Artikelen bij COM(2023)279 - Wijziging van de Richtlijnen (EU) 2009/65/EG, 2009/138/EG, 2011/61/EU, 2014/65/EU en (EU) 2016/97 wat de Unieregels inzake de bescherming van retailbeleggers betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Wijzigingen van Richtlijn 2014/65/EU

Richtlijn 2014/65/EU wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1, lid 4, wordt punt a) vervangen door:

“a) artikel 9, lid 3, artikel 14, artikel 16, leden 2, 3 en 6, artikel 16 -bis, lid 1, eerste, tweede en vijfde alinea, artikel 16 -bis, lid 3, artikel 16 -bis, lid 4, eerste en tweede alinea, artikel 16 -bis, leden 7, 8 en 10, en artikel 16 -bis, lid 11, punt b);”.

2. In artikel 3, lid 2, worden de punten b) en c) vervangen door:

“b) de in acht te nemen gedragsregels die zijn vastgelegd in artikel 24, leden 1, 1 bis, 3, 4, 5, 7 en 10, artikel 25, leden 2, 4, 5 en 6, en, indien die personen uit hoofde van de nationale regeling verbonden agenten mogen aanwijzen, artikel 29, en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen;

c) organisatorische eisen als vastgesteld in artikel 16, leden 3, 6 en 7, artikel 16 -bis, lid 1, eerste, tweede en vijfde alinea, artikel 16 -bis, lid 3, artikel 16 -bis, lid 4, eerste en tweede alinea, artikel 16 -bis, lid 7, punt c), en leden 8 en 10, en artikel 16, lid 11, punt b), en de overeenkomstige gedelegeerde handelingen die zijn vastgesteld door de Commissie overeenkomstig artikel 89.”.

3. Aan artikel 4, lid 1, worden de volgende punten 66, 67 en 68 toegevoegd:

“66. “publicitaire mededeling”: elke openbaarmaking van informatie die niet op grond van het Unierecht of het nationale recht vereist is en niet behoort tot het in artikel 88 ter bedoelde materiaal voor financiële scholing of tot onderzoek op beleggingsgebied dat aan de voorwaarden voldoet om als zodanig te worden behandeld, die direct of indirect beleggingen in een of meer financiële instrumenten of categorieën financiële instrumenten of het gebruik van beleggingsdiensten of nevendiensten van een beleggingsonderneming bevordert of aanmoedigt, en die wordt gedaan:

a) door een beleggingsonderneming of een derde partij die wordt vergoed of aangemoedigd door middel van een niet-geldelijke tegemoetkoming door een dergelijke beleggingsonderneming; 

b) aan natuurlijke of rechtspersonen; 

c) in welke vorm en met welk middel dan ook;   

67. “marketingpraktijk”: elke strategie of elk gebruik van een instrument dat of techniek die wordt toegepast door een beleggingsonderneming of door een derde partij die door middel van een niet-geldelijke tegemoetkoming door een dergelijke beleggingsonderneming wordt vergoed of aangemoedigd om:

a) op directe of indirecte wijze publicitaire mededelingen te verspreiden;

b) het bereik en de doeltreffendheid van de publicitaire mededelingen te versnellen of te verbeteren;

c) op enigerlei wijze beleggingsondernemingen, financiële instrumenten of beleggingsdiensten te promoten;

68. “online-interface”: software, waaronder een website, een deel van een website of een applicatie.”.

4. Het volgende artikel 5 bis wordt ingevoegd:

Artikel 5 bis

Procedure voor het aanpakken van niet-toegestane activiteiten die via digitale middelen worden aangeboden

1. Wanneer een natuurlijke of rechtspersoon op het grondgebied van een lidstaat onlinebeleggingsdiensten of -activiteiten voor cliënten verricht zonder over een vergunning krachtens artikel 5, lid 1, of het nationale recht te beschikken, of wanneer een bevoegde autoriteit goede redenen heeft om te vermoeden dat die entiteit dergelijke diensten verricht zonder over een vergunning krachtens artikel 5, lid 1, of het nationale recht te beschikken, dragen de lidstaten er zorg voor dat de bevoegde autoriteit alle passende en evenredige maatregelen neemt om te voorkomen dat de niet-toegestane beleggingsdiensten of -activiteiten worden aangeboden, ook wat betreft publicitaire mededelingen, door gebruik te maken van de in artikel 69, lid 2, bedoelde toezichtbevoegdheden. Daarbij worden de in hoofdstuk II genoemde beginselen inzake samenwerking tussen de lidstaten in acht genomen. 

2. De lidstaten bepalen dat de bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 71 elk besluit publiceren waarbij een krachtens lid 1 genomen maatregel wordt opgelegd.  

De bevoegde autoriteiten stellen ESMA onverwijld van een dergelijk besluit in kennis. ESMA zet een elektronische databank op met de door de bevoegde autoriteiten ingediende besluiten, die toegankelijk is voor alle bevoegde autoriteiten. ESMA publiceert een lijst van alle bestaande besluiten, met een beschrijving van de betrokken natuurlijke of rechtspersonen en de aard van de diensten of producten die worden geleverd. De lijst is voor het publiek toegankelijk via een link op de website van ESMA. Als het natuurlijke personen betreft, mag deze lijst niet leiden tot de publicatie van meer persoonsgegevens van die natuurlijke personen dan die welke door de bevoegde autoriteit krachtens de eerste alinea en overeenkomstig artikel 71, lid 1, zijn gepubliceerd.”;

5. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

(a) aan lid 3 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Indien de vergunning niet is toegekend, stelt de bevoegde autoriteit ESMA in kennis van de redenen daarvoor.”;

(b) het volgende lid 3 bis wordt ingevoegd: 

“3 bis. ESMA stelt een lijst op van alle entiteiten waaraan een vergunning is geweigerd en stelt deze lijst ter beschikking van de bevoegde autoriteiten.  

De lijst bevat informatie over de diensten of activiteiten waarvoor elke beleggingsonderneming een vergunning heeft aangevraagd, alsmede de redenen voor de weigering om de vergunning toe te kennen, en wordt regelmatig bijgewerkt.”. 

6. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

(a) de tweede alinea wordt vervangen door:

“Elke intrekking van een vergunning wordt ter kennis van ESMA gebracht. De bevoegde autoriteit stelt ESMA in kennis van de redenen voor de intrekking van de vergunning.”;

(b) de volgende alinea wordt toegevoegd:

“De in artikel 7, lid 3 bis, bedoelde lijst bevat ook alle entiteiten waarvan de vergunning is ingetrokken, alsmede informatie, voor elke beleggingsonderneming, over de diensten of activiteiten waarvoor de vergunning is ingetrokken en de redenen voor de intrekking van de vergunning.”.

7. Artikel 9, lid 3, wordt als volgt gewijzigd: 

(a) de eerste alinea wordt vervangen door:

“De lidstaten dragen er zorg voor dat het leidinggevend orgaan van een beleggingsonderneming governanceregelingen opstelt, toezicht houdt op en verantwoording aflegt voor de uitvoering ervan; deze regelingen garanderen een doeltreffend en prudent bestuur van de beleggingsonderneming en voorzien onder meer in een scheiding van taken in de beleggingsonderneming, in de voorkoming van belangenconflicten en in de bescherming van de beleggers, en dit op een wijze die de integriteit van de markt en de belangen van de cliënten bevordert.”;

(b) aan de tweede alinea wordt het volgende punt d) toegevoegd: 

“d) het leidinggevend orgaan bepaalt een beleid op het gebied van publicitaire mededelingen en marketingpraktijken, gericht op de naleving van de verplichtingen van artikel 24 quater; het keurt dit beleid goed en ziet toe op de uitvoering ervan.”.

8. Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd: 

(a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. De lidstaat van herkomst schrijft voor dat beleggingsondernemingen voldoen aan de in de leden 2 tot en met 10 van dit artikel, in artikel 16 bis en in artikel 17 neergelegde organisatorische eisen.”;

(b) in lid 3 worden de tweede tot en met de zevende alinea geschrapt;

(c) het volgende lid 3 bis wordt ingevoegd: 

“3 bis. Een beleggingsonderneming treft en handhaaft doeltreffende organisatorische en administratieve regelingen om alle redelijke maatregelen te kunnen nemen teneinde ervoor te zorgen dat publicitaire mededelingen en marketingpraktijken in overeenstemming zijn met de verplichtingen van artikel 24 quater.”;

(d) het volgende lid 7 bis wordt ingevoegd:

“7 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat beleggingsondernemingen passende procedures en regelingen, met inbegrip van elektronische communicatiekanalen, instellen om te waarborgen dat de rechten van cliënten uit hoofde van deze richtlijn zonder beperkingen kunnen worden uitgeoefend en dat klachten van cliënten als bedoeld in artikel 75 naar behoren worden behandeld. Deze procedures stellen beleggers in staat klachten te registreren in om het even welke taal waarin communicatiemateriaal of diensten zijn verstrekt of in de taal die tussen de onderneming en haar cliënten is overeengekomen voordat een transactie werd aangegaan.

In alle gevallen worden klachten geregistreerd en ontvangen klagers binnen 40 werkdagen antwoord.”.

9. Na artikel 16 wordt het volgende artikel 16 -bis ingevoegd:

Artikel 16 -bis

Vereisten inzake productgovernance

1. De lidstaten dragen er zorg voor dat beleggingsondernemingen die financiële instrumenten ontwikkelen voor verkoop aan cliënten zorgen voor het onderhoud, de exploitatie en de toetsing van een proces voor de goedkeuring van elk financieel instrument en significante aanpassingen van bestaande financiële instrumenten voor het in de handel wordt gebracht of onder cliënten in omloop wordt gebracht (het productgoedkeuringsproces).

Het productgoedkeuringsproces bevat alle volgende elementen:

(a) een specificatie van een geïdentificeerde doelmarkt van eindcliënten binnen de relevante categorie van cliënten voor elk financieel instrument; 

(b) een duidelijke beschrijving van de doelstellingen en behoeften van de doelmarkt; 

(c) een beoordeling van de vraag of het financiële instrument op passende wijze is ontworpen om te voldoen aan de doelstellingen en behoeften van de doelmarkt;  

(d) een beoordeling van alle relevante risico’s voor de beoogde doelmarkt, ook om na te gaan of de geplande distributiestrategie is afgestemd op de beoogde doelmarkt;  

(e) met betrekking tot financiële instrumenten die overeenkomstig artikel 4, punt 1, van Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad* onder de definitie van verpakte retailbeleggingsproducten vallen, een duidelijke identificatie en kwantificering van alle kosten en lasten die aan het financiële instrument verbonden zijn en een beoordeling van de vraag of deze kosten en lasten gerechtvaardigd en evenredig zijn, gelet op de kenmerken, doelstellingen en, indien relevant, strategie van het financiële instrument, en de prestaties ervan (“prijsstellingsproces”).  

Het in punt e) bedoelde prijsstellingsproces omvat een vergelijking met de door ESMA overeenkomstig lid 9 gepubliceerde relevante benchmark, indien beschikbaar, met betrekking tot de kosten en prestaties.  

Wanneer een financieel instrument afwijkt van de relevante benchmark als bedoeld in lid 9, voert de beleggingsonderneming aanvullende tests en verdere evaluaties uit en stelt zij vast of de kosten en lasten niettemin gerechtvaardigd en evenredig zijn. Als niet kan worden aangetoond dat de kosten en lasten gerechtvaardigd en evenredig zijn, wordt het financiële instrument niet door de beleggingsonderneming goedgekeurd.

Een beleggingsonderneming die financiële instrumenten ontwikkelt, verstrekt aan distributeurs alle informatie over het financieel instrument en het productgoedkeuringsproces die nodig is om dit instrument en de elementen waarmee rekening is gehouden tijdens het productgoedkeuringsproces volledig te begrijpen, met inbegrip van volledige en nauwkeurige gegevens over alle kosten en lasten van het financiële instrument.   

2. Een beleggingsonderneming die financiële instrumenten ontwikkelt die overeenkomstig artikel 4, punt 1, van Verordening (EU) nr. 1286/2014 onder de definitie van verpakte retailbeleggingsproducten vallen, overlegt de volgende informatie aan de bevoegde autoriteiten van haar lidstaat van herkomst:  

(a) details van de kosten en lasten van het financiële instrument, met inbegrip van eventuele distributiekosten die in de kosten van het financiële instrument zijn opgenomen, met inbegrip van betalingen door derden; 

(b) gegevens over de kenmerken van het financiële instrument, met name de prestaties en het risiconiveau. 

De bevoegde autoriteiten dragen de in de punten a) en b) bedoelde gegevens onverwijld over aan ESMA. 

3. Een beleggingsonderneming die financiële instrumenten aanbiedt of aanbeveelt die zij niet zelf ontwikkelt, beschikt over adequate regelingen om de in lid 1 genoemde informatie te verkrijgen en de kenmerken en de beoogde doelmarkt van elk financieel instrument te begrijpen.  

4. Een beleggingsonderneming toetst regelmatig financiële instrumenten die zij aanbiedt of aanbeveelt, waarbij rekening wordt gehouden met alle gebeurtenissen of risico’s die materiële gevolgen kunnen hebben voor de geïdentificeerde doelmarkt, om te beoordelen of het financieel instrument blijft beantwoorden aan de doelstellingen en behoeften van de geïdentificeerde doelmarkt en of de geplande distributiestrategie passend blijft.   

Een beleggingsonderneming die financiële instrumenten aanbiedt of aanbeveelt die onder de definitie van verpakte retailbeleggingsproducten overeenkomstig artikel 4, punt 1, van Verordening (EU) nr. 1286/2014 vallen: 

(a) identificeert en kwantificeert de distributiekosten en eventuele andere kosten en lasten waarmee de ontwikkelaar nog geen rekening heeft gehouden; 

(b) beoordeelt of de totale kosten en lasten gerechtvaardigd en evenredig zijn, in het licht van de doelstellingen en behoeften van de doelmarkt (prijsstellingsproces).  

Het in de punten a) en b) bedoelde prijsstellingsproces omvat een vergelijking met de door ESMA overeenkomstig lid 9 gepubliceerde relevante benchmark, indien beschikbaar, met betrekking tot de kosten en prestaties.  

Wanneer een financieel instrument, samen met de kosten van de diensten voor de cliënt om dit instrument aan te kopen, afwijkt van de relevante benchmark als bedoeld in lid 9, voert de beleggingsonderneming die een financieel instrument aanbiedt of aanbeveelt aanvullende tests en verdere evaluaties uit en stelt zij vast of de kosten en lasten niettemin gerechtvaardigd en evenredig zijn. Als niet kan worden aangetoond dat de kosten en lasten gerechtvaardigd en evenredig zijn, wordt het financiële instrument niet door de beleggingsonderneming aangeboden of aanbevolen.

5. Een beleggingsonderneming die financiële instrumenten aanbiedt of aanbeveelt die overeenkomstig artikel 4, punt 1, van Verordening (EU) nr. 1286/2014 onder de definitie van verpakte retailbeleggingsproducten vallen, brengt aan de bevoegde autoriteiten van haar lidstaat van herkomst verslag uit over de distributiekosten, met inbegrip van eventuele kosten in verband met advies of eventuele verband houdende betalingen door derden.

De bevoegde autoriteiten dragen deze gegevens over de distributiekosten zonder onnodige vertraging over aan ESMA.

6. Een beleggingsonderneming die financiële instrumenten aanbiedt of aanbeveelt die overeenkomstig artikel 4, punt 1, van Verordening (EU) nr. 1286/2014 onder de definitie van verpakte retailbeleggingsproducten vallen en die zijn ontwikkeld door een ontwikkelaar die niet onderworpen is aan de in lid 2 neergelegde rapportageverplichtingen of andere gelijkwaardige rapportageverplichtingen, brengt aan de bevoegde autoriteiten van haar lidstaat van herkomst verslag uit over het volgende:

(a) details van de kosten en lasten van elk financieel instrument dat bestemd is voor retailbeleggers, met inbegrip van eventuele distributiekosten die in de kosten van het financiële instrument zijn opgenomen, met inbegrip van betalingen door derden; 

(b) gegevens over de kenmerken van de financiële instrumenten, met name de prestaties en het risiconiveau.

De bevoegde autoriteiten geven deze gegevens zonder onnodige vertraging door aan ESMA.

7. Een beleggingsonderneming documenteert alle verrichte evaluaties en draagt deze evaluaties op verzoek over aan een relevante bevoegde autoriteit, met inbegrip van het volgende:

(a) indien zulks relevant is, de resultaten van de vergelijking van het financiële instrument met de relevante benchmark;

(b) indien van toepassing, de redenen die een afwijking van de benchmark rechtvaardigen;

(c) de motivering en staving van de evenredigheid van de kosten en lasten van het financiële instrument.

8. Een beleggingsonderneming die het financiële instrument ontwikkelt en aanbiedt of aanbeveelt, mag één prijsstellingsproces vaststellen dat betrekking heeft op zowel de ontwikkelings- als de distributiefase.  

9. Na raadpleging van Eiopa en de bevoegde autoriteiten ontwikkelt en publiceert ESMA in voorkomend geval gemeenschappelijke benchmarks voor financiële instrumenten met vergelijkbare prestatieniveaus, risico’s, strategieën, doelstellingen of andere kenmerken, om beleggingsondernemingen te helpen bij de vergelijkende evaluatie van de kosten en prestaties van financiële instrumenten die onder de definitie van verpakte retailbeleggingsproducten vallen, zowel in de ontwikkelings- als in de distributiefase.   

De benchmarks geven een bereik van kosten en prestaties weer om de identificatie van financiële instrumenten waarvan de kosten en prestaties aanzienlijk afwijken van het gemiddelde te vergemakkelijken.  

Op basis van de kosten waarmee rekening wordt gehouden voor de ontwikkeling van benchmarks voor beleggingsondernemingen die financiële instrumenten ontwikkelen, is niet alleen een vergelijking van de totale productkosten mogelijk, maar ook een vergelijking van afzonderlijke kostencomponenten. De kosten waarmee rekening wordt gehouden voor de ontwikkeling van benchmarks voor distributeurs hebben niet alleen betrekking op de totale kosten van het product, maar ook op de distributiekosten.  

ESMA werkt de benchmarks regelmatig bij.   

10. De maatregelen, processen en regelingen als bedoeld in de leden 1 tot en met 9 laten alle andere vereisten van deze richtlijn en Verordening (EU) nr. 600/2014 onverlet, met inbegrip van de vereisten inzake openbaarmaking, geschiktheid of adequaatheid, vaststelling van en omgang met belangenconflicten, en betalingen door derden.  

11. De Commissie is bevoegd deze verordening aan te vullen door overeenkomstig artikel 89 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter nadere bepaling van:  

(a) de door ESMA gebruikte methodologie om de in lid 9 bedoelde benchmarks te ontwikkelen; 

(b) de criteria om te bepalen of de kosten en lasten gerechtvaardigd en evenredig zijn.

12. Na raadpleging van Eiopa en de bevoegde autoriteiten en rekening houdend met de in lid 11, punt a), bedoelde methodologie, stelt ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter nadere bepaling van:

(a) de inhoud en de aard van de gegevens en details van de kosten en lasten die aan de bevoegde autoriteiten moeten worden gerapporteerd overeenkomstig de leden 2, 5 en 6, op basis van de openbaarmakings- en rapportageverplichtingen, tenzij aanvullende gegevens uitzonderlijk noodzakelijk zijn;

(b) de datastandaarden en opmaakmodellen, methoden en regelingen, frequentie en begindatum voor de informatie die overeenkomstig de leden 2, 5 en 6 moet worden gerapporteerd.

ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk [18 maanden] na de vaststelling van de in lid 11 bedoelde gedelegeerde handeling in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om krachtens artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 de technische reguleringsnormen vast te stellen.”.

_____

* Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PB L 352 van 9.12.2014, blz. 1).


10. Artikel 16 bis wordt vervangen door:

Artikel 16 bis

Vrijstellingen van de vereisten inzake productgovernance

Een beleggingsonderneming wordt vrijgesteld van de vereisten van artikel 16 -bis, lid 1, en artikel 24, lid 2, indien de beleggingsdienst die zij verleent betrekking heeft op obligaties zonder andere ingebedde derivaten dan een make-whole-clausule (bepaling inzake vervroegde aflossing) of indien de financiële instrumenten uitsluitend onder in aanmerking komende tegenpartijen worden verhandeld of verspreid.”.


11. Aan artikel 21 worden de volgende leden 3 en 4 toegevoegd:

“3. ESMA of de bevoegde autoriteit van een lidstaat van ontvangst op het grondgebied waarvan een onderneming actief is, kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst verzoeken na te gaan of deze onderneming nog steeds voldoet aan de in hoofdstuk I vermelde vergunningsvoorwaarden.

ESMA wordt van een dergelijk verzoek in kennis gesteld. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst deelt haar bevindingen binnen twee maanden na het verzoek mee aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst en aan ESMA.

4. Als er reden tot bezorgdheid is over potentiële bedreigingen voor de beleggersbescherming kan ESMA op eigen initiatief of op verzoek van een of meer bevoegde autoriteiten een samenwerkingsplatform opzetten en coördineren overeenkomstig de in artikel 87 bis vermelde voorwaarden.”.

12. Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

(a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. De lidstaten schrijven voor dat een beleggingsonderneming zich bij het aan cliënten verlenen van beleggingsdiensten of, in voorkomend geval, nevendiensten, op eerlijke, billijke en professionele wijze inzet voor de belangen van haar cliënten en met name de in dit artikel en in de artikelen 24 bis tot en met 25 neergelegde beginselen in acht neemt.”;

(b) het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

“1 bis. Om ervoor te zorgen dat beleggingsondernemingen in het belang van de cliënt handelen wanneer zij beleggingsadvies verstrekken aan niet-professionele cliënten, worden zij er door de lidstaten toe verplicht:

(a) advies te verstrekken op basis van een evaluatie van een passend gamma aan financiële instrumenten;

(b) de meest kostenefficiënte financiële instrumenten aan te bevelen van alle financiële instrumenten die overeenkomstig artikel 25, lid 2, als geschikt voor de cliënt zijn aangemerkt en soortgelijke kenmerken hebben;

(c) uit het gamma aan financiële instrumenten die overeenkomstig artikel 25, lid 2, als geschikt voor de cliënt zijn aangemerkt, een product of producten aan te bevelen zonder aanvullende kenmerken die niet noodzakelijk zijn om de beleggingsdoelstellingen van de cliënt te verwezenlijken en die extra kosten met zich meebrengen.”;

(c) in lid 2 wordt de eerste alinea vervangen door:

“De lidstaten dragen er zorg voor dat beleggingsondernemingen die financiële instrumenten ontwikkelen voor verkoop aan cliënten:

(a) deze financiële instrumenten zo ontwerpen dat zij voldoen aan de wensen van een geïdentificeerde doelmarkt van eindcliënten binnen de categorie van cliënten in kwestie;

(b) hun strategie voor de distributie van de financiële instrumenten, ook wat betreft publicitaire mededelingen en marketingpraktijken, zo ontwerpen dat deze compatibel is met de geïdentificeerde doelmarkt;

(c) redelijke stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat de financiële instrumenten worden gedistribueerd aan de geïdentificeerde doelmarkt.”;

(d) lid 3 wordt vervangen door:

“Alle door de beleggingsonderneming aan cliënten of potentiële cliënten verstrekte informatie is correct, duidelijk en niet misleidend.”;

(e) lid 4 wordt als volgt gewijzigd:

i) de eerste alinea wordt als volgt gewijzigd:

— de inleidende zin wordt vervangen door:

“Aan cliënten of potentiële cliënten wordt tijdig, voordat een dienst wordt verricht of een transactie wordt gesloten, passende informatie verstrekt over de beleggingsonderneming en haar diensten, de financiële instrumenten en de voorgestelde beleggingsstrategieën, plaatsen van uitvoering en alle kosten en bijbehorende lasten. Deze informatie omvat met name:”;

— aan punt a) worden de volgende punten iv) en v) toegevoegd:

“iv) indien de beleggingsonderneming onafhankelijk advies verstrekt aan een niet-professionele cliënt, of het gamma aan financiële instrumenten dat wordt aanbevolen al dan niet geheel beperkt blijft tot kostenefficiënte financiële instrumenten die goed gediversifieerd en niet-complex zijn, als bedoeld in artikel 25, lid 4, punt a); 

v) hoe bij de aanbevolen financiële instrumenten rekening is gehouden met de diversificatie van de portefeuille van de cliënt;”;

— de punten b) en c) worden vervangen door:

“b) de informatie over de financiële instrumenten en voorgestelde beleggingsstrategieën (ook met het oog op diversificatie) omvatten passende toelichting en waarschuwingen over de risico’s verbonden aan beleggingen in deze instrumenten of aan bepaalde beleggingsstrategieën en of het financiële instrument bestemd is voor niet-professionele of professionele cliënten, rekening houdend met de beoogde doelmarkt overeenkomstig lid 2;”;

“c) de informatie over kosten en lasten als bedoeld in artikel 24 ter;”;

— het volgende punt d) wordt toegevoegd:

“d) indien de diensten worden verricht in het kader van het recht van vestiging of het vrij verrichten van diensten:

i) de lidstaat waar het hoofdkantoor van de beleggingsonderneming en, in voorkomend geval, het bijkantoor dat de dienst aanbiedt, is/zijn gevestigd;

ii) de relevante nationale bevoegde autoriteit van die beleggingsonderneming of, in voorkomend geval, dat bijkantoor.”;

ii) de tweede, derde en vierde alinea worden geschrapt;

(f) lid 5 wordt vervangen door:

“5. De in lid 4 bedoelde informatie wordt in een begrijpelijke vorm en op zodanige wijze verstrekt dat cliënten of potentiële cliënten redelijkerwijs in staat zijn de aard en de risico’s van de aangeboden beleggingsdienst en van de specifiek aangeboden categorie van financieel instrument te begrijpen en derhalve met kennis van zaken beleggingsbeslissingen te nemen. Wanneer in deze richtlijn geen gestandaardiseerd formaat voor het verstrekken van die informatie is opgelegd, kunnen de lidstaten verlangen dat die informatie in een gestandaardiseerd formaat wordt verstrekt.”;

(g) de volgende leden 5 ter en 5 quater worden ingevoegd:

“5 ter. ESMA ontwikkelt uiterlijk [2 jaar na de inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn], indien nodig op basis van voorafgaande consumenten- en sectortests en na overleg met Eiopa, richtsnoeren om beleggingsondernemingen die niet-professionele cliënten informatie in elektronische vorm verstrekken, te helpen deze informatie op zodanige wijze vorm te geven dat zij geschikt is voor het gemiddelde lid van de groep tot wie zij is gericht, en werkt deze richtsnoeren periodiek bij.  

In de in de eerste alinea bedoelde richtsnoeren wordt het volgende gespecificeerd:

(a) de presentatie en de vorm van de informatieverschaffing in elektronische vorm, rekening houdend met de verschillende ontwerpen en kanalen die beleggingsondernemingen kunnen gebruiken om hun cliënten of potentiële cliënten te informeren;

(b) de vereiste maatregelen om ervoor te zorgen dat de informatie gemakkelijk raadpleegbaar en toegankelijk is, ongeacht het apparaat dat de cliënt gebruikt;

(c) de vereiste maatregelen om ervoor te zorgen dat de informatie gemakkelijk kan worden opgehaald en om het opslaan van informatie door cliënten op een duurzame gegevensdrager te vergemakkelijken.

5 quater. De lidstaten zorgen ervoor dat beleggingsondernemingen passende waarschuwingen opnemen in het informatiemateriaal dat aan niet-professionele cliënten of potentiële niet-professionele cliënten wordt verstrekt, met inbegrip van publicitaire mededelingen, om te wijzen op de specifieke risico’s van potentiële verliezen die aan bijzonder risicovolle financiële instrumenten verbonden zijn.

ESMA ontwikkelt uiterlijk [18 maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn] richtsnoeren over het concept van bijzonder risicovolle financiële instrumenten en werkt deze periodiek bij, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van de verschillende soorten instrumenten.

ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen om de vorm en de inhoud van dergelijke risicowaarschuwingen nader te specificeren, naar behoren rekening houdend met de specifieke kenmerken van de verschillende soorten financiële instrumenten en soorten communicatie.  

ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PB: datum invoegen: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de derde alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. 

ESMA houdt toezicht op de consistente toepassing van risicowaarschuwingen in de hele Unie. Wanneer bezorgdheid ontstaat over het gebruik of het niet-gebruik of het toezicht op het gebruik van dergelijke risicowaarschuwingen in de lidstaten, waarbij een wezenlijk effect kan ontstaan op de bescherming van de belegger, kan ESMA, na raadpleging van de betrokken bevoegde autoriteiten, het gebruik van risicowaarschuwingen door beleggingsondernemingen verplicht stellen.”;

(h) het volgende lid 7 bis wordt ingevoegd:

“7 bis. Wanneer de beleggingsonderneming op onafhankelijke basis beleggingsadvies verstrekt aan niet-professionele cliënten, mag zij de evaluatie met betrekking tot het soort financiële instrumenten als bedoeld in lid 7, punt a), beperken tot goed gediversifieerde, kostenefficiënte en niet-complexe financiële instrumenten als bedoeld in artikel 25, lid 4, punt a). Alvorens een dergelijke dienst te aanvaarden, wordt de niet-professionele cliënt naar behoren geïnformeerd over de mogelijkheid en de voorwaarden om toegang te krijgen tot standaard onafhankelijk beleggingsadvies en de daaraan verbonden voordelen en beperkingen.”;

(i) de leden 8, 9 en 9 bis worden geschrapt;

(j) lid 13, eerste alinea, wordt als volgt gewijzigd:

i) de inleidende zin wordt vervangen door:

“De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 89 gedelegeerde handelingen vast te stellen die ten doel hebben dat beleggingsondernemingen de in dit artikel, artikel 24 bis en artikel 24 ter neergelegde beginselen in acht nemen wanneer zij beleggingsdiensten of nevendiensten verlenen aan hun cliënten, waaronder:”;

ii) punt d) wordt vervangen door:

“d) de criteria om te beoordelen of ondernemingen die beleggingsadvies aan niet-professionele cliënten verstrekken, en met name ondernemingen die inducements ontvangen, voldoen aan de verplichting om in het belang van hun cliënten te handelen, zoals bepaald in de leden 1 en 1 bis.”.


13. De volgende artikelen 24 bis, 24 ter, 24 quater en 24 quinquies worden ingevoegd:

Artikel 24 bis

Inducements

1. De lidstaten dragen er zorg voor dat beleggingsondernemingen bij het verrichten van vermogensbeheer geen provisie of commissie betalen of ontvangen, en ook geen niet-geldelijke tegemoetkoming verstrekken of ontvangen in het kader van de verlening van een dergelijke dienst, aan of van een andere partij dan de cliënt of een persoon die voor rekening van de cliënt handelt. 

2. De lidstaten dragen er zorg voor dat beleggingsondernemingen bij het verlenen van diensten in verband met het ontvangen en doorgeven van orders of het uitvoeren van orders aan of namens niet-professionele cliënten, geen provisie of commissie betalen of ontvangen, en ook geen niet-geldelijke tegemoetkoming verstrekken of ontvangen in het kader van de verlening van dergelijke diensten, aan of van een derde partij die verantwoordelijk is voor het creëren, ontwikkelen, uitgeven of ontwerpen van financiële instrumenten waarvoor de onderneming dergelijke uitvoeringsdiensten of ontvangst- en doorgiftediensten verricht, dan wel een persoon die voor rekening van die derde partij handelt.  

3. Lid 2 is niet van toepassing op beleggingsondernemingen wanneer zij beleggingsadvies op niet-onafhankelijke basis verstrekken met betrekking tot een of meer transacties van die cliënt waarop dat advies betrekking heeft.   

4. Lid 2 is niet van toepassing op provisies of andere vergoedingen die een beleggingsonderneming heeft ontvangen van of betaald aan een emittent voor het verrichten van een van de in bijlage I, deel A, punten 6 en 7, bedoelde diensten voor die emittent, indien de beleggingsonderneming voor niet-professionele cliënten ook een van de in lid 2 bedoelde beleggingsdiensten verricht die betrekking hebben op de financiële instrumenten waarmee de plaatsings- of overnemingsdiensten verband houden.  

Dit lid is niet van toepassing op financiële instrumenten die verpakte retailbeleggingsproducten zijn als bedoeld in artikel 4, punt 1, van Verordening (EU) nr. 1286/2014.

5. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op kleine niet-geldelijke tegemoetkomingen met een totale waarde van minder dan 100 EUR per jaar of die van zodanige omvang en aard zijn dat zij niet kunnen worden geacht afbreuk te doen aan de plicht van de beleggingsonderneming om te handelen in het belang van de cliënt, mits zij duidelijk aan de cliënt zijn meegedeeld.  

6. De lidstaten dragen er zorg voor dat de verstrekking van onderzoek door derden aan beleggingsondernemingen die vermogensbeheerdiensten of andere beleggings- of nevendiensten aan cliënten verlenen, wordt geacht te voldoen aan de verplichtingen uit hoofde van artikel 24, lid 1, indien:

(a) de beleggingsonderneming en de verstrekker van het onderzoek vóór de verstrekking van de uitvoerende of de onderzoeksdienst een overeenkomst hebben gesloten waarin het deel van de gecombineerde lasten of gezamenlijke betalingen voor uitvoerende diensten en onderzoek wordt vermeld dat betrekking heeft op onderzoek;

(b) de beleggingsonderneming haar cliënten informeert over de gezamenlijke betalingen voor uitvoerende diensten en onderzoek aan derde verstrekkers van onderzoek, en

(c) het onderzoek waarvoor de gecombineerde lasten gelden of de gezamenlijke betaling wordt verricht, betrekking heeft op emittenten van wie de marktkapitalisatie gedurende de periode van 36 maanden voorafgaand aan de verrichting van het onderzoek niet hoger was dan 10 miljard EUR, op basis van de eindejaarskoersen voor de jaren waarin zij genoteerd zijn of waren of uitgedrukt in eigen vermogen voor de boekjaren waarin zij niet genoteerd zijn of waren.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onderzoek opgevat als onderzoeksmateriaal of -diensten met betrekking tot een of meer financiële instrumenten of andere activa, of de emittenten of potentiële emittenten van financiële instrumenten, of als onderzoeksmateriaal of -diensten die nauw verband houden met een specifieke bedrijfssector of markt zodat hiermee wordt bijgedragen tot de opinievorming over financiële instrumenten, activa of emittenten binnen die bedrijfssector of markt. 

Onderzoek omvat ook materiaal of diensten die een expliciete of impliciete aanbeveling of suggestie inhouden voor een beleggingsstrategie en gefundeerd advies bieden over de huidige of toekomstige waarde of prijs van financiële instrumenten of activa; het kan ook analyses en originele inzichten bevatten en tot conclusies komen op basis van nieuwe of bestaande informatie die bruikbaar is voor de inhoudelijke ondersteuning van de beleggingsstrategie en die van belang is alsook in staat is om waarde toe te voegen aan de beslissingen van de beleggingsonderneming namens de cliënten die dit onderzoek vergoeden.

7. Indien het de beleggingsonderneming niet verboden is provisies of tegemoetkomingen te ontvangen van of te betalen aan een derde partij in verband met aan haar cliënten verleende diensten, zorgt zij ervoor dat het ontvangen of betalen van dergelijke provisies of tegemoetkomingen geen afbreuk doet aan de plicht van de beleggingsonderneming om zich op eerlijke, billijke en professionele wijze in te zetten voor de belangen van haar cliënten. Het bestaan, de aard en het bedrag van die betaling(en) aan of van derden worden overeenkomstig artikel 24 ter, lid 1, bekendgemaakt.

Indien van toepassing, brengt de beleggingsonderneming de cliënt eveneens op de hoogte van mechanismen voor het doorgeven aan de cliënt van de provisie, de commissie, de geldelijke of de niet-geldelijke tegemoetkoming ontvangen in het kader van de verlening van de beleggings- of nevendienst. 

De betaling of tegemoetkoming die de verlening van beleggingsdiensten mogelijk maakt of daarvoor noodzakelijk is, zoals bewaarloon, afwikkelings- en beursvergoedingen en wettelijke heffingen of juridische kosten, en die naar hun aard niet onverenigbaar zijn met de plicht van de beleggingsonderneming om zich op eerlijke, billijke en professionele wijze in te zetten voor de belangen van haar cliënten, is niet onderworpen aan de in de eerste alinea opgenomen vereisten.

8. Drie jaar na de datum van inwerkingtreding van Richtlijn (EU) [PB: gelieve het nummer van de wijzigingsrichtlijn in te voegen] en na raadpleging van ESMA en Eiopa beoordeelt de Commissie de gevolgen van betalingen aan of van derden voor retailbeleggers, met name in het licht van potentiële belangenconflicten en wat betreft de beschikbaarheid van onafhankelijk advies, en evalueert zij het effect van de desbetreffende bepalingen van Richtlijn (EU) [PB: gelieve het nummer van de wijzigingsrichtlijn in te voegen] daarop. Indien nodig om benadeling van de consument te voorkomen, stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad wetswijzigingen voor.

Artikel 24 ter

Informatie over kosten, bijbehorende lasten en betalingen aan of van derden


1. De lidstaten zorgen ervoor dat beleggingsondernemingen cliënten of potentiële cliënten geruime tijd vóór het verrichten van beleggings- en nevendiensten en geruime tijd vóór de sluiting van een transactie met betrekking tot financiële instrumenten, in de vereiste vorm informatie verstrekken over alle kosten, bijbehorende lasten en betalingen aan of van derden in verband met die diensten, financiële instrumenten of transacties.

De informatie over deze kosten, bijbehorende lasten en betalingen aan of van derden omvat alle volgende elementen:

(a) alle expliciete en impliciete en daarmee verband houdende lasten die in rekening worden gebracht door de beleggingsondernemingen, of door andere partijen wanneer de cliënt naar deze andere partijen is doorverwezen, voor beleggings- en/of nevendiensten die voor de cliënt of potentiële cliënt worden verricht;

(b) alle kosten en bijbehorende lasten die verband houden met de ontwikkeling en het beheer van financiële instrumenten die aan de cliënt of potentiële cliënt worden aanbevolen of aangeboden;

(c) alle betalingen die door de onderneming zijn betaald aan of ontvangen van derden in verband met de aan de cliënt of potentiële cliënt verleende beleggingsdiensten;

(d) hoe de cliënt daarvoor kan betalen.


De lidstaten zorgen ervoor dat beleggingsondernemingen de informatie over alle kosten en bijbehorende lasten samenvoegen om de cliënt inzicht te verschaffen in de totale kosten van de financiële instrumenten en het cumulatieve effect op het rendement van de belegging. De lidstaten zorgen ervoor dat beleggingsondernemingen de totale kosten uitdrukken in geldbedragen en in percentages berekend tot aan de vervaldatum van het financiële instrument of, bij financiële instrumenten zonder vervaldatum, de door de beleggingsonderneming aanbevolen aanhoudingsperiode of, bij gebreke daarvan, aanhoudingsperioden van één, drie en vijf jaar. Indien de cliënt daarom verzoekt, verstrekken beleggingsondernemingen een puntsgewijze uitsplitsing.

De bedragen die de beleggingsonderneming in verband met de voor de cliënt verrichte beleggingsdienst heeft betaald aan of ontvangen van derden, worden afzonderlijk gespecificeerd. De beleggingsonderneming maakt het cumulatieve effect van dergelijke betalingen aan of van derden, waaronder eventuele terugkerende betalingen aan of van derden, op het nettorendement over de in de vorige alinea vermelde aanhoudingsperiode bekend. Het doel van de betalingen aan of van derden en het effect ervan op het nettorendement worden op gestandaardiseerde wijze uiteengezet in een taal die begrijpelijk is voor een gemiddelde niet-professionele cliënt.

Indien het bedrag van de eventuele kosten, bijbehorende lasten of betalingen aan of van derden niet vóór de verlening van de desbetreffende beleggings- of nevendienst kan worden vastgesteld, wordt de wijze van berekening van het bedrag duidelijk en op uitvoerige, accurate en voor een gemiddelde niet-professionele cliënt begrijpelijke wijze aan de cliënt meegedeeld.

Beleggingsondernemingen die beleggingsdiensten voor professionele cliënten verrichten, hebben het recht om met die cliënten een beperkte toepassing van de gedetailleerde vereisten van dit lid overeen te komen. Beleggingsondernemingen mogen dergelijke beperkingen niet overeenkomen wanneer de beleggingsadvies- of vermogensbeheerdiensten worden verricht, dan wel wanneer, ongeacht de verrichte beleggingsdienst, in de betrokken financiële instrumenten een derivaat is vervat.

Beleggingsondernemingen die beleggingsdiensten voor in aanmerking komende tegenpartijen verrichten, hebben het recht met een beperkte toepassing van de gedetailleerde vereisten van dit lid in te stemmen, behalve wanneer, ongeacht de verrichte beleggingsdienst, in de betrokken financiële instrumenten een derivaat is vervat en de in aanmerking komende tegenpartij voornemens is deze aan haar cliënten aan te bieden.

2. Na de uitvoering van consumenten- en sectortests en na raadpleging van Eiopa ontwikkelt ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van alle volgende elementen:

(a) de vorm waarin de kosten, bijbehorende lasten en betalingen aan en van derden door de beleggingsonderneming aan haar niet-professionele cliënt of potentiële niet-professionele cliënt worden verstrekt alvorens een transactie met betrekking tot financiële instrumenten te sluiten;

(b) de standaardterminologie en bijbehorende toelichtingen die beleggingsondernemingen moeten gebruiken voor de bekendmaking en berekening van alle kosten, bijbehorende lasten en betalingen aan en van derden die ondernemingen direct of indirect aan de cliënt of potentiële cliënt in rekening brengen in verband met de verrichting van een of meer beleggingsdiensten of nevendiensten en de ontwikkeling en het beheer van financiële instrumenten die aan de cliënt of potentiële cliënt worden aanbevolen of aangeboden. De toelichting bij die kosten, bijbehorende lasten en betalingen aan en van derden en de gevolgen ervan voor de verwachte rendementen zorgt ervoor dat de informatie waarschijnlijk begrijpelijk is voor elke gemiddelde niet-professionele cliënt zonder specifieke kennis van beleggingen in financiële instrumenten.

ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PB: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding] voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

3. Indien de overeenkomst tot koop of verkoop van een financieel instrument met behulp van een techniek voor communicatie op afstand wordt gesloten die verhindert dat de informatie over kosten en lasten vooraf wordt verstrekt, mag de beleggingsonderneming de informatie over kosten en lasten zonder onnodige vertraging na het sluiten van de transactie verstrekken in elektronische vorm of op papier, indien een niet-professionele cliënt daarom heeft verzocht, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

(a) de cliënt heeft ermee ingestemd de informatie te ontvangen zonder onnodige vertraging na het sluiten van de transactie;

(b) de beleggingsonderneming heeft de cliënt de mogelijkheid geboden het sluiten van de transactie uit te stellen totdat de cliënt de informatie heeft ontvangen.

De beleggingsonderneming is verplicht de cliënt de mogelijkheid te bieden de informatie over kosten en lasten vóór het sluiten van de transactie telefonisch te ontvangen.

4. Onverminderd andere vereisten in verband met vermogensbeheerdiensten verstrekt de beleggingsonderneming bij het verrichten van een beleggingsdienst voor een niet-professionele cliënt in combinatie met een dienst van bewaring en beheer van financiële instrumenten voor rekening van de niet-professionele cliënt in verband met deze instrumenten, haar niet-professionele cliënt een jaarlijks overzicht met de volgende in geldbedragen en in percentages uitgedrukte informatie:

(a) alle impliciete en expliciete kosten en bijbehorende lasten die jaarlijks door de niet-professionele cliënt worden betaald of gedragen voor de totale portefeuille, met een uitsplitsing tussen:

i) de kosten in verband met het verrichten van beleggings- of nevendiensten, naargelang het geval, door de beleggingsonderneming voor de niet-professionele cliënt;

ii) de kosten in verband met de ontwikkeling en het beheer van de door de niet-professionele cliënt aangehouden financiële instrumenten;

iii) in voorkomend geval de bedragen die de onderneming heeft ontvangen van of betaald aan derden in verband met de voor de niet-professionele cliënt verrichte beleggingsdiensten;

(b) het totale bedrag aan dividenden, rente en andere betalingen dat de niet-professionele cliënt jaarlijks voor de totale portefeuille heeft ontvangen;

(c) de totale belastingen, waaronder zegelrecht, transactiebelasting, bronbelasting en andere door de beleggingsonderneming geheven belastingen, die door de niet-professionele cliënt voor de totale portefeuille worden gedragen;

(d) de jaarlijkse marktwaarde, of geschatte waarde wanneer de marktwaarde niet beschikbaar is, van elk financieel instrument in de portefeuille van de niet-professionele cliënt;

(e) het netto jaarlijkse rendement van de portefeuille van de niet-professionele cliënt en het jaarlijkse rendement van elk van de financiële instrumenten in deze portefeuille.

Wanneer een beleggingsonderneming een beleggingsdienst zonder bewaring en beheer van financiële instrumenten voor rekening van de niet-professionele cliënt verricht, verstrekt zij een jaarlijks overzicht met de toepasselijke informatie met betrekking tot punt a).

Wanneer een beleggingsonderneming uitsluitend een dienst van bewaring en beheer van financiële instrumenten voor rekening van de niet-professionele cliënt verricht, verstrekt zij een jaarlijks overzicht met de toepasselijke informatie met betrekking tot de punten a), b), c) en d).

Op zijn verzoek wordt aan de niet-professionele cliënt jaarlijks een gedetailleerde uitsplitsing van de in de punten a) tot en met c) bedoelde informatie verstrekt per financieel instrument dat de cliënt in bezit had tijdens de desbetreffende periode, alsmede per door de niet-professionele cliënt gedragen belasting.

Het jaarlijkse overzicht van de kosten en het rendement voor niet-professionele cliënten wordt gepresenteerd op een voor een gemiddelde niet-professionele cliënt gemakkelijk te begrijpen wijze. De informatie over de kosten, bijbehorende lasten en eventuele betalingen aan en van derden wordt gepresenteerd met gebruikmaking van de in lid 2 van dit artikel beschreven termen en toelichtingen.

5. Het in lid 4 bedoelde jaarlijkse overzicht wordt niet verstrekt indien de beleggingsonderneming haar niet-professionele cliënten toegang biedt tot een onlinesysteem dat kan worden aangemerkt als een duurzame drager waar de niet-professionele cliënt zich gemakkelijk toegang kan verschaffen tot actuele overzichten met de uit hoofde van lid 4 vereiste informatie per instrument, en indien de onderneming kan bewijzen dat de cliënt zich ten minste eenmaal per jaar toegang tot die overzichten heeft verschaft.

Artikel 24 quater

Publicitaire mededelingen en marketingpraktijken

1. De lidstaten zorgen ervoor dat publicitaire mededelingen duidelijk als zodanig herkenbaar zijn en duidelijk vermelden welke beleggingsondernemingen verantwoordelijk zijn voor de inhoud en distributie ervan, ongeacht of de mededeling direct of indirect door de beleggingsonderneming wordt gedaan.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat publicitaire mededelingen worden ontwikkeld, ontworpen en verstrekt op een wijze die correct, duidelijk en niet misleidend is en die evenwichtig is wat betreft de presentatie van de voordelen en risico’s en passend is wat betreft de inhoud en de distributiekanalen voor de doelgroep en met betrekking tot een specifiek financieel instrument voor de overeenkomstig artikel 24, lid 2, geïdentificeerde doelmarkt.

In alle publicitaire mededelingen worden de essentiële kenmerken van de financiële instrumenten of de beleggingsdiensten en aanverwante nevendiensten waarop zij betrekking hebben op een in het oog springende en beknopte wijze gepresenteerd.  

De presentatie van de essentiële kenmerken van de in de publicitaire mededelingen opgenomen financiële instrumenten en diensten die worden verstrekt aan of toegankelijk worden gemaakt voor niet-professionele cliënten of potentiële niet-professionele cliënten, zorgt ervoor dat zij de belangrijkste kenmerken van de financiële instrumenten of diensten en de voornaamste risico’s die eraan verbonden zijn, gemakkelijk kunnen begrijpen.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat marketingpraktijken worden ontwikkeld en gebruikt op een wijze die correct en niet misleidend is en die geschikt is voor de doelgroep.

4. Wanneer een ontwikkelaar van een financieel instrument een door de distributeur te gebruiken publicitaire mededeling opstelt en verstrekt, is de ontwikkelaar verantwoordelijk voor de inhoud van die publicitaire mededeling en de actualisering ervan. De distributeur is verantwoordelijk voor het gebruik van de publicitaire mededeling en zorgt ervoor dat deze uitsluitend voor de geïdentificeerde doelmarkt wordt gebruikt in overeenstemming met de distributiestrategie die voor de doelmarkt is vastgesteld.

Wanneer een beleggingsonderneming financiële instrumenten aanbiedt of aanbeveelt die zij niet ontwikkelt en haar eigen publicitaire mededeling organiseert, is zij volledig verantwoordelijk voor de passende inhoud, de actualisering en het gebruik ervan, in overeenstemming met de beoogde doelmarkt en met name in overeenstemming met de vastgestelde categorisering van cliënten.

5. De lidstaten zorgen ervoor dat beleggingsondernemingen jaarlijks verslagen voor het leidinggevend orgaan van de onderneming opstellen over het gebruik van publicitaire mededelingen en strategieën die gericht zijn op marketingpraktijken, over de naleving van de desbetreffende verplichtingen inzake publicitaire mededelingen en marketingpraktijken uit hoofde van deze richtlijn en over eventuele gesignaleerde onregelmatigheden en voorgestelde oplossingen.

6. De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale bevoegde autoriteiten tijdig doeltreffende maatregelen kunnen nemen met betrekking tot publicitaire mededelingen of marketingpraktijken die niet voldoen aan de vereisten van de leden 1 tot en met 3.

7. De overeenkomstig artikel 16, lid 6, door de beleggingsonderneming bij te houden gegevens omvatten alle publicitaire mededelingen die aan niet-professionele cliënten of potentiële niet-professionele cliënten worden verstrekt of beschikbaar worden gesteld door de beleggingsonderneming of een derde partij die door de beleggingsonderneming wordt vergoed of aangemoedigd door middel van een niet-geldelijke tegemoetkoming. 

Deze gegevens worden gedurende een periode van vijf jaar en, op verzoek van de bevoegde autoriteit, gedurende een periode van ten hoogste zeven jaar bewaard. Die gegevens kunnen op verzoek van de bevoegde autoriteit door de beleggingsonderneming worden opgevraagd.

De in de eerste alinea bedoelde gegevens omvatten alle volgende elementen:

(a) de inhoud van de publicitaire mededeling;

(b) informatie over de voor de publicitaire mededeling gebruikte drager;

(c) de datum en duur van de publicitaire mededeling, met inbegrip van de desbetreffende begin- en eindtijd;

(d) de beoogde segmenten van niet-professionele cliënten of profileringsdeterminanten;

(e) de lidstaten waar de publicitaire mededeling beschikbaar wordt gesteld;

(f) de identiteit van derden die betrokken zijn bij de verspreiding van de publicitaire mededeling.

De gegevens over de in punt f) bedoelde identiteit omvatten de juridische benaming, de statutaire zetel, de contactgegevens en, indien relevant, de identiteit op sociale media van de betrokken natuurlijke of rechtspersonen.

8. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 89 een gedelegeerde handeling vast te stellen om deze richtlijn aan te vullen tot nadere bepaling van: 

(a) de essentiële kenmerken van financiële instrumenten of beleggings- en nevendiensten die in alle op niet-professionele cliënten of potentiële niet-professionele cliënten gerichte publicitaire mededelingen moeten worden vermeld en andere relevante criteria om ervoor te zorgen dat deze essentiële kenmerken in het oog springen en gemakkelijk toegankelijk zijn voor een gemiddelde niet-professionele cliënt, ongeacht het communicatiemiddel;

(b) de voorwaarden waaraan publicitaire mededelingen en marketingpraktijken moeten voldoen om correct, duidelijk en niet-misleidend te zijn, en om evenwichtig te zijn wat betreft de presentatie van de voordelen en risico’s en passend wat betreft de inhoud en de distributiekanalen voor de doelgroep of, waar van toepassing, de doelmarkt.

Artikel 24 quinquies

Vereisten inzake beroepsbekwaamheid

1. De lidstaten schrijven voor dat beleggingsondernemingen waarborgen en op verzoek van de bevoegde autoriteiten aantonen dat natuurlijke personen die namens de beleggingsonderneming beleggingsadvies of informatie over financiële instrumenten, beleggingsdiensten of nevendiensten aan cliënten verstrekken, over de nodige kennis en vakbekwaamheid beschikken om hun verplichtingen op grond van de artikelen 24, 24 bis, 24 ter, 24 quater en artikel 25 na te komen en dat zij deze kennis en vakbekwaamheid op peil houden en actualiseren door regelmatige beroepsopleiding en bijscholing, met inbegrip van specifieke opleiding wanneer de onderneming nieuwe financiële instrumenten en beleggingsdiensten aanbiedt. De lidstaten stellen criteria vast die moeten worden gebruikt om die kennis en vakbekwaamheid doeltreffend te beoordelen en maken deze criteria openbaar.

2. Voor de toepassing van lid 1 schrijven de lidstaten voor dat beleggingsondernemingen waarborgen en op verzoek van de bevoegde autoriteiten aantonen dat natuurlijke personen die namens de beleggingsonderneming beleggingsadvies aan cliënten verstrekken, ten minste de in bijlage V vermelde kennis en vakbekwaamheid bezitten en op peil houden en ten minste 15 uur beroepsopleiding en bijscholing per jaar volgen. De naleving van de criteria van bijlage V en de jaarlijkse succesvolle afronding van de voortdurende beroepsopleiding en bijscholing worden aangetoond door middel van een getuigschrift.

De Commissie is bevoegd deze richtlijn te wijzigen door overeenkomstig artikel 89 een gedelegeerde handeling vast te stellen om, indien nodig, de vereisten van bijlage V te herzien.”.


14. Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

(a) de leden 1, 2 en 3 worden vervangen door:

“1. De beleggingsonderneming beoordeelt de geschiktheid of adequaatheid van de aan haar cliënt of potentiële cliënt aan te bevelen of door de cliënt of potentiële cliënt verlangde financiële instrumenten of beleggingsdiensten of -transacties geruime tijd voor respectievelijk i) het verstrekken van het beleggingsadvies of het verrichten van het vermogensbeheer of ii) de uitvoering of ontvangst en doorgifte van de order. Elk van deze beoordelingen wordt bepaald op basis van de door de beleggingsonderneming verkregen informatie over de cliënt of potentiële cliënt, overeenkomstig de onderstaande vereisten.   

De beleggingsonderneming zorgt ervoor dat het doel van de geschiktheids- of adequaatheidsbeoordeling aan de cliënt of potentiële cliënt wordt uitgelegd voordat hem of haar om informatie wordt verzocht. De cliënten en potentiële cliënten worden gewaarschuwd voor de hierna genoemde gevolgen:

(a) het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie heeft een negatief effect op de kwaliteit van de door de beleggingsonderneming uit te voeren beoordeling;

(b) het ontbreken van informatie belet de onderneming om te bepalen of de beoogde dienst of het beoogde financiële instrument voor hen geschikt of passend is en om door te gaan met de aanbeveling of de uitvoering van de order van de cliënt. Deze uitleg en waarschuwing worden in gestandaardiseerde vorm verstrekt.  

De beleggingsonderneming verstrekt de niet-professionele cliënt op verzoek een verslag over de informatie die is verzameld met het oog op de beoordeling van de geschiktheid of adequaatheid. Dit verslag wordt in gestandaardiseerde vorm gepresenteerd. 

ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen om de in lid 1, tweede alinea, bedoelde uitleg en waarschuwing en de vorm en inhoud van het in lid 1, derde alinea, bedoelde verslag te bepalen.

ESMA legt de ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PB: datum invoegen: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding] aan de Commissie voor.  

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de vierde alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

2. Onverminderd de tweede alinea wint de beleggingsonderneming bij het verstrekken van beleggingsadvies of het verrichten van vermogensbeheerdiensten de nodige informatie in over de kennis en ervaring van de cliënt of potentiële cliënt op beleggingsgebied met betrekking tot de specifieke soort product of dienst, de financiële situatie van die cliënt, met inbegrip van de samenstelling van eventuele bestaande portefeuilles, zijn vermogen om alle of een deel van de verliezen te dragen, zijn beleggingsbehoeften en -doelstellingen, met inbegrip van eventuele duurzaamheidsvoorkeuren, en zijn risicotolerantie, teneinde de beleggingsonderneming in staat te stellen de cliënt of potentiële cliënt de beleggingsdiensten of financiële instrumenten aan te bevelen die voor die persoon geschikt zijn en, met name, in overeenstemming zijn met zijn risicotolerantie, zijn vermogen om verliezen te dragen en zijn behoefte aan portefeuillediversificatie.

Bij het verstrekken van onafhankelijk beleggingsadvies aan niet-professionele cliënten dat beperkt is tot goed gediversifieerde, niet-complexe en kostenefficiënte financiële instrumenten, is de onafhankelijke onderneming niet verplicht informatie in te winnen over de kennis en ervaring van de niet-professionele cliënt of potentiële niet-professionele cliënt met betrekking tot de betrokken financiële instrumenten of beleggingsdiensten of over de bestaande portefeuillesamenstelling van de niet-professionele cliënt. 

De lidstaten zorgen ervoor dat wanneer een beleggingsonderneming beleggingsadvies verstrekt waarbij een overeenkomstig artikel 24, lid 11, gebundeld pakket van diensten of producten wordt aanbevolen, de gehele bundel passend is. 

Bij het verstrekken van beleggingsadvies of het verrichten van vermogensbeheer waarbij tussen financiële instrumenten wordt gewisseld, winnen beleggingsondernemingen de nodige informatie in over de belegging van de cliënt en analyseren zij de kosten en baten van de wissel van financiële instrumenten. Bij het verstrekken van beleggingsadvies delen beleggingsondernemingen de cliënt mee of de baten van de wissel van financiële instrumenten al dan niet groter zijn dan de kosten daarvan.

3. De lidstaten dragen er zorg voor dat een beleggingsonderneming, wanneer zij andere dan de in lid 2 bedoelde beleggingsdiensten verleent, bij de cliënt of de potentiële cliënt informatie inwint over zijn ervaring en kennis op beleggingsgebied met betrekking tot de specifieke soort product of dienst die men voornemens is aan te bieden of die wordt verlangd, over het vermogen van de niet-professionele cliënt of potentiële niet-professionele cliënt om alle of een deel van de verliezen te dragen en over zijn risicotolerantie, zodat de onderneming kan beoordelen of de te verlenen beleggingsdienst of het aan te bieden financiële instrument passend is voor de cliënt.

Wanneer er overeenkomstig artikel 24, lid 11, een bundel van diensten of producten wordt overwogen, moet bij de beoordeling worden nagegaan of het gehele gebundelde pakket passend is.

Indien de beleggingsonderneming op basis van de krachtens de eerste alinea ontvangen informatie oordeelt dat het product of de dienst niet geschikt is voor de cliënt of potentiële cliënt, waarschuwt zij de cliënt of potentiële cliënt. Deze waarschuwing wordt in gestandaardiseerde vorm verstrekt en wordt geregistreerd.  

De beleggingsonderneming voert een transactie waarvoor een waarschuwing geldt dat het product of de dienst niet passend is, pas uit nadat de cliënt ondanks een dergelijke waarschuwing heeft verzocht om de transactie toch uit te voeren. Zowel het verzoek van de cliënt als de aanvaarding door de onderneming worden geregistreerd.    

ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen om de vorm en inhoud van de in de derde alinea bedoelde waarschuwing te bepalen.

ESMA legt de ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PB: datum invoegen: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding] aan de Commissie voor.  

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;

(b) aan lid 4 worden de volgende alinea’s toegevoegd:

“ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen om de vorm en inhoud van de in de eerste alinea, punt c), bedoelde waarschuwing te bepalen.

ESMA legt de ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PB: datum invoegen: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding] aan de Commissie voor.  

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de hierboven bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;

(c) aan lid 6, tweede alinea, wordt de volgende zin toegevoegd:

“Een dergelijke verklaring wordt tijdig vóór de sluiting van de transactie verstrekt om ervoor te zorgen dat de cliënt, behoudens andersluidende instructies, voldoende tijd krijgt om deze te beoordelen en, indien nodig, aanvullende informatie of verduidelijkingen van de beleggingsonderneming te verkrijgen.”;

(d) lid 8 wordt vervangen door:

“8. De Commissie is bevoegd om deze richtlijn aan te vullen door overeenkomstig artikel 89 gedelegeerde handelingen vast te stellen om ervoor te zorgen dat beleggingsondernemingen de in de leden 1 tot en met 6 van dit artikel neergelegde beginselen in acht nemen wanneer zij beleggingsdiensten of nevendiensten aan hun cliënten verlenen, met inbegrip van informatie die moet worden verkregen voor het beoordelen van de geschiktheid of adequaatheid van de diensten en financiële instrumenten voor hun cliënten, criteria voor de beoordeling van niet-complexe financiële instrumenten ten behoeve van lid 4, punt a), vi), van dit artikel en de inhoud en vorm van documenten en overeenkomsten voor het verlenen van diensten aan cliënten en van periodieke verslagen aan cliënten over de verleende diensten. In deze gedelegeerde handelingen wordt rekening gehouden met het volgende:

(a) de aard van de aan de cliënt of potentiële cliënt aangeboden of verleende diensten, met inachtneming van de soort, het voorwerp, de omvang, de kosten, de risico’s, de complexiteit, de prijs en de frequentie van de transacties;

(b) de aard van de aangeboden of in overweging genomen producten, met inbegrip van verschillende soorten financiële instrumenten;

(c) de niet-professionele of professionele aard van de cliënt of potentiële cliënten, dan wel, in het geval van lid 6, hun classificatie als in aanmerking komende tegenpartijen.”.

15. Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

(a) in lid 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

“De lidstaten dragen er zorg voor dat beleggingsondernemingen met een vergunning om orders voor rekening van cliënten uit te voeren, en/of te handelen voor eigen rekening, en/of orders te ontvangen en door te geven, de mogelijkheid hebben transacties met in aanmerking komende tegenpartijen tot stand te brengen of te sluiten zonder dat zij ertoe gehouden zijn met betrekking tot deze transacties of met betrekking tot rechtstreeks met deze transacties verband houdende nevendiensten de verplichtingen van artikel 16, lid 3 bis, artikel 24, met uitzondering van de leden 5, 5 bis en 5 quater, artikel 24 bis, artikel 24 ter, met uitzondering van lid 1, artikel 24 quater, artikel 25, artikel 27 en artikel 28, lid 1, na te komen.”;

(b) in lid 2 wordt de tweede alinea vervangen door:

“Classificatie als in aanmerking komende tegenpartij overeenkomstig de eerste alinea laat het recht van deze entiteiten onverlet om te verzoeken dat zij, in het algemeen dan wel per transactie, worden behandeld als cliënten waarvan de zakelijke betrekkingen met de beleggingsonderneming onderworpen zijn aan de artikelen 24, 24 bis, 24 ter, 24 quater, 25, 27 en 28.”.

16. Het volgende artikel 35 bis wordt ingevoegd:

Artikel 35 bis  

Melding van grensoverschrijdende activiteiten

1. De lidstaten schrijven voor dat beleggingsondernemingen en kredietinstellingen die beleggingsdiensten of -activiteiten verrichten, jaarlijks de volgende informatie aan de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst rapporteren wanneer zij grensoverschrijdende beleggingsdiensten voor meer dan vijftig cliënten verrichten:

(a) de lijst van lidstaten van ontvangst waar de beleggingsonderneming actief is in het kader van het vrij verrichten van diensten en activiteiten na een kennisgeving krachtens artikel 34, lid 2;

(b) de aard, de reikwijdte en de omvang van de diensten en activiteiten die in elke lidstaat van ontvangst worden verricht in het kader van het vrij verrichten van beleggingsdiensten en -activiteiten en nevendiensten;

(c) voor elke lidstaat van ontvangst het totale aantal cliënten en de categorieën van cliënten die horen bij de in punt b) bedoelde diensten en activiteiten die zijn verricht tijdens de betrokken periode eindigend op 31 december, en een uitsplitsing tussen professionele en niet-professionele cliënten;

(d) het aantal klachten als bedoeld in artikel 75 dat is ontvangen van cliënten en belanghebbenden in elke lidstaat van ontvangst;

(e) het soort publicitaire mededelingen dat in de lidstaten van ontvangst wordt gebruikt.

De bevoegde autoriteiten delen ESMA alle bij beleggingsondernemingen verzamelde informatie mee.  

2. ESMA zet een elektronische databank op met de uit hoofde van lid 1 verzamelde informatie, die voor alle bevoegde autoriteiten toegankelijk wordt gemaakt.  

3. ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen betreffende de details van de in lid 1 bedoelde informatie die beleggingsondernemingen aan de bevoegde autoriteiten moeten rapporteren.

ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PB: datum invoegen: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding] aan de Commissie voor.  

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. 

4. ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot nadere bepaling van de datastandaarden en opmaakmodellen, methoden en doorgifteregelingen, de frequentie en de begindatum voor de te rapporteren informatie.

ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op [PB: datum invoegen: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding] aan de Commissie voor. 

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

5. Op basis van de krachtens lid 2 meegedeelde informatie publiceert ESMA elk jaar een verslag met geanonimiseerde en geaggregeerde statistieken over de beleggingsdiensten die zijn verleend en de activiteiten die zijn verricht in de Unie in het kader van het vrij verrichten van beleggingsdiensten en -activiteiten, alsmede een analyse van trends.”.

17. Artikel 69, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

(a) het volgende punt c bis) wordt ingevoegd:

“c bis) mysteryshopping-activiteiten te verrichten;”;

(b) het volgende punt k bis) wordt ingevoegd:

“k bis) publicitaire mededelingen of marketingpraktijken die een beleggingsonderneming in haar lidstaat gebruikt, gedurende een periode van ten hoogste één jaar op te schorten of te verbieden, indien er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat inbreuk is gemaakt op deze richtlijn of op Verordening (EU) nr. 600/2014;”;

(c) de volgende punten v) en w) worden ingevoegd:

“v) alle nodige maatregelen te nemen, onder meer door een derde partij of een andere overheidsinstantie te verzoeken dergelijke maatregelen tijdelijk of permanent uit te voeren om: 

i) de inhoud te verwijderen van of de toegang te beperken tot een online-interface, of opdracht te geven tot de duidelijke weergave van een waarschuwing aan cliënten wanneer die zich toegang tot de online-interface verschaffen; 

ii) aanbieders van hostingdiensten te gelasten de toegang tot een online-interface te deactiveren, te blokkeren of te beperken;

iii) domeinregisters of registrerende instanties te gelasten een volledig gekwalificeerde domeinnaam te schrappen en de betrokken bevoegde autoriteit toe te staan deze te registreren;

w) het gebruik van risicowaarschuwingen door beleggingsondernemingen in informatiemateriaal, waaronder publicitaire mededelingen, met betrekking tot bijzonder risicovolle financiële instrumenten verplicht te stellen wanneer die instrumenten een ernstige bedreiging voor de beleggersbescherming kunnen vormen.”;

(d) de volgende alinea’s worden toegevoegd:

“Wanneer de bevoegde autoriteit gebruikmaakt van de onder k bis) bedoelde bevoegdheden, stelt zij ESMA daarvan in kennis. Indien dergelijke praktijken of mededelingen in meer dan één lidstaat worden gebruikt, coördineert ESMA, op verzoek van ten minste één bevoegde autoriteit, de overeenkomstig punt k bis) door de bevoegde autoriteiten genomen maatregelen.

De uitoefening van de in dit lid vastgestelde bevoegdheden staat in verhouding tot en is in overeenstemming met het Unierecht en het nationale recht, met inbegrip van de geldende procedurele waarborgen en de beginselen van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De krachtens deze richtlijn vastgestelde onderzoeks- en handhavingsmaatregelen zijn afgestemd op de aard en de algehele werkelijke of potentiële schadelijke gevolgen van de inbreuk.”.

18. Aan artikel 70, lid 3, punt a), worden de volgende punten xxxvii) tot en met xxxxii) toegevoegd: 

“xxxvii) artikel 16 -bis, leden 1 tot en met 8;

xxxviii) artikel 24, leden 5 bis tot en met 5 quater en lid 11 bis;

xxxix) artikel 24 bis, leden 1, 2, 6 en 7;

xxxx) artikel 24 ter, leden 1, 3 en 4;

xxxxi) artikel 24 quater, leden 1 tot en met 5, en lid 7;

xxxxii) artikel 35 bis, lid 1;”.

19. Artikel 73, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

(a) de eerste alinea wordt vervangen door: 

“De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde autoriteiten doeltreffende mechanismen opzetten om de melding van potentiële of daadwerkelijke inbreuken op Verordening (EU) nr. 600/2014 en op de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen aan de bevoegde autoriteiten mogelijk te maken, met inbegrip van inbreuken door ondernemingen die niet in het bezit zijn van een vergunning op grond van deze richtlijn.”;

(b) in de tweede alinea wordt punt a) vervangen door: 

“a) specifieke procedures voor de ontvangst van meldingen van potentiële of daadwerkelijke inbreuken en de follow-up daarvan, met inbegrip van het vaststellen van veilige communicatiekanalen voor dergelijke meldingen. Deze procedures omvatten ook het plaatsen, op de voorpagina van de website van elke bevoegde autoriteit, van een link naar een eenvoudig meldingsformulier waarmee eenieder potentiële of daadwerkelijke inbreuken op het Unierecht of het nationale recht kan melden. De lidstaten verplichten de bevoegde autoriteiten om alle via dit meldingsformulier ingediende meldingen onverwijld te analyseren;”.

20. Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:

(a) lid 1 wordt vervangen door:

“1.   Indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst (voor de toepassing van dit artikel de “initiërende autoriteit”) redelijke gronden heeft om aan te nemen dat een beleggingsonderneming die op haar grondgebied op grond van het vrij verrichten van diensten activiteiten uitoefent, de verplichtingen schendt die uit de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde bepalingen voortvloeien, of dat een beleggingsonderneming met een bijkantoor op haar grondgebied de verplichtingen schendt die voortvloeien uit de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde bepalingen waarbij aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst geen bevoegdheden worden verleend, stelt zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van deze bevindingen in kennis. 

De informatie waaruit blijkt dat een dergelijke inkennisstelling heeft plaatsgevonden, wordt aan ESMA toegezonden. ESMA zendt deze informatie door aan de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten van ontvangst waar de beleggingsonderneming beleggingsdiensten of -activiteiten verricht. 

De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst neemt onverwijld, doch uiterlijk 30 werkdagen nadat de initiërende autoriteit haar bevindingen heeft meegedeeld, de nodige maatregelen of start de nodige administratieve procedure om dergelijke maatregelen te nemen. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst verstrekt de initiërende autoriteit, ESMA en de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten op het grondgebied waarvan de beleggingsonderneming actief is, alle nodige informatie over alle getroffen maatregelen. 

Indien de beleggingsonderneming, in weerwil van de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen of omdat deze maatregelen ontoereikend zijn dan wel indien er geen maatregelen zijn getroffen, blijft handelen op een wijze die de belangen van beleggers in de lidstaat van ontvangst of de ordelijke werking van de markten kennelijk schaadt, geldt het volgende: 

(a) de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst neemt, na de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis te hebben gesteld, de nodige maatregelen om de beleggers en de goede werking van de markten te beschermen, met inbegrip van de mogelijkheid om een inbreukplegende beleggingsonderneming te beletten nieuwe transacties op het grondgebied van die lidstaat te verrichten. De Commissie en ESMA, evenals alle bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst waar de inbreukplegende beleggingsonderneming actief is, worden onverwijld van deze maatregelen in kennis gesteld; en 

(b) de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst kan de zaak verwijzen naar ESMA, die kan handelen in overeenstemming met de haar uit hoofde van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verleende bevoegdheden.”;

(b) de volgende leden 1 bis en 1 ter worden ingevoegd:

“1 bis. Indien de initiërende autoriteit krachtens lid 1 conservatoire maatregelen tegen een inbreukplegende beleggingsonderneming heeft genomen, kan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat van ontvangst, indien deze beleggingsonderneming aanleiding tot bezorgdheid geeft of inbreuken veroorzaakt die sterk vergelijkbaar zijn met of identiek zijn aan die welke in de bevindingen van de initiërende autoriteit zijn genoemd, ten aanzien van die onderneming sterk vergelijkbare of identieke maatregelen nemen, mits die bevoegde autoriteit ook redelijke gronden heeft om aan te nemen dat op haar grondgebied een soortgelijke inbreuk heeft plaatsgevonden. 

De bevoegde autoriteit van die andere lidstaat van ontvangst kan dit doen zonder de bevindingen vooraf aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst mee te delen, maar stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst daarvan ten minste vijf werkdagen vóór het nemen van dergelijke conservatoire maatregelen in kennis. 

De Commissie, ESMA en alle bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst waar de inbreukplegende beleggingsonderneming actief is, worden onverwijld van dergelijke maatregelen in kennis gesteld. 

1 ter. Indien binnen twaalf maanden een of meer bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst maatregelen op grond van lid 1, vierde alinea, punt a), hebben genomen met betrekking tot een of meer beleggingsondernemingen met dezelfde lidstaat van herkomst, of indien een lidstaat van herkomst het niet eens is met de bevindingen van een lidstaat van ontvangst, kan ESMA overeenkomstig artikel 87 bis een samenwerkingsplatform opzetten.”.


21. Het volgende artikel 87 bis wordt ingevoegd:

Artikel 87 bis 

Samenwerkingsplatformen 

1. ESMA kan indien er reden tot bezorgdheid is omtrent de negatieve gevolgen voor beleggers, op eigen initiatief of op verzoek van een of meer bevoegde autoriteiten, een samenwerkingsplatform opzetten en coördineren om de uitwisseling van gegevens te verbeteren en de samenwerking tussen de betrokken toezichthoudende autoriteiten te intensiveren, indien een beleggingsonderneming activiteiten verricht of voornemens is te verrichten die gebaseerd zijn op het vrije verkeer van diensten of de vrijheid van vestiging en indien deze activiteiten relevant zijn voor de markt van de lidstaat van ontvangst. Indien een samenwerkingsplatform wordt opgezet op verzoek van een bevoegde autoriteit, stelt die bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst in kennis van haar bezorgdheid omtrent de negatieve gevolgen voor beleggers.

2. Lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de betrokken toezichthoudende autoriteiten om, indien zij het daarover onderling eens zijn, een samenwerkingsplatform op te zetten.  

3. Het opzetten van een samenwerkingsplatform uit hoofde van de leden 1 en 2 doet geen afbreuk aan het toezichtsmandaat van de toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat van herkomst en de lidstaat van ontvangst waarin bij deze richtlijn is voorzien. 

4. Onverminderd artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verstrekken de betrokken bevoegde autoriteiten op verzoek van ESMA tijdig alle benodigde informatie.  

5. Indien twee of meer bevoegde autoriteiten van een samenwerkingsplatform het oneens zijn over de procedure of de inhoud van een te nemen maatregel of het niet nemen van maatregelen, kan ESMA, op verzoek van een betrokken bevoegde autoriteit of op eigen initiatief, de bevoegde autoriteiten bijstaan bij het bereiken van overeenstemming overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1095/2010.  

6. In geval van onenigheid binnen het platform en wanneer er ernstige bezorgdheid bestaat over de negatieve gevolgen voor beleggers of over de inhoud van een te nemen maatregel of het niet nemen van maatregelen ten aanzien van een beleggingsonderneming, kan ESMA overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 een aanbeveling doen om de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst te verzoeken de punten van zorg van andere betrokken bevoegde autoriteiten in overweging te nemen en samen met andere betrokken bevoegde autoriteiten een gezamenlijke inspectie ter plaatse te verrichten.”.


22. De volgende titel VI bis wordt ingevoegd: 

Titel VI bis

FINANCIËLE SCHOLING

Artikel 88 bis

Financiële scholing van niet-professionele cliënten en potentiële niet-professionele cliënten

De lidstaten bevorderen maatregelen ter ondersteuning van de scholing van niet-professionele cliënten en potentiële niet-professionele cliënten met betrekking tot verantwoord beleggen bij de toegang tot beleggingsdiensten of nevendiensten. 

Artikel 88 ter

Financiële scholing en publicitaire mededelingen

Materiaal voor financiële scholing dat gericht is op het ondersteunen van de financiële geletterdheid van personen door hen in staat te stellen financiële competenties te verwerven, en dat investeringen in een of meer financiële instrumenten, categorieën daarvan of specifieke beleggingsdiensten niet direct bevordert of aanmoedigt, wordt voor de toepassing van deze richtlijn niet als publicitaire mededeling aangemerkt.”.


23. Artikel 89 wordt vervangen door:

“1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De bevoegdheidsdelegatie als bedoeld in artikel 2, leden 3 en 4, artikel 4, lid 1, punt 2, tweede alinea, artikel 4, lid 2, artikel 13, lid 1, artikel 16, lid 12, artikel 16 -bis, leden 11 en 12, artikel 23, lid 4, artikel 24, leden 5 quater en 13, artikel 24 ter, lid 2, artikel 24 quater, lid 8, artikel 24 quinquies, lid 2, artikel 25, lid 8, artikel 27, lid 9, artikel 28, lid 3, artikel 30, lid 5, artikel 31, lid 4, artikel 32, lid 4, artikel 33, lid 8, artikel 35 bis, leden 3 en 4, artikel 52, lid 4, artikel 54, lid 4, artikel 58, lid 6, artikel 64, lid 7, artikel 65, lid 7, en artikel 79, lid 8, wordt voor onbepaalde tijd aan de Commissie toegekend met ingang van 2 juli 2014. 

3. De bevoegdheidsdelegatie als bedoeld in artikel 2, leden 3 en 4, artikel 4, lid 1, punt 2, tweede alinea, artikel 4, lid 2, artikel 13, lid 1, artikel 16, lid 12, artikel 16 -bis, leden 11 en 12, artikel 23, lid 4, artikel 24, leden 5 quater en 13, artikel 24 ter, lid 2, artikel 24 quater, lid 8, artikel 24 quinquies, lid 2, artikel 25, lid 8, artikel 27, lid 9, artikel 28, lid 3, artikel 30, lid 5, artikel 31, lid 4, artikel 32, lid 4, artikel 33, lid 8, artikel 35 bis, leden 3 en 4, artikel 52, lid 4, artikel 54, lid 4, artikel 58, lid 6, artikel 64, lid 7, artikel 65, lid 7, en artikel 79, lid 8, kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 

4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016.

5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis. 

6. Een gedelegeerde handeling die is vastgesteld overeenkomstig artikel 2, leden 3 en 4, artikel 4, lid 1, punt 2, tweede alinea, artikel 4, lid 2, artikel 13, lid 1, Artikel 16, lid 12, artikel 16 -bis, leden 11 en 12, artikel 23, lid 4, artikel 24, leden 5 quater en 13, artikel 24 ter, lid 2, artikel 24 quater, lid 8, artikel 24 quinquies, lid 2, artikel 25, lid 8, artikel 27, lid 9, artikel 28, lid 3, artikel 30, lid 5, artikel 31, lid 4, artikel 32, lid 4, artikel 33, lid 8, artikel 35 bis, leden 3 en 4, artikel 52, lid 4, artikel 54, lid 4, artikel 58, lid 6, artikel 64, lid 7, artikel 65, lid 7, en artikel 79, lid 8, treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.”.

24. Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze richtlijn.

25. Bijlage V wordt toegevoegd overeenkomstig bijlage II bij deze richtlijn.

Artikel 2

Wijzigingen van Richtlijn (EU) 2016/97

Richtlijn (EU) 2016/97 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 2, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

(a) in punt 4 wordt punt c) vervangen door:

“c) de desbetreffende verzekeringsproducten omvatten niet de dekking van levensverzekerings- of aansprakelijkheidsrisico’s, behalve de dekking van aansprakelijkheidsrisico’s die het goed aanvult dat of de dienst aanvult die de tussenpersoon in het kader van zijn hoofdberoepswerkzaamheid aanbiedt;”;

(b) punt 8 wordt vervangen door:

“8. “verzekeringsdistributeur”: een verzekeringstussenpersoon, nevenverzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming die het verzekeringsdistributiebedrijf uitoefent;”;

(c) de volgende punten 19 tot en met 22 worden toegevoegd:

“19. “elektronische vorm”: elke andere duurzame drager dan papier;

20. “publicitaire mededeling”: elke openbaarmaking van informatie anders dan die welke vereist is op grond van het Unierecht of het nationale recht of anders dan het in artikel 16 ter bedoelde materiaal voor financiële scholing waarin direct of indirect verzekeringsproducten worden gepromoot, dan wel direct of indirect beleggingen in verzekeringen met een beleggingscomponent worden aangemoedigd en die wordt gedaan:

a) door een verzekeringsonderneming of verzekeringstussenpersoon, of door een derde partij die door een dergelijke verzekeringsonderneming of verzekeringstussenpersoon wordt vergoed of aangemoedigd door middel van een niet-geldelijke tegemoetkoming;

b) aan natuurlijke of rechtspersonen;

c) in welke vorm en met welk middel dan ook;

21. “marketingpraktijk”: elke strategie die wordt toegepast en elk gebruik van een instrument dat wordt gehanteerd of een techniek die wordt toegepast door een verzekeringsonderneming of verzekeringstussenpersoon, of door een derde partij die door een dergelijke verzekeringsonderneming of verzekeringstussenpersoon door middel van een niet-geldelijke tegemoetkoming wordt vergoed of aangemoedigd om:

a) op directe of indirecte wijze publicitaire mededelingen te verspreiden;

b) het bereik en de doeltreffendheid van publicitaire mededelingen te versnellen of te verbeteren;

c) op enigerlei wijze de verzekeringsondernemingen, verzekeringstussenpersonen of verzekeringsproducten te promoten;

22. “online-interface”: software, waaronder een website, een deel van een website of een applicatie.”.

26. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

(a) in lid 4, zesde alinea, wordt de tweede zin vervangen door:

“In voorkomend geval stelt de lidstaat van herkomst de lidstaat van ontvangst onmiddellijk in kennis van deze doorhaling.”;

(b) in lid 5 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Indien de registratie wordt geweigerd of wanneer een verzekerings-, herverzekerings- of nevenverzekeringstussenpersoon uit het register wordt geschrapt, deelt de bevoegde autoriteit haar besluit aan de aanvrager of de betrokken verzekerings-, herverzekerings- of nevenverzekeringstussenpersoon mee in een met redenen omkleed document en stelt zij Eiopa in kennis van de redenen voor een dergelijke weigering van registratie of schrapping uit het register.”;

(c) het volgende lid 5 bis wordt ingevoegd:

“5 bis. Eiopa stelt een lijst op van alle verzekerings-, herverzekerings- of nevenverzekeringstussenpersonen wier registratie is geweigerd of die door een bevoegde autoriteit uit het register zijn geschrapt, en stelt deze lijst ter beschikking van de bevoegde autoriteiten.

De in de eerste alinea bedoelde lijst bevat, in voorkomend geval, informatie over de diensten of activiteiten waarvoor elke verzekerings-, herverzekerings- of nevenverzekeringstussenpersoon om registratie heeft verzocht, alsmede de redenen voor de weigering van registratie of de schrapping uit het register, en wordt regelmatig bijgewerkt.”.

27. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

(a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. Een bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst die redelijke gronden heeft om aan te nemen dat een verzekerings-, herverzekerings- of nevenverzekeringstussenpersoon die uit hoofde van de vrijheid van dienstverlening op haar grondgebied activiteiten uitoefent, de verplichtingen schendt die uit de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde bepalingen voortvloeien, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis.

De bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst stelt Eiopa in kennis van het feit dat zij de lidstaat van herkomst in kennis heeft gesteld van haar overwegingen. Eiopa zendt deze informatie door aan de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten van ontvangst waar de verzekerings-, herverzekerings- of nevenverzekeringstussenpersoon op grond van het vrije verkeer van diensten activiteiten uitoefent.

Nadat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de uit hoofde van de eerste alinea ontvangen informatie heeft beoordeeld, neemt zij in voorkomend geval bij de eerste gelegenheid, doch uiterlijk 30 werkdagen nadat zij de mededeling van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst heeft ontvangen, passende maatregelen om de situatie te verhelpen. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst op de hoogte van dergelijke getroffen maatregelen. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst deelt alle relevante informatie over de getroffen maatregel mee aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, en aan de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten op het grondgebied waarvan de verzekerings-, herverzekerings- of nevenverzekeringstussenpersoon op grond van het vrije verkeer van diensten activiteiten uitoefent.

Indien de verzekerings-, herverzekerings- of nevenverzekeringstussenpersoon, ondanks de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen of omdat die maatregelen ontoereikend blijken te zijn of niet voorhanden zijn, blijft handelen op een wijze die duidelijk strijdig is met de belangen van een groot aantal consumenten van de lidstaat van ontvangst of met het goed functioneren van de verzekerings- of de herverzekeringsmarkten, kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, na de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst daarvan op de hoogte te hebben gebracht, passende maatregelen nemen om verdere onregelmatigheden te voorkomen, met inbegrip van, voor zover zulks volstrekt noodzakelijk is, het de tussenpersoon beletten op het grondgebied van de lidstaat van ontvangst nieuwe activiteiten te ontplooien.”;

(b) lid 3 wordt vervangen door:

“De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst delen elke krachtens de leden 1 en 2 genomen maatregel aan de betrokken verzekerings-, herverzekerings- of nevenverzekeringstussenpersoon mee in een met redenen omkleed document en stellen de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst onverwijld in kennis van die maatregelen. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst stelt de Commissie, Eiopa en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst waar de verzekerings-, herverzekerings- of nevenverzekeringstussenpersoon op grond van het vrije verkeer van diensten activiteiten uitoefent eveneens in kennis van die maatregelen.”;

(c) het volgende lid 4 wordt toegevoegd:

“4. Indien binnen twaalf maanden twee of meer bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst krachtens lid 1 maatregelen hebben genomen met betrekking tot een of meer verzekerings-, herverzekerings- of nevenverzekeringstussenpersonen met dezelfde lidstaat van herkomst, of indien een lidstaat van herkomst het niet eens is met de bevindingen van een lidstaat van ontvangst, kan Eiopa overeenkomstig artikel 12 ter een samenwerkingsplatform opzetten.”.


28. Het volgende artikel 9 bis wordt ingevoegd:

Artikel 9 bis

Melding van grensoverschrijdende activiteiten

1. De lidstaten schrijven voor dat verzekeringsdistributeurs de volgende informatie jaarlijks melden aan de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst waar zij met meer dan vijftig klanten grensoverschrijdende verzekeringsdistributieactiviteiten verrichten:

(a) de lijst van lidstaten van ontvangst waar de verzekeringsdistributeur activiteiten uitoefent op grond van het vrije verkeer van diensten of de vrijheid van vestiging;

(b) de schaal en reikwijdte van de in elke lidstaat van ontvangst verrichte verzekeringsdistributieactiviteiten;

(c) het soort verzekeringsproducten dat in elke lidstaat van ontvangst wordt gedistribueerd;

(d) voor elke lidstaat van ontvangst het totale aantal klanten voor de betrokken periode eindigend op 31 december;

(e) het aantal klachten dat van klanten en belanghebbenden is ontvangen in elke lidstaat van ontvangst.

De bevoegde autoriteiten delen Eiopa alle krachtens de eerste alinea door verzekeringsdistributeurs gemelde informatie mee.

2. Eiopa zet een elektronische databank op met de uit hoofde van lid 1, tweede alinea, gemelde informatie. Die databank wordt toegankelijk gemaakt voor alle bevoegde autoriteiten.

3. Eiopa ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen met betrekking tot de bijzonderheden van de in lid 1 bedoelde informatie.

Eiopa legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PB: datum invoegen: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] aan de Commissie voor.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.

4. Eiopa ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot nadere bepaling van de datastandaarden en opmaakmodellen, methoden en overdrachtsregelingen, de frequentie en de begindatum voor de overeenkomstig lid 1 te rapporteren en mee te delen informatie.

Eiopa legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op [PB: datum invoegen: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] aan de Commissie voor.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.

5. Op basis van de krachtens lid 2 meegedeelde informatie publiceert Eiopa elk jaar een verslag met geanonimiseerde en geaggregeerde statistieken over de verzekeringsdistributieactiviteiten die uit hoofde van de vrijheid van dienstverlening in de Unie worden verricht, alsmede een analyse van trends.”.


29. Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

(a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. De lidstaten van herkomst zorgen ervoor dat verzekerings- en herverzekeringsdistributeurs en werknemers van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die het verzekerings- of herverzekeringsdistributiebedrijf uitoefenen, beschikken over de nodige kennis en vakbekwaamheid om hun taken naar behoren te kunnen vervullen.”;

(b) lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

i) de eerste, tweede en derde alinea worden vervangen door:

“De lidstaten van herkomst zorgen ervoor dat verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen, werknemers van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen en werknemers van verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen hun kennis en vakbekwaamheid op peil houden en actualiseren door regelmatige beroepsopleiding en bijscholing, met inbegrip van specifieke opleiding wanneer de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen en -tussenpersonen nieuwe verzekeringsproducten of -diensten aanbieden.

Voor de toepassing van de eerste alinea voeren de lidstaten van herkomst regelingen in en maken zij deze bekend om de kennis en vakbekwaamheid van verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen, werknemers van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen en werknemers van verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen op effectieve wijze te controleren en te beoordelen, zoals uiteengezet in bijlage I, op basis van ten minste 15 uur beroepsopleiding of bijscholing per jaar, rekening houdend met de aard van de verkochte producten, het soort distributeur, de rol die zij spelen, en de werkzaamheden die zij verrichten bij de verzekerings- of herverzekeringsdistributeur.

De lidstaten van herkomst schrijven voor dat de naleving van de criteria van bijlage I en de jaarlijkse succesvolle afronding van de voortdurende beroepsopleiding en bijscholing worden aangetoond door middel van een getuigschrift.”;

ii) de volgende alinea wordt toegevoegd:

“De Commissie is bevoegd deze richtlijn te wijzigen door overeenkomstig artikel 38 gedelegeerde handelingen vast te stellen om, indien nodig, de voorschriften van bijlage I te herzien.”;

(c) lid 4 wordt vervangen door:

“4. Verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen zijn in het bezit van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering die het gehele grondgebied van de Unie dekt, of een andere vergelijkbare garantie voor aansprakelijkheid wegens beroepsnalatigheid, voor een bedrag van ten minste 1 250 000 EUR per schadegeval en in totaal 1 850 000 EUR per jaar voor alle schadegevallen, tenzij die verzekering of vergelijkbare garantie reeds wordt geboden door een verzekeringsonderneming, herverzekeringsonderneming of andere onderneming in naam waarvan de verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon handelt of bevoegd is te handelen, of die onderneming volledig aansprakelijk is voor het handelen van de tussenpersoon.”;

(d) in lid 6 wordt punt b) vervangen door:

“b) een bepaling volgens welke de tussenpersoon over een financiële draagkracht moet beschikken die permanent 4 % van het totaal van de jaarlijks ontvangen premies beloopt, met een minimum van 18 750 EUR;”.

30. Aan artikel 12, lid 3, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

“De in de eerste alinea, eerste zin, bedoelde bevoegdheden omvatten de bevoegdheid om:

(a) toegang te verkrijgen tot ieder document of andere gegevens, in enigerlei vorm, waarvan de bevoegde autoriteit vindt dat ze relevant en nodig kunnen zijn voor de uitoefening van haar taken, en een afschrift van dat document of die gegevens te ontvangen of te maken;

(b) aanvullende inlichtingen op te vragen of te verlangen van iedere persoon en zo nodig een persoon op te roepen en te ondervragen om inlichtingen te verkrijgen;

(c) inspecties of onderzoeken ter plaatse te verrichten;

(d) mysteryshopping-activiteiten te verrichten;

(e) te verzoeken om bevriezing van en/of beslaglegging op activa;

(f) te verzoeken om een tijdelijk verbod op uitoefening van de beroepsactiviteit;

(g) informatie te verlangen van de accountants van verzekeringsondernemingen of verzekeringstussenpersonen;

(h) strafrechtelijke procedures in te stellen;

(i) toe te staan dat verificatie of onderzoek wordt verricht door een accountant of deskundige;

(j) publicitaire mededelingen of marketingpraktijken in hun lidstaat op te schorten of te verbieden gedurende een periode van ten hoogste één jaar, indien er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat inbreuk op deze richtlijn is gepleegd;

(k) te verlangen dat elke praktijk die of elk gedrag dat volgens de bevoegde autoriteit in strijd is met de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde bepalingen, tijdelijk of voorgoed wordt gestaakt en te voorkomen dat die praktijk of dat gedrag wordt herhaald;

(l) alle andere maatregelen vast te stellen die ervoor zorgen dat verzekeringsondernemingen en verzekeringstussenpersonen blijven voldoen aan de wettelijke vereisten;

(m) de distributie van een verzekering met een beleggingscomponent op te schorten of te verbieden;

(n) de distributie van een verzekering met een beleggingscomponent op te schorten indien de verzekeringsonderneming of verzekeringsdistributeur niet heeft voldaan aan artikel 25;

(o) de verwijdering van een natuurlijke persoon uit het leidinggevend orgaan van een verzekeringsonderneming of verzekeringsdistributeur te eisen;

(p) alle nodige maatregelen te nemen, onder meer door een derde partij of een andere overheidsinstantie te verzoeken dergelijke maatregelen tijdelijk of permanent uit te voeren om:

i) de inhoud te verwijderen van of de toegang te beperken tot een online-interface, of opdracht te geven tot de duidelijke weergave van een waarschuwing aan klanten wanneer die zich toegang tot de online-interface verschaffen;

ii) aanbieders van hostingdiensten te gelasten de toegang tot een online-interface te deactiveren, te blokkeren of te beperken;

iii) domeinregisters of registrerende instanties te gelasten een volledig gekwalificeerde domeinnaam te schrappen en de betrokken bevoegde autoriteit toe te staan deze te registreren;

(q) het gebruik van risicowaarschuwingen voor verzekeringen met een beleggingscomponent in informatiemateriaal, waaronder publicitaire mededelingen, met betrekking tot bijzonder risicovolle verzekeringen met een beleggingscomponent, en waar van toepassing onderliggende beleggingsactiva, verplicht te stellen wanneer die producten en activa een ernstige bedreiging voor de beleggersbescherming kunnen vormen.

Wanneer de bevoegde autoriteit gebruikmaakt van de in punt j) bedoelde bevoegdheden, stelt zij Eiopa daarvan in kennis. Indien dergelijke praktijken of mededelingen in meer dan één lidstaat worden gebruikt, coördineert Eiopa, op verzoek van ten minste één bevoegde autoriteit, de overeenkomstig punt j) door de bevoegde autoriteiten genomen maatregelen.

De uitoefening van de in dit lid vastgestelde bevoegdheden staat in verhouding tot en is in overeenstemming met het Unierecht en het nationale recht, met inbegrip van de geldende procedurele waarborgen en de beginselen van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De krachtens deze richtlijn vastgestelde onderzoeks- en handhavingsmaatregelen zijn afgestemd op de aard en de algehele werkelijke of potentiële schadelijke gevolgen van de inbreuk.”.


31. De volgende artikelen 12 bis en 12 ter worden ingevoegd:

Artikel 12 bis

Samenwerking en informatie-uitwisseling met Eiopa

1. De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met Eiopa.

2. De bevoegde autoriteiten verstrekken Eiopa onverwijld alle informatie die zij nodig heeft om haar taken uit hoofde van deze richtlijn uit te voeren.

Artikel 12 ter

Samenwerkingsplatformen

1. Eiopa kan indien er reden tot bezorgdheid is omtrent de negatieve gevolgen voor verzekeringnemers, op eigen initiatief of op verzoek van een of meer van de bevoegde autoriteiten, een samenwerkingsplatform opzetten en coördineren om de uitwisseling van gegevens te verbeteren en de samenwerking tussen de betrokken toezichthoudende autoriteiten te intensiveren, indien een verzekerings- of herverzekeringsdistributeur verzekeringsdistributieactiviteiten verricht of voornemens is te verrichten die gebaseerd zijn op het vrije verkeer van diensten of de vrijheid van vestiging en indien die activiteiten relevant zijn voor de markt van de lidstaat van ontvangst. Indien een samenwerkingsplatform wordt opgezet op verzoek van een bevoegde autoriteit, stelt die bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst in kennis van haar bezorgdheid omtrent de negatieve gevolgen voor beleggers.

2. Lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de betrokken toezichthoudende autoriteiten om, indien zij het daarover onderling eens zijn, een samenwerkingsplatform op te zetten.

3. Het opzetten van een samenwerkingsplatform op grond van de leden 1 en 2 doet geen afbreuk aan het toezichtsmandaat van de toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat van herkomst en de lidstaat van ontvangst waarin bij deze richtlijn is voorzien.

4. Onverminderd artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 verstrekken de betrokken bevoegde autoriteiten op verzoek van Eiopa tijdig alle benodigde informatie.

5. Indien twee of meer bevoegde autoriteiten van een samenwerkingsplatform het oneens zijn over de procedure of de inhoud van een te nemen maatregel of het niet nemen van maatregelen, kan Eiopa, op verzoek van een betrokken bevoegde autoriteit of op eigen initiatief, de bevoegde autoriteiten bijstaan bij het bereiken van overeenstemming overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1094/2010.

6. In geval van onenigheid binnen het platform en wanneer er ernstige bezorgdheid bestaat over de negatieve gevolgen voor verzekeringnemers of over de inhoud van een te nemen maatregel of het niet nemen van maatregelen ten aanzien van een verzekerings- of herverzekeringsdistributeur, kan Eiopa overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst een aanbeveling doen om de punten van zorg van andere betrokken bevoegde autoriteiten in overweging te nemen en samen met andere betrokken bevoegde autoriteiten een gezamenlijke inspectie ter plaatse uit te voeren.”.


32. Artikel 14 wordt vervangen door:

Artikel 14

Klachten

De lidstaten zorgen ervoor dat verzekerings- en herverzekeringsdistributeurs passende procedures en regelingen vaststellen, met inbegrip van elektronische communicatiekanalen, om ervoor te zorgen dat klachten van klanten en andere belanghebbenden, met name consumentenorganisaties, naar behoren worden behandeld en dat er geen beperkingen zijn voor klanten en andere belanghebbenden die hun rechten uit hoofde van deze richtlijn uitoefenen. Deze procedures en regelingen stellen klanten en andere belanghebbenden in staat klachten te registreren en antwoorden te ontvangen in de taal waarin het communicatiemateriaal of de contractuele documenten zijn verstrekt. In alle gevallen ontvangen de klagers binnen veertig werkdagen antwoord.”.


33. De volgende artikelen 16 bis en 16 ter worden ingevoegd:

Artikel 16 bis

Financiële scholing van klanten

De lidstaten bevorderen maatregelen ter ondersteuning van de scholing van klanten met betrekking tot de verantwoorde aankoop van verzekeringsproducten bij de toegang tot verzekeringsdiensten of nevendiensten.

Artikel 16 ter

Financiële scholing van klanten en publicitaire mededelingen


Materiaal voor financiële scholing dat gericht is op het ondersteunen van de financiële geletterdheid van personen door hen in staat te stellen financiële competenties te verwerven, en dat investeringen in een of meer verzekeringsproducten, categorieën daarvan of specifieke verzekeringsdiensten niet direct bevordert of aanmoedigt, wordt voor de toepassing van deze richtlijn niet als publicitaire mededeling aangemerkt.”.


34. In artikel 17 wordt lid 2 vervangen door:

“2. De lidstaten zorgen ervoor dat alle informatie die verband houdt met het onderwerp van deze richtlijn, met inbegrip van publicitaire mededelingen, correct, duidelijk en niet misleidend is.

Publicitaire mededelingen zijn duidelijk als zodanig herkenbaar en vermelden duidelijk welke verzekeringsonderneming of verzekeringsdistributeur verantwoordelijk is voor de inhoud en distributie ervan, ongeacht of de mededeling direct of indirect door die verzekeringsonderneming of verzekeringsdistributeur wordt gedaan.”.


35. Artikel 18 wordt vervangen door:

Artikel 18

Aan de klant te verstrekken algemene informatie

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de volgende informatie over de verzekeringsonderneming die partij is bij de aangeboden overeenkomst tijdig, voordat de klant door een verzekeringsovereenkomst of -aanbod wordt gebonden, aan de klant wordt meegedeeld:

(a) naam of firmanaam, rechtsvorm;

(b) indien de verzekeringsovereenkomst wordt aangeboden in het kader van het recht van vestiging of het vrij verrichten van diensten, de lidstaat waar het hoofdkantoor van de verzekeringsonderneming en, in voorkomend geval, het bijkantoor dat de overeenkomst aanbiedt, is gevestigd;

(c) adres van het hoofdkantoor en, in voorkomend geval, van het bijkantoor dat de overeenkomst aanbiedt;

(d) informatie dat de verzekeringsonderneming over een vergunning beschikt op grond van artikel 14 van Richtlijn 2009/138/EG, de nationale bevoegde autoriteit die de vergunning heeft verleend en de middelen om de vergunning te controleren;

(e) een verwijzing naar het in artikel 51 van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde rapport over de solvabiliteit en financiële positie, zodat de klant gemakkelijk kennis kan nemen van deze informatie.

2. Indien de verzekeringsovereenkomst door een verzekeringstussenpersoon wordt aangeboden, verstrekt die verzekeringstussenpersoon de klant tijdig, voordat deze door de overeenkomst of het aanbod wordt gebonden, de volgende aanvullende informatie:

(a) de naam van de verzekeringstussenpersoon, zijn rechtsvorm en adres en het feit dat hij een verzekeringstussenpersoon is;

(b) indien de verzekeringstussenpersoon handelt in het kader van het recht van vestiging of het vrij verrichten van diensten, de lidstaat waar het hoofdkantoor van de verzekeringstussenpersoon en, in voorkomend geval, het bijkantoor dat de overeenkomst aanbiedt, is gevestigd;

(c) of de verzekeringstussenpersoon advies verstrekt over de aangeboden verzekeringsovereenkomst;

(d) de in artikel 14 bedoelde procedures die klanten en andere belanghebbenden de mogelijkheid bieden klachten over verzekeringstussenpersonen en over de in artikel 15 bedoelde buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures in te dienen;

(e) het register waarin de verzekeringstussenpersoon is ingeschreven en hoe zijn registratie kan worden geverifieerd;

(f) of de verzekeringstussenpersoon de klant vertegenwoordigt dan wel in naam en voor rekening van de verzekeringsonderneming optreedt.

3. Indien de verzekeringsovereenkomst door een verzekeringsonderneming wordt aangeboden, verstrekt die verzekeringsonderneming de klant tijdig, voordat deze door de overeenkomst of het aanbod wordt gebonden, de volgende aanvullende informatie:

(a) de naam van de verzekeringsonderneming, haar rechtsvorm en adres en het feit dat zij een verzekeringsonderneming is, voor zover dit niet reeds overeenkomstig lid 1, punt a), is meegedeeld;

(b) of zij advies verstrekt over de aangeboden verzekeringsovereenkomst;

(c) de in artikel 14 bedoelde procedures die klanten en andere belanghebbenden de mogelijkheid bieden klachten over verzekeringsondernemingen en over de in artikel 15 bedoelde buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures in te dienen;

(d) informatie dat de verzekeringsonderneming over een vergunning beschikt op grond van artikel 14 van Richtlijn 2009/138/EG, de nationale bevoegde autoriteit die de vergunning heeft verleend en de middelen om de vergunning te controleren, tenzij dit reeds overeenkomstig lid 1, punt d), is meegedeeld;

(e) of de verzekeringsonderneming de overeenkomst namens haarzelf aanbiedt, dan wel of zij de aangeboden overeenkomst namens een andere verzekeringsonderneming distribueert.”.


36. Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

(a) de titel wordt vervangen door:

Informatieverschaffing”;

(b) lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i) het inleidende deel wordt vervangen door:

“De lidstaten zorgen ervoor dat een verzekeringstussenpersoon de klant tijdig, voordat deze door een verzekeringsovereenkomst of -aanbod wordt gebonden, ten minste de volgende informatie verstrekt:”;

ii) in punt c) wordt het inleidende deel vervangen door:

“met betrekking tot andere verzekeringsproducten dan verzekeringen met een beleggingscomponent, of:”;

iii) punt d) wordt vervangen door:

“d) de aard van de vergoeding die hij met betrekking tot de verzekeringsovereenkomst ontvangt, met name of hij werkt:

i) op basis van een provisie, dat wil zeggen een rechtstreeks door de klant betaalde vergoeding;

ii) op basis van enigerlei commissie, dat wil zeggen een in de verzekeringspremie begrepen vergoeding;

iii) op basis van enigerlei andere soort vergoeding, met inbegrip van economische voordelen van welke aard ook die in verband met de verzekeringsovereenkomst worden aangeboden of verstrekt; of

iv) op basis van een combinatie van enigerlei soort vergoeding als bepaald in de punten i), ii) en iii).”;

iv) punt e) wordt geschrapt;

(c) lid 4 wordt vervangen door:

“4. De lidstaten zorgen ervoor dat een verzekeringsonderneming de klant tijdig, voordat deze door een verzekeringsovereenkomst of -aanbod wordt gebonden, de aard van de vergoeding meedeelt die haar werknemers ontvangen met betrekking tot de verzekeringsovereenkomst.”.


37. Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

(a) in lid 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

“1. Geruime tijd voordat de klant door een verzekeringsovereenkomst of -aanbod wordt gebonden, stelt de verzekeringsdistributeur op basis van de door de klant verstrekte informatie de verlangens en behoeften van de klant vast en verstrekt hij de klant objectieve informatie over het verzekeringsproduct, in een begrijpelijke vorm, om die klant in staat te stellen met kennis van zaken een beslissing te nemen.”;

(b) de leden 3, 4 en 5 worden vervangen door:

“3. Wanneer een verzekeringstussenpersoon die andere verzekeringsproducten dan verzekeringen met een beleggingscomponent distribueert, de klant meedeelt dat hij adviseert op grond van een onpartijdige en persoonlijke analyse, baseert hij zijn advies op een analyse van een toereikend aantal op de markt verkrijgbare verzekeringsovereenkomsten, zodat hij aan de hand van professionele criteria in staat is een persoonlijke aanbeveling te doen over een verzekeringsovereenkomst die aan de behoeften van de klant voldoet.

4. Geruime tijd voordat de klant door een verzekeringsovereenkomst of -aanbod wordt gebonden, verstrekt de verzekeringsdistributeur, ongeacht of advies wordt gegeven en ongeacht of het verzekeringsproduct deel uitmaakt van een pakket in de zin van artikel 24 van deze richtlijn, rekening houdend met de complexiteit van het verzekeringsproduct en het soort klant, deze laatste in een begrijpelijke vorm de relevante informatie over het verzekeringsproduct om de klant in staat te stellen met kennis van zaken een beslissing te nemen.

5. Voor de distributie van schadeverzekeringsproducten als opgesomd in bijlage I bij Richtlijn 2009/138/EG en levensverzekeringsproducten als opgesomd in bijlage II bij Richtlijn 2009/138/EG anders dan verzekeringen met een beleggingscomponent, wordt de in lid 4 van dit artikel bedoelde informatie aan niet-professionele klanten verstrekt in de vorm van een gestandaardiseerd informatiedocument over het verzekeringsproduct, op papier of op een andere duurzame drager.”;

(c) lid 8 wordt als volgt gewijzigd:

i) het inleidende deel wordt vervangen door:

“Voor schadeverzekeringsproducten bevat het informatiedocument over het verzekeringsproduct de volgende gegevens:”;

ii) het volgende punt j) wordt toegevoegd:

“j) het op de overeenkomst toepasselijke recht indien de partijen geen rechtskeuze hebben of, indien de partijen het op de overeenkomst toepasselijke recht kunnen kiezen, het recht dat de verzekeringsonderneming voorstelt te kiezen, en het bevoegde gerecht.”;

(d) het volgende lid 8 bis wordt ingevoegd:

“8 bis. Voor andere levensverzekeringsproducten dan verzekeringen met een beleggingscomponent bevat het informatiedocument over het verzekeringsproduct de volgende gegevens:

(a) informatie over het soort verzekering;

(b) een samenvatting van de verzekeringsdekking, met inbegrip van bijzonderheden over de verzekeringsuitkeringen en -opties en de omstandigheden die tot uitkering leiden, en, in voorkomend geval, een samenvatting van de uitgesloten risico’s;

(c) wijze en duur van betaling van de premies;

(d) informatie over de premies voor iedere verzekeringsdekking, zowel de hoofddekking als de aanvullende dekkingen, waar van toepassing;

(e) waar van toepassing, de wijze van berekening en toewijzing van winstdelingen;

(f) belangrijkste uitsluitingen, in welke gevallen geen schadeclaim kan worden ingediend;

(g) verplichtingen bij het begin van de overeenkomst;

(h) verplichtingen tijdens de looptijd van de overeenkomst;

(i) verplichtingen bij aangifte van een schadegeval;

(j) gegevens over de afkoop- en premievrije waarden en in hoeverre deze zijn gegarandeerd;

(k) informatie over het recht tot opzegging uit hoofde van artikel 186 van Richtlijn 2009/138/EG, met name bijzonderheden over de termijnen en de voorwaarden voor de uitoefening van dat recht;

(l) algemene informatie over de belastingregels die van toepassing zijn op het soort verzekeringsovereenkomst;

(m) de looptijd van de verzekeringsovereenkomst, met vermelding van de begin- en einddatum;

(n) wijze van beëindiging van de overeenkomst;

(o) het op de overeenkomst toepasselijke recht indien de partijen geen rechtskeuze hebben of, indien de partijen het op de overeenkomst toepasselijke recht kunnen kiezen, het recht dat de verzekeringsonderneming voorstelt te kiezen, en het bevoegde gerecht.”;

(e) lid 9 wordt als volgt gewijzigd:

i) in de eerste alinea wordt “lid 8” vervangen door “lid 8 bis”;

ii) in de tweede alinea wordt “23 februari 2017” vervangen door [DATUM NOG TE BEPALEN OVEREENKOMSTIG DATUM VAN VASTSTELLING].


38. In artikel 22, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

“De in de artikelen 18, 19 en 20 bedoelde informatie hoeft niet te worden verstrekt wanneer de verzekeringsdistributeur distributieactiviteiten uitvoert met betrekking tot de verzekering van grote risico’s of met klanten die voldoen aan de criteria voor professionele cliënten zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 10, van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad*.”.

_______________________________________________________________________

*Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).


39. Artikel 23 wordt vervangen door:

Artikel 23

Elektronische distributie en andere duurzame middelen

1. Verzekeringsdistributeurs verstrekken de klant alle op grond van deze richtlijn vereiste informatie in elektronische vorm.

In afwijking van de eerste alinea verstrekken verzekeringsdistributeurs op verzoek van de niet-professionele klant de in de eerste alinea bedoelde informatie kosteloos op papier.

2. Verzekeringsdistributeurs delen niet-professionele klanten mee dat zij de mogelijkheid hebben de informatie kosteloos op papier te ontvangen.

3. Verzekeringsdistributeurs delen de bestaande niet-professionele klanten mee dat zij de keuze hebben om hetzij de informatie kosteloos op papier te blijven ontvangen, hetzij de informatie alleen in elektronische vorm te ontvangen. Verzekeringsdistributeurs delen bestaande niet-professionele klanten mee dat een automatische overstap naar de elektronische vorm zal plaatsvinden na een periode van ten minste acht weken, indien zij niet binnen die termijn van acht weken hebben verzocht om de informatie op papier te blijven ontvangen. Dit hoeft niet te worden meegedeeld aan bestaande niet-professionele klanten die de in lid 1 bedoelde informatie reeds in elektronische vorm ontvangen.

4. Eiopa ontwikkelt, na raadpleging van ESMA en na het uitvoeren van consumenten- en sectortests, uiterlijk [twee jaar na de inwerkingtreding van de wijzigingsrichtlijn] richtsnoeren voor de presentatie van informatie die in elektronische vorm wordt verstrekt op een wijze die geschikt is voor de gemiddelde klant aan wie de informatie gericht is, en werkt deze richtsnoeren regelmatig bij.

De in de eerste alinea bedoelde richtsnoeren omvatten:

(a) de presentatie en de vorm van de digitale informatieverschaffing, rekening houdend met de verschillende ontwerpen en kanalen die verzekeringsdistributeurs kunnen gebruiken om hun klanten te informeren;

(b) de nodige waarborgen om ervoor te zorgen dat de informatie gemakkelijk navigeerbaar en toegankelijk is, ongeacht het door de klant gebruikte apparaat;

(c) de nodige waarborgen om ervoor te zorgen dat de informatie gemakkelijk kan worden opgevraagd en om de opslag van informatie door klanten op een duurzame drager te vergemakkelijken.”.


40. Artikel 25 wordt vervangen door:

Artikel 25

Toezicht op producten en governancevereisten

1. De lidstaat van herkomst van de ontwikkelaar schrijft voor dat verzekeringsondernemingen en verzekeringstussenpersonen die een verzekeringsproduct ontwikkelen om dit aan klanten te verkopen, een procedure vaststellen, voorhanden hebben, hanteren en evalueren voor de goedkeuring van elk verzekeringsproduct en voor significante aanpassingen van bestaande verzekeringsproducten, voordat deze in de handel worden gebracht of onder klanten worden gedistribueerd (“het productgoedkeuringsproces”).

Het productgoedkeuringsproces staat in verhouding tot en past bij de aard van het verzekeringsproduct. Het productgoedkeuringsproces omvat alle volgende elementen:

(a) een specificatie van een beoogde doelmarkt voor elk verzekeringsproduct;

(b) een duidelijke omschrijving van de doelstellingen en behoeften van de doelmarkt;

(c) een beoordeling van de vraag of het verzekeringsproduct op passende wijze is ontworpen om aan de doelstellingen en behoeften van de doelmarkt te voldoen;

(d) een beoordeling van alle relevante risico’s voor de beoogde doelmarkt en of de geplande distributiestrategie op de beoogde doelmarkt is afgestemd;

(e) redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat het verzekeringsproduct aan de beoogde doelmarkt wordt gedistribueerd;

(f) met betrekking tot verzekeringen met een beleggingscomponent, een duidelijke identificatie en kwantificering van alle kosten en lasten die verband houden met het product en een beoordeling van de vraag of deze kosten en lasten gerechtvaardigd en evenredig zijn in het licht van de kenmerken, doelstellingen, strategie en prestaties van het product, alsmede de garanties en verzekeringsdekking van biometrische en andere risico’s (prijsstellingsproces);

(g) met betrekking tot verzekeringen met een beleggingscomponent, een beoordeling van het risico van het niet begrijpen van de belangrijkste kenmerken, kosten en risico’s van de verzekering met een beleggingscomponent door de klanten die tot de doelmarkt behoren.

Het in punt f) bedoelde prijsstellingsproces omvat een vergelijking met de overeenkomstig lid 8 door Eiopa gepubliceerde relevante benchmark, indien beschikbaar, met betrekking tot de kosten en prestaties.

2. Wanneer een verzekering met een beleggingscomponent afwijkt van de in lid 8 bedoelde relevante benchmark, voert de ontwikkelaar aanvullende tests en verdere beoordelingen uit en bepaalt hij of de kosten en lasten niettemin gerechtvaardigd en evenredig zijn. Indien niet kan worden aangetoond dat de kosten en lasten gerechtvaardigd en evenredig zijn, wordt de verzekering met een beleggingscomponent door de ontwikkelaar niet goedgekeurd. Indien er voor een verzekering met een beleggingscomponent geen relevante benchmark bestaat, keurt een ontwikkelaar het product alleen goed als hij door middel van producttests en -beoordelingen heeft vastgesteld dat de kosten en lasten gerechtvaardigd en evenredig zijn en dat het product aan de doelstellingen en behoeften van de doelmarkt beantwoordt.

3. Verzekeringsondernemingen en verzekeringstussenpersonen die verzekeringsproducten ontwikkelen, begrijpen en toetsen regelmatig de verzekeringsproducten die zij aanbieden, waarbij zij rekening houden met alle gebeurtenissen en risico’s die materiële gevolgen kunnen hebben voor de beoogde doelmarkt, en zij beoordelen of het product blijft beantwoorden aan de doelstellingen en behoeften van de beoogde doelmarkt en of de geplande distributiestrategie passend blijft.

Verzekeringsondernemingen en verzekeringstussenpersonen die verzekeringsproducten ontwikkelen, stellen de distributeurs alle informatie over het verzekeringsproduct en het productgoedkeuringsproces ter beschikking die nodig is om volledig inzicht te krijgen in dat product en de elementen waarmee tijdens het productgoedkeuringsproces rekening is gehouden, met inbegrip van volledige en nauwkeurige details over alle kosten en lasten van het verzekeringsproduct.

In het geval van verzekeringen met een beleggingscomponent bevat de aan distributeurs ter beschikking gestelde informatie alle in lid 1, derde alinea, punten f) en g), bedoelde elementen, alle verdere relevante gegevens en een toelichting waaruit blijkt dat de kosten en lasten gerechtvaardigd en evenredig zijn en dat het product beantwoordt aan de doelstellingen en behoeften van de klanten die tot de doelmarkt behoren.

4. Verzekeringsondernemingen en verzekeringstussenpersonen die verzekeringen met een beleggingscomponent ontwikkelen, melden aan de autoriteiten van hun lidstaat van herkomst alle volgende gegevens:

(a) volledige en nauwkeurige details over de kosten en lasten van de verzekering met een beleggingscomponent, met inbegrip van de distributiekosten die in de kosten van het product zijn opgenomen, inclusief betalingen door derden;

(b) gegevens over de kenmerken van de verzekering met een beleggingscomponent, met name de prestaties en het risiconiveau ervan.

De bevoegde autoriteiten zenden de in de eerste alinea bedoelde gegevens onverwijld toe aan Eiopa.

5. Een verzekeringsdistributeur die adviseert over verzekeringsproducten die hij niet zelf ontwikkelt, of dergelijke producten aanbiedt, beschikt over adequate regelingen om de in lid 3, tweede alinea, genoemde informatie te verkrijgen en de kenmerken en de beoogde doelmarkt van elk verzekeringsproduct te begrijpen.

Verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen die verzekeringen met een beleggingscomponent distribueren:

(a) zorgen ervoor dat zij de in lid 3, derde alinea, bedoelde informatie verkrijgen en volledig begrijpen;

(b) identificeren en kwantificeren alle verdere kosten en lasten, met name de distributiekosten, die bij de berekening van de totale kosten en lasten door de ontwikkelaar nog niet in aanmerking zijn genomen;

(c) beoordelen of de totale kosten en lasten gerechtvaardigd en evenredig zijn in het licht van de doelstellingen en behoeften van de doelmarkt (prijsstellingsproces).

Het in punt c) bedoelde prijsstellingsproces omvat, indien beschikbaar, een vergelijking met de overeenkomstig lid 8 door Eiopa gepubliceerde relevante benchmark met betrekking tot de kosten en prestaties.

De distributeur verstrekt de verzekeringsonderneming of de verzekeringstussenpersoon die de verzekering met een beleggingscomponent ontwikkelt, regelmatig alle relevante informatie over de resultaten van zijn prijsstellingsproces. Indien de distributeur vaststelt dat er sprake is van kosten en lasten, met name distributiekosten, die de ontwikkelaar bij zijn prijsstelling niet volledig in aanmerking heeft genomen, stelt hij de ontwikkelaar daarvan onmiddellijk in kennis.

6. Wanneer een verzekering met een beleggingscomponent afwijkt van de in lid 8 bedoelde relevante benchmark, voeren verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen die verzekeringen met een beleggingscomponent distribueren, aanvullende tests en verdere beoordelingen uit en bepalen zij of de kosten en lasten niettemin gerechtvaardigd en evenredig zijn. Indien niet kan worden aangetoond dat de kosten en lasten gerechtvaardigd en evenredig zijn, adviseren verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen niet-professionele klanten niet over verzekeringen met een beleggingscomponent, en bieden zij hun dergelijke verzekeringen niet aan. Wanneer er voor een verzekering met een beleggingscomponent geen relevante benchmark bestaat, geven distributeurs alleen advies over het product of bieden zij het product alleen aan indien zij door middel van producttests en -beoordelingen hebben vastgesteld dat de kosten en lasten gerechtvaardigd en evenredig zijn en dat het product aan de doelstellingen en behoeften van de doelmarkt beantwoordt.

7. Een verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming die verzekeringen met een beleggingscomponent ontwikkelt of distribueert, documenteert alle verrichte beoordelingen, met inbegrip van:

(a) in voorkomend geval, de resultaten van de vergelijking van de verzekering met een beleggingscomponent met de relevante benchmarks;

(b) indien van toepassing, de redenen die een afwijking van de benchmark rechtvaardigen;

(c) motivering en staving van de evenredigheid van de kosten en lasten van de verzekering met een beleggingscomponent.

8. Eiopa ontwikkelt en publiceert, na raadpleging van ESMA en de bevoegde autoriteiten, in voorkomend geval gemeenschappelijke benchmarks voor verzekeringen met een beleggingscomponent met vergelijkbare prestaties, risico’s, strategieën, doelstellingen of andere kenmerken om verzekeringsondernemingen en verzekeringstussenpersonen die verzekeringen met een beleggingscomponent ontwikkelen of distribueren, te helpen bij het uitvoeren van de vergelijkende beoordeling van de kosten en prestaties van verzekeringen met een beleggingscomponent.

De benchmarks geven een reeks kosten en prestaties weer om verzekeringen met een beleggingscomponent waarvan de kosten en prestaties aanzienlijk afwijken van het gemiddelde, gemakkelijker te kunnen identificeren.

De voor de ontwikkeling van de benchmarks in aanmerking genomen kosten omvatten, naast de totale productkosten, ook alle distributiekosten, inclusief inducements. Zij maken een vergelijking met afzonderlijke kostencomponenten mogelijk.

Eiopa werkt deze benchmarks regelmatig bij.

9. De Commissie is bevoegd deze richtlijn aan te vullen door overeenkomstig artikel 38 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot nadere bepaling van de in dit artikel neergelegde beginselen, inclusief, met betrekking tot verzekeringen met een beleggingscomponent,

(a) de door Eiopa te gebruiken methode om de in lid 8 bedoelde benchmarks te ontwikkelen;

(b) de criteria om te bepalen of de kosten en lasten gerechtvaardigd en evenredig zijn.

In die gedelegeerde handelingen wordt op evenredige wijze rekening gehouden met de uitgevoerde activiteiten, de aard van de verkochte verzekeringsproducten en de aard van de distributeur.

10. Eiopa ontwikkelt, na raadpleging van ESMA en de bevoegde autoriteiten en na het uitvoeren van sectortests, en rekening houdend met de in lid 9, punt a), bedoelde methode, ontwerpen van technische reguleringsnormen om het volgende te bepalen:

(a) de overeenkomstig lid 4 aan de autoriteiten van het land van herkomst te rapporteren inhoud en soort gegevens, op basis van openbaarmakings- en rapportageverplichtingen, tenzij bij wijze van uitzondering aanvullende gegevens nodig zijn;

(b) de datastandaarden en opmaakmodellen, methoden en regelingen, de frequentie en de begindatum voor de overeenkomstig lid 4 te rapporteren informatie.

Eiopa legt deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk [negen maanden na de vaststelling van de in lid 2 bedoelde gedelegeerde handeling] voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.

11. De in dit artikel bedoelde beleidsmaatregelen, processen en regelingen laten alle andere vereisten van deze richtlijn onverlet, met inbegrip van de vereisten inzake openbaarmaking, geschiktheid of adequaatheid, vaststelling van en omgang met belangenconflicten, en betalingen van derden.

12. Dit artikel is niet van toepassing op verzekeringsproducten die betrekking hebben op de verzekering van grote risico’s.”.


41. Artikel 26 wordt vervangen door:

Artikel 26

Toepassingsgebied van bijkomende vereisten

In dit hoofdstuk worden voorschriften vastgelegd die een aanvulling vormen op deze die gelden voor het verzekeringsdistributiebedrijf, wanneer dit wordt verricht met betrekking tot de verkoop van verzekeringen met een beleggingscomponent.

Verzekeringen met een beleggingscomponent mogen uitsluitend worden gedistribueerd door:

(a) een verzekeringstussenpersoon;

(b) een verzekeringsonderneming.”.


42. Het volgende artikel 26 bis wordt ingevoegd:

Artikel 26 bis

Publicitaire mededelingen en marketingpraktijken

1. In afwijking van artikel 17, lid 2, zorgen de lidstaten ervoor dat de publicitaire mededelingen voor verzekeringen met een beleggingscomponent duidelijk als zodanig te herkennen zijn en duidelijk vermelden welke verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming verantwoordelijk is voor de inhoud en distributie ervan, ongeacht of de mededeling direct of indirect door de verzekeringstussenpersoon of de verzekeringsonderneming wordt gedaan.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat publicitaire mededelingen voor verzekeringen met een beleggingscomponent worden ontwikkeld, ontworpen en verstrekt op een wijze die correct, duidelijk en niet misleidend is en die evenwichtig is wat betreft de presentatie van de voordelen en risico’s en passend is wat betreft de inhoud en de distributiekanalen voor de doelgroep en, indien deze verband houdt met een specifieke verzekering met een beleggingscomponent, voor de overeenkomstig artikel 25, lid 1, beoogde doelmarkt.

Alle publicitaire mededelingen voor verzekeringen met een beleggingscomponent vermelden op een in het oog springende en beknopte wijze de essentiële kenmerken van de verzekering met een beleggingscomponent waarop zij betrekking hebben.

De vermelding van de essentiële kenmerken in publicitaire mededelingen voor verzekeringen met een beleggingscomponent waarborgt dat retailbeleggers eenvoudig de belangrijkste elementen van de verzekering met een beleggingscomponent, evenals de daaraan verbonden belangrijkste risico’s, kunnen begrijpen.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat marketingpraktijken worden ontwikkeld en gebruikt op een wijze die correct en niet misleidend is en die geschikt is voor de doelgroep.

4. Wanneer een ontwikkelaar van een verzekering met een beleggingscomponent een publicitaire mededeling opstelt en verstrekt voor gebruik door een distributeur, is de ontwikkelaar verantwoordelijk voor de inhoud van die publicitaire mededeling en de actualisering ervan. De distributeur is verantwoordelijk voor het gebruik van deze publicitaire mededeling en zorgt ervoor dat deze uitsluitend voor de beoogde doelmarkt en in overeenstemming met de voor die doelmarkt vastgestelde distributiestrategie wordt gebruikt.

Wanneer verzekeringsondernemingen of verzekeringstussenpersonen die verzekeringen met een beleggingscomponent aanbieden of aanbevelen die zij niet zelf ontwikkelen hun eigen publicitaire mededelingen opstellen, zijn zij volledig verantwoordelijk voor de passende inhoud, de actualisering en het gebruik ervan, in overeenstemming met de beoogde doelmarkt.

5. De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringsondernemingen en verzekeringstussenpersonen jaarlijks verslag doen aan hun leidinggevende orgaan over het gebruik van publicitaire mededelingen en op marketingpraktijken gerichte strategieën, over de naleving van de desbetreffende verplichtingen inzake publicitaire mededelingen en marketingpraktijken uit hoofde van deze richtlijn en over eventuele gesignaleerde onregelmatigheden en voorgestelde oplossingen.

6. De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale bevoegde autoriteiten tijdig doeltreffende maatregelen kunnen nemen met betrekking tot publicitaire mededelingen of marketingpraktijken die niet voldoen aan de in de leden 1 tot en met 3 vastgestelde voorschriften.

7. De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringsondernemingen en verzekeringstussenpersonen een overzicht bijhouden van al hun publicitaire mededelingen over verzekeringen met een beleggingscomponent, of hun publicitaire mededelingen die zijn gedaan door een derde partij die is vergoed of aangemoedigd door middel van een niet-geldelijke tegemoetkoming.

Deze gegevens worden gedurende een periode van vijf jaar en, op verzoek van de bevoegde autoriteit, gedurende een periode van ten hoogste zeven jaar bewaard. De verzekeringsonderneming of verzekeringsdistributeur kan deze overzichten op verzoek verkrijgen van de bevoegde autoriteit.

De in de eerste alinea bedoelde gegevens omvatten alle volgende elementen:

a) de inhoud van de publicitaire mededeling;

b) informatie over de voor de publicitaire mededeling gebruikte drager;

c) de datum en duur van de publicitaire mededeling, met inbegrip van de relevante begin- en eindtijd;

d) de beoogde klantensegmenten of profileringsdeterminanten;

e) de lidstaten waar de publicitaire mededeling beschikbaar wordt gesteld;

f) de identiteit van derden die betrokken zijn bij de verspreiding van de publicitaire mededeling.

De gegevens over de in punt f) bedoelde identiteit omvatten de juridische benaming, de statutaire zetel, de contactgegevens en, indien relevant, de identiteit op sociale media van de betrokken natuurlijke of rechtspersonen.

8. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 38 een gedelegeerde handeling vast te stellen tot aanvulling van deze richtlijn, waarin het volgende nader wordt bepaald:

(a) de essentiële kenmerken van verzekeringen met een beleggingscomponent die in alle op niet-professionele klanten of potentiële niet-professionele klanten gerichte publicitaire mededelingen moeten worden vermeld en andere relevante criteria om ervoor te zorgen dat deze essentiële kenmerken in het oog springen en gemakkelijk toegankelijk zijn voor een gemiddelde niet-professionele klant, ongeacht het communicatiemiddel;

(b) de voorwaarden waaraan publicitaire mededelingen en marketingpraktijken van verzekeringen met een beleggingscomponent moeten voldoen om correct, duidelijk, niet misleidend te zijn, en om evenwichtig te zijn wat betreft de presentatie van de voordelen en risico’s en passend wat betreft de inhoud en de distributiekanalen voor de doelgroep of, waar van toepassing, de doelmarkt.”.


43. In artikel 28 wordt lid 2 vervangen door:

“Indien de door een verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming overeenkomstig artikel 27 getroffen organisatorische of administratieve regelingen voor de omgang met belangenconflicten ontoereikend zijn om redelijkerwijs te mogen aannemen dat het risico dat de belangen van de klant worden geschaad, zal worden voorkomen, maakt de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming tijdig, voordat de klant is gebonden aan een verzekeringsovereenkomst of -aanbod, op heldere wijze de algemene aard of de bronnen van belangenconflicten bekend aan de klant.”.


44. Artikel 29 wordt vervangen door:

Artikel 29

Informatieverstrekking aan klanten en verzekeringnemers

1. Onverminderd artikel 18 en artikel 19, leden 1 en 2, zorgen de lidstaten ervoor dat verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringen met een beleggingscomponent distribueren klanten tijdig, voordat zij gebonden zijn aan een verzekeringsovereenkomst of -aanbod, in gepersonaliseerde vorm passende informatie verschaffen over de aan deze klanten voorgestelde verzekeringen met een beleggingscomponent. Die informatie bevat alle volgende gegevens:

(a) wanneer advies wordt verstrekt:

i) of het advies al dan niet op onafhankelijke basis wordt verstrekt;

ii) of het advies op een brede dan wel beperktere analyse van verschillende soorten verzekeringen met een beleggingscomponent en, indien van toepassing, onderliggende beleggingsactiva is gebaseerd en, in het bijzonder, of het gamma al dan niet beperkt is tot producten en activa die worden ontwikkeld of verstrekt door entiteiten die nauwe banden hebben met de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming of er in een ander juridisch of economisch verband mee staan, zoals een contractueel verband, dat zo nauw is dat het risico bestaat dat dit afbreuk doet aan de onafhankelijke basis van het verstrekte advies;

iii) of de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming de klant een periodieke beoordeling zal verstrekken van de geschiktheid van de aan die klant aanbevolen verzekering met een beleggingscomponent;

iv) indien de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming onafhankelijk advies verstrekt aan een niet-professionele klant, of het aanbevolen gamma aan verzekeringen met een beleggingscomponent al dan niet is beperkt tot uitsluitend goed gediversifieerde, niet-complexe (als bedoeld in artikel 30, lid 3) en kostenefficiënte verzekeringen met een beleggingscomponent;

v) hoe bij de aanbevolen verzekeringen met een beleggingscomponent rekening is gehouden met de diversificatie van de portefeuille van de klant;

(b) een beschrijving van de belangrijkste elementen van de voorgestelde verzekering met een beleggingscomponent en, indien van toepassing, eventueel aanbevolen onderliggende beleggingsactiva en beleggingsstrategieën, waaronder passend advies en passende waarschuwingen over de risico’s waarmee de verzekeringen met een beleggingscomponent en, indien van toepassing, de aanbevolen onderliggende beleggingsactiva gepaard gaan of met betrekking tot specifieke door die verzekering gevolgde beleggingsstrategieën;

(c) informatie over de voorgestelde verzekeringsdekking, met inbegrip van bijzonderheden over de verzekeringsuitkeringen en -opties en de omstandigheden die tot uitkering leiden, en, in voorkomend geval, een samenvatting van de uitgesloten risico’s en uitsluitingen, in welke gevallen geen schadeclaims kunnen worden ingediend;

(d) informatie over alle expliciete en impliciete kosten, bijbehorende lasten en betalingen aan of van derden, met inbegrip van alle kosten en lasten in verband met de distributie van de verzekering met een beleggingscomponent en, indien relevant, de advieskosten, hoe de klant kan betalen en de looptijd van de betalingen;

(e) het op de overeenkomst toepasselijke recht en het bevoegde gerecht;

(f) algemene informatie over de belastingregels die van toepassing zijn op het type verzekering met een beleggingscomponent.

Bij de in de eerste alinea, punt d), bedoelde informatie, wordt een passende toelichting gevoegd, in een gestandaardiseerde en voor een gemiddelde niet-professionele klant begrijpelijke taal, over de gevolgen van de kosten, lasten en betalingen aan of van derden voor het verwachte rendement.

De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen de informatie over alle in de eerste alinea, punt d), vermelde kosten, lasten en betalingen aan of van derden in hun totaliteit vermelden, zodat de klant inzicht heeft in de totale kosten en het cumulatieve effect ervan op het rendement van de belegging. De totale kosten worden uitgedrukt in geldbedragen en in percentages die worden berekend over de looptijd van de verzekering met een beleggingscomponent. Op verzoek van de klant verstrekken verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen een puntsgewijze uitsplitsing van die informatie.

De door de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming in verband met de verstrekking of distributie van de verzekering met een beleggingscomponent betaalde of ontvangen betalingen aan of van derden worden afzonderlijk gespecificeerd. De verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming verstrekt informatie over het cumulatieve effect van dergelijke betalingen aan of van derden, met inbegrip van eventuele terugkerende betalingen aan of van derden, op het nettorendement gedurende de looptijd van de verzekering met een beleggingscomponent. Het doel van de betalingen aan of van derden en het effect ervan op het nettorendement worden op gestandaardiseerde wijze uiteengezet in een taal die begrijpelijk is voor een gemiddelde niet-professionele klant.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat ontwikkelaars van verzekeringen met een beleggingscomponent een bondig gepersonaliseerd document opstellen met daarin de belangrijkste informatie die jaarlijks moet worden verstrekt aan elke niet-professionele klant die die verzekering houdt (“jaaroverzicht”).

De precieze datum waarop de informatie in het jaaroverzicht betrekking heeft, wordt duidelijk zichtbaar vermeld.

De informatie in het jaaroverzicht is correct en actueel.

Ontwikkelaars stellen het jaaroverzicht in elektronische vorm kosteloos beschikbaar aan elke verzekeringnemer. Op verzoek wordt, naast de informatie in elektronische vorm, ook kosteloos een papieren exemplaar verstrekt.

Het jaaroverzicht hoeft niet te worden verstrekt als de ontwikkelaar de verzekeringnemers toegang biedt tot een onlinesysteem dat kan worden aangemerkt als een duurzame drager waar actuele overzichten met de in lid 3 vermelde relevante informatie eenvoudig toegankelijk zijn en de ontwikkelaar kan bewijzen dat de niet-professionele verzekeringnemer zich ten minste één keer in de voorgaande twaalf maanden toegang heeft verschaft tot deze overzichten.

3. Het jaaroverzicht moet ten minste de volgende belangrijke gegevens bevatten:

(a) de totale kosten, bijkomende lasten en betalingen aan of van derden, gespecificeerd per post en in een geldbedrag en in een percentage, direct of indirect betaald of gedragen door de niet-professionele verzekeringnemer over de voorgaande twaalf maanden en op samengestelde basis sinds de aanvang van de looptijd van de overeenkomst in verband met de verzekering met een beleggingscomponent;

(b) de jaarprestaties van alle onderliggende beleggingsactiva van de verzekering met een beleggingscomponent en de jaarlijkse algemene prestaties van de portefeuille, elk vergeleken met de prestaties over voorgaande jaren;

(c) de totale belasting, met inbegrip van zegelbelasting, transactiebelasting, bronbelasting en andere door de verzekeringsonderneming geheven belastingen, met een uitsplitsing per belasting, die ten laste van de niet-professionele klant is gebracht in verband met de verzekering met een beleggingscomponent;

(d) indien van toepassing, de marktwaarde of, als de marktwaarde niet beschikbaar is, de geraamde waarde van de onderliggende beleggingsactiva van de verzekering met een beleggingscomponent;

(e) door de niet-professionele verzekeringnemer gedane betalingen met betrekking tot de verzekering met een beleggingscomponent, met inbegrip van beleggingen, stortingen, bijdragen, premies en provisies, over de voorgaande twaalf maanden, met aftrek van eventuele opnamen;

(f) bijgewerkte individuele prognoses van de verwachte resultaten aan het einde van de contractuele of aanbevolen aanhoudingsperiode, op basis van de actuele waarde van de belegging en de ontwikkeling van de prestaties tot dat moment en verband houdende met de precontractuele prestatiescenario’s in het essentiële-informatiedocument als bedoeld in Verordening (EU) nr. 1286/2014, en een disclaimer dat deze prognoses kunnen afwijken van de daadwerkelijke eindwaarde van de belegging;

(g) informatie over de voorwaarden voor en financiële gevolgen van een voortijdige beëindiging van de belegging of de overstap naar een andere aanbieder, met inbegrip van de afkoopwaarde en de voorwaarden voor de afkoop van de verzekeringspolis;

(h) een kort overzicht van de verzekeringsdekking, met name over de verzekeringsuitkeringen en eventuele opties en informatie over wat er gebeurt als de verzekerde overlijdt of er zich een andere verzekerde gebeurtenis voordoet;

(i) bij verzekeringen met een beleggingscomponent waarvoor in de algemene polisvoorwaarden is voorzien in een periodieke premieherziening, de verwachte premies die nodig zijn om de huidige uitkeringen te behouden tot de leeftijd van 55, 65, 75 en 85 jaar.

4. De in lid 1 beschreven informatie en het in de leden 2 en 3 bedoelde jaaroverzicht worden in gestandaardiseerde Unieterminologie en door middel van een standaardformulier verstrekt aan niet-professionele klanten en verzekeringnemers.

Eiopa ontwikkelt, na raadpleging van ESMA en na het uitvoeren van consumenten- en sectortests, ontwerpen van technische reguleringsnormen voor de nadere bepaling van:

(a) het desbetreffende formulier voor het verstrekken van de in de leden 1 en 3 vermelde informatie, waaronder de lay-out en lengte van het document en de inhoud van elk van de afzonderlijke gegevenselementen;

(b) de gestandaardiseerde Unieterminologie en bijbehorende toelichting die moeten worden gebruikt voor het verstrekken van de in de leden 1 en 3 vermelde informatie. De toelichting zorgt ervoor dat de informatie waarschijnlijk begrijpelijk is voor niet-professionele klanten zonder specifieke kennis van verzekeringen met een beleggingscomponent;

Eiopa legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PB: datum invoegen: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding] aan de Commissie voor.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze richtlijn aan te vullen door de in de derde alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.

5. De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringen met een beleggingscomponent distribueren geschikte waarschuwingen weergeven in informatiemateriaal, met inbegrip van publicitaire mededelingen, dat aan niet-professionele klanten wordt verstrekt om hen te wijzen op de specifieke risico’s van mogelijke verliezen die zijn verbonden aan bijzonder risicovolle verzekeringen met een beleggingscomponent en, indien van toepassing, onderliggende beleggingsactiva.

Eiopa ontwikkelt, uiterlijk [18 maanden na de inwerkingtreding van de wijzigingsrichtlijn] richtsnoeren over het begrip “bijzonder risicovolle verzekeringen met een beleggingscomponent”, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van verschillende soorten verzekeringen met een beleggingscomponent.

Eiopa ontwikkelt technische reguleringsnormen voor de nadere bepaling van de vorm en inhoud van dergelijke risicowaarschuwingen, naar behoren rekening houdend met de specifieke kenmerken van de verschillende soorten verzekeringen met een beleggingscomponent en soorten mededelingen.

Eiopa dient deze technische reguleringsnormen uiterlijk op [PB: datum invoegen: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding] aan de Commissie voor.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de derde alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.

Eiopa houdt toezicht op de consistente toepassing van risicowaarschuwingen in de hele Unie. Wanneer bezorgdheid ontstaat over het gebruik of het niet-gebruik of het toezicht op het gebruik van dergelijke risicowaarschuwingen in de lidstaten, waarbij een wezenlijk effect kan ontstaan op de beleggersbescherming, kan Eiopa, na raadpleging van de betrokken bevoegde autoriteiten, het gebruik van risicowaarschuwingen door verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die dergelijke verzekeringen met een beleggingscomponent distribueren, verplicht stellen.”.


45. De volgende artikelen 29 bis en 29 ter worden ingevoegd:

Artikel 29 bis

Inducements

1. De lidstaten dragen er zorg voor dat verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen die overeenkomstig artikel 30, leden 2 en 3, verzekeringen met een beleggingscomponent ontwikkelen of distribueren geen provisie of commissie betalen of ontvangen, en ook geen niet-geldelijke tegemoetkoming verstrekken of ontvangen in het kader van het aanbieden of distribueren van een verzekering met een beleggingscomponent, aan of van een andere partij dan de klant of een persoon die voor rekening van de klant handelt.

Het in de eerste alinea vervatte verbod is niet van toepassing op kleine niet-geldelijke tegemoetkomingen met een totale waarde van minder dan 100 EUR per jaar of die van zodanige omvang en aard zijn dat zij niet kunnen worden geacht afbreuk te doen aan de plicht van de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming om te handelen in het belang van hun klant, mits deze voordelen duidelijk aan de klant zijn meegedeeld.

Betalingen of tegemoetkomingen die de verlening van diensten mogelijk maken of daarvoor noodzakelijk zijn, waaronder wettelijke heffingen of juridische kosten, en die naar hun aard niet onverenigbaar zijn met de verplichting van verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen om zich op eerlijke, billijke en professionele wijze in te zetten voor de belangen van hun klanten, zijn niet onderworpen aan de in de eerste alinea opgenomen vereisten.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen bij de distributie van verzekeringen met een beleggingscomponent overeenkomstig artikel 30, lid 1, alleen provisies of tegemoetkomingen ontvangen van of betalen aan een derde partij op voorwaarde dat deze verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen ervoor zorgen dat de ontvangst of betaling van dergelijke provisies of tegemoetkomingen geen afbreuk doet aan hun plicht om zich op eerlijke, billijke en professionele wijze in te zetten voor de belangen van hun klanten. Verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen maken het bestaan, de aard en het bedrag van dergelijke betalingen aan of van derden openbaar in overeenstemming met artikel 29.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen, in voorkomend geval, de klant informeren over mechanismen om aan de klant eventuele provisies, commissies en geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen te verstrekken die zijn ontvangen in verband met de distributie van de verzekering met een beleggingscomponent.

4. De lidstaten kunnen aan verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen strengere eisen opleggen betreffende de in dit artikel bedoelde zaken. Met name kunnen de lidstaten daarnaast het aanbieden of aanvaarden van provisies, commissies of niet-geldelijke tegemoetkomingen van derden in verband met het verstrekken van verzekeringsadvies verbieden of verder beperken.

Strengere eisen kunnen betekenen dat dergelijke provisies, commissies of niet-geldelijke tegemoetkomingen aan de klant worden terugbetaald of afgetrokken van de door de klant te betalen provisies.

Aan de in dit lid bedoelde strengere eisen van een lidstaat wordt voldaan door alle verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen, met inbegrip van deze die hun activiteiten uitoefenen op grond van het vrije verkeer van diensten of de vrijheid van vestiging, bij het sluiten van verzekeringsovereenkomsten met klanten die hun gewone verblijfplaats of vestiging in die lidstaat hebben.

5. De Commissie is bevoegd deze richtlijn aan te vullen door overeenkomstig artikel 38 gedelegeerde handelingen vast te stellen voor de nadere bepaling van:

(a) de wijze waarop verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen de in dit artikel vervatte beginselen moeten naleven;

(b) de criteria om te beoordelen of verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen die inducements betalen of ontvangen, voldoen aan de plicht om op eerlijke, billijke en professionele wijze te handelen in het belang van de klant.

6. Drie jaar na de datum van inwerkingtreding van Richtlijn (EU) [PB: nummer van de wijzigingsrichtlijn invoeren] en na raadpleging van ESMA en Eiopa, beoordeelt de Commissie de gevolgen van betalingen aan of van derden voor retailbeleggers, met name gelet op mogelijke belangenconflicten en wat betreft de beschikbaarheid van onafhankelijk advies, alsook het effect van de desbetreffende bepalingen van Richtlijn (EU) [PB: nummer van de wijzigingsrichtlijn invoeren] op retailbeleggers. Indien nodig om benadeling van de consument te voorkomen, stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad wetswijzigingen voor.

Artikel 29 ter

Belang van de klant

1. Om ervoor te zorgen dat verzekeringsondernemingen en verzekeringstussenpersonen overeenkomstig artikel 17, lid 1, in het belang van de klant handelen wanneer zij aan klanten advies over verzekeringen met een beleggingscomponent verstrekken, worden zij er door de lidstaten toe verplicht:

(a) dit advies te verstrekken op basis van een beoordeling van een passend gamma aan verzekeringen met een beleggingscomponent en, in voorkomend geval, onderliggende beleggingsactiva;

(b) de meest kostenefficiënte verzekering met een beleggingscomponent en, in voorkomend geval, de meest kostenefficiënte onderliggende beleggingsactiva aan te bevelen op basis van de verzekeringen met een beleggingscomponent die krachtens artikel 30, lid 1, als geschikt voor de klant zijn aangemerkt en soortgelijke kenmerken hebben;

(c) uit het gamma aan verzekeringen met een beleggingscomponent die overeenkomstig artikel 30, lid 1, als geschikt voor de klant zijn aangemerkt, een of meerdere verzekeringen met een beleggingscomponent en, in voorkomend geval, onderliggende beleggingsactiva, een product of producten aan te bevelen, zonder aanvullende kenmerken die niet noodzakelijk zijn om de doelstellingen van de klant te verwezenlijken en die extra kosten met zich meebrengen;

(d) verzekeringen met een beleggingscomponent aan te bevelen waarvan de verzekeringsdekking overeenkomt met de eisen en behoeften van de klant op het gebied van verzekeringen.

2. De Commissie is bevoegd deze richtlijn aan te vullen door overeenkomstig artikel 38 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter nadere bepaling van de wijze waarop verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen de in dit artikel vervatte beginselen moeten naleven.

In deze gedelegeerde handelingen wordt rekening gehouden met de aard van de aan de klant aangeboden of verleende diensten, de aard van de aangeboden of in overweging genomen producten, met inbegrip van verschillende soorten verzekeringen met een beleggingscomponent.”.


46. Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

(a) er wordt een nieuw lid -1 ingevoegd:

“-1. De lidstaten schrijven voor dat verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringen met een beleggingscomponent distribueren tijdig, voordat de klant is gebonden aan een verzekeringsovereenkomst of -aanbod, de geschiktheid of adequaatheid beoordelen van verzekeringen met een beleggingscomponent en, in voorkomend geval, de onderliggende beleggingsactiva die aan een klant worden aanbevolen of waar een klant om verzoekt. Elk van deze beoordelingen wordt uitgevoerd op basis van evenredige en noodzakelijke informatie over de klant, zoals verkregen door de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming overeenkomstig de in dit artikel vervatte voorschriften.

De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringen met een beleggingscomponent distribueren aan klanten het doel van de geschiktheids- of adequaatheidsbeoordeling uitleggen voordat zij die klanten om informatie verzoeken. De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringen met een beleggingscomponent distribueren klanten in gestandaardiseerde vorm waarschuwen voor al het onderstaande:

(a) het verstrekken van onnauwkeurige of onvolledige informatie kan een negatief effect hebben op de kwaliteit van de door de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming uit te voeren beoordeling;

(b) het ontbreken van informatie belet verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringen met een beleggingscomponent distribueren te bepalen of de beoogde dienst of het beoogde financiële instrument geschikt of adequaat is voor de klant en leidt ertoe dat geen advies kan worden verstrekt.

De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringen met een beleggingscomponent distribueren, de klant op verzoek een verslag verstrekken over de voor de geschiktheids- of adequaatheidsbeoordeling verzamelde informatie. Het verslag wordt verstrekt in gestandaardiseerde vorm, zoals ontwikkeld door Eiopa.

Eiopa ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen om de in de tweede alinea bedoelde uitleg en waarschuwing, en de vorm en inhoud van het in de derde alinea bedoelde verslag te bepalen.

Eiopa legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PB: datum invoegen: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding] aan de Commissie voor.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.”;

(b) de leden 1, 2 en 3 worden vervangen door:

1. Onverminderd artikel 20, lid 1, wint de verzekeringstussenpersoon of de verzekeringsonderneming wanneer deze advies verstrekt over verzekeringen met een beleggingscomponent tevens informatie in betreffende de kennis en ervaring van de klant op beleggingsgebied met betrekking tot de aangeboden of gevraagde specifieke soort verzekering met een beleggingscomponent of, in voorkomend geval, onderliggende beleggingsactiva, de financiële situatie van de klant, met inbegrip van de samenstelling van bestaande portefeuilles, diens vermogen om volledige of gedeeltelijke verliezen te dragen, diens beleggingsbehoeften en -doelstellingen, met inbegrip van duurzaamheidsvoorkeuren, en risicotolerantie, teneinde de verzekeringstussenpersoon of de verzekeringsonderneming in staat te stellen om de klant de verzekeringen met een beleggingscomponent te kunnen aanbevelen die voor die persoon geschikt zijn en die, met name, stroken met diens risicotolerantie, diens vermogen om verliezen te dragen en diens behoeften op het gebied van diversificatie van de portefeuille.

Wanneer op onafhankelijke wijze aan niet-professionele klanten advies wordt verstrekt dat beperkt is tot goed gediversifieerde, niet-complexe en kostenefficiënte verzekeringen met een beleggingscomponent, is de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming niet verplicht om informatie te verkrijgen over de kennis en ervaring van de klant met betrekking tot de verzekeringen met een beleggingscomponent die worden overwogen of over de samenstelling van de portefeuille van de klant.

Bij het verstrekken van advies dat omwisseling van onderliggende beleggingsactiva met zich meebrengt, verkrijgen verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen de nodige informatie over de bestaande onderliggende beleggingsactiva van de klant en de aanbevolen nieuwe beleggingsactiva en analyseren zij de verwachte kosten en baten van de omwisseling, zodat zij redelijkerwijs kunnen aantonen dat de baten van omwisseling naar verwachting opwegen tegen de kosten.

2. Onverminderd artikel 20, lid 1, zorgen de lidstaten ervoor dat, wanneer geen advies wordt gegeven in verband met verzekeringen met een beleggingscomponent, de verzekeringstussenpersoon of de verzekeringsonderneming bij de klant informatie inwint over zijn kennis en ervaring op beleggingsgebied met betrekking tot de specifieke soort verzekering met een beleggingscomponent of, in voorkomend geval, de onderliggende beleggingsactiva die wordt aangeboden of verlangd, en over zijn vermogen om volledige of gedeeltelijke verliezen te dragen en risicotolerantie, zodat de verzekeringstussenpersoon of de verzekeringsonderneming kan beoordelen of de in overweging genomen verzekering met een beleggingscomponent adequaat is voor de klant.

Indien de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming op grond van de uit hoofde van de eerste alinea ontvangen informatie oordeelt dat het product voor de klant niet adequaat is, waarschuwt de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming de klant. Deze waarschuwing wordt in gestandaardiseerde vorm verstrekt en wordt geregistreerd.

De verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming gaat niet over tot de distributie van een verzekering met een beleggingscomponent wanneer er voor die verzekering een waarschuwing geldt die aangeeft dat het product of de dienst niet adequaat is, tenzij de klant vraagt om ondanks die waarschuwing toch over te gaan tot distributie en de verzekeringsonderneming aanvaardt de overeenkomst te sluiten op verzoek van de klant. Zowel het verzoek van de klant als de aanvaarding door de verzekeringsonderneming wordt gedocumenteerd.

Eiopa ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen om de vorm en de inhoud van de in de tweede alinea bedoelde waarschuwing te bepalen.

Eiopa legt de ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PB: datum invoegen: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding] aan de Commissie voor.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om die technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.

3. Onverminderd artikel 20, lid 1, kunnen de lidstaten, wanneer er geen advies wordt verstrekt met betrekking tot verzekeringen met een beleggingscomponent, afwijken van de in lid 2 van dit artikel bedoelde verplichtingen, zodat verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen het verzekeringsdistributiebedrijf in verband met verzekeringen met een beleggingscomponent op hun grondgebied mogen uitoefenen zonder, zoals bepaald in lid 2 van dit artikel, informatie te hoeven inwinnen of te hoeven vaststellen hetgeen in lid 2 van dit artikel is bepaald, indien aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:

(a) het verzekeringsdistributiebedrijf heeft betrekking op een van de volgende activiteiten:

i) verzekeringen met een beleggingscomponent waarbij de beleggingspositie alleen afhangt van onderliggende financiële instrumenten die aangemerkt kunnen worden als niet-complex in de zin van Richtlijn 2014/65/EU, en waarvan de structuur niet zodanig is dat klanten de daaraan verbonden risico’s moeilijk kunnen beoordelen;

ii) andere niet-complexe verzekeringen met een beleggingscomponent voor de toepassing van dit lid;

(b) de verzekeringsdistributieactiviteit wordt verricht op initiatief van de klant;

(c) aan de klant is duidelijk meegedeeld dat bij het verrichten van deze verzekeringsdistributieactiviteit de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming niet verplicht is de adequaatheid van de aangeboden verzekering met een beleggingscomponent of de aangeboden verzekeringsdistributieactiviteit te beoordelen en dat de klant derhalve niet de overeenkomstige bescherming van de toepasselijke bepalingen betreffende de gedragsregels geniet. Deze waarschuwing wordt in gestandaardiseerde vorm verstrekt;

(d) de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming voldoet aan de in de artikelen 27 en 28 vastgelegde verplichtingen.

Alle verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen, met inbegrip van deze die hun activiteiten uitoefenen op grond van het vrije verkeer van diensten of de vrijheid van vestiging, voldoen bij de distributie van verzekeringen met een beleggingscomponent aan klanten die hun gewone verblijfplaats of vestiging in een lidstaat hebben en die geen gebruik maken van de in dit lid bedoelde afwijking, aan de in die lidstaat toepasselijke bepalingen.

Eiopa ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen om de vorm en inhoud van de in de eerste alinea, punt c), bedoelde waarschuwing te bepalen.

Eiopa legt de ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PB: datum invoegen: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding] aan de Commissie voor.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om die technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1094/201039.”;

(c) lid 5 wordt vervangen door:

“5. De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen aan de klant op een duurzame drager deugdelijke verslagen over de verzekeringsdistributieactiviteiten verstrekken. Deze verslagen bevatten periodieke mededelingen aan klanten, rekening houdend met de soort en de complexiteit van de betrokken verzekeringen met een beleggingscomponent en de aard van de voor de klant verrichte dienst, alsook, in voorkomend geval, de kosten van de transacties en de diensten die voor rekening van de klant werden verricht.

De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen bij het verstrekken van advies over verzekeringen met een beleggingscomponent de klant tijdig vóór het sluiten van een overeenkomst op een duurzame drager een geschiktheidsverklaring verstrekken waarin het verstrekte advies is gespecificeerd, alsook hoe dit advies aan de voorkeuren, doelstellingen en andere kenmerken van de klant beantwoordt. Een dergelijke verklaring wordt tijdig verstrekt en wel voordat de klant aan een verzekeringsovereenkomst of -aanbod is gebonden, om ervoor te zorgen dat de klant voldoende tijd krijgt om deze overeenkomst of dit aanbod te beoordelen en, indien nodig, aanvullende informatie of verduidelijkingen van de verzekeringstussenpersoon of de verzekeringsonderneming te verkrijgen.

De lidstaten zorgen ervoor dat wanneer de verzekeringsovereenkomst wordt gesloten door middel van een techniek voor communicatie op afstand die de voorafgaande verstrekking van de geschiktheidsverklaring belet, de verzekeringstussenpersoon of de verzekeringsonderneming de geschiktheidsverklaring kan verstrekken op een duurzame drager onmiddellijk nadat de klant door een verzekeringsovereenkomst is gebonden, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

(a) de klant heeft ingestemd met de ontvangst van de geschiktheidsverklaring zonder onnodige vertraging na het sluiten van de overeenkomst;

(b) de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming heeft de klant de mogelijkheid geboden de sluiting van de overeenkomst uit te stellen om de geschiktheidsverklaring voorafgaand aan die sluiting te ontvangen.

De lidstaten zorgen ervoor dat indien een verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming de klant ervan op de hoogte heeft gebracht dat deze een periodieke geschiktheidsbeoordeling zal uitvoeren, het periodieke verslag een bijgewerkte verklaring bevat van de manier waarop de verzekering met een beleggingscomponent beantwoordt aan de voorkeuren, doelstellingen en andere kenmerken van de niet-professionele klant.”;

(d) de volgende leden 5 bis, 5 ter en 5 quater worden ingevoegd:

“5 bis. De lidstaten kunnen aan distributeurs strengere eisen opleggen betreffende de in dit artikel bedoelde zaken. In het bijzonder kunnen de lidstaten bepalen dat het in artikel 30 bedoelde advies voor de verkoop van enigerlei verzekering met een beleggingscomponent, of voor bepaalde soorten verzekeringen met een beleggingscomponent, verplicht is.

De lidstaten zorgen ervoor dat aan hun in de eerste alinea bedoelde strengere eisen wordt voldaan door alle verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen, met inbegrip van deze die hun activiteiten uitoefenen op grond van het vrije verkeer van diensten of de vrijheid van vestiging, bij het sluiten van verzekeringsovereenkomsten met klanten die hun gewone verblijfplaats of vestiging in die lidstaat hebben.

5 ter. De lidstaten schrijven voor dat wanneer een verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming die verzekeringen met een beleggingscomponent distribueert de klant meedeelt dat op onafhankelijke basis advies wordt verstrekt, de verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming:

(a) een toereikend aantal op de markt verkrijgbare verzekeringsproducten beoordeelt die voldoende gediversifieerd zijn wat soort en productaanbieders betreft om te waarborgen dat de doelstellingen van de klant naar behoren kunnen worden verwezenlijkt en niet beperkt blijven tot verzekeringsproducten die worden uitgegeven of verstrekt door entiteiten die nauwe banden hebben met de verzekeringstussenpersoon of de verzekeringsonderneming;

(b) met betrekking tot de dienstverlening aan klanten geen provisies, commissies of geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen aanvaardt die worden betaald of verstrekt door een derde partij of een persoon die voor rekening van een derde partij handelt.

5 quater. Wanneer de verzekeringstussenpersoon of de verzekeringsonderneming op onafhankelijk wijze beleggingsadvies verstrekt aan niet-professionele klanten, mag deze de beoordeling in verband met de in lid 5 ter, punt a), bedoelde soort verzekeringen met een beleggingscomponent beperken tot goed gediversifieerde, kostenefficiënte en niet-complexe verzekeringen met een beleggingscomponent. Vóór de aanvaarding van deze dienst wordt de niet-professionele klant naar behoren geïnformeerd over de mogelijkheid van en de voorwaarden voor het verkrijgen van toegang tot onafhankelijk standaardadvies en de bijbehorende voordelen en beperkingen.”;

(e) lid 6 wordt vervangen door:

“6. De Commissie is bevoegd deze richtlijn aan te vullen door overeenkomstig artikel 38 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter nadere bepaling van de wijze waarop verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen de in dit artikel vervatte beginselen moeten naleven bij de uitoefening van het verzekeringsdistributiebedrijf in verband met verzekeringen met een beleggingscomponent, onder meer wat betreft:

(a) de informatie die moet worden verkregen bij het beoordelen van de geschiktheid en adequaatheid van verzekeringen met een beleggingscomponent voor hun klanten;

(b) de criteria voor de beoordeling van niet-complexe verzekeringen met een beleggingscomponent ten behoeve van lid 3, punt a), ii), van dit artikel;

(c) de inhoud en vorm van documenten en overeenkomsten voor het verlenen van diensten aan klanten en het verstrekken van periodieke verslagen aan klanten over de verleende diensten.

In deze gedelegeerde handelingen wordt rekening gehouden met de aard van de aan de klant aangeboden of geleverde diensten, de aard van de aangeboden of in overweging genomen producten, met inbegrip van verschillende soorten verzekeringen met een beleggingscomponent en de al dan niet professionele aard van de klant.”.


47. Artikel 35, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

(a) punt a) wordt vervangen door:

“a) specifieke procedures voor de ontvangst van meldingen van potentiële of daadwerkelijke inbreuken en de follow-up daarvan, met inbegrip van het vaststellen van veilige communicatiekanalen voor dergelijke meldingen.”;

(b) de volgende alinea wordt toegevoegd:

“De in punt a) bedoelde specifieke procedures omvatten eveneens het op de voorpagina van de website van elke bevoegde autoriteit vermelden van een link naar een eenvoudig meldingsformulier waarmee iedereen een potentiële of daadwerkelijke inbreuk op de Uniewetgeving kan melden. De lidstaten schrijven voor dat de bevoegde autoriteiten onverwijld alle via dat meldingsformulier ingediende meldingen analyseren.”.


48. Het volgende artikel 35 bis wordt ingevoegd:

Artikel 35 bis

Procedure voor de aanpak van activiteiten die zonder vergunning of registerinschrijving digitaal worden aangeboden

1. De lidstaten zorgen ervoor dat indien een natuurlijke of rechtspersoon online het verzekeringsbedrijf uitoefent en zich richt tot klanten op hun grondgebied zonder in een register te zijn ingeschreven overeenkomstig artikel 3 van deze richtlijn of te beschikken over een vergunning overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 2009/138/EG, of wanneer een bevoegde autoriteit vermoedt dat die entiteit het bedrijf uitoefent zonder in een register te zijn ingeschreven overeenkomstig artikel 3 van deze richtlijn of over een vergunning te beschikken overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 2009/138/EG, de bevoegde autoriteit alle passende en evenredige maatregelen neemt om de uitoefening van deze distributieactiviteiten, met inbegrip van publicitaire mededelingen, te voorkomen door gebruik te maken van de in artikel 12, lid 3, bedoelde toezichtbevoegdheden. Bij deze maatregelen worden de in deze richtlijn vastgestelde beginselen betreffende de samenwerking tussen de lidstaten in acht genomen.

2. De lidstaten schrijven voor dat de bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 32 elk besluit publiceren waarbij krachtens lid 1 een maatregel wordt opgelegd.

De bevoegde autoriteiten stellen Eiopa onverwijld in kennis van de in lid 2 bedoelde besluiten. Eiopa zet een elektronische databank op met de door de bevoegde autoriteiten ingediende besluiten, die toegankelijk is voor alle bevoegde autoriteiten. Eiopa publiceert een lijst van alle bestaande besluiten, met een beschrijving van de betrokken natuurlijke of rechtspersonen en de aard van de diensten of producten die worden geleverd. De lijst is voor het publiek toegankelijk via een link op de website van Eiopa. Als het natuurlijke personen betreft, mag deze lijst niet leiden tot de publicatie van meer persoonsgegevens van die natuurlijke personen dan die welke door de bevoegde autoriteit op grond van de eerste alinea en overeenkomstig artikel 32 zijn gepubliceerd.”.


49. Artikel 38 wordt vervangen door:

Artikel 38

Gedelegeerde handelingen

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 39 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de artikelen 10, 25, 26 bis, 28, 29 bis, 29 ter en 30.”.


50. Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:

(a) de leden 2 en 3 worden vervangen door:

“2. De in de artikelen 10, 25, 26 bis, 28, 29 bis, 29 ter en 30 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van 22 februari 2016.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikelen 10, 25, 26 bis, 28, 29 bis, 29 ter en 30 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.”;

(b) het volgende lid 3 bis wordt ingevoegd:

“3 bis. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016.”;

(c) lid 5 wordt vervangen door:

“5. Een overeenkomstig de artikelen 10, 25, 26 bis, 28, 29 bis, 29 ter en 30 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.”.


51. Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze richtlijn.


Artikel 3

Wijzigingen van Richtlijn 2009/138/EG

Titel II, hoofdstuk I, afdeling 5, van Richtlijn 2009/138/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1) De titel wordt vervangen door:

“Afdeling 5

Annuleringsrecht”.

52. Het volgende wordt geschrapt:

“Onderafdeling 1

Schadeverzekering”.

53. De artikelen 183 en 184 worden geschrapt.

54. Het volgende wordt geschrapt:

“Onderafdeling 1

Levensverzekering”.

55. Artikel 185 wordt geschrapt.

Artikel 4

Wijzigingen van Richtlijn 2009/65/EG

Richtlijn 2009/65/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

(a) de volgende leden 1 bis tot en met 1 septies worden ingevoegd:

“1 bis. Ten behoeve van lid 1 schrijven de lidstaten voor dat beheermaatschappijen zodanig moeten handelen dat de icbe en haar deelnemers geen onnodige kosten worden aangerekend.

Kosten die voldoen aan de onderstaande voorwaarden worden beschouwd als nodige kosten:

a) de kosten zijn in overeenstemming met de in artikel 69 bedoelde openbaarmakingen in het prospectus en de in artikel 78 bedoelde essentiële beleggersinformatie;

b) de kosten zijn noodzakelijk om de icbe in staat te stellen te handelen overeenkomstig haar beleggingsstrategie en -doelstelling of om te voldoen aan voorschriften;

c) de kosten komen zodanig ten laste van beleggers dat een eerlijke behandeling van de beleggers wordt gewaarborgd.

1 ter. De lidstaten schrijven voor dat beheermaatschappijen een doeltreffend prijsstellingsproces onderhouden, exploiteren en toetsen waarmee alle ten laste van de icbe en haar deelnemers gebrachte kosten kunnen worden geïdentificeerd en gekwantificeerd. Voordat de icbe een vergunning verkrijgt en gedurende haar hele levensduur waarborgt het prijsstellingsproces dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a) de kosten zijn niet onnodig;

b) de kosten die ten laste komen van niet-professionele beleggers zijn gerechtvaardigd en evenredig, rekening houdend met de kenmerken van de icbe, waaronder haar beleggingsdoelstelling, de strategie, het verwachte rendement, het risiconiveau en andere relevante kenmerken.

1 quater. De lidstaten zorgen ervoor dat beheermaatschappijen verantwoordelijk zijn voor de doeltreffendheid en kwaliteit van hun prijsstellingsproces. Het prijsstellingsproces wordt duidelijk schriftelijk vastgelegd, omschrijft duidelijk de verantwoordelijkheden van de leidinggevende organen van de beheermaatschappij bij het bepalen en herzien van de ten laste van beleggers komende kosten en is onderworpen aan een periodieke evaluatie. De beoordeling van de kosten wordt gebaseerd op objectieve criteria en methoden, waaronder een vergelijking met marktnormen.

1 quinquies. De lidstaten schrijven voor dat beheermaatschappijen ten minste jaarlijks beoordelen of er onnodige kosten ten laste zijn gebracht van de icbe of haar deelnemers.

De lidstaten schrijven voor dat beheermaatschappijen beleggers terugbetalen wanneer er onnodige kosten ten laste zijn gebracht van de icbe of haar deelnemers.

De lidstaten schrijven voor dat beheermaatschappijen bij de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst en bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de icbe, bij de bewaarder en bij de financiële auditors van de icbe melding maken van situaties waarbij onnodige kosten ten laste zijn gebracht van de icbe of haar deelnemers.

1 sexies. De lidstaten schrijven voor dat beheermaatschappijen ten minste jaarlijks de in lid 1 ter, punt b), vermelde voorwaarden evalueren. Bij deze evaluatie wordt rekening gehouden met de in het prijsstellingsproces omschreven criteria, en de evaluatie omvat een vergelijking met de desbetreffende benchmark inzake kosten en prestaties die door ESMA overeenkomstig lid 1 septies wordt gepubliceerd.

Indien een icbe of haar aandelenklassen, wanneer zij verschillende kostenstructuren hebben, afwijken van de in lid 1 septies bedoelde relevante benchmark, voert de beheermaatschappij een aanvullende toetsing en nadere evaluaties uit en stelt deze vast of de kosten en lasten niettemin gerechtvaardigd en evenredig zijn. Indien de rechtvaardigheid en evenredigheid van de kosten en lasten niet kunnen worden aangetoond of indien de icbe of haar aandelenklassen niet voldoen aan de andere door de beheermaatschappij vastgestelde criteria van het prijsstellingsproces, worden die icbe of haar aandelenklassen door de beheermaatschappij niet aangeboden aan niet-professionele beleggers.


1 septies. Na raadpleging van Eiopa en de bevoegde autoriteiten, ontwikkelt ESMA, in voorkomend geval, benchmarks om een vergelijkende beoordeling mogelijk te maken van de kosten en prestaties van icbe’s, of hun aandelenklassen als zij verschillende kostenstructuren hebben, en maakt zij deze benchmarks openbaar, zodat deze kunnen worden gebruikt voor de in lid 1 sexies bedoelde evaluatie.

Indien haalbaar worden er algemene benchmarks ontwikkeld voor icbe’s of hun aandelenklassen als zij verschillende kostenstructuren hebben, die worden aangeboden aan niet-professionele beleggers en die over soortgelijke niveaus beschikken wat betreft prestaties, risico’s, strategie, doelstellingen of andere kenmerken.

Deze benchmarks geven een bereik weer van kosten en prestaties, met name gevallen waarin de kosten en prestaties aanzienlijk afwijken van het gemiddelde. Deze benchmarks worden regelmatig geactualiseerd.”;

(b) lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

i) de aanhef wordt vervangen door:

“Onverminderd de bepalingen van artikel 116 stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112 bis maatregelen vast om ervoor te zorgen dat de beheermaatschappij voldoet aan de in de leden 1 tot en met 1 sexies geschetste taken, met name om:”;

ii) punt b) wordt vervangen door:

“b) de beginselen vast te stellen om ervoor te zorgen dat beheermaatschappijen beschikken over en doeltreffend gebruikmaken van de middelen en procedures die nodig zijn voor een deugdelijke bedrijfsvoering;”;

iii) de volgende punten d) en e) worden toegevoegd:

“d) de minimumvereisten voor het prijsstellingsproces te specificeren zodat wordt voorkomen dat onnodige kosten ten laste worden gebracht van de icbe en haar deelnemers, met name door:

i) ervoor te zorgen dat kosten op correcte wijze worden geïdentificeerd en gekwantificeerd en voldoen aan de in lid 1 bis, punt a), vastgestelde vereisten,

ii) aan te geven welke kosten ten laste van de icbe en haar deelnemers kunnen worden gebracht, rekening houdend met het kostenniveau en de aard van de kosten door te verwijzen naar een lijst met in aanmerking komende kosten die voldoen aan de in lid 1 bis, punten b) en c), vermelde voorwaarden en aan de voorwaarden waaronder de bevoegde autoriteiten per geval kosten kunnen toestaan die niet zijn opgenomen in de lijst met in aanmerking komende kosten, maar die voldoen aan de in lid 1 bis, punten b) en c), vermelde voorwaarden,

iii) mogelijke belangenconflicten en maatregelen ter beperking van het ontstaan van belangenconflicten aan te geven,

iv) een procedure vast te stellen voor het bepalen van het compensatieniveau wanneer er onnodige kosten ten laste van de beleggers zijn gebracht;

e) te voorzien in criteria om te bepalen of de kosten al dan niet gerechtvaardigd en evenredig zijn overeenkomstig lid 1 ter, punt b), en voor het nemen van corrigerende maatregelen zoals bedoeld in lid 1 sexies, en de door ESMA voor de ontwikkeling van haar benchmarks te gebruiken methode te specificeren.”;

(c) het volgende lid 4 wordt toegevoegd:

“4. Uiterlijk op … [PB: datum invoegen = vijf jaar na de in artikel 7, lid 2, van deze richtlijn bedoelde datum] en na raadpleging van ESMA dient de Commissie bij de Raad en het Parlement een verslag in over de uitvoering van dit artikel. In het verslag wordt ten minste het volgende geëvalueerd:

(a) of dit artikel een positieve invloed heeft gehad op de kosten en prestaties van icbe’s die aan niet-professionele beleggers worden aangeboden, en in welke mate;

(b) of de in lid 1 sexies bedoelde evaluatie evenredig is wat betreft de complexiteit en de door de beheermaatschappijen gemaakte kosten.”.

56. Het volgende artikel 20 bis wordt ingevoegd:

Artikel 20 bis

Een beheermaatschappij verstrekt voor elke icbe die zij beheert aan de bevoegde autoriteit van haar lidstaat van herkomst informatie over de ten laste van de beleggers gebrachte kosten en de prestaties van de icbe’s, op het niveau van de afzonderlijke fondsen of op het niveau van de aandelenklassen van de icbe wanneer deze aandelenklassen verschillende kostenstructuren hebben.”.

57. In artikel 30 wordt de tweede alinea vervangen door:

“Voor de toepassing van de in de eerste alinea bedoelde artikelen wordt “beheermaatschappij” gelezen als ”beleggingsmaatschappij”, met uitzondering van in artikel 14, lid 1 quinquies, tweede alinea.”.

58. Aan artikel 90 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Dit artikel laat de toepassing van artikel 14 onverlet.”.

59. Aan artikel 98, lid 2, wordt het volgende punt n) toegevoegd:

“n) te verplichten tot terugbetaling aan beleggers wanneer er onnodige kosten ten laste zijn gebracht van de icbe en haar deelnemers.”.

60. Aan artikel 99, lid 6, wordt het volgende punt toegevoegd:

“h) de verplichting beleggers terug te betalen wanneer er onnodige kosten ten laste zijn gebracht van de icbe en haar deelnemers.”.

61. In artikel 112 bis, lid 2, wordt na de vierde alinea de volgende alinea ingevoegd:

“De bevoegdheid om de in artikel 14 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor een termijn van vier jaar vanaf [PB: datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn invoegen].”.

Artikel 5

Wijzigingen van Richtlijn 2011/61/EU

Richtlijn 2011/61/EU wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

(a) de volgende leden 1 bis tot en met 1 septies worden ingevoegd:

“1 bis. Ten behoeve van lid 1 schrijven de lidstaten voor dat abi-beheerders zodanig moeten handelen dat abi’s en hun deelnemers geen onnodige kosten worden aangerekend.

Kosten die voldoen aan de onderstaande voorwaarden worden beschouwd als nodige kosten:

a) de kosten zijn afgestemd op de openbaarmakingen in het prospectus als bedoeld in artikel 23, lid 3, het reglement of de statuten van het fonds als bedoeld in artikel 23, lid 1, en het essentiële-informatiedocument als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1286/2014;

b) de kosten zijn noodzakelijk om de abi in staat te stellen te handelen overeenkomstig haar beleggingsstrategie en -doelstelling of om te voldoen aan voorschriften;

c) de kosten komen zodanig ten laste van beleggers dat een eerlijke behandeling van de beleggers wordt gewaarborgd, behalve in de in artikel 12, lid 1, bedoelde gevallen wanneer het reglement of de statuten van de abi voorzien in een voorkeursbehandeling.

1 ter. De lidstaten schrijven voor dat abi-beheerders een doeltreffend prijsstellingsproces onderhouden, exploiteren en toetsen waarmee alle door de abi’s en hun deelnemers gedragen kosten kunnen worden geïdentificeerd en gekwantificeerd. Het prijsstellingsproces waarborgt dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a) de kosten zijn niet onnodig;

b) de kosten die ten laste komen van kleine beleggers zijn gerechtvaardigd en evenredig, rekening houdend met de kenmerken van de abi, waaronder haar beleggingsdoelstelling, de strategie, het verwachte rendement, het risiconiveau en andere relevante kenmerken.

1 quater. De lidstaten zorgen ervoor dat abi-beheerders verantwoordelijk zijn voor de doeltreffendheid en kwaliteit van hun prijsstellingsproces. Het prijsstellingsproces wordt duidelijk schriftelijk vastgelegd, omschrijft duidelijk de verantwoordelijkheden van de leidinggevende organen van de abi-beheerder bij het bepalen en herzien van de ten laste van beleggers komende kosten en is onderworpen aan een periodieke evaluatie. De beoordeling van de kosten wordt gebaseerd op objectieve criteria en methoden, waaronder een vergelijking met marktnormen.

1 quinquies. De lidstaten schrijven voor dat abi-beheerders ten minste jaarlijks beoordelen of er onnodige kosten ten laste zijn gebracht van de abi of haar deelnemers.

De lidstaten schrijven voor dat abi-beheerders beleggers terugbetalen wanneer er onnodige kosten ten laste zijn gebracht van de abi of haar deelnemers.

De lidstaten schrijven voor dat abi-beheerders bij de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst en, in voorkomend geval, bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de abi, bij de bewaarder en, in voorkomend geval, bij de financiële auditors van de abi melding maken van situaties waarbij onnodige kosten ten laste zijn gebracht van de abi of haar deelnemers.

1 sexies. De lidstaten schrijven voor dat abi-beheerders ten minste jaarlijks de in lid 1 ter, punt b), vermelde voorwaarden evalueren. Bij deze evaluatie wordt rekening gehouden met de in het prijsstellingsproces omschreven criteria en de evaluatie omvat, voor abi’s die worden verhandeld aan kleine beleggers, een vergelijking met de desbetreffende benchmark inzake kosten en prestaties die door ESMA overeenkomstig lid 1 septies wordt gepubliceerd.

Indien een abi of haar aandelenklassen, wanneer zij verschillende kostenstructuren hebben, afwijken van de in lid 1 septies bedoelde relevante benchmark, voert de abi-beheerder een aanvullende toetsing en nadere evaluaties uit en stelt deze vast of de kosten en lasten niettemin gerechtvaardigd en evenredig zijn. Indien de rechtvaardigheid en evenredigheid van de kosten en lasten niet kunnen worden aangetoond of indien de abi of haar aandelenklassen niet voldoen aan de andere door de abi-beheerder vastgestelde criteria van het prijsstellingsproces, worden die abi of haar aandelenklassen door de abi-beheerder niet aangeboden aan kleine beleggers.


1 septies. Na raadpleging van Eiopa en de bevoegde autoriteiten, ontwikkelt ESMA in voorkomend geval benchmarks om een vergelijkende beoordeling mogelijk te maken van de kosten en prestaties van abi’s, of hun aandelenklassen als zij verschillende kostenstructuren hebben, en maakt zij deze benchmarks openbaar, zodat deze kunnen worden gebruikt voor de in lid 1 sexies bedoelde evaluatie.

Indien haalbaar worden er algemene benchmarks ontwikkeld voor abi’s, of hun aandelenklassen als zij verschillende kostenstructuren hebben, die worden aangeboden aan kleine beleggers en die over soortgelijke niveaus beschikken wat betreft prestaties, risico’s, strategie, doelstellingen of andere kenmerken.

Deze benchmarks geven een bereik weer van kosten en prestaties, met name gevallen waarin de kosten en prestaties aanzienlijk afwijken van het gemiddelde. De benchmarks worden regelmatig geactualiseerd.”;

(b) lid 3 wordt vervangen door:

“3. De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 56 en onder de voorwaarden van de artikelen 57 en 58 maatregelen vast tot precisering van de door de relevante bevoegde autoriteiten te hanteren criteria om te beoordelen of abi-beheerders aan hun verplichtingen uit hoofde van lid 1 van dit artikel voldoen, alsook maatregelen om ervoor te zorgen dat de abi-beheerder voldoet aan de in de leden 1 tot en met 1 sexies van dit artikel beschreven verplichtingen, met name om:

a) de minimumvereisten voor het prijsstellingsproces te specificeren zodat wordt voorkomen dat onnodige kosten ten laste worden gebracht van de abi en haar deelnemers, met name door:

i) ervoor te zorgen dat kosten op correcte wijze worden geïdentificeerd en gekwantificeerd en voldoen aan de in lid 1 bis, punt a), vastgestelde voorwaarde,

ii) aan te geven welke kosten ten laste van de abi en haar deelnemers kunnen worden gebracht, rekening houdend met het kostenniveau en de aard van de kosten door te verwijzen naar een lijst met in aanmerking komende kosten die voldoen aan de in lid 1 bis, punten b) en c), vermelde voorwaarden en aan de voorwaarden waaronder de bevoegde autoriteiten per geval kosten kunnen toestaan die niet zijn opgenomen in de lijst met in aanmerking komende kosten, maar die voldoen aan de in lid 1 bis, punten b) en c), vermelde voorwaarden,

iii) mogelijke belangenconflicten en maatregelen ter beperking van het ontstaan van belangenconflicten aan te geven,

iv) een procedure vast te stellen voor het bepalen van het compensatieniveau indien er onnodige kosten ten laste van de beleggers zijn gebracht;

b) te voorzien in criteria ter bepaling van de vraag of de kosten al dan niet gerechtvaardigd en evenredig zijn overeenkomstig lid 1 ter, punt b), en voor het nemen van corrigerende maatregelen zoals bedoeld in lid 1 sexies, en de door ESMA voor de ontwikkeling van haar benchmarks te gebruiken methode te specificeren.”;

(c) het volgende lid 4 wordt toegevoegd:

“4. Uiterlijk op … [PB: datum invoegen = vijf jaar na de in artikel 7, lid 2, van deze richtlijn bedoelde datum] en na raadpleging van ESMA dient de Commissie bij de Raad en het Parlement een verslag in over de uitvoering van dit artikel. In het verslag wordt ten minste het volgende geëvalueerd:

(a) of dit artikel een positieve invloed heeft gehad op de kosten en prestaties van abi’s die aan kleine beleggers worden aangeboden, en in welke mate;

(b) of de in lid 1 sexies bedoelde evaluatie evenredig is wat betreft de complexiteit en de door abi’s gemaakte kosten.”.

62. Aan artikel 24, lid 2, wordt het volgende punt f) toegevoegd:

“f) informatie over de ten laste van beleggers gebrachte kosten en de prestaties van de abi, op het niveau van elke abi of op het niveau van de aandelenklassen van de abi indien deze aandelenklassen verschillende kostenstructuren hebben.”.

63. Aan artikel 46, lid 2, wordt het volgende punt n) toegevoegd:

“n) de verplichting op te leggen beleggers terug te betalen wanneer er onnodige kosten ten laste zijn gebracht van de abi of haar deelnemers.”.

64. In artikel 56, lid 1, wordt na de eerste zin de volgende zin ingevoegd:

“De bevoegdheid om de in artikel 12 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend gedurende een periode van vier jaar vanaf [PB: datum van inwerkingtreding van de wijzigingsrichtlijn invoegen].”.

Artikel 6

Omzetting


1. De lidstaten zorgen ervoor dat de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen, uiterlijk … [PB datum invullen = 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] worden vastgesteld en bekendgemaakt. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.

2. Zij passen die bepalingen toe vanaf … [PB datum invullen = 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn].

3. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

4. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 8

Adressaten


Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.