Artikelen bij COM(2024)450 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)450 - .
document COM(2024)450
datum 27 maart 2024

Inleiding
In juni 2021 stelde de Europese Commissie een langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden van de EU tot 20401 op. Voorzitter Ursula von der Leyen startte dit initiatief op in 2019 en erkende dat plattelandsgebieden een essentieel onderdeel zijn van de identiteit en het economisch potentieel van Europa en dat we deze gebieden in stand moeten houden en in hun toekomst moeten investeren2. Zij sprak ook de ambitie uit voor een rechtvaardige transitie waarbij geen enkele mens en geen enkel gebied achterblijft. In 2020 gaf 40 % van de respondenten op het platteland op de openbare raadpleging over de plattelandsvisie aan zich in de steek gelaten te voelen, en dat gold voor 60 % van de mensen in afgelegen plattelandsgebieden. Met deze mededeling werd beoogd de plattelandsgebieden een nieuwe impuls te geven door de perceptie ervan te veranderen en nieuwe kansen te creëren, met een sterkere stem voor plattelandsgemeenschappen, die integraal deel uitmaken van de toekomst van Europa.

De COVID-19-pandemie en de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne hebben de centrale rol van plattelandsgebieden voor de veerkracht van Europa verder benadrukt, zoals de Raad in november 2023 en het Europees Parlement in december 2022 hebben benadrukt3. Deze crises hebben de bezorgdheid over voedselzekerheid, strategische autonomie, aanpassing aan de klimaatverandering en het behoud van natuurlijke hulpbronnen, die voornamelijk worden beheerd in plattelandsgebieden en waarvan alle Europeanen afhankelijk zijn, doen toenemen. Hoewel deze evenementen de kansen in verband met de groene en de digitale transitie hebben vergroot, hebben zij ook de zwakke punten van de minder aantrekkelijke en verbonden plattelandsgemeenschappen verergerd en geleid tot bezorgdheid bij landbouwers, die begin 2024 protesteerden tegen de aanzienlijke uitdagingen waarmee zij momenteel worden geconfronteerd. In de mededeling “Demografische veranderingen in Europa: een toolbox voor actie” werd gewezen op de uitdagingen in verband met vergrijzing, ontvolking, tekorten aan vakmensen en krapte op de arbeidsmarkt waarmee veel plattelandsgebieden te kampen hebben4. In de mededeling werd benadrukt dat territoriale verschillen de sociale cohesie en het vertrouwen in democratische instellingen en processen in de EU ondermijnen, zoals ook blijkt uit de “geografisch bepaalde ontevredenheid”5.

In de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden van de EU (plattelandsvisie) zijn tien gemeenschappelijke doelstellingen en vier actiegebieden vastgesteld met het oog op sterkere, verbonden, veerkrachtige en welvarende plattelandsgebieden in 2040. Om deze doelstellingen te verwezenlijken, heeft de Commissie zich ertoe verbonden een plattelandspact uit te werken om overheden en belanghebbenden te mobiliseren om te handelen volgens de behoeften en ambities van de plattelandsbewoners. Ook werd een EU-actieplan voor het platteland ingevoerd, met dertig acties die de Commissie op een reeks EU-beleidsterreinen moet uitvoeren.

Met dit verslag wordt gevolg gegeven aan de toezegging die is gedaan in de mededeling over de plattelandsvisie om “de balans [op te maken] van de acties die zijn uitgevoerd” en “een reeks beschouwingen [op te nemen] over mogelijkheden voor versterkte steunmaatregelen en financiering voor plattelandsgebieden, alsook over de te volgen koers, op basis van de uitvoering van het EU-actieplan voor het platteland”. De besprekingen over het verslag moeten als input dienen voor de reflectie over de voorbereiding van de voorstellen voor de programmeringsperiode na 2027. Het verslag volgt op een inventarisatie van de bijdragen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en het cohesiebeleid aan plattelandsgebieden in de programmeringsperiode 2021-2027, die medio 2023 werd afgerond. Het eerste hoofdstuk bevat een overzicht met nieuwe indicatoren die plattelandsgebieden beschrijven. In het tweede hoofdstuk wordt teruggekeken naar dertig maanden waarin de plattelandsvisie werd uitgevoerd, met inbegrip van een samenvatting van de bovengenoemde inventarisatie. In het derde hoofdstuk wordt de mogelijke te volgen koers geschetst voor het EU-actieplan voor het platteland en het plattelandspact en worden ideeën van andere EU-instellingen en belanghebbenden over steun aan plattelandsgebieden opgesomd en worden vragen gesteld om verder over na te denken. Tot slot worden mogelijkheden geschetst om na de Europese verkiezingen van juni 2024 over deze ideeën te debatteren.

1. Nieuw bewijsmateriaal voor de vier actiegebieden

Het werkdocument van de diensten van de Commissie bij de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden van de EU6 bevatte een uitgebreide analyse van de situatie en diversiteit van plattelandsgebieden. Het grootste deel ervan is nog steeds actueel, maar nieuwe datasets verschaffen meer inzichten die nieuw licht werpen op de vier actiegebieden van de plattelandsvisie. Hieronder volgen voorbeelden van indicatoren op EU-niveau voor plattelandsgebieden en -regio’s7. Volgens de meest recente gegevens over de EU-bevolking van 2021 woont 29,6 % van de EU-bevolking in landelijke rastercellen (1 km2), tegenover 30,3 % in 2011, een lichte daling met 2,6 miljoen mensen8.

Sterkere plattelandsgebieden

Figuur 1 Verandering van het bevolkingsaandeel in procentpunten per leeftijdsgroep 2019-2022 naar stedelijk-landelijke typologie

V ergrijzende plattelandsgebieden

De bevolking van ouder dan 65 jaar in plattelandsgebieden is met 1,1 procentpunt (0,84 miljoen) toegenomen, terwijl de cohorten jongeren en mensen in de werkende leeftijd zijn afgenomen. De gemiddelde leeftijd van de EU-bevolking stijgt, maar plattelandsgebieden vergrijzen sneller als gevolg van een lagere natuurlijke groei en nettomigratie.

Bron: Eurostat (onlinegegevenstabel: urt_pjangrp3), berekeningen van het JRC op basis van de voorlopige rastergegevens van de volkstelling 2021


Figuur 2 Ontwikkeling van het vertrouwen in de EU-instellingen naar urbanisatiegraad

G emeenschappen mondiger maken

Plattelandsbewoners hebben meer vertrouwen in lokale en regionale overheden (61 %) dan in hun nationale overheid (31 %) of in de EU (47 %).

Bron: Waarnemingspost voor het platteland, Vertrouwen in de EU-instellingen, nationale, regionale en lokale overheden


Verbonden plattelandsgebieden

Figuur 3 Ontwikkeling van de breedbanddownloadsnelheid naar urbanisatiegraad

D igitale connectiviteit verbeteren

Uit breedbandgegevens blijkt dat de situatie in plattelandsgebieden aanzienlijk is verbeterd. De gemiddelde downloadsnelheid in plattelandsgebieden is echter nog steeds veel lager dan in stedelijke gebieden.

Bron: Waarnemingspost voor het platteland, Vaste breedbandnetwerken


Figuur 4 Personen met ten minste elementaire algemene digitale vaardigheden in 2023 naar urbanisatiegraad

D igitale vaardigheden verbeteren
Het aantal mensen met elementaire digitale vaardigheden in plattelandsgebieden neemt toe, maar de kloof ten opzichte van steden blijft gelijk aan die in 2021, 15 procentpunt lager dan in stedelijke gebieden.

Bron: Eurostat (onlinegegevenstabel: isoc_sk_dskl_i21)


Veerkrachtige plattelandsgebieden

Figuur 5 Productie van hernieuwbare energiebronnen en potentieel naar urbanisatiegraad

P lattelandsgebieden als motor voor de energietransitie

72 % van de productie van hernieuwbare energie vindt plaats in plattelandsgebieden, hetgeen een belangrijke rol zal spelen in de energietransitie. Plattelandsgebieden zouden het grootste deel van de hernieuwbare energie in de EU kunnen produceren (78 % van het onbenutte potentieel).


Bron: Perpiña Castillo (et al.), Renewable energy production and potential in EU Rural Areas, POEU, Luxemburg, 2024, JRC135 612.

Figuur 6 Analyse van de NEET-genderkloof (15-29 jaar) in procentpunten, naar urbanisatiegraad

G enderkloof dichten

Plattelandsgebieden hebben het hoogste percentage jongeren van 15-29 jaar (12,6 %) die geen scholing, geen werk en geen stage (NEET) hebben. Hoewel de situatie is verbeterd, bedroeg het NEET-percentage voor jonge vrouwen in plattelandsgebieden in 2022 14,9 %, tegenover 10,5 % voor mannen (een genderkloof van 4,4 procentpunt). Het NEET-percentage voor jonge vrouwen in plattelandsgebieden is het hoogst in vergelijking met de andere gebieden (2022).


Bron: Eurostat (onlinegegevenstabel: edat_lfse_29)


Welvarende plattelandsgebieden

Figuur 7 Werkgelegenheid per economische sector in 2021 naar stedelijk-landelijke typologie

E en gediversifieerde plattelandseconomie

De primaire sector in plattelandsgebieden blijft belangrijk (11 % van de werkgelegenheid tegenover 1 % in stedelijke gebieden en 5 % in overgangsregio’s); de secundaire en de tertiaire sector spelen echter een dominante rol, met een lichte daling van de primaire sector (–1 % tussen 2018 en 2021).

Bron: Eurostat (onlinegegevenstabel: nama_10r_3empers).


Figuur 8 Aandelen landbouwgrond, bos- en natuurgebieden naar urbanisatiegraad

P lattelandsgebieden zijn van cruciaal belang voor de voedselzekerheid en natuurlijke hulpbronnen

Plattelandsgebieden herbergen de meeste landbouwgrond (77 % — 134 miljoen ha) en bossen en natuurgebieden (79 % — 148 miljoen ha). 43 % van de grond in plattelandsgebieden bestaat uit landbouwgrond en 47 % uit bossen en natuurgebieden; waarbij bosbouw van cruciaal belang is voor veel plattelandseconomieën, aangezien de meeste bosrijke gebieden gebukt gaan onder demografische uitdagingen. De bijdrage van bossen en de bosbouwsector is van cruciaal belang om uiterlijk in 2040 veerkrachtige en welvarende plattelandsgebieden tot stand te brengen.

Bron: Waarnemingspost voor het platteland, Landbouwgrond en bos- en natuurgebieden


2. Terugblik op dertig maanden van uitvoering

1. Hoe draagt het EU-beleid bij aan plattelandsgebieden?

1. Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)

Het GLB 2023-2027 biedt de lidstaten een flexibel rechtskader om plattelandsgebieden te ondersteunen door middel van strategische GLB-plannen die zijn opgesteld in overeenstemming met het partnerschapsbeginsel (waarbij regionale en lokale overheden en economische en sociale partners actief zijn betrokken). De Commissie heeft de gezamenlijke inspanningen van de 28 strategische GLB-plannen op het gebied van onder meer werkgelegenheid, groei en lokale ontwikkeling in plattelandsgebieden beoordeeld aan de hand van een inventarisatie van de strategische GLB-plannen voor 2023-2027. De beoordeling omvat een resultaat over de bijdrage van de strategische GLB-plannen aan de doelstellingen van de plattelandsvisie9, waarbij de nadruk ligt op interventies voor plattelandsgebieden die verder gaan dan landbouw. De lidstaten gebruikten meestal drie interventies om plattelandsgebieden te ondersteunen die verder gaan dan landbouw: i) investeringen (buiten het landbouwbedrijf en infrastructuur); ii) samenwerking (voornamelijk Leader), en iii) de oprichting van plattelandsbedrijven in het kader van vestigingssteun. De middelen die zijn toegewezen aan de relevante onderdelen van deze drie instrumenten bedragen in totaal 24,6 miljard EUR, ofwel 8 % van de totale financiële toewijzing voor het GLB (met inbegrip van nationale medefinanciering en aanvullingen), met rechtstreekse bijdragen aan plattelandsgebieden die verder gaan dan landbouw, terwijl indirect het hele GLB in brede mate bijdraagt via steun aan de landbouw.

Deze instrumenten worden gebruikt om alle actiegebieden van de plattelandsvisie te ondersteunen (sterker, verbonden, veerkrachtig, welvarend). Hoewel sommige lidstaten ervoor hebben gekozen sociale diensten, natuurparken, systemen voor plattelandsmobiliteit, of het oprichten van bedrijven in andere sectoren dan de landbouw te ondersteunen, beperken de meeste GLB-plannen zich tot enkele interventies, met name Leader.

Leader-strategieën voor lokale ontwikkeling zijn van essentieel belang om de positie van plattelandsgemeenschappen te versterken en zijn het belangrijkste instrument van de strategische GLB-plannen dat wordt gebruikt om tegemoet te komen aan meerdere behoeften op het platteland op gebieden als werkgelegenheid, sociale inclusie of diensten. Steun voor “slimme dorpen10 binnen en buiten Leader zal naar verwachting bijdragen aan het ontsluiten van het potentieel van digitale, sociale en technologische innovatie in plattelandsgebieden. Verschillende plannen stimuleren de deelname van jongeren en vrouwen aan Leader en dragen zo bij tot de aanpak van kwesties in verband met generatievernieuwing en gendergelijkheid. De aan Leader toegewezen absolute bedragen (totale financiële toewijzing van 7,7 miljard EUR voor 2023-2027) zijn echter niet gestegen ten opzichte van de vorige periode. Aangezien de dekking van de plattelandsbevolking is toegenomen van 61 % naar 65 % en de bijdragen van andere interventies zijn gedaald, wordt van Leader verwacht dat er meer wordt gedaan met minder.

Naast Leader blijkt uit de beoordeling van de 28 strategische GLB-plannen dat met sommige plannen inspanningen zijn geïntroduceerd of opgevoerd om tegemoet te komen aan de behoeften in verband met de toegankelijkheid van plattelandsgebieden, betere basisdiensten en infrastructuur, maar dat het ambitieniveau over het algemeen is gedaald, met name voor digitale connectiviteit en vervoer. De geplande acties voor economische ontwikkeling omvatten investeringen in toerisme, de bio-economie en sociale diensten, naast verwerking en afzet, en de oprichting van bedrijven die verband houden met land- en bosbouw, met een algemene bijdrage aan de banengroei die nog moet worden beoordeeld.

Interventies ter ondersteuning van landbouwers dragen bij tot de actiegebieden veerkrachtig en welvarend van de plattelandsvisie, waarin het belang van duurzame voedselproductie en ondersteuning van generatievernieuwing wordt benadrukt. Inkomenssteun, ook in gebieden met natuurlijke beperkingen, draagt bij tot de handhaving van de landbouw, ook in afgelegen gebieden, door instandhouding van de werkgelegenheid, vertraging van braaklegging en van ontvolking. In de studie wordt geconcludeerd dat naast landbouw gebieden als plattelandsbedrijven en innovatie, connectiviteit en sociale inclusie meer aandacht verdienen.



2. Cohesiebeleid

In de periode 2021-2027 verleent het cohesiebeleid steun aan plattelandsgebieden door middel van de bijbehorende opdracht om de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van de regio’s te verkleinen. Deze steun is breed en bestrijkt alle beleidsdoelstellingen en de actiegebieden van de plattelandsvisie en gaat veel verder dan de interventies die fysiek in plattelandsgebieden plaatsvinden. De steun wordt verleend via strategieën voor geïntegreerde territoriale ontwikkeling die door de respectieve territoriale autoriteiten worden ontworpen en uitgevoerd, waardoor de economische en sociale structuur van plattelandsgebieden wordt versterkt.

Interventies in het kader van het cohesiebeleid bieden via alle beleidsdoelstellingen steun aan plattelandsgebieden. Bovendien is in het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) in 2021-2027 een specifieke investeringsdoelstelling opgenomen voor “geïntegreerde ontwikkeling in plattelands- en kustgebieden” in het kader van specifieke doelstelling 5.2, waarvoor 18 lidstaten toewijzingen hebben geprogrammeerd. Aangezien het cohesiebeleid volgens de methode van gedeeld beheer werkt, zijn de lidstaten de partijen die plaatsgebonden strategieën ontwikkelen en dienovereenkomstig financiële middelen toewijzen.

Het cohesiebeleid is voornamelijk gericht op “minder ontwikkelde regio’s” en “overgangsregio’s”. Deze hebben doorgaans een lagere bevolkingsdichtheid en herbergen kleinere steden en gemeenten. Bovendien bevinden de meeste plattelandsgebieden zich in deze “minder ontwikkelde regio’s” en “overgangsregio’s”. Interventies in het kader van het cohesiebeleid hebben een brede territoriale impact (d.w.z. dat zij niet kunnen worden beperkt tot een klein gebied binnen administratieve grenzen) en daardoor is het moeilijk om de acties ervan aan één specifiek type gebied toe te wijzen.

De belangrijkste beleidsdoelstelling voor gerichte financiering voor de ontwikkeling van plattelandsgebieden is beleidsdoelstelling 5 “Een Europa dat dichter bij de burgers staat”. Naast deze nieuwe plaatsgebonden, horizontale beleidsdoelstelling 5 dragen de andere vier thematische beleidsdoelstellingen ook bij tot plattelandsontwikkeling, met name door middel van door territoriale instrumenten ondersteunde interventies. Volgens de vierledige structuur van het actieplan voor het platteland: i) valt “Sterkere plattelandsgebieden” onder de beleidsdoelstellingen 1 (Een slimmer Europa) en 4 (Een socialer Europa), bv. met strategieën voor slimme specialisatie, met inbegrip van prioriteiten in verband met agrovoeding en de bio-economie; ii) valt “Verbonden plattelandsgebieden” onder de beleidsdoelstellingen 3 (Een verbonden Europa) en 1 (Een slimmer Europa), bv. met infrastructuur om afgelegen gebieden zonder toegang aan te sluiten op snel breedband met zeer hoge capaciteit; iii) valt “Veerkrachtige plattelandsgebieden” onder de beleidsdoelstellingen 4 en 2 (Een groener Europa), bv. met steun voor hernieuwbare energiebronnen en de instandhouding van de biodiversiteit; en iv) valt “Welvarende plattelandsgebieden” onder beleidsdoelstelling 1, bv. met steun aan kmo’s op het gebied van machines, voedselverwerking en logistiek.

De steun voor plattelandsgebieden is niet alleen afkomstig van investeringen die op die gebieden zijn gebaseerd, maar vooral ook van brede interventies, waaronder maatregelen ter versterking van de interacties tussen de stad en het platteland. Plattelandsgebieden profiteren ook van steun voor kleine stedelijke gebieden, die talrijk en geografisch verspreid zijn. Kleine stedelijke gebieden fungeren als ankerpunten en knooppunten voor infrastructuur en dienstverlening voor plattelandsgebieden door middel van economische en sociale interacties, arbeidsstromen, connectiviteit en verbanden met het milieu, allemaal elementen die strategisch kunnen worden ondersteund voor beleidsdoelstelling 5 van het cohesiebeleid en die gebruikmaken van geïntegreerde territoriale instrumenten.

Om enkele voorbeelden te noemen: het project “Geïntegreerde gezondheidszorg en sociale zorg” in Banská Bystrica (Slowakije) laat zien hoe financiering in het kader van het cohesiebeleid (EFRO en het Europees Sociaal Fonds, ESF) bijdraagt tot plattelandsontwikkeling. Hier werd een agentschap voor geïntegreerde zorg voor ouderen opgericht door een vereniging van dorpen en kleine steden samen met zorgcentra in gemeenschapsverband, in samenwerking met lokale belanghebbenden (het project zal in de huidige programmeringsperiode in verschillende microregio’s worden voortgezet). In Italië werden in de “nationale strategie voor binnenlandse gebieden” proefgebieden (voornamelijk plattelandsgebieden) aangewezen en werden hun lokale strategie en gefinancierde interventies in verband met energie-efficiëntie, sociale infrastructuur, duurzame mobiliteit en digitalisering van onderop vastgesteld. Het initiatief wordt ook voortgezet in de programmeringsperiode 2021-2027.



3. Andere beleidsdomeinen

Het GLB en het cohesiebeleid vormen een aanvulling op een breed scala aan andere EU-fondsen en -beleidsdomeinen die bijdragen tot de doelstellingen van de plattelandsvisie. In het werkdocument van de diensten van de Commissie dat verband houdt met de mededeling over de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden wordt beschreven hoe het EU-beleid bijdraagt tot bijvoorbeeld sociale inclusie, gendergelijkheid, klimaat en milieu, energie, visserij en aquacultuur, dierenwelzijn, mobiliteit, digitalisering, nabuurschap en uitbreiding, onderwijs, gezondheid, cultuur, industrie en concurrentievermogen.

De bijdrage van verschillende programma’s, zoals Horizon Europa, de Connecting Europe Facility, het programma voor de interne markt en Erasmus, is ook zichtbaar in de beschrijving van de acties van het EU-actieplan voor het platteland, dat tot doel heeft plattelandskwesties in dit EU-beleid te integreren. Ook de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de middelen uit het herstelinstrument voor de Europese Unie spelen een belangrijke rol11. Daarnaast kan het instrument voor technische ondersteuning steun bieden voor het ontwerp en de uitvoering van hervormingen op het gebied van plattelandsontwikkeling in de EU-lidstaten en -regio’s.

Momenteel is er geen alomvattende bron waarin wordt aangegeven en gekwantificeerd in welke mate deze middelen bijdragen aan plattelandsgebieden. Het Europees Parlement en de Raad stelden voor te werken aan een duidelijkere vaststelling en monitoring van de bijdrage van EU-instrumenten aan plattelandsgebieden in de toekomst.



2. Hoe staat het ervoor met de uitvoering van het EU-actieplan voor het platteland?

In de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden werd een EU-actieplan voor het platteland geïntroduceerd dat 24 thematische acties omvat die zijn toegespitst op de vier actiegebieden van de visie, en zes horizontale acties. Het onderstaande overzicht wordt aangevuld met gedetailleerde informatie die beschikbaar is in het bijgevoegde werkdocument van de diensten van de Commissie.



1. T hematische acties

1. Sterkere plattelandsgebieden

Het op de werkzaamheden van deskundigen12 gebaseerde platform voor de revitalisering van het platteland13, dat in juni 2023 werd gelanceerd, biedt ruimte voor samenwerking en toegang tot middelen die van specifiek belang zijn voor de ontvolking van plattelandsgebieden. Het beleidslab “Taking action to tackle rural depopulation14 (actie ondernemen om de ontvolking van het platteland aan te pakken) met honderd deelnemers, twintig goede praktijken en de technische excursies van het forum op hoog niveau voor plattelands­beleid in Sigüenza (Castilië-La Mancha, Spanje) heeft de vlaggenschipactie verder ondersteund met kennis en persoonlijke uitwisselingen.

Meer dan 250 miljoen EUR aan investeringen in meer dan zestig onderzoeks- en innovatieprojecten (O&I-projecten) in het kader van Horizon Europa in de periode 2021-2024 heeft bijgedragen tot de bevordering van plattelandsinnovatie. Het “Startup Village”-forum heeft meer inzicht verschaft in de kenmerken en aanjagers van plattelandsinnovatie.

In het kader van de projecten SmartRural21 en SmartRural27 zijn richtsnoeren ontwikkeld om het ontstaan van benaderingen voor slimme dorpen te ondersteunen, ondersteunend beleid te ontwerpen en uit te voeren, en werden netwerkevenementen en ideeën voor slimme oplossingen aangeboden. Het GLB-netwerk van de EU heeft verschillende evenementen en denkprocessen voor Leader georganiseerd, waaronder een subgroep over “Leader en territoriale ontwikkeling” en workshops die hebben geholpen de toegevoegde waarde van Leader aan te tonen, meer inzicht in de moeilijkheden rond door meerdere fondsen gefinancierde Leader te verschaffen en het gebruik van vereenvoudigde kostenopties te vergroten.

D e lopende “Studie naar concurrentie om het gebruik van land en duurzame landbouw” zal tegen eind 2024 de kennis over de gevolgen van sectorale ontwikkelingen voor het landgebruik in de plattelandsgebieden van de EU vergroten. De aandacht voor jongeren op het platteland is verbeterd dankzij inclusiemaatregelen die de lidstaten in het kader van Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps ter beschikking staan. Tijdens het Europees Jaar van de Jeugd vonden 13 000 activiteiten plaats om “plattelandsjongeren vooruit te helpen” en het partnerschap voor jongeren tussen de EU en de Raad van Europa heeft een werkstroom voor het platteland ontwikkeld in het kader waarvan het een studie heeft verricht naar beleidsreacties op de uitdagingen voor jongeren op het platteland.




2. Verbonden plattelandsgebieden

Investeringen voor in totaal 23,5 miljard EUR aan subsidies en gemoderniseerde staatssteunregels verbeteren de digitale connectiviteit in gebieden waar de markten geen resultaten opleveren. De breedbanddekking met gigabitcompatibele technologieën is tussen juni 2021 en juni 2022 met 8,1 procentpunt toegenomen tot 45 % van de plattelandshuishoudens medio 2022. De nieuwe ondersteuningsfaciliteit voor het netwerk van adviesbureaus voor breedband, die in 2022 werd opgezet, heeft de capaciteit van overheden en belanghebbenden ontwikkeld. Bovendien is in 2021-2024 in het kader van Horizon Europa 100 miljoen EUR geïnvesteerd in O&I voor de digitalisering van de landbouw en het platteland.

D e fysieke connectiviteit profiteert ook van het Europese netwerk voor plattelandsmobiliteit, dat plattelandsgemeenten die werken aan mobiliteitsoplossingen die zijn ontwikkeld door het door de EU gefinancierde project SMARTA-NET met elkaar verbindt, samen met instrumenten en richtsnoeren. Plattelandsburgers in stedelijke perifere gebieden moeten profiteren van meer aandacht voor verbindingen tussen de stad en het platteland, in overeenstemming met het nieuwe kader voor stedelijke mobiliteit dat in 2021 is goedgekeurd en nieuwe plannen voor duurzame stedelijke mobiliteit.




3. Veerkrachtige plattelandsgebieden

Sinds juni 2022 hebben 27 energiegemeenschappen op het platteland technische bijstand gekregen via de advieshub voor energiegemeenschappen op het platteland, die is geïntegreerd in de nieuw opgerichte faciliteit voor energiegemeenschappen. In het kader van de “bodemdeal” heeft een investering van meer dan 300 miljoen EUR in projecten geholpen de bodemgezondheid in Europa te verbeteren, onder meer door de deelname van plattelandsgemeenschappen aan levende laboratoria te activeren. Een nieuw systeem voor de certificering van koolstofverwijderingen stimuleert de koolstoflandbouw.

D e uitvoering van de Europese zorgstrategie ondersteunt de sociale veerkracht van plattelandsgemeenschappen. De Commissie heeft tijdens een speciale workshop van het GLB-netwerk van de EU ook de aandacht gevestigd op gendergelijkheid en is een nieuwe studie over de werkomstandigheden van agrarische werknemers gestart (resultaten medio 2025). De Europese kindergarantie, waarvoor alle lidstaten hun actieplannen tegen 2023 hadden ingediend, heeft tot doel ervoor te zorgen dat sociaal uitgesloten kinderen op het platteland toegang hebben tot ten minste één gezonde maaltijd op school. Daarnaast zijn door de EU gefinancierde onderzoeksprojecten gericht op het vergroten van de kennis over de integratie van migranten in plattelandsgebieden15 en zijn er maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat personen met een handicap die in plattelandsgebieden wonen daadwerkelijk toegang hebben tot voorzieningen.




4. Welvarende plattelandsgebieden

Ondernemerschap op het platteland werd ondersteund door het bevorderen van de detailhandel op het platteland en via het actieplan voor de sociale economie. In het kader van dit plan moedigde de Commissie de lidstaten aan een kader voor de sociale economie te ontwikkelen, publiceerde zij goede praktijken op het gebied van de sociale economie in plattelandsgebieden, ondersteunde zij de capaciteitsopbouw voor de sociale economie in plattelandsgebieden in het kader van het programma voor de interne markt (vier ondersteunde initiatieven) en het initiatief van de regio’s voor de sociale economie, waarbij financieringsmogelijkheden onder de aandacht werden gebracht.

De jongerengarantie en de Europese onderwijsruimte hebben tot doel de mogelijkheden voor formeel onderwijs, opleiding en werkgelegenheid in plattelandsgebieden te ondersteunen. Sinds 2021 zijn de lidstaten de versterkte jongerengarantie op alle niveaus blijven uitvoeren. Het Europees platform voor schoolonderwijs en de onlinegemeenschap voor leerkrachten, eTwinning, bevatten specifieke inhoud over schoolonderwijs in landelijke en afgelegen gebieden, met inbegrip van goede praktijken, artikelen en adviezen van deskundigen.

Bovendien zullen de ontwikkeling van geografische aanduidingen (171 goedgekeurd sinds juni 2021) en het potentieel voor werkgelegenheid en economische ontwikkeling ervan in plattelandsgebieden verder worden ondersteund door de vaststelling van een nieuwe verordening inzake geografische aanduidingen voor landbouwproducten, die in het voorjaar van 2024 is gepland. Een specifieke thematische groep van het GLB-netwerk van de EU heeft onderzocht of er behoefte is aan netwerkvorming tussen bosrijke gemeenten.



2. Horizontale acties

1. Verbetering en valorisatie van gegevens en statistieken over het platteland

De Commissie heeft het aantal datasets dat beschikbaar is voor plattelandsgebieden verhoogd, gevaloriseerd in de nieuwe publicatie Landelijk Europa. Het EU-programma voor een volkstelling voor 2021, dat medio 2024 zal worden gepubliceerd, zal voor het eerst gegevens bevatten op het rasterniveau van 1 km2, zodat bevolkingstrends over flexibele geografische grenzen heen kunnen worden geanalyseerd. In het voorstel voor een nieuwe verordening betreffende Europese statistieken over bevolking en huisvesting16 worden de statistische lacunes voor plattelandsgebieden aangepakt met doeltreffende bepalingen om meer gegevens te verzamelen, zoals intraregionale migratie. De Commissie werkt ook aan pan-Europese geospatiale datasets die de productie van statistieken voor plattelandsgebieden mogelijk maken over thema’s zoals toegang tot diensten.

De Commissie heeft in 2022 de EU-waarnemingspost voor het platteland opgericht, een gegevensplatform17 om inzicht te verschaffen in de manier waarop plattelandsgebieden presteren als input voor de beleidsvorming. Door gegevens en indicatoren in verband met de economische, sociale en milieudimensies weer te geven, te produceren en te analyseren, biedt de waarnemingspost toegang tot een reeks indicatoren en visualisaties met betrekking tot plattelandsgebieden. Het biedt ook thematische analyses via wetenschappelijke publicaties over prominente plattelandsthema’s, zoals afgelegen plattelandsgebieden, functionele plattelandsgebieden en hernieuwbare energiebronnen in 2023.

De Commissie heeft een methode ontwikkeld voor het afbakenen van functionele plattelandsgebieden die tot doel hebben de ruimten in kaart te brengen waarin plattelandsbewoners hun dagelijks leven doorbrengen. De toegevoegde waarde van deze methode bestaat erin een schaal van statistische analyse en gegevensanalyse te bieden die de vergelijkbaarheid vergroot door de oppervlakten van gebieden gelijk te stellen ten opzichte van gemeenten en NUTS3-regio’s, en een relevante schaal te bieden voor het analyseren van de dienstverlening. De cartografie18 en de parameters ervan, die in november 2023 zijn gepubliceerd als een van de analytische documenten van de waarnemingspost voor het platteland, staan open voor discussie met bureaus voor de statistiek en Europese belanghebbenden.




2. Een mechanisme voor plattelandstoetsing opzetten en uitvoeren

De Commissie heeft plattelandstoetsing geïntegreerd in de in april 2021 aangenomen mededeling over betere regelgeving19. Hierin wordt de diensten verzocht om bij de uitwerking van nieuwe wetgevingsinitiatieven rekening te houden met potentiële territoriale effecten (met inbegrip van plattelandseffecten), en bewijsmateriaal te verzamelen uit verschillende soorten gebieden, waaronder plattelandsgebieden. In het werkprogramma van de Commissie voor 202220 werd ook gewezen op het belang van territoriale effectbeoordelingen (TEB’s) en plattelandstoetsing. In aansluiting op de Territoriale Agenda 2030 werd in de mededeling over het 8e cohesieverslag21 verder opgeroepen om een territoriale lens in het EU-beleid te integreren. De toolbox voor betere regelgeving omvat een TEB-noodzakelijkheidscontrole aan de hand waarvan de Commissie kan nagaan of een TEB moet worden uitgevoerd, en een reeks instrumenten en methoden. Hoewel het TEB-instrument krachtig kan zijn, is gebleken dat het veel middelen vergt (wat betreft tijd en vaardigheden) en minder wordt gebruikt dan aanvankelijk werd verwacht. De Commissie heeft in 2022 een TEB uitgevoerd en in 2023 werden de territoriale effecten onderzocht voor twee initiatieven, waarbij werd geconcludeerd dat er waarschijnlijk geen sprake is van territoriale effecten22.

Naast de mogelijkheid om in het kader van de TEB plattelandseffecten in kaart te brengen, heeft de Commissie, overeenkomstig de richtsnoeren van de Commissie voor betere regelgeving voor wetgevingsinitiatieven, de gevolgen voor het platteland van nieuwe niet-wetgevingsinitiatieven onderzocht en in vele gevallen is met succes rekening gehouden met de aspecten met betrekking tot de plattelandsgemeenschappen.




3. Een toolkit voor fondsen voor plattelandsontwikkeling samenstellen

In december 2023 heeft de Commissie het ontwerp van de toolkit voor plattelandsgebieden inzake financieringsmogelijkheden van de EU voor plattelandsgebieden voltooid. Hierin wordt informatie centraal verzameld in één dashboard voor lokale overheden, belanghebbenden, projecthouders en beheersautoriteiten. De toolkit biedt ook inspirerende oplossingen en voorbeelden van territoriale en lokale ontwikkelingsstrategieën en -projecten om de mogelijkheden van de EU-begroting voor 2021-2027 ten volle te benutten.


3. Lancering en ontwikkeling van het plattelandspact

De Commissie heeft in december 2021 het plattelandspact gelanceerd door alle belanghebbenden die de tien gemeenschappelijke doelstellingen van de plattelandsvisie steunen uit te nodigen zich aan te sluiten bij de nieuwe “gemeenschap van het plattelandspact”. Participatieve besprekingen met de EU-instellingen en -organen23 en netwerken die het Europees Plattelandsparlement24 aansturen, hebben samen met de raadpleging van de gemeenschap van het plattelandspact geleid tot de goedkeuring van het concept van het plattelandspact25 tijdens de eerste “conferentie van het plattelandspact” in juni 2022 in Brussel. Het als gevolg daarvan gecreëerde pact is een formele ruimte en een kader om de samenwerking tussen nationale, regionale en lokale overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven, academici en burgers te bevorderen om de gemeenschappelijke doelstellingen van de plattelandsvisie na te streven.

De Commissie heeft het plattelandspact verder in praktijk gebracht door:

- in december 2022 het “ondersteuningsbureau voor het plattelandspact” op te richten, dat netwerk- en faciliteringsdiensten voor de gemeenschap aanbiedt;

- de “coördinatiegroep voor het plattelandspact” op te richten, die fungeert als het bestuursorgaan dat de ontwikkeling van het plattelandspact aanstuurt;

- in juni 2023 het “gemeenschapsplatform voor het plattelandspact”26 te lanceren, een online samenwerkingsinstrument ter ondersteuning van de interactie binnen de gemeenschap.

In overeenstemming met de drie doelstellingen ervan heeft het plattelandspact sinds 2022 de stem van het platteland versterkt door via negen evenementen27 een nieuwe ruimte te bieden om kwesties te bespreken die van belang zijn voor de toekomst van plattelandsgebieden op alle beleidsterreinen en om specifieke ideeën op te doen voor maatregelen en aanbevelingen voor verbetering van het beleid. Het “Forum op hoog niveau voor plattelands­beleid over de vormgeving van de toekomst van plattelands­gebieden”, dat in september 2023 werd georganiseerd in het kader van het pact met het Spaanse voorzitterschap van de Raad, heeft een belangrijke rol gespeeld bij de goedkeuring van conclusies van de Raad over de plattelandsvisie in november 2023. Verschillende nationale of regionale overheden hebben reeds hun eigen pacten of agenda’s op basis van het plattelandspact van de EU vastgesteld (bv. Tsjechië en Catalonië). Met haar dertig leden die de EU-instellingen en -organen23, de organisaties die het Europees Plattelandsparlement aansturen en het maatschappelijk middenveld, het bedrijfsleven en de onderzoekssector en de academische wereld vertegenwoordigen, zorgt de coördinatiegroep voor het plattelandspact er bovendien voor dat er meer aandacht is voor plattelandsgebieden op thematische gebieden en bestuursniveaus.

Het plattelandspact heeft ook de samenwerking en het wederzijds leren gestructureerd voor een gemeenschap die in 2023 is gegroeid van 1 300 tot 2 350 leden, die afkomstig zijn uit alle sectoren en delen van de samenleving en waarvan er vele nieuw zijn in netwerkvorming voor het platteland op EU-niveau, hetgeen de holistische aanpak van het pact weerspiegelt. Het nieuwe platform, dat maandelijks door ongeveer 1 500 personen wordt bezocht, biedt de 560 gebruikers toegang tot een gegevensbank van nuttige bronnen, de mogelijkheid om samen te werken in zeven “gemeenschapsgroepen” en op de hoogte blijven van interessante ontwikkelingen. Bovendien heeft het pact de kennis van plattelandsactoren in heel Europa vergroot en verspreid door middel van veertig goede praktijken, vier webinars voor goede praktijken en de totstandbrenging van strategische banden met twintig andere EU-netwerken.

Tot slot heeft het pact geleid tot 120 verbintenissen om op te treden voor plattelandsgebieden, die afkomstig zijn van organisaties (70 %) of individuen (30 %) en een breed scala aan thema’s bestrijken28. De activiteiten in 2023 waren vooral gericht op het aanmoedigen van nationale en regionale overheden om actie te ondernemen, wat leidde tot een beleidsnota met zeven ingrediënten voor een succesvolle uitvoering van het plattelandspact in de lidstaten (zie punt 3.2).


3. Toekomstperspectief

1. De resultaten bij de uitvoering van het EU-actieplan voor het platteland bestendigen

Hoewel alle acties in het EU-actieplan voor het platteland lopen, moeten voor bepaalde acties extra inspanningen worden verricht en moeten andere worden voortgezet om hun doelstellingen te verwezenlijken. De begeleidende werkdocumenten van de diensten van de Commissie bieden een overzicht van de stand van zaken van elke actie en van de volgende stappen die gepland zijn voor de acties die worden voortgezet29, samen met een herziene versie van het actieplan.



1. Optreden voor sterkere, verbonden, veerkrachtige en welvarende plattelandsgebieden

In het kader van de acties voor sterkere plattelandsgebieden zal de Commissie het platform voor de revitalisering van het platteland met nieuwe functies verder ontwikkelen en het deel over de middelen in 2024 actualiseren. Zij zal blijven investeren in nieuwe onderzoeks- en innovatieprojecten via de werkprogramma’s van Horizon Europa 2025-2027 en door innovatoren op het platteland in heel Europa met elkaar in contact te brengen met het volgende “Startup Village”-forum in 2024. Een studie over de deelname van jongeren op het platteland aan Erasmus+ zal in 2024 aanbevelingen opleveren over leermogelijkheden voor jongeren op het platteland.

Wat de acties voor verbonden plattelandsgebieden betreft, zal de Commissie het project SMARTA-NET afronden met een slotconferentie in het najaar van 2024. Zij zal ook het regelgevingsklimaat blijven verbeteren om investeringen in digitale infrastructuur in gebieden met weinig dekking (voornamelijk plattelandsgebieden) te stimuleren en innovatie in de digitale transformatie voor de landbouw en andere plattelandssectoren blijven ondersteunen.

Om vooruitgang te boeken in de richting van veerkrachtige plattelandsgebieden zullen de werkzaamheden op het gebied van energiegemeenschappen op het platteland worden voortgezet in het kader van de in 2024 gelanceerde faciliteit voor energiegemeenschappen op het platteland. Het aantal levende laboratoria dat in het kader van de “bodemdeal” samenwerkt om de bodemgezondheid te verbeteren, zal in 2025-2027 toenemen door middel van oproepen tot het indienen van projecten. Daarnaast zal de Commissie in 2024 prioriteit geven aan de ontwikkeling van methoden voor het vernatten van veengebieden.

Voor welvarende plattelandsgebieden zal de Commissie de werkzaamheden op het gebied van de sociale economie en het formele onderwijs voortzetten. De lokale contactpunten voor de sociale economie zullen peer-to-peerondersteuning bieden in plattelandsgebieden en in het kader van de in 2025 geplande tussentijdse evaluatie van de vorderingen van de lidstaten op het gebied van de jongerengarantie en de Europese onderwijsruimte zullen belemmeringen voor kansengelijkheid, zoals de kloof tussen de stad en het platteland, worden aangepakt.



2. De gegevens over het platteland en de waarnemingspost voor het platteland blijven verbeteren en valoriseren

De Commissie zal de statistieken over het platteland blijven verbeteren. Na de publicatie van de volkstelling van 2021 in 2024 zal de Commissie “Statistics Explained”-artikelen publiceren met nieuw onderzoek naar plattelandsgebieden. De Commissie werkt ook aan de uitvoering van het nieuwe kader voor Europese statistieken over bevolking en huisvesting en zet de werkzaamheden voort met geospatiale gegevens, de datasets die beschikbaar zijn voor plattelandsgebieden en de publicatie Landelijk Europa.

De Commissie wil steun blijven bieden aan de EU-waarnemingspost voor het platteland, met als doel onderzoek en gegevens over plattelandsgebieden te blijven verstrekken. In 2024 zal de nadruk liggen op interacties tussen economie en demografie, huisvesting en energie-efficiëntie.

De Commissie zal het concept van functionele plattelandsgebieden verder ontwikkelen, rekening houdend met de inbreng van belanghebbenden en internationale organisaties, waaronder de Wereldbank en de OESO, die zich inzetten voor functionele geografische gebieden voor zowel stedelijke als plattelandsgebieden. Zij zal het nut van deze territoriale typologie voor statistische doeleinden en voor beleidsdoeleinden op langere termijn beoordelen.



3. Plattelandstoetsing consolideren

Bij het testen van de plattelandstoetsing gedurende twee jaar is gebleken dat het noodzakelijk is het bewustzijn te vergroten, de beschikbaarheid van gegevens te verbeteren, het proces van betere middelen te voorzien en de coördinatie te verbeteren. De Commissie zal het mechanisme voor plattelandstoetsing blijven gebruiken voor haar eigen regelgevingsproces, dat geleidelijk zal leiden tot betere vaardigheden voor de integratie van plattelandskwesties in de beleidsvorming van de EU in de verschillende afdelingen. Plattelandstoetsing zal gebaat zijn bij de verbetering van de statistieken en gegevens over het platteland en van de ontwikkeling van de EU-waarnemingspost voor het platteland. De Commissie zal ook de dialoog met de lidstaten voortzetten over de ontwikkeling van mechanismen voor plattelandstoetsing op nationaal en regionaal niveau, voortbouwend op het kader dat is ontwikkeld door de thematische groep van het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling inzake plattelandstoetsing op nationaal, regionaal en lokaal niveau30 en op de conclusies van de Raad waarin wordt opgeroepen i) plattelandstoetsing op alle niveaus te versterken3 en ii) “op grote schaal gebruik te maken van TEB” in wetgevingsvoorstellen om waar nodig territoriale effecten aan te pakken31. De Commissie zal op het gebied van plattelandstoetsing ook blijven samenwerken met internationale organisaties, zoals de OESO en de Wereldgezondheidsorganisatie.



4. De voortgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de plattelandsvisie volgen

De Commissie zal de mogelijkheid onderzoeken van een eenvoudig indicatorsysteem met relevante indicatoren voor de vier actiegebieden van de plattelandsvisie en de bijbehorende tien gemeenschappelijke doelstellingen, waarbij wat is vastgesteld in het werkdocument van de diensten van de Commissie bij de mededeling over de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden als uitgangspunt wordt genomen. Met het indicatorsysteem zal worden voortgebouwd op wat reeds bestaat in het kader van verschillende EU-beleidsdomeinen die bijdragen tot de visie, op de werkzaamheden die worden verricht in het kader van de EU-waarnemingspost voor het platteland, op plattelandsstatistieken en op projecten van Horizon Europa ter verbetering van gegevens over het platteland, zoals Rustik en Granular. De gebruikte indicatoren moeten beschikbaar zijn voor heel Europa en bijdragen tot het periodiek meten van de vooruitgang in de richting van de plattelandsvisie tot 2040.

 


2. Het plattelandspact consolideren

De Commissie zal de facilitering van het plattelandspact blijven ondersteunen via het ondersteuningsbureau voor het plattelandspact en het gemeenschapsplatform voor het plattelandspact verder ontwikkelen29.

De Commissie zal de interactieve functies van het samenwerkingsplatform in 2024 verbeteren. Een multiplicator-toolkit zal de leden van de gemeenschap helpen het pact en het platform onder de aandacht te brengen van niet-gemeenschapsleden.

In 2024 zal de prioriteit om het pact op nationaal en regionaal niveau uit te voeren, worden aangevuld door de nadruk te leggen op het opbouwen van meer eigen inbreng en participatie van lokale actoren in het plattelandspact.

De inspanningen die in 2023 zijn verricht om de lidstaten bij het plattelandspact te betrekken, zullen worden voortgezet, voortbouwend op het momentum dat is gecreëerd door de conclusies van de Raad van november 2023 over de plattelandsvisie, waarin de lidstaten worden aangemoedigd deel te nemen aan het plattelandspact en holistische strategieën en actieplannen voor plattelandsgebieden uit te werken. De beleidsnota “Making the rural pact happen in Member States”32 (Het plattelandspact realiseren in de lidstaten”) biedt nationale en regionale autoriteiten richtsnoeren over de wijze waarop zij het bestuur en de steun voor plattelandsgebieden kunnen verbeteren door middel van holistische benaderingen, coördinatie van de fondsen, grotere participatie en capaciteitsopbouw. Het ondersteuningsbureau voor het plattelandspact zal een eerste reeks “landenpagina’s” ontwikkelen om te laten zien hoe de ingrediënten van de succesvolle uitvoering van het plattelandspact zich in de nationale context hebben ontwikkeld en de aanzet geven tot actie van andere lidstaten door de bevordering van goede praktijken. De Commissie zal ook blijven samenwerken met internationale organisaties die met de EU-lidstaten samenwerken op het gebied van plattelandsbeleid, zoals de OESO, de Wereldgezondheidsorganisatie en VN-Habitat.

De coördinatiegroep voor het plattelandspact zal haar rol blijven spelen en zal, samen met het ondersteuningsbureau voor het plattelandspact en haar nationale deskundigen, plattelandskwesties onder de aandacht brengen bij de nationale autoriteiten en de EU-instellingen. Op basis van de door de groep overeengekomen overwegingen zullen de leden van de coördinatiegroep voor het plattelandspact maatregelen nemen om het plattelandspact verder aan te sturen en te ontwikkelen.

Het ondersteuningsbureau voor het plattelandspact zal in 2024 via een speciaal beleidslab met actoren op lokaal niveau blijven samenwerken aan de vraag hoe het plattelandspact kan worden omgezet in actie op lokaal niveau, goede praktijken en nauwe samenwerking met de gemeenschap, met name leden die zich ertoe hebben verbonden op te treden. Tijdens webinars over goede praktijken zullen, in samenwerking met relevante netwerken, mogelijkheden worden onderzocht rond specifieke thema’s die van belang zijn voor de gemeenschap.

De volgende conferentie over het plattelandspact dat begin 2025 zal plaatsvinden, is bedoeld om lokale actoren bijeen te brengen om de behaalde resultaten, ontwikkelingen op belangrijke thematische gebieden, verdere stappen voor het plattelandspact en ideeën over het EU-beleid voor de periode na 2027 te bespreken.


3. Nadenken over hoe de steun aan plattelandsgebieden in de toekomst kan worden verbeterd

1. Bijdragen van belanghebbenden en instellingen

De mededeling over de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden heeft geleid tot een rijke en vruchtbare dialoog en suggesties over hoe de steun aan plattelandsgebieden in de toekomst kan worden verbeterd. De voorstellen zijn afkomstig van:

- de interinstitutionele dialoog over de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden: het Comité van de Regio’s (CvdR) en het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) hebben begin 2022 adviezen uitgebracht33, gevolgd door de resolutie van het Europees Parlement van december 202234, het verslag van de Commissie regionale ontwikkeling van het Europees Parlement over de Europese territoriale agenda 203035 en de conclusies van de Raad van de Europese Unie in november 202336;
- de resultaten van de belangrijkste gebeurtenissen van het plattelandspact: belangrijke conferenties over het plattelandspact37, waaronder het forum op hoog niveau voor plattelandsbeleid over de vormgeving van de toekomst van plattelandsgebieden, de coördinatiegroep voor het plattelandspact38 en uitwisselingen met de gemeenschap van het plattelandspact39, waarin het bottom-upkarakter van de visie tot uiting komt;
- het Europees Plattelandsparlement, dat in de mededeling over de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden wordt genoemd als een forum voor uitwisseling over de uitvoering van de plattelandsvisie, met name de “Rural people declaration of Kielce” (verklaring van plattelandsbewoners van Kielce)40 en het manifest41.

Hieronder wordt een niet-uitputtend overzicht gegeven, waarbij de nadruk ligt op toekomstgerichte ideeën. Zij vormen geen officieel standpunt van de Commissie.

Uit veel bijdragen blijkt dat de plattelandsvisie moet worden omgezet in een EU-strategie voor het platteland33,34,36,37; dat er geïntegreerde plattelandsstrategieën op het niveau van de lidstaten moeten worden ontwikkeld33,34,36,37; dat de coördinatie door de Commissie tussen de verschillende bijdragende directoraten-generaal ten behoeve van plattelandsgebieden moet worden verbeterd37; dat de indicatoren en streefdoelen die relevant zijn voor plattelandsgebieden in de bestaande monitoringmechanismen moeten worden geïntegreerd33,34,37; en dat de financiële steun aan plattelandsgebieden moet worden verbeterd door een specifiek EU-fonds op te richten of door meer gebruik te maken van diverse fondsen33,34,37,39. In de bijdragen werd er ook op aangedrongen de financiële steun voor vaste toegangspunten of éénloketsystemen voor begeleiding en financiering voor plattelandsgebieden te consolideren en te stroomlijnen37; middelen te oormerken voor plattelandsgebieden en regio’s die te kampen hebben met natuurlijke of demografische belemmeringen35; en om een groter deel van de financiële middelen toe te wijzen aan de instrumenten voor lokale plattelandsontwikkeling, met name Leader en vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling34, 37. Belanghebbenden achten het belangrijk om de gedetailleerdheid van de op lokaal niveau beschikbare gegevens te verbeteren33,36,37; de toepassing van plattelandstoetsing op beleidsvoorstellen op EU-niveau verder te ontwikkelen33,34,37 en de lidstaten aan te moedigen plattelandstoetsing toe te passen33,36,37; en de toegang tot en de deelname aan de activiteiten van de waarnemingspost voor het platteland te verbeteren33,34.

Op EU-, nationaal, regionaal en lokaal niveau zijn de bijdragen gericht op: vereenvoudiging van de procedures en vereisten voor begunstigden met beperkte administratieve capaciteit om toegang te krijgen tot fondsen34,36,39,40; en het opzetten van een programma voor Leader en vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling onder direct beheer, dat rechtstreeks toegankelijk is voor deelnemers, bv. plaatselijke actiegroepen37,40. In veel bijdragen wordt voorgesteld financiële en beleidsondersteuning te bieden om de capaciteit van plattelandsgemeenschappen op te bouwen, onder meer door de ontwikkeling van strategieën en projecten, peer-to-peermentoring en de uitwisseling van goede praktijken33,34,36,37,41. Evenzo stellen de belanghebbenden voor om: plaatselijke actiegroepen te gebruiken om ook lokale capaciteiten en netwerkvorming op te bouwen37,41; éénloketsystemen op te zetten voor het verlenen van bijstand, diensten en innovatiebemiddeling37; en mechanismen op te zetten om goede praktijken uit te wisselen met landen en regio’s buiten de EU33,41.

In de bijdragen wordt het belangrijk geacht: specifieke interventies voor plattelandsgemeenschappen in het kader van het GLB te ondersteunen die verder gaan dan de landbouw- en de bosbouwsector, zoals voor energie-efficiënte bouw en renovatie van woningen en mobiliteit33,34; te voorzien in essentiële diensten en infrastructuur, met betrekking tot aspecten als toegang tot land, onderwijs, gezondheid, digitale infrastructuur en connectiviteit33,34,36,37; jongeren en vrouwen op het platteland te ondersteunen door hun toegang tot financiering te vergemakkelijken, te zorgen voor verschillende en flexibele banen, opleidings- en onderwijsmogelijkheden te bieden en hen te betrekken bij beleidsontwikkeling en bij de lokale besluitvormingsprocessen34,36,37,39.



2. Vervolgstappen

Samen leveren de hierboven samengevatte voorstellen en aanbevelingen nuttige stof tot nadenken over het toekomstige beleid voor plattelandsgebieden en -gemeenschappen en zullen zij dienen als uitgangspunt voor de beschouwingen over het meerjarig financieel kader (MFK) voor de periode na 2027. De Commissie is ingenomen met de adviezen van het Europees Parlement, de Raad, het CvdR en het EESC en neemt nota van de daarin opgenomen aanbevelingen. De Commissie neemt ook nota van de voorstellen van de nationale autoriteiten en belanghebbenden. In dit verslag kan niet vooruit worden gelopen op de besluiten over het voorstel voor het volgende MFK, dat de Commissie in de loop van 2025 zal presenteren. In het kader van de belangrijkste onderwerpen die tot dusver door de EU-instellingen en -organen en belanghebbenden aan de orde zijn gesteld, wordt verzocht om de volgende vragen in aanmerking te nemen:

- Wat zijn de belangrijkste uitdagingen die voortvloeien uit ontvolking, lopende transities en structurele veranderingen waarvoor EU-interventies een meerwaarde bieden?
- Wat zijn de beste manieren om deze doelgericht aan te pakken, rekening houdend met de verschillende behoeften van de verschillende plattelandsgemeenschappen?
- Hoe kan de financiële steun voor plattelandsgebieden en -gemeenschappen worden verhoogd via EU-, nationale en regionale fondsen, onder meer door de synergieën en complementariteit tussen deze gebieden te verbeteren?
- Wat is er nodig om de financiering, de kwaliteit van de uitvoering en de doeltreffendheid te verbeteren met behulp van territoriale instrumenten zoals vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling/Leader?
- Hoe kan de monitoring en beoordeling van de voor plattelandsgebieden en -gemeenschappen bestemde middelen uit de verschillende EU-fondsen en -programma’s worden verbeterd?
- Wat is er nodig om de toegang tot steun voor de eindontvanger te verbeteren door middel van eenvoudigere regels, geoptimaliseerde procedures en meer administratieve capaciteit?
- Wat kan er worden gedaan voor een bredere en efficiëntere uitvoering van het mechanisme voor plattelandstoetsing op EU-, nationaal en regionaal niveau?
- Wat zijn de beste beleidsinstrumenten om te zorgen voor institutionele, bestuurlijke en geïntegreerde steun voor plattelandsgebieden op alle niveaus?

- Zou het omzetten van de plattelandsvisie in een strategie op EU-niveau toegevoegde waarde hebben in termen van zinvolle acties in de praktijk?
- Hoe kan de EU de lidstaten, regio’s en lokale gemeenschappen verder helpen bij de ontwikkeling van nationale en regionale strategieën en actieplannen voor het platteland?

- Hoe kan de beschikbaarheid van voor het beleid relevante plattelandsstatistieken en -gegevens worden verbeterd zonder de administratieve lasten te verhogen?

4. Conclusie en volgende stappen

De dertig acties die de Commissie in haar mededeling van 30 juni 2021 heeft toegezegd te zullen ondernemen, lopen momenteel allemaal. Er zijn er negen voltooid, waarvan er zeven een vervolg hebben gekregen met nieuwe activiteiten. Tegelijkertijd heeft het plattelandspact een impuls gekregen, met een groeiende gemeenschap, een bestuursorgaan, een platform en een ondersteuningsbureau om de stem van het platteland te versterken, netwerkvorming tussen actoren te stimuleren en overheden en belanghebbenden te begeleiden rond de vraag hoe zij kunnen inspelen op de behoeften en ambities van plattelandsbewoners. Het plattelandspact moet het lokale niveau bereiken door te worden omgezet in zinvolle acties in de praktijk. Om dat te bereiken, kunnen maatregelen op EU-niveau bijdragen tot de verwezenlijking van de visie voor plattelandsgebieden in 2040, maar dat is niet genoeg: ook een sterke inzet en betrokkenheid op het niveau van de lidstaten en op regionaal en lokaal niveau is van cruciaal belang.

Uit de inventarisatie die is gemaakt om in kaart te brengen wat in het kader van zowel de GLB-programma’s als de programma’s van het cohesiebeleid is geprogrammeerd voor plattelandsgebieden, blijkt hoe het EU-beleid bijdraagt tot de doelstellingen van de plattelandsvisie voor de periode 2021-2027 (of 2023-2027 voor het GLB) en wat de huidige grenzen zijn bij het inventariseren van de steun die naar plattelandsgebieden gaat. De resultaten zullen als input dienen voor de besprekingen over de toekomst van dit beleid.

De verwezenlijking van de tien gemeenschappelijke doelstellingen van de plattelandsvisie tegen 2040 is een onderneming van lange adem, waarvoor op alle bestuursniveaus acties en beleidsmaatregelen in alle programmeringsperioden nodig zijn.

De Commissie zet zich in voor de uitvoering en consolidatie van de maatregelen die zijn genomen om het EU-actieplan voor het platteland en het plattelandspact uit te voeren in het kader van het huidige meerjarig financieel kader. De Commissie zal bij de voorbereiding van de EU-begrotingsvoorstellen voor de periode na 2027, die naar verwachting medio 2025 zullen worden goedgekeurd, rekening houden met voorstellen en overwegingen van EU-instellingen en -organen, organisaties van belanghebbenden en de plattelandsgemeenschap in het algemeen.

In het kader van het plattelandspact zullen een beleidslab in het najaar van 2024 en de conferentie over het plattelandspact begin 2025 platforms bieden om de strategische kwesties in dit verslag te bespreken en de leden van de gemeenschap van het plattelandspact en alle belanghebbenden op het platteland inspraak te geven over de toekomst. De Commissie zal de plattelandsgemeenschap op de hoogte houden van de mogelijkheden om bij te dragen aan openbare raadplegingen en op betrokkenheid gerichte activiteiten op verschillende beleidsterreinen. De coördinatiegroep voor het plattelandspact zal nauw samenwerken met de Commissie en het ondersteuningsbureau voor het plattelandspact om ervoor te zorgen dat de standpunten van de gemeenschap worden verzameld en meegenomen in de beleidsontwikkeling.

Naast de besprekingen in het kader van het plattelandspact zullen voor elk ondersteunend EU-beleidsdomein specifieke activiteiten worden georganiseerd. De Commissie zal ervoor zorgen dat belanghebbenden op het platteland goed vertegenwoordigd zijn in deze processen, in overeenstemming met de in 2021 geactualiseerde richtsnoeren voor betere regelgeving, die inhouden dat belanghebbenden uit verschillende soorten gebieden moeten worden geraadpleegd. Wat het GLB betreft, zullen de resultaten van de door Commissievoorzitter Von der Leyen gestarte strategische dialoog over de toekomst van de landbouw worden meegenomen in de besprekingen. Met betrekking tot het cohesiebeleid worden in het negende cohesieverslag richtsnoeren ter overweging beschreven, onder meer voor plattelandsgebieden. De oriëntaties en kwesties zullen het onderwerp vormen van een breed debat tijdens het cohesieforum op 11 en 12 april 2024. Op andere beleidsterreinen zal de Commissie worden verzocht na te gaan wat de gevolgen van toekomstig beleid zijn voor plattelandsgebieden, in overeenstemming met het mechanisme voor plattelandstoetsing dat na de goedkeuring van de plattelandsvisie is ingesteld.

1 COM(2021) 345 final.

2Europese Commissie, Politieke beleidslijnen voor de volgende Europese Commissie 2019-2024 (juli 2019).

3Raad van de Europese Unie, Conclusions on the Long-term vision for the EU’s rural areas (Conclusies over de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden van de EU), 15631/23; Europees Parlement, Verslag over de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden van de EU, 2021/2254(INI).

4COM(2023) 577 final.

5Europese Commissie, directoraat-generaal Regionaal Beleid en Stadsontwikkeling, Rodríguez-Pose, A. et al., The geography of EU discontent and the regional development trap, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2023, https://doi.org/10.2776/164290.

6SWD(2021) 166 final.

7https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Territorial_typologies_manual_-_degree_of_urbanisation.

8 De telling van 2021 heeft de indeling van gemeenten en regio’s gewijzigd, wat heeft geleid tot veranderingen in het aandeel van de plattelandsbevolking op verschillende niveaus ten opzichte van de cijfers in de mededeling over de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden van de EU (telling van 2011). Dit cijfer is gebaseerd op de voorlopige rastergegevens van de volkstelling 2021; https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Population_and_housing_census_2021_-_population_grids&stable=1. De definitieve gevalideerde rastergegevens van de volkstelling zullen in juni 2024 beschikbaar zijn.

9COM(2023) 707 final; Ecorys, Metis en Agrosynergy, Mapping and analysis of CAP strategic plans, Assessment of joint efforts for 2023-2027, 2023; Ecorys, Metis, and Agrosynergy, Taking stock of how CAP strategic plans contribute to the objectives of the long-term vision for the EU’s rural areas, 2023.

10https://agriculture.ec.europa.eu/common-agricultural-policy/rural-development/supporting-smart-village-strategies_en?prefLang=nl.

11De geraamde aandelen van de middelen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit die bijdragen aan de ontwikkeling van plattelandsgebieden en afgelegen gebieden in het kader van de pijler sociale en territoriale cohesie zijn beschikbaar op: https://ec.europa.eu/economy_finance/recovery-and-resilience-scoreboard/social.html.

12https://ec.europa.eu/enrd/rural-revitalisation_en.html.

13https://ruralpact.rural-vision.europa.eu/rural-revitalisation_en.

14https://rural-vision.europa.eu/events/taking-action-tackle-rural-depopulation-2023-06-29_en.

15https://rural-vision.europa.eu/action-plan/resilient_en#supporting-the-inclusion-of-migrants-in-rural-areas.

16COM(2023) 31 final.

17https://observatory.rural-vision.europa.eu/.

18https://observatory.rural-vision.europa.eu/thematic-analyses/functional-rural-areas?lng=en.

19COM(2021) 219 final.

20COM(2021) 645 final.

21COM(2022) 34 final.

22Voorstel voor een herziene kaderrichtlijn afvalstoffen (COM(2023) 420 final) en voorstel voor een richtlijn inzake “Bedrijven in Europa: kader voor de belastingheffing van inkomsten” (Befit) (COM(2023) 532 final).

23Het Europees Parlement, het Comité van de Regio’s (CvdR), het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) en het voorzitterschap van de Raad van de EU (of het voorzitterschapstrio voor de coördinatiegroep voor het plattelandspact).

24European LEADER association for rural development (Elard), European Rural Communities Alliance (ERCA) en Partnership for Rural Europe (Prepare).

25https://agriculture.ec.europa.eu/system/files/2022-07/rural-pact-proposal_en.pdf.

26https://ruralpact.rural-vision.europa.eu.

27https://ruralpact.rural-vision.europa.eu/events/all_en.

28 https://ruralpact.rural-vision.europa.eu/commitments_en.

29De elementen in de punten 3.1 en 3.2 weerspiegelen het voornemen van de Commissie ten tijde van de vaststelling, dat wellicht opnieuw moet worden bezien in het licht van de middelen die voor de uitvoering beschikbaar zijn.

30https://ec.europa.eu/enrd/enrd-thematic-work/long-term-rural-vision/TG-rural-proofing_en_en.html.

31Raad van de Europese Unie, Conclusies over de toekomst van het cohesiebeleid, 16230/23, november 2023.

32https://ruralpact.rural-vision.europa.eu/publications/making-rural-pact-happen-member-states_en.

33Advies van het Comité van de Regio’s, “Een langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden van de EU”, NAT-VII/021, 2022; Advies van het Europees Comité van de Regio’s over streefdoelen en instrumenten voor een slim Europees platteland, NAT-VII/030; en het Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over een langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden van de EU (PB C 290 van 29.7.2022, blz. 137).

34Europees Parlement, Verslag over de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden van de EU (2021/2254 (INI)).

35Commissie regionale ontwikkeling van het Europees Parlement, Verslag over de uitvoering van territoriale ontwikkeling (GB-verordening, titel III, hoofdstuk II) en de toepassing ervan in de Europese Territoriale Agenda 2030 (2023/2048 (INI)).

36Raad van de Europese Unie, Conclusies over een langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden van de EU, 15252/23, 2023.

37Conferentie over het plattelandspact, Brussel (15 en 16 juni 2022): https://rural-vision.europa.eu/events/rural-pact-conference-2022-06-15_en, conferentie over het plattelandspact in Zweden (3 en 4 mei 2023): https://rural-vision.europa.eu/events/rural-pact-conference-sweden-2023-05-03_en en het forum op hoog niveau voor plattelandsbeleid in Spanje (27 en 29 september 2023): https://rural-vision.europa.eu/events/shaping-future-rural-areas-2023-09-27_nl.

38https://ruralpact.rural-vision.europa.eu/RPCG_en.

39Een beleidslab voor maatregelen om de ontvolking van het platteland aan te pakken (juni 2023), https://rural-vision.europa.eu/events/taking-action-tackle-rural-depopulation-2023-06-29_en en een beleidslab over EU-fondsen die het pad effenen voor de plattelandsvisie (december 2023), https://ruralpact.rural-vision.europa.eu/events/eu-funds-paving-way-rural-vision_en.

40European rural parliament, Rural people’s declaration of Kielce, 2022.

41http://elard.eu/wp-content/uploads/2023/01/European-Rural_Parliament-Manifesto-Final-2022-1.pdf.

NL NL