Artikelen bij COM(2023)368 - Verrichting van digitale-eurodiensten door betalingsdienstaanbieders die zijn opgericht in lidstaten die de euro niet als munt hebben

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied

Deze verordening stelt regels vast betreffende:

a) de specifieke verplichtingen die van toepassing zijn op betalingsdienstaanbieders die zijn opgericht in lidstaten die de euro niet als munt hebben, wanneer zij digitale-eurobetalingsdiensten verrichten;

b) het toezicht op en de handhaving van de in punt a) bedoelde verplichtingen door de lidstaten die de euro niet als munt hebben;

c) de specifieke verplichtingen die fabrikanten van originele uitrusting van mobiele apparaten en aanbieders van elektronischecommunicatiediensten in de zin van artikel 2, punt 1, van Richtlijn (EU) 2018/1972 die zijn gevestigd in lidstaten die de euro niet als munt hebben, moeten toepassen met betrekking tot de digitale euro.

Artikel 2
Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1. “digitale euro”: de digitale vorm van de eenheidsmunt die beschikbaar is voor natuurlijke en rechtspersonen in de zin van artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) [referentie invoegen — voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro — COM(2023) 369 final];

2. “betalingsdienstaanbieder”: een betalingsdienstaanbieder in de zin van artikel 4, punt 11, van Richtlijn (EU) 2015/2366;

3. “digitale-eurobetalingsdienst”: een digitale-eurobetalingsdienst in de zin van artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) [referentie invoegen — voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euroCOM(2023) 369 final];

4. “verblijfplaats”: de plaats waar een legaal in de Unie verblijvende persoon in de zin van artikel 2, punt 2, van Richtlijn 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad7 zich ophoudt;

5. “bezoeker”: een natuurlijke persoon in de zin van artikel 2, punt 22, van Verordening (EU) [referentie invoegen — voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro — COM(2023) 369 final];

6. “lidstaat die de euro niet als munt heeft”: een lidstaat in de zin van artikel 2, punt 23, van Verordening (EU) [referentie invoegen — voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euroCOM(2023) 369 final];

7. “mobiel apparaat”: een mobiel apparaat in de zin van artikel 2, punt 31, van Verordening (EU) [referentie invoegen — voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro — COM(2023) 369 final].

Artikel 3
Verrichting van digitale-eurobetalingsdiensten

In het kader van Richtlijn (EU) 2015/2366 mogen betalingsdienstaanbieders die zijn opgericht in lidstaten die de euro niet als munt hebben, digitale-eurobetalingsdiensten verstrekken aan:

a) natuurlijke en rechtspersonen die verblijven of gevestigd zijn in de lidstaten die de euro als munt hebben;

b) natuurlijke en rechtspersonen die een digitale-eurorekening hebben geopend op het moment dat zij verbleven of gevestigd waren in de lidstaten die de euro als munt hebben, maar niet langer in die lidstaten verblijven of gevestigd zijn;

c) bezoekers;

d) natuurlijke en rechtspersonen die verblijven of gevestigd zijn in lidstaten die de euro niet als munt hebben, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 18 van Verordening (EU) [referentie invoegen — voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro — COM(2023) 369 final];

e) natuurlijke en rechtspersonen die verblijven of gevestigd zijn in derde landen, met inbegrip van gebieden die onder een monetaire overeenkomst met de Europese Unie vallen, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in de artikelen 19 en 20 van Verordening (EU) [referentie invoegen — voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro — COM(2023) 369 final].

Artikel 4
Toepasselijk recht

1. De in artikel 13, artikel 14, lid 1, hoofdstuk V, artikel 18, hoofdstuk VII, hoofdstuk VIII en hoofdstuk IX van Verordening (EU) nr. X betreffende de vaststelling van de digitale euro vastgestelde vereisten zijn van toepassing op betalingsdienstaanbieders die zijn opgericht op het grondgebied van lidstaten die de euro niet als munt hebben en die digitale-eurobetalingsdiensten verrichten overeenkomstig artikel 1 van deze verordening.

Het in artikel 33 van Verordening (EU) [referentie invoegen — voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro — COM(2023) 369 final] vastgestelde vereiste is van toepassing op fabrikanten van originele uitrusting van mobiele apparaten en aanbieders van elektronischecommunicatiediensten in de zin van artikel 2, punt 1, van Richtlijn (EU) 2018/1972 die zijn gevestigd in lidstaten die de euro niet als munt hebben.

2. Overeenkomstig artikel 4, punt 25, van Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) [referentie invoegen — voorstel voor een richtlijn betreffende betalingsdiensten en elektronischgelddiensten in de interne markt — COM(2023) 366 final], is die richtlijn van toepassing op betalingstransacties in digitale euro.

3. Overeenkomstig artikel 2, punt 10, van Verordening (EU) 2021/1230 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juli 2021 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Unie, is die verordening van toepassing op betalingstransacties in digitale euro.

4. Onverminderd artikel 37 van Verordening (EU) [referentie invoegen — voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro — COM(2023) 369 final] zijn Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering en Verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie op de digitale euro van toepassing.

Artikel 5
Bevoegde autoriteiten

1. Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad is van toepassing op het toezicht door de bevoegde autoriteiten en de sanctieregeling en toezichtregelingen tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en die van de lidstaten van ontvangst met betrekking tot de activiteiten van betalingsdienstaanbieders die zijn gevestigd in lidstaten die de euro niet als munt hebben met betrekking tot de digitale euro voor de toepassing van deze verordening en de verplichtingen als bedoeld in de hoofdstukken IV, V, VI en VII van Verordening (EU) [referentie invoegen — voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro — COM(2023) 369 final].

2. Richtlijn (EU) 2015/843 is, met betrekking tot de digitale euro, van toepassing op het toezicht door de bevoegde autoriteiten en de sanctieregeling en toezichtregelingen tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en die van de lidstaten van ontvangst met betrekking tot de activiteiten van betalingsdienstaanbieders die opgericht zijn in lidstaten die de euro niet als munt hebben, met het oog op de toepassing van deze verordening en de verplichtingen van hoofdstuk IX van Verordening (EU) [referentie invoegen — voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro — COM(2023) 369 final].

Artikel 6
Samenwerking met de Europese Centrale Bank

Met het oog op het toezicht op de toepassing van de hoofdstukken IV, V en VII van Verordening (EU) [referentie invoegen — voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro — COM(2023) 369 final] werken de in artikel 4, lid 1, bedoelde bevoegde autoriteiten samen met de Europese Centrale Bank.

Artikel 7
Wijzigingen

Artikel 2, punt 10, van Verordening (EU) 2021/1230 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juli 2021 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Unie wordt vervangen door ““geldmiddelen”: centralebankgeld dat is uitgegeven voor retailgebruik, giraal geld of elektronisch geld”.

Artikel 8
Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.