Artikelen bij COM(2023)124 - Specifieke regels voor bepaalde producten uit het VK die Noord-Ierland binnenkomen: detailhandelsgoederen, planten, pootaardappelen, machines, landbouwvoertuigen en huisdieren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



DEEL 1
Onderwerp, toepassingsgebied en definities

Artikel 1 - Onderwerp en toepassingsgebied

1. Bij deze verordening worden specifieke regels vastgesteld met betrekking tot de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van:

a) bepaalde zendingen detailhandelsgoederen die bestemd zijn om in Noord-Ierland voor de eindverbruiker in de handel te worden gebracht;

b) bepaalde zendingen voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pootaardappelen, machines en voertuigen die voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd en pootaardappelen voor het in de handel brengen en gebruik in Noord-Ierland.

Bij deze verordening worden ook specifieke regels vastgesteld met betrekking tot het niet-commerciële verkeer naar Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van als huisdier gehouden honden, katten en fretten.

2. In afwijking van de in bijlage 2 bij het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland (hierna “het protocol” genoemd) opgenomen bepalingen die zijn opgenomen in bijlage I bij deze verordening, zijn die bepalingen niet van toepassing op zendingen detailhandelsgoederen die vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland binnenkomen om in Noord-Ierland in de handel te worden gebracht en die binnen het toepassingsgebied van deel 2 van deze verordening vallen. De in bijlage 2 bij het protocol opgenomen bepalingen die niet in bijlage I bij deze verordening zijn opgenomen, zijn van toepassing op zendingen detailhandelsgoederen die vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland binnenkomen om in Noord-Ierland in de handel te worden gebracht, tenzij in deze verordening meer specifieke bepalingen zijn vastgesteld.

3. Bij deze verordening worden ook regels vastgesteld met betrekking tot de opschorting van de toepassing van de specifieke regels van deze verordening.

Artikel 2 - Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a) “zending”: een hoeveelheid goederen vallend onder hetzelfde officiële certificaat, dezelfde officiële verklaring of hetzelfde ander document, die met hetzelfde vervoermiddel wordt vervoerd en, ten aanzien van detailhandelsgoederen, door dezelfde op de lijst geplaatste vestiging in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland wordt verzonden en aan dezelfde op de lijst geplaatste vestiging in Noord-Ierland wordt geleverd, en, ten aanzien van voor opplant bestemde planten, met inbegrip van pootaardappelen, en voor landbouw- of bosbouwdoeleinden geëxploiteerde machines en voertuigen, door exploitanten in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland wordt verzonden en door een exploitant in Noord-Ierland wordt ontvangen;

b) “detailhandelsgoederen”: de volgende goederen die worden geleverd in distributieterminals, met inbegrip van terminals voor de distributie van detailhandelsgoederen bij gecontroleerde temperaturen, distributiecentra voor supermarkten, groothandelsbedrijven, verkooppunten, of die rechtstreeks aan de eindverbruiker worden geleverd, onder andere door cateringbedrijven, in fabriekskantines, door institutionele cateringbedrijven, door restaurants en door andere soortgelijke levensmiddelenbedrijven en winkels:

i) producten van dierlijke of plantaardige oorsprong;

ii) andere dan voor opplant bestemde planten, zoals vermeld in een overeenkomstig artikel 72, lid 1, artikel 73 en artikel 74, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 vastgestelde uitvoeringshandeling;

iii) samengestelde producten;

iv) andere dan de bij i), ii) en iii) bedoelde levensmiddelen;

v) materialen die met levensmiddelen in contact komen;

vi) verkoopsklaar voeder voor gezelschapsdieren en verkoopsklare hondenkluiven die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1069/2009 vallen;

c) “in de handel brengen”: het door een exploitant voorhanden hebben van goederen zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, punten a) en b), met het oog op de verkoop, met inbegrip van het voor de verkoop aanbieden, of enige andere vorm van al dan niet gratis overdracht, alsmede de eigenlijke verkoop, distributie en andere vormen van overdracht zelf van die goederen;

d) “eindverbruiker”: de laatste verbruiker van detailhandelsgoederen, die deze niet als deel van een bedrijf of bedrijfsactiviteit zal gebruiken;

e) “detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld”: detailhandelsgoederen die bestaan uit producten die van oorsprong zijn uit andere derde landen dan het Verenigd Koninkrijk en worden ingevoerd in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland;

f) “producten van dierlijke oorsprong”: voor menselijke consumptie bestemde detailhandelsgoederen die bestaan uit:

i) levensmiddelen van dierlijke oorsprong, inclusief honing en bloed;

ii) levende tweekleppige weekdieren, levende stekelhuidigen, levende manteldieren en levende mariene buikpotigen bestemd voor menselijke consumptie;

iii) andere dieren bestemd om bereid te worden teneinde levend aan de eindverbruiker te worden geleverd;

g) “producten van plantaardige oorsprong”: voor menselijke consumptie bestemde detailhandelsgoederen die bestaan uit planten en producten daarvan, met inbegrip van verwerkt materiaal;

h) “verkoopsklaar voeder voor gezelschapsdieren en verkoopsklare hondenkluiven”: voeder voor gezelschapsdieren en hondenkluiven voor rechtstreekse verkoop, die verpakt zijn in verkoopsklare verpakkingen voor gebruik door de eindverbruiker;

i) “samengestelde producten”: voor menselijke consumptie bestemde detailhandelsgoederen die zowel producten van plantaardige oorsprong als verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten;

j) “levensmiddel” of “voedingsmiddel”: een levensmiddel als gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 21 ;

k) “speciale frequentie van officiële controles”: de frequentie van de officiële controles die is bepaald in een overeenkomstig artikel 4, lid 3, vastgestelde uitvoeringshandeling;

l) “algemeen certificaat”: een papieren of elektronisch document voor een zending detailhandelsgoederen, dat door de certificerende functionaris van de bevoegde autoriteiten is ondertekend en garantie biedt voor de naleving van de voorschriften van deze verordening;

m) “voorverpakt”: voorbereid om als verkoopeenheid als zodanig aan de eindverbruiker en cateringbedrijven te worden aangeboden, met verpakkingsmateriaal waarin de detailhandelsgoederen worden geplaatst alvorens voor de verkoop te worden aangeboden, waarbij dit verpakkingsmateriaal de detailhandelsgoederen geheel of ten dele kan bedekken, maar zodanig dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat het verpakkingsmateriaal wordt geopend of aangetast;

n) “markering”: alle labels, merken, merktekens, afbeeldingen of andere beschrijvende materialen, geschreven, gedrukt, gestencild, als merkteken aangebracht, in reliëf uitgevoerd op, ingeperst op of bevestigd aan de verpakking van detailhandelsgoederen of de dozen waarin die zich bevinden, die niet gemakkelijk kunnen worden verwijderd of vervaagd;

o) “visserijproducten”: visserijproducten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van Verordening (EG) nr. 1005/2008;

p) “vestiging”: elke eenheid van een bedrijf die detailhandelsgoederen verzendt of ontvangt;

q) “op de lijst geplaatste vestiging”: een vestiging die overeenkomstig artikel 8 op de lijst is geplaatst;

r) “faciliteit voor sanitaire en fytosanitaire inspectie”: controlepost zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 38, van Verordening (EU) 2017/625, en een punt van binnenkomst voor reizigers zoals gedefinieerd in artikel 3, punt k), van Verordening (EU) nr. 576/2013, die beide voldoen aan de voorschriften van die verordeningen;

s) “sanitaire en fytosanitaire status”: de gezondheidsstatus zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 34, van Verordening (EU) 2016/429 of de status ten aanzien van plaagorganismen zoals gedefinieerd in de bijgewerkte internationale normen voor fytosanitaire maatregelen 05 22 ;

t) “zuivelproducten”: zuivelproducten zoals gedefinieerd in punt 7.2. van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

u) “vlees”: vlees zoals gedefinieerd in punt 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad 23 ;

v) “fytosanitair etiket”: alle labels, merken, merktekens, afbeeldingen of andere beschrijvende materialen, geschreven, gedrukt, gestencild, als merkteken aangebracht, in reliëf uitgevoerd op of ingeperst, die niet gemakkelijk kunnen worden verwijderd of vervaagd, die officieel of onder officieel toezicht overeenkomstig artikel 10 of 11 zijn afgegeven om die zendingen voor opplant bestemde planten, met inbegrip van pootaardappelen, en voor land- of bosbouwdoeleinden geëxploiteerde machines en voertuigen te vergezellen;

w) “gezelschapsdieren”: gezelschapsdieren van de in deel A van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 576/2013 vermelde soorten, namelijk als gezelschapsdier gehouden honden, katten en fretten;

x) “reisdocument voor gezelschapsdieren”: een papieren of elektronisch document dat door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk is afgegeven voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren die vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland binnenkomen.

DEEL 2
Specifieke regels voor de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van bepaalde zendingen van detailhandelsgoederen die afkomstig zijn uit andere delen van het Verenigd Koninkrijk of uit een lidstaat, of van detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld, om in Noord-Ierland in de handel te worden gebracht

Artikel 3 - Onderwerp en toepassingsgebied van deel 2

De specifieke regels van dit deel zijn van toepassing op de volgende detailhandelsgoederen:

a) producten van dierlijke of plantaardige oorsprong, andere planten dan voor opplant bestemde planten en voeder voor gezelschapsdieren en hondenkluiven, als bedoeld in artikel 2, punt b), i), ii) en vi);

b) samengestelde producten als bedoeld in artikel 2, punt b), iii);

c) levensmiddelen als bedoeld in artikel 2, punt b), iv);

d) materialen die met levensmiddelen in contact komen, als bedoeld in artikel 2, punt b), v).

Artikel 4 - Specifieke regels voor zendingen van in artikel 3, punten a) en b), bedoelde detailhandelsgoederen

1. Voor de binnenkomst in Noord-Ierland van zendingen van in artikel 3, punten a) en b), bedoelde detailhandelsgoederen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en voor het in Noord-Ierland in de handel brengen van die goederen, gelden alleen specifieke regels inzake speciale frequenties van officiële controles en een algemeen certificaat als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de detailhandelsgoederen zijn voorverpakt en, indien dat overeenkomstig artikel 6 is vereist, voorzien van een markering;

b) de detailhandelsgoederen voldoen aan een van de volgende voorwaarden:

i) zij zijn afkomstig uit een andere deel van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland;

ii) zij zijn afkomstig uit een lidstaat;

iii) zij zijn detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld en bestaan uit producten die niet onder in artikel 1, lid 2, punten d), e) en g), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde diergezondheids- of plantgezondheidsvoorschriften vallen;

iv) zij zijn detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld en voldoen aan de specifieke regels van artikel 9;

v) waar het visserijproducten betreft, zijn deze verkregen uit:

–vangsten door een vissersvaartuig dat de vlag van het Verenigd Koninkrijk voert, die zijn aangeland in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland;

–vangsten door een vissersvaartuig dat de vlag voert van een lidstaat of van ander derde land dan het Verenigd Koninkrijk dat is vermeld in een uit hoofde van artikel 9, lid 4, vastgestelde uitvoeringshandeling, en ingevoerd naar andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland;

c) de detailhandelsgoederen voldoen aan de regels van Verordening (EG) nr. 1069/2009, Verordening (EU) 2016/429, Verordening (EU) 2016/2031 en Verordening (EU) 2017/625, en waar het visserijproducten betreft, wordt rekening gehouden met het concept “illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij”, als door de Unie gedefinieerd bij haar toepassing van Verordening (EG) nr. 1005/2008;

d) de detailhandelsgoederen mogen alleen voor eindgebruikers in Noord-Ierland in de handel worden gebracht;

e) de detailhandelsgoederen worden verzonden vanuit op de lijst geplaatste vestigingen in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland en ontvangen door op de lijst geplaatste vestigingen in Noord-Ierland;

f) de detailhandelsgoederen worden voor officiële controle aangeboden aan de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste binnenkomst in Noord-Ierland, overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625;

g) het Verenigd Koninkrijk heeft schriftelijke garanties verstrekt dat doeltreffende officiële controles op zendingen detailhandelsgoederen in de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste binnenkomst in Noord-Ierland, die voldoen aan de vereisten van bijlage II bij deze verordening, worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625, en dat de officiële controles, zoals aangetoond door middel van een controleplan en gecontroleerd overeenkomstig de vereisten van deel 1 van bijlage III bij deze verordening, zo worden uitgevoerd dat zij ook het vervoer van die detailhandelsgoederen van de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste binnenkomst in Noord-Ierland naar de op de lijst geplaatste vestigingen van bestemming omvatten, zodat wordt gewaarborgd dat die zendingen alleen bestemd zijn voor detailhandelsverkoop in op de lijst geplaatste vestigingen in Noord-Ierland en vervolgens niet naar een lidstaat worden vervoerd; met die schriftelijke garanties wordt de Unie ervan verzekerd dat de speciale frequenties van officiële controles en het algemene certificaat de risico’s voor de diergezondheid of de plantgezondheid op het eiland Ierland niet vergroten, geen negatieve gevolgen hebben voor de sanitaire of fytosanitaire status van het eiland Ierland, het risico voor de volksgezondheid, de diergezondheid en de plantgezondheid op de interne markt niet vergroten, het risico dat visserijproducten afkomstig van illegale, ongemelde of ongereglementeerde visserij in de Unie in de handel worden gebracht niet vergroten, en geen negatieve gevolgen hebben voor de mate van consumentenbescherming op de interne markt of de integriteit daarvan;

h) de Commissie heeft een uitvoeringshandeling vastgesteld overeenkomstig lid 3 van dit artikel en heeft geen maatregelen getroffen overeenkomstig lid 4 van dit artikel of overeenkomstig artikel 14.

2. Zendingen detailhandelsgoederen moeten vergezeld gaan van het in lid 1 bedoelde algemene certificaat, dat door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk wordt afgegeven en waarmee wordt verklaard dat de detailhandelsgoederen in de zending voldoen aan de vereisten van lid 1, punten a) tot en met f).

3. Indien aan de voorwaarden met betrekking tot de schriftelijke garanties van lid 1, punt g), is voldaan, kan de Commissie, rekening houdend met haar controles op de naleving van de vereisten voor faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie overeenkomstig bijlage II, uitvoeringshandelingen vaststellen met de speciale frequenties van officiële controles, de regels voor die officiële controles en het model van het algemene certificaat voor de in lid 1 bedoelde zendingen.

De speciale frequenties van overeenstemmingscontroles, ook op de naleving van lid 1, punt a), van dit artikel en artikel 5, lid 1, punt a), worden aangepast aan de mate waarin de verschillende soorten detailhandelsgoederen individueel gemarkeerd zijn.

Indien aan de markeringsvoorschriften van artikel 6, lid 1, punt b), is voldaan, wordt de speciale frequentie van overeenstemmingscontroles verlaagd tot 8 % van alle zendingen.

Indien aan de markeringsvoorschriften van artikel 6, lid 1, punt c), is voldaan, wordt de speciale frequentie van overeenstemmingscontroles verlaagd tot 5 % van alle zendingen.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

4. De Commissie ziet erop toe dat het Verenigd Koninkrijk de specifieke regels inzake speciale frequenties van officiële controles op zendingen en het algemene certificaat zoals bedoeld in de leden 1 en 2 toepast.

Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een inspectieverslag van de Unie, gegevens over de handelsvolumes van wijnbouwproducten, een audit of een kennisgeving in het kader van het in artikel 131 van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde informatiemanagementsysteem voor officiële controles (Imsoc) of in het kader van het overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad 24  door de Commissie beschikbaar gestelde informatiesysteem voor biologische landbouw (OFIS) dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen treft om ernstige of herhaalde inbreuken op de in lid 1, punten a) tot en met g), van dit artikel bedoelde voorwaarden aan te pakken, stelt de Commissie, na passende kennisgeving aan en passend overleg met het Verenigd Koninkrijk, overeenkomstig de in artikel 18, leden 2 en 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure een uitvoeringshandeling vast met speciale voorwaarden en maatregelen, met inbegrip van tijdelijke of permanente beperkingen van de toepassing van de specifieke regels op bepaalde zendingen of vestigingen of tot wijziging van de overeenkomstig lid 3 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling.

5. De bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk kunnen besluiten geen vergoedingen of heffingen te innen voor de officiële controles van de in lid 1 bedoelde detailhandelsgoederen.

Artikel 5 - Specifieke regels voor zendingen van in artikel 3, punten c) en d), bedoelde detailhandelsgoederen

1. Voor de binnenkomst in Noord-Ierland van in artikel 3, punten c) en d), bedoelde detailhandelsgoederen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en voor het in Noord-Ierland in de handel brengen van die goederen gelden alleen specifieke regels inzake speciale frequenties van officiële controles en een algemeen certificaat als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) zij zijn voorverpakt en, indien dat overeenkomstig artikel 6 is vereist, voorzien van een markering;

b) zij voldoen aan een van de volgende voorwaarden:

i) zij zijn afkomstig uit een andere deel van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland;

ii) zij zijn afkomstig uit een lidstaat;

iii) zij zijn detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld en bestaan uit producten die niet onder in artikel 1, lid 2, punten d), e) en g), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde diergezondheids- of plantgezondheidsvoorschriften of de regels voor visserijproducten van Verordening (EG) 1005/2008 vallen;

c) zij mogen alleen voor eindgebruikers in Noord-Ierland in de handel worden gebracht;

d) zij worden verzonden vanuit op de lijst geplaatste vestigingen in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland en ontvangen door op de lijst geplaatste vestigingen in Noord-Ierland;

e) zij worden voor officiële controle aangeboden aan de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste binnenkomst in Noord-Ierland, overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625;

f) het Verenigd Koninkrijk heeft schriftelijke garanties verstrekt dat doeltreffende officiële controles op zendingen detailhandelsgoederen in de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste binnenkomst in Noord-Ierland, die voldoen aan de vereisten van bijlage II bij deze verordening, worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625, en dat de officiële controles, zoals aangetoond door middel van een controleplan en gecontroleerd overeenkomstig de vereisten van deel 1 van bijlage III bij deze verordening, zo worden uitgevoerd dat zij ook het vervoer van die detailhandelsgoederen van de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste binnenkomst in Noord-Ierland naar de op de lijst geplaatste vestigingen van bestemming omvatten, zodat wordt gewaarborgd dat die zendingen alleen bestemd zijn voor detailhandelsverkoop in vestigingen in Noord-Ierland en vervolgens niet naar een lidstaat worden vervoerd; met die schriftelijke garanties wordt de Unie ervan verzekerd dat de speciale frequenties van officiële controles en het algemene certificaat de risico’s voor de volksgezondheid, de diergezondheid en de plantgezondheid op de interne markt niet vergroten en geen negatieve gevolgen hebben voor de mate van consumentenbescherming op de interne markt of de integriteit daarvan;

g) zij gaan vergezeld van een algemeen certificaat dat in overeenstemming is met het model in de overeenkomstig artikel 4, lid 3, vastgestelde uitvoeringshandeling;

h) de Commissie heeft overeenkomstig artikel 4, lid 3, een uitvoeringshandeling vastgesteld en heeft geen maatregelen getroffen overeenkomstig lid 2 van dit artikel, artikel 4, lid 4, of artikel 14.

2. De Commissie ziet erop toe dat het Verenigd Koninkrijk zich houdt aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden voor de binnenkomst in Noord-Ierland van die zendingen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en het in Noord-Ierland in de handel brengen daarvan.

Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een inspectieverslag van de Unie, een audit of een kennisgeving in het kader van Imsoc of OFIS, dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen treft om ernstige of herhaalde inbreuken op de in lid 1, punten a) tot en met g), van dit artikel bedoelde voorwaarden aan te pakken, stelt de Commissie, na passende kennisgeving aan en passend overleg met het Verenigd Koninkrijk, overeenkomstig de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure een uitvoeringshandeling vast met speciale voorwaarden en maatregelen of tot wijziging van de overeenkomstig artikel 4, lid 3, vastgestelde uitvoeringshandeling.

3. De bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk kunnen besluiten geen vergoedingen of heffingen te innen voor de officiële controles van de in lid 1 bedoelde detailhandelsgoederen.

Artikel 6 - Markering van detailhandelsgoederen

1. Detailhandelsgoederen worden gemarkeerd overeenkomstig de volgende vereisten:

a) vanaf 1 oktober 2023 worden alle detailhandelsgoederen gemarkeerd overeenkomstig de vereisten van de punten 2 en 3 van bijlage IV, met uitzondering van de volgende detailhandelsgoederen, die worden voorzien van een individuele markering overeenkomstig punt 1 van bijlage IV:

i) voorverpakt vlees, voorverpakte vleesproducten en op de plaats van verkoop verpakt vlees;

ii) voorverpakte melk, voorverpakte zuivelproducten en op de plaats van verkoop verpakte zuivelproducten die in deel 1 van bijlage V zijn opgenomen;

b) vanaf 1 oktober 2024 worden alle melk en zuivelproducten voorzien van een individuele markering overeenkomstig punt 1 van bijlage IV;

c) vanaf 1 juli 2025 worden alle detailhandelsgoederen voorzien van een individuele markering overeenkomstig de vereisten van punt 1 van bijlage IV, met uitzondering van de in deel 2 van bijlage V vermelde detailhandelsgoederen, die worden gemarkeerd overeenkomstig de vereisten van de punten 2 en 3 van bijlage IV.

2. In afwijking van lid 1:

a) worden afzonderlijke goederen die op verzoek van de consument los of per gewicht op het verkooppunt worden verkocht, met inbegrip van afzonderlijke goederen die de detailhandelaar voor rechtstreekse consumptie door de consument op het verkooppunt verkoopt, gemarkeerd overeenkomstig de vereisten van de punten 2 en 3 van bijlage IV;

b) hoeven afzonderlijke goederen die door cateraars, in bedrijfskantines, door institutionele cateraars, door restaurants en door andere soortgelijke levensmiddelenbedrijven worden aangeboden voor rechtstreekse consumptie ter plaatse, niet van een markering te worden voorzien.

3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig de artikelen 16 en 17 een gedelegeerde handeling vast te stellen tot wijziging van bijlage IV om de markeringsvoorschriften aan te passen aan technische of operationele ontwikkelingen.

4. De Commissie controleert of alle detailhandelsgoederen overeenkomstig lid 1 worden gemarkeerd.

Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een inspectieverslag van de Unie, een audit, een kennisgeving in het kader van Imsoc of OFIS of gegevens over de handelsvolumes van wijnbouwproducten, dat detailhandelsgoederen niet voldoen aan de vereisten van dit artikel, of indien die goederen op de markt van een lidstaat worden aangetroffen, kan de Commissie overeenkomstig de artikelen 16 en 17 een gedelegeerde handeling vaststellen tot wijziging van de bijlagen IV en V.

5. De Commissie is bevoegd overeenkomstig de artikelen 16 en 17 gedelegeerde handeling vast te stellen om de lijst van detailhandelsgoederen in deel 2 van bijlage V te wijzigen, overeenkomstig de volgende criteria:

a) detailhandelsgoederen worden aan de lijst toegevoegd wanneer de individuele markering daarvan niet vereist is, aangezien overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 geen officiële controles op grenscontroleposten meer vereist zijn;

b) detailhandelsgoederen worden van de lijst geschrapt indien voor de toepassing van de artikelen 4 en 5 van deze verordening individuele markering is vereist, of indien overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 officiële controles aan grenscontroleposten vereist zijn.

6. Indien de Commissie overeenkomstig artikel 9, leden 1 en 3, kan vaststellen dat de relevante regels inzake volksgezondheid en consumentenvoorlichting van de in bijlage I vermelde rechtshandelingen van de Unie of delen daarvan krachtens het intern recht van het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn, kan zij overeenkomstig artikel 16 een gedelegeerde handeling vaststellen tot wijziging van bijlage V om categorieën detailhandelsgoederen toe te voegen die overeenkomstig de vereisten van de punten 2 en 3 van bijlage IV moeten worden gemarkeerd.

Indien het Verenigd Koninkrijk de Commissie niet in kennis heeft gesteld van het feit dat een handeling van de Unie of een wijziging van een handeling van de Unie krachtens zijn intern recht van toepassing is en overeenkomstig artikel 9, lid 5, bewijs daarvoor heeft verstrekt, stelt de Commissie overeenkomstig de artikelen 16 en 17 een gedelegeerde handeling vast waarbij de betrokken categorieën detailhandelsgoederen van de lijst van detailhandelsgoederen in bijlage V worden geschrapt.

Artikel 7 - Monitoring van detailhandelsgoederen

1. De bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk monitoren de zendingen detailhandelsgoederen die Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk binnenkomen overeenkomstig de monitoringvereisten van deel 1 van bijlage III.

2. De Commissie is bevoegd overeenkomstig de artikelen 16 en 17 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van deel 1 van bijlage III door de monitoringvereisten aan te passen aan de technische of operationele ontwikkelingen, ten behoeve van de monitoring van zendingen detailhandelsgoederen.

Artikel 8 - Lijst van vestigingen voor het verzenden van zendingen detailhandelsgoederen naar Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en de ontvangst daarvan in Noord-Ierland


1. Zendingen detailhandelsgoederen worden verzonden vanuit vestigingen in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland en ontvangen door vestigingen in Noord-Ierland die de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk daartoe, overeenkomstig de vereisten voor het op de lijst plaatsen van vestigingen van deel 2 van bijlage III, op de desbetreffende lijst hebben geplaatst.

2. De Commissie is bevoegd overeenkomstig de artikelen 16 en 17 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van deel 2 van bijlage III door de vereisten voor het op de lijst plaatsen van vestigingen aan te passen aan de technische of operationele ontwikkelingen voor de toepassing van de artikelen 4 en 5.

Artikel 9 - Specifieke regels voor zendingen detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld

1. Detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld die bestaan uit producten van dierlijke of plantaardige oorsprong of uit samengestelde producten waarvoor de in artikel 1, lid 2, punten d), e) en g), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde diergezondheids- of plantgezondheidsvoorschriften gelden, mogen alleen Noord-Ierland binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en in Noord-Ierland in de handel worden gebracht overeenkomstig artikel 4 van deze verordening indien:

a) het Verenigd Koninkrijk besluit en bijgevolg schriftelijk aantoont dat:

i) de invoervoorwaarden en de vereisten voor officiële controles van Verordening (EG) nr. 1069/2009, Verordening (EU) 2016/429, Verordening (EU) 2016/2031 en Verordening (EU) 2017/625 en van de uit hoofde van die verordeningen vastgestelde handelingen van de Commissie krachtens het intern recht van het Verenigd Koninkrijk op die producten van toepassing zijn, en

ii) de in punt a), i), bedoelde invoervoorwaarden en vereisten voor officiële controles doeltreffend door het Verenigd Koninkrijk worden uitgevoerd;

b) die producten zijn opgenomen in een overeenkomstig lid 3 vastgestelde uitvoeringshandeling.

2. Onverminderd lid 1 mogen visserijproducten die zijn gevangen door een vaartuig dat de vlag van een ander derde land dan het Verenigd Koninkrijk voert en zijn ingevoerd naar andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland alleen als detailhandelsgoederen Noord-Ierland binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en in Noord-Ierland in de handel worden gebracht overeenkomstig artikel 4, indien:

a) het Verenigd Koninkrijk besluit en bijgevolg schriftelijk aantoont dat:

i) de invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten krachtens het intern recht van het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn, waarmee wordt gewaarborgd dat visserijproducten die zijn verkregen door illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, als gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 en in uit hoofde van die verordening vastgestelde Uniehandelingen, niet in het Verenigd Koninkrijk worden ingevoerd;

ii) de in punt i) bedoelde invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten doeltreffend door het Verenigd Koninkrijk worden uitgevoerd;

b) de vlaggenstaat van het desbetreffende vissersvaartuig is vermeld in een overeenkomstig lid 4 vastgestelde uitvoeringshandeling.

Wanneer het Verenigd Koninkrijk voornemens is nieuwe maatregelen te treffen of bestaande maatregelen te wijzigen die relevant zijn voor de invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten als bedoeld in punt a), i), stelt het de Commissie onverwijld daarvan in kennis en verstrekt het informatie over de inhoud van die maatregelen voordat die maatregelen in zijn intern recht van toepassing worden.

Wanneer de Unie voornemens is nieuwe maatregelen te treffen ten aanzien van een vlaggenstaat die gevolgen hebben voor de in lid 4 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling, stelt zij het Verenigd Koninkrijk onverwijld daarvan in kennis en verstrekt zij informatie over de inhoud van die maatregelen voordat die van toepassing worden.

3. Om de te beoordelen of de in de leden 1 en 2 bedoelde invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten doeltreffend worden toegepast, kan de Commissie in voorkomend geval audits en verificatieprocedures uitvoeren in het Verenigd Koninkrijk, die het volgende kunnen omvatten:

a) een beoordeling van het volledige controleplan van de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, in voorkomend geval met inbegrip van evaluaties van de inspecties en auditprogramma’s;

b) een beoordeling om te bepalen of de in de leden 1 en 2 bedoelde invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten doeltreffend worden toegepast als deel van het intern recht van het Verenigd Koninkrijk;

c) verificaties ter plaatse.

De Commissie brengt verslag uit over de bevindingen van elke uitgevoerde audit en stelt het verslag ter beschikking van de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk.

4. Wanneer de Commissie het in de leden 1 en 2 bedoelde schriftelijke bewijs heeft ontvangen, kan zij door middel van uitvoeringshandelingen maatregelen vaststellen om lijsten op te stellen van:

a) de producten van dierlijke of plantaardige oorsprong of samengestelde producten, en de derde landen waaruit zij afkomstig zijn, die als detailhandelsgoederen Noord-Ierland mogen binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en in Noord-Ierland in de handel mogen worden gebracht;

b) de in lid 2, punt b), bedoelde vlaggenstaten.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

5. Wanneer de Commissie in lid 1, punt a), i), bedoelde handelingen van de Unie of wijzigingen van dergelijke handelingen voorbereidt, stelt zij het Verenigd Koninkrijk daarvan in kennis en verstrekt zij daarvoor relevante informatie.

Het Verenigd Koninkrijk deelt de Commissie ten minste 15 dagen vóór de datum van toepassing van die Uniehandelingen of wijzigingen daarvan mee of de invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten van die Uniehandelingen of wijzigingen op de datum van toepassing van die Uniehandelingen of wijzigingen van toepassing zijn als deel van zijn intern recht, en verstrekken bewijs daarvoor.

In het geval van onmiddellijk toepasselijke handelingen van de Commissie, stelt de Commissie het Verenigd Koninkrijk daar zo snel mogelijk van in kennis, en deelt het Verenigd Koninkrijk de Commissie ten laatste drie dagen na de datum van inwerkingtreding van die handelingen van de Commissie mee of de invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten krachtens zijn intern recht van toepassing zijn.

Indien het Verenigd Koninkrijk de Commissie niet in kennis heeft gesteld van het feit dat een handeling van de Unie of een wijziging van een handeling van de Unie krachtens zijn intern recht van toepassing is en overeenkomstig de eerste twee alinea’s van dit lid bewijs daarvoor heeft verstrekt, stelt de Commissie onmiddellijk overeenkomstig de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure een uitvoeringshandeling vast waarbij producten waarop de Uniehandeling of de wijziging van toepassing is maar het intern recht van het Verenigd Koninkrijk niet van toepassing is, van de overeenkomstig lid 4 van dit artikel opgestelde lijsten te schrappen.

6. In voorkomend geval ziet de Commissie toe op de toepassing van de in de leden 1 en 2 bedoelde invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten door het Verenigd Koninkrijk.

Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een beoordeling door de Commissie, een verificatie als bedoeld in lid 3, een inspectieverslag van de Unie, een audit of een kennisgeving in het kader van Imsoc, dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen treft om ernstige of herhaalde inbreuken op de in de leden 1 en 2 bedoelde invoervoorwaarden aan te pakken, de in die leden bedoelde officiële controles of verificatievereisten niet doeltreffend uitvoert of een van die invoervoorwaarden, officiële controles of verificatievereisten niet krachtens zijn intern recht toepast, stelt de Commissie onmiddellijk een uitvoeringshandeling vast met passende maatregelen, die onder meer de schrapping van bepaalde producten, derde landen van oorsprong of vlaggenstaten van de overeenkomstig lid 4 opgestelde lijsten kunnen omvatten.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

DEEL 3
Specifieke regels voor de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pootaardappelen, en van machines en voertuigen die voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, en van pootaardappelen, voor het in de handel brengen en gebruik in Noord-Ierland

Artikel 10

Specifieke regels voor zendingen voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pootaardappelen, en voor machines en voertuigen die voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, voor verzending en verkoop door exploitanten

1. Voor de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van zendingen voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pootaardappelen, en van machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd en het in Noord-Ierland in de handel brengen daarvan gelden alleen specifieke regels en is een fytosanitair etiket alleen verplicht indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) die zendingen zijn verzonden door exploitanten in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland die door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk zijn gemachtigd en geregistreerd om te garanderen dat die zendingen overeenkomstig deze verordening worden verzonden voor ontvangst door exploitanten in Noord-Ierland of voor onmiddellijke verkoop in het Verenigd Koninkrijk na hun ontvangst in Noord-Ierland door exploitanten;

b) de kleinste toepasselijke handelseenheden van voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pootaardappelen, in elke zending, en machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, zijn voorzien van het fytosanitaire etiket dat is afgegeven door een exploitant onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk en in overeenstemming is met de inhoud en het modelformulier als vastgelegd in een overeenkomstig lid 3 vastgestelde uitvoeringshandeling;

c) de zendingen voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pootaardappelen, en machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, voldoen aan de regels voor binnenkomst in de Unie van Verordening (EU) 2016/2031 en Verordening (EU) 2017/625;

d) de zendingen voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pootaardappelen, en machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, worden na hun binnenkomst in Noord-Ierland alleen in het Verenigd Koninkrijk in de handel gebracht en gebruikt en worden vervolgens niet naar een lidstaat verplaatst;

e) de voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pootaardappelen, en machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, worden overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 voor officiële controle aangeboden in de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste binnenkomst in Noord-Ierland;

f) de exploitanten in Noord-Ierland die die voor opplant bestemde planten ontvangen en de exploitanten die die voertuigen en machines na hun binnenkomst in Noord-Ierland voor het eerst ontvangen, zijn voor die respectieve doeleinden door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk in het in artikel 65, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 bedoelde register en overeenkomstig de in artikel 66 van die verordening bedoelde procedure geregistreerd;

g) het Verenigd Koninkrijk heeft schriftelijke garanties verstrekt dat er een machtigings- en registratieproces voor exploitanten bestaat om te waarborgen dat die zendingen overeenkomstig deze verordening worden verzonden, met inbegrip van officiële procedures om de naleving van deze verordening te waarborgen en gevallen van niet-naleving aan te pakken, dat er overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 in de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste binnenkomst in Noord-Ierland officiële controles worden uitgevoerd op zendingen voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pootaardappelen, en machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd die voldoen aan de vereisten van bijlage II bij deze verordening, en dat er, zoals aangetoond door middel van een controleplan, officiële controles en toezichtsmaatregelen worden uitgevoerd op het vervoer van die zendingen van de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste binnenkomst in Noord-Ierland naar de plaats van bestemming in Noord-Ierland, om te waarborgen dat die zendingen vervolgens niet naar een lidstaat worden vervoerd; met die schriftelijke garanties wordt de Unie ervan verzekerd dat de specifieke regels van dit artikel het risico voor de plantgezondheid op het eiland Ierland niet vergroten, geen negatieve gevolgen hebben voor de sanitaire en fytosanitaire status van het eiland Ierland, het risico voor de plantgezondheid op de interne markt niet vergroten, en geen negatieve gevolgen hebben voor de integriteit daarvan;

h) de Commissie heeft overeenkomstig lid 3 van dit artikel een uitvoeringshandeling vastgesteld betreffende de inhoud en het modelformulier van het fytosanitaire etiket en heeft de toepassing van de in de punten a), b) en c), van dit lid bedoelde specifieke regels niet opgeschort overeenkomstig lid 4 van dit artikel of overeenkomstig artikel 14.

2. Met het in lid 1 bedoelde fytosanitaire etiket wordt verklaard dat de zendingen voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pootaardappelen, en machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, voldoen aan de in lid 1, punten a), c) en d) bedoelde vereisten.

3. Indien aan de voorwaarden inzake schriftelijke garanties van lid 1, punt g), van dit artikel is voldaan, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen met regels over de inhoud en de modelformulieren van het in lid 1 bedoelde fytosanitaire etiket.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

4. De Commissie ziet erop toe dat het Verenigd Koninkrijk de in de leden 1 en 3 bedoelde regels betreffende de zendingen voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pootaardappelen, en machines en voertuigen die voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, en het fytosanitaire etiket, toepast.

Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een inspectieverslag van de Unie, een audit of een kennisgeving in het kader van Imsoc, dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen treft om ernstige of herhaalde inbreuken op de in lid 1, punten a) tot en met g), bedoelde voorwaarden aan te pakken, stelt de Commissie, na passende kennisgeving aan en passend overleg met het Verenigd Koninkrijk, overeenkomstig de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure een uitvoeringshandeling vast met speciale voorwaarden en maatregelen, met inbegrip van tijdelijk of permanente beperkingen van de regels voor bepaalde zendingen of exploitanten, of tot wijziging van de overeenkomstig lid 3, van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandelingen.

Artikel 11 - Specifieke regels voor zendingen pootaardappelen

1. Voor de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van zendingen voor opplant bestemde knollen van Solanum tuberosum L. (pootaardappelen) die bestemd zijn om in de handel te worden gebracht, gelden alleen specifieke regels en is een fytosanitair etiket alleen verplicht indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) die zendingen zijn verzonden door exploitanten die door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk zijn gemachtigd en geregistreerd om te garanderen dat die zendingen overeenkomstig verordening in andere delen van het Verenigd Koninkrijk zijn verzonden voor ontvangst door professionele exploitanten in Noord-Ierland;

b) op elke zending pootaardappelen is overeenkomstig lid 2 het fytosanitaire etiket aangebracht;

c) de pootaardappelen voldoen aan de vereisten van de overeenkomstig lid 3 vastgestelde uitvoeringshandeling met betrekking tot de binnenkomst van pootaardappelen in Noord-Ierland uit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en het in de handel brengen daarvan in Noord-Ierland;

d) na binnenkomst in Noord-Ierland van de pootaardappelen, zijn deze uitsluitend bestemd om in het Verenigd Koninkrijk in de handel te worden en te worden gebruikt, en worden zij vervolgens niet naar een lidstaat vervoerd;

e) de pootaardappelen worden voor officiële controle aangeboden aan de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste binnenkomst in Noord-Ierland, overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625;

f) het Verenigd Koninkrijk heeft schriftelijke garanties verstrekt dat er een registratie- en machtigingsproces voor exploitanten bestaat, met inbegrip van officiële procedures om de naleving van deze verordening te waarborgen en gevallen van niet-naleving aan te pakken, dat er overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 in de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste binnenkomst in Noord-Ierland officiële controles worden uitgevoerd op zendingen pootaardappelen die voldoen aan de vereisten van bijlage II bij deze verordening, en dat er officiële controles en toezichtsmaatregelen worden uitgevoerd op het vervoer van die zendingen van de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste binnenkomst in Noord-Ierland naar de plaats van bestemming in Noord-Ierland, om te waarborgen dat die zendingen vervolgens niet naar een lidstaat worden vervoerd; met die schriftelijke garanties wordt de Unie ervan verzekerd dat de specifieke regels van dit artikel het risico voor de plantgezondheid op het eiland Ierland niet vergroten, geen negatieve gevolgen hebben voor de sanitaire en fytosanitaire status van het eiland Ierland, het risico voor de plantgezondheid op de interne markt niet vergroten, en geen negatieve gevolgen hebben voor de integriteit daarvan;

g) de Commissie heeft overeenkomstig lid 3 van dit artikel een uitvoeringshandeling vastgesteld en heeft de toepassing van de in lid 1 van dit artikel bedoelde specifieke regels niet opgeschort overeenkomstig lid 4 van dit artikel of overeenkomstig artikel 14.

2. Het in lid 1 bedoelde fytosanitaire etiket wordt na systematische en fysieke officiële inspecties afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, en wordt ofwel door die bevoegde autoriteiten, ofwel door de exploitanten onder officieel toezicht van die bevoegde autoriteiten afgedrukt.

Met dat etiket wordt verklaard dat de zendingen pootaardappelen voldoen aan de in lid 1, punten a), c) en d), bedoelde vereisten en aan de regels van een overeenkomstig lid 3 vastgestelde uitvoeringshandeling.

3. Indien aan de in lid 1, punt f), bedoelde voorwaarden betreffende de schriftelijke garanties is voldaan, kan de Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen regels vaststellen betreffende:

a) de vereisten voor de binnenkomst van pootaardappelen in Noord-Ierland uit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en het gebruik daarvan in Noord-Ierland; 

b) het modelformulier van het in lid 1 bedoelde fytosanitair etiket.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

4. De Commissie ziet erop toe dat het Verenigd Koninkrijk de in de leden 1 en 3 bedoelde voorwaarden met betrekking tot de zendingen pootaardappelen en het fytosanitaire etiket toepast.

Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een inspectieverslag van de Unie, een audit of een kennisgeving in het kader van Imsoc, dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen treft om ernstige of herhaalde inbreuken op de in lid 1, punten a) tot en met f), bedoelde voorwaarden aan te pakken, stelt de Commissie, na passende kennisgeving aan en passend overleg met het Verenigd Koninkrijk, overeenkomstig de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure een uitvoeringshandeling vast met speciale voorwaarden en maatregelen, met inbegrip van tijdelijk of permanente beperkingen van de regels voor bepaalde zendingen of exploitanten, of tot wijziging van de overeenkomstig lid 3, van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandelingen.

DEEL 4
Specifieke regels voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren naar Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk

Artikel 12 - Specifieke regels voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren

1. De in dit artikel vastgestelde specifieke regels voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren die Noord-Ierland binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk, zijn alleen van toepassing indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) het Verenigd Koninkrijk heeft schriftelijke garanties gegeven dat:

i) die gezelschapsdieren het risico voor de plantgezondheid op het eiland Ierland niet vergroten, de gezondheidsstatus van het eiland niet aantasten, of het risico voor de volksgezondheid en de diergezondheid op de interne markt niet vergroten of de integriteit ervan ondermijnen;

ii) de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk doeltreffende maatregelen treffen om de mogelijkheid dat gezelschapsdieren van Noord-Ierland naar een lidstaat worden vervoerd tot een minimum te beperken, aangetoond door middel van informatie over de mogelijke procedures om te beslissen welke maatregelen moeten worden getroffen bij niet-naleving;

iii) de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk vereisten toepassen met betrekking tot het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren naar het Verenigd Koninkrijk om zijn diergezondheidsstatus te beschermen;

iv) de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig punt f) doeltreffende documenten- en overeenstemmingscontroles uitvoeren op gezelschapsdieren die Noord-Ierland binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk;

v) de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk een systeem invoeren voor vroegtijdige opsporing en kennisgeving van infectie van wilde eindgastheren met Echinococcus multilocularis, en de Commissie onmiddellijk ervan in kennis stellen indien een dergelijke infectie wordt waargenomen;

vi) de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk een systeem invoeren voor vroegtijdige opsporing en kennisgeving van infectie met rabiës bij gehouden en wilde dieren die daar gevoelig voor zijn, en de Commissie onmiddellijk ervan in kennis stellen indien de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk een rabiësinfectie vermoeden of waarnemen;

b) de Commissie heeft een uitvoeringshandeling vastgesteld in overeenstemming met lid 4;

c) de gezelschapsdieren zijn afkomstig uit andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland en worden vervolgens niet naar een lidstaat vervoerd;

d) de gezelschapsdieren zijn geïdentificeerd met een transponder die voldoet aan de technische vereisten van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 576/2013;

e) de gezelschapsdieren gaan vergezeld van een papieren of elektronisch reisdocument voor gezelschapsdieren overeenkomstig lid 4, dat overeenkomstig lid 2 is gevalideerd door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, en de eigenaar of gemachtigde verstrekt een schriftelijke verklaring dat die overeenkomstig punt d) geïdentificeerde gezelschapsdieren waarvoor het reisdocument voor gezelschapsdieren geldt vervolgens niet van Noord-Ierland naar een lidstaat worden vervoerd;

f) de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk voeren documenten- en overeenstemmingscontroles uit op de gezelschapsdieren met een reisdocument voor gezelschapsdieren en een in punt e) bedoelde verklaring die de eigenaar of gemachtigde na het aan boord gaan en vóór aankomst in Noord-Ierland of bij de eerste aankomst in Noord-Ierland overlegt om aan te tonen dat aan de regels van dit artikel is voldaan; indien tijdens die overeenkomstig de officiële procedures van punt a), ii), uitgevoerde controles een niet-naleving aan het licht komt, worden de gezelschapsdieren in de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspecties van eerste aankomst in Noord-Ierland die aan de vereisten van bijlage II voldoen aangeboden aan de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk om de niet-naleving te verhelpen.

2. Het in lid 1, punt e), bedoelde reisdocument voor gezelschapsdieren wordt pas afgegeven nadat de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk naar behoren hebben geverifieerd dat de desbetreffende vermeldingen in het document juist en waarheidsgetrouw zijn ingevuld met de krachtens een overeenkomstig lid 4 vastgestelde uitvoeringshandeling vereiste informatie, waarmee wordt gecertificeerd dat aan de voorwaarden van lid 1, punten c) en d), is voldaan.

3. Voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren die afkomstig zijn uit Noord-Ierland en die alleen naar andere delen van het Verenigd Koninkrijk worden vervoerd en vervolgens rechtstreeks naar Noord-Ierland terugkeren:

i) worden de gezelschapsdieren geïdentificeerd met een transponder, overeenkomstig de vereisten van lid 1, punt d);

ii) zijn de vereisten van lid 1, punten c), e) en f), niet van toepassing;

iii) zijn de desbetreffende vereisten van Verordening (EU) nr. 576/2013 niet van toepassing.

4. Indien aan de voorwaarden van lid 1, punt a), is voldaan, kan de Commissie overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure uitvoeringshandelingen vaststellen met regels over de informatie die het reisdocument voor gezelschapsdieren moet bevatten voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren die Noord-Ierland binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk, met inbegrip van de inhoud van de in lid 1, punt e), bedoelde verklaring.

5. De Commissie ziet erop toe dat het Verenigd Koninkrijk de in de leden 1 tot en met 3 bedoelde voorwaarden toepast.

Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een inspectieverslag van de Unie, een audit of een kennisgeving in het kader van Imsoc, dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen treft om ernstige of herhaalde inbreuken op de voorwaarden van de leden 1, 2 en 3 van dit artikel aan te pakken, stelt de Commissie, na passende kennisgeving aan en passend overleg met het Verenigd Koninkrijk, overeenkomstig de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure een uitvoeringshandeling vast met speciale voorwaarden en maatregelen of tot wijziging van de overeenkomstig lid 4 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandelingen.

DEEL 5
Verbod en opschorting 

Artikel 13 - Verbod op het verkeer of het in een lidstaat in de handel brengen van goederen en gezelschapsdieren die onder deze verordening vallen

Goederen die onder deze verordening vallen, mogen niet van Noord-Ierland naar een lidstaat worden verplaatst of in een lidstaat in de handel worden gebracht.

Gezelschapsdieren die onder deze verordening vallen, mogen niet van Noord-Ierland naar een lidstaat worden verplaatst.

De lidstaten passen doeltreffende, afschrikkende en evenredige sancties toe in geval van niet-naleving van de in deze verordening vastgestelde regels.

Artikel 14 - Opschorting van de in de delen 2, 3 en 4 vastgestelde specifieke regels

1. De Commissie ziet nauwlettend toe op de toepassing van de in de delen 2, 3 en 4 en in artikel 13 vastgestelde specifieke regels, en controleert met name of:

a) officiële controles worden uitgevoerd op zendingen detailhandelsgoederen, voor opplant bestemde planten, voertuigen en machines die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, pootaardappelen en gezelschapsdieren die onder deze verordening vallen;

b) er overeenkomstig de vereisten van bijlage III sprake is van adequate officiële controles en adequaat toezicht op het verkeer van detailhandelsgoederen van de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland naar de op de lijst geplaatste vestiging van bestemming, om te waarborgen dat de detailhandelsgoederen uitsluitend bestemd zijn voor op de lijst geplaatste vestigingen in Noord-Ierland en vervolgens niet naar een lidstaat worden vervoerd;

c) aan de regels van deze verordening, en met name die van de artikelen 6 en 9, is voldaan.

2. De Commissie controleert ook of:

a) de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland in overeenstemming zijn met bijlage II;

b) de vertegenwoordigers van de Unie voor de krachtens deze verordening vereiste officiële controles en monitoring doorlopende en permanente toegang hebben tot de relevante databanken die door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland worden gebruikt, met inbegrip van het inspectieplatform van het gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (GGB) en andere relevante databanken, en tot andere relevante databanken en informatie-uitwisseling, en of de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland voldoen aan hun verplichting overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 om Traces te gebruiken.

3. Indien de Commissie vaststelt dat het Verenigd Koninkrijk systematisch niet voldoet aan de specifieke regels van lid 1 of dat het Verenigd Koninkrijk niet voldoet aan een van de in lid 2 bedoelde voorwaarden, stelt de Commissie het Verenigd Koninkrijk binnen zeven dagen schriftelijk in kennis van die bevinding en van de gedetailleerde redenen daarvoor.

4. Gedurende een periode van vier weken na de datum van de in lid 3 bedoelde schriftelijke kennisgeving treedt de Commissie in overleg met het Verenigd Koninkrijk om de situatie die aanleiding gaf tot de schriftelijke kennisgeving te verhelpen.

5. Indien de situatie die aanleiding geeft tot de in lid 3 van dit artikel bedoelde schriftelijke kennisgeving niet binnen de in lid 4 van dit artikel bedoelde periode is verholpen, of indien relevante bepalingen van deel 2 (Bepaling van goederen waarvoor geen risico bestaat en intrekking van Besluit nr. 4/2020) van Besluit nr. XX/2023 van het Gemengd Comité 25 overeenkomstig artikel 15, lid 2, van dat besluit zijn opgeschort om redenen die relevant zijn voor aangelegenheden die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen, stelt de Commissie binnen een nieuwe termijn van vier weken overeenkomstig artikel 17 van deze verordening een gedelegeerde handeling vast waarin wordt gespecificeerd van welke bepalingen van deze verordening de toepassing moet worden opgeschort.

Indien het Verenigd Koninkrijk niet voldoet aan de voorwaarden van lid 1, punt c), en lid 2, punten a) en b), van dit artikel, stelt de Commissie een gedelegeerde handeling vast tot opschorting van de artikelen 4, 5, 6, 9, 10, 11 en 12.

6. Indien de situatie die aanleiding geeft tot vaststelling van de in lid 5 bedoelde gedelegeerde handeling door het Verenigd Koninkrijk is verholpen, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 17 van deze verordening een gedelegeerde handeling vast waarin wordt gespecificeerd welke van de opgeschorte bepalingen weer van toepassing worden.

DEEL 6
Gedelegeerde en uitvoeringshandelingen

Artikel 15 - Wijziging van de bijlagen I en II

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 16 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst van bijlage I bij deze verordening indien in bijlage 2 bij het protocol vermelde Uniehandelingen of delen daarvan moeten worden geschrapt of toegevoegd.

De Commissie is bevoegd overeenkomstig de artikelen 16 en 17 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de in bijlage II vastgestelde vereisten voor faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie, indien dat nodig en passend is om rekening te houden met relevante technische en operationele ontwikkelingen, mits die wijzigingen in overeenstemming zijn met de regels van deze verordening.

Artikel 16 - Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De in artikel 6, leden 3 tot en met 6, artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 2, artikel 14, leden 5 en 6, en artikel 15 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie overgedragen voor een termijn van vijf jaar met ingang van xx/xx/20xx. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 6, leden 3 tot en met 6, artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 2, artikel 14, leden 5 en 6, en artikel 15 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheidsdelegatie. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6. Een overeenkomstig artikel 6, leden 3 tot en met 6, artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 2, artikel 14, leden 5 en 6, en artikel 15 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 17 - Spoedprocedure

1. Een overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handeling treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang geen bezwaar wordt gemaakt overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de Raad wordt vermeld om welke redenen wordt gebruikgemaakt van de spoedprocedure.

2. Het Europees Parlement of de Raad kan overeenkomstig de in artikel 16, lid 6, bedoelde procedure bezwaar maken tegen een gedelegeerde handeling. In dat geval trekt de Commissie de handeling onmiddellijk in na de kennisgeving van het besluit waarbij het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt.

Artikel 18 - Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 58, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 ingestelde Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders.

Voor de toepassing van artikel 9, lid 4, punt b), van deze verordening wordt de Commissie evenwel ook bijgestaan door het bij artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 ingestelde Comité voor de visserij en de aquacultuur. Ook wordt zij door dat comité bijgestaan voor de toepassing van artikel 4, lid 4, en artikel 9, lid 6, van deze verordening waar het aangelegenheden betreft die uitsluitend onder de bevoegdheid van dat comité vallen.

Die comités zijn comités in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Indien door het comité geen advies wordt uitgebracht, stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet vast en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011, in samenhang met artikel 5 daarvan, van toepassing.

Deel 7
Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 19 - Overgangsbepalingen voor markeringsvoorschriften

Voor een overgangsperiode van dertig dagen met ingang van 1 oktober 2023 hoeven detailhandelsgoederen die vóór die datum in Noord-Ierland in de handel zijn gebracht niet te voldoen aan de markeringsvoorschriften van artikel 6, lid 1, punt a).

Voor een overgangsperiode van dertig dagen met ingang van 1 oktober 2024 hoeven detailhandelsgoederen die vóór die datum in Noord-Ierland in de handel zijn gebracht niet te voldoen aan de markeringsvoorschriften van artikel 6, lid 1, punt b).

Voor een overgangsperiode van dertig dagen met ingang van 1 juli 2025 hoeven detailhandelsgoederen die vóór die datum in Noord-Ierland in de handel zijn gebracht niet te voldoen aan de markeringsvoorschriften van artikel 6, lid 1, punt c).

Artikel 20 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.