Artikelen bij COM(2023)545 - REPORT FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL on the implementation of the Recovery and Resilience Facility: Moving forward

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Inhoudsopgave

Afkortingen 4

1. Samenvatting 5

2. Stand van zaken betreffende de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit 8

2.1. Stand van zaken betreffende de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen 8

2.2. Meer transparantie bij de beoordeling van betalingsverzoeken 20

2.3. Omkering van mijlpalen en streefdoelen onder de herstel- en veerkrachtfaciliteit 22

2.4. Herziening van herstel- en veerkrachtplannen 22

2.5. Stand van zaken betreffende de financiering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit 28

2.6. Controles en audits bij de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit 29

2.7. Betrokkenheid bij de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan en transparantie 32

3. Bijdrage van de faciliteit aan de doelstellingen van de herstel- en veerkrachtfaciliteit 42

3.1. Bijdrage van de faciliteit aan de groene transitie (pijler 1) 43

3.2. Bijdrage van de faciliteit aan de digitale transformatie (pijler 2) 48

3.3. Bijdrage van de faciliteit aan slimme, duurzame en inclusieve groei (pijler 3) 53

3.4. Bijdrage van de faciliteit aan sociale en territoriale cohesie (pijler 4) 59

3.5. Bijdrage van de faciliteit aan gezondheid en economische, sociale en institutionele veerkracht, met het oog op onder andere het vergroten van de crisisparaatheid en het reactievermogen bij crisissituaties (pijler 5) 66

3.6. Bijdrage van de faciliteit aan het beleid voor de volgende generatie, kinderen en jongeren, zoals onderwijs en vaardigheden (pijler 6) 73

3.7. Bijdrage van de faciliteit aan sociaal beleid, met inbegrip van gendergelijkheid en kinderen en jongeren 78

3.8. Bijdrage grensoverschrijdende en meerlandenprojecten 84

3.9. Bijdrage aan de uitvoering van landspecifieke aanbevelingen 88

4. REPowerEU 90

4.1. Maatregelen in de REPowerEU-hoofdstukken 91

4.2. Financiering van REPowerEU 94

5. Conclusie 98


Figuren:

Figuur 1: Vooruitgang van historische mijlpalen en streefdoelen, eerste kwartaal 2020 tot en met eerste kwartaal 2023

Figuur 2: Vooruitgang van in de toekomst te halen mijlpalen en streefdoelen, tweede kwartaal 2023 tot en met tweede kwartaal 2024

Figuur 3: Vooruitgang van hervorming- en investeringsgerelateerde mijlpalen en streefdoelen

Figuur 4: Vooruitgang van mijlpalen en streefdoelen per RRF-pijler

Figuur 5: Type vertraagde mijlpalen en streefdoelen

Figuur 6: Stand van zaken met betrekking tot de gemeenschappelijke indicatoren

Figuur 7: Ontwikkeling van de vermindering van het jaarlijkse primaire energieverbruik in MWh/jaar

Figuur 8: Ontwikkeling van het aantal ondersteunde ondernemingen

Figuur 9: Ontwikkeling van het aantal deelnemers dat onderwijs of een opleiding volgt 20

Figuur 10: Procedure voor de opschorting van betalingen

Figuur 11: Spreiding van de grootste eindbegunstigden per lidstaat

Figuur 12: Bijdrage van de ontvangen bedragen en de bijbehorende maatregelen waarvoor de 100 grootste eindbegunstigden steun ontvangen, aan de zes beleidspijlers

Figuur 13: Aandeel van de RRF-middelen dat bijdraagt aan elke beleidspijler

Figuur 14: Uitsplitsing van de uitgaven ter ondersteuning van de groene transitie per beleidsterrein

Figuur 15: Aandeel van de RRP-toewijzing dat bijdraagt tot het behalen van klimaatdoelstellingen

Figuur 16: Aantal maatregelen in pijler 1 waarvan de mijlpalen en streefdoelen sinds het laatste RRF-jaarverslag naar tevredenheid zijn gehaald, per beleidsterrein

Figuur 17: Uitsplitsing van de uitgaven ter ondersteuning van de digitale transformatie per beleidsterrein

Figuur 18: Aandeel van de RRP-toewijzing dat bijdraagt tot het behalen van digitale doelstellingen

Figuur 19: Aantal maatregelen in pijler 2 waarvan de mijlpalen en streefdoelen sinds het laatste RRF-jaarverslag naar tevredenheid zijn gehaald, per beleidsterrein

Figuur 20: Uitsplitsing van de uitgaven aan ondersteuning van slimme, duurzame en inclusieve groei per beleidsterrein

Figuur 21: Aantal maatregelen in pijler 3 waarvan de mijlpalen en streefdoelen sinds het laatste RRF-jaarverslag naar tevredenheid zijn gehaald, per beleidsterrein

Figuur 22: Uitsplitsing van de uitgaven ter ondersteuning van sociale en territoriale cohesie per beleidsterrein

Figuur 23: Aantal maatregelen in pijler 4 waarvan de mijlpalen en streefdoelen sinds het laatste RRF-jaarverslag naar tevredenheid zijn gehaald, per beleidsterrein

Figuur 24: Uitsplitsing van de uitgaven ter ondersteuning van gezondheidszorg en veerkracht per beleidsterrein

Figuur 25: Aantal maatregelen in pijler 5 waarvan de mijlpalen en streefdoelen sinds het laatste RRF-jaarverslag naar tevredenheid zijn gehaald, per beleidsterrein

Figuur 26: Uitsplitsing van de uitgaven ter ondersteuning van beleid voor de volgende generatie per beleidsterrein

Figuur 27: Aantal maatregelen in pijler 6 waarvan de mijlpalen en streefdoelen sinds het laatste RRF-jaarverslag naar tevredenheid zijn gehaald, per beleidsterrein

Figuur 28: Aandeel van de sociale uitgaven in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit per belangrijkste sociale categorie

Figuur 29: Aandeel (in %) van maatregelen met een focus op gendergelijkheid in de goedgekeurde herstel- en veerkrachtplannen

Figuur 30: Huidige stand van uitvoering landspecifieke aanbevelingen 2019-2020

Figuur 31: Uitvoering landspecifieke aanbevelingen 2019-2022: jaarlijkse evaluatie in elk opeenvolgend jaar afgezet tegen stand van uitvoering tot op heden


Tabellen:

Tabel 1: Verwerking van betalingsverzoeken

Tabel 2: Stand van zaken m.b.t. de uitvoering van RRF-betalingsverzoeken

Tabel 3: Aantal en mediane periode van mijlpalen en streefdoelen met een uitgestelde of vervroegde beoogde uitvoeringstermijn, voor hervormingen en investeringen

Tabel 4: Overzichtstabel — Indiening gewijzigde herstel- en veerkrachtplannen en REPowerEU-hoofdstukken

Tabel 5: Rechtsgrondslag die de lidstaten gebruiken voor wijzigingen van hun herstel- en veerkrachtplannen

Tabel 6: Wijziging in niet-terugvorderbare financiële steun op grond van artikel 18 van de RRF-verordening

Tabel 7: Leningen waarom de lidstaten uiterlijk op 31 augustus 2023 hebben verzocht

Tabel 8: Meerlandenprojecten in verband met maatregelen in het kader van de pijler groene transitie

Tabel 9: Digitale meerlandenprojecten

Tabel 10: Overzicht van de inhoud van de vastgestelde REPowerEU-hoofdstukken

Tabel 11: Aanvullende niet-terugvorderbare steun die beschikbaar is per lidstaat

Tabel 12: Overdracht van toewijzing in het kader van de BAR
Afkortingen

BARReserve voor aanpassing aan de brexit
CID’sUitvoeringsbesluiten van de Raad
COVID-19Coronavirusziekte 2019
LALandspecifieke aanbevelingen
ECECVoor- en vroegschoolse educatie en kinderopvang
EFCEconomisch en Financieel Comité
EPLO’sLiaisonbureaus van het Europees Parlement
ETSEmissiehandelssysteem
EUREuro (€)
MWhMegawatt
NGEUNextGenerationEU
O&IOnderzoek en innovatie
RESHernieuwbare energiebronnen
RRFHerstel- en veerkrachtfaciliteit
RRP’sHerstel- en veerkrachtplannen
Kmo’sKleine en middelgrote ondernemingen
TSIInstrument voor technische ondersteuning


1. Samenvatting

Tweeënhalf jaar na de oprichting ervan vormt de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) nog steeds de kern van de Europese respons om de economieën van de lidstaten veerkrachtiger te maken. Sinds de publicatie van het laatste jaarverslag (maart 2022) is de economische en geopolitieke context sterk veranderd. De niet-uitgelokte agressie van Rusland tegen Oekraïne leidde tot een stijging van de energieprijzen in 2022. Daardoor werd duidelijk hoe kwetsbaar we zijn door de afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen, werd de inflatie opgedreven tot het hoogste niveau in decennia en raakten veel huishoudens in problemen door de hoge kosten van levensonderhoud.

In dit verband moest de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden aangepast om deze nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden en rekening te houden met de ervaring die in twee jaar tijd is opgedaan met de uitvoering van dit innovatieve, prestatiegerichte instrument. Nu bijna de helft van de korte looptijd van de faciliteit is verstreken, maken we in dit verslag de balans op van de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering en ontwikkeling ervan vanaf de vaststelling van de RRF-verordening1 in februari 2021, via de wijziging daarvan in februari 2023 waarbij REPowerEU-hoofdstukken werden toegevoegd aan de herstel- en veerkrachtplannen (RRP’s)2, tot de recentste uitbetalingen tot 1 september 2023.

Uit het verslag blijkt dat er grote vooruitgang is geboekt op het gebied van i) de lopende uitvoering van de RRF, ii) de vergroting van de transparantie met betrekking tot die uitvoering, en iii) de bescherming van de financiële belangen van de EU door de controle- en auditwerkzaamheden op te voeren.

De uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit is goed op streek, binnen de krappe grenzen die de looptijd ervan met zich meebrengt. Tot 1 september 2023 had de Commissie 31 betalingsverzoeken van 19 lidstaten ontvangen en in totaal 153,4 miljard EUR uitbetaald. De Raad heeft de positieve beoordeling van de oorspronkelijke plannen van alle lidstaten goedgekeurd. Voorts heeft de Raad de positieve beoordeling van vier herziene plannen met REPowerEU-hoofdstukken reeds goedgekeurd en worden 16 herziene plannen momenteel door de Commissie beoordeeld. Het verslag biedt talrijke voorbeelden van door de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde concrete hervormingen en investeringen die bijdragen tot de zes beleidspijlers van de RRF-verordening, waaronder de groene transitie en de digitale transformatie.

Tegelijkertijd helpt de Commissie de lidstaten in voorkomend geval bij het aanpakken van uitvoeringsproblemen. Sommige lidstaten ervaren problemen bij het beheer van middelen, deels als gevolg van een krappe administratieve capaciteit of knelpunten op het gebied van investeringen. Sommige andere lidstaten ondervinden als gevolg van gewijzigde economische omstandigheden, zoals hoge inflatie of knelpunten in de toevoer, moeilijkheden bij de uitvoering van de oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplannen. De Commissie ondersteunt alle lidstaten om de uitvoering en herziening van hun plannen te versnellen, onder meer via het instrument voor technische ondersteuning3.

In 2023 heeft de Commissie aanzienlijke inspanningen geleverd om meer duidelijkheid en openheid van zaken te geven rond de uitvoering van de faciliteit. De Commissie heeft op 21 februari 2023 haar methoden gepubliceerd voor i) de beoordeling van de bevredigende verwezenlijking van de mijlpalen en streefdoelen en ii) de berekening van de bedragen die worden opgeschort in geval van niet-naleving van een mijlpaal of streefdoel. Vandaag maakt de Commissie samen met dit verslag haar kader bekend voor de aanpak van mogelijke situaties waarin mijlpalen en streefdoelen die de Commissie aanvankelijk had beoordeeld als op bevredigende wijze verwezenlijkt, vervolgens door de lidstaat werden teruggedraaid.

Bovendien vereisen de wijzigingen van de RRF-verordening dat de lidstaten informatie publiceren over de 100 eindbegunstigden die de hoogste bedragen aan RRF-financiering ontvangen. De Commissie heeft in korte tijd de nodige richtsnoeren verstrekt en de lidstaten verzocht deze gegevens zo spoedig mogelijk beschikbaar te stellen en tweemaal per jaar bij te werken, en heeft de gepubliceerde informatie verwerkt in het scorebord voor herstel en veerkracht. Deze informatie zal ook worden gebruikt voor de kaart met uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde projecten, die voor het eerst werd gepubliceerd op 9 maart 2023 en sindsdien regelmatig wordt bijgewerkt. Al deze elementen samen zorgen voor een aanzienlijk betere verantwoording van de besluiten van de Commissie met betrekking tot de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

In 2023 heeft de Commissie, mede rekening houdend met de aanbevelingen van het Europees Parlement, de Raad en de Europese Rekenkamer, haar controlekader verder verstevigd om nader te verzekeren dat de RRF-middelen conform de regels worden gebruikt en de financiële belangen van de Unie op doeltreffende wijze te beschermen. De Commissie heeft tot 1 september 2023 14 risicogebaseerde controles achteraf van mijlpalen en streefdoelen verricht om verdere zekerheid te verkrijgen dat de door de lidstaat verstrekte informatie over de bevredigende verwezenlijking ervan correct is (7 in 2022 en 7 in 2023). Nadat zij de toereikendheid van de controlesystemen van de lidstaten ter bescherming van de financiële belangen van de Unie had geverifieerd in het kader van de beoordeling van de herstel- en veerkrachtplannen, heeft de Commissie ook 27 audits van de systemen van de lidstaten uitgevoerd (16 in 2022 en 11 tot dusver in 2023) en zal zij tegen eind 2023 alle lidstaten ten minste eenmaal hebben gecontroleerd. Sinds 2023 wordt specifieke aandacht besteed aan de nalevingsverplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de regels inzake overheidsopdrachten en staatssteun uit hoofde van artikel 22, lid 2, punt a), van de RRF-verordening. De uit dit controlekader voortvloeiende betrouwbaarheidsverklaring over de herstel- en veerkrachtfaciliteit is volledig afgestemd op de betrouwbaarheidsverklaringen die sinds 2022 door andere DG’s zijn afgegeven.

De tweede helft van de looptijd van de herstel- en veerkrachtfaciliteit gaat binnenkort van start. Inmiddels heeft het instrument zich bewezen als aanjager van structurele hervormingen die het effect van investeringen versterkt en voldoende flexibiliteit behoudt om rekening te houden met veranderende omstandigheden. Deze resultaten komen voort uit het belangrijkste prestatiegerichte kenmerk van de faciliteit, waarbij uitbetalingen worden gekoppeld aan de geleidelijke uitvoering van hervormingen en investeringen aan de hand van overeengekomen mijlpalen en streefdoelen. Deze resultaten zouden niet mogelijk zijn geweest zonder de inspanningen en vastberadenheid van de lidstaten om hun herstel- en veerkrachtplannen uit te voeren en zonder de inbreng van instellingen zoals het Europees Parlement en de Europese Rekenkamer en van maatschappelijke en lokale belanghebbenden.

Het werk is echter nog lang niet klaar en er ligt een moeilijke periode van uitvoering voor ons. De lopende herziening van de nationale plannen kan bogen op de uitgebreide ervaring die tot dusver is opgedaan en zal bijdragen tot een snellere uitvoering van het instrument. Een transparantere uitvoering, de aanvullende REPowerEU-middelen en inspanningen om de administratieve capaciteit van de lidstaten te benutten moeten de weg vrijmaken voor een verdere versnelling van de uitvoering in 2024 en daarna, tot eind 2026.

2. Stand van zaken betreffende de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

Dit verslag geeft een gedetailleerd overzicht van de stand van zaken bij de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (punt 2), de bijdrage van de faciliteit aan de doelstellingen van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (punt 3) en de stand van zaken in de REPowerEU-hoofdstukken (punt 4). In de landenfiches in de bijlage wordt de voortgang geschetst voor elk herstel- en veerkrachtplan.

De in dit verslag verstrekte informatie is gebaseerd op de inhoud van de vastgestelde plannen, zoals beoordeeld door de Commissie, op de gegevens die de lidstaten tot eind april 2023 hebben gerapporteerd in het kader van hun halfjaarlijkse verslagleggingsverplichting inzake het scorebord voor herstel en veerkracht4 per 1 september 2023 en op de ontwikkelingen bij de uitvoering van de faciliteit tot 1 september 20235, tenzij anders bepaald.

2.1. Stand van zaken betreffende de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen

Vaststelling van de herstel- en veerkrachtplannen

Sinds de publicatie van het laatste jaarverslag op 1 maart 2022 heeft de Raad de vijf resterende uitvoeringsbesluiten van de Raad over de herstel- en veerkrachtplannen van Bulgarije en Zweden op 4 mei 2022, Polen op 17 juni 2022, Nederland op 4 oktober 2022 en Hongarije op 16 december 2022 vastgesteld. De Commissie heeft elk plan op een consequente en transparante wijze beoordeeld aan de hand van de elf criteria die zijn uiteengezet in artikel 19, lid 3, van de RRF-verordening. Tijdens het beoordelingsproces onderhield de Commissie nauw contact met de lidstaten om een alomvattende beoordeling te kunnen uitvoeren. De Commissie heeft de lidstaten ondersteund om ambitieuze plannen voor te leggen met duidelijke en realistische mijlpalen en streefdoelen om hun vorderingen tijdens de uitvoering te volgen. Nu alle herstel- en veerkrachtplannen zijn goedgekeurd en aangenomen, gaat alle aandacht uit naar de uitvoering van de plannen en de lopende herzieningen.

Operationele regelingen

De Commissie heeft tot nu toe optionele regelingen ondertekend met 24 lidstaten. Volgens de RRF-verordening bepalen deze bilaterale overeenkomsten de modaliteiten voor toezicht, samenwerking en uitvoeringsaspecten. Bovendien wordt in de operationele regelingen het controlemechanisme voor elke mijlpaal en streefdoel verduidelijkt en worden waar nodig aanvullende toezichtmaatregelen ingevoerd om de uitvoering van het plan op te volgen. Met het oog op meer transparantie publiceert de Commissie de operationele regelingen op haar website6.

Het afsluiten en ondertekenen van de operationele regelingen is een belangrijke stap in de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen. Ondertekende operationele regelingen zijn weliswaar niet nodig om voorfinanciering te ontvangen, maar zijn wel een voorwaarde voor de betrokken lidstaat om het eerste betalingsverzoek in te dienen. Afhankelijk van het nationale kader van de lidstaat kan het proces voor het afsluiten van de operationele regelingen langer duren. Op 1 september 2023 waren slechts drie lidstaten nog bezig met het afronden van hun operationele regelingen of stonden zij op het punt deze te ondertekenen (DE, NL, HU)7.

Betalingsverzoeken

Op 1 september 2023 heeft de Commissie 31 betalingsverzoeken van 19 lidstaten ontvangen en een totaalbedrag van 153,4 miljard EUR uitbetaald. Dit omvat ook de 56,6 miljard EUR aan RRF-voorfinanciering die tot 31 december 2021 aan 21 lidstaten is toegekend. Van het totale bedrag dat aan de lidstaten is uitbetaald, heeft 106,3 miljard EUR betrekking op niet-terugvorderbare steun en 47,1 miljard EUR op leningen. De tabellen 1 en 2 geven een overzicht van de ingediende betalingsverzoeken van de lidstaten en de overeenkomstige uitbetalingen door de Commissie, na een positieve beoordeling van de mijlpalen en streefdoelen waarop het respectieve betalingsverzoek betrekking heeft.

Tabel 1: Verwerking van betalingsverzoeken8

Gevraagd bedragAantal mijlpalen en streefdoelenDatum van indieningDatum betaling
Spanje10 miljard EUR5211 november 202127 december 2021
Frankrijk7,4 miljard EUR3826 november 20214 maart 2022
Griekenland3,6 miljard EUR1529 december 20218 april 2022
Italië21 miljard EUR5130 december 202113 april 2022
Portugal1,1 miljard EUR3825 januari 20229 mei 2022
Kroatië700 miljoen EUR3415 maart 202228 juni 2022
Slowakije398,7 miljoen EUR1429 april 202229 juli 2022
Spanje12 miljard EUR4030 april 202229 juli 2022
Roemenië2,6 miljard EUR2131 mei 202227 oktober 2022
Letland201 miljoen EUR917 juni 20227 oktober 2022
Italië21 miljard EUR4529 juni 20228 november 2022
Cyprus85 miljoen EUR1428 juli 20222 december 2022
Bulgarije1,37 miljard EUR2231 augustus 202216 december 2022
Kroatië700 miljoen EUR2519 september 202216 december 2022
Portugal1,8 miljard EUR2030 september 20228 februari 2023
Griekenland3,56 miljard EUR2830 september 202219 januari 2023
Slovenië49,6 miljoen EUR1220 oktober 202220 april 2023
Slowakije708,8 miljoen EUR1625 oktober 202222 maart 2023
Spanje6 miljard EUR2911 november 202231 maart 2023
Tsjechië928,2 miljoen EUR3725 november 202222 maart 2023
Litouwen542 miljoen EUR3330 november 202210 mei 2023
Denemarken301,5 miljoen EUR2516 december 202226 april 2023
Roemenië2,8 miljard EUR5116 december 2022Voorlopige beoordeling van de Commissie goedgekeurd
Malta52,3 miljoen EUR1919 december 20228 maart 2023
Oostenrijk700 miljoen EUR4422 december 202220 april 2023
Luxemburg25 miljoen EUR2628 december 202216 juni 2023
Italië19 miljard EUR5530 december 2022Voorlopige beoordeling van de Commissie goedgekeurd
Griekenland1,72 miljard EUR4216 mei 2023Beoordeling door de Commissie loopt nog
Estland286 miljoen EUR2930 juni 2023Beoordeling door de Commissie loopt nog
Kroatië700 miljoen EUR4524 juli 2023Beoordeling door de Commissie loopt nog
Frankrijk10,3 miljard EUR5531 juli 2023Beoordeling door de Commissie loopt nog

Opmerking: De gegevens worden in chronologische volgorde weergegeven op basis van de datum waarop het betalingsverzoek is ingediend en na aftrek van voorfinanciering.

Bron: Europese Commissie

Tabel 2: Stand van zaken m.b.t. de uitvoering van RRF-betalingsverzoeken

BEBGCZDKDEEEIEELESFRHRITCYLVLTLUHUMTNLATPLPTROSISKFISE
27 door de Commissie goedgekeurde en door de Raad goedgekeurde plannen
21 voorfinancieringen uitbetaald (56,6 miljard EUR)*
24 operationele regelingen ondertekend
31 betalingsverzoeken ingediend bij de Commissie

3x3x2x3x3x2x2x2x
25 betalingen uitgevoerd (96,8 miljard EUR)2x3x2x2x2x2x

Opmerking: * Ierland heeft niet om voorfinanciering gevraagd. ▲ Als voorwaarde voor voorfinanciering moest het uitvoeringsbesluit van de Raad tegen 31 december 2021 worden goedgekeurd.

Bron: Europese Commissie

Hoewel de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen op de goede weg is, hebben sommige lidstaten te kampen met uitdagingen bij het beheer van de fondsen, wat gedeeltelijk te wijten is aan beperkte administratieve capaciteit of investeringsknelpunten binnen de strakke tijdschema’s van de faciliteit. De herzieningen van de herstel- en veerkrachtplannen en de toevoeging van REPowerEU-hoofdstukken hebben ook een impact gehad op het uitbetalingsschema van de RRF-middelen, aangezien er in de eerste helft van 2023 een vertraging is opgetreden in de indiening van betalingsverzoeken. De lidstaten hebben hun inspanningen immers toegespitst op de herziening van de plannen en de toevoeging van REPowerEU-hoofdstukken. Meer informatie over de vooruitgang bij het behalen van mijlpalen en streefdoelen, gebaseerd op de halfjaarlijkse verslaglegging, wordt in het volgende punt beschreven.

De Commissie blijft benadrukken dat de eerste prioriteit de snelle uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen blijft, zoals blijkt uit de landspecifieke aanbevelingen voor 2023, en staat klaar om de lidstaten te ondersteunen bij het nakomen van hun overeengekomen hervormings- en investeringstoezeggingen. De succesvolle herziening van de plannen in 2023 is een kans voor de lidstaten om problemen met betrekking tot de administratieve capaciteit aan te pakken, de absorptiecapaciteit van de RRF-middelen te vergroten en een inhaalslag te maken wat betreft het uitbetalingsschema. Hiervoor dienen aanvullende hervormingen en investeringen te gebeuren in gewijzigde herstel- en veerkrachtplannen om specifieke regelgevingshindernissen en investeringsknelpunten aan te pakken die tot nu toe bij de uitvoering zijn vastgesteld. Dit omvat ook maatregelen ter verbetering van de organisatie, capaciteit en middelen van de nationale overheden die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van de plannen. Voor deze maatregelen kan men rekenen op de technische bijstand van de Commissie via het instrument voor technische ondersteuning (TSI). 23 lidstaten ontvangen momenteel algemene steun ontvangen of hebben deze in het verleden ontvangen voor de horizontale aspecten van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, met inbegrip van de steun voor de herziening van de plannen. Alle 27 lidstaten ontvangen thematische steun in verband met de uitvoering van de RRF-maatregelen9.

Vooruitgang bij het uitvoeren van mijlpalen en streefdoelen

Overeenkomstig artikel 27 van de RRF-verordening moeten de lidstaten in het kader van het Europees Semester twee keer per jaar verslag uitbrengen over de voortgang bij de uitvoering van hun herstel- en veerkrachtplannen. In de gedelegeerde verordening (EU) 2021/2106 van de Commissie wordt deze verplichting nader uitgewerkt en worden de uiterste termijnen voor de halfjaarlijkse verslaglegging vastgesteld op uiterlijk 30 april en 15 oktober. De lidstaten brengen verslag uit over hun vooruitgang bij het bereiken van hun historische mijlpalen en streefdoelen en die twaalf maanden vooruit moeten worden bereikt. Hoewel de gegevens door de lidstaten zelf worden gerapporteerd en niet door de Commissie worden gecontroleerd, bieden ze een uitgebreid overzicht van de uitvoering van alle plannen en maken ze het mogelijk de voortgang bij de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen te bewaken.

De lidstaten melden nog steeds goede vooruitgang bij de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen, waarbij een minderheid van de mijlpalen en streefdoelen als nog niet voltooid of vertraagd wordt gemeld. Uit de halfjaarlijkse verslaglegging blijkt dat de overgrote meerderheid van de mijlpalen en streefdoelen die in april 2023 moesten worden bereikt, behaald zijn10 of aangemeld zijn als behaald11 (figuur 1). De voortgang van de toekomstige mijlpalen en streefdoelen is ook bemoedigend: een aanzienlijk aantal mijlpalen en streefdoelen ligt op schema12 of is al behaald (figuur 2).

Het aantal hervormingen en investeringen waarvan wordt gemeld dat ze zijn behaald of voltooid is steeds meer in evenwicht. De voortgang van de hervormingen — met name de goedkeuring van wetteksten en relevante beleidsvoorbereidingen — was in eerdere verslagleggingsrondes prominenter zichtbaar, aangezien hervormingen vaak in de eerste fasen van de herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten waren opgenomen om een kader te scheppen voor latere investeringsprojecten met een groter effect. Bovendien vergt het behalen van streefdoelen waar investeringen mee gemoeid zijn, zoals de aanleg van infrastructuur, enige tijd. Dergelijke streefdoelen zijn doorgaans minder vertegenwoordigd in de eerste schema’s van betalingsverzoeken, ook al is de daadwerkelijke uitvoering ervan misschien al begonnen. De vooruitgang op het vlak van investeringen is nu echter zichtbaarder. Er zijn meer investeringsgerelateerde dan hervormingsgerelateerde mijlpalen en streefdoelen die op schema liggen om in de komende 12 maanden te worden behaald (figuur 3). Dit is te verwachten binnen de herstel- en veerkrachtfaciliteit, aangezien de uitvoering geleidelijk overgaat van meer hervormingsgerichte naar meer investeringsgerichte mijlpalen en streefdoelen.

Figuur 1: Vooruitgang van historische mijlpalen en streefdoelen, eerste kwartaal 2020 tot en met eerste kwartaal 2023

Figuur 2: Vooruitgang van in de toekomst te halen mijlpalen en streefdoelen, tweede kwartaal 2023 tot en met tweede kwartaal 2024


Bron: Europese Commissie.

Figuur 3: Vooruitgang van hervorming- en investeringsgerelateerde mijlpalen en streefdoelen

Bron: Europese Commissie.

Volgens de gegevens van de halfjaarlijkse verslaglegging lijken de mijlpalen en streefdoelen in de zes beleidspijlers van de herstel- en veerkrachtfaciliteit op vergelijkbare wijze te worden geïmplementeerd13. De meeste vooruitgang is gemeld voor maatregelen die bijdragen aan pijler 3 over “slimme, duurzame en inclusieve groei”, pijler 5 over “gezondheid en economische, sociale en institutionele veerkracht” en pijler 4 over “sociale en territoriale cohesie” (figuur 4). Deze pijlers worden, samen met pijler 1 over “groene transitie”, ondersteund door het grootste aantal maatregelen, dus het is geen verrassing dat hier de meeste vooruitgang wordt geboekt.

Figuur 4: Vooruitgang van mijlpalen en streefdoelen per RRF-pijler

Bron: Europese Commissie.

Hoewel het aantal mijlpalen en streefdoelen dat als vertraagd wordt gerapporteerd, over het algemeen klein is, lijken de gebieden14 beleidsvoorbereiding, nieuwe overheidsdiensten en -processen en infrastructuurupgrades meer vertraging op te lopen bij de uitvoering (figuur 5), op basis van de halfjaarlijkse verslaglegging. Aangezien deze drie gebieden betrekking hebben op een groot aantal mijlpalen en streefdoelen in deze verslagperiode, zijn de vertragingen wellicht niet significant of onevenredig in vergelijking met de andere gebieden.

Toen de lidstaten gevraagd werd een verklaring te geven voor de vertragingen meldden zij moeilijkheden bij het halen van de uiterste datum voor het ondertekenen van contracten en onverwachte vertragingen bij bouwwerkzaamheden. Over het algemeen verschilden de verklaringen van de lidstaten voor de vertragingen en beschouwden ze deze vertragingen over het algemeen niet als substantieel.

Bepaalde indicatieve streefdata van sommige mijlpalen en streefdoelen zijn uitgesteld, andere zijn daarentegen vervroegd. Volgens de laatste ronde met halfjaarlijkse verslaglegging hebben de vertragingen in de streefdatum voor de uitvoering zoals gemeld door de lidstaten meestal betrekking op mijlpalen en streefdoelen die aanvankelijk in 2022 hadden moeten worden behaald (Tabel 3), met een mediane periode van 181 dagen aan gemelde vertragingen. Mijlpalen en streefdoelen die oorspronkelijk gepland waren om in 2023 te worden geïmplementeerd, lijken op dit moment minder vertraging op te lopen. Het is ook vermeldenswaard dat voor verschillende mijlpalen en streefdoelen de streefdatum voor implementatie is vervroegd15.

Figuur 5: Type vertraagde mijlpalen en streefdoelen


Opmerking: De indeling van de mijlpalen en streefdoelen in bovenstaande figuur is ontwikkeld door de Europese Commissie en wordt niet als zodanig gerapporteerd door de lidstaten in de halfjaarlijkse verslaglegging.

Bron: Europese Commissie.

Tabel 3: Aantal en mediane periode van mijlpalen en streefdoelen met een uitgestelde of vervroegde beoogde uitvoeringstermijn, voor hervormingen en investeringen

Oorspronkelijke streefdatum voor de uitvoering
20202021202220232024
Mijlpalen en streefdoelen waarvoor de lidstaten de gerapporteerde streefdatum voor uitvoering hebben uitgesteldHervormingenAantal mijlpalen en streefdoelen851135402
Mediane periode van de vertraging (in dagen)48,591181182,5320
InvesteringenAantal mijlpalen en streefdoelen032139597
Mediane periode van de vertraging (in dagen)n.v.t.120181274275
Mijlpalen en streefdoelen waarvoor de lidstaten de gerapporteerde streefdatum voor uitvoering hebben vervroegdHervormingenAantal mijlpalen en streefdoelen52020141
Mediane periode van de vervroeging (in dagen)115149246308366
InvesteringenAantal mijlpalen en streefdoelen0720214
Mediane periode van de vervroeging (in dagen)n.v.t.131318

365458

Opmerking: Deze tabel is gebaseerd op gegevens die de lidstaten zelf hebben verstrekt in het kader van de halfjaarlijkse verslaglegging. Daarin brengen de lidstaten verslag uit over de vooruitgang van toekomstgerichte mijlpalen en streefdoelen tot en met het tweede kwartaal van 2024. Er zijn dus geen gegevens beschikbaar over mogelijke vertragingen voor mijlpalen en streefdoelen die in 2025 en 2026 moeten worden behaald. Mijlpalen en streefdoelen worden geacht vroeger te zijn behaald als ze worden uitgevoerd in het kwartaal voorafgaand aan het kwartaal waarop ze in eerste instantie behaald hadden moeten worden.

Bron: Europese Commissie.

Prestaties van de faciliteit op basis van de gemeenschappelijke indicatoren

De gemeenschappelijke indicatoren tonen de vooruitgang bij de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen in de richting van de gemeenschappelijke doelstellingen en de algemene prestaties van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. In het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit is de verwezenlijking van mijlpalen en streefdoelen de belangrijkste maatstaf voor de uitvoering van elk herstel- en veerkrachtplan. De gemeenschappelijke indicatoren daarentegen bestaan uit een reeks van 14 indicatoren die op 28 september 2021 werden vastgesteld bij Gedelegeerde Verordening 2021/210616 van de Commissie om de algemene prestaties en vooruitgang van de faciliteit weer te geven17.

De lidstaten brengen tweemaal per jaar verslag uit over hun vorderingen met betrekking tot de gemeenschappelijke indicatoren. Overeenkomstig gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2106 brengen de lidstaten uiterlijk op 28 februari (over de verslagperiode van juli en december van het voorgaande jaar) en 31 augustus (over de verslagperiode van januari tot juni van hetzelfde jaar) verslag uit. De Commissie publiceert de gegevens over de gemeenschappelijke indicatoren op het scorebord voor herstel en veerkracht18, nadat zij enkele gegevenscontroles heeft uitgevoerd om de vergelijkbaarheid van de gegevens te garanderen19. Overeenkomstig de vereisten van de gedelegeerde verordening van de Commissie worden gegevens die op het niveau van elke lidstaat worden gepubliceerd in relatieve termen weergegeven.

Uit de tot dusver door de lidstaten gerapporteerde gegevens blijkt dat de herstel- en veerkrachtfaciliteit al aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt met betrekking tot de gemeenschappelijke indicatoren en binnen alle beleidspijlers. Tot nu toe zijn de gegevens van drie verslagleggingsrondes beoordeeld en gepubliceerd op het scorebord voor herstel en veerkracht dat de vooruitgang in de periode van februari 2020 tot december 2022 bestrijkt. Aangezien de gemeenschappelijke indicatoren zijn ontworpen om de concrete vooruitgang vast te leggen, worden eerdere stadia van de uitvoering van maatregelen in de herstel- en veerkrachtplannen vaak niet weerspiegeld in de gegevens. Figuur 6 toont de huidige stand van zaken met betrekking tot de gemeenschappelijke indicatoren, waaruit blijkt dat belangrijke resultaten zijn geboekt met betrekking tot de doelstellingen van de faciliteit en de belangrijkste prioriteiten van de EU.

Zo is er tot december 2022 al ongeveer 22 miljoen megawattuur (“MWh”) bespaard op het jaarlijkse energieverbruik dankzij de steun van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (figuur 7). Het verminderen van ons energieverbruik en verhogen van de energieprestaties behoren tot de topprioriteiten van de EU. Dit is een voorwaarde voor de transitie naar schone energie. Gemeenschappelijke indicator (1) geeft de vermindering van het jaarlijkse verbruik van primaire energie aan die met steun van de herstel- en veerkrachtfaciliteit is bereikt. Voor een beter begrip: de hoeveelheid energie die tot nu bespaard is, komt ongeveer overeen met het geïnstalleerd elektrisch vermogen in België. Voorbeelden omvatten een lager energieverbruik in gebouwen, scholen, ziekenhuizen of bedrijven.

Tot december 2022 had de herstel- en veerkrachtfaciliteit 1,43 miljoen ondernemingen geholpen met financiële steun of steun in natura (figuur 8). De COVID-19-crisis heeft grote gevolgen gehad voor de hele Europese economie en vooral kleine en middelgrote ondernemingen (“kmo’s”) hebben onder de crisis geleden. Wat betreft de steun die wordt verleend om de Europese economieën te stimuleren en ondernemingen te helpen, toont gemeenschappelijke indicator (9) het aantal ondernemingen dat steun ontvangt via maatregelen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

Figuur 6: Stand van zaken met betrekking tot de gemeenschappelijke indicatoren20


Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht.

Figuur 7: Ontwikkeling van de vermindering van het jaarlijkse primaire energieverbruik in MWh/jaar


Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht.

Figuur 8: Ontwikkeling van het aantal ondersteunde ondernemingen


Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht.

In de tweede helft van 2022 zijn meer dan 4 miljoen mensen opgeleid met steun van een herstel- en veerkrachtfaciliteit (figuur 9). De COVID-19-crisis heeft ook de onderwijs- en opleidingssystemen in de EU zwaar verstoord. Gemeenschappelijke indicator (10) geeft de bijdrage weer van de herstel- en veerkrachtfaciliteit aan onderwijs en opleiding en de ontwikkeling van vaardigheden. Deze indicator toont het aantal deelnemers aan onderwijs en opleiding met steun van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Hervormingen en investeringen in onderwijs en opleiding zijn cruciaal om burgers voor te bereiden op de huidige uitdagingen, met name de digitale en groene transitie en om ervoor te zorgen dat ze de vaardigheden kunnen ontwikkelen die ze nodig hebben. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan opleidingen om de digitale vaardigheden te verbeteren, gezien het steeds toenemende belang ervan op de arbeidsmarkt en in de samenleving.

Figuur 9: Ontwikkeling van het aantal deelnemers dat onderwijs of een opleiding volgt


Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht.

2.2. Meer transparantie bij de beoordeling van betalingsverzoeken

RRF-middelen kunnen alleen worden uitbetaald op voorwaarde dat de relevante mijlpalen en streefdoelen waarop het betalingsverzoek betrekking heeft, naar behoren zijn bereikt. Dit is overeenkomstig artikel 24 van de RRF-verordening. De beoordeling van de mijlpalen en streefdoelen door de Commissie is een kernelement van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en vereist een gedetailleerde analyse om te bepalen of de lidstaten op voldoende wijze aan hun verplichtingen hebben voldaan.

In haar mededeling over het tweejarig bestaan van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, gepubliceerd op 21 februari 202321, heeft de Commissie de voorspelbaarheid en transparantie vergroot door de uitvoeringsinstrumenten voor te stellen die worden gebruikt bij de beoordeling van betalingsverzoeken. De mededeling en de bijlagen bevatten een gedetailleerde beschrijving van zowel het kader voor de beoordeling van mijlpalen en streefdoelen als de methode voor de opschorting van betalingen.

Kader voor de beoordeling van mijlpalen en streefdoelen in het kader van de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

De Commissie heeft in februari 2023 haar kader voor de beoordeling van de bevredigende verwezenlijking van de mijlpalen en streefdoelen gepubliceerd om nationale autoriteiten, belanghebbenden en het bredere publiek te helpen begrijpen hoe de uitvoering van door de herstel- en veerkrachtfaciliteit gesteunde maatregelen voorafgaand aan elke uitbetaling wordt geëvalueerd.

Op basis van de uitvoeringsbesluiten van de Raad die de herstel- en veerkrachtplannen goedkeuren, wordt beoordeeld of de mijlpalen en streefdoelen naar tevredenheid zijn gehaald. De Commissie baseert zich op de beschrijving van elke mijlpaal en elk streefdoel in het licht van de context en het beoogde effect ervan om te bepalen aan welke eisen de lidstaten moeten voldoen. Vervolgens stelt zij op basis van de door de lidstaten verstrekte motiveringen vast of een specifieke mijlpaal of een specifiek streefdoel op bevredigende wijze is behaald. In een beperkt aantal gevallen en conform de toepassing van het de-minimisbeginsel kunnen minimale afwijkingen met betrekking tot de bedragen, formele vereisten, timing of inhoud worden aanvaard. De volledige methode die het kader weergeeft waarop de Commissie zich baseert voor de beoordeling van betalingsverzoeken is opgenomen in bijlage I bij de mededeling, die op 21 februari 2023 werd gepubliceerd22.

Procedure voor opschorting van betaling

In februari 2023 heeft de Commissie ook haar methode gepubliceerd om het bedrag te bepalen dat moet worden opgeschort als een mijlpaal of streefdoel niet op bevredigende wijze wordt behaald, met volledige inachtneming van de beginselen van gelijke behandeling en evenredigheid. De RRF-verordening voorziet in uitzonderlijke omstandigheden waarin lidstaten geconfronteerd kunnen worden met vertragingen bij de uitvoering van maatregelen, waardoor bepaalde mijlpalen en streefdoelen niet tijdig gehaald kunnen worden. Dit mag niet verhinderen dat betalingen worden gedaan voor mijlpalen en streefdoelen die naar tevredenheid zijn behaald23. De verordening omvat dus een mechanisme om de lidstaten meer tijd te geven (maximaal zes maanden) om de desbetreffende mijlpaal of het desbetreffende streefdoel te behalen. In een dergelijke situatie biedt de RRF-verordening de Commissie de mogelijkheid om betalingen geheel of gedeeltelijk op te schorten, waardoor ook de naleving van het beginsel van goed financieel beheer wordt gewaarborgd.

Dankzij de betalingsopschorting kunnen de lidstaten een betalingsverzoek indienen, zelfs als nog niet alle mijlpalen en streefdoelen zijn behaald. De opschortingsprocedure (figuur 10) geeft de lidstaten de tijd om binnen zes maanden na de vaststelling van een opschortingsbesluit te voldoen aan de relevante mijlpalen en streefdoelen die als niet behaald worden beschouwd. Als de lidstaat er uiteindelijk niet in slaagt om binnen deze periode van zes maanden aan de desbetreffende mijlpaal of het desbetreffende streefdoel te voldoen, wordt diens financiële bijdrage of steun via leningen permanent verlaagd, overeenkomstig artikel 24, lid 6, van de RRF-verordening. De volledige methode om het op te schorten bedrag te berekenen, is opgenomen in bijlage II bij de mededeling van 21 februari 2023.

In 2023 stuitte de Commissie voor het eerst op gevallen van ontoereikende naleving24. In elk van deze gevallen heeft de Commissie in een brief aan de betrokken lidstaat uiteengezet waarom de mijlpalen of streefdoelen niet werden behaald en welk bedrag overeenkomstig de procedures van de RRF-verordening moest worden opgeschort. Het is aan de betrokken lidstaat om deze informatie te delen met het Economisch en Financieel Comité (EFC). Tot dusver hebben de betrokken lidstaten hun brief met het EFC gedeeld.

Figuur 10: Procedure voor de opschorting van betalingen

Bron: Europese Commissie

2.3. Omkering van mijlpalen en streefdoelen onder de herstel- en veerkrachtfaciliteit

In zin twee uit artikel 24, lid 3, van de RRF-verordening staat: “[o]nder bevredigende verwezenlijking van mijlpalen en streefdoelen wordt begrepen dat er door de betrokken lidstaat geen maatregelen zijn teruggedraaid in verband met eerder behaalde mijlpalen en streefdoelen”.

Samen met dit verslag publiceert de Commissie vandaag haar kader voor de toepassing van deze bepaling (zie bijlage II). Het kader komt tegemoet aan een aanbeveling van de Europese Rekenkamer25 en biedt juridische duidelijkheid en transparantie over het proces dat moet worden gevolgd in het geval maatregelen zijn teruggedraaid, waardoor de verdere uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de bescherming van de financiële belangen van de EU worden gewaarborgd. De Commissie kan deze methode herzien en wijzigen, naarmate zij meer ervaring opdoet met de toepassing ervan.

2.4. Herziening van herstel- en veerkrachtplannen

In het REPowerEU-plan wordt erkend dat de herstel- en veerkrachtfaciliteit een belangrijke rol kan spelen bij het tot stand brengen van veilige, betaalbare en schone energie en de gewijzigde RRF-verordening is in februari 2023 in werking getreden, als onderdeel van de reactie van de Commissie op de recente energie- en geopolitieke ontwikkelingen. De RRF-verordening werd dus gewijzigd om nieuwe of opgeschaalde hervormingen en investeringen te ondersteunen die gericht zijn op diversificatie van de energievoorziening (met name fossiele brandstoffen), energiebesparingen te vergroten, de transitie naar schone energie te versnellen en uiteindelijk de veerkracht, veiligheid en duurzaamheid van het energiesysteem van de Europese Unie te vergroten. Om gebruik te kunnen maken van de extra middelen worden de lidstaten in de gewijzigde RRF-verordening verzocht om hun herstel- en veerkrachtplannen te herzien en er nieuwe of “opgeschaalde” energiegerelateerde hervormingen en investeringen aan toe te voegen via een speciaal REPowerEU-hoofdstuk. De gewijzigde verordening introduceert ook een reeks doelstellingen op het vlak van REPowerEU die deze toegevoegde maatregelen moeten bereiken (zie artikel 21, punt c), van de gewijzigde RRF-verordening).

De snelle uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen blijft de eerste prioriteit en de herzieningen van de herstel- en veerkrachtplannen en de indiening van de REPowerEU-hoofdstukken mogen de lidstaten er niet van weerhouden de termijnen vastgelegd in de uitvoeringsbesluiten van de Raad na te leven. De lidstaten moeten alles in het werk blijven stellen om betalingsverzoeken tijdig in te dienen en ervoor te zorgen dat er vooruitgang wordt geboekt met hervormingen en investeringen, zodat de middelen tijdig kunnen worden uitbetaald.

Sinds de inwerkingtreding van de gewijzigde RRF-verordening in februari 2023 hebben 20 lidstaten hun gewijzigde herstel- en veerkrachtplannen ingediend, samen met hoofdstukken over REPowerEU. Deze zullen de lidstaten helpen overschakelen naar hernieuwbare energiebronnen, de energie-efficiëntie verhogen en Europa’s afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen verminderen.

Stand van zaken van wijziging van herstel- en veerkrachtplannen en indiening van hoofdstukken inzake REPowerEU

De lidstaten kunnen bij de Commissie een met redenen omkleed verzoek indienen om een voorstel te doen tot wijziging of vervanging van hun bestaande herstel- en veerkrachtplannen op grond van vier redenen voor herziening26. Ten eerste moeten de lidstaten nieuwe of “opgeschaalde” energiegerelateerde hervormingen en investeringen voorstellen via een speciaal REPowerEU-hoofdstuk. Ten tweede kunnen de lidstaten overeenkomstig artikel 18, lid 2, voorstellen hun maatregelen naar boven of naar beneden bij te stellen om rekening te houden met de op 30 juni 2022 bekendgemaakte bijgewerkte maximale financiële bijdrage. Ten derde hebben lidstaten de mogelijkheid om een wijziging van hun plan aan te vragen als een of meer mijlpalen en streefdoelen in hun herstel- en veerkrachtplan niet langer haalbaar zijn gelet op de objectieve omstandigheden, in overeenstemming met artikel 21 van de RRF-verordening. Tot slot hadden de lidstaten tot 31 augustus 2023 de tijd om steun aan te vragen in het kader van de leningen onder de herstel- en veerkrachtfaciliteit en om hun plannen dienovereenkomstig te herzien en ter beoordeling aan de Commissie voor te leggen. Meer informatie over de leningen vindt u in het volgende punt.

Op 1 september 2023 heeft de Commissie 25 gewijzigde herstel- en veerkrachtplannen en 20 hoofdstukken over REPowerEU ontvangen (tabel 4). Acht gewijzigde herstel- en veerkrachtplannen (Duitsland, Estland, Ierland, Frankrijk, Luxemburg, Malta, Slowakije en Finland) — waarvan er vier REPowerEU-hoofdstukken bevatten (Estland, Frankrijk, Malta en Slowakije) — werden door de Raad aangenomen. Op het moment dat dit jaarverslag werd opgesteld, was de Commissie bezig de door 16 lidstaten voorgestelde wijzigingen te beoordelen. Tabel 5 schetst de rechtsgrondslagen die lidstaten gebruiken om hun herstel- en veerkrachtplannen te wijzigen, in overeenstemming met de RRF-verordening.

Tabel 4: Overzichtstabel — Indiening gewijzigde herstel- en veerkrachtplannen en REPowerEU-hoofdstukken27

Datum indieningREPowerEU-hoofdstuk ingediendDatum van de positieve beoordeling door de CommissieDatum van goedkeuring door de Raad
België20 juli 2023JaBeoordeling loopt
Bulgarije
Tsjechië30 juni 2023JaBeoordeling loopt
Denemarken31 mei 2023JaBeoordeling loopt
Duitsland9 december 2022Nee17 januari 202314 februari 2023
Estland9 maart 2023Ja12 mei 202316 juni 2023
Ierland22 mei 2023Nee26 juni 202314 juli 2023
Griekenland31 augustus 2023JaBeoordeling loopt
Spanje6 juni 2023JaBeoordeling loopt
Frankrijk20 april 2023Ja26 juni 202314 juli 2023
Kroatië31 augustus 2023JaBeoordeling loopt
Italië11 juli 2023Nee28 juli 2023Nog niet aangenomen
7 augustus 2023JaBeoordeling loopt
Cyprus1 september 2023JaBeoordeling loopt
Letland
Litouwen30 juni 2023JaBeoordeling loopt
Luxemburg11 november 2022Nee9 december 202217 januari 2023
Hongarije31 augustus 2023JaBeoordeling loopt
Malta26 april 2023Ja26 juni 202314 juli 2023
Nederland6 juli 2023JaBeoordeling loopt
Oostenrijk14 juli 2023JaBeoordeling loopt
Polen31 augustus 2023JaBeoordeling loopt
Portugal26 mei 2023JaBeoordeling loopt
Roemenië
Slovenië14 juli 2023JaBeoordeling loopt
Slowakije26 april 2023Ja26 juni 202314 juli 2023
Finland26 januari 2023Nee28 februari 20237 maart 2023
Zweden24 augustus 2023JaBeoordeling loopt

Bron: Europese Commissie




Tabel 5: Rechtsgrondslag die de lidstaten gebruiken voor wijzigingen van hun herstel- en veerkrachtplannen

Toevoeging van een REPowerEU-hoofdstuk (artikel 21 quater)Aanpassing als gevolg van het bijwerken van de maximale financiële bijdrage (artikel 18, lid 2)Wijziging als gevolg van objectieve omstandigheden (artikel 21)Toevoeging van maatregelen om extra leningen onder de herstel- en veerkrachtfaciliteit op te nemen (artikel 14)
België
Bulgarije
Tsjechië
Denemarken
Duitsland
Estland
Ierland
Griekenland
Spanje
Frankrijk
Kroatië
Italië
Cyprus
Letland
Litouwen
Luxemburg
Hongarije
Malta
Nederland
Oostenrijk
Polen
Portugal
Roemenië
Slovenië
Slowakije
Finland
Zweden

Bron: Europese Commissie

Herziene niet-terugvorderbare steun in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

Overeenkomstig artikel 18, lid 2, van de verordening kunnen de lidstaten hun herstel- en veerkrachtplannen bijwerken om rekening te houden met de op 30 juni 2022 bekendgemaakte bijgewerkte maximale financiële bijdrage. Lidstaten met een verlaagde maximale financiële bijdrage kunnen hun plannen dienovereenkomstig aanpassen. Lidstaten met een verhoogde maximale financiële bijdrage kunnen deze extra middelen gebruiken om investeringen en hervormingen te financieren die zijn opgenomen in hun herziene plannen of in hun REPowerEU-hoofdstuk. Tabel 6 hieronder geeft een overzicht van de wijzigingen die de lidstaten hebben aangebracht in de niet-terugvorderbare financiële steun volgens artikel 18.

Tabel 6: Wijziging in niet-terugvorderbare financiële steun op grond van artikel 18 van de RRF-verordening

Wijziging van niet-terugvorderbare financiële steun volgens artikel 18 (in EUR)
België-1 400 569 368
Bulgarije-578 533 524
Tsjechië603 614 884
Denemarken-122 251 741
Duitsland2 405 023 531
Estland-106 027 582
Ierland-74 597 916
Griekenland-343 234 449
Spanje7 701 317 190
Frankrijk-1 919 823 196
Kroatië-785 114 933
Italië143 242 804
Cyprus-90 187 539
Letland-128 150 411
Litouwen-125 059 297
Luxemburg-10 834 458
Hongarije-1 363 094 805
Malta-58 127 595
Nederland-1 253 935 169
Oostenrijk289 454 205
Polen-1 330 690 569
Portugal1 633 096 593
Roemenië-2 119 187 698
Slovenië-285 970 648
Slowakije-322 838 535
Finland-263 289 938
Zweden-107 279 840

Bron: Europese Commissie

Leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

Voor de financiering van nieuwe investeringen en hervormingen die in het REPowerEU-hoofdstuk zijn opgenomen, kunnen de lidstaten ook profiteren van de zeer gunstige financieringsvoorwaarden van leningen voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit, die zij uiterlijk op 31 augustus 2023 moesten aanvragen. Tabel 7 hieronder geeft een overzicht van de verzoeken (inclusief het bedrag van de leningen) die binnen de wettelijke termijn per lidstaat zijn ingediend. Deze informatie werd op 1 september 2023 ook gedeeld met het Europees Parlement en de Raad.

Tabel 7: Leningen waarom de lidstaten uiterlijk op 31 augustus 2023 hebben verzocht

Bedrag aan vastgelegde leningen in het kader van de eerste herstel- en veerkrachtplannen (in EUR)Bedrag van aangevraagde aanvullende leningen met herziening van de herstel- en veerkrachtplannen (in EUR)Bedrag van de in totaal vast te leggen leningen* (in EUR)Voldoen aan of bedragen meer dan het bni-plafond van 6,8 %
België264 200 000264 200 000Nee
BulgarijeNee
Tsjechië818 100 000818 100 000Nee
DenemarkenNee
DuitslandNee
EstlandNee
IerlandNee
Griekenland12 727 538 9205 000 000 00017 727 538 920Ja
Spanje84 267 050 00084 267 050 000Nee
FrankrijkNee
Kroatië4 442 508 1874 442 508 187Ja
Italië122 601 810 400122 601 810 400Ja
Cyprus200 320 000200 320 000Nee
LetlandNee
Litouwen1 722 000 0001 722 000 000Nee
LuxemburgNee
Hongarije3 920 000 0003 920 000 000Nee
MaltaNee
NederlandNee
OostenrijkNee
Polen11 506 500 00023 034 803 51834 541 303 518Ja
Portugal2 699 000 0003 191 756 3535 890 756 353Nee
Roemenië14 942 153 00014 942 153 000Ja
Slovenië705 370 000587 000 0001 292 370 000Nee
SlowakijeNee
FinlandNee
ZwedenNee
EU-27165 382 692 320127 247 418 058292 630 110 378

Opmerking: * De leningaanvragen die uiterlijk op 31 augustus 2023 zijn ingediend, moeten nog door de Commissie worden beoordeeld overeenkomstig artikel 19 van de RRF-verordening en de herziene plannen moeten door de Raad worden goedgekeurd. Deze tabel geeft daarom slechts een voorlopig beeld van het mogelijke totaalbedrag aan leningen waarvoor in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit verplichtingen zijn aangegaan.

Bron: Europese Commissie

In het kader van REPowerEU kunnen lidstaten voorfinanciering ontvangen in twee tranches, tussen 2023 en 2024. Dit zal mogelijk zijn na de indiening van het REPowerEU-hoofdstuk, op voorwaarde dat de relevante uitvoeringsbesluiten van de Raad worden goedgekeurd door de Raad tegen 31 december 2023. Voor maatregelen die in de REPowerEU-hoofdstukken zijn opgenomen, zullen de lidstaten kunnen verzoeken om voorfinanciering van maximaal 20 % van de extra financieringsbronnen onder REPowerEU uit de emissierechtenhandel en de overdrachten uit de reserve voor aanpassing aan de brexit (BAR), de verhoogde toewijzing in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit zoals bijgewerkt tegen juni 2022 en in het kader van de resterende leningen van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

2.5. Stand van zaken betreffende de financiering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

Stand van zaken met betrekking tot de financiering van NextGenerationEU

Met NextGenerationEU kan de Commissie tussen medio 2021 en 2026 tot 806,9 miljard EUR ophalen door de uitgifte van EU-obligaties. Daarmee is de EU een van de grootste emittenten van schulden in euro in deze periode. Ondanks de volatiele markten van het afgelopen jaar kon de Commissie tijdig voldoen aan alle uitbetalingstoezeggingen in het kader van NextGenerationEU en bleef zij haar doelstellingen nastreven om op effectieve en efficiënte wijze middelen op de markten aan te trekken.

In juni 2022 kondigde de Commissie haar financieringsplan voor de periode juni tot en met eind december 2022 aan. Volgens dit financieringsplan heeft de Commissie 50 miljard EUR aan bijkomende financiering op lange termijn voor NextGenerationEU aangetrokken aangevuld met de uitgifte van kortlopende uitgiftes van EU-schuldpapieren. De uitgegeven obligaties waren een combinatie van conventionele en groene obligaties, met volledige inachtneming van het kader inzake NextGenerationEU voor groene obligaties. Door deze transacties kwam het totale uitstaande bedrag aan NextGenerationEU-obligaties uit op 171 miljard EUR, waarvan 36,5 miljard EUR werd opgehaald door de uitgifte van groene obligaties. Het totaalbedrag aan uitstaande EU-schuldpapieren eind december bedroeg 17 miljard EUR28.

In december 2022 kondigde de Commissie haar financieringsplan aan voor de periode januari tot eind juni 2023. Dit plan bestond uit financieringstransacties op lange termijn voor maximaal 80 miljard EUR. Uiteindelijk werd 78 miljard EUR aan EU-obligaties uitgegeven, met een gemiddelde looptijd van ongeveer 14 jaar. In de eerste helft van 2023 heeft de Commissie via tweemaandelijkse veilingen ook EU-schuldpapieren met een looptijd van drie maanden en zes maanden uitgegeven om aan de financieringsbehoeften op korte termijn te voldoen. Eind juni 2023 stond nog voor 17,9 miljard EUR aan EU-schuldpapieren uit. Via twaalf veilingen werden 24 EU-schuldpapieren uitgegeven voor een gemiddelde bedrag van ongeveer 1 miljard EUR per schuldpapier.

Dankzij deze succesvolle emissies kon de EU de soepele financiering van de herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten voortzetten door de opbrengsten tijdig uit te betalen. De Commissie heeft alle uitbetalingen aan de lidstaten in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit verricht zodra deze verschuldigd waren, gemiddeld binnen zes werkdagen na de goedkeuring van de uitbetaling. Er zijn geen vertragingen opgetreden.

Kader voor groene obligaties

In 2020 kondigde de Commissie aan dat 30 % van de obligaties voor NextGenerationEU zou worden uitgegeven als groene obligaties. Dit toont de inzet van de Commissie voor duurzame financiering. De Commissie brengt zo een nieuw groen actief met een hoge rating en liquiditeit op de markt dat een breed scala aan investeerders toegang geeft tot groene investeringen en de rol van de Europese Unie en de euro versterkt op de markten voor duurzame financiering.

De opbrengsten van de groene obligaties in het kader van NextGenerationEU financieren het aandeel van klimaatrelevante uitgaven in de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Elke lidstaat moet ten minste 37 % van de totale waarde van hun nationale herstel- en veerkrachtplan besteden aan klimaatrelevante investeringen en hervormingen. De lidstaten hebben deze doelstelling overschreden. De geschatte klimaatuitgaven bedragen nu ongeveer 40 %.

De Commissie heeft haar eerste groene obligatie onder NextGenerationEU uitgegeven in oktober 2021. Via deze obligatie met een looptijd van 15 jaar heeft de Commissie 12 miljard EUR opgehaald, waarmee het tot op heden de grootste transactie met groene obligaties ter wereld is.

De uitgaven voor groene obligaties onder NextGenerationEU hebben tot nu toe voornamelijk betrekking op energiebesparingen (47,6 % van de toegewezen uitgaven) en schoon vervoer en schone infrastructuur (42 %). Aanpassing aan de klimaatverandering is de op twee na grootste categorie (5,6 % van de uitgaven) van de negen categorieën van uitgaven waaraan de opbrengsten van groene obligaties onder NextGenerationEU kunnen worden toegewezen.

2.6. Controles en audits bij de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

De herstel- en veerkrachtfaciliteit is een prestatiegericht instrument. Betalingen door de Commissie aan lidstaten zijn gebaseerd op het behalen van vooraf gedefinieerde mijlpalen en streefdoelen die in de herstel- en veerkrachtplannen zijn vastgelegd. Voor elk herstel- en veerkrachtplan worden in het uitvoeringsbesluit van de Raad de bijbehorende reeks mijlpalen en streefdoelen en het desbetreffende bedrag voor elke tranche vastgesteld. De wettigheid en regelmatigheid van de betalingen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit zijn dus uitsluitend gebaseerd op het behalen van mijlpalen en streefdoelen. De lidstaten zijn de begunstigden van de middelen van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, die na uitbetaling in de nationale begroting worden opgenomen.

Het controlekader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit is afgestemd op de unieke aard van de herstel- en veerkrachtfaciliteit als een uitgavenprogramma van de EU en berust op twee hoofdpijlers: enerzijds de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen waarvoor de Commissie de hoofdverantwoordelijkheid draagt en anderzijds het beschermen van de financiële belangen van de Unie. Hiervoor zijn vooral de lidstaten verantwoordelijk, maar de Commissie voert ook specifieke controles uit.

De Commissie heeft de robuustheid van het controlekader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit verder versterkt, met inbegrip van haar auditwerkzaamheden. Uit de resultaten en opmerkingen van de controles blijken geen kritieke of grote risico’s die een ander licht werpen op de betrouwbaarheidsverklaring van de directeur-generaal van DG ECFIN in zijn jaarlijkse activiteitenverslag29, dat betrekking heeft op de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

Controles op de wettigheid en regelmatigheid van toezeggingen en betalingen

De controleomgeving van de Commissie bestaat uit twee lagen: controles vooraf, voordat de betaling wordt gedaan en controles achteraf.

Wanneer een lidstaat een betalingsverzoek indient, beoordeelt de Commissie tijdens de controle vooraf of alle mijlpalen en streefdoelen die de lidstaat als behaald heeft opgegeven, op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt. Om na te gaan of de mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze zijn behaald, wordt het door de lidstaat verstrekte bewijsmateriaal beoordeeld door landenteams uit de Commissie. Alvorens de betaling uit te voeren, kan de Commissie aanvullende informatie vragen en kan zij besluiten aanvullende controles uit te voeren om de nodige aanvullende zekerheid te verkrijgen dat de mijlpalen en streefdoelen zijn behaald. Indien bepaalde mijlpalen en streefdoelen niet afdoende behaald werden, kan de betaling gedeeltelijk worden opgeschort.

In 2022 heeft de Commissie 13 betalingsverzoeken met 366 mijlpalen en streefdoelen beoordeeld en geconcludeerd dat alle mijlpalen en streefdoelen afdoende werden behaald. Bijgevolg waren er in 2022 geen opschortingen of verminderingen van betalingen nodig.

De Commissie voert ook controles achteraf uit van de mijlpalen en streefdoelen op basis van risicoanalyses die extra zekerheid verschaffen dat de door de lidstaat verstrekte informatie juist was. Overeenkomstig haar auditstrategie voor 2022 heeft de Commissie zeven controles achteraf uitgevoerd met betrekking tot mijlpalen en streefdoelen in verband met de eerste betalingsverzoeken van Frankrijk, Italië, Portugal, Kroatië en Roemenië en het tweede betalingsverzoek van Kroatië en Spanje. Op basis van een risicobeoordeling bestreken de controlewerkzaamheden alle 15 mijlpalen en streefdoelen die als hoog risico waren aangemerkt en 12 die als gemiddeld risico waren aangemerkt. In 2023 worden nog eens zeven controles uitgevoerd op betalingsverzoeken van Oostenrijk, Tsjechië, Denemarken, Griekenland, Luxemburg, Slowakije en Spanje. Op basis van de definitieve auditverslagen die tot nu toe zijn uitgebracht, heeft de Commissie vastgesteld dat de gecontroleerde mijlpalen en streefdoelen afdoende zijn behaald. Als de Commissie achteraf van mening was geweest dat een mijlpaal of een streefdoel niet afdoende was behaald, zou zij financiële rechtzettingen hebben toegepast om het ten onrechte betaalde deel terug te vorderen.

Controles om een adequate bescherming van de financiële belangen van de Unie te waarborgen, op de wijze die is voorgeschreven in artikel 22 van de RRF-verordening

Elke lidstaat moet doeltreffende en efficiënte controlesystemen opzetten en handhaven en passende maatregelen nemen om de financiële belangen van de Unie te beschermen. Elke lidstaat moest zijn nationale controlesysteem nauwkeurig beschrijven in het nationale herstel- en veerkrachtplan en dit systeem wordt door de Commissie beoordeeld als “adequaat” (A) of “ontoereikend” (C). Als de door de lidstaat voorgestelde regelingen ontoereikend werden geacht, kon het plan niet worden goedgekeurd. Bij de beoordeling van de vijf herstel- en veerkrachtplannen die in 2022 werden goedgekeurd na de goedkeuring van het vorige jaarverslag, concludeerde de Commissie dat zij over een adequaat controlesysteem beschikten, zoals de andere 22 herstel- en veerkrachtplannen. Net als bij eerdere evaluaties heeft de Commissie ook in 2022 in elk van de vijf positief beoordeelde herstel- en veerkrachtplannen een aantal tekortkomingen vastgesteld en de betrokken lidstaten verzocht aanvullende corrigerende maatregelen te nemen door specifieke mijlpalen inzake audit en controle in hun respectieve herstel- en veerkrachtplannen op te nemen. De bijhorende mijlpalen en streefdoelen zijn opgenomen in de bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad en moeten zijn behaald voordat enige periodieke betaling kan worden gedaan. Na ontvangst van het bijbehorende betalingsverzoek beoordeelt de Commissie of deze specifieke mijlpalen op het vlak van audit en controle naar tevredenheid zijn bereikt en analyseert zij de ingediende beheersverklaringen en auditsamenvattingen.

In overeenstemming met haar auditstrategie voert de Commissie daarnaast ook systeemcontroles uit op basis van informatie die binnen de Commissie beschikbaar is en op basis van auditsamenvattingen en beheersverklaringen die de lidstaten samen met hun betalingsverzoeken indienen. In het kader van de systeemcontroles bekijkt de Commissie de procedures in de lidstaten om fraude, corruptie, belangenconflicten en dubbele financiering te voorkomen, op te sporen en te corrigeren. Dit omvat tevens op risico gebaseerde controles van de systemen voor het verzamelen en opslaan van gegevens over begunstigden, contractanten, subcontractanten en uiteindelijke begunstigden. De Commissie is bevoegd om middelen terug te vorderen of financiële rechtzettingen toe te passen indien fraude, corruptie of belangenconflicten zijn vastgesteld en niet door de lidstaten zijn gecorrigeerd of indien lidstaten ernstig tekortschieten in het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van de financierings- en leningsovereenkomsten.

De Commissie heeft 16 systeemcontroles uitgevoerd in 202230 en tot dusver nog eens 11 in 202331, waarbij zij de nodige aanbevelingen heeft gedaan met strikte uitvoeringstermijnen. Tegen eind 2023 zal zij alle lidstaten ten minste één keer hebben gecontroleerd. In het kader van deze controles gaat de Commissie ook na of de systemen van de lidstaten in het algemeen in overeenstemming zijn met de EU- en nationale regels en of zij controleren of deze regels worden nageleefd, met inbegrip van specifieke elementen van de openbare aanbestedingsprocedure en de regels omtrent staatssteun. Naar aanleiding van aanbevelingen van de Europese Rekenkamer heeft de Commissie haar controlewerkzaamheden nog opgevoerd, bijvoorbeeld door meer gerichte systeemcontroles uit te voeren indien zwakke punten of risico’s worden ontdekt.

Daarnaast voert de Commissie ook controles uit op het werk van de nationale controle-instanties in de lidstaten. Het doel van deze nalevingscontroles is het beoordelen van de betrouwbaarheid van het werk dat op nationaal niveau wordt verricht. Dit betreft zowel de controles van mijlpalen en streefdoelen als de controles van de nationale controlesystemen om ervoor te zorgen dat de Europese en nationale regels worden nageleefd en dat de financiële belangen van de EU worden beschermd.

2.7. Betrokkenheid bij de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan en transparantie

Interinstitutionele dialoog en uitwisselingen

Sinds het begin van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit heeft de Commissie nauw samengewerkt met het Europees Parlement en de Raad. De Commissie blijft alle door de lidstaten ingediende herstel- en veerkrachtplannen en gewijzigde plannen, evenals alle voorlopige beoordelingen van betalingsverzoeken, onverwijld en onder gelijke voorwaarden delen met zowel het Europees Parlement als de Raad. Dit zorgt voor een transparante informatiestroom met een hoge mate van betrokkenheid tussen de instellingen tijdens de uitvoeringsfase.

De Commissie wisselt regelmatig van gedachten met het Europees Parlement over horizontale thema’s in verband met de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Sinds de oprichting van de herstel- en veerkrachtfaciliteit is de Commissie uitgenodigd voor en heeft zij deelgenomen aan elf dialogen op hoog niveau over herstel en veerkracht. Voorts werkt de Commissie regelmatig samen met de leden van het Europees Parlement in de permanente werkgroep van de gezamenlijke commissies ECON en BUDG en heeft zij in totaal aan 32 vergaderingen deelgenomen. Daarnaast wordt de Commissie regelmatig uitgenodigd bij verschillende andere commissies om van gedachten te wisselen over zaken die verband houden met de herstel- en veerkrachtfaciliteit, waaronder de commissies REGI, CONT en ENVI. De Commissie publiceert alle presentaties die in het kader van de permanente werkgroep zijn gegeven op een speciale website32.

De Commissie heeft ook een informele deskundigengroep opgericht om met de lidstaten van gedachten te wisselen over de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en organiseert regelmatig uitwisselingen van standpunten en goede praktijken. Deze groep is een belangrijk forum voor het bespreken van horizontale aspecten van de herstel- en veerkrachtfaciliteit tussen de deskundigen van de lidstaten en de Commissie. De onderwerpen die op deze manier worden besproken zijn erg verscheiden. Ze variëren van financiële aangelegenheden tot bestuur en audit en controle, evenals kwesties die verband houden met specifieke beleidsdomeinen. Zo was de 19e bijeenkomst in maart 2023 gewijd aan het helpen van de lidstaten bij het opnemen en mainstreamen van gelijkheidsoverwegingen in het REPowerEU-hoofdstuk en de herziene herstel- en veerkrachtplannen. Er werden ook onderwerpen besproken met betrekking tot administratieve capaciteit tijdens de 20e bijeenkomst in mei 2023. Deze zullen verder worden besproken tijdens een andere bijeenkomst die gepland staat voor het najaar van 2023. De deskundigengroep vergemakkelijkt en bevordert de uitwisseling van goede praktijken met betrekking tot veel elementen van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De Commissie publiceert alle relevante documenten, zoals agenda’s, notulen, verslagen, adviezen en aanbevelingen, op een speciale website33.

Tot nu toe heeft de Commissie 21 vergaderingen van de informele deskundigengroep georganiseerd. In december 2022 organiseerde de Commissie de eerste fysieke bijeenkomst van een volledige dag met alle deskundigen uit de lidstaten. Tijdens deze 16e bijeenkomst van de groep stelden de lidstaten hun goede praktijken voor over drie onderwerpen: (1) de rol van de coördinerende autoriteit en het bestuur bij de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, (2) de betrokkenheid van belanghebbenden bij de voorbereiding en uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen, en (3) aspecten in verband met de communicatie en zichtbaarheid van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Een volgende fysieke bijeenkomst van de deskundigengroep wordt verwacht in het najaar van 2023.

Vereisten inzake communicatie en zichtbaarheid

Net als voor andere fondsen van de Unie zijn de lidstaten verplicht om ervoor te zorgen dat de ontvangers van financiering van de Unie uit hoofde van de herstel- en veerkrachtfaciliteit de oorsprong erkennen en de zichtbaarheid van de financiering waarborgen. In dit verband stelt artikel 34, lid 2, van de RRF-verordening, zoals uitgevoerd door artikel 10 van de financieringsovereenkomsten tussen de Commissie en de lidstaten, een aantal vereisten inzake communicatie en zichtbaarheid. Deze omvatten het opzetten van een communicatiestrategie, het tonen van het EU-embleem waar nodig met de juiste financieringsverklaring en het opzetten en onderhouden van één webruimte. Ondanks deze communicatie- en zichtbaarheidsverplichtingen blijkt uit de resultaten van een Eurobarometer-enquête van 202234 dat de Europese burgers weliswaar goed op de hoogte zijn van het bestaan van de herstel- en veerkrachtplannen voor hun land (met verschillen tussen de lidstaten), maar zich onvoldoende bewust zijn van het feit dat de herstel- en veerkrachtplannen (geheel of gedeeltelijk) door de EU worden gefinancierd. Hieruit blijkt dat de lidstaten hun inspanningen moeten opvoeren. De Commissie blijft in gesprek met de lidstaten om ervoor te zorgen dat zij hun verplichtingen nakomen. De naleving van de communicatievereisten maakt ook systematisch deel uit van de controles achteraf van de mijlpalen en streefdoelen die door de Commissie worden uitgevoerd. De Commissie begeleidt de lidstaten met bilaterale uitwisselingen en via het Inform EU-netwerk, waarin contactpersonen voor communicatie van de lidstaten en de Commissie uit alle EU-fondsen, waaronder de herstel- en veerkrachtfaciliteit, samenwerken. In dit verband blijft de Commissie de lidstaten ook ondersteunen bij de uitvoering van de communicatiestrategieën die in de herstel- en veerkrachtplannen zijn opgenomen. Acht lidstaten nemen momenteel deel aan een meerlandenproject met TSI-steun voor capaciteitsopbouw om de voordelen van de herstel- en veerkrachtplannen effectief te communiceren.


Interactieve kaart van door de herstel- en veerkrachtfaciliteit ondersteunde projecten

De versnelde uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de efficiënte verwezenlijking van de doelstellingen ervan vereisen een steeds grotere mate van transparantie over de werking en het concrete gebruik van de financiering uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit door de lidstaten. Daartoe publiceert de Commissie regelmatig informatie op de website die gewijd is aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit35 (waaronder over de afzonderlijke herstel- en veerkrachtplannen op de specifieke landenpagina’s36) en heeft zij het scorebord voor herstel en veerkracht37 opgezet, dat informatie in real time verschaft over de uitbetalingen en de door de lidstaten geboekte vooruitgang, alsook aanvullende gegevens, indicatoren en thematische analyses.

Om de zichtbaarheid en transparantie van de herstel- en veerkrachtfaciliteit verder te vergroten, heeft de Commissie een interactieve kaart gelanceerd van projecten38 die door de herstel- en veerkrachtfaciliteit in elke lidstaat worden gesteund. De kaart geeft een overzicht van bepaalde hervormingen en investeringen, toont waar deze plaatsvinden en biedt informatie over de stand van zaken. De kaart bevat ook links naar online bronnen met meer gedetailleerde informatie, zoals nationale websites over de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de websites van de specifieke projecten die door de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd waar beschikbaar. De kaart werd officieel gelanceerd op 31 maart 2023. Deze wordt regelmatig bijgewerkt en aangevuld met extra informatie over de uitvoering. De eerste update vond plaats op 24 mei 2023. In totaal werden meer dan 430 projecten getoond in alle lidstaten.

Kaart van door de herstel- en veerkrachtfaciliteit ondersteunde projecten


Eindontvangers in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

De verordening over REPowerEU versterkte de transparantie met betrekking tot het gebruik van middelen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Lidstaten zijn nu immers verplicht om gegevens over eindontvangers te publiceren. Binnen de herstel- en veerkrachtfaciliteit is een eindontvanger de laatste entiteit die middelen ontvangt in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en die geen contractant of subcontractant is. Dit kan bijvoorbeeld gaan om burgers, regionale of lokale overheden, of kmo’s en dus zowel om rechtspersonen als natuurlijke personen. Het nieuwe artikel 25 bis van de gewijzigde RRF-verordening verplicht de lidstaten om een voor het publiek toegankelijk en gebruiksvriendelijk portaal te creëren met gegevens over de 100 eindontvangers die het hoogste bedrag aan financiering ontvangen voor de uitvoering van maatregelen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Die gegevens moeten ook tweemaal per jaar bijgewerkt worden39. De Commissie heeft dan de taak om de gegevens en de links naar de nationale portalen van de lidstaten te centraliseren en te publiceren op het scorebord voor herstel en veerkracht.

Hiertoe heeft de Commissie de lidstaten richtsnoeren verstrekt om de publicatie van gegevens over de 100 grootste eindontvangers te vergemakkelijken en vergelijkbaarheid, consistentie en gelijke behandeling te waarborgen. Dit kwam onder andere aan bod in de 20e en 21e vergadering van de informele deskundigengroep voor de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De lidstaten moeten verslag uitbrengen over elke in het herstel- en veerkrachtplan opgenomen maatregel waarvoor reeds een uitbetaling aan een eindontvanger heeft plaatsgevonden, ongeacht of de lidstaat reeds een betalingsverzoek heeft ingediend en financiering uit hoofde van de faciliteit heeft ontvangen, aangezien de lidstaten periodieke betalingen achteraf ontvangen zodra de Commissie heeft beoordeeld dat de relevante mijlpalen en streefdoelen afdoende zijn behaald. Om te zorgen voor consistentie en samenhang in de voorstelling van de gegevens op het scorebord voor herstel en veerkracht heeft de Commissie de lidstaten ook gevraagd gestructureerde gegevens te verstrekken via Fenix, haar informatica-instrument voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit, en een speciaal sjabloon.

Tot nu toe hebben 15 lidstaten gegevens verstrekt over de 100 eindontvangers die het hoogste bedrag aan financiering hebben ontvangen voor de uitvoering van maatregelen in hun herstel- en veerkrachtplannen. Deze gegevens zijn ook gepubliceerd op het scorebord voor herstel en veerkracht40. In de richtsnoeren inzake de herstel- en veerkrachtplannen in het kader van REPowerEU die de Commissie in februari 2023 heeft gepubliceerd stelde ze voor om de eerste rapportage parallel met de halfjaarlijkse verslaglegging van april 2023 te laten plaatsvinden. Veel lidstaten hebben dit advies opgevolgd en al gegevens over de 100 grootste eindontvangers op hun nationale portaalsites gepubliceerd. Van de 16 lidstaten die gegevens hebben verstrekt, hebben de meeste (12 lidstaten, namelijk Oostenrijk, Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Duitsland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Portugal, Slowakije, Slovenië en Zweden) de gegevens op hun nationale portaalsites gepubliceerd en gestructureerde gegevens bij de Commissie ingediend. Drie lidstaten (Estland, Finland en Polen) hebben de gegevens op hun nationale portaal gepubliceerd. Aangezien alle lidstaten verplicht zijn om de gegevens twee keer per jaar te publiceren en bij te werken, vanaf de inwerkingtreding van de verordening over REPowerEU op 1 maart 2023, zullen de overige lidstaten naar verwachting nog volgen en in 2023 gegevens publiceren over de 100 grootste eindontvangers onder hun herstel- en veerkrachtplan.

De Commissie verzoekt de lidstaten die de gegevens over de 100 grootste eindontvangers nog niet hebben ingediend dit onverwijld te doen om aan de wettelijke vereisten van de verordening te voldoen en de nodige transparantie over de ontvangers van middelen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit te waarborgen.

De analyse van de gegevens over de grootste eindontvangers in elke lidstaat kan waardevolle inzichten en lessen opleveren voor de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De gegevens zorgen voor meer transparantie met betrekking tot de financieringsstromen van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en het effect van de herstel- en veerkrachtfaciliteit op het terrein. Ze vormen tevens een bijkomende aanvulling op de reeds beschikbare gegevens over de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen, bijvoorbeeld met betrekking tot de mijlpalen en streefdoelen die zijn behaald en de uitbetalingen per pijler.

De omvang van de betalingen aan de 100 grootste eindontvangers varieert aanzienlijk tussen de lidstaten waarvoor gegevens beschikbaar zijn. De oorzaak zijn de verschillende toewijzingen van de lidstaten en de heterogene aard van de herstel- en veerkrachtplannen. Het hoogste bedrag dat een in de lijst opgenomen eindontvanger ontvangt is meer dan 20 miljard EUR, terwijl het laagste bedrag 2 450 EUR is. De gemiddelde waarde van alle ontvangen bedragen is bijna 49 miljoen EUR en de mediaanwaarde is aanzienlijk lager, namelijk ongeveer 3 miljoen EUR. Binnen elke lidstaat vinden we een vergelijkbare variatie met betrekking tot de verdeling van de financiering op het vlak van de herstel- en veerkrachtfaciliteit over de 100 grootste eindontvangers en de respectieve hoogste en laagste ontvangen bedragen (zie figuur 11).

Figuur 11: Spreiding van de grootste eindbegunstigden per lidstaat4142


Bron: Eigen berekening van de Europese Commissie op basis van de door de lidstaten verstrekte gegevens over de eindontvangers

De meeste van de tien grootste eindontvangers zijn overheidsinstanties. De maatregelen waarvoor zij financiering hebben ontvangen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit zijn relatief gelijkmatig verdeeld over de beleidspijlers. Volgens schattingen van de Commissie is gemiddeld bijna twee derde van de tien grootste eindontvangers een overheidsinstantie en ongeveer 27 % een particuliere instantie (de aard van de overige eindontvangers is gemengd)43. In totaal vertegenwoordigt het aandeel van de middelen die zijn ontvangen door de tien grootste eindontvangers in elke lidstaat (in de 16 lidstaten waarvoor gegevens beschikbaar zijn) 12,7 % van alle middelen die door deze 16 lidstaten zijn ontvangen. Als we specifiek kijken naar particuliere entiteiten onder de tien grootste ontvangers vertegenwoordigt het aandeel van de middelen die zij ontvingen ongeveer 1,9 % van alle RRF-middelen van die 16 lidstaten. Naast deze ontvangers zijn er in alle herstel- en veerkrachtplannen nog veel meer investeringen en regelingen die meer specifiek gericht zijn op kmo’s. Een analyse van de bijbehorende maatregelen waarvoor eindontvangers financiering hebben ontvangen, kan ook een duidelijke indicatie geven van de beleidsdoelstellingen en brede sectoren die met de financiering uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit zijn ondersteund. Uit de gegevens44 beschikbaar voor de 100 grootste eindontvangers blijkt dat de bijbehorende maatregelen evenwichtig over de zes beleidspijlers zijn verdeeld (zie figuur 12). Dat versterkt het idee dat de herstel- en veerkrachtfaciliteit de lidstaten steun biedt die een alomvattend en evenwichtig antwoord op de economische en sociale situatie vormt. Uit de tot nu toe beschikbare gegevens blijkt ook dat de grootste eindontvangers in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit meestal betrokken waren bij de uitvoering van maatregelen die bijdragen aan de digitale transitie. Dit wordt op de voet gevolgd door investeringen in slimme, duurzame en inclusieve groei, in sociale en territoriale cohesie en groene investeringen. Dit toont aan hoeveel belang de lidstaten hebben gehecht aan het stimuleren van het economische en sociale herstel na de COVID-19-crisis en aan het voorbereiden van de economieën, samenlevingen en overheden van de EU op de groene en digitale transitie, in aanvulling op de fondsen in het kader van het cohesiebeleid45.

Figuur 12: Bijdrage van de ontvangen bedragen en de bijbehorende maatregelen waarvoor de 100 grootste eindbegunstigden steun ontvangen, aan de zes beleidspijlers46


Bron: Eigen berekening van de Europese Commissie op basis van de door de lidstaten verstrekte gegevens over de eindontvangers

De grootste betalingen houden verband met infrastructuurprojecten, digitalisering en mobiliteit. Eindontvangers hebben het vaakst financiële steun ontvangen voor maatregelen op het gebied van onderwijs en andere investeringen in menselijk kapitaal. De grootste financieringsbedragen voor eindontvangers in die lidstaten waar gegevens beschikbaar zijn, hebben betrekking op investeringen in territoriale infrastructuur en diensten, e-overheid en digitale overheidsdiensten en duurzame mobiliteit. De investeringen in deze beleidsgebieden zijn doorgaans groot en duurder. Wanneer we kijken naar het aantal bijbehorende maatregelen in plaats van naar de ontvangen bedragen blijkt dat de 100 grootste eindontvangers het vaakst middelen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit hebben ontvangen voor de uitvoering van maatregelen op het gebied van algemeen, beroeps- en hoger onderwijs, e-overheid en digitale overheidsdiensten, menselijk kapitaal in digitalisering en energie-efficiëntie. Dit weerspiegelt de nadruk van lidstaten in hun plannen op onderwijs- en opleidingsmaatregelen en op het bij- en omscholen van werknemers, werklozen en de bredere bevolking voor de digitale overgang en op het bevorderen van de groene en digitale transitie.

In de toekomst zal de Commissie de beschikbare gegevens blijven evalueren om lessen te kunnen trekken voor de uitvoering van de faciliteit. De gegevens van de 100 grootste ontvangers zullen ook worden gebruikt om de eerder genoemde interactieve kaart met projecten bij te werken.

Jaarlijkse evenementen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

Jaarlijkse evenementen zijn het belangrijkste communicatiemoment over de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit op nationaal niveau. De verplichting voor de Commissie en de lidstaten om gezamenlijke communicatieactiviteiten over financiering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit te houden, is vastgelegd in artikel 34 van de RRF-verordening en artikel 10 van de financieringsovereenkomsten. Op deze evenementen komen onder andere belangrijke instellingen, belanghebbenden (waaronder sociale partners en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties) en ontvangers van steun onder de herstel- en veerkrachtfaciliteit samen om de voortgang te bespreken bij de uitvoering van de verschillende projecten die de lidstaten in hun nationale herstel- en veerkrachtplannen hebben voorgesteld. De verbindingsbureaus van het Europees Parlement (EPLO’s) in de lidstaten, de nationale vertegenwoordigers van het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) en het Comité van de Regio’s (CvdR) worden ook uitgenodigd om aan deze evenementen deel te nemen.

Op 1 september 2023 hadden 22 jaarlijkse evenementen plaatsgevonden in evenveel lidstaten. Tussen de ambtenaren voor het Europees semester in de vertegenwoordigingen van de Commissie en de nationale overheden wordt goed samengewerkt op het gebied van communicatie over de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Gezamenlijke inspanningen bij het organiseren van de jaarlijkse evenementen met hooggeplaatste vertegenwoordigers van de lidstaten en de Commissie vergroten de zichtbaarheid van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Deze evenementen bieden uitstekende mogelijkheden voor persbetrokkenheid. Er wordt dan ook een veel breder publiek betrokken bij deze evenementen dan louter de reguliere belanghebbenden, wat zorgt voor een veel groter bereik. De meeste evenementen worden ook live uitgezonden en opnames van de evenementen en ander communicatiemateriaal zijn beschikbaar op de afzonderlijke landenpagina’s van de website over de herstel- en veerkrachtfaciliteit en het scorebord voor herstel en veerkracht. Naarmate de uitvoering vordert van de herstel- en veerkrachtplannen, met inbegrip van de onlangs goedgekeurde REPowerEU-hoofdstukken, zijn er later in 2023 en volgend jaar meer evenementen gepland.

Raadpleging van belanghebbenden

De lidstaten hebben gekozen voor verschillende benaderingen bij het raadplegen van belanghebbenden in het kader van de voorbereiding en uitvoering van hun respectieve herstel- en veerkrachtplannen. De RRF-verordening verplicht de lidstaten om als onderdeel van hun herstel- en veerkrachtplannen een samenvatting te geven van de raadplegingen van belanghebbenden, waaronder sociale partners, maatschappelijke organisaties en lokale en regionale autoriteiten. De herziene RRF-verordening vereist dat de lidstaten een verdere samenvatting geven van de resultaten van het overlegproces met belanghebbenden, waaronder lokale en regionale autoriteiten, over de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk. De samenvatting moet ook beschrijven hoe bij het ontwerp van REPowerEU-maatregelen rekening is gehouden met de ontvangen feedback en hoe hiermee tijdens de uitvoering rekening zal worden gehouden. Over het algemeen deelden de belanghebbenden met de Commissie uiteenlopende feedback over de raadplegingsprocessen op nationaal niveau. Deze verschilde van regelmatige en fijnmazige raadplegingen tot meer beperkte raadplegingen. De betrokkenheid van lokale en regionale overheden bij de vele beleidsmaatregelen in de programma’s was vaak ongelijk. Dit is deels te wijten aan het verschillende tempo waarin hervormingen en investeringen worden uitgevoerd en de complexiteit en diversiteit van de maatregelen in de herstel- en veerkrachtplannen in sommige lidstaten. In dit opzicht biedt het REPowerEU-hoofdstuk inderdaad een kans om de weg vrij te maken voor een grotere betrokkenheid van alle relevante belanghebbenden, met inbegrip van sociale partners, maatschappelijke organisaties en lokale en regionale autoriteiten.

In de uitvoeringsfase heeft de Commissie alle lidstaten opgeroepen actief en doeltreffend samen te werken met de sociale partners, lokale en regionale overheden en andere belanghebbenden, met name vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, door middel van regelmatige uitwisselingen. De uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen biedt ook een gelegenheid om betrokken te raken bij de bredere agenda voor de coördinatie van het economisch, werkgelegenheids-, sociaal en duurzaamheidsbeleid en zal bijdragen tot het gezamenlijk in kaart brengen van uitdagingen en het zoeken van oplossingen. Effectieve betrokkenheid is inderdaad van het allergrootste belang omdat de inbreng en betrokkenheid van belanghebbenden zal helpen om de degelijkheid, het succes en de tijdigheid van de geplande hervormingen en investeringen te garanderen. Bovendien dienen de betrokken actoren als horizontaal platform om van gedachten te wisselen over de uitvoering en te zorgen voor nauwe samenwerking. In januari 2023 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd om de sociale dialoog in de EU te versterken47. Dit omvatte tevens een voorstel voor een aanbeveling van de Raad over de rol van de sociale dialoog, dat op 12 juni 2023 door de Raad is goedgekeurd. In de aanbeveling worden de lidstaten opgeroepen om de sociale partners op systematische, zinvolle en tijdige wijze te betrekken bij het ontwerp en de uitvoering van het werkgelegenheids- en sociaal beleid en, waar relevant, het economisch en ander overheidsbeleid, ook in de context van het Europees semester.

De pers bereiken

De Commissie heeft sinds het begin van de herstel- en veerkrachtfaciliteit uitgebreid met de pers gecommuniceerd over de uitvoering ervan. De Commissie heeft erop toegezien dat nationale correspondenten en gespecialiseerde journalisten werden bereikt. Het doel was de belangrijkste thema’s in verband met de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de concrete uitvoering ervan ruime aandacht te geven en een ruim begrip ervan te garanderen bij het grote publiek. Er werden meer dan 200 persberichten en persdocumenten uitgestuurd en talrijke persconferenties en technische briefings georganiseerd, zowel in Brussel als in de lidstaten, met de steun van de vertegenwoordigingen van de Commissie. De Commissie heeft ook tijdig uitgebreide schriftelijke en mondelinge feedback gegeven aan de nationale en internationale pers over hun blijvende en grote belangstelling voor het instrument.

Aanvullende communicatieactiviteiten over de herstel- en veerkrachtfaciliteit door de vertegenwoordigingen van de Europese Commissie in de lidstaten

Communicatie over de voordelen van de nationale herstel- en veerkrachtplannen is ook een kerntaak van alle vertegenwoordigingen van de Europese Commissie in de lidstaten. Naast de jaarlijkse evenementen worden tal van andere activiteiten georganiseerd om het brede publiek te bereiken, in nauwe samenwerking met functionarissen van het Europees semester en andere teams binnen de vertegenwoordigingen. In veel gevallen worden ook belanghebbenden, nationale en regionale autoriteiten en andere externe partners betrokken bij de communicatie-inspanningen. Tijdens publieke discussies en mediagebeurtenissen wordt de impact van de nationale herstel- en veerkrachtplannen op de economie en de levenskwaliteit van de burgers uitgebreid besproken.


3. Bijdrage van de faciliteit aan de doelstellingen van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

Overeenkomstig artikel 3 van de RRF-verordening moeten de hervormingen en investeringen die in de herstel- en veerkrachtplannen zijn opgenomen, bijdragen aan de zes beleidspijlers48 die het toepassingsgebied van de faciliteit bepalen, rekening houdend met de specifieke situatie en de uitdagingen van de lidstaten. De RRF-verordening vereist ook dat elke lidstaat ten minste 37 % van het totale toegewezen budget voor zijn herstel- en veerkrachtplan besteedt aan maatregelen die bijdragen aan klimaatdoelstellingen en ten minste 20 % aan digitale doelstellingen, op basis van de ex-antekostenraming van die maatregelen.

De Commissie heeft een methode voor verslaglegging over de bijdrage van elk plan aan de zes pijlers van de faciliteit ontwikkeld, waarbij elke (sub)maatregel is ingedeeld bij één primair en één secundair beleidsterrein (volgens een door de Commissie opgestelde lijst van beleidsterreinen) die zijn verbonden aan één van de zes beleidspijlers. Een hervorming of een investering kan dus verband houden met meerdere pijlers. Voor zover mogelijk is de verslaglegging over de pijler consistent met andere vormen van tagging (klimaat, digitalisering, sociale uitgaven). Het aandeel van de RRF-middelen dat bijdraagt aan elke beleidspijler wordt geïllustreerd in figuur 13.

Figuur 13: Aandeel van de RRF-middelen dat bijdraagt aan elke beleidspijler


Opmerking: Elke maatregel draagt bij aan twee van de zes beleidspijlers, zodat de totale bijdrage aan alle pijlers in deze grafiek 200 % van de aan de lidstaten toegewezen RRF-middelen bedraagt. De percentages voor de bijdrage aan de pijler groene transitie en digitale transformatie verschillen van de percentages voor de bijdrage aan de klimaat- en digitale doelstellingen; die laatste worden berekend volgens een andere methode (die wordt beschreven in de bijlagen VI en VII bij de RRF-verordening). De blauwgekleurde (onderste) delen vertegenwoordigen de maatregelen die als primair beleidsterrein zijn aangemerkt en aan de pijler zijn gekoppeld, terwijl de rode (bovenste) delen maatregelen zijn die als secundair beleidsterrein zijn aangemerkt.

Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht

3.1. Bijdrage van de faciliteit aan de groene transitie (pijler 1)

De herstel- en veerkrachtfaciliteit zal bijdragen tot de verwezenlijking van de EU-streefdoelen om tegen 2030 de netto broeikasgasemissies met ten minste 55 % te verminderen en tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken. De door de herstel- en veerkrachtfaciliteit ondersteunde maatregelen dragen bij tot de verwezenlijking van de klimaatambitie van de EU door duurzame mobiliteit te bevorderen, de energie-efficiëntie te verhogen en een groter gebruik van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen. Deze maatregelen zullen ook zorgen voor vooruitgang bij de aanpassing aan het klimaat en andere milieudoelstellingen, zoals het terugdringen van luchtverontreiniging, het bevorderen van de circulaire economie of het herstellen en beschermen van de biodiversiteit. In totaal is 254 miljard EUR49 – of 50 % van de totale toewijzing aan de lidstaten tot dusver – besteed aan maatregelen die bijdragen tot de groene transitie-pijler, die kan worden uitgesplitst naar 11 beleidsterreinen (zie figuur 14)50.

Figuur 14: Uitsplitsing van de uitgaven ter ondersteuning van de groene transitie per beleidsterrein


Opmerking: In deze grafiek wordt een uitsplitsing weergegeven van de geraamde bijdrage aan de beleidspijler overeenkomstig een lijst van beleidsterreinen die door de Europese Commissie is vastgesteld. Het percentage houdt verband met het totale aandeel van het plan dat is geoormerkt voor deze beleidspijler.

Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht.

De hervormingen en investeringen ter ondersteuning van klimaatdoelstellingen in de herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten hebben het in de RRF-verordening vastgestelde streefcijfer van 37 % van de totale toewijzing overschreden (figuur 15). De totale geschatte klimaatuitgaven in de vastgestelde plannen bedragen 204 miljard EUR, wat neerkomt op ongeveer 40 % van de totale toewijzing in de plannen zoals berekend volgens de methode voor klimaattagging51.

Figuur 15: Aandeel van de RRP-toewijzing dat bijdraagt tot het behalen van klimaatdoelstellingen


Opmerking: In de herstel- en veerkrachtplannen moest worden gespecificeerd en gemotiveerd in welke mate elke maatregel volledig (100 %), gedeeltelijk (40 %) of helemaal niet (0 %) bijdraagt tot de klimaatdoelstelling. De bijdragen aan de klimaatdoelstellingen zijn berekend aan de hand van respectievelijk de bijlagen VI en VII bij de RRF-verordening. Door de coëfficiënten te combineren met de kostenramingen van elke maatregel kan worden berekend in welke mate de plannen bijdragen aan de klimaatdoelstellingen.

Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht.

Van de 705 mijlpalen en streefdoelen die tot dusver op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt52 dragen er 261 bij aan pijler 1, waaronder 246 mijlpalen en streefdoelen die op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt sinds 1 maart 2022, d.w.z. sinds het laatste jaarverslag van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Sinds 1 maart 2022 is de meeste vooruitgang geboekt op de beleidsterreinen energie-efficiëntie (sinds 1 maart 2022 63 mijlpalen en streefdoelen verwezenlijkt in 52 maatregelen), duurzame mobiliteit (60 mijlpalen en streefdoelen in 47 maatregelen) en hernieuwbare energie en netwerken (40 mijlpalen en streefdoelen in 30 maatregelen), wanneer zowel primaire als secundaire beleidsterreinen zijn inbegrepen (figuur 16). De meeste mijlpalen en streefdoelen zijn de eerste stap in de uitvoering van maatregelen die bijdragen tot de groene transitie. In het onderstaande kader worden enkele voorbeelden gegeven van maatregelen in de pijler groene transitie die sinds 1 maart 2022 zijn uitgevoerd.

Figuur 16: Aantal maatregelen in pijler 1 waarvan de mijlpalen en streefdoelen sinds het laatste RRF-jaarverslag naar tevredenheid zijn gehaald, per beleidsterrein

Bron: Europese Commissie

Voorbeelden van relevante maatregelen met verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen in het kader van de pijler groene transitie

Hervormingen

- Slowakije heeft wetgeving aangenomen om het afvalbeheer in de bouw- en sloopsector te verbeteren.
- Griekenland heeft een hervorming doorgevoerd om het vergunningskader voor hernieuwbare energie te stroomlijnen en te digitaliseren en heeft een wet aangenomen om het stelsel van oorspronggaranties ter ondersteuning van hernieuwbare energie voor huishoudens in te voeren.
- Denemarken heeft een hervorming doorgevoerd die voorziet in een hogere belasting op broeikasgasemissies, waardoor Deense bedrijven worden gestimuleerd om minder uit te stoten, alsook in belastingverlagingen ter bevordering van groene investeringen.

Investeringen

- Bulgarije heeft investeringen ingevoerd ter ondersteuning van groene en efficiënte openbaarvervoersdiensten en een hervorming ter bevordering van de groene energietransitie. De herstel- en veerkrachtfaciliteit omvat 110,5 miljoen EUR voor de bouw van een deel van lijn 3 van de metro van Sofia, met een totale lengte van 3 km die drie stations beslaat en die de passagiers een schone, snelle en efficiënte openbaarvervoerdienst met intermodale verbindingen zal bieden. Verwacht wordt dat met deze investering vanaf 2026 gemiddeld 7,6 miljoen passagiers per jaar kunnen worden vervoerd, zodat de broeikasgassen en de luchtverontreiniging minder worden.

Station Medische universiteit aan metrolijn 3


Auteursrecht: Bulgaarse autoriteiten

- Tsjechië heeft geïnvesteerd in duurzaam vervoer door projecten op het gebied van weg- en spoorveiligheid te voltooien en door spoorwegbruggen en -tunnels te renoveren.
- Kroatië heeft investeringen gedaan om openbare watervoorzieningsnetten aan te leggen en te renoveren.
- Spanje heeft mechanismen ingevoerd ter ondersteuning van investeringen in de uitrol van hernieuwbare energiebronnen in gebouwen en industriële processen en ter ondersteuning van initiatieven van energiegemeenschappen.

Duurzame mobiliteit

Maatregelen ter ondersteuning van duurzame mobiliteit vertegenwoordigen ongeveer een derde van de klimaatuitgaven die door de faciliteit worden gefinancierd, en vormen daarmee de meest ondersteunde pijler van de groene transitie (31 % van het toegewezen bedrag, of 79,4 miljard EUR). Deze maatregelen bestaan onder meer uit investeringen in emissievrije of emissiearme voertuigen, in de ontwikkeling van stedelijk openbaar vervoer en in oplaadinfrastructuur. Met 42 miljard EUR wordt het grootste deel van de financiering besteed aan investeringen in de modernisering van de spoorweginfrastructuur, met inbegrip van de aankoop van modern rollend materieel. Sommige herstel- en veerkrachtplannen bevatten ook ambitieuze hervormingen die gericht zijn op het instellen van belastingstelsels of het wijzigen van het regelgevingskader om emissievrije mobiliteit te kunnen realiseren. De hervormingen zijn gericht op het algemene regelgevingskader en omvatten strategieën ter ondersteuning van duurzame stedelijke mobiliteit en collectief vervoer. De plannen betreffen ook hervormingen in de maritieme sector en de binnenwateren, en het invoeren van mededinging in de havendiensten.


Energie-efficiëntie

Energie-efficiëntie (met totale kosten van 72,8 miljard EUR) is goed voor 29 % van de totale uitgaven in het kader van de pijler groene transitie. Een aantal lidstaten heeft in hun plannen grote investeringen in energierenovaties van particuliere en openbare gebouwen en investeringen in de bouw van nieuwe, zeer energie-efficiënte gebouwen opgenomen. De meeste investeringen hebben betrekking op de energie-efficiëntie van woningen (31 miljard EUR), die doorgaans gericht is op een vermindering van het primaire energieverbruik met 30 % of meer. Naast gebouwen zullen investeringen in andere sectoren helpen om de productieprocessen van kmo’s, grotere ondernemingen en stadsverwarmingssystemen koolstofvrij te maken, bijvoorbeeld doordat de integratie van schonere en efficiëntere technologieën voor productieprocessen en gecentraliseerde warmteproductie wordt bevorderd (7 miljard EUR). Daartoe omvatten sommige herstel- en veerkrachtplannen ook hervormingen om belemmeringen voor energie-efficiëntie weg te nemen, zoals wijzigingen van het regelgevingskader of de harmonisatie van steunmechanismen door middel van centrale aanspreekpunten.

Hernieuwbare energie en netwerken

De totale geraamde uitgaven voor schone energie – hernieuwbare energie en netwerken – bedragen 14 % van de totale uitgaven in het kader van de pijler van de groene transitie (met totale kosten van 35,3 miljard EUR). Veel herstel- en veerkrachtplannen bevatten maatregelen voor schone energie, zoals investeringen in de opwekking van hernieuwbare energie, zowel in reeds ontwikkelde hernieuwbare technologieën als in innovatieve oplossingen. Ongeveer twee derde van de totale investeringen op dit gebied zal worden besteed aan hernieuwbare technologieën (24 miljard EUR), terwijl het resterende bedrag wordt geïnvesteerd in energienetwerken en -infrastructuur (11 miljard EUR). Om het aandeel van hernieuwbare energiebronnen te vergroten, is ook een ambitieuze hervormingsagenda nodig. De in de plannen opgenomen hervormingen zijn er daarom op gericht een stabiel regelgevingsklimaat en passende synergieën tussen publieke en private investeringen tot stand te brengen, de administratieve procedures te vereenvoudigen en nieuwe steunregelingen vast te stellen of bestaande steunregelingen te verlengen.

3.2. Bijdrage van de faciliteit aan de digitale transformatie (pijler 2)

De herstel- en veerkrachtfaciliteit levert een aanzienlijke bijdrage aan de digitale transformatie in de Unie. De plannen omvatten een reeks maatregelen, waaronder de uitrol van digitale infrastructuren en geavanceerde technologieën van de volgende generatie, de ontwikkeling van digitale vaardigheden voor de bevolking en de beroepsbevolking, en steun voor de digitalisering van ondernemingen en overheidsdiensten. In totaal zal 144 miljard EUR bijdragen aan de pijler digitale transformatie, verdeeld over digitale beleidsterreinen zoals weergegeven in figuur 1753.

Figuur 17: Uitsplitsing van de uitgaven ter ondersteuning van de digitale transformatie per beleidsterrein


Opmerking: In deze grafiek wordt een uitsplitsing weergegeven van de geraamde bijdrage aan de beleidspijler overeenkomstig een lijst van beleidsterreinen die door de Europese Commissie is vastgesteld. Het percentage houdt verband met het totale aandeel van het plan dat is geoormerkt voor deze beleidspijler.

Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht.

De hervormingen en investeringen ter ondersteuning van digitale doelstellingen in de herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten hebben het in de herstel- en veerkrachtfaciliteit vastgestelde streefcijfer van 20 % van de totale toewijzing overschreden (figuur 18). Tot op heden bedragen de totale geraamde digitale uitgaven in de plannen 130 miljard EUR, ongeveer 26 % van de totale toewijzing van de plannen, berekend volgens de methode voor digitale tagging54.

Van de 705 mijlpalen en streefdoelen die tot dusver op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt, dragen 184 mijlpalen en streefdoelen bij tot pijler 2, met inbegrip van 178 mijlpalen en streefdoelen die sinds 1 maart 2022 op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt. De meeste vooruitgang is geboekt op de beleidsterreinen e-overheid, digitale overheidsdiensten en lokale digitale ecosystemen (85 mijlpalen en streefdoelen verwezenlijkt in 72 maatregelen sinds 1 maart 2022), menselijk kapitaal op het gebied van digitalisering (40 mijlpalen en streefdoelen in 30 maatregelen) en digitalisering van het bedrijfsleven (29 mijlpalen en streefdoelen in 20 maatregelen) (figuur 19). In onderstaand kader worden enkele voorbeelden gegeven van betalingsverzoeken die positief zijn beoordeeld. Zij zijn gericht op belangrijke gebieden die verband houden met digitaal beleid, maar andere gebieden zoals connectiviteit zijn ook van belang.

Figuur 18: Aandeel van de RRP-toewijzing dat bijdraagt tot het behalen van digitale doelstellingen


Opmerking: In de herstel- en veerkrachtplannen moest voor elke maatregel worden gespecificeerd en gemotiveerd of deze volledig (100 %), gedeeltelijk (40 %) of geen effect (0 %) heeft op de digitale doelstellingen. De bijdragen aan de digitale doelstellingen zijn berekend aan de hand van respectievelijk de bijlagen VI en VII bij de RRF-verordening. Door de coëfficiënten te combineren met de kostenramingen van elke maatregel kan worden berekend in welke mate de plannen bijdragen aan de digitale streefdoelen.

Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht.

Figuur 19: Aantal maatregelen in pijler 2 waarvan de mijlpalen en streefdoelen sinds het laatste RRF-jaarverslag naar tevredenheid zijn gehaald, per beleidsterrein

Bron: Europese Commissie

Voorbeelden van relevante maatregelen met verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen in het kader van de pijler digitale transformatie

Hervormingen

- Roemenië heeft als hervorming besloten om de nationale uitrol van 5G-netwerken te versnellen, in overeenstemming met de beveiligingsvoorschriften, en om te voorzien in breedbanddekking voor witte gebieden (kleine plattelandsgemeenten, geïsoleerde plaatsen, achtergestelde bewoonde gebieden), waarbij de digitale kloof tussen stad en platteland wordt aangepakt, de administratieve lasten worden verminderd en procedures en vergoedingen worden gestroomlijnd, zodat de voorwaarden worden geschapen voor gelijke toegang tot digitale diensten en internettoegang.
- Slowakije heeft zijn goedkeuring gehecht aan het nationale concept voor de informatisering van het openbaar bestuur, waarin het kader voor digitale hervormingen is vastgesteld in overeenstemming met het herstel- en veerkrachtplan. Met name voor de hervorming van de cyberbeveiliging zal het nationale concept het kader vormen voor de standaardisering van de cyberbeveiligingsvereisten, waarbij wordt verduidelijkt dat verdere specifieke maatregelen nodig zullen zijn om de technische en procedurele normen voor cyberbeveiliging vast te stellen.
- Slovenië heeft de Raad voor de ontwikkeling van informatica opgericht, die zal fungeren als centraal forum waar de overheid de investeringen in informatietechnologie, normen en andere technologische ontwikkelingen operationeel kan coördineren, met name wanneer de compatibiliteit van de systemen essentieel is om het functioneren en het onderhoud efficiënt te maken.

Investeringen

- Oostenrijk heeft maatregelen genomen om de digitalisering van scholen en onderwijs te ondersteunen met het oog op eerlijke en gelijke toegang tot digitale basisvaardigheden. Uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit wordt 171,7 miljoen EUR geïnvesteerd om laptops en tablets te verstrekken aan leerlingen in de eerste jaren van het secundair onderwijs. Deze investering gaat gepaard met een hervorming ter verbetering van de infrastructuur in de verschillende schoolgebouwen, om te zorgen dat de leerlingen hun digitale apparaten optimaal kunnen gebruiken.

Een school in Innsbruck (Tirol, Oostenrijk) met computers die worden ondersteund door de herstel- en veerkrachtfaciliteit


Auteursrecht: Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Oostenrijk/APA-Fotoservice/Hetfleisch

- Denemarken heeft nieuwe digitale oplossingen ontwikkeld en beschikbaar gesteld om het zorgstelsel beter te verbinden na de COVID-19-pandemie. De oplossingen omvatten het gebruik van digitale technologieën en videoraadplegingen.
- Spanje heeft geïnvesteerd in de digitalisering van grote culturele instellingen zoals het Nationaal Pradomuseum, het Nationaal Museum Centro de Arte Reina Sofía, de Spaanse nationale bibliotheek en andere bibliotheekcollecties van overheidsinstanties of particuliere entiteiten, archiefsystemen, inventarissen en registers van historisch erfgoed, met inbegrip van audiovisueel erfgoed.
- Italië heeft overheidsopdrachten gegund voor alle vijf connectiviteitsprojecten die deel uitmaken van de investering in “snelle internetverbindingen”. Deze overheidsopdrachten zijn gericht op de voltooiing van het nationale ultrasnelle en 5G-telecommunicatienetwerk in heel Italië.
- Malta is begonnen met de invoering van veilige digitale oplossingen en instrumenten om gebruikers in de justitiële sector te ondersteunen door processen te vereenvoudigen, de toegang tot justitie te verbeteren (wat betreft documentatie, maar ook getuigenverhoren op afstand) en de efficiëntie van het rechtsstelsel te versterken in overeenstemming met de strategie voor digitale justitie.
- Portugal heeft de Academia Portugal Digital opgericht, een onlineplatform waar gebruikers hun digitale vaardigheden kunnen beoordelen en gepersonaliseerde digitale opleidingen kunnen volgen.

E-overheid en digitale overheidsdiensten

Maatregelen ter ondersteuning van het meest ondersteunde digitale beleidsterrein, de digitalisering van overheidsdiensten en e-overheid, vertegenwoordigen meer dan een derde van de digitale uitgaven die door de faciliteit worden gefinancierd (37 % van de pijler digitale transformatie oftewel 53 miljard EUR). Deze maatregelen hebben tot doel de processen van de overheidsdiensten te moderniseren en te verbeteren, zodat ze gebruiksvriendelijker en meer burgergericht en interoperabel worden, en de toegang tot en de aanvaarding van digitale overheidsdiensten voor personen en ondernemingen te stimuleren. Veel herstel- en veerkrachtplannen omvatten hervormingen voor de invoering en verbetering van e-overheidsoplossingen, zoals het uitrollen van de e-ID, het waarborgen van de interoperabiliteit van digitale overheidsplatformen en het verbeteren van gegevensverzameling en -beheer. Een aantal herstel- en veerkrachtplannen omvat ook investeringen die gericht zijn op de integratie van geavanceerde technologieën (zoals de overheidscloud) in overheidsprocessen en op de versterking van de cyberbeveiligingscapaciteit van de overheidssector. In veel herstel- en veerkrachtplannen zijn ook maatregelen opgenomen die gericht zijn op de digitalisering van de nationale gezondheidszorg en rechtsstelsels.

De digitalisering van overheidsdiensten heeft betrekking op verschillende beleidsterreinen, en voorziet in synergieën met vijf andere door de faciliteit ondersteunde pijlers. Bijvoorbeeld ter ondersteuning van de pijler van de groene transitie, aangezien sommige investeringen aantonen dat digitalisering een belangrijke rol speelt bij het duurzamer en veerkrachtiger maken van de EU-vervoerssystemen, bijvoorbeeld via technologieën voor intelligente vervoerssystemen (ITS), beheersinstrumenten voor stedelijke mobiliteit, multimodale kaartverkoop en multimodale passagiersinformatiesystemen en de uitgebreidere dekking van het European Rail Transport Management System.

Digitalisering van ondernemingen

Alle herstel- en veerkrachtplannen omvatten maatregelen ter ondersteuning van de digitalisering van ondernemingen, voor een totaalbedrag van 27 miljard EUR of 19 % van de pijler digitale transformatie. Maatregelen in dit verband omvatten essentiële hervormingen, waarvan de belangrijkste gericht zijn op de vereenvoudiging van de administratieve procedures voor ondernemingen en op het scheppen van de basis voor een digitaal ondernemingsklimaat, met maatregelen op het gebied van digitale oprichting en registratie van ondernemingen, vertrouwen en cyberbeveiliging. Deze maatregelen moeten het vertrouwen in de toepassing van digitale technologieën vergroten, wat een positief effect zal hebben op de invoering en op de intensiteit van het gebruik ervan. Hervormingen met betrekking tot digitalisering van facturering zullen naar verwachting ook een positief effect hebben op de digitalisering van ondernemingen en de transparantie vergroten. Een aantal plannen omvat ook investeringen om de integratie van geavanceerde digitale technologieën in de productieprocessen van bedrijven te ondersteunen (bijv. automatisering, artificiële intelligentie).

Menselijk kapitaal

De herstel- en veerkrachtplannen omvatten ook een breed scala aan maatregelen ter ondersteuning van de ontwikkeling van digitale vaardigheden ter hoogte van in totaal 29 miljard EUR, wat neerkomt op 20 % van de pijler digitale transformatie. De meeste plannen voorzien in maatregelen om het digitale vaardigheidsniveau bij de algemene bevolking en bij de beroepsbevolking te verhogen. Sommige plannen omvatten maatregelen om geavanceerde digitale vaardigheden te bevorderen en om IT-deskundigen op te leiden, met de ontwikkeling van opleidingsmodules inzake geavanceerde digitale technologieën voor hoger onderwijs en beroepsopleiding. De COVID-19-pandemie heeft de noodzaak van digitalisering van het onderwijs duidelijk gemaakt, en een aantal herstel- en veerkrachtplannen bevat relevante maatregelen.

3.3. Bijdrage van de faciliteit aan slimme, duurzame en inclusieve groei (pijler 3)

De 27 herstel- en veerkrachtplannen dragen bij tot slimme, inclusieve en duurzame groei (pijler 3) met meer dan 1 500 maatregelen voor ongeveer 214,6 miljard EUR. Deze maatregelen hebben betrekking op uiteenlopende gebieden: van hervormingen ter ondersteuning van het ondernemingsklimaat of het concurrentievermogen, tot steun aan kmo’s, tot onderzoek en ontwikkeling en innovatie, of tot de culturele sector (figuur 20).

Figuur 20: Uitsplitsing van de uitgaven voor ondersteuning van slimme, duurzame en inclusieve groei per beleidsterrein


Opmerking: In deze grafiek wordt een uitsplitsing weergegeven van de geraamde bijdrage aan de beleidspijler overeenkomstig een lijst van beleidsterreinen die door de Europese Commissie is vastgesteld. Het percentage houdt verband met het totale aandeel van het plan dat is geoormerkt voor deze beleidspijler.

Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht

Tot op heden zijn 350 mijlpalen en streefdoelen die bijdragen aan pijler 3, verwezenlijkt, waarbij sinds 1 maart 2022 321 mijlpalen en streefdoelen zijn verwezenlijkt. Er is met name vooruitgang geboekt op het beleidsterrein van wijzigingen in de regelgeving voor slimme, duurzame en inclusieve groei (85 mijlpalen en streefdoelen verwezenlijkt in 67 maatregelen sinds 1 maart 2022), onderzoek, ontwikkeling en innovatie (49 mijlpalen en streefdoelen in 42 maatregelen) en het ondernemingsklimaat/ondernemerschap (52 mijlpalen en streefdoelen in 37 maatregelen) (figuur 21).

Figuur 21: Aantal maatregelen in pijler 3 waarvan de mijlpalen en streefdoelen sinds het laatste RRF-jaarverslag naar tevredenheid zijn gehaald, per beleidsterrein

Bron: Europese Commissie

Onderzoek, ontwikkeling en innovatie in het kader van pijler 3

25 herstel- en veerkrachtplannen omvatten maatregelen met betrekking tot het beleidsterrein “onderzoek, ontwikkeling en innovatie” in het kader van pijler 3, voor in totaal 38,1 miljard EUR. Het bedrag aan investeringen in onderzoek en innovatie in pijler 3 vertegenwoordigt doorgaans tussen 4 % en 18 % van de niet-terugvorderbare financiële steun van een lidstaat in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, met enkele uitschieters onder of boven deze bandbreedte en een gemiddelde van ongeveer 8 %.

De onderzoeks- en innovatiemaatregelen in het kader van pijler 3 hebben een breed scala aan doelstellingen. De onderzoeks- en innovatiehervormingen in het kader van pijler 3 beogen de versnippering van de stelsels voor wetenschappelijk onderzoek te verminderen, de administratieve lasten voor de toegang tot overheidsfinanciering voor onderzoek en innovatie te verminderen, kennis- en technologieoverdracht te ondersteunen, belemmeringen voor de samenwerking tussen universiteiten en bedrijven weg te nemen en de coördinatie tussen de verschillende bestuursniveaus voor onderzoek en innovatie en onderwijs te verbeteren. Een groot aantal herstel- en veerkrachtplannen bevat thematische investeringen in onderzoek en innovatie in verband met pijler 3, waardoor onderzoek en innovatie kan worden gemobiliseerd om in overeenstemming met de agenda’s op EU-niveau de groene en de digitale transitie te versnellen en de veerkracht te vergroten (ongeveer 27 % en 23 % van de geraamde kosten van onderzoeks- en innovatiemaatregelen is aangemerkt als een bijdrage aan respectievelijk groene en digitale doelstellingen).

Tot op heden zijn 53 mijlpalen en streefdoelen met betrekking tot het beleidsterrein “onderzoek, ontwikkeling en innovatie” bereikt (op een totaal van 705 verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen), waarvan er 49 op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt sinds 1 maart 2022.

Het moet benadrukt worden dat sommige maatregelen in pijler 1 en pijler 2 ook bijdragen tot onderzoek en ontwikkeling55. De investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie als geheel (dus met inbegrip van de relevante maatregelen die zijn gemarkeerd in het kader van pijler 1, pijler 2 en pijler 3) dragen bij tot een geraamd totaal van 48 miljard EUR, wat neerkomt op gemiddeld ongeveer 10 % van de niet-terugvorderbare financiële steun aan een lidstaat in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

Voorbeelden van relevante maatregelen met verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen in het kader van de pijler voor slimme, duurzame en inclusieve groei (beleidsterrein “onderzoek, ontwikkeling en innovatie”)

Hervormingen:

- Slowakije heeft twee wetgevingshandelingen gewijzigd om de Slowaakse Academie van Wetenschappen om te vormen tot een openbare onderzoeksorganisatie, teneinde financiering uit meerdere bronnen en nauwere samenwerking met de particuliere sector mogelijk te maken om gezamenlijke projecten uit te voeren en om onderzoek en technologieoverdracht te bevorderen.

Investeringen:

- Italië heeft opdrachten gegund ter ondersteuning van de oprichting of versterking van ten minste 30 onderzoeksinfrastructuur/-instellingen van strategisch belang die zijn vastgesteld in het nationale plan voor onderzoeksinfrastructuren 2021-2027 en de bijbehorende innovatie-infrastructuren.

Het doel van de maatregel is onderzoeksfaciliteiten te ontwikkelen, innovatie en processen voor technologieoverdracht te ondersteunen en publiek-private partnerschappen te bevorderen.


- Spanje ondersteunde 68 ondernemingen (39 grote en 29 kmo’s) met onderzoeks- en innovatieprojecten voor een duurzame automobielindustrie om de technologische capaciteit van de ondernemingen te vergroten op een aantal gebieden, waaronder: ontwikkeling van energieopslagsystemen met zeer lage emissies en een hoge recyclingsgraad, hoogrenderende mobiliteitssystemen op waterstof, autonoom rijden en gekoppelde mobiliteit, of aanpassing van productieomgevingen met veilige en robuuste systemen voor de interactie tussen mens en machine in een slimme productieomgeving.

Steun voor ondernemingen (met inbegrip van kmo’s, toegang tot financiering en financiële instrumenten)

De meeste herstel- en veerkrachtplannen omvatten maatregelen die rechtstreekse steun verlenen aan kmo’s, voor een totaalbedrag van 45 miljard EUR of ongeveer 22 % van de totale geraamde uitgaven voor pijler 3. In totaal bieden 159 maatregelen steun aan kmo’s, met 332 mijlpalen en streefdoelen.

De maatregelen voor kmo’s in de herstel- en veerkrachtplannen bestrijken een breed scala aan gebieden, van verbetering van het ondernemingsklimaat en toegang tot overheidsopdrachten, tot digitalisering van kmo’s en verbetering van hun ecologische duurzaamheid. Een aantal maatregelen beoogt ook de groei en veerkracht van kmo’s te verbeteren door de toegang tot financiering, omscholing en bijscholing van hun werknemers te verbeteren of hun onderzoeks- en ontwikkelingscapaciteit te versterken.

Tot op heden zijn 51 van de mijlpalen en streefdoelen in verband met de maatregelen ter ondersteuning van kmo’s bereikt (op een totaal van 705 verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen), waarvan er 49 op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt sinds 1 maart 2022.

Voorbeelden van relevante maatregelen met verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen in het kader van de pijler voor slimme, duurzame en inclusieve groei (beleidsterrein “steun aan kmo’s”)

Investeringen:

- Kroatië heeft een financieel instrument ingesteld om investeringen door micro-, kleine en middelgrote ondernemingen te ondersteunen, investeringen in nieuwe technologieën, de aankoop van moderne machines en apparatuur te stimuleren en de productie- en dienstencapaciteit te vergroten, en om maatregelen voor de groene transitie te ondersteunen.
- Griekenland heeft oproepen tot het indienen van voorstellen gedaan voor de financiering van een voucherregeling voor investeringen gericht op technologieën en diensten, ter bevordering van de digitalisering van kleine en middelgrote ondernemingen (zoals toepassingen voor elektronische betaling, verkoop en facturering, instrumenten voor digitale reclame, digitale bijscholing, cyberbeveiligingssystemen, cloudinfrastructuren en -diensten enz.).
- Italië heeft een financieringsinstrument voor startups opgezet met de ondertekening van een overeenkomst tussen de regering en de uitvoerende partner Cassa Depositi e Prestiti (CDP).

3.4. Bijdrage van de faciliteit aan sociale en territoriale cohesie (pijler 4)

De lidstaten hebben een aanzienlijk aantal maatregelen opgenomen ter ondersteuning van de sociale en territoriale cohesie, die met name bijdragen tot de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, met specifieke hoofdstukken over gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt, billijke arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming en inclusie. Meer bepaald zullen de 27 door de Raad vastgestelde herstel- en veerkrachtplannen pijler 4 ondersteunen met ongeveer 220,6 miljard EUR. De uitsplitsing van de uitgaven binnen de pijler is weergegeven in figuur 22.

Van de 705 mijlpalen en streefdoelen die tot dusver zijn bereikt, dragen er 253 bij aan pijler 4 waarvan er 237 sinds het vorige jaarverslag in maart 2022 zijn verwezenlijkt. De meeste vooruitgang is geboekt op de beleidsterreinen territoriale infrastructuur en dienstverlening (106 mijlpalen en streefdoelen verwezenlijkt in 84 maatregelen sinds 1 maart 2022), sociale bescherming (58 mijlpalen en streefdoelen in 52 maatregelen) en volwasseneneducatie (41 mijlpalen en streefdoelen in 27 maatregelen) (figuur 23). Er zij op gewezen dat 149 van de verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen in het kader van pijler 4 sinds het begin van de herstel- en veerkrachtfaciliteit sociale doelstellingen in brede zin ondersteunen56, waaruit blijkt dat de lidstaten zich sterk gebonden achten om vanaf de eerste fasen van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen sociale resultaten te boeken. Dergelijke maatregelen zullen ook bijdragen tot de verwezenlijking van de kerndoelen van de EU voor 2030 inzake werkgelegenheid, vaardigheden en armoedebestrijding.

Figuur 22: Uitsplitsing van de uitgaven ter ondersteuning van sociale en territoriale cohesie per beleidsterrein


Opmerking: In deze grafiek wordt een uitsplitsing weergegeven van de geraamde bijdrage aan de beleidspijler overeenkomstig een lijst van beleidsterreinen die door de Europese Commissie is vastgesteld. Het percentage houdt verband met het totale aandeel van het plan dat is geoormerkt voor deze beleidspijler. De in Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2105 bepaalde methode voor de verslaglegging over sociale uitgaven is volledig afgestemd op en geïntegreerd in de methode voor de verslaglegging over uitgaven in het kader van de zes pijlers. In het kader van deze pijler worden de met een asterisk (*) gemarkeerde beleidsterreinen gebruikt in de methode voor verslaglegging over sociale uitgaven.

Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht.


Figuur 23: Aantal maatregelen in pijler 4 waarvan de mijlpalen en streefdoelen sinds het laatste RRF-jaarverslag naar tevredenheid zijn gehaald, per beleidsterrein


Opmerking: De in Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2105 bepaalde methode voor de verslaglegging over sociale uitgaven is volledig afgestemd op en geïntegreerd in de methode voor de verslaglegging over uitgaven in het kader van de zes pijlers. In het kader van deze pijler worden de met een asterisk (*) gemarkeerde beleidsterreinen gebruikt in de methode voor verslaglegging over sociale uitgaven.

Bron: Europese Commissie

Sociale bescherming, inclusie, sociale huisvesting en sociale infrastructuur

Alle herstel- en veerkrachtplannen omvatten hervormingen of investeringen die bijdragen tot de versterking van de socialebeschermingsstelsels van de lidstaten. Er zijn meer dan 300 maatregelen getroffen voor een breed scala aan uitdagingen, met name de uitdagingen die in de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen worden genoemd. De maatregelen ter ondersteuning van sociale bescherming en sociale huisvesting zijn goed voor ongeveer 28,8 miljard EUR. De maatregelen zijn met name gericht op de doeltreffendheid, kwaliteit en veerkracht van socialebeschermingsstelsels. De meeste investeringen voor sociale bescherming in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit hebben betrekking op de modernisering, de uitbreiding of de verbetering van het netwerk van sociale diensten en voorzieningen die door openbare en particuliere maatschappelijke instellingen worden verstrekt. Zij omvatten ook specifieke maatregelen die bijvoorbeeld gericht zijn op inclusie van mensen met een handicap, vergroting van de toereikendheid en houdbaarheid van sociale uitkeringen en verbetering van de levensomstandigheden van zorgbehoevende ouderen. Een aantal lidstaten doet ook belangrijke investeringen om het aanbod van sociale huisvesting en sociale infrastructuur voor kansarme groepen te vergroten, voornamelijk door middel van leningen. Sommige lidstaten hebben in hun herstel- en veerkrachtplan ook stappen opgenomen voor de hervorming van het minimum inkomen en het pensioenstelsel, om die toereikender en houdbaarder te maken.

Tot op heden zijn 72 mijlpalen en streefdoelen met betrekking tot de beleidsterreinen sociale bescherming en sociale huisvesting bereikt (op een totaal van 705 miljoen mijlpalen en streefdoelen), waarvan 67 sinds 1 maart 2022.

Voorbeelden van relevante maatregelen met verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen in het kader van de pijler sociale en territoriale cohesie (beleidsterreinen “sociale bescherming” en “sociale huisvesting”)

Hervormingen:

- Slowakije heeft de bevoegdheden voor het toezicht op de sociale zorg geconsolideerd om versnippering te verminderen, de sociale zorg efficiënter te maken en de kwaliteit van de zorg in de sociale dienstverlening en huishoudens te verbeteren.
- Spanje heeft een hervorming van het stelsel van socialezekerheidsbijdragen voor zelfstandigen goedgekeurd zodat het bijdragestelsel geleidelijk wordt gebaseerd op het reële inkomen, zodat zelfstandigen in de toekomst een adequater pensioeninkomen kunnen ontvangen.

Investeringen:

- Met het oog op de oprichting van een nieuwe dienst voor sociaal mentorschap die moet zorgen voor voldoende personeel om sociale diensten te verlenen, heeft Kroatië 220 professionals op het gebied van sociaal mentorschap opgeleid die meer geïndividualiseerde ondersteuning en ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid kunnen bieden.
- Frankrijk verleent steun voor het energie-efficiënter maken van sociale woningen door subsidies toe te kennen aan meer dan 20 000 sociale woningen.

Werkgelegenheidssteun, modernisering van arbeidsmarktinstellingen en volwassenenonderwijs, en opleidingen voor andere doelgroepen dan jongeren

De meeste lidstaten hebben in hun herstel- en veerkrachtplannen een breed scala aan hervormingen en investeringen opgenomen om het scheppen van banen en de modernisering van hun arbeidsmarkten te bevorderen. In totaal zijn de maatregelen ter ondersteuning van de beleidsterreinen “werkgelegenheid voor anderen dan jongeren” en “modernisering van de arbeidsmarktinstellingen” goed voor ongeveer 11,2 miljard EUR. Deze maatregelen zijn rechtstreeks gericht op landspecifieke aanbevelingen met betrekking tot werkgelegenheidsondersteuning en verbetering van de arbeidsmarkt. Werkgelegenheids- en actief arbeidsmarktbeleid spelen een prominente rol in bijna alle herstel- en veerkrachtplannen. De plannen omvatten investeringen en hervormingen die erop gericht zijn de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen, jongeren en kansarme groepen te vergroten, banen te scheppen en de overgang naar opkomende sectoren en beroepen te ondersteunen. Deze maatregelen zijn ook bedoeld om de werkgelegenheid te stimuleren en de prestaties, de werking en de veerkracht van de arbeidsmarkten te verbeteren.

Alle nationale herstel- en veerkrachtplannen bevatten maatregelen op het gebied van vaardigheden en volwassenenonderwijs, vaak gekoppeld aan een actief arbeidsmarktbeleid. Deze omvatten bijvoorbeeld nationale vaardighedenstrategieën, hervormingen om de kennis over en het beheer van vaardigheden te verbeteren, met inbegrip van de erkenning en validering van vaardigheden, alsook gerichte investeringen in bij- en omscholing voor werknemers, werklozen en de bevolking in het algemeen. De hervormingen en investeringen in de nationale herstel- en veerkrachtplannen in verband met volwassenenonderwijs, met inbegrip van voortgezet beroepsonderwijs en -opleiding en de erkenning en validatie van vaardigheden, bedragen ongeveer 17,7 miljard EUR.

Tot dusver zijn 83 mijlpalen en streefdoelen met betrekking tot de beleidsterreinen “werkgelegenheid voor anderen dan jongeren”, “modernisering van arbeidsmarktinstellingen” en “volwassenenonderwijs” verwezenlijkt, waaronder 73 sinds het vorige jaarverslag van de herstel- en veerkrachtfaciliteit in maart 2022. De bereikte mijlpalen en streefdoelen hebben bijvoorbeeld betrekking op de invoering van een vouchersysteem voor bij- en omscholingsprogramma’s, gerichte programma’s voor de ontwikkeling van vaardigheden voor werklozen, de actualisering van opleidingscurricula en de vaststelling van nationale vaardighedenstrategieën en actieplannen.

Voorbeelden van relevante maatregelen met verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen in het kader van de pijler sociale en territoriale cohesie (beleidsterreinen “werkgelegenheid voor anderen dan jongeren”, “modernisering van arbeidsmarktinstellingen” en “volwassenenonderwijs”)

Hervormingen:

- Kroatië heeft een vouchersysteem ingevoerd dat wordt gebruikt voor de financiering van deelname aan onderwijsprogramma’s die groene en digitale vaardigheden ontwikkelen. Er zijn ten minste 25 onderwijsprogramma’s bij betrokken. Het systeem omvat een vaardighedencatalogus waarin bestaande en benodigde vaardigheden op de arbeidsmarkt in kaart worden gebracht, alsook een IT-applicatie voor het beheer en de toekenning van vouchers.

Het Kroatische vouchersysteem is bedoeld voor werkenden en werklozen, met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen: langdurig werklozen, inactieven en jongeren die geen opleiding of stage volgen en geen werk hebben (NEET’s).


- Oostenrijk heeft een maatregel genomen om gerichte steun te verlenen om langdurig werklozen die met meerdere belemmeringen worden geconfronteerd, terug te brengen naar de arbeidsmarkt. De gecoördineerde steun zal naar verwachting helpen om deze vele belemmeringen weg te nemen en de toegang tot kwalificaties en opleidingen te vergemakkelijken.
- Spanje heeft een arbeidsmarkthervorming doorgevoerd om reeds lang bestaande structurele problemen zoals dualiteit en een hoog percentage tijdelijke banen aan te pakken. Ook is het rechtskader aangepast zodat ondernemingen zich flexibeler aan schokken kunnen aanpassen. Een van de belangrijkste kenmerken van de hervorming had betrekking op de typen arbeidsovereenkomsten, waarbij verschillende typen tot slechts drie werden teruggebracht en een overeenkomst voor onbepaalde tijd de standaardoptie werd.

Territoriale infrastructuur en diensten, ontwikkeling van landelijke en afgelegen gebieden (waaronder eilanden)

Veel hervormingen en investeringen zijn gericht op het verbeteren van de territoriale infrastructuur en diensten op lokaal niveau en het overbruggen van de kloof tussen stedelijke, landelijke en afgelegen gebieden. Zij stimuleren de lokale economie, vergroten het regionale en nationale concurrentievermogen en hebben een rechtstreeks positief effect op de kwaliteit van het dagelijks leven. Veel hervormingen en investeringen hebben tot doel om de duurzaamheid van mobiliteit en vervoer te bevorderen en te verbeteren door voornamelijk spoorwegen en havens te moderniseren, en hebben betrekking op andere duurzame mobiliteitsprojecten zoals de ontwikkeling van openbaarvervoersdiensten en de aanleg van fietspaden. De herstel- en veerkrachtplannen bevatten ook verschillende maatregelen om het gebruik van natuurlijke hulpbronnen te verbeteren en het milieu op lokaal niveau te beschermen. Dit omvat hervormingen en investeringen om het afval- en afvalwaterbeheer onder andere op eilanden te verbeteren, waterbehandelingssystemen en irrigatienetwerken uit te breiden, de duurzaamheid van de landbouwsector te vergroten en de oprichting van consortia in functionele plattelandsgebieden te ondersteunen. De maatregelen zijn ook gericht op andere soorten territoriale infrastructuur en diensten, zoals de uitrol van breedbandinfrastructuur en sociale diensten en infrastructuur in afgelegen gebieden. Bovendien helpen de hervormingen en investeringen de prestaties van het openbaar bestuur op lokaal niveau te verbeteren door gemeenten meer capaciteit te geven om diensten van goede kwaliteit te verlenen.

De maatregelen ter ondersteuning van territoriale infrastructuur en diensten zijn goed voor ongeveer 151,2 miljard EUR, terwijl specifieke maatregelen ter ondersteuning van de ontwikkeling van plattelands- en afgelegen gebieden goed zijn voor ongeveer 16,0 miljard EUR. Tot dusver zijn 124 mijlpalen en streefdoelen met betrekking tot deze twee beleidsterreinen bereikt, waaronder 121 sinds het laatste jaarverslag van de herstel- en veerkrachtfaciliteit in maart 2022.

Voorbeelden van relevante maatregelen met verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen in het kader van de pijler sociale en territoriale cohesie (“territoriale infrastructuur en diensten” en “ontwikkeling van plattelandsgebieden en afgelegen gebieden”)

Hervormingen:

- Bulgarije heeft de rechtstreekse betrokkenheid van het regionale en lokale niveau bij het beheer van EU-middelen versterkt door hun rol bij het ontwerpen en uitvoeren van geïntegreerde territoriale strategieën en projecten te versterken.
- Kroatië heeft de herverkavelings- en consolidatiestelsels voor landbouwgrond verbeterd door de consolidatieprocedures te vereenvoudigen en te zorgen voor een permanente monitoring van landbouwgrond. Dit draagt bij tot een efficiënter gebruik van landbouwgrond, helpt het milieu in stand te houden en het leven in plattelandsgebieden te verbeteren.
- Italië heeft de procedures voor de evaluatie van projecten voor lokaal openbaar vervoer en snel openbaar vervoer verbeterd door de verantwoordelijkheden bij de goedkeuring van projecten voor lokaal openbaar vervoer duidelijk af te bakenen en de betalingsprocedure te vereenvoudigen.
- Spanje heeft het Instituut van het Fonds voor een rechtvaardige transitie opgericht, dat maatregelen moet identificeren en vaststellen die de billijke behandeling waarborgen van werknemers en gebieden die worden getroffen door de transitie naar een koolstofarme economie, de negatieve gevolgen voor deze gebieden tot een minimum beperken en de kansen van het transformatieproces optimaliseren.

3.5. Bijdrage van de faciliteit aan gezondheid en economische, sociale en institutionele veerkracht, met het oog op onder andere het vergroten van de crisisparaatheid en het reactievermogen bij crisissituaties (pijler 5)

De herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten leveren een aanzienlijke bijdrage aan de veerkracht op gezondheidsgebied en op economisch, sociaal en institutioneel gebied, met onder meer als doel de crisisparaatheid en het reactievermogen bij crises te vergroten. Meer dan 1 100 maatregelen en submaatregelen in de 27 herstel- en veerkrachtplannen van in totaal ongeveer 84,1 miljard EUR, dragen bij tot de beleidspijler gezondheid en economische, sociale en institutionele veerkracht. Deze maatregelen hebben betrekking op beleidsterreinen die variëren van gezondheidszorg en langdurige zorg tot de doeltreffendheid van rechtsstelsels en toezicht op de bestrijding van witwaspraktijken. De uitsplitsing van de uitgaven over de verschillende beleidsterreinen binnen de pijler is weergegeven in figuur 2457.

Van de 705 mijlpalen en streefdoelen die tot dusver op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt, dragen er 296 bij aan pijler 5, met inbegrip van 274 mijlpalen en streefdoelen die sinds 1 maart 2022 op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt. De meeste vooruitgang is geboekt op de beleidsterreinen doeltreffendheid van het openbaar bestuur en nationale systemen (141 mijlpalen en streefdoelen verwezenlijkt in 95 maatregelen sinds 1 maart 2022), gezondheidszorg (40 mijlpalen en streefdoelen in 35 maatregelen) en fraudepreventie (36 mijlpalen en streefdoelen in 22 maatregelen) (figuur 25).

Figuur 24: Uitsplitsing van de uitgaven ter ondersteuning van gezondheidszorg en veerkracht per beleidsterrein


Opmerking: In deze grafiek wordt een uitsplitsing weergegeven van de geraamde bijdrage aan de beleidspijler overeenkomstig een lijst van beleidsterreinen die door de Europese Commissie is vastgesteld. Het percentage houdt verband met het totale aandeel van het plan dat is geoormerkt voor deze beleidspijler. De in Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2105 bepaalde methode voor de verslaglegging over sociale uitgaven is volledig afgestemd op en geïntegreerd in de methode voor de verslaglegging over uitgaven in het kader van de zes pijlers. In het kader van deze pijler worden de met een asterisk (*) gemarkeerde beleidsterreinen gebruikt in de methode voor verslaglegging over sociale uitgaven.

Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht.

Gezondheidszorg en langdurige zorg

In het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit wordt een breed scala aan investerings- en hervormingsprojecten op het gebied van gezondheid uitgevoerd, onder meer op het gebied van eerstelijnszorg, ambulante zorg en digitale gezondheid in combinatie met op efficiëntie gerichte maatregelen om het bestuur, de kosteneffectiviteit, de toegang en de kwaliteit van gezondheidsdiensten te verbeteren. Via de recente hervormingen in de openbare gezondheidszorg worden de door de pandemie ontstane uitdagingen aangepakt, zoals het verbeteren van de capaciteit. Door de pandemie is ook meer nadruk op preventie komen te liggen. Verschillende lidstaten voeren hervormingen door en doen investeringen die specifiek zijn toegesneden op geestelijke gezondheidszorg en een grondige herziening van de nationale gezondheidsstrategieën. Italië, Litouwen en Portugal herorganiseren bijvoorbeeld hun gezondheidsstelsels om de toegang tot gezondheidszorg op lokaal niveau te verbeteren. Letland, Luxemburg, Polen, Malta en Nederland streven naar meer zorgpersoneel. In totaal is in de 27 nationale herstel- en veerkrachtplannen meer dan 43,0 miljard EUR (8,7 % van de totale niet-terugvorderbare financiële steun en leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit) bestemd voor gezondheidszorgmaatregelen. Ongeveer een derde van dit bedrag is bestemd voor investeringen en hervormingen voor de digitalisering van gezondheidszorgstelsels, zodat hun veerkracht wordt vergroot.

Figuur 25: Aantal maatregelen in pijler 5 waarvan de mijlpalen en streefdoelen sinds het laatste RRF-jaarverslag naar tevredenheid zijn gehaald, per beleidsterrein


Opmerking: De in Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2105 bepaalde methode voor de verslaglegging over sociale uitgaven is volledig afgestemd op en geïntegreerd in de methode voor de verslaglegging over uitgaven in het kader van de zes pijlers. In het kader van deze pijler worden de met een asterisk (*) gemarkeerde beleidsterreinen gebruikt in de methode voor verslaglegging over sociale uitgaven.

Bron: Europese Commissie.

Verschillende lidstaten financieren in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit hervormingen en investeringen in de langdurige zorg. Toegang tot betaalbare diensten voor langdurige zorg van hoge kwaliteit is belangrijk om tegemoet te komen aan de zorgbehoeften van de vergrijzende bevolking en van personen met een handicap. De herstel- en veerkrachtfaciliteit is in overeenstemming met de lopende beleidsontwikkelingen op het gebied van langdurige zorg, met name de Europese zorgstrategie, de Europese pijler van sociale rechten en de aanbeveling van de Raad betreffende langdurige zorg58. Door de hervormingen moeten de prikkels voor thuiszorg en gemeenschapszorg worden verbeterd, onder meer door de zorgverlening te de-institutionaliseren. In totaal is in totaal 7,3 miljard EUR toegewezen aan 18 lidstaten voor in totaal 52 (sub)maatregelen (22 hervormingen en 30 investeringen).

Tot op heden zijn sinds maart 2022 50 mijlpalen en streefdoelen met betrekking tot de beleidsterreinen gezondheidszorg en langdurige zorg bereikt.

Voorbeelden van relevante maatregelen met verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen in het kader van de pijler gezondheid en economische, sociale en institutionele veerkracht (beleidsterreinen “gezondheidszorg” en “langdurige zorg”)

Hervormingen:

- Bulgarije heeft de nationale strategie voor de geestelijke gezondheid van de burgers van de Republiek Bulgarije 2021-2030 en een actieplan voor de uitvoering van de strategie aangenomen. Deze stap maakt deel uit van een hervorming die tot doel heeft de strategische basis te leggen voor toekomstige investeringen en hervormingen op het gebied van gezondheidszorg door relevante aanbevelingen en maatregelen vast te stellen. Als zodanig omvat de hervorming de vaststelling van een aantal strategieën en plannen die betrekking hebben op relevante zorggebieden.
- Tsjechië heeft het nationale oncologische programma 2022-2030 goedgekeurd in overleg met de belangrijkste actoren en belanghebbenden, en een nationale raad voor de uitvoering van het programma ingesteld. De mijlpaal houdt verband met de hervorming die tot doel heeft de veerkracht van het kankerpreventie- en zorgstelsel in Tsjechië te vergroten, en weerspiegelt de prioriteiten van het Europees kankerbestrijdingsplan.
- Denemarken heeft een verslag uitgebracht over de beoordeling van de voorraden kritieke geneesmiddelen door het Deense Geneesmiddelenbureau. Deze mijlpaal heeft betrekking op de maatregel die erop gericht is de voorraad kritieke geneesmiddelen in de secundaire gezondheidszorg van Denemarken in stand te houden en te waarborgen, zodat kritieke situaties met tekorten aan belangrijke drugs worden voorkomen. Denemarken heeft ook een andere mijlpaal bereikt door telegeneeskundeoplossingen te evalueren voor gezondheidsangsten vanwege de COVID-19-pandemie, om het gebruik van telegeneeskunde en de betrokkenheid van patiënten verder te ontwikkelen en uit te breiden. De mijlpaal maakt deel uit van een maatregel die erop gericht is nieuwe digitale oplossingen te ontwikkelen en het wijdverbreide gebruik van digitale technologieën, de betrokkenheid van patiënten en de telegeneeskunde te bevorderen.
- In Italië is wetgeving in werking getreden die voorziet in de vaststelling van een nieuw organisatiemodel van een territoriaal netwerk voor gezondheidszorg. Deze mijlpaal houdt verband met een hervorming waarbij een nieuw model voor territoriale gezondheidszorg tot stand wordt gebracht, en ook een nieuwe institutionele structuur voor preventie op het gebied van gezondheid, milieu en klimaat.
- Portugal heeft gezorgd voor de inwerkingtreding van het nieuwe regeringsbesluit inzake geestelijke gezondheid, waarin de leidende beginselen voor de organisatie, het beheer en de evaluatie van de geestelijke gezondheidszorg zijn vastgelegd. Deze mijlpaal is een van de belangrijkste pijlers van de hervorming van de geestelijke gezondheid, die tot doel heeft het beheer van de geestelijke gezondheid in Portugal te verbeteren door gunstigere randvoorwaarden te creëren voor de de-institutionalisering van patiënten met psychische aandoeningen, de uitbreiding van lokale en geïntegreerde permanente geestelijke gezondheidszorg, de organisatie van forensische psychiatrische diensten en de uitvoering van regionale gezondheidsplannen voor dementie.


Investeringen

- Oostenrijk heeft de financieringsrichtsnoeren voor de oprichting van nieuwe eenheden voor eerstelijnsgezondheidszorg en voor projecten ter verbetering van de reeds bestaande eenheden voor eerstelijnsgezondheidszorg goedgekeurd en gepubliceerd. Deze stap maakt deel uit van de investering die tot doel heeft de duurzaamheid en veerkracht van de gezondheidszorg te verbeteren door de volksgezondheid en de eerstelijnsgezondheidszorg te versterken.

Institutionele veerkracht

Er wordt ook gewerkt aan de uitvoering van maatregelen ter versterking van de institutionele veerkracht. Verschillende lidstaten hebben belangrijke hervormingen van de rechtsstaat doorgevoerd, bijvoorbeeld door de kwaliteit van het wetgevingsproces te verbeteren of de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te versterken. Er is ook aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het verbeteren van de efficiëntie van de rechtsstelsels, met specifieke maatregelen variërend van organisatorische wijzigingen van procedures tot structurele hervorming van de rechtbanken. Dankzij de inspanningen van de lidstaten kon ook de strijd tegen corruptie worden opgevoerd en het toezicht op de bestrijding van witwassen worden verbeterd, met name door de goedkeuring van nationale beleidsdocumenten zoals actieplannen en strategieën.

Er zijn al talrijke maatregelen uitgevoerd om te komen tot moderne en flexibele overheidsdiensten ten dienste van EU-burgers en -bedrijven. Deze variëren van de investeringen voor het toezicht op de uitvoering, audit en controle van de herstel- en veerkrachtplannen tot de hervormingen die bedoeld zijn om het openbaar bestuur te vereenvoudigen en administratieve belemmeringen weg te nemen. Er zijn verschillende maatregelen voor de digitalisering van het openbaar bestuur aan de gang, bijvoorbeeld in Luxemburg en Kroatië. Sommige lidstaten richtten zich op de capaciteiten van de overheid, meer bepaald op transparantere aanwervingssystemen en op het verminderen van de tijdelijke werkgelegenheid bij de overheid.

De meeste crisisparaatheids- en crisisresponsmaatregelen die reeds in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit zijn uitgevoerd, zijn gericht op aanpassing aan klimaatverandering, op gezondheidszorg en op digitale technologie. Er wordt gewerkt aan maatregelen voor een efficiënte, veilige en gedeelde digitale kritieke infrastructuur, met inbegrip van een beveiligd mobiel communicatiesysteem voor overheidspersoneel. Er zijn aanzienlijke inspanningen geleverd op het gebied van bosbeheer, het voorkomen van bosbranden en het beperken van de gevolgen ervan. In de gezondheidszorg is de uitvoering van gerelateerde maatregelen aan de gang en is het gebruik van telegeneeskunde toegenomen, waardoor de verstoring van de gezondheidszorg als gevolg van de COVID-19-crisis kan worden beperkt.

Voorbeelden van relevante maatregelen met verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen in het kader van de pijler gezondheid, economische, sociale en institutionele veerkracht (beleidsterrein “doeltreffendheid van overheidsdiensten”)

Hervormingen:

- De Wet digitaliseringsfonds is in Oostenrijk in werking getreden. Deze wet zal de digitalisering van de federale overheid versnellen en de dienstverlening aan het bedrijfsleven verbeteren.
- Bulgarije heeft een routekaart vastgesteld voor de uitvoering van arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
- Kroatië heeft een nieuwe anticorruptiestrategie voor 2021-2030 aangenomen. Deze strategie beoogt het institutionele en normatieve kader voor corruptiebestrijding te versterken, de transparantie en openheid van het werk van overheidsinstanties te vergroten, de systemen voor integriteit en het beheer van belangenconflicten te versterken, het corruptiebestrijdingspotentieel in het systeem voor overheidsopdrachten te vergroten en het publiek bewuster te maken van de schade als gevolg van corruptie, de noodzaak om onregelmatigheden te melden en de transparantie te vergroten.
- In Cyprus is een wet in werking getreden om klokkenluiders die fraude en corruptie melden, te beschermen tegen interne sancties. Samen met de inwerkingtreding van de wet tot oprichting van de onafhankelijke autoriteit tegen corruptie en de inwerkingtreding van de wet inzake transparantie in besluitvorming en daarmee verband houdende aangelegenheden, zorgt deze wet voor meer samenhang in de strijd tegen corruptie.
- Griekenland is begonnen met de invoering van het op prestaties gebaseerde beloningssysteem in het openbaar bestuur door de vaststelling van de primaire wetgeving voor de proeffase.
- Malta heeft de onafhankelijkheid van zijn rechterlijke macht versterkt door een hervorming van de methode voor benoeming en ontslag van rechters en andere magistraten. Bovendien moet de commissie voor rechterlijke benoemingen nu grotendeels uit leden van de rechterlijke macht bestaan, om het risico van politieke inmenging te beperken. Er moeten nu openbare oproepen worden gedaan voor vacatures binnen de rechterlijke macht, wat de transparantie van het benoemingsproces zal vergroten.


De samenstelling van het Maltese comité voor rechterlijke benoemingen is gewijzigd


Auteursrecht: Maltese regering

- Malta heeft ook een uitgebreide reeks anticorruptiemaatregelen ten uitvoer gelegd, waaronder de publicatie van een nationale fraude- en corruptiebestrijdingsstrategie en wettelijke versterking van de Permanente Commissie tegen Corruptie om ervoor te zorgen dat haar verslagen rechtstreeks aan de procureur-generaal worden toegezonden.
- Slowakije heeft zijn gerechtelijke kaart opnieuw ingedeeld en een nieuw systeem van rechtbanken gedefinieerd. Het doel van de hervorming is de roosters van de verschillende rechtbanken en hun fysieke locatie beter te organiseren en te structureren, en rechters (opnieuw) te koppelen aan roosters en districten, waardoor ruimte wordt gecreëerd voor doeltreffendere en snellere rechterlijke beslissingen.

Budgettaire veerkracht en belastingen

Verschillende lidstaten hebben in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit reeds belangrijke maatregelen genomen om het beheer van de overheidsfinanciën te verbeteren, zowel aan de ontvangsten- als aan de uitgavenzijde. Talrijke maatregelen zijn gericht op het verbeteren van de belastinginning en het ontmoedigen van belastingontduiking, onder meer door de digitalisering van transacties, belastinginning en selectie voor controles te bevorderen. Deze maatregelen zullen naar verwachting de nationale inkomsten verhogen, de schaduweconomie bestrijden en de nalevingskosten voor belastingbetalers verminderen. Sommige lidstaten zijn ook begonnen met uitgebreide hervormingen van hun belastingstelsels, die gericht zijn op het ondersteunen van de economische groei en het verbeteren van de billijkheid. Wat de overheidsuitgaven betreft, zijn in een aantal lidstaten verschillende stappen gezet om uitgaventoetsingen te starten, deze in het nationale begrotingsproces te integreren of, indien dit reeds is bereikt, de opzet ervan te verbeteren en hun beheer te versterken. Sommige lidstaten hebben ook maatregelen genomen om het bestuur van staatsbedrijven te verbeteren, de instrumenten voor begrotingsprognoses te verbeteren en het boekhoudkundig kader te verfijnen.

Voorbeelden van relevante maatregelen met verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen in het kader van de pijler gezondheid en economische, sociale en institutionele veerkracht (beleidsterreinen “fiscaal beleid en fiscale governance” en “belastingmaatregelen”)

Hervormingen:

- Italië heeft een uitgebreide reeks maatregelen tegen belastingontduiking ten uitvoer gelegd, die erop gericht zijn om naleving aan te moedigen en controles te verbeteren. De doelgerichtheid van belastingcontroles is verfijnd dankzij technieken voor machineleren en onderling verbonden datasets, die nu ook bedrijfsgegevens over elektronische transacties omvatten. Italië heeft ook het verplichte gebruik van elektronische facturering uitgebreid tot sectoren die voorheen waren vrijgesteld, elektronische betalingen verder aangemoedigd en de kassabonnenloterij verbeterd om het achterwege laten van facturering te ontmoedigen.
- Spanje heeft binnen de onafhankelijke autoriteit voor budgettaire verantwoordelijkheid (AIReF) een permanente eenheid opgericht om uitgaventoetsingen uit te voeren, en heeft de organisatiestructuur van het ministerie van Financiën gewijzigd om standaard gevolg te geven aan de aanbevelingen van de uitgaventoetsingen. Deze hervormingen zijn erop gericht de kwaliteit van de overheidsuitgaven te verbeteren. Spanje heeft ook de wet tegen belastingontduiking en -fraude herzien en de Spaanse lijst van rechtsgebieden die niet-coöperatief zijn op belastinggebied geactualiseerd. Deze maatregelen zijn erop gericht de naleving van de belastingwetgeving te verbeteren en het belastingstelsel eerlijker te maken.

Investeringen:

- Roemenië heeft geïnvesteerd in het verbeteren van de belastingheffing door de invoering van een geïntegreerd risicobeheer. De investering zal naar verwachting gevolgen hebben voor de mate van naleving van de belastingwetgeving en het realiseren van begrotingsinkomsten, waardoor een concurrerend marktklimaat wordt gewaarborgd en de belastinginning efficiënter wordt. Deze specifieke maatregel voorziet erin dat ten minste 150 000 kassa’s verbonden zijn met het elektronische systeem van de Roemeense belastingdienst. De volledige koppeling moet met name fraude op het gebied van handel aanpakken en bijdragen tot het verkleinen van de btw-kloof.

3.6. Bijdrage van de faciliteit aan het beleid voor de volgende generatie, kinderen en jongeren, zoals onderwijs en vaardigheden (pijler 6)

Maatregelen in het kader van het beleid voor de volgende generatie, kinderen en jongeren zijn in de eerste plaats gericht op onderwijs, opleiding, voor- en vroegschoolse educatie en opvang, en maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren. De 27 door de Raad aangenomen herstel- en veerkrachtplannen ondersteunen pijler 6 met ongeveer 54,9 miljard EUR. Ongeveer driekwart van de totale uitgaven in verband met pijler 6 draagt bij aan algemeen, beroeps- en hoger onderwijs. De overige 25 % is bijna gelijk verdeeld tussen voor- en vroegschoolse educatie en opvang en ondersteuning van werkgelegenheid voor jongeren. De uitsplitsing van de uitgaven binnen de pijler is weergegeven in figuur 26.

Van de 705 mijlpalen en streefdoelen die tot dusver op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt, dragen er 64 bij aan pijler 6, met inbegrip van 61 mijlpalen en streefdoelen die sinds 1 maart 2022 op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt. Sinds 1 maart 2022 zijn 56 mijlpalen en streefdoelen bereikt in 45 maatregelen op het beleidsterrein algemeen, beroeps- en hoger onderwijs (figuur 27). De mijlpalen en streefdoelen in pijler 6 houden verband met maatregelen ter bevordering van de kwaliteit, de verbetering van de toegang en inclusiviteit van de onderwijsstelsels, het versterken van een actief arbeidsmarktbeleid, het ondersteunen van de digitale transformatie in het onderwijs, het aanbieden van opleiding en ondersteuning voor leerkrachten, het bevorderen van de modernisering van beroepsopleidingen en het verlenen van steun voor hoger onderwijs en samenwerking met overheidsdiensten en bedrijven.

Figuur 26: Uitsplitsing van de uitgaven ter ondersteuning van beleid voor de volgende generatie per beleidsterrein


Opmerking: In deze grafiek wordt een uitsplitsing weergegeven van de geraamde bijdrage aan de beleidspijler overeenkomstig een lijst van beleidsterreinen die door de Europese Commissie is vastgesteld. Het percentage houdt verband met het totale aandeel van het plan dat is geoormerkt voor deze beleidspijler. De methode voor de verslaglegging over sociale uitgaven, zoals omschreven in Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2105, is volledig afgestemd op en geïntegreerd in de methode voor de verslaglegging over uitgaven in het kader van de zes pijlers. In het kader van deze pijler worden de met een asterisk (*) gemarkeerde beleidsterreinen gebruikt in de methode voor verslaglegging over sociale uitgaven.

Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht.

Figuur 27: Aantal maatregelen in pijler 6 waarvan de mijlpalen en streefdoelen sinds het laatste RRF-jaarverslag naar tevredenheid zijn gehaald, per beleidsterrein

Opmerking: De in Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2105 bepaalde methode voor de verslaglegging over sociale uitgaven is volledig afgestemd op en geïntegreerd in de methode voor de verslaglegging over uitgaven in het kader van de zes pijlers. In het kader van deze pijler worden de met een asterisk (*) gemarkeerde beleidsterreinen gebruikt in de methode voor verslaglegging over sociale uitgaven.

Bron: Europese Commissie.

Algemeen, beroeps- en hoger onderwijs: toegankelijkheid, betaalbaarheid, kwaliteit en inclusiviteit, met inbegrip van digitalisering en infrastructuur

Kwaliteitsverbeteringen en inclusiviteit worden ondersteund door investeringen en hervormingen voor een totaalbedrag van meer dan 43,2 miljard EUR in het algemeen schoolonderwijs. Sommige lidstaten zullen geïndividualiseerde ondersteuning bieden aan kansarme scholen en leerlingen, met inbegrip van mentorschap, onder meer om leerkloven te dichten en schoolverlaten te voorkomen. Andere maatregelen zijn onder meer investeringen om het aantal lesuren te verhogen en gehele lesdagen mogelijk te maken. Verschillende maatregelen hebben betrekking op kwesties zoals de hervorming van lesprogramma’s of van de aanwervingsmechanismen voor leerkrachten, het verbeteren van het onderwijs aan kinderen met speciale behoeften, het ondersteunen van slecht presterende leerlingen, het verbeteren van de externe evaluatie van scholen of het ondersteunen van desegregatiemaatregelen.

De meeste landen zijn van plan te investeren in de digitale infrastructuur en connectiviteit van scholen, vaak met de nadruk op kansarme scholen en scholen op het platteland. Deze investeringen omvatten het omvormen van klaslokalen tot flexibele en onderling verbonden leeromgevingen en het uitrusten van lerenden en leerkrachten met digitale apparatuur om de digitale kloof te verkleinen. De digitale competenties van de leerlingen zullen worden verbeterd door de lesprogramma’s aan te passen en digitale leermiddelen en digitale inhoud te ontwikkelen. Veel lidstaten nemen opleidingen voor leraren in digitaal onderwijs op in hun plannen.

Sommige lidstaten zullen de herstel- en veerkrachtfaciliteit gebruiken om de transformatie van hun hoger onderwijs met een breed scala aan maatregelen te ondersteunen. De maatregelen omvatten de modernisering van studieprogramma’s, uitbreiding van studieplaatsen, lancering van nieuwe vakken, herziening van financieringsmodellen in het hoger onderwijs, ontwikkeling van kwaliteitsborgings- en governancemechanismen, invoering van systemen voor het volgen van afgestudeerden en internationalisering van het hoger onderwijs. Verder zal door een aantal lidstaten geld worden besteed aan de verbetering van de toegang tot het hoger onderwijs, zoals België, Bulgarije, Kroatië, Spanje, Frankrijk, Ierland, Polen, Portugal, Roemenië, Finland en Zweden.

Voor- en vroegschoolse educatie en opvang: toegankelijkheid, betaalbaarheid, kwaliteit en inclusiviteit, met inbegrip van digitalisering en infrastructuur

De investeringen en hervormingen van meer dan 8 miljard EUR in hoogwaardige inclusieve voor- en vroegschoolse educatie en opvang zullen naar verwachting de participatiegraad verhogen, met name onder kansarme groepen, en zo de ongelijkheid verminderen en bijdragen tot de uitvoering van de Europese kindergarantie59. Meer dan de helft van de lidstaten heeft maatregelen genomen om de toegang tot voor- en vroegschoolse educatie en opvang (ECEC, early childhood education and care) te verbeteren door de capaciteiten, inclusiviteit en/of kwaliteit ervan uit te breiden. Het aanbieden van hoogwaardige en betaalbare ECEC vergemakkelijkt enerzijds gelijke kansen voor alle kinderen, ongeacht hun sociaal-economische achtergrond, en anderzijds de integratie op de arbeidsmarkt van verzorgers, meestal vrouwen, waardoor het risico op armoede of sociale uitsluiting wordt verminderd. Investeringen in de aanleg en renovatie van infrastructuur gaan vaak gepaard met hervormingen. Zo zijn bepaalde landen van plan de leeftijd van verplicht voorschools onderwijs te verlagen, een wettelijk recht op een plaats in te voeren, het financieringsmodel te herzien, het schoolgeld voor voor- en vroegschoolse educatie en opvang te verlagen, vroegtijdige diagnose en ondersteuning van kinderen met een handicap te verbeteren, het aanwervingssysteem voor personeel voor voor- en vroegschoolse educatie en opvang te herzien en het rechtskader vast te stellen om de toegang tot opleiding en mogelijkheden voor verdere professionalisering van het personeel te vergemakkelijken.

Ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren en het scheppen van banen voor jongeren, met inbegrip van stimulansen voor aanwerving en verandering van baan en ondersteuning voor zelfstandigen

De maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren bedragen ongeveer 6,1 miljard EUR en omvatten subsidies voor stages, investeringen om overheidsdiensten voor arbeidsvoorziening op jongeren aan te passen, de begeleiding van jongeren te verbeteren en het individueel begeleiden van jongeren naar werk en autonomie, en regelingen ter stimulering van het aanwerven van jongeren door de particuliere sector.

Voorbeelden van relevante maatregelen met verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen in het kader van het beleid voor de pijler van de volgende generatie

Hervormingen:

- Bulgarije heeft drie mijlpalen bereikt, die erop gericht zijn de doeltreffendheid van het onderwijsstelsel op alle niveaus — kleuter-, school- en hoger onderwijs — te vergroten. Het gaat onder meer om wijzigingen in de wet inzake voorschools en schoolonderwijs en de daarmee verband houdende secundaire regelgeving, waaronder het verplicht stellen van voorschools onderwijs vanaf de leeftijd van vier jaar, wijzigingen van de wet op het hoger onderwijs waarbij een herzien accreditatiesysteem voor instellingen voor hoger onderwijs is ingevoerd, en de goedkeuring van een nationale kaart van het hoger onderwijs.

Bulgarije heeft de doeltreffendheid van zijn schoolsysteem verbeterd


- Tsjechië heeft verschillende mijlpalen en streefdoelen op het gebied van onderwijs gehaald. Bij een hervorming zijn de lesprogramma’s van basisscholen en de onder- en bovenbouw van het secundair onderwijs herzien met het oog op de bevordering van digitale geletterdheid en geavanceerde IT-vaardigheden zoals gegevensverwerking en -modellering, codering en programmering, robotica en virtual/augmented reality. Bovendien zijn ten minste 20 universiteiten geselecteerd om steun te ontvangen voor de ontwikkeling van nieuwe studieprogramma’s die gericht zijn op bij- en omscholing.
- In Italië is de hervorming van het beroep van leraar van kracht geworden. De hervorming bestaat uit vier punten: i) de verbetering en vereenvoudiging van de procedures voor openbare mededinging; ii) versterking van de kwalificaties die nodig zijn om toegang te krijgen tot het beroep van leraar; iii) de totstandbrenging van een doeltreffender kader voor de mobiliteit van leerkrachten met het oog op de continuïteit van het onderwijs; en iv) een loopbaanontwikkeling vast te stellen die gekoppeld is aan de prestatie-evaluatie en permanente professionele ontwikkeling.

Investeringen:

- Tsjechië heeft 74 000 digitale apparaten voor afstandsonderwijs (tablets, laptops, mobiele telefoons enz.) ter beschikking gesteld aan 4 102 basis- en middelbare scholen.

3.7. Bijdrage van de faciliteit aan sociaal beleid, met inbegrip van gendergelijkheid en kinderen en jongeren

Sociaal beleid

De lidstaten hebben in hun herstel- en veerkrachtplannen een aanzienlijk aantal maatregelen opgenomen ter bevordering van sociaal beleid, onder meer met betrekking tot gendergelijkheid en kinderen en jongeren, waarmee de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten wordt ondersteund. Van de 2 042 mijlpalen en streefdoelen die het sociaal beleid bevorderen zijn er 213 verwezenlijkt, waarvan 199 sinds 1 maart 2022 (zie de punten 3.4, 3.5 en 3.6 voor een gerichte analyse van de maatregelen die bijdragen tot werkgelegenheid en vaardigheden, onderwijs en voor- en vroegschoolse educatie en opvang, gezondheidszorg en langdurige zorg, en sociaal beleid).

In totaal hebben de lidstaten ongeveer 139,8 miljard EUR toegewezen aan sociale uitgaven60, bij benadering 28 % van de totale geraamde uitgaven. Ongeveer een derde van dit bedrag is bestemd voor onderwijs en voor- en vroegschoolse educatie en opvang, een derde voor gezondheidszorg en langdurige zorg, terwijl de rest verdeeld is tussen uitgaven voor werkgelegenheid en vaardigheden en sociaal beleid (figuur 28).


Figuur 28: Aandeel van de sociale uitgaven in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit per belangrijkste sociale categorie


Opmerking: Deze figuur toont de uitsplitsing van de geraamde sociale uitgaven in alle goedgekeurde herstel- en veerkrachtplannen. De sociale categorieën zijn gedefinieerd en worden toegepast op basis van de methode die de Commissie in overleg met het Europees Parlement en de lidstaten heeft vastgesteld in Gedelegeerde Verordening 2021/2105.

Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht

Gendergelijkheid

De herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten dragen op verschillende manieren bij tot gendergelijkheid. De 27 plannen bevatten 134 (sub)maatregelen die gericht zijn op gendergelijkheid, en veel hervormingen en investeringen die uitdrukkelijk tot doel hebben bij te dragen tot gelijke kansen in het algemeen. De uitsplitsing van de voor gendergelijkheid relevante maatregelen per lidstaat is weergegeven in figuur 296162.

 


Figuur 29: Aandeel (in %) van maatregelen met een focus op gendergelijkheid in de goedgekeurde herstel- en veerkrachtplannen


Bron: Scorebord voor herstel en veerkracht

Naast maatregelen die uitdrukkelijk bijdragen tot gelijke kansen, hebben de lidstaten in hun plannen andere hervormingen en investeringen opgenomen waarin gelijkheidsoverwegingen worden geïntegreerd. Die integratie omvat soms expliciete subdoelstellingen of andere bepalingen die ervoor zorgen dat op andere beleidsterreinen rekening wordt gehouden met de behoeften van specifieke groepen. Ook al kunnen maatregelen op het gebied van arbeidsmarkt, huisvesting, energie, vervoer en digitalisering in eerste instantie niet worden beschouwd als beleidsmaatregelen die bijdragen tot gelijkheid, de doeltreffende uitvoering ervan kan een belangrijke bijdrage leveren aan de bevordering van gelijke kansen. Hervormingen en investeringen in infrastructuur, openbaar vervoer of digitale connectiviteit zijn bijvoorbeeld niet opgezet met het oog op gelijke kansen, maar kunnen een positief effect hebben op de toegang tot onderwijs op afstand, essentiële (gezondheidszorg-)diensten en nutsvoorzieningen, of door mensen met beperkte mobiliteit of mensen die in afgelegen gebieden wonen in staat te stellen deel te nemen aan economische activiteiten en het sociale leven.

De lidstaten boeken vooruitgang bij de uitvoering van maatregelen die gericht zijn op gendergelijkheid. Van de 134 (sub)maatregelen met de nadruk op gendergelijkheid in de 27 herstel- en veerkrachtplannen bevatten 25 (sub)maatregelen mijlpalen of streefdoelen die zijn verwezenlijkt, waaronder 20 sinds 1 maart 2023. In het onderstaande kader worden voorbeelden met bereikte mijlpalen en streefdoelen gegeven van maatregelen die gericht zijn op gendergelijkheid.

Voorbeelden van relevante maatregelen waarvan de mijlpalen en streefdoelen zijn bereikt, met de nadruk op gendergelijkheid

Hervormingen:

- Kroatië heeft een nieuwe arbeidswet aangenomen die bepalingen bevat voor meer flexibiliteit in de arbeidstijd en de werkplek, alsook bepalingen om de loonkloof tussen mannen en vrouwen te verkleinen. Dankzij de extra flexibiliteit kunnen met name ouders en zorgaanbieders meer gebruikmaken van deeltijdwerkregelingen.
- Spanje heeft nieuwe wetgeving ingevoerd om gelijke beloning van mannen en vrouwen te waarborgen door gelijke beloning voor gelijkwaardige arbeid te verplichten, beloningstransparantie te bevorderen om discriminatie op te sporen en te voorkomen, en instrumenten te ontwikkelen waarmee kan worden voldaan aan het beginsel van beloningstransparantie.

Investeringen:

- Italië heeft een investering gedaan ter ondersteuning van de oprichting en groei van door vrouwen geleide ondernemingen, door vanaf 2021 een nieuw fonds op te richten en twee bestaande fondsen te versterken. De desbetreffende mijlpaal werd op bevredigende wijze verwezenlijkt als onderdeel van het eerste betalingsverzoek. De eerste 700 bedrijven zullen naar verwachting vanaf juli 2023 recht hebben op steun en volgens nationale gegevens zijn in juni 2023 meer dan 1 000 bedrijven officieel geselecteerd. Italië heeft ook een certificeringssysteem voor gendergelijkheid opgezet om bedrijfspraktijken die bevorderlijk zijn voor gendergelijkheid aan te moedigen en te stimuleren.

Kinderen en jongeren

De 425 (sub)maatregelen die gericht zijn op kinderen en jongeren zijn verspreid over een aantal beleidsterreinen, voornamelijk op het gebied van onderwijs en opleiding. Een specifieke analyse van beleid voor de volgende generatie, kinderen en jongeren, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs en opleiding, is te vinden bij punt 3.6.

Van de maatregelen in de 27 herstel- en veerkrachtplannen met de nadruk op jongeren en kinderen bevatten 83 (sub)maatregelen mijlpalen of streefdoelen die zijn verwezenlijkt, met inbegrip van 79 (sub)maatregelen waarbij sinds 1 maart 2022 een mijlpaal of streefdoel is bereikt. Een groot aantal lidstaten is begonnen met hervormingen en investeringen ter ondersteuning van kinderen en jongeren. In het onderstaande kader worden voorbeelden gegeven van maatregelen ter ondersteuning van kinderen en jongeren, waarvan de mijlpalen en streefdoelen zijn bereikt.

Voorbeelden van op kinderen en jongeren gerichte relevante maatregelen met verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen

Hervormingen:

- Oostenrijk heeft een pakket voor correctief onderwijs en bijbehorende steunmaatregelen ingevoerd die met name gericht zijn op kansarme leerlingen, waaronder het beschikbaar stellen van middelen voor ondersteunende lessen, splitsen van groepen of klassen, individuele steunmaatregelen en aanvullende lessen tijdens de zomervakantie. Er zijn al veel extra steunklassen georganiseerd om de opgebouwde leertekorten en potentiële onderwijsverliezen van tijdens de COVID-19-pandemie te compenseren.
- Bulgarije heeft het eerste deel van de hervorming van voorschools- en schoolonderwijs en een leven lang leren uitgevoerd, met inbegrip van een nieuwe verplichting voor kinderen om vanaf vier jaar voorschools onderwijs te volgen. Andere wijzigingen van de wet omvatten een actualisering van de kernprogramma’s voor wetenschap, technologie, techniek en wiskunde (STEM: science, technology, engineering and mathematics) en aanvullende mogelijkheden voor afstandsonderwijs.
- Litouwen is begonnen met de hervorming van zijn systeem voor beroepskeuzevoorlichting, met de nadruk op loopbaanbegeleiding en een leven lang leren, om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen. Bij de eerste afgeronde stappen zijn het kader en het beheer van het systeem, de competentie-eisen van beroepsbeoefenaren in de loopbaan, het financieringssysteem voor verleende diensten en de reikwijdte van de betrokkenheid van instellingen en sociale partners vastgesteld.
- Malta is begonnen met de uitvoering van een hervorming ter bevordering van hoogwaardig inclusief onderwijs, met name door het opzetten van nieuwe autisme-eenheden op middelbare scholen ten behoeve van jongeren in het autismespectrum, die nu toegang hebben tot apparatuur die tegemoetkomt aan hun specifieke onderwijsbehoeften.

Investeringen:

- Frankrijk ondersteunde de werkgelegenheid van jongeren met meer dan 337 000 aanwervingssubsidies in de eerste helft van 2021 voor jongeren tot 26 jaar. De subsidies werden aan de werkgever betaald voor het sluiten van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (van ten minste drie maanden) of een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voor jongeren tot 26 jaar, in matig gekwalificeerde banen of een instroombaan.

Achtergestelde groepen

De herstel- en veerkrachtplannen van verschillende lidstaten bevatten ook maatregelen om de economische en sociale integratie van personen met een handicap en de bescherming en integratie aan te pakken van andere kansarme groepen, zoals mensen met een migratieachtergrond of Roma. Naast verschillende maatregelen die gericht zijn op jongeren, met de nadruk op kansarme groepen zoals hierboven beschreven, stimuleren de lidstaten bijvoorbeeld werkgevers om mensen met een handicap in dienst te nemen en hun integratie op de arbeidsmarkt te ondersteunen, of leveren gerichte inspanningen om belemmeringen in openbare gebouwen weg te nemen en de deelname van personen met een handicap aan het onderwijs en hun inclusie in de samenleving te vergemakkelijken.

Sinds 1 maart 2022 hebben verschillende lidstaten (zoals Oostenrijk, Kroatië, Italië, Portugal, Slowakije en Spanje) belangrijke hervormingen en/of investeringen ter bevordering van de inclusie van kansarme groepen, zoals personen met een handicap, mensen met een migrantenachtergrond of personen die tot een etnische minderheid behoren, voltooid of zijn ze ermee van start gegaan. Deze maatregelen zijn soms expliciet gericht op de Romabevolking. Daarnaast hebben sommige lidstaten hervormingen en investeringen doorgevoerd om het opvangsysteem voor migranten en vluchtelingen te verbeteren en/of te digitaliseren. In het onderstaande kader worden voorbeelden gegeven van maatregelen ter ondersteuning van de inclusie van kansarme groepen waarvan de mijlpalen en streefdoelen zijn bereikt.

Voorbeelden van relevante maatregelen waarvan de mijlpalen en streefdoelen zijn bereikt, met de nadruk op kansarme groepen

Hervormingen:

- Slowakije heeft een nieuwe, versnelde visumregeling ingevoerd die gericht is op hooggekwalificeerde onderdanen van derde landen die werk zoeken, door hen in staat te stellen onmiddellijk aan het werk te gaan op basis van een nationaal visum.
- Griekenland heeft een wet ingevoerd om de overgang naar gemeenschapszorg voor personen met een handicap mogelijk te maken en heeft de eerste stap gezet van een proeffase voor een regeling betreffende persoonlijke bijstand.
- Kroatië heeft 256 professionals op het gebied van sociaal mentorschap opgeleid via 15 modules in 9 steden: Varaždin, Karlovac, Zagreb, Slavonski Brod, Split, Osijek, Zadar, Rijeka en Pula. Het doel van de opleiding was de vaardigheden van beroepsbeoefenaren in het socialezekerheidsstelsel te versterken om de uitvoering van een sociale mentoringdienst zo succesvol mogelijk te ondersteunen wanneer zij werken met personen in een gemarginaliseerde positie in de samenleving of in een risicosituatie.
- Italië heeft projecten gesteund waarmee de autonomie van mensen met een handicap moet worden vergroot. De projecten bestaan in de renovatie van woonruimten en de verstrekking van informatie- en communicatieapparatuur aan personen met een handicap, in combinatie met opleidingen op het gebied van digitale vaardigheden. Eind 2022 waren door de verantwoordelijke sociale districten al meer dan 500 projecten uitgevoerd voor mensen met een handicap. De algemene doelstelling is om tegen eind maart 2026 ten minste 5 000 personen met een handicap in het hele land te bereiken.

Eind 2022 werd een project afgerond in Casa Vitinia, Rome, dat bestond in de oplevering van een gerenoveerd huis en opleidingsmogelijkheden op het gebied van digitale vaardigheden aan 12 personen met een handicap.


Auteursrecht: Italiaanse regering

Investeringen:

- Letland biedt toegang tot leerinhoud en stelt sociaal kwetsbare groepen in staat deel te nemen aan leren op afstand. In 2021 werd een kader voor de organisatie en uitvoering van leren op afstand in onderwijsinstellingen goedgekeurd. De investering in het herstel- en veerkrachtplan bestaat in de aankoop van ICT-apparatuur voor instellingen voor algemeen onderwijs, met gerichte steun voor leerlingen uit sociaal kwetsbare groepen en leerkrachten, en met de oprichting van een “computerbibliotheek” in onderwijsinstellingen.

3.8. Bijdrage grensoverschrijdende en meerlandenprojecten

De herstel- en veerkrachtfaciliteit ondersteunt de deelname van de lidstaten aan grensoverschrijdende projecten, waarbij de planning van hervormingen en investeringen tegelijkertijd op gecoördineerde wijze plaatsvindt. Hoewel elk herstel- en veerkrachtplan de specifieke situatie van elke lidstaat weerspiegelt, vragen sommige gemeenschappelijke uitdagingen om gecoördineerde hervormingen en investeringen. Samenwerking tussen meerdere landen kan de ondersteuning mogelijk maken van grote projecten die één lidstaat niet alleen kon ontwikkelen en maakt het mogelijk middelen te bundelen, waardoor het effect wordt vergroot en schaalvoordelen en synergieën tot stand worden gebracht.

Tijdens de voorbereiding van de plannen moedigde de Commissie de lidstaten aan deel te nemen aan belangrijke meerlandenprojecten, die de coördinatie voor kritieke investeringen in strategische sectoren zouden verbeteren en tastbare voordelen voor de eengemaakte markt zouden opleveren. Het belang van meerlandenprojecten is verder versterkt door de wijziging van de RRF-verordening, die vereist dat door middel van een aanvullend beoordelingscriterium sterk de nadruk wordt gelegd op alle maatregelen die in het kader van het REPowerEU-hoofdstuk zijn ingevoerd om bij te dragen aan grensoverschrijdende of meerlandenprojecten.

Groene transitie

Meer dan de helft van de herstel- en veerkrachtplannen omvat maatregelen die bijdragen aan meerlandenprojecten of grensoverschrijdende initiatieven in verband met maatregelen in het kader van de pijler groene transitie (zie tabel 8 hieronder): In totaal zijn meer dan 38 maatregelen relevant voor groene meerlanden- of grensoverschrijdende projecten.

- De meerlandenprojecten die het meest in herstel- en veerkrachtplannen zijn opgenomen, zijn de “belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang” (IPCEI, Important Projects of Common European Interest) op het gebied van waterstof: in negen maatregelen van zes lidstaten. Meerlandenprojecten in verband met de groene transitie omvatten ook twee elektrische interconnectoren (0,3 miljard EUR) en de spoorweginterconnector tussen Verona en Brenner (0,9 miljard EUR).
- Verschillende grensoverschrijdende projecten zullen de interoperabiliteit van de spoorwegen in de EU bevorderen, met een aanzienlijke grensoverschrijdende dimensie. Sommige van deze projecten hebben betrekking op de uitrol van het Europees beheersysteem voor het spoorverkeer (ERTMS, European Rail Traffic Management System): vijf herstel- en veerkrachtplannen, acht projecten, 3,4 miljard EUR. Het ERTMS gaat over interoperabiliteit, digitalisering en veiligheid van treindiensten en is essentieel om voor het goederenvervoer per spoor op grensoverschrijdende trajecten een verschuiving van verkeer van de weg naar het spoor te bewerkstelligen. De investeringsbehoeften op het gebied van spoorsignalering in de hele EU zijn aanzienlijk, aangezien slechts 11 % van de corridors van het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T) adequaat is uitgerust. Daarnaast zal de herstel- en veerkrachtfaciliteit de uitrol van TEN-T-spoorwegcorridors (zoals RailBaltica, Middellandse Zeegebied (Spanje-Frankrijk), Scandinavië-Middellandse Zeegebied (Italiaans deel) Noordzee-Middellandse Zeegebied (België-Luxemburg) financieren voor een bedrag van meer dan 24,9 miljard EUR (opgenomen in 11 herstel- en veerkrachtplannen, 17 maatregelen en meer dan 40 mijlpalen en streefdoelen). 

Sinds het vorige jaarverslag van de herstel- en veerkrachtfaciliteit in maart 2022 zijn vijf van de in totaal tien mijlpalen en streefdoelen met betrekking tot groene grensoverschrijdende en/of meerlandenprojecten bevredigend verwezenlijkt. Voorts is als gevolg van de herziening van de herstel- en veerkrachtplannen één maatregel voor TEN-T-corridors geschrapt op basis van artikel 18 van de RRF-verordening, terwijl op basis van artikel 21 een andere maatregel is toegevoegd, met betrekking tot spoorweginterconnectie. Daarnaast heeft de Commissie REPowerEU-hoofdstukken goedgekeurd met grensoverschrijdende maatregelen van de volgende lidstaten: Estland, Frankrijk, Slowakije en Malta (zie punt 4.2 voor meer informatie: REPowerEU).

Tabel 8: Meerlandenprojecten in verband met maatregelen in het kader van de pijler groene transitie

BEBGCZDKDEEEIEELESFRHRITCYLVLTLUHUMTNLATPLPTROSISKFISETotaal
IPCEI Waterstof7
Elektriciteitsinterconnector2
Spoorweginterconnector2
ERTMS

5
TEN-T-corridors11

Bron: Herstel- en veerkrachtplannen van alle 27 lidstaten

Digitale transitie

De meeste herstel- en veerkrachtplannen omvatten ook maatregelen die bijdragen aan meerlandenprojecten of grensoverschrijdende initiatieven in verband met de digitale transitie. 21 van de 27 plannen omvatten dergelijke projecten. In totaal dragen meer dan 50 (sub)maatregelen bij aan meerlanden- of grensoverschrijdende projecten.

De herstel- en veerkrachtplannen zullen via de digitale meerlandenprojecten bijdragen aan de prioriteiten van de EU. 12 herstel- en veerkrachtplannen omvatten bijdragen aan het meerlandenproject inzake micro-elektronica, dat tot doel heeft het concurrentievermogen van de EU op het gebied van halfgeleidertechnologieën te versterken. Acht lidstaten nemen in hun herstel- en veerkrachtplannen steun aan het Europees netwerk van digitale-innovatiehubs op, dat de digitalisering van kmo’s zal helpen bevorderen. Meerdere herstel- en veerkrachtplannen omvatten ook steun voor meerlandenprojecten ter ondersteuning van de ontwikkeling en uitrol van onder meer grensoverschrijdende 5G-corridors, cloudinfrastructuur en -diensten, capaciteit op het gebied van micro-elektronica, kwantumcommunicatie-infrastructuur en rekenen met zeer krachtige computers. Tabel 9 geeft een overzicht van de opname van digitale meerlandenprojecten in de 27 herstel- en veerkrachtplannen.

Sinds het begin van de herstel- en veerkrachtfaciliteit zijn 13 mijlpalen en streefdoelen met betrekking tot digitale grensoverschrijdende en/of meerlandenprojecten naar tevredenheid verwezenlijkt. (Ook zijn vanwege de herziening van de herstel- en veerkrachtplannen bepaalde maatregelen geschrapt op basis van artikel 18 of 21 van de RRF-verordening).

Tabel 9. Digitale meerlandenprojecten

BEBGCZDKDEEEIEELESFRHRITCYLVLTLUHUMTNLATPLPTROSISKFISETotaal
Micro-elektronica12
Europese digitale

innovatie-

hubs
8
5G-corridors7
Cloud7
Europese infrastructuur voor kwantumcommunicatie4
Europese krachtige computers3
Geconnecteerde overheidsdiensten3
Genoom van Europa3
Onderzeese kabels2
Blockchain (EBSI)2
Operationele

beveiligingscentra
2
Overige9

Bron: Herstel- en veerkrachtplannen van alle 27 lidstaten

Voorbeelden van relevante maatregelen met verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen in grensoverschrijdende en meerlandenprojecten

Hervormingen:

- Tsjechië heeft het Midden-Europese waarnemingscentrum voor digitale media opgericht. Dit waarnemingscentrum maakt deel uit van het Europees Waarnemingscentrum voor digitale media en draagt bij tot de bestrijding van online desinformatie op nationaal, transnationaal en Europees niveau.

- Frankrijk heeft nationale strategieën gepubliceerd die gericht zijn op meer investeringen in belangrijke digitale technologieën, waaronder kwantumtechnologieën, cyberbeveiliging, 5G en toekomstige telecommunicatie- en cloudoplossingen, en bijdragen omvatten aan belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI’s), die tot doel hebben Europese capaciteit op het gebied van belangrijke geavanceerde technologieën op te bouwen.

- Italië heeft een nationale regeling vastgesteld waarbij de nodige financiering wordt toegewezen om deelnemers aan belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang te ondersteunen, waarin de procedures en termijnen voor het indienen van projecten en de toegangsvereisten voor potentiële begunstigden worden gespecificeerd.

Investeringen

- Oostenrijk heeft projecten geselecteerd om de ontwikkeling van innovatieve micro-elektronica en connectiviteitstechnologieën te ondersteunen en zo bij te dragen aan de IPCEI op het gebied van micro-elektronica en communicatietechnologie.

- Portugal heeft consortia van digitale-innovatiehubs geselecteerd als incubatoren/acceleratoren om het ecosysteem voor ondernemerschap in de digitale transitie te bevorderen. De hubs zullen deel uitmaken van het netwerk van Europese digitale-innovatiehubs.

3.9. Bijdrage aan de uitvoering van landspecifieke aanbevelingen

Er is vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen, waarbij voor 68 % van de aanbevelingen uit 2019-2020 ten minste enige stappen zijn gezet (figuur 30). Uit de beoordeling van de landspecifieke aanbevelingen die in het kader van het voorjaarspakket van het Europees Semester 2023 zijn gepubliceerd, blijkt dat de uitvoering van zowel de structurele aanbevelingen uit 2019 als de meer crisisgerichte aanbevelingen uit 2020 gestaag toeneemt. Hieruit blijkt duidelijk welke stimulansen sinds 2021 worden geboden door de herstel- en veerkrachtfaciliteit, waarvan de prestatiegerichte aanpak en de nadruk op hervormingen de komende jaren naar verwachting de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen zullen blijven versterken. De lidstaten hebben sinds 2019 de meeste vooruitgang geboekt op het gebied van toegang tot financiering en financiële diensten, gevolgd door de werking van de arbeidsmarkt, de bestrijding van witwassen en het ondernemingsklimaat. Er was minder vooruitgang zichtbaar op de gebieden “interne markt”, “mededinging en staatssteun”, “huisvesting”, “langdurige zorg” en “pensioenstelsels”.

Figuur 30: Huidige stand van uitvoering landspecifieke aanbevelingen 2019-2020


Bron: Voorjaarspakket Europees semester 2023
Figuur 31: Uitvoering landspecifieke aanbevelingen 2019-2022: jaarlijkse evaluatie in elk opeenvolgend jaar afgezet tegen stand van uitvoering tot op heden


Bron: Voorjaarspakket Europees semester 2023

Er is ook aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de in 2022 aangenomen aanbevelingen, met ten minste enige vooruitgang in bijna 52 % van de in juli 2022 tot de lidstaten gerichte aanbevelingen (figuur 31). In totaal is de meeste vooruitgang geboekt op het gebied van het begrotingskader en fiscaal beheer, gevolgd door vervoer, ondernemingsklimaat en energie-efficiëntie. Daar staat tegenover dat er minder vooruitgang is geboekt bij het aanpakken van aanbevelingen over belastingbeleid.

4. REPowerEU

Sinds de vaststelling van de RRF-verordening in februari 2021 hebben ongekende geopolitieke gebeurtenissen de Europese en mondiale economieën en energiemarkten verstoord. De lidstaten zijn geconfronteerd met verschillende nieuwe uitdagingen als gevolg van de hoge energieprijzen, bestuurlijke overbelasting, de verstoring van toeleveringsketens of de sociaal-economische gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne. Als reactie op deze recente gebeurtenissen heeft de Commissie het REPowerEU-plan opgesteld, met als doel de EU vóór 2030 onafhankelijk te maken van Russische fossiele brandstoffen. REPowerEU is gericht op de diversificatie van de gasinvoer en de daarmee verband houdende aanpassingen van de energie-infrastructuur, waarbij tegelijkertijd de penetratie van hernieuwbare elektriciteit wordt versneld en energiebesparingen in de hele economie mogelijk worden gemaakt.

In het REPowerEU-plan, dat in mei 2022 werd voorgesteld als het antwoord van de EU op de wereldwijde energiecrisis, werd de rol erkend van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-instrumenten, waaronder fondsen voor het cohesiebeleid63, bij de totstandbrenging van veilige, betaalbare en groene energie. In het kader van REPowerEU zal de herstel- en veerkrachtfaciliteit de lidstaten ondersteunen bij het doorvoeren van aanvullende hervormingen en investeringen om de REPowerEU-doelstellingen te verwezenlijken, waaronder de snelle uitfasering van de afhankelijkheid van de EU van Russische fossiele brandstoffen, het versnellen van de transitie naar schone energie, het verminderen van het energieverbruik, het ondersteunen van de omscholing van de beroepsbevolking, het aanpakken van energiearmoede en het ondersteunen van waardeketens voor kritieke grondstoffen en technologieën die verband houden met de groene transitie. Deze nieuwe of opgeschaalde maatregelen, die moeten worden opgenomen in specifieke REPowerEU-hoofdstukken, komen bovenop de reeds ambitieuze groene agenda van de bestaande herstel- en veerkrachtplannen. Voor deze maatregelen is technische bijstand van de Commissie beschikbaar via het instrument voor technische ondersteuning (TSI, Technical Support Instrument). 17 lidstaten hebben steun ontvangen of ontvangen momenteel steun die relevant is voor REPowerEU64. Sommige van deze maatregelen zullen ook een digitale dimensie hebben (zoals de digitalisering van energie).

Zoals besproken in punt 2.3, heeft de Commissie 25 gewijzigde herstel- en veerkrachtplannen en 20 REPowerEU-hoofdstukken ontvangen. In het volgende punt wordt nader ingegaan op de inhoud van de REPowerEU-hoofdstukken die ten tijde van de opstelling van dit verslag door de Raad van de EU zijn vastgesteld.

4.1. Maatregelen in de REPowerEU-hoofdstukken

De vastgestelde REPowerEU-hoofdstukken hebben rechtstreeks betrekking op de doelstellingen van de gewijzigde RRF-verordening. De vastgestelde hoofdstukken bevatten maatregelen die rechtstreeks gericht zijn op de doelstellingen van de Verordening voor een nettonulindustrie en de Verordening kritieke grondstoffen in het kader van het Plan voor groene industrie. Het gaat onder meer om maatregelen om de vergunningsprocedures voor hernieuwbare energie te verbeteren, de groene vaardigheden van de beroepsbevolking te verbeteren en de waardeketens voor kritieke grondstoffen en technologieën in verband met de groene transitie te ondersteunen. Tabel 10 bevat een overzicht van de REPowerEU-hoofdstukken die door de Commissie positief zijn beoordeeld en door de Raad zijn goedgekeurd.

Tabel 10: Overzicht van de inhoud van de vastgestelde REPowerEU-hoofdstukken

Aantal nieuwe en opgeschaalde investeringen en hervormingenKlimaatbijdrageTotale geraamde kosten (in miljoen EUR)REPowerEU-doelstellingen bereikt door het hoofdstuk van de lidstaten
Estland2 nieuwe investeringen

1 opgeschaalde hervorming
100 % Totaal: 90

ETS: 83,3

BAR: 6,6 
(b) Versnelling van de uitrol van hernieuwbare energiebronnen (“RES”, renewable energy sources), kritieke energie-infrastructuur, organisatie industrie, gebruik van duurzaam biomethaan 

(e) Versnelde integratie van hernieuwbare energiebronnen
Frankrijk3 nieuwe investeringen

3 nieuwe hervormingen

1 opgeschaalde investering
91,6 %Totaal: 2 825

ETS: 2 321 

BAR: 504
(b) Het verhogen van de energie-efficiëntie in gebouwen Versnellen van de uitrol van hernieuwbare energiebronnen en het koolstofvrij maken van de industrie

(d) Stimulering van een dalende energievraag

(e) Versnelde integratie van hernieuwbare energiebronnen, ondersteuning van elektriciteitsopslag, ondersteuning van emissievrij vervoer.
Malta1 nieuwe hervorming

1 nieuwe investering
100 %Totaal: 70

ETS: 30 

BAR: 40 
(b) De uitrol van hernieuwbare energie versnellen en de energie-efficiëntie in gebouwen stimuleren

(e) De integratie van hernieuwbare energie versnellen en emissievrij vervoer en de bijbehorende infrastructuur ondersteunen
Slowakije6 nieuwe hervormingen

6 nieuwe investeringen

2 opgeschaalde investeringen
85,26 %Totaal: 402,7

ETS: 366,4

BAR: 36,3
(b) De uitrol van hernieuwbare energie versnellen en de energie-efficiëntie in gebouwen stimuleren

(c) Energiearmoede aanpakken

(e) De integratie van hernieuwbare energie versnellen en emissievrij vervoer en de bijbehorende infrastructuur ondersteunen

(f) Versnelde omscholing van de beroepsbevolking naar groene en aanverwante digitale vaardigheden

Bron: Europese Commissie.

REPowerEU-hoofdstuk: Estland 

Het Estse REPowerEU-hoofdstuk bestaat uit één opgeschaalde hervorming en twee nieuwe investeringen op het gebied van hernieuwbare energiebronnen en de productie en het gebruik van duurzaam biomethaan, die samen naar schatting 90 miljoen EUR kosten. Beide investeringen en de hervorming hebben een grensoverschrijdende dimensie en 100 % van de geraamde kosten is klimaatgerelateerd. De volgende lijst bevat een samenvatting van de hervormingen en investeringen in het hoofdstuk:

- Hervorming van de inzet van hernieuwbare energiebronnen. In aanvulling op een bestaande hervorming in het Estse herstel- en veerkrachtplan draagt deze maatregel bij tot een toename van uitgerolde windenergieprojecten, door wettelijke belemmeringen voor windenergieontwikkelaars te verminderen. Bovendien versterkt de hervorming de capaciteit van lokale overheden in de administratieve procedures die nodig zijn voor de ontwikkeling van windenergie.
- Investeringen om de toegang van de productie van hernieuwbare energie tot het elektriciteitsdistributienet te verbeteren. Deze investering zal de capaciteit van de distributienetten met nog eens 160 MW vergroten en aldus de toegang van producenten van hernieuwbare energie tot het netwerk vergemakkelijken.
- Investeringen in het opvoeren van de productie en het gebruik van duurzaam biogas en biomethaan. Deze maatregel heeft tot doel het gebruik van duurzaam biogas en duurzaam biomethaan te stimuleren overeenkomstig de Richtlijn hernieuwbare energie (Renewable Energy Directive, RED II)65 en de integratie van hernieuwbare energiebronnen te versnellen. De investering bestaat uit subinvesteringen in het scheppen van de nodige regelgevings-, organisatorische en financiële voorwaarden om het gebruik van duurzaam biogas en duurzaam biomethaan te vergroten, en een tweede subinvestering in de bouw van productiefaciliteiten.

REPowerEU-hoofdstuk: Frankrijk

Het Franse REPowerEU-hoofdstuk bestaat uit drie nieuwe hervormingen, drie nieuwe investeringen en één opgeschaalde investering ter waarde van naar schatting 2,82 miljard EUR. 91,2 % van de geraamde kosten van het hoofdstuk wordt toegewezen aan grensoverschrijdende investeringen en 91,6 % van de geraamde kosten is klimaatgerelateerd. De volgende lijst bevat een samenvatting van de hervormingen en investeringen in het hoofdstuk:

- Als onderdeel van het Franse REPowerEU-hoofdstuk zal een hervorming worden doorgevoerd met betrekking tot de versnelling van de productie van hernieuwbare energie, om de vergunningsprocedures te vereenvoudigen en de planning van projecten op het gebied van hernieuwbare energie te versnellen. Dit gebeurt door knelpunten aan te pakken die momenteel de uitrol van hernieuwbare energie in de weg staan.
- Hervorming op het gebied van “energiesoberheid”: Het doel is het energieverbruik in alle sectoren tegen 2024 met 10 % te verminderen ten opzichte van de winterperiode 2018-2019. De hervorming bestaat uit voorstellen voor acties ter bevordering van energiebesparingen in meerdere sectoren, waaronder huisvesting, vervoer en industrie.
- Hervorming van de oprichting van een secretariaat-generaal voor ecologische planning: Het hoofddoel van het secretariaat-generaal is het vergemakkelijken van de coördinatie van nationale strategieën met betrekking tot de ecologische transitie. Dit houdt in dat verschillende ministeries en belanghebbenden worden gemobiliseerd en dat de doeltreffendheid van de uitgevoerde acties op die gebieden wordt geëvalueerd.
- Investeringen in het koolstofvrij maken van de industrie De maatregel heeft tot doel investeringen in het koolstofvrij maken van industriële warmte, energie-efficiëntie en procesveranderingen in de industrie te ondersteunen om het verbruik van fossiele energie en daarmee de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
- Investeringen in de productie en het gebruik van hernieuwbare en fossielvrije waterstof via de financiering van vier IPCEI-projecten op het gebied van waterstof. Deze maatregel beoogt de industriële sector te versterken door rekening te houden met ecologische, technologische en economische aspecten, en tegelijkertijd de emissies tot een minimum te beperken en de capaciteit voor energieopslag van industrieën te verbeteren.
- Investeringen in energierenovaties van openbare gebouwen en een opgeschaalde maatregel voor energierenovatie van particuliere woningen De primaire doelstelling is het verlenen van financiële steun voor energierenovaties van openbare en particuliere gebouwen, wat op korte termijn leidt tot een vermindering van het energieverbruik in de bouwsector en minder afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.

REPowerEU-hoofdstuk: Malta

Het Maltese REPowerEU-hoofdstuk bestaat uit één hervorming en één investering ter waarde van naar schatting 70 miljoen EUR. 100 % van de geraamde kosten van het hoofdstuk wordt toegewezen aan grensoverschrijdende investeringen en 100 % van de geraamde kosten is klimaatgerelateerd.

- Hervorming van de bestaande vergunningsstelsels Deze hervorming heeft tot doel de vergunningsprocedures voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie te versnellen en een verplichting in te voeren om op daken van nieuwe gebouwen zonnepanelen te installeren. De nieuwe hervorming vormt een aanvulling op component 1 en 2 van het Maltese herstel- en veerkrachtplan, die gericht zijn op het verbeteren van de energie-efficiëntie in gebouwen en vervoer en deels op een grotere productie van hernieuwbare energie.
- Investeringen in het elektriciteitsnet De primaire doelstelling is het versterken en verbreden van het elektriciteitsdistributienet door middel van investeringen in het net, distributiediensten en batterijopslag.

REPowerEU-hoofdstuk: Slowakije 

Het Slowaakse REPowerEU-hoofdstuk bestaat uit zes nieuwe hervormingen, zes nieuwe investeringen en twee opgeschaalde investeringen ter waarde van naar schatting 402,7 miljoen EUR. 91,2 % van de geraamde kosten van het hoofdstuk wordt toegewezen aan grensoverschrijdende investeringen en 64,1 % van de geraamde kosten is klimaatgerelateerd. De volgende lijst bevat een samenvatting van de hervormingen en investeringen in het kader van de 4 thematische gebieden van het hoofdstuk, die vergezeld gaan van een investering die voorziet in gerichte communicatie en coördinatie voor de uitvoering:

- Hernieuwbare energiebronnen, netwerken en vergunningsprocedures: De submaatregelen op dit gebied zijn gericht op het optimaliseren van de milieuvergunningsprocedures, een beter gebruik van geothermische energie en het ondersteunen van de uitrol van warmtepompen. Verder worden de beoordeling van de trajecten voor duurzaam gebruik en levering van biomassa en de ontwikkeling en bevordering van de productie van biomethaan ondersteund. Er zullen “go-to”-gebieden voor windenergie worden vastgesteld, samen met een actieplan voor de nationale waterstofstrategie en maatregelen ter bevordering van de integratie van hernieuwbare energiebronnen in het elektriciteitsnet. De investeringen zijn gericht op de modernisering en digitalisering van de elektriciteitsdistributiesystemen, met inbegrip van de uitrol van een datacentrum voor energie.
- Energie-efficiëntie van gebouwen: Omvat de oprichting van één digitaal gegevensplatform voor het verzamelen van informatie over de energieprestaties van alle openbare en particuliere gebouwen en een hervorming om het energiebeheer van centrale-overheidsgebouwen te verbeteren. De investeringen zullen leiden tot energiebesparingen voor openbare gebouwen en huishoudens die het risico lopen in energiearmoede te vervallen, en zullen bij het vaststellen van de juiste reeks maatregelen en het verwerken van een subsidieaanvraag bijstand aan kwetsbare groepen omvatten.
- Duurzaam vervoer: Dit gebied schaalt de bestaande maatregelen van het Slowaakse herstel- en veerkrachtplan op om de infrastructuur voor emissievrij vervoer verder te ontwikkelen en milieuvriendelijk personenvervoer te bevorderen.
- Groene vaardigheden: De onderliggende hervormingen en investeringen ondersteunen de ontwikkeling van een geactualiseerd curriculum voor scholen voor beroepsonderwijs en een nieuw opleidingsprogramma voor onderwijzend personeel. De maatregelen ondersteunen verder een geaccrediteerd onderwijsprogramma voor volwassenenonderwijs, met bijzondere aandacht voor groene vaardigheden en het verschaffen van fysieke en technische uitrusting.

4.2. Financiering van REPowerEU

De initiële herstel- en veerkrachtplannen werden uitsluitend gefinancierd met leningen in het kader van NGEU, maar REPowerEU-hoofdstukken kunnen uit verschillende bronnen worden gefinancierd. Met de inwerkingtreding van de gewijzigde RRF-Verordening (EU) 2021/241 kan voor elk gewijzigd herstel- en veerkrachtplan met een REPowerEU-hoofdstuk worden verzocht om aanvullende financiële steun in de vorm van middelen uit het emissiehandelssysteem (Emissions Trading System, “ETS”), overdrachten uit de reserve voor aanpassing aan de Brexit (Brexit Adjustment Reserve, “BAR”) en structuurfondsen en/of leningen. Verder zagen sommige lidstaten na de herberekening van de toewijzingen aan de lidstaten op grond van artikel 18 hun niet-terugvorderbare financiële steun toenemen en kunnen deze ook bijdragen aan de financiering van hun REPowerEU-hoofdstukken. De aanvullende financiële steun in verband met het REPowerEU-hoofdstuk wordt samen met de rest van de financiële bijdrage uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en, in voorkomend geval, de steun via leningen uitbetaald volgens een gemeenschappelijk tijdschema.

In totaal zullen de REPowerEU-hoofdstukken worden gefinancierd met 20 miljard EUR uit de veiling van ETS-emissierechten en 2,1 miljard EUR aan overdrachten uit de BAR. Zoals vermeld in punt 2.3 kunnen maatregelen uit de REPowerEU-hoofdstukken bovendien worden gefinancierd uit aanvullende niet-terugvorderbare RRF-steun op grond van artikel 18 van de RRF-verordening en aanvullende RRF-leningen op grond van artikel 14 van die verordening.

Opbrengsten uit de veiling van ETS-emissierechten

Overeenkomstig artikel 21 bis van de gewijzigde RRF-verordening wordt 20 miljard EUR beschikbaar gesteld als aanvullende niet-terugvorderbare financiële steun in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Deze externe bestemmingsontvangsten dragen bij tot het vergroten van de veerkracht van het energiesysteem van de Unie door de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en de energievoorziening op het niveau van de Unie te diversifiëren. Deze ontvangsten kunnen uitsluitend worden gebruikt voor de financiering van maatregelen die zijn opgenomen in de REPowerEU-hoofdstukken, met de duidelijke uitzondering van hervormingen en investeringen die gericht zijn op het verbeteren van de energie-infrastructuur en -faciliteiten om te voldoen aan de onmiddellijke behoeften inzake de voorzieningszekerheid voor gas en olie.

De extra 20 miljard EUR zal worden opgehaald door de veiling van emissierechten in het kader van het emissiehandelssysteem (ETS), volgens de volgende verdeling:

- 60 % (12 miljard EUR) zal afkomstig zijn van de veiling van emissierechten in het kader van het innovatiefonds en
- 40 % (8 miljard EUR) zal afkomstig zijn van de vervroegde verkoop van ETS-emissierechten van de lidstaten.

De veiling van de ETS-emissierechten is op maandag 3 juli 2023 van start gegaan. Op 1 september 2023 was 931 miljoen EUR opgehaald door 5,88 miljoen emissierechten uit het innovatiefonds en 4,98 miljoen emissierechten uit de ETS-emissierechten van de lidstaten te veilen. Uit het herhaalde succes van deze uitgiften blijkt dat de financiële markten de REPowerEU-doelstellingen ondersteunen en bereid zijn in REPowerEU-projecten te investeren. Het tempo en de opbrengsten van de veiling liggen goed op schema om een soepele uitvoering en financiering van de REPowerEU-hoofdstukken mogelijk te maken.

De aanvullende niet-terugvorderbare financiële steun wordt over de lidstaten verdeeld op basis van een geactualiseerde verdeelsleutel (tabel 11). De sleutel houdt rekening met de afhankelijkheid van de lidstaten van fossiele brandstoffen en de prijsstijging van investeringsgoederen. Hierdoor kunnen de gevolgen van de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne beter worden opgevangen en kunnen meer middelen worden toegewezen aan de zwaarst getroffen lidstaten.

Tabel 11: Aanvullende niet-terugvorderbare steun die beschikbaar is per lidstaat

Bedrag van de definitieve netto beschikbare niet-terugvorderbare steun (in EUR, huidige prijzen)
België281 716 188
Bulgarije479 327 545
Tsjechië680 543 170
Denemarken130 714 933
Duitsland2 086 423 922
Estland83 297 553
Ierland89 428 389
Griekenland768 069 923
Spanje2 582 276 223
Frankrijk2 317 477 900
Kroatië269 037 883
Italië2 755 867 236
Cyprus52 408 822
Letland123 797 035
Litouwen193 729 642
Luxemburg29 955 009
Hongarije700 513 718
Malta29 955 027
Nederland454 359 575
Oostenrijk210 304 520
Polen2 755 862 361
Portugal703 364 724
Roemenië1 397 228 597
Slovenië116 734 327
Slowakije366 409 448
Finland112 766 671
Zweden198 429 659
EU2719 970 000 000

Bron: Europese Commissie

 


Overgedragen middelen uit de fondsen voor het cohesiebeleid en de reserve voor aanpassing aan de Brexit (“BAR”)

Als onderdeel van de bestaande mogelijkheden in het kader van de RRF-verordening en de Verordening gemeenschappelijke bepalingen kunnen de lidstaten tot 5 % van hun initiële toewijzing in het kader van de cohesiebeleidsfondsen overdragen naar de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Op 1 september had de Commissie nog geen dergelijk verzoek tot overdracht ontvangen. Daarnaast kunnen de lidstaten in het kader van de REPowerEU-verordening tot 7,5 % van hun initiële nationale toewijzing in het kader van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus en het Cohesiefonds gebruiken om de REPowerEU-doelstellingen te ondersteunen, in overeenstemming met de fondsspecifieke voorschriften.

Naast die mogelijkheid kunnen de lidstaten vrijwillig hun voorlopige toewijzing in het kader van de BAR geheel of gedeeltelijk overdragen naar de herstel- en veerkrachtfaciliteit om de investeringen en hervormingen in het REPowerEU-hoofdstuk te financieren. Op 1 maart 2023 hadden alle lidstaten de Commissie in kennis gesteld van hun voornemen om middelen uit de BAR over te dragen naar de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Deze middelen worden overgedragen naar de herstel- en veerkrachtfaciliteit en vastgelegd zodra het uitvoeringsbesluit van de Raad tot goedkeuring van het herziene herstel- en veerkrachtplan met een REPowerEU-hoofdstuk is vastgesteld. Tabel 12 bevat voor elke lidstaat de totale bedragen die van de BAR aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit zijn overgedragen.

Tabel 12: Overdracht van toewijzing in het kader van de BAR

Totaal overgedragen bedrag (in EUR, lopende prijzen)
België228 850 088
Bulgarije6 000 000
Tsjechië54 918 029
Denemarken66 026 588
Duitsland219 739 187
Estland6 615 616
Ierland150 000 000
Griekenland25 600 000
Spanje58 000 000
Frankrijk504 000 000
Kroatië7 190 532
Italië0
Cyprus52 056 350
Letland10 946 343
Litouwen4 700 000
Luxemburg128 475 124
Hongarije0
Malta40 000 000
Nederland280 000 000
Oostenrijk0
Polen0
Portugal81 358 359
Roemenië43 162 623
Slovenië5 257 380
Slowakije36 307 747
Finland14 242 037
Zweden66 000 000
EU272 089 446 003

Bron: Europese Commissie

5. Conclusie

De herstel- en veerkrachtfaciliteit is ingesteld tijdens de COVID-19-crisis, maar is geëvolueerd in een veranderende geopolitieke context die gevolgen heeft gehad voor de samenleving en economie van de Unie. Wereldwijde instabiliteit, verstoringen van de toeleveringsketen, de energiecrisis en de inflatie zetten de nationale autoriteiten onder druk, waardoor de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen volgens een strak tijdschema moeilijker wordt. Tegelijkertijd maken zij binnen de beperkte looptijd van de faciliteit de succesvolle en tijdige uitvoering van die plannen nog belangrijker.

De herziening van de plannen en de toevoeging van REPowerEU-hoofdstukken is een gelegenheid om rekening te houden met de ervaring die tijdens de eerste jaren is opgedaan en om de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit te versnellen. In het REPowerEU-plan, dat in mei 2022 van start is gegaan, wordt erkend dat de herstel- en veerkrachtfaciliteit een belangrijke rol kan spelen bij het verkrijgen van veilige, betaalbare en schone energie. Door aanvullende EU-financiering te verstrekken en de herziening van herstel- en veerkrachtplannen en de opname van REPowerEU-hoofdstukken mogelijk te maken, helpt de herstel- en veerkrachtfaciliteit de lidstaten de kritieke hervormingen en investeringen te verwezenlijken die nodig zijn om hun veerkracht op energiegebied snel te versterken. Tegelijkertijd bieden zij de lidstaten de kans om knelpunten en belemmeringen voor de uitvoering weg te nemen.

Tweeënhalf jaar na de instelling van de RRF blijven de lidstaten hun hervormings- en investeringstoezeggingen nakomen naarmate de uitvoering van de RRF vordert. De Commissie moedigt de lidstaten aan door te gaan met de snelle uitvoering van hun herstel- en veerkrachtplannen en de indiening van betalingsverzoeken.

Naarmate de faciliteit de tweede helft van haar looptijd ingaat, zal de Commissie zich in overleg met de lidstaten en alle belangrijke partners blijven richten op de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen. De Commissie zal de lidstaten aanmoedigen en helpen om ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die de herstel- en veerkrachtfaciliteit biedt om snel de investeringen en hervormingen uit te voeren om de belangrijkste uitdagingen van onze tijd aan te pakken om de veerkracht van de Europese Unie te vergroten en te zorgen voor een toekomstbestendig herstel na de COVID-19-pandemie.


1 Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

2 Verordening (EU) 2023/435 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen (PB L 63 van 28.2.2023, blz. 1).

3 https://commission.europa.eu/funding-tenders/find-funding/eu-funding-programmes/technical-support-instrument_en

4 https://ec.europa.eu/economy_finance/recovery-and-resilience-scoreboard/index.html?lang=en

5 De gegevens in punt 3 van dit jaarverslag weerspiegelen de meest recente herstel- en veerkrachtplannen voor Estland en Frankrijk, die respectievelijk op 16 juni 2023 en 14 juli 2023 zijn aangenomen, maar niet de meest recente plannen voor Malta en Slowakije, die op 14 juli 2023 zijn aangenomen, aangezien de gegevens voor deze twee lidstaten nog niet volledig beschikbaar waren.

6 https://commission.europa.eu/business-economy-euro/economic-recovery/recovery-and-resilience-facility/country-pages_nl

7 Voor Duitsland zijn de operationele regelingen op 4 september door de Commissie ondertekend. Voor Hongarije wordt de ondertekening verwacht in het derde kwartaal van 2023. Voor Nederland zal ondertekening pas plaatsvinden nadat een herziening van het plan is aangenomen.

8 Afsluitingsdatum 1 september 2023.

9 https://reform-support.ec.europa.eu/what-we-do/recovery-and-resilience-plans_en

10 Mijlpalen en streefdoelen waarvan de Commissie in het kader van een betalingsverzoek al heeft vastgesteld dat ze naar tevredenheid zijn vervuld, hebben de status “behaald”.

11 Mijlpalen en streefdoelen die op het verleden gericht zijn (mijlpalen en streefdoelen die men van plan is te behalen tot het kwartaal vóór de datum van verslaglegging) kunnen de status “behaald” of “niet behaald” krijgen.

12 Toekomstgerichte mijlpalen en streefdoelen (mijlpalen en streefdoelen die men van plan is te bereiken in het kwartaal van de datum van verslaglegging en de drie daaropvolgende kwartalen) kunnen de status “behaald”, “op schema” of “vertraagd” krijgen.

13 Deze grafiek toont het geschatte aantal mijlpalen en streefdoelen op basis van de methode van pillar tagging voor het scorebord voor herstel en veerkracht. Op basis van de methode van de Commissie is elke maatregel ondergebracht bij een primair en een secundair beleidsgebied, gebaseerd op een lijst van beleidsgebieden die gekoppeld zijn aan de zes pijlers. Bijgevolg zijn alle mijlpalen en streefdoelen gerelateerd aan verschillende pijlers.

14 De indeling van de mijlpalen en streefdoelen in dit lid is ontwikkeld door de Europese Commissie en wordt niet als zodanig gerapporteerd door de lidstaten in de halfjaarlijkse verslaglegging.

15 De gemelde streefdatum voor de uitvoering van dergelijke mijlpalen en streefdoelen is ten minste één kwartaal (dus 91 dagen) vroeger dan oorspronkelijk voorzien in het uitvoeringsbesluit van de Raad voor de lidstaat.

16 Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2106 van de Commissie van 28 september 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit door de vaststelling van de gemeenschappelijke indicatoren en de gedetailleerde elementen van het scorebord voor herstel en veerkracht.

17 Deze hebben betrekking op elementen die de meeste herstel- en veerkrachtplannen gemeen hebben. Ze zijn echter niet ontworpen om alle aspecten van de plannen te omvatten, omdat deze erg uiteenlopend zijn en beperkt qua aantal.

18 Zie https://ec.europa.eu/economy_finance/recovery-and-resilience-scoreboard/index.html

19 De Commissie kan de kwaliteit van de door de lidstaten ingediende gegevens niet controleren of bepalen of de specifieke verslaglegging van de lidstaten niet wijzigen noch weigeren.

20 De gegevens in de onderstaande figuur komen overeen met de gegevens die de lidstaten hebben verstrekt in de verslagleggingsronde van februari 2023. Deze ronde bestrijkt de periode van februari 2020 tot december 2022. Raadpleeg het scorebord voor herstel en veerkracht voor meer informatie.

21 Zie COM(2023) 99 final.

22 Zie COM(2023) 99 final.

23 Gedeeltelijke opschorting is niet mogelijk in geval van niet-verwezenlijking van mijlpalen of streefdoelen met betrekking tot het controlesysteem van een lidstaat, dat noodzakelijk is voor de bescherming van de financiële belangen van de Unie. Dergelijke gevallen leiden onvermijdelijk tot de opschorting van de volledige tranche en alle volgende tranches, totdat de niet-nakoming is rechtgezet.

24 Voor het Litouwse betalingsverzoek, zie https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/IP_23_1286

25 Speciaal verslag nr. 07/2023: Ontwerp van het controlesysteem van de Commissie voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit. 

26 Voor meer informatie over de procedure voor het wijzigen van bestaande plannen en de modaliteiten voor het opstellen van REPowerEU-hoofdstukken, zie de mededeling van de Commissie “Richtsnoeren voor herstel- en veerkrachtplannen in het kader van REPowerEU” (2023/C 80/01).

27 Einddatum 1 september 2023 (inclusief).

28 EU-obligaties zijn het belangrijkste financieringsinstrument van de Commissie in het kader van haar uniforme financieringsaanpak. Deze hebben een looptijd van meer dan 3 jaar. De Commissie geeft EU-obligaties uit met vaste looptijden (3, 5, 7, 10, 15, 20, 25, 30 jaar) om haar financieringsplan uit te voeren. De Commissie is in september 2021 begonnen met de uitgifte van EU-schuldpapieren. Dit zijn effecten met een kortere looptijd van minder dan één jaar. Het programma met EU-schuldpapieren geeft de Commissie extra flexibiliteit als emittent en ondersteunt de liquiditeit van haar effecten. De EU-schuldpapieren hebben een looptijd tussen de drie en de zes maanden.

29 Jaarlijks activiteitenverslag 2022 — Economische en financiële zaken, beschikbaar op https://commission.europa.eu/publications/annual-activity-report-2022-economic-and-financial-affairs_en

30 Van Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Griekenland, Ierland, Italië, Letland, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije, Spanje en Tsjechië.

31 Van Oostenrijk, België, Kroatië, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Luxemburg, Portugal, Roemenië en Zweden.

32 Informatie verstrekt aan het Europees Parlement of de Raad over de herstel- en veerkrachtplannen (europa.eu).

33 Register van deskundigengroepen van de Commissie en andere adviesorganen (europa.eu).

34 https://europa.eu/eurobarometer/surveys/detail/2653

35 https://commission.europa.eu/business-economy-euro/economic-recovery/recovery-and-resilience-facility_nl

36 De landenpagina’s werden herzien op 19 september 2023 om de rol weer te geven van de herstel- en veerkrachtfaciliteit in de uitvoering van het REPowerEU-plan en om rekening te houden met andere wijzigingen in de herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten.

37 https://ec.europa.eu/economy_finance/recovery-and-resilience-scoreboard/index.html

38 https://commission.europa.eu/business-economy-euro/economic-recovery/recovery-and-resilience-facility_nl#map

39 De verordening bepaalt ook welke informatie door de lidstaten moet worden gepubliceerd, namelijk de volledige naam van de ontvanger, het btw- of fiscaal identificatienummer (of een ander uniek identificatienummer) in het geval van een rechtspersoon, het ontvangen bedrag en de bijbehorende maatregelen waarvoor de ontvanger financiering heeft ontvangen.

40 https://ec.europa.eu/economy_finance/recovery-and-resilience-scoreboard/disbursements.html?table=finalRecipientByCountry

41 De boxplot toont de mediaan, twee scharnieren en twee antennes van een continue variabele spreiding. De onderste en bovenste scharnieren komen overeen met het eerste en derde kwartiel (het 25e en 75e percentiel). De bovenste (onderste) antennes lopen van het scharnier tot de grootste waarde niet verder dan (maximaal) 1,5 keer het interkwartielbereik. Voorts zijn de gemiddelden aangeduid om de asymmetrie van de spreiding aan te geven.

42 Vanwege de grotere financiële toewijzing in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit hebben de 100 eindontvangers die de hoogste bedragen in het kader van het Italiaanse herstel- en veerkrachtplan hebben ontvangen aanzienlijk meer gekregen dan die eindontvangers van de andere lidstaten waarvoor gegevens beschikbaar zijn. Om die reden en om de leesbaarheid van de figuur te verbeteren, worden de eindontvangers van het Italiaanse plan apart weergegeven.

43 Overeenkomstig artikel 25 bis van de gewijzigde RRF-verordening hoeven de lidstaten geen gegevens te verstrekken waarin onderscheid wordt gemaakt tussen publieke of particuliere eindontvangers. De hier getoonde cijfers zijn gebaseerd op de eigen schattingen van de Commissie.

44 Hierin zijn geen gegevens opgenomen over de eindontvangers in Estland, Finland en Polen. De Commissie beschikt immers niet over gestructureerde gegevens in verband met de beleidspijlers en aanverwante beleidsterreinen.

45 Het cohesiebeleid heeft betrekking op vergelijkbare soorten investeringen en werkt in synergie met de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Sinds het begin van de pandemie is in het kader van het cohesiebeleid 217,3 miljard EUR uitbetaald om onder meer de groene en digitale transitie te ondersteunen en de veerkracht van de lidstaten te vergroten.

46 Dit is gebaseerd op de methode voor pillar tagging, die is ontwikkeld voor het scorebord voor herstel en veerkracht. Elke maatregel in de herstel- en veerkrachtplannen wordt toegewezen aan een primair en een secundair beleidsgebied om weer te geven dat maatregelen kunnen bijdragen aan meer dan één beleidsdoelstelling. De zes beleidspijlers zijn: groene transitie; digitalisering; slimme, duurzame en inclusieve groei; sociale en territoriale cohesie; gezondheid en economische, sociale en institutionele veerkracht; beleid voor de volgende generatie.

47 Mededeling getiteld Versterking van de sociale dialoog in de Europese Unie: het volledige potentieel van de sociale dialoog benutten om de transities in goede banen te leiden, 25 januari 2023 (COM(2023) 40 final) en voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende de versterking van de sociale dialoog in de Europese Unie, 25 januari 2023 (COM(2023) 38 final).

48 De zes pijlers zijn de volgende: i) groene transitie, ii) digitale transformatie, iii) slimme, duurzame en inclusieve groei, met inbegrip van economische cohesie, banen, productiviteit, concurrentievermogen, onderzoek, ontwikkeling en innovatie, en een goed functionerende interne markt met sterke kmo’s, iv) sociale en territoriale cohesie, v) gezondheid en economische, sociale en institutionele veerkracht, met het oog op onder andere het vergroten van crisisparaatheid en van het reactievermogen bij crisissituaties, en vi) beleid voor de volgende generatie, kinderen en jongeren, zoals onderwijs en vaardigheden.

49 In punt 3 zijn verwijzingen naar bedragen in EUR die bestemd zijn voor maatregelen die bijdragen aan de RRF-pijlers gebaseerd op vooraf geraamde uitgaven.

50 Dit cijfer toont de geraamde uitgaven op basis van de methode voor pillar tagging voor het scorebord voor herstel en veerkracht en stemt overeen met de maatregelen die primair of secundair zijn gekoppeld aan de pijler groene transitie.

51 In de herstel- en veerkrachtplannen moest voor elke maatregel worden gespecificeerd en gemotiveerd of deze volledig (100 %), gedeeltelijk (40 %) of niet (0 %) bijdraagt aan het behalen van klimaatdoelstellingen volgens de in bijlage VI bij de RRF-verordening beschreven methode. Door de coëfficiënten te combineren met de kostenramingen van elke maatregel kan worden berekend in hoeverre de plannen bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelstelling. Er zij op gewezen dat de bijdrage aan de pijler groene transitie door de toepassing van verschillende methoden hoger is dan de bijdrage aan de klimaatdoelstellingen zoals gedefinieerd in bijlage VI bij de RRF-verordening. De verschillen zijn voornamelijk het gevolg van het feit dat alle gedekte maatregelen worden geacht 100 % van hun geraamde kosten bij te dragen aan de pijler, terwijl sommige slechts met 40 % van hun geraamde kosten bijdragen aan de klimaatdoelstellingen zoals gedefinieerd in bijlage VI bij de verordening. Daarnaast bevat de pijler groene transitie ook coëfficiënten voor milieudoelstellingen die breder zijn dan de klimaatdoelstellingen overeenkomstig bijlage VI bij de RRF-verordening.

52 Een mijlpaal en streefdoel kunnen bijdragen aan meer dan één pijler.

53 Deze figuur toont de geraamde uitgaven op basis van de methode voor pillar tagging voor het scorebord voor herstel en veerkracht en stemt overeen met de maatregelen die primair of secundair zijn gekoppeld aan de pijler digitale transformatie.

54 In de herstel- en veerkrachtplannen moest aan de hand van bijlage VII bij de RRF-verordening voor elke maatregel worden gespecificeerd en gemotiveerd of deze volledig (100 %), gedeeltelijk (40 %) of helemaal niet (0 %) bijdraagt aan de digitale doelstellingen. Door de coëfficiënten te combineren met de kostenramingen van elke maatregel kan worden berekend in hoeverre de plannen bijdragen tot het behalen van de digitale doelstelling.

55 Pijler 1 (groene transitie) omvat groene specifieke onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatiemaatregelen die zijn ingedeeld in het beleidsterrein “O & O & I inzake groene activiteiten” en pijler 2 inzake digitale transformatie omvat specifiek digitale O & O & I-maatregelen die zijn ingedeeld in het beleidsterrein “digitale maatregelen op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie”.

56 Deze mijlpalen en streefdoelen houden verband met maatregelen die bijdragen tot de sociale categorieën, zoals gedefinieerd in Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2105.

57 Op sommige beleidsterreinen (zoals fiscaal beleid en beheer, of hervormingen van de rechtsstaat) zijn relevante maatregelen meestal hervormingen waaraan geen begroting is gekoppeld.

58 Aanbeveling van de Raad van 8 december 2022 over toegang tot betaalbare en hoogwaardige langdurige zorg (2022/C 476/01).

59 Aanbeveling (EU) 2021/1004 van de Raad.

60 Gezien het belang van sociale uitgaven in de nasleep van de COVID-19-pandemie heeft de Commissie bij artikel 29, lid 4, punt b), van de RRF-verordening de bevoegdheid gekregen om een gedelegeerde handeling vast te stellen tot vaststelling van een methode voor verslaglegging over sociale uitgaven, onder meer met betrekking tot kinderen en jongeren, in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. In de door de Commissie gekozen methode worden alle door de faciliteit gefinancierde uitgaven voor hervormingen en investeringen ingedeeld in negen brede beleidsterreinen, die vervolgens worden samengevoegd tot vier sociale categorieën: 1) werkgelegenheid en vaardigheden, 2) onderwijs en kinderopvang, 3) gezondheidszorg en langdurige zorg, en 4) sociaal beleid. Zie Gedelegeerde Verordening 2021/2105.

61 De cijfers zijn illustratief en bestemd voor kwalitatieve analyse; ze vormen geen vergelijkende beoordeling van de herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten. Het aantal en de structuur van de maatregelen in elk nationaal plan lopen sterk uiteen, evenals de wijze van weergave van de verbintenissen inzake gendergelijkheid. Een meer gedetailleerde analyse is te vinden in de werkdocumenten van de diensten van de Commissie die de Europese Commissie voor elk goedgekeurd plan heeft vastgesteld, alsook in de thematische analyse inzake gelijkheid op het scorebord voor herstel en veerkracht.

62 Volgens de methode voor verslaglegging over sociale uitgaven, zoals uiteengezet in Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2105, heeft de Commissie maatregelen gesignaleerd die gericht zijn op gendergelijkheid. Er zij op gewezen dat de Commissie deze methode niet alleen heeft toegepast op maatregelen van sociale aard, maar ook op alle andere maatregelen die zijn opgenomen in goedgekeurde herstel- en veerkrachtplannen die gericht zijn op gendergelijkheid, teneinde deze in de plannen beter in aanmerking te nemen. Gendergelijkheid hoefde niet het belangrijkste aandachtspunt van de betrokken maatregelen te zijn. Ook maatregelen die niet als zodanig zijn aangemerkt, kunnen gevolgen hebben voor gendergelijkheid. De hier gepresenteerde cijfers geven het aantal en het aandeel van de algemene maatregelen met een dergelijke focus weer, en niet de daaraan verbonden kosten.

63 De programma’s van het cohesiebeleid dragen bij tot de ondersteuning van de overgang naar een veiliger en duurzamer energiesysteem. Daarnaast stelt het SAFE-initiatief (Supporting Affordable Energy) de lidstaten in staat om niet-bestede cohesiemiddelen voor de periode 2014-2020 te gebruiken ter ondersteuning van huishoudens en kmo’s die te maken hebben met hogere energiekosten.

64 https://reform-support.ec.europa.eu/what-we-do/green-transition/supporting-repowereu-affordable-secure-and-sustainable-energy-europe_en

65 Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen.

NL NL