Artikelen bij COM(2023)325 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder Verordening 2016/426 betreffende gasverbrandingstoestellen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2023)325 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder Verordening 2016/426 betreffende gasverbrandingstoestellen. |
|---|---|
| document | COM(2023)325 |
| datum | 22 juni 2023 |
INLEIDING
Verordening (EU) 2016/4261 bevat eisen voor het ontwerp en de vervaardiging van gasverbrandingstoestellen en regels voor het vrije verkeer ervan in de Unie. De Commissie is krachtens artikel 4, lid 2, van de verordening bevoegd overeenkomstig artikel 41 gedelegeerde handelingen vast te stellen inzake wijzigingen in de inhoud van de mededelingen van de lidstaten inzake de gasleveringsomstandigheden op hun grondgebied, zoals beschreven in bijlage II, zodat rekening kan worden gehouden met de technische ontwikkelingen op het gebied van de gasleveringsomstandigheden.
RECHTSGRONDSLAG
Dit verslag moet worden opgesteld op grond van artikel 41, lid 2, van Verordening (EU) 2016/426. Krachtens die bepaling is aan de Commissie de bevoegdheid toegekend om gedelegeerde handelingen vast te stellen voor een termijn van vijf jaar met ingang van 21 april 2018 en moet de Commissie uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie opstellen.
UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEIDSDELEGATIE
Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2016/426 heeft de Commissie geen gebruik gemaakt van de bevoegdheid. Er zijn nog geen gedelegeerde handelingen vastgesteld.
De redenen die de medewetgevers hadden om de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie toe te kennen, gelden echter nog steeds en de Commissie zou die bevoegdheid in de toekomst nodig kunnen hebben. In de verordening is de lidstaten bijvoorbeeld de verplichting opgelegd om de Commissie en de andere lidstaten overeenkomstig bijlage II de gassoorten en bijbehorende gebruiksdrukken van op hun grondgebied gebruikte gassen mee te delen. Gezien de snel evoluerende gasmarkt en de toename van het gebruik van gassen uit alternatieve bronnen, waaronder hernieuwbaar gas, moeten de overeenkomstig bijlage II vereiste parameters en andere informatie mogelijk worden aangevuld met aanvullende eisen. De Commissie zou derhalve gebruik kunnen maken van de bevoegdheid om de inhoud van de mededelingen van de lidstaten over de gasleveringsomstandigheden op hun grondgebied te wijzigen.
CONCLUSIE
De Commissie is van mening dat, hoewel zij tot op heden geen gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, de bevoegdheidsdelegatie als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2016/426 stilzwijgend moet worden verlengd met een periode van vijf jaar, overeenkomstig artikel 41, lid 2, van die verordening.
De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad kennis te nemen van dit verslag.
1 Verordening (EU) 2016/426 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende gasverbrandingstoestellen en tot intrekking van Richtlijn 2009/142/EG (PB L 81 van 31.3.2016, blz. 99).
NL NL