Artikelen bij COM(2023)214 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder Verordening 2019/516 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2023)214 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder Verordening 2019/516 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal ... |
|---|---|
| document | COM(2023)214 |
| datum | 24 april 2023 |
1. INLEIDING
Verordening (EU) 2019/5161 stelt de procedures vast om het controleren van de schattingen van het bruto nationaal inkomen (bni) van de lidstaten te vergemakkelijken en waar nodig de betrouwbaarheid, volledigheid en vergelijkbaarheid ervan te verbeteren.
Om te waarborgen dat de bni-gegevens betrouwbaar, volledig en vergelijkbaar zijn, is de Commissie krachtens artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) 2019/516 bevoegd tot vaststelling van gedelegeerde handelingen om de lijst vast te stellen van de punten die in elke verificatiecyclus moeten worden behandeld om de betrouwbaarheid, volledigheid en een zo groot mogelijke vergelijkbaarheid van bni-gegevens te waarborgen, in overeenstemming met ESR 2010.
2. RECHTSGRONDSLAG
De opstelling van dit verslag is verplicht krachtens artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) 2019/516, waarin aan de Commissie de bevoegdheid wordt verleend om gedelegeerde handelingen vast te stellen gedurende een periode van vijf jaar, die ingaat op 18 april 2019. Deze bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. De Commissie moet uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag over de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden opstellen.
3. UITOEFENING VAN DE DELEGATIE
In 2020 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) 2019/516 Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2147 van de Commissie2 vastgesteld. In die gedelegeerde verordening vermeldt de Commissie de volgende punten die in elke verificatiecyclus moeten worden behandeld om de betrouwbaarheid, de volledigheid en de vergelijkbaarheid van de bni-gegevens te waarborgen:
— afbakening van het geografische gebied,
— beginselen voor de schatting van woondiensten,
— behandeling van btw-teruggaven,
— maatregelen betreffende de volledigheid, en
— behandeling van niet-geïnde btw.
Deze lijst van punten is gebaseerd op het proces van verificatie van bni-gegevens, op lessen die zijn getrokken uit eerdere verificatiecycli en op feedback van deskundigen inzake de nationale rekeningen van de lidstaten.
In het kader van de voorbereidende werkzaamheden voor de gedelegeerde handeling heeft de Commissie passende raadplegingen gehouden, onder meer op deskundigenniveau. De deskundigengroep van de Commissie inzake bruto nationaal inkomen (“de bni-deskundigengroep”) is geraadpleegd overeenkomstig artikel 2, punt e), van Besluit C/2019/3651 van de Commissie3. De Commissie heeft ook de deskundigengroep voor macro-economische statistieken en de nationale bureaus voor de statistiek van de deskundigengroep Europees statistisch systeem geraadpleegd. Tot slot zijn is het Europees Parlement als de Raad naar behoren van het overleg in kennis gesteld.
Op 8 oktober 2020 heeft de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2147 vastgesteld en het Europees Parlement en de Raad daarvan in kennis gesteld. Noch het Europees Parlement noch de Raad heeft binnen de in artikel 7, lid 6, van Verordening (EU) 2019/516 vastgestelde termijn van twee maanden bezwaar gemaakt tegen de gedelegeerde handeling. Na het verstrijken van deze termijn, meer bepaald op 18 december 2020, is Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2147 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. De verordening is op 7 januari 2021 in werking getreden.
4. CONCLUSIE
De Commissie heeft de aan haar gedelegeerde bevoegdheden correct uitgeoefend en verzoekt het Europees Parlement en de Raad kennis te nemen van dit verslag.
De Commissie is van mening dat zij de gedelegeerde bevoegdheden uit hoofde van Verordening (EU) 2019/516 moet behouden, aangezien zij in de toekomst mogelijk gedelegeerde handelingen moet vaststellen om rekening te houden met de vooruitgang op het gebied van statistische methoden en ervoor te zorgen dat de bni-gegevens betrouwbaar, volledig en vergelijkbaar zijn.
1
Verordening (EU) 2019/516 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen en tot intrekking van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad (bni-verordening) (PB L 91 van 29.3.2019, blz. 19).
2
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2147 van de Commissie van 8 oktober 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/516 van het Europees Parlement en de Raad door vaststelling van de lijst van de punten die in elke verificatiecyclus moeten worden behandeld (PB L 428 van 18.12.2020, blz. 9).
3
Besluit van de Commissie van 17 mei 2019 tot oprichting van de deskundigengroep van de Commissie inzake bruto nationaal inkomen (PB C 174 van 21.5.2019, blz. 5).
NL NL