Artikelen bij COM(2024)22 - Bevordering van de Europese economische veiligheid: een inleiding tot vijf nieuwe initiatieven

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


1. Inleiding


Achtergrond


Op 20 juni 2023 hebben de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid een gezamenlijke mededeling over een strategie voor economische veiligheid van de EU1 aangenomen. Uitgaande van de gedachte dat de EU gedijt in een open en op regels gebaseerde wereld, maakte de strategie duidelijk dat de nieuwe risico’s op het gebied van economische veiligheid voortkomen uit de toenemende geopolitieke spanningen, de geo-economische fragmentatie en diepgaande technologische veranderingen.


In de strategie wordt een alomvattende aanpak van de Europese economische veiligheid uiteengezet. Met name wordt een kader geboden voor de beoordeling en behandeling – op evenredige, nauwkeurige en gerichte wijze – van risico’s voor de Europese economische veiligheid, en tegelijkertijd wordt gegarandeerd dat de EU de meest open en aantrekkelijke bestemming blijft voor zakendoen en investeringen. Met volle respect voor de bevoegdheden van de lidstaten wordt in de strategie onderstreept dat het noodzakelijk is een meer samenhangende en meer verstrekkende gemeenschappelijke aanpak van de EU te ontwikkelen.


Uitgaande van het feit dat de risico’s en uitdagingen op het gebied van onze economische veiligheid mettertijd veranderen naargelang van de bredere geopolitieke en geo-economische context, zijn in de strategie vier risicocategorieën aangewezen die een prioritaire behandeling moeten krijgen: risico’s in verband met de weerbaarheid van toeleveringsketens, risico’s voor de fysieke en cyberbeveiliging van kritieke infrastructuur, risico’s voor de veiligheid van technologie en uitlekken van technologie, en risico’s in verband met de inzet van economische afhankelijkheid als wapen of economische dwang.


Om deze risico’s aan te pakken is de strategie gestructureerd rond drie pijlers:

- bevordering van het concurrentievermogen en de groei van de EU, versterking van de eengemaakte markt, ondersteuning van een sterke en weerbare economie en versterking van de wetenschappelijke, technologische en industriële basis van de EU;

- bescherming van de economische veiligheid van de EU door middel van een reeks beleidsmaatregelen en hulpmiddelen, waaronder indien nodig nieuwe gerichte instrumenten;

- partnerschappen aangaan en verdere versterking van de samenwerking met landen over de hele wereld die onze bezorgdheid delen en met wie wij gemeenschappelijke belangen inzake economische veiligheid hebben.

Als onderdeel van de uitrol van de strategie worden in deze mededeling vijf initiatieven voorgesteld die de economische veiligheid van de EU kunnen verhogen, gebruik makend van de vorderingen die in andere werkdomeinen zijn geboekt.

2. Het pakket

De initiatieven die vandaag worden voorgesteld, hebben tot doel:

1. bestaande wetgeving te verbeteren (voorstel voor de herziening van de verordening inzake de screening van buitenlandse directe investeringen);

2. verdere besprekingen binnen de EU te bevorderen met betrekking tot exportcontroles van technologieën voor tweeërlei gebruik die onze veiligheid beïnvloeden (witboek over exportcontroles);

3. lidstaten en belanghebbenden te raadplegen over potentiële risico’s ten gevolge van uitgaande investeringen, waarbij in dit stadium gefocust wordt op maatregelen die nodig zijn om een betere identificatie van dergelijke risico’s mogelijk te maken (witboek over uitgaande investeringen);

4. verdere besprekingen binnen de EU te bevorderen om te komen tot een betere aanpak van onderzoek en ontwikkeling inzake technologieën voor tweeërlei gebruik (witboek over opties voor versterking van de steun voor onderzoek en ontwikkeling inzake technologieën met potentieel voor dubbel gebruik);
5. voorstellen te lanceren voor aanbevelingen van de Raad met het oog op maatregelen voor versterking van de onderzoeksveiligheid (voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake versterking van de onderzoeksveiligheid).

Verder EU-optreden zal worden gevoed door de lopende risicobeoordelingen en door permanente strategische coördinatie met de lidstaten om te komen tot een gemeenschappelijk begrip van de risico’s waarmee Europa te maken krijgt, en van de passende maatregelen – in het kader van de drie pijlers van bevordering, bescherming en partnerschap – om de risico’s tegen te gaan.

a. Nieuwe initiatieven met betrekking tot investeringen en handel


Voorstel voor een nieuwe verordening inzake de screening van buitenlandse directe investeringen

Verordening 2019/452 tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie (BDI-screeningverordening) is nauwelijks meer dan drie jaar van kracht. Bij de verordening is een samenwerkingsmechanisme ingesteld waarin de lidstaten en de Commissie informatie over meer dan 1 200 transacties hebben kunnen uitwisselen en hun bezorgdheid te kennen hebben kunnen geven wanneer buitenlandse directe investeringen (BDI’s) op de interne markt potentiële risico’s opleverden voor hun veiligheid en openbare orde. De Commissie en de lidstaten hadden zo de gelegenheid dreigingen uitgaande van bepaalde investeerders en grensoverschrijdende kwetsbaarheden te omschrijven, te beoordelen en te behandelen. Aangezien eventuele restricties gebaseerd zijn op een beperkte en gerichte uitzondering die haar rechtvaardiging vindt in veiligheid of andere motieven van openbaar belang, vormt de verordening een bevestiging dat de EU in het algemeen openstaat voor BDI.

Het wetgevingsvoorstel dat de Commissie vandaag voorstelt, beoogt een herziening van dit kader op basis van een evaluatie van de verordening2. Het bouwt voort op de ervaring die de afgelopen drie jaar is opgedaan met de werking ervan, alsmede een evaluatie van OESO-experts van november 20223 en de bevindingen en aanbevelingen van een speciaal verslag van de Europese Rekenkamer van 6 december 20234.

De voorgestelde verordening zal de efficiëntie van de BDI-screeningverordening verbeteren door de tekortkomingen van het bestaande mechanisme aan te pakken. Zij zal ervoor moeten zorgen dat alle lidstaten over een screeningsysteem beschikken zodat achterpoortjes in de screening van risicovolle transacties kunnen worden voorkomen en de focus wordt gericht op de gevallen met de hoogste risico’s terwijl binnen het stelsel een grotere verantwoordingsplicht wordt ingevoerd met betrekking tot de bezorgdheden inzake veiligheid of openbare orde die de lidstaten en/of de Commissie uitgesproken hebben.

De Commissie wenst meer efficiëntie in het samenwerkingsmechanisme te brengen door convergentie tussen de nationale stelsels te bevorderen. Met de voorgestelde verordening wordt het samenwerkingsmechanisme eveneens uitgebreid tot intra-Europese transacties waarbij de investeerder onder zeggenschap van een buitenlandse onderneming staat. Derhalve zouden kloven worden gedicht die het vermogen van de EU om haar veiligheid of de openbare orde te beschermen zouden ondermijnen.

Witboek over exportcontroles

Multilaterale uitvoercontroleregelingen blijven de kern uitmaken van de controle op technologieën voor tweeërlei gebruik in de EU. Zoals reeds geopperd in de strategie voor economische veiligheid, brengen geopolitieke spanningen en het tempo van technologische verandering een behoefte aan meer gecoördineerde actie op EU-niveau met zich mee. De EU moet daarom ten volle gebruik maken van de mogelijkheden die de verordening inzake producten voor tweeërlei gebruik biedt. Een verdere toename van nationale controles door de lidstaten zou het risico inhouden dat de effectiviteit van het uitvoercontrolekader van de EU, en van de controles van de lidstaten zelf, alsook de integriteit van de interne markt onder druk komen te staan. Dit gevaar is meer uitgesproken in het huidige kader waarin uiteenlopende benaderingen van lidstaten ten aanzien van specifieke technologieën de veiligheid van de EU in haar geheel zouden kunnen verzwakken.

Betere coördinatie van de uitvoercontroles op EU-niveau zouden het vermogen van de EU versterken om daadwerkelijk in een geopolitieke context op te treden, bijvoorbeeld door de leiding op zich te nemen en een gedeelde agenda met partners te bepalen. Ook zou de EU in dat geval beter opgewassen zijn tegen mogelijke unilaterale maatregelen van derde landen die nieuwe uitvoercontroles willen opleggen, onder meer in het geval van nieuwe technologieën, of zou zij beter in staat zijn mogelijke druk (op de EU of op specifieke lidstaten) in respons op dergelijke controles op te vangen.

Sinds de verordening inzake producten voor tweeërlei gebruik in 2021 is aangenomen, is de mondiale context voor uitvoercontroles veranderd. Ten aanzien van de Russische aanvalsoorlog op Oekraïne is gereageerd met een snelle uitrol van sancties, onder meer in de vorm van beperkingen op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik en gevoelige producten. Tegelijkertijd ondervinden multilaterale uitvoercontroleregelingen hinder om beslissingen te nemen inzake nieuwe aan controle te onderwerpen producten, en wordt het moeilijk gelijke tred te houden met technologische ontwikkelingen aangezien sommige van de leden het besluitvormingsproces blokkeren. Voorts is er nog geen sprake van voldoende eenstemmigheid binnen de EU wanneer het gaat om de ontwikkeling van toekomstige controles op specifieke technologieën. Om deze redenen moet de capaciteit van de EU om daadwerkelijk op het internationale forum op te treden worden versterkt.

Het witboek over uitvoercontroles biedt zowel op korte als middellange termijn maatregelen om deze knelpunten aan te pakken. Op korte termijn zal de Commissie, ook ter vrijwaring van het omvangrijke technische werk dat in multilaterale regelingen is verricht, een voorstel doen om voor deze producten eenvormige Europese controles te verrichten die in de multilaterale regelingen ingevoerd zouden zijn, ware het niet dat het besluitvormingsproces in deze regelingen geblokkeerd is. De Commissie stelt ook voor een forum voor politieke coördinatie op te richten, dat besprekingen tussen de Commissie en de lidstaten op een passend hoog niveau mogelijk zou maken teneinde gemeenschappelijke EU-standpunten inzake uitvoercontroles te bevorderen.

Tegen de zomer van 2024 zal de Commissie een aanbeveling aannemen om te komen tot een betere coördinatie tussen de lidstaten en de Commissie inzake een nieuwe vóór goedkeuring door de lidstaat te checken nationale controlelijst. Het is daarbij de bedoeling opmerkingen over potentiële effecten buiten de grenzen van de lidstaat mogelijk te maken. De capaciteit van de EU om risico’s te onderscheiden ten gevolge van producten die nog niet op multilateraal niveau aan controle zijn onderworpen, zal daardoor beter worden.

Op middellange termijn zal de Commissie de verordening inzake producten voor tweeërlei gebruik vervroegd evalueren in het eerste kwartaal van 2025 en bijgevolg, indien nodig, voorstellen doen om eventuele tekortkomingen op het gebied van effectiviteit of efficiëntie aan te pakken. Deze evaluatie zal onderstut worden door een alomvattende studie in 2024 en zal ook voordeel halen uit de resultaten van de bovenvermelde risicobeoordelingen over kritieke technologieën.

Het witboek moet eveneens een breder debat op gang trekken over het soort uitvoercontroles waaraan behoefte is, en over de best mogelijke vormen van internationale samenwerking in respons op huidige en toekomstige uitdagingen.

Witboek over uitgaande investeringen

In de mededeling over een Europese strategie voor economische veiligheid van juni 2023 wordt erkend dat open mondiale markten belangrijk zijn voor het welslagen en de economische veiligheid van de Europese Unie. Ook wordt hierin erkend dat de bezorgdheid groeit met betrekking tot uitgaande investeringen in een beperkte reeks technologieën waaruit hogere militaire en intelligentiecapaciteiten zouden kunnen voortvloeien voor actoren die deze capaciteiten kunnen gebruiken om de internationale vrede en veiligheid te bedreigen. Hoewel de EU en haar lidstaten zich reeds toeleggen op het screenen van buitenlandse directe investeringen in de EU en de uitvoer van technologieën voor tweeërlei gebruik buiten de EU controleren, bestaat er momenteel geen toezicht op investeringen die uit de EU naar derde landen vloeien.

In juli 2023 heeft de Commissie met de lidstaten een deskundigengroep over uitgaande investeringen opgericht om de discussie over deze thema’s op gang te brengen. De voorlopige inschatting is dat de Commissie en de lidstaten meer werk en analyse moeten verrichten om een noodzakelijke beleidsrespons op deze groeiende bezorgdheid vast te stellen.

De Commissie streeft er nu naar deze discussie op basis van een witboek te verruimen en te structureren zodat er een beter begrip groeit omtrent uitgaande investeringen in bepaalde strategische sectoren en potentiële daaraan verbonden risico’s. De Commissie overweegt een aanbeveling om steun in die zin te verlenen door middel van monitoring en evaluaties door de lidstaten. Op basis van deze monitoring over een periode van twaalf maanden kan de Commissie, samen met de lidstaten, uitgaande van een gemeenschappelijke methodologie, een risicobeoordeling met betrekking tot de Europese veiligheid opstellen om uit te maken of beperkende maatregelen nodig zijn, en zo ja welke.

b. Nieuwe initiatieven met betrekking tot onderzoek en innovatie


Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake onderzoeksveiligheid

De voorgestelde aanbeveling van de Raad heeft tot doel aan de lidstaten alsook aan instellingen voor hoger onderwijs en andere publieke en particuliere onderzoekinstellingen in heel Europa een betere ondersteuning en meer slagkracht te verlenen, om risico’s op het gebied van onderzoeksveiligheid te identificeren en te behandelen. Zo wordt gegarandeerd dat onderzoeks- en innovatieactiviteiten niet worden misbruikt op een wijze die de Europese veiligheid aantast of ethische normen schendt.

Hoewel nationale regeringen zich in de beste positie bevinden om de O&I-sector te ondersteunen, is samenwerking op EU-niveau noodzakelijk om de goede werking van de Europese Onderzoeksruimte te verzekeren.

Voortbouwend op de reeds geleverde inspanningen en in overeenstemming met het beginsel van academische vrijheid wil de voorgestelde aanbeveling alle lidstaten mobiliseren om bewustzijn te wekken en een grotere veerkracht te bereiken in de onderzoeks- en innovatiesector. De lidstaten zou worden aanbevolen een beleidskader voor onderzoeksveiligheid op te stellen op basis van een overheidsbrede aanpak, door de oprichting van ondersteunende structuren, de invoering van beveiliging via financieringsinstellingen, de verlening van stimuli aan universiteiten en andere publieke en private onderzoeksorganisaties om adviseurs inzake onderzoeksveiligheid aan te stellen, en de invoering van processen voor due diligence en risicobeheer.

De maatregelen die de lidstaten nemen, moeten evenredig zijn met speciale aandacht voor zelforganisatie door de sector in overeenstemming met de academische vrijheid en de institutionele autonomie. De algemene aanpak moet risicogebaseerd zijn en alle vormen van discriminerend of stigmatiserend gedrag uit de weg gaan.

Ter aanvulling van deze inspanningen zou de EU acties voor beleidsleren, coördinatie en consistentie tussen de lidstaten ondersteunen, via bestaande beheersstructuren van de Europese Onderzoeksruimte en de oprichting van een Europees kenniscentrum voor onderzoeksveiligheid.

De Commissie zou de vorderingen in de uitvoering van deze aanbeveling monitoren in het kader van de tweejaarlijkse rapportage over de totaalaanpak voor onderzoek en innovatie, en kan, rekening houdend met de ontwikkelingen van de geopolitieke situatie, verdere maatregelen voorstellen.

Witboek voor versterking van de steun voor onderzoek en ontwikkeling inzake technologieën met potentieel voor tweeërlei gebruik

Tal van technologieën die kritiek zijn voor de economische veiligheid van de EU, hebben een potentieel voor tweeërlei gebruik: deze technologieën zijn relevant voor heel wat toepassingen in de maatschappij en op het gebied van defensie en kunnen het Europese bedrijfsleven en de ruimere economie ten goede komen. Gekeken naar de geopolitieke uitdagingen wordt de relevantie van steun voor O&O met betrekking tot technologieën met potentieel voor tweeërlei gebruik almaar groter.

Het witboek dat vandaag wordt aangenomen, geeft een overzicht van de steun die in het kader van de huidige Europese financieringsprogramma’s wordt geboden, en onderscheidt potentiële opties om te komen tot een uitbreiding daarvan. Programma’s zoals de EU-regeling voor defensie-innovatie (Eudis) in het kader van het Europees Defensiefonds (EDF) stellen zich tot doel veelbelovende technologieën in het civiele domein op te sporen en het gebruik ervan in het domein van defensie te bevorderen.

Drie mogelijke opties voor de toekomst worden voorgesteld: 1) de weg voortzetten op basis van de huidige opstelling en deze versterken, 2) de exclusieve focus op civiele toepassingen in aangewezen onderdelen van het vervolgprogramma van Horizon Europa opheffen, en 3) een specifiek instrument creëren waarin de focus ligt op tweeërlei gebruik van O&O. Met het witboek lanceert de Commissie met overheden, het maatschappelijk middenveld, het bedrijfsleven en de academische wereld een brede raadpleging over opties voor strategische ondersteuning bij de ontwikkeling van technologie voor tweeërlei gebruik. Op basis van deze raadpleging zal het mogelijk zijn een ruime dialoog aan te gaan met alle betrokken partijen en de Commissie zal hiervan gebruik maken in haar vervolgacties.

3. Vooruitgang in andere activiteiten met betrekking tot economische veiligheid


Sinds de strategie voor economische veiligheid in juni 2023 is aangenomen, is intensief voortgewerkt op de belangrijkste dimensies van de Europese economische veiligheid.


Risicobeoordelingen

Op 3 oktober 2023 heeft de Commissie een aanbeveling aan de lidstaten gericht waarin tien technologiegebieden worden aangewezen als kritiek voor de economische veiligheid van de EU. Vier van deze technologieën werden aanbevolen voor een dringende gezamenlijke risicobeoordeling door de Commissie en de lidstaten5: geavanceerde-halfgeleidertechnologieën, technologieën van artificiële intelligentie, kwantumtechnologieën en biotechnologieën.

De Commissie en de lidstaten buigen zich momenteel over deze risicobeoordelingen, voortgaande op de bijdragen van belanghebbenden, waaronder het Industrieforum. Het verslag wordt verwacht voor februari. De werkzaamheden over de risicobeoordelingen, die in het bijzonder gericht zijn op technologieveiligheid en het uitlekken van technologie, vormen een aanvulling op de activiteiten van de Commissie in het EU-waarnemingscentrum voor kritieke technologieën, dat belast is met een regelmatige monitoring en analyse van de kritieke technologieën op het gebied van defensie, ruimtevaart en aanverwante waardeketens in Europa.

De Commissie werkt ook verder aan de drie andere risicobeoordelingen die in de strategie zijn aangewezen (nl. de weerbaarheid van toeleveringsketens, de fysieke en cyberbeveiliging van kritieke infrastructuur en de inzet van economische afhankelijkheid als wapen of economische dwang).


Risico’s betreffende toeleveringsketens worden bijvoorbeeld gemonitord via de analyse van de Supply Chain Alert Notification (“SCAN”) om gevallen van strategische afhankelijkheid en noodsituaties in de toeleveringsketen te evalueren6. Deze risicobeoordeling is gebaseerd op gegevensgestuurde methoden om strategische afhankelijkheden in gevoelige industriële ecosystemen op te sporen (die namelijk betrekking hebben op gebieden zoals veiligheid en beveiliging, de gezondheid van Europeanen, de groene en digitale transitie) alsmede op die situaties van afhankelijkheid die kwetsbaarheden voor de economische veiligheid van de EU kunnen opleveren. De gegevensgestuurde aanpak wordt aangevuld met een op intelligentie gebaseerde kwalitatieve beoordeling om te komen tot een begrip van de gevolgen die verstorende effecten in de toeleveringsketens kunnen hebben op welbepaalde goederen en ecosystemen.


Wat de fysieke en cyberbeveiliging van kritieke infrastructuur betreft, bepaalt de richtlijn betreffende de weerbaarheid van kritieke entiteiten, die op 16 januari 2023 van kracht is geworden, dat de lidstaten tegen 17 januari 2026 risicobeoordelingen moeten verrichten over essentiële diensten. De NIS 2-richtlijn7 voorziet in het kader voor gecoördineerde risicobeoordelingen inzake de cyberbeveiliging van kritieke infrastructuur. Deze risicobeoordelingen zullen ook de activiteiten aansturen die plaatsvinden krachtens de verordening inzake cybersolidariteit, voorgesteld door de Commissie in april 2023, en met name de gecoördineerde paraatheidstests.


Er hebben reeds verschillende beoordelingen plaatsgevonden en enkele lopen nog, bijvoorbeeld de beoordelingen inzake 5G8 en inzake de gevolgen op het gebied van cyberbeveiliging van open radiotoegangsnetwerken (OpenRAN)9,, die in de komende jaren zullen zorgen voor een andere manier om het gedeelte radiotoegang van 5G-netwerken te ontplooien op basis van open interfaces. Wat kritieke infrastructuren betreft, is het ook van belang daadwerkelijke acties te ondernemen om de veiligheid en weerbaarheid van onderzeese kabelinfrastructuren te verbeteren.


De Commissie werkt ook samen met de lidstaten om risiconiveaus en -gebieden van potentiële inzet van economische afhankelijkheid als wapen of economische dwang te beoordelen. Bij deze beoordeling wordt gekeken naar de potentiële impact en naar de waarschijnlijkheid dat dergelijke praktijken ten aanzien van de EU worden toegepast. Aandacht wordt besteed aan verschillende acties die erop gericht zonden kunnen zijn legitieme soevereine keuzes van de EU en de lidstaten te beïnvloeden of op een andere manier economische afhankelijkheid zouden inzetten als wapen in de betrekkingen met de EU.


De risicobeoordelingen zullen onder meer informatie opleveren in de besluitvorming over de vraag of verdere actie gerechtvaardigd is. Indien actie noodzakelijk wordt geacht, zal de Commissie, indien passend in coördinatie met de hoge vertegenwoordiger, bijkomende initiatieven voorstellen om de risico’s te beperken via bevorderende, beschermende of partnerschapsmaatregelen.

Onderzoeksveiligheid in lopende financieringsprogramma’s

 
Aangezien de EU een van Europa’s grootste financiers van onderzoek is, heeft de Commissie actie ondernomen om onderzoeksveiligheid te stimuleren, door de toepassing van de bestaande beveiligingen te ondersteunen met het oog op de veiligheid in het onderzoek op basis van een strikte risicogebaseerde aanpak. Deze beveiligingen zijn erop gericht de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de Unie te beschermen in het kader van de Horizon Europa- en Euratomverordeningen10. De EU heeft richtsnoeren voor onderzoek met betrekking tot producten voor tweeërlei gebruik uitgevaardigd om ervoor te zorgen dat de risico’s daadwerkelijk worden onderkend, beheerd en beperkt door overheden en onderzoeksorganisaties11.

De implementatie van deze beveiligingen wordt verder versterkt in het kader van de Horizon Europa-verordening. Concreet is voor 31 acties in het kader van het werkprogramma 2023-2024 (3,5 % van het totaal) overeenkomstig artikel 22, lid 5, van de verordening sprake van een beperking van de subsidiabiliteit, hetgeen betekent dat entiteiten die gevestigd zijn in, eigendom zijn van of indirect onder zeggenschap staan vanuit bepaalde derde landen, niet mogen deelnemen aan deze acties. Daarnaast is overeenkomstig artikel 22, lid 6, van de verordening samenwerking met in China gevestigde entiteiten uitgesloten voor innovatieacties. De deelname van juridische entiteiten uit Rusland en Belarus aan alle onderwerpen in het kader van Horizon Europa is uitgesloten in overeenstemming met de Europese sanctieregeling12.

De Commissie heeft haar monitoringssysteem voor gevallen van eigendomsoverdracht van resultaten van door de EU gefinancierde projecten aan niet-geassocieerde derde landen versterkt. Zij werkt ook samen met nationale autoriteiten om te bepalen of Horizon Europa- en Euratomprojecten voldoen aan de toepasselijke veiligheidsregels, in het bijzonder met betrekking tot de gevoeligheid van informatie.

Daarnaast heeft de Commissie in het kader van de Europese Innovatieraad investeringswaarborgen ingevoerd die opgenomen moeten worden in investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en start-ups waar technologieën en innovaties worden ontwikkeld die risico’s kunnen meebrengen voor de economische veiligheid – indien deze in handen zouden komen van niet-geassocieerde derde landen. Al deze ervaring heeft input opgeleverd voor de voorbereiding van het bovenvermelde voorstel voor een aanbeveling van de Raad, dat vandaag ter tafel ligt.


Bevordering en partnerschappen


In het kader van de pijler “bevordering” van de strategie en in de bredere context van de agenda voor het concurrentievermogen van Europa heeft de Commissie de interne markt en de economische basis van de Unie versterkt. Er zijn een aantal belangrijke stappen ondernomen om de veerkracht van de Europese economie en het concurrentievermogen van Europa’ economie en bedrijfsleven te versterken, onder meer door een betere toegang tot financiering, de uitvoering van belangrijke initiatieven van het Actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten en de bevordering van investeringen en hervormingen door de uitrol van NextGeneration EU en de cohesiefondsen. Sommige van deze stappen die tot de economische veiligheid van de EU bijdragen, worden in de volgende (niet-exhaustieve) voorbeelden uitgelegd.


Het noodinstrument voor de eengemaakte markt zal, zodra het door de medewetgevers is aangenomen, de EU in een betere positie brengen om essentiële goederen en diensten te monitoren in de context van een crisis, en zal een governancekader garanderen voor snelle collectieve acties. De Europese verordening kritieke grondstoffen zal ervoor zorgen dat de EU toegang krijgt tot veilige, gediversifieerde, betaalbare en duurzame bevoorrading met kritieke grondstoffen. De verordening voor een nettonulindustrie zal het concurrentievermogen van onze bedrijven aanzwengelen en de overgang naar een nettonulindustrie vergemakkelijken. AggregateEU zal een hulp zijn om de bronnen van energie-invoer te diversifiëren terwijl de hervorming van de opzet van de elektriciteitsmarkt van de EU de opkomst van hernieuwbare energiebronnen zal versnellen, en dus zal zorgen voor meer diversificatie en minder afhankelijkheid in de energiebevoorrading.


Het komende initiatief inzake geavanceerde materialen voor industrieel leiderschap zal de productie en het gebruik van innovatieve en duurzame materialen in de EU stimuleren. Het komende EU-initiatief inzake biotechnologie en biomanufacturing zal het concurrentievermogen in deze kritieke technologie bevorderen. Daarbij zullen onder meer de resultaten van de bovenvermelde gezamenlijke risicobeoordeling in aanmerking worden genomen. De in mei 2023 voorgestelde hervorming van de Europese douane-unie zal ervoor zorgen dat de douaneautoriteiten over instrumenten en hulpbronnen beschikken om uitvoerstromen te beoordelen en invoerstromen te stoppen wanneer deze illegaal zijn of reële risico’s opleveren voor de EU, haar burgers en haar economie.


Er wordt ook vooruitgang geboekt in het bevorderen van kritieke technologiegebieden. Het beleidsprogramma voor het digitale decennium13 heeft het kader bepaald waarin de ontwikkeling en uitrol van Europese strategische digitale technologieën en diensten wordt aangemoedigd. Dankzij de Europese verordening cyberweerbaarheid zullen hardware- en softwareproducten, zoals al dan niet draadloze apparaten, cyberveiliger worden voor zakelijke gebruikers en consumenten in heel de EU en zal de Europese bedrijfswereld een betere positie verwerven door leiderschap in de desbetreffende normen.

Over het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP) wordt politiek verder onderhandeld. Wanneer het goedgekeurd is, zal het een hefboom vormen en een sturend kader waarmee bestaande EU-instrumenten de ontwikkeling van de productie van kritieke technologieën in de Unie kunnen worden ondersteund. De in november 2023 ingehuldigde Gemeenschappelijke Onderneming voor chips dicht de kloof tussen onderzoek, innovatie en uitrol, met name via een EU-financiering van 1,67 miljard EUR voor vier pilootlijnen.

De Europese verordening artificiële intelligentie, waarover in december 2023 een politiek akkoord is bereikt, zal investeringen en innovatie in heel de EU bevorderen door ondernemingen rechtszekerheid te verlenen en vertrouwen te wekken voor consumenten en ondernemingen die AI gebruiken. Deze zal binnenkort worden aangevuld met een initiatief van de Commissie om de samenwerking tussen start-ups in artificiële intelligentie en de groeiende supercomputercapaciteit van de EU te versterken en het Europese innovatie-ecosysteem voor AI te ontwikkelen. Voorts hebben zeven lidstaten 1,2 miljard EUR aan staatssteun uitgetrokken voor een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang voor de ondersteuning van onderzoek, ontwikkeling en eerste industriële toepassing van geavanceerde cloud- en edgecomputingtechnologieën in Europa. De Gemeenschappelijke Onderneming “Slimme netwerken en diensten”, die in 2022 operationeel is geworden, bevordert onderlinge afstemming tussen de lidstaten wat 6G-onderzoek en -ontwikkeling en de uitrol van geavanceerde 5G-netwerken betreft.

In het kader van de pijler “partnerschappen” is de EU haar samenwerking met internationale partners blijven versterken om gemeenschappelijke belangen op het gebied van economische veiligheid te bevorderen. Deze samenwerking varieert van toegang verzekeren tot grondstoffen tot kennisverwerving inzake kritieke toeleveringsketens, oprichting van samenwerkingsverbanden inzake kritieke technologieën in cruciale sectoren en de hervorming van de Wereldhandelsorganisatie.


In 2023 heeft de EU vrijhandelsverdragen ondertekend met Nieuw-Zeeland, Chili en Kenya en heeft zij de eerste overeenkomst ooit ter bevordering van duurzame investeringen (SIFA) gesloten, met Angola, en zijn de onderhandelingen over een overeenkomst met Japan over grensoverschrijdende datastromen afgerond.

Binnen het coördinatieplatform van de G7 inzake economische dwang hebben verdere werkzaamheden plaatsgevonden, met als doel informatie te delen en beter maatregelen te coördineren die het inzetten van handels- en economische dwang als wapen moeten tegengaan. De G7-werkgroep voor de veiligheid en integriteit van het wereldwijde onderzoeksecosysteem heeft in november 2023 beste praktijken gepubliceerd en een virtuele academie opgezet om richting te geven aan verdere activiteiten. Het door de G7 opgezette initiatief voor een partnerschap voor de versterking van weerbare en inclusieve toeleveringsketens (RISE) beoogt steun te verlenen aan lage- en middeninkomenslanden om een sterkere rol te spelen in de mijnbouw en de mondiale productie van schone energie.

Uit de resultaten van de EU-VS-top van oktober 2023 blijkt duidelijk dat zij gedeelde belangen hebben wanneer het erom gaat bovenmatige afhankelijkheid te verminderen, niet-marktconforme praktijken tegen te gaan, risico’s ten gevolge van binnenkomende en uitgaande investeringen aan te pakken en de weerbaarheid van toeleveringsketens te verhogen. Dit zijn allemaal punten die door de Handels- en Technologieraad verder behandeld zullen worden. De EU en Canada zijn op hun top van november 2023 ook overeengekomen een regelmatige dialoog over economische veiligheid te onderhouden. Op dezelfde manier zijn de EU en de Republiek Korea in mei 2023 overeengekomen de dialoog over economische veiligheid te versterken. Ook met Japan en India wordt nog steeds nauw samengewerkt over economische veiligheid.

Bij de uitrol van de Global Gateway wordt ook nagedacht hoe de economische veiligheid en weerbaarheid van de EU en haar partners kan worden verbeterd; daartoe wordt tot 300 miljard EUR gemobiliseerd voor wederzijds voordelige samenwerking op het gebied van duurzame ontwikkeling in opkomende markten en in ontwikkelende economieën. Voorbeelden van partnerschappen die de EU reeds heeft aangegaan in het kader van de Global Gateway, zijn duurzame partnerschappen op het gebied van kritieke grondstoffen met zeven landen op drie continenten, waaronder Chili, de Democratische Republiek Congo en Kazachstan, alsmede pakketten voor de digitale economie met Colombia, Nigeria, Kenya en de Filipijnen. Daarmee worden bijdragen geleverd tot de economische veiligheid van de partners maar worden ook de strategische belangen van de EU verder bevorderd.

De EU blijf een groot voorstander van een ruime hervorming van de Werelddouaneorganisatie, om ontwikkelingen in de internationale handel op efficiëntere wijze aan te pakken.

De EU gaat ook partnerschappen over onderzoek en innovatie aan met een brede waaier van landen, met name door een multilaterale dialoog over waarden en beginselen voor internationale wetenschappelijke samenwerking te bevorderen. In februari 2024 zal zij hierover een internationale ministeriële conferentie organiseren. De Commissie zal ook meer dialogeren over kwesties van economische veiligheid met derde landen die met Horizon Europa geassocieerd zijn14 , zoals het Verenigd Koninkrijk, Canada en Nieuw-Zeeland.

4. Conclusie


Het pakket voorstellen en initiatieven dat in deze mededeling naar voren is gebracht, vertegenwoordigt een verdere stap in de uitvoering van de Europese strategie voor economische veiligheid.

Het pakket biedt een alomvattende aanpak om het Europese instrumentarium te versterken met het oog op een beperking van de risico’s die verbonden zijn aan buitenlandse investeringen in de EU, uitgaande investeringen, goederen voor tweeërlei gebruik, alsook met het oog op een betere onderzoeksbeveiliging. Deze versterking van deze instrumenten is noodzakelijk, willen de EU en de lidstaten de in de lopende risicobeoordelingen aangewezen risico’s met betrekking tot bevoorradingsketens, technologieën, infrastructuren en economische dwang systematisch kunnen bestrijden,

De Commissie verzoekt de lidstaten, het Europees Parlement en de Raad, in overeenstemming met hun respectieve bevoegdheden, deze voorstellen en initiatieven in overweging te nemen en er een passend vervolg aan te geven, in nauwe samenwerking met de Commissie. Gelet op de geopolitieke context en de kansen en risico’s die eruit voortvloeien, zal het noodzakelijk zijn in een gestaag tempo te vorderen.

De uitvoering van de Europese strategie voor economische veiligheid is een lopend proces, dat gebaseerd is op diepgaande risicoanalyse en moet leiden tot de goedkeuring van gerichte maatregelen om risico’s aan te pakken, rekening houdend met de evolutieve aard van de risico-omgeving. Daarom zal de Commissie te zijner tijd en indien passend in coördinatie met de hoge vertegenwoordiger verdere initiatieven voorstellen om de strategie uit te voeren.

1 Gezamenlijke mededeling van de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid: strategie voor economische veiligheid van de EU, 20.6.2023, JOIN(2023) 20 final.

2 Zie het werkdocument van de diensten van de Commissie dat deel uitmaakt van het pakket dat samen met deze mededeling is aangenomen.

3 https://www.oecd.org/daf/inv/investment-policy/oecd-eu-fdi-screening-assessment.pdf

4 https://www.eca.europa.eu/en/publications/SR-2023-27


5 C(2023) 6689 final.

6 Voor meer details, zie SWD(2021) 352 final en Arjona et al. (2023)

7 Richtlijn (EU) 2022/2555 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de Unie.

8 Verslag over gecoördineerde EU-risicobeoordeling van 5G (europa.eu)

9 Cyberbeveiliging van open radiotoegangsnetwerken: de digitale toekomst van Europa vormgeven (europa.eu)

10 Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013.

11 Aanbeveling (EU) 2021/1700 van de Commissie van 15 september 2021 inzake interne nalevingsprogramma’s voor controles op onderzoek met betrekking tot producten voor tweeërlei gebruik uit hoofde van Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een Unieregeling voor controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik.

12 Verordening (EU) van de Raad nr. 833/2014 van 31 juli 2014 en Verordening (EU) van de Raad 2021/1986 van 15 november 2021.

13 Besluit (EU) 2022/2481 tot vaststelling van het beleidsprogramma voor het digitale decennium tot 2030.

14 Momenteel zijn 19 derde landen met Horizon Europa geassocieerd; het Verenigd Koninkrijk, Canada en Nieuw-Zeeland zijn de jongste partners. Deze associaties bieden aan onderzoeks- en innovatie-entiteiten van deze landen voor zover mogelijk dezelfde rechten en plichten als aan entiteiten van de EU-lidstaten


NL NL