Artikelen bij COM(1994)122 - Maatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van bepaalde marktdeelnemers die betrokken zijn bij uit het EOGFL-Garantie gefinancierde verrichtingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

1. Bij deze verordening worden Gemeenschapsvoorschriften vastgesteld om marktdeelnemers van wie in het verleden is gebleken dat zij verplichtingen niet zijn nagekomen, zodat zij een betrouwbaarheidsrisico vormen op het gebied van uit het EOGFL, afdeling Garantie, gefinancierde verrichtingen, en meer in het bijzonder in verband met inschrijvingen, uitvoerrestituties en verkoop van interventieprodukten tegen verlaagde prijs, zo snel mogelijk op te sporen en aan alle bevoegde instanties van de Lid-Staten te signaleren.

2. In de zin van deze verordening wordt onder 'marktdeelnemers die een betrouwbaarheidsrisico vormen' verstaan:

a) natuurlijke of rechtspersonen die doelbewust of door grove nalatigheid een onregelmatigheid ten aanzien van de relevante Gemeenschapsvoorschriften hebben begaan en ten onrechte een financieel voordeel hebben verkregen of daartoe pogingen hebben ondernomen, alsmede

b) marktdeelnemers tegen wie in dat opzicht ernstige vermoedens bestaan.

Artikel 2

Opsprong en signalering geschieden op initiatief van de Lid-Staat waar het risico ten aanzien van de betrouwbaarheid van de betrokken marktdeelnemer is gebleken of eventueel op initiatief van de Commissie.

Artikel 3

1. De Lid-Staten treffen ten aanzien van de in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde marktdeelnemers de volgende maatregelen:

a) een verscherpte controle op de verrichtingen waarbij zij betrokken zijn,

of

b) de opschorting van de betalingen voor nader te bepalen lopende verrichtingen en, in voorkomend geval, van de vrijgave van de betrokken zekerheden, totdat een onregelmatigheid in de zin van artikel 1, lid 2, onder a), wordt vastgesteld,

of

c) gedurende een bepaalde periode, uitsluiting van de betrokkenen van deelneming aan nader te bepalen verrichtingen.

2. Voor de in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde marktdeelnemers gelden alleen de in het vorige lid, onder a) en b), bedoelde maatregelen.

3. Wanneer de Commissie zelf bij inschrijvingen toewijst, neemt zij, naar gelang van het geval, een van de in lid 1 vermelde maatregelen.

Artikel 4

1. Bij de toepassing van de in artikel 3 bedoelde maatregelen moeten de volgende beginselen in acht genomen worden:

a) de betrokken marktdeelnemer moet vooraf worden gehoord en het recht hebben hoger beroep in te stellen;

b) in het kader van de volgens de procedure van artikel 5 vast te stellen bepalingen moeten de krachtens artikel 3, lid 1, getroffen maatregelen in een juiste verhouding staan tot de geconstateerde of vermoede onregelmatigheid;

c) de marktdeelnemers moeten op voet van gelijkheid worden behandeld.

2. Het bepaalde in artikel 10, leden 1, 2 en 4, van Verordening (EEG) nr. 595/91 betreffende de inachtneming van het vertrouwelijkheidsbeginsel en het beroepsgeheim is van toepassing in het kader van deze verordening.

3. Wat de in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde marktdeelnemers betreft, nemen de Lid-Staten de nodige maatregelen opdat de nationale voorschriften ter verzekering van de vertrouwelijkheid van het onderzoek zo nodig worden aangepast zodat zij een doeltreffende toepassing van deze verordening niet in de weg staan.

Artikel 5

De uitvoeringsbepalingen van deze verordening worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 729/70. Zij betreffen onder andere de door de Lid-Staten mee te delen gegevens.

Artikel 6

Deze verordening geldt als aanvulling van de specifieke bepalingen in het raam van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.


Deze verordening is verbinding in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.


(1) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13.

(2) PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 11.

(3) PB nr. L 67 van 14. 3. 1991, blz. 11.