantie in het begunstigde land van uitvoer, onder vermelding van de formele of materiele redenen die een onderzoek rechtvaardigen. Bij de kopie van het certificaat van echtheid wordt in voorkomend geval de factuur of een kopie van de factuur of enig ander bewijsstuk gevoegd. De douaneautoriteiten verstrekken voorts alle beschikbare gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de op dit certificaat van echtheid vermelde gegevens onjuist zijn.

Indien de betrokken autoriteiten besluiten de toekenning van het tariefcontingent in afwachting van de resultaten van de controle te schorsen, stellen zij de importeur voor de goederen vrij te geven, onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.

5. Wanneer overeenkomstig lid 1 een verzoek om controle achteraf is gedaan, wordt deze controle verricht en worden de resultaten daarvan binnen zes maanden aan de douaneautoriteiten van de Gemeenschap meegedeeld. Aan de hand van deze resultaten moet kunnen worden vastgesteld of het betwiste certificaat van echtheid op de uitgevoerde producten betrekking heeft en of deze producten voor het tariefcontingent in aanmerking komen.

6. Indien in geval van gegronde twijfel binnen de in lid 5 bedoelde termijn geen antwoord is ontvangen of het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de juistheid van de gegevens over de betrokken producten vast te stellen, wordt een tweede schrijven aan de bevoegde autoriteiten gezonden. Indien, na dit tweede schrijven, de resultaten van de controle niet binnen vier maanden aan de verzoekende autoriteiten zijn meegedeeld of indien deze resultaten geen uitsluitsel geven over de echtheid van het betrokken certificaat, kennen deze autoriteiten, behoudens buitengewone omstandigheden, het preferentiele tarief niet toe.

7. Indien de controle of enige andere beschikbare informatie erop lijkt te wijzen dat inbreuk wordt gemaakt op de bepalingen van dit artikel, stelt het begunstigde land van uitvoer, op eigen initiatief of op verzoek van de Gemeenschap, met de nodige spoed een onderzoek in of laat het een onderzoek verrichten teneinde dergelijke inbreuken vast te stellen en een herhaling te voorkomen. De Gemeenschap kan te dien einde aan dergelijke onderzoeken deelnemen.

8. Met het oog op een eventuele controle achteraf van de certificaten van echtheid worden de kopieen van deze certificaten en, in voorkomend geval, de daarop betrekking hebbende uitvoerdocumenten gedurende ten minste drie jaar bewaard door de bevoegde overheidsinstantie van het begunstigde land van uitvoer.

TITEL III

BEHEER VAN DE TARIEFCONTINGENTEN

Artikel 8

De in artikel 1 bedoelde tariefcontingenten worden door de Commissie beheerd overeenkomstig de artikelen 308bis, 308ter en 308quater van Verordening (EG) nr. 2454/93.

De mededelingen die de lidstaten en de Commissie elkaar in dit verband moeten doen, worden zo veel mogelijk op elektronische wijze toegezonden.

De lidstaten en de Commissie werken nauw samen om erop toe te zien dat de bepalingen van deze verordening worden nageleefd.

Elke lidstaat waarborgt dat de importeurs van de betrokken producten te alien tijde en in gelijke mate toegang hebben tot de tariefcontingenten, zolang het saldo van de betrokken contingenten zulks toelaat.

TITEL IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 9

1. De bepalingen die noodzakelijk zijn voor de toepassing van deze verordening en met name:

a) de technische wijzigingen en aanpassingen die nodig zijn ten gevolge van wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur of van de Taric-codes;

b) de wijzigingen die nodig zijn ten gevolge van:

- overeenkomsten (ook in de vorm van een briefwisseling) die de Raad in het kader van de GATT heeft gesloten, of van verbintenissen die de Gemeenschap in het kader van de GATT ten aanzien van bepaalde landen is aangegaan, of

- een verlenging van het schema van algemene preferenties, wat jute- en kokosproducten betreft,

c) de toevoeging van een ontwikkelingsland aan de lijsten in de bijlagen IV en V, op officieel verzoek van het betrokken land indien dit de nodige garanties biedt wat de controle op de echtheid van de betrokken producten betreft.

d) wijzigingen en aanpassingen van de definities voor met de hand vervaardigde producten en op handweefgetouwen vervaardigde producten en van de modellen van de certificaten van echtheid

worden vastgesteld volgens de in artikel 10, lid 2, omschreven procedure.

2. De Commissie ontleent aan lid 1 niet het recht:

- preferentiele hoeveelheden tijdens de looptijd van het contingent van het ene naar het andere contingent over te dragen,

- de in overeenkomsten of briefwisselingen opgenomen tijdschema's te veranderen,

- de toegang tot die contingenten van invoercertificaten afhankelijk te stellen.

Artikel 10

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 247 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 ingestelde Comite Douanewetboek.

2. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is de beheersprocedure van artikel 4 van Besluit 1999/468/EG met inachtneming van artikel 7, lid 3 van dat besluit van toepassing.

3. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op drie maanden vastgesteld.

Artikel 11

Verordening (EG) nr. 1808/95 wordt ingetrokken en door onderhavige verordening vervangen.

De verwijzingen naar de ingetrokken verordening worden geacht naar onderhavige verordening te verwijzen en worden gelezen volgens de in bijlage VIII opgenomen concordantietabel.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is vanaf 1 januari 2000 van toepassing.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.