Artikelen bij COM(2023)308 - Toepassing van Verordening 549/2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


1. Inleiding

In artikel 12 van Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (de “ESR 2010-verordening”1 of “de verordening”) is bepaald dat de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad om de vijf jaar een verslag voorlegt over de toepassing van deze verordening.

Het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 2010) is het internationale compatibele EU-kader voor financiële verslaglegging dat wordt gebruikt voor een systematische en gedetailleerde beschrijving van een economie. Het is de bron voor tal van belangrijke economische indicatoren voor beleidsvorming en economische analyse door overheden, internationale instellingen en de academische wereld, met inbegrip van het bruto binnenlands product (bbp).

Dit verslag is bedoeld om te voldoen aan het vereiste om in 2023 verslag uit te brengen over de toepassing van de ESR 2010-verordening.

2. Uitvoering van de verordening

a) Kwaliteit van ESR 2010-gegevens over nationale en regionale rekeningen

De Commissie (Eurostat) beoordeelt regelmatig of de kwaliteit van gegevens in de lidstaten in overeenstemming is met de vereisten van het ESR 2010.

Dit deel bevat de beoordeling door Eurostat van de kwaliteit van de nationale en regionale rekeningen die in 2021 door de EU-lidstaten, IJsland, Noorwegen en Zwitserland zijn ingediend2.

De kwaliteitsbeoordeling is uitgevoerd overeenkomstig artikel 4 van de ESR 2010-verordening, waarin is bepaald dat de kwaliteit van de aan Eurostat toegezonden gegevens van de nationale en regionale rekeningen moet worden beoordeeld aan de hand van de kwaliteitscriteria van het Europees statistisch systeem dat bij Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek is ingesteld3. In Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2304 van de Commissie4 zijn de modaliteiten, structuur, periodiciteit en indicatoren van het beoordelingsproces vastgesteld.

De in 2021 verzonden gegevens voldeden in grote lijnen aan de kwaliteitsnormen van het Europees statistisch systeem en de ESR 2010-verordening. In het algemeen zijn de lidstaten erin geslaagd te voldoen aan de gegevensvereisten en methode. De algemene resultaten voor de verschillende kwaliteitscriteria zijn hieronder beschreven.

Relevantie en beschikbaarheid van ESR 2010-gegevens

In 2021 werden de verplichte gegevens van zowel de driemaandelijkse als de jaarlijkse nationale rekeningen met een hoge mate van volledigheid gerapporteerd. De gemiddelde volledigheidspercentages in de EU lagen voor elk gebied van de nationale rekeningen tussen 96 % en 100 %.

Het percentage volledige tabellen steeg van 86 % in 2018 tot 92 % in 2021. Door het verstrijken van de resterende afwijking en de voltooiing van de benchmarkherzieningen van 2019 is de algemene beschikbaarheid van gegevens verbeterd. Er waren ook minder tabellen met tekortkomingen5.

In het kader van de voortdurende inspanningen om aan de veranderende gebruikersbehoeften te voldoen, is Eurostat in 2018 begonnen met de tussentijdse evaluatie van de ESR 2010-verordening6. Een belangrijk aandachtspunt van het project was het verbeteren van de “domeinoverschrijdende consistentie” van de gegevens van de nationale rekeningen (op basis van werkzaamheden in een speciale taskforce), teneinde de inconsistenties in de verschillende delen van de rekeningen of afgeleide administratieve gegevens tot een minimum te beperken. Er werd ook rekening gehouden met nieuwe beleidsgerelateerde eisen, voornamelijk in verband met (overheids-)interacties met de instellingen en organen van de EU, om te zorgen voor een solide rechtsgrondslag voor de driemaandelijkse overheidsinkomsten, -uitgaven en -tekorten, een verbeterde actualiteit van de gegevens over de classificatie van overheidsfuncties (COFOG) en jaarrekeningen van de financiële sector en de herziening van de classificatie van individuele verbruiksfuncties (COICOP).

Nauwkeurigheid

De nauwkeurigheid van de ESR 2010-gegevens wordt gewaarborgd tijdens de regelmatige validering van de gegevens door a) analyse van uitschieters, b) analyse van herzieningen en c) verificatie van de naleving van de methode. Uit de analyse van de herzieningspercentages van de belangrijkste Europese aggregaten is gebleken dat de lidstaten gegevens van goede kwaliteit verstrekken, waardoor Eurostat in staat is vroege en betrouwbare ramingen van het bbp en de werkgelegenheid te publiceren voor zowel EU- als eurozoneaggregaten. De meeste EU-lidstaten, IJsland, Noorwegen en Zwitserland publiceren online informatie over hun nationale herzieningsbeleid. De dekking van de informatie over herzieningen wordt in de loop der jaren steeds beter, ook voor financiële rekeningen, regionale rekeningen en aanbod-, gebruik- en input-outputtabellen.

Actualiteit en stiptheid

In 2021 werden de verplichte kwartaalrekeningen door de meeste landen op of kort voor de officiële indieningstermijn ingediend. Elf lidstaten hebben de voor de ESR 2010-tabellen vereiste jaarlijkse nationale en regionale rekeningen tijdig ingediend.

Toegankelijkheid en duidelijkheid

Alle EU-lidstaten en EVA-lidstaten publiceren onlinedocumentatie over de methoden en samenstellingsmethoden van de nationale rekeningen. De meeste EU-lidstaten hebben online toegang tot een uitgebreide reeks documenten. De inhoud van de beschikbare informatie verschilt van lidstaat tot lidstaat en zou voor sommige domeinen verder kunnen worden ontwikkeld en verrijkt met relevante details.

Coherentie

In 2021 was de algemene interne samenhang binnen en tussen tabellen voor alle lidstaten zeer groot. Wat de domeinoverschrijdende consistentie betreft, zijn de meeste landen erin geslaagd om de domeinoverschrijdende verschillen onder de 0,3 % van het bbp te houden. De absolute verticale verschillen tussen de financiële en de niet-financiële sector op jaarbasis voor de sector niet-financiële vennootschappen en huishoudens bedroegen respectievelijk 1,5 en 2 % van het bbp, en voor de overheidssector minder dan 0,1 % van het bbp.

Acties die zijn ondernomen om de kwaliteit van gegevens te verbeteren

De lidstaten hebben aanzienlijke inspanningen geleverd om de gegevenskwaliteit te verbeteren in overeenstemming met de vereisten van het ESR 2010. De Commissie (Eurostat) ondersteunt deze inspanningen door middel van bijeenkomsten, workshops, cursussen, handleidingen en documenten. De technische samenwerking vindt plaats via de werkgroepen Nationale rekeningen en de procedure bij buitensporige tekorten onder leiding van de vergadering van de directeuren macro-economische statistieken van de nationale bureaus voor de statistiek.

Financiële steun van de Commissie aan de lidstaten is een belangrijk instrument om de volledigheid, vergelijkbaarheid en consistentie van ESR 2010-gegevens verder te verbeteren. Tussen 2018 en 2022 is aan de lidstaten subsidies verstrekt ter verbetering van de ESR 2010-gegevens op specifieke gebieden, met inbegrip van de ontwikkeling van vrijwillige gegevens zoals flash-ramingen en gegevens waarvoor afwijkingen nog zijn toegestaan (tot 2020).

Conclusie

De kwaliteit van de gegevens is tussen januari 2019 en februari 2022 aanzienlijk verbeterd. Dit is toe te schrijven aan: a) het verstrijken van alle tijdelijke afwijkingen op 1 januari 20207; en b) de herziening van de benchmark die in 2019 voor veel landen werd gecoördineerd, met enkele andere in 2020 en 2021.

De COVID-19-crisis zorgde voor nieuwe uitdagingen voor de opstelling van nationale rekeningen8. Eurostat heeft de nationale bureaus voor de statistiek ondersteund bij het aanpakken van deze uitdagingen door op veel gebieden richtsnoeren te verstrekken9 en de regelmatige uitwisseling van ervaringen tussen de lidstaten in diverse fora aan te moedigen.

b) Doeltreffendheid van de verordening en het toezichtsproces

Doeltreffendheid van de verordening

Sinds de bekendmaking van het eerste kwaliteitsverslag10 en de twee begeleidende werkdocumenten van de diensten van de Commissie11 in 2018 zijn verschillende initiatieven op het gebied van het opstellen van nationale jaarrekeningen gelanceerd, voortgezet en/of afgerond.

Wat mondialisering betreft, zijn de meest relevante initiatieven onder meer de lancering van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing (EWS), de ontwikkeling van geïntegreerde mondiale rekeningen (IGA), de consolidatie van het EuroGroups-register (EGR), het proefproject voor het bni-MNO (bruto nationaal inkomen gegenereerd door multinationale ondernemingen), de Europese profilering van grote multinationale ondernemingengroepen, de oprichting van eenheden voor grote zaken in de meeste EU-lidstaten en de oprichting van een MNO-netwerk dat nu ook het EWS omvat. In aansluiting op de conferentie van de directeuren-generaal van de nationale bureaus voor de statistiek (DGINS-conferentie) van 2019 en het “Bratislava-memorandum”, het slotdocument daarvan, zijn alle initiatieven van het Europees statistisch systeem (ESS) inzake mondialisering geïntegreerd in een systematische aanpak van de statistische uitdagingen in verband met de mondialisering.

Bovendien is Eurostat in 2021 begonnen met de regelmatige opstelling van een nieuwe reeks aanbod-, gebruik- en input-outputtabellen (FIGARO-tabellen) voor de verschillende EU-landen12. Het hoofddoel van de FIGARO-tabellen is het mogelijk te maken de economieën van de EU onderling en met niet-EU-partners te verbinden en nationale en internationale organisaties een referentiepunt te bieden voor de analyse van het handels-, mondialiserings-, sociaaleconomisch, macro-economisch en milieubeleid voor de EU-landen.

Eurostat heeft in dezelfde periode ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van een internationaal overeengekomen kader, in de vorm van digitale aanbod- en gebruikstabellen, om de digitale economie te meten en te analyseren, en bevordert momenteel de toepassing ervan met de nationale bureaus voor de statistiek van het ESS. Daarnaast wordt gewerkt aan het verbeteren van gegevensbronnen over de productie en het gebruik van digitale diensten, met inbegrip van e-handel, cloudcomputing en kunstmatige intelligentie.

In het kader van het Eurostat-project voor groei- en productiviteitsrekeningen heeft Eurostat op 15 december 2021 een reeks aanvullende productiviteitsindicatoren gepubliceerd13. De specifieke doelstellingen waren het uitbreiden van de bekendmaking door Eurostat van indicatoren voor de arbeidsproductiviteit (LPI) en het opstellen en publiceren van indicatoren voor de kapitaalproductiviteit (CAPI) om beter tegemoet te komen aan de beleidsbehoeften van het Europees semester en de Digitale Agenda van de EU. Ook is de indicator voor de multifactorproductiviteit (MFP) gepubliceerd, die is gebaseerd op gegevens over gewerkte uren en kapitaalgoederenvoorraden in de nationale rekeningen. Sinds 2018 wordt een voor kwaliteit gecorrigeerde arbeidsindex (QALI) gepubliceerd. Deze meet de arbeidsinput in de economische productie, rekening houdend met zowel de samenstelling van de beroepsbevolking als het aantal gewerkte uren. Bovendien heeft de taskforce vaste activa en raming van het verbruik van vaste activa in het kader van het ESR 2010 (TF FIXCAP) een reeks aanbevelingen opgesteld met het oog op een grotere harmonisatie van de opstelling van de stand van de vaste activa en het verbruik van vaste activa in de verschillende landen.

Eurostat heeft ook vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van ramingen van de verdelingsrekeningen van huishoudens door variabelen van de nationale rekeningen uit te splitsen met indicatoren die zijn afgeleid van microgegevens. In december 2020 publiceerden Eurostat14 en de OESO15 voor het eerst experimentele resultaten van de verdeling van het inkomen en de consumptie van huishoudens afgestemd op de macro-economische totaalcijfers. Eurostat heeft in 2022 een nieuwe Task Force on Household Distributional Accounts (TF HDA) opgericht, die een forum biedt om ervaring en kennis uit te wisselen waarmee landen hun eigen verdelingsrekeningen kunnen schatten of de kwaliteit van de tot dusver behaalde resultaten kunnen verbeteren.

Doeltreffendheid van het op het ESR 2010 toegepaste toezichtsproces

Op de uitvoering van het ESR 2010 in de lidstaten wordt op verschillende manieren toezicht gehouden.

Eurostat, in samenwerking met de nationale gegevensverzamelaars, werkt voortdurend aan de verbetering van de beschikbaarheid van gegevens voor zijn gebruikers. De beschikbaarheid van gegevens wordt regelmatig gecontroleerd tijdens perioden van gegevensproductie. Er is een beperkt aantal gevallen waarin het verzuim van landen om gegevens te verstrekken overeenkomstig de verplichtingen van het ESR 2010 de beschikbaarheid van gegevens in het gedrang brengt. In deze gevallen herinnert Eurostat de betrokken lidstaten aan de indieningsvereisten door periodiek na te gaan of zij voldoen aan de ESR 2010-verordening.

Op de kwaliteit van de door de lidstaten ingediende ESR 2010-gegevens wordt systematisch toezicht gehouden bij elke stap van de validatieprocedure voor elk gebied van de nationale rekeningen, alsook tijdens de jaarlijkse kwaliteitsrapportage. In deze rapportage vult Eurostat de kwaliteitsverslagen per land vooraf in met de kwantitatieve indicatoren voor elk kwaliteitscriterium dat is vastgesteld in Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek. De landen controleren vervolgens de juistheid van de indicatoren en vervolledigen en becommentariëren hun landverslag. Eurostat stelt een algemene beoordeling en individuele aanbevelingen op voor de landverslagen, die uiteindelijk met de landen worden overeengekomen en door Eurostat worden gevalideerd. De resultaten van de nationale kwaliteitsrapportage worden samengevat in het kwaliteitsverslag over de nationale en regionale rekeningen, dat elk jaar in december op de website van Eurostat wordt gepubliceerd.

Het toezicht op de voor het bruto nationaal inkomen (bni) gerapporteerde gegevens vindt op specifieke wijze plaats in de context van eigen middelen, overeenkomstig Verordening (EU) 2019/516 16(bni-verordening). Er bestaat een overgangsmechanisme waarbij voor de jaren 2010 tot en met 2013 de op het ESR 2010 gebaseerde bni-ramingen volgens een overeengekomen methode naar ESR 95-cijfers wordt omgezet. Vanaf het verslagjaar 2014 is het op het bni gebaseerde eigen middel gebaseerd op ESR 2010-gegevens.

In het kader van de bni-verordening verifieert de Commissie (Eurostat) de bronnen en methoden die de lidstaten voor de berekening van het bni gebruiken. Dit gebeurt met behulp van jaarlijkse en meerjarige verificatiemechanismen.

Het jaarlijkse verificatieproces wordt gebaseerd op de gegevens die worden verzonden via de bni-vragenlijsten en de begeleidende verslagen over de kwaliteit van de bni-gegevens die elk jaar vóór 1 oktober worden verzonden.

De meerjarige verificatie is voornamelijk gericht op de inventarisatie van de bronnen en methoden die worden gebruikt om bni-aggregaten en de componenten daarvan (bni-inventaris) te produceren, die door elke lidstaat wordt ingediend en tijdens de bezoeken van Eurostat aan de landen wordt besproken. Wanneer de Commissie van mening is dat de methode die aan de bni-cijfers ten grondslag ligt, moet worden gewijzigd, kan zij actiepunten en punten van voorbehoud maken, wat waar nodig moet leiden tot verbeterde cijfers. In het verslag van de Commissie over de toepassing van de bni-verordening vanaf 202217 wordt een overzicht gegeven van de vooruitgang die de Commissie en de deskundigengroep inzake bruto nationaal inkomen op het gebied van de harmonisatie van het bni hebben geboekt.

Op de gegevens over het overheidstekort en de overheidsschuld wordt toezicht gehouden en zij worden geverifieerd in het kader van de buitensporigtekortprocedure (BTP). Dit houdt ook in dat de onderliggende gegevens van de statistieken van de overheidsfinanciën (Government Finance Statistics, of GFS) worden gevalideerd in het licht van de BTP. De rechtsgrond voor het toezicht op de BTP-gegevens is Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad18. In Verordening (EU) nr. 220/2014 van de Commissie19 is bepaald dat het ESR 2010 met ingang van 1 september 2014 moet worden gebruikt voor BTP- en GFS-doeleinden.

Bij de beoordeling door Eurostat ligt de nadruk op de factoren die een verklaring vormen voor het vorderingenoverschot en de brutoschuld van de overheid (als percentage van het bbp) en de veranderingen in de verhouding tussen de overheidsschuld en het bbp. De lidstaten sturen deze informatie tweemaal per jaar naar Eurostat in de BTP-kennisgevingstabellen, de vragenlijst over de BTP-kennisgevingstabellen, andere gerelateerde vragenlijsten en via bilaterale verduidelijkingen.

De rechtsgrond van de BTP voorziet in regelmatige, grondige rapportage aan de Raad20 en het Europees Parlement, onder meer over GFS-aspecten. Daarnaast brengt Eurostat regelmatig verslag uit over de consistentie van de onderliggende GFS-gegevens met de BTP en over aspecten van vergelijkbaarheid, nauwkeurigheid, beschikbaarheid/actualiteit en verspreiding (alsook over een reeks aanvullende kwaliteitsindicatoren).

Gedetailleerde bronnen en methoden die worden gebruikt om de overheidsrekeningen op te stellen, worden in de BTP-inventarissen gepubliceerd21.

Een voortdurende inspanning om de vergelijkbaarheid en harmonisatie met de ESR 2010-regels te waarborgen, komt tot uiting in de bekendmaking van geactualiseerde versies van het Handboek overheidstekort22 en overheidsschuld in 2019 en 2022, die onder meer dienen om de geharmoniseerde benchmarkherzieningen te vergemakkelijken.

Over het geheel genomen is de kwaliteit van de rapportage van begrotingsgegevens verder verbeterd. In het algemeen hebben de lidstaten gegevens van hogere kwaliteit, vollediger informatie in de BTP-kennisgevingstabellen en andere relevante statistische informatie verstrekt.

De indicatoren van de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden worden berekend op basis van de onderliggende statistieken die door de nationale bureaus voor de statistiek en de centrale banken worden opgesteld en die afkomstig zijn van verschillende gebieden, waaronder de nationale rekeningen en de betalingsbalans. Eurostat houdt actief toezicht op de kwaliteit van deze onderliggende statistieken en met name op de consistentie tussen de betalingsbalansstatistieken en de statistieken van de nationale rekeningen, met bijzondere aandacht voor de niet-financiële rekeningen. Voor het toezicht op de financiële rekeningen en de betalingsbalans werkt Eurostat samen met de Europese Centrale Bank.

Sinds het begin van de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden voldoen de indicatoren van de nationale rekeningen aan de vereisten inzake dekking en actualiteit. Op de kwaliteit wordt voortdurend toezicht gehouden.

De invoering van het ESR 2010 heeft ervoor gezorgd dat de samenstelling van het bbp consistent is met de internationale normen voor nationale rekeningen. Dit draagt bij tot een betere vergelijkbaarheid, niet alleen tussen de EU-lidstaten, maar ook op mondiaal niveau.

Een gemeenschappelijk geharmoniseerd Europees beleid voor de herziening van nationale rekeningen en betalingsbalansstatistieken met betrekking tot benchmark- en routinematige herzieningen is ontwikkeld en er is een begin gemaakt met de vrijwillige toepassing ervan door de lidstaten. Het beleid is gericht op een betere inachtneming van het tweeledige beginsel van onderlinge afstemming op nationaal niveau tussen statistische gebieden en gecoördineerde onderlinge afstemming op EU-niveau tussen de lidstaten. Eurostat houdt toezicht op de naleving van het geharmoniseerde Europese herzieningsbeleid door de EU-lidstaten en de EVA-landen. In 2019 werd het handboek over praktische richtsnoeren voor de herziening van ESR 2010-gegevens23 gepubliceerd. Dit biedt goede praktijken voor routinematige en benchmarkherzieningen en niet-geplande herzieningen.

Het in 2020 gepubliceerde handboek over de consistentie van op ESR 2010 gebaseerde nationale rekeningen24 heeft tot doel de inspanningen van de samenstellers ter verbetering van de consistentie van de nationale rekeningen te ondersteunen. Het bevat definities, toelichtingen, aanbevelingen en voorbeelden van goede praktijken in het kader van de ESR 2010-verordening die ervoor moeten zorgen dat de output van de opstelling van de nationale rekeningen getalsmatig consistent is.

In het licht van het bovenstaande is de Commissie van mening dat de ESR 2010-verordening, in combinatie met diverse toezichtsactiviteiten op basis van andere rechtskaders (zoals hierboven beschreven), er op doeltreffende wijze voor zorgt dat de lidstaten hoogwaardige en vergelijkbare, actuele en betrouwbare gegevens verstrekken voor beleids- en andere doeleinden van de EU.

c) Vooruitgang met betrekking tot gegevens over voorwaardelijke verplichtingen

Eurostat verzamelt gegevens over voorwaardelijke verplichtingen in het kader van Richtlijn 2011/85/EU van de Raad25. In artikel 14, lid 3, van die richtlijn zijn nieuwe statistische vereisten voor de lidstaten vastgesteld.

In de ESR 2010-verordening wordt dit erkend (in de overwegingen 19, 20 en 22) en is bepaald dat de Commissie met een bepaalde regelmaat aan het Parlement en de Raad verslag moet uitbrengen over de beschikbaarheid van de desbetreffende informatie (zie de artikelen 11 en 12). Daarom publiceerde de Commissie in februari 2019 het tweede “Verslag over impliciete verplichtingen die mogelijke gevolgen hebben voor de overheidsbegrotingen”26.

De gegevens die Eurostat in het kader van de bovengenoemde richtlijn verzamelt, zijn de belangrijkste bron van informatie over voorwaardelijke verplichtingen van de overheden in de lidstaten27. De modellen voor de gegevensverzameling en de richtsnoeren voor de uitvoering zijn opgenomen in het besluit van Eurostat van 22 juli 2013 inzake het overheidstekort en de overheidsschuld – supplement inzake voorwaardelijke verbintenissen en mogelijke verplichtingen in verband met de vragenlijst met betrekking tot de BTP28.

In dit besluit is gespecificeerd dat Eurostat geselecteerde indicatoren met betrekking tot de volgende voorwaardelijke verplichtingen verzamelt en publiceert: overheidsgaranties, buiten de balans vallende publiek-private partnerschappen, verplichtingen van door de overheid beheerde entiteiten die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid (overheidsbedrijven) en oninbare leningen (overheidsactiva29).

De lidstaten hebben gegevens gepubliceerd op nationaal niveau en deze voor het eerst bij Eurostat ingediend tegen eind december 2014. Sindsdien worden de gegevens jaarlijks verzameld, gevolgd door de bekedmaking ervan door Eurostat tegen eind januari (T+13 maanden) van elk jaar. Eurostat publiceert de cijfers in miljoenen van de nationale valuta en als percentage van het bbp in zijn database, samen met de bijbehorende metagegevens en landspecifieke voetnoten. Er verschijnt ook een begeleidende publicatie van nieuwsitems30, evenals een artikel met uitleg over statistieken3132.

De lidstaten hebben opnieuw vooruitgang geboekt op het gebied van de volledigheid (d.w.z. de opname van alle verplichtingen) en de dekking van de gegevens (d.w.z. het bestrijken van de gehele overheid). Alle lidstaten hebben de gevraagde gegevens verstrekt en een aantal lidstaten hebben hun cijfers herzien en aangepast om ze beter af te stemmen op de overeengekomen richtsnoeren.

De volledigheid en dekking van de gegevens variëren per indicator en per lidstaat. De gegevensverzameling van Eurostat bevat voor de meeste lidstaten volledige gegevens met een goede dekking voor alle indicatoren. Voor sommige lidstaten zijn de gegevens echter nog niet volledig, met name voor de lokale overheid. De gegevens over oninbare leningen moeten nog worden verbeterd. Verscheidene lidstaten moeten nog vooruitgang boeken wat betreft de tijdige beschikbaarheid van gegevens over verplichtingen van entiteiten waarover de overheid zeggenschap heeft en die niet bij de overheid zijn ingedeeld.

4. Conclusies

In dit verslag worden de kwaliteit van de ESR 2010-gegevens, de doeltreffendheid van de ESR 2010-verordening en de toezichtsprocessen, alsook de vooruitgang op het gebied van voorwaardelijke verplichtingen geanalyseerd, zoals vereist op grond van artikel 12 van de verordening.

Het ESR 2010 werd in september 2014 voor het eerst in de lidstaten toegepast. Sindsdien is de uitvoering voortgezet, bijvoorbeeld door het opheffen van afwijkingen die aan afzonderlijke lidstaten waren toegestaan. Sinds de invoering ervan is de volledigheid van de gegevens aanzienlijk verbeterd. Ook de beschikbaarheid van gegevens over voorwaardelijke verplichtingen, die gedeeltelijk in het kader van afzonderlijke wetgeving worden verstrekt, is verbeterd.

Het bni-verificatieproces heeft geleid tot verbeteringen van de betrouwbaarheid, vergelijkbaarheid en volledigheid van de bni-gegevens, aangezien de lidstaten een aantal herzieningen hebben doorgevoerd om de vastgestelde actiepunten en bni-punten van voorbehoud aan te pakken.

Na de eerste benchmarkherzieningen van de ESR 2010-gegevens die de meeste landen in of rond 2019 hebben ingevoerd, wordt voor 2024 overeenstemming bereikt over de volgende gecoördineerde benchmarkherziening van de nationale rekeningen en de betalingsbalans. Sinds 2014 hebben de lidstaten bij benchmarkherzieningen en andere belangrijke ad-hocherzieningen de gegevensbronnen en geharmoniseerde methoden verbeterd. Eurostat heeft stappen ondernomen om zich voor te bereiden op en doeltreffend te communiceren over de herziening van de benchmark voor 2024. Daartoe wordt de nadruk gelegd op goede praktijken in overeenstemming met het geharmoniseerde Europese herzieningsbeleid en overeengekomen officiële communicatie.

De tussentijdse evaluatie van het ESR 2010-indieningsprogramma ging in 2018 van start. Het voorstel van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 549/2013 is in 2022 door de Raad en het Europees Parlement besproken. De interinstitutionele onderhandelingen tussen de drie instellingen hebben in oktober 2022 plaatsgevonden. Na de aanneming door het Europees Parlement op 2 februari 2023 is de overeengekomen verordening op 15 maart 2023 in het Publicatieblad bekendgemaakt en zal zij vanaf september 2024 van toepassing zijn op de indiening van gegevens.

De Commissie is van mening dat de ESR 2010-verordening, in combinatie met verschillende toezichtsactiviteiten op basis van andere rechtskaders, er op doeltreffende wijze voor zorgt dat de lidstaten hoogwaardige en vergelijkbare, actuele en betrouwbare gegevens verstrekken voor beleids- en andere doeleinden van de EU.


1 PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1.

2 https://ec.europa.eu/eurostat/web/esa-2010/esa-2010-implementation-and-data-quality

3 Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

4 Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2304 van de Commissie van 19 december 2016 betreffende de modaliteiten, de structuur, de periodiciteit en de evaluatie-indicatoren van de kwaliteitsverslagen over krachtens Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad ingediende gegevens (PB L 345 van 20.12.2016, blz. 27).

5 Nadere bijzonderheden over de analyse zijn te vinden in hoofdstuk 4 van de beoordeling door Eurostat van de kwaliteit van de gegevens van de nationale en regionale rekeningen, uitgave 2022.

6 Zie Verordening (EU) 2023/734 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2023 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 549/2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie en tot intrekking van elf rechtshandelingen op het gebied van nationale rekeningen (PB L 97 van 5.4.2023, blz. 1).

7 Met uitzondering van Zwitserland waarvoor afwijkingen tot 2024 gelden.

8 https://ec.europa.eu/eurostat/documents/737960/9861115/COVID19_national_accounts_QandA.pdf en https://ec.europa.eu/eurostat/web/government-finance-statistics/methodology/guidance-on-accounting-rules

9 https://ec.europa.eu/eurostat/data/metadata/covid-19-support-for-statisticians

10 Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie en over de toepassing van de toegestane afwijkingen (COM(2018) 506 final report)

11 Werkdocument van de diensten van de Commissie, beschikbaarheid van ESR 2010-gegevens en toepassing van toegestane afwijkingen (SWD/2018/354 final) en werkdocument van de diensten van de Commissie, kwaliteitsverslag over nationale en regionale rekeningen. 2016 data, SWD/2018/355 final.

12 https://ec.europa.eu/eurostat/web/esa-supply-use-input-tables/figaro

13 https://ec.europa.eu/eurostat/web/national-accounts/methodology/european-accounts/productivity-indicators

14 https://ec.europa.eu/eurostat/web/experimental-statistics/ic-social-surveys-and-national-accounts

15 http://www.oecd.org/sdd/na/household-distributional-results-in-line-with-national-accounts-experimental-statistics.htm; https://stats.oecd.org/Index.aspx?DataSetCode=EGDNA_PUBLIC

16 Verordening (EU) 2019/516 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen en tot intrekking van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad (bni-verordening) (PB L 91 van 29.3.2019, blz. 19).

17 Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van Verordening (EU) 2019/516 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen en tot intrekking van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad (bni-verordening) (COM/2022/733 final).

18 Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 1).

19 Verordening (EU) nr. 220/2014 van de Commissie van 7 maart 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad met betrekking tot de verwijzingen naar het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 69 van 8.3.2014, blz. 101).

20 Economisch en Financieel Comité.

21 https://ec.europa.eu/eurostat/web/government-finance-statistics/excessive-deficit-procedure/edp-inventories

22 https://ec.europa.eu/eurostat/web/government-finance-statistics/methodology/manuals

23 https://ec.europa.eu/eurostat/documents/3859598/9530664/KS-GQ-18-012-EN-N.pdf/19dc3542-aa34-4b6b-a981-8a4f244074e8

24 https://ec.europa.eu/eurostat/web/products-manuals-and-guidelines/-/ks-gq-20-004
25 Richtlijn 2011/85/EU van de Raad van 8 november 2011 tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 41)
26 Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over impliciete verplichtingen met mogelijke gevolgen voor de overheidsbegrotingen, COM/2019/81 final.
27 Er bestaan ook andere gegevensverzamelingen van Eurostat (bv. de aanvullende tabel voor de financiële crisis, de vragenlijst met betrekking tot de BTP). Deze bevatten beperkte en/of vertrouwelijke informatie over bepaalde soorten voorwaardelijke verplichtingen.

28 https://ec.europa.eu/eurostat/documents/1015035/2041337/ESTAT-decision-Suppl-on-conting-liab-EDP-Q.pdf/0b35165a-ee53-470a-a15a-7beaa98aac8b
29 De lidstaten moeten dezelfde indicatoren publiceren op nationaal niveau en in aanvulling daarop, de gegevens over de overheidsparticipatie in het kapitaal van bedrijven.
30 https://ec.europa.eu/eurostat/web/government-finance-statistics/publications
31 https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Contingent_liabilities_and_non-performing_loans_-_statistics
32 https://ec.europa.eu/eurostat/web/government-finance-statistics/contingent-liabilities

NL NL