Artikelen bij COM(2021)804 - Interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof (herschikking)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



 Hoofdstuk I 

   Toepassingsgebied en definities 

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Deze verordening beoogt:

a)  stelt  niet-discriminerende regels vast te stellen betreffende de toegangsvoorwaarden voor aardgas  - en waterstof  transmissiesystemen, waarbij rekening wordt gehouden met de specificiteit van nationale en regionale markten, teneinde een goede werking van de interne markt voor  gassen   gas te waarborgen;  en 

b) niet-discriminerende regels vast te stellen betreffende de toegangsvoorwaarden voor LNG- en opslaginstallaties, rekening houdend met de specifieke kenmerken van nationale en regionale markten, en

bc)  bevordert   het ontstaan van een goed functionerende en transparante groothandelsmarkt met een hoge zekerheid op het vlak van aardgasvoorziening te bevorderen en te voorzien  voorziet in mechanismen om de regels inzake netwerktoegang voor grensoverschrijdende uitwisseling van  gassen   gas te harmoniseren.

De in de eerste alinea genoemde doelstellingen omvatten onder meer de vaststelling van geharmoniseerde beginselen inzake de tarieven voor de toegang tot het  aardgas  net, maar niet tot opslaginstallaties, of inzake de methoden voor de berekening daarvan, de instelling van derdentoegangsdiensten, de vaststelling van geharmoniseerde beginselen inzake capaciteitsallocatie en congestiebeheer, de bepaling van transparantievereisten, balanceringsregels en tarieven voor onbalans, alsmede de bevordering van capaciteitsverhandeling.

Deze verordening is behoudens artikel 3119, lid 54, alleen van toepassing op opslaginstallaties  voor aardgas en waterstof  die onder artikel 2933, lid 3 of 4, van Richtlijn 2009/73/EG   de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn  vallen.

De lidstaten kunnen overeenkomstig Richtlijn 2009/73/EG   de in COM xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn  een entiteit of instantie instellen voor de uitoefening van een of meer normaliter aan de transmissiesysteembeheerder  of de waterstofnetbeheerder toegewezen functies; de eisen van deze verordening zijn daarop van toepassing. Deze entiteit of instantie wordt overeenkomstig artikel 133 van deze verordening gecertificeerd en overeenkomstig artikel 6510 van Richtlijn 2009/73/EG   de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn  aangewezen.

Artikel 2

Definities

1. Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:


 nieuw 

1) “gereguleerde activa”: de netwerkactiva van een netbeheerder die worden gebruikt voor de levering van gereguleerde netwerkdiensten die bij de berekening van netwerkgerelateerde diensteninkomsten in aanmerking worden genomen


 715/2009 (aangepast)

 nieuw 

2) 1)“transmissie”: het transport van aardgas door een net dat vooral bestaat uit hogedrukpijpleidingen, met uitzondering van een upstreampijpleidingnet en van het gedeelte van hogedrukpijpleidingen dat in de eerste plaats voor lokale aardgasdistributie wordt gebruikt, met het oog op de belevering van afnemers, de levering zelf niet inbegrepen;

3) 2)”transportcontract”: een contract tussen een transmissiesysteembeheerder  of waterstofnetbeheerder  en een netgebruiker voor de uitvoering van  gastransportdiensten   de transmissie;

4) 3)“capaciteit”: de maximale flow, uitgedrukt in normale kubieke meter per tijdseenheid of in energie-eenheid per tijdseenheid, waarop de netgebruiker op grond van het transportcontract recht heeft;

5) 4)“ongebruikte capaciteit”: de vaste capaciteit die een netgebruiker op grond van een transportcontract heeft verworven, maar op het moment van het contractueel vastgelegde aflopen van de termijn niet heeft genomineerd;

6) 5)“congestiebeheer”: beheer van de capaciteitsportefeuille van de transmissiesysteembeheerder met het oog op het optimale en maximale gebruik van de technische capaciteit en de tijdige detectie van toekomstige congestie- en saturatiepunten;

7) 6)“secundaire markt”: de markt van de niet op de primaire markt verhandelde capaciteit;

8) 7)”nominatie”: het vooraf opgeven door de netgebruiker aan de transmissiesysteembeheerder van de werkelijke flow die hij wil invoeden op of onttrekken aan het systeem;

9) 8)”hernominatie”: het achteraf melden van een gecorrigeerde nominatie;

10) 9)”systeemintegriteit”: elke situatie met betrekking tot een transmissienet, met inbegrip van de noodzakelijke transmissiefaciliteiten, waarin de druk en de kwaliteit van het aardgas  of de waterstof  binnen de door de transmissiesysteembeheerder vastgestelde minimum- en maximumgrenzen blijven, zodat  het transport   de transmissie van aardgas  of waterstof  uit een technisch oogpunt gegarandeerd is;

11) 10)”balanceringsperiode”: periode waarbinnen het onttrekken van een hoeveelheid  gassen   aardgas, uitgedrukt in eenheden energie, door elke netgebruiker moet worden gecompenseerd door middel van het invoeden van dezelfde hoeveelheid  gassen   aardgas op het transmissienet in overeenstemming met het transportcontract of de netcode;

12) 11)”netgebruiker”: een afnemer of mogelijke afnemer van een transmissiesysteembeheerder en, mits zulks nodig is om de functies met betrekking tot  het transport van aardgas en waterstof   de transmissie uit te voeren, de transmissiebeheerder zelf;

13) 12)”afschakelbare diensten”: door de transmissiesysteembeheerder  of de waterstofnetbeheerder  met betrekking tot afschakelbare capaciteit aangeboden diensten;

14) 13)”afschakelbare capaciteit”: gastransmissiecapaciteit die door de transmissiesysteembeheerder  of de waterstofnetbeheerder  kan worden afgeschakeld overeenkomstig de voorwaarden van het transportcontract;

15) 14)”langetermijndiensten”: door de transmissiesysteembeheerder  of de waterstofnetbeheerder  aangeboden diensten met een duur van één jaar of meer;

16) 15)”kortetermijndiensten”: door de transmissiesysteembeheerder  of de waterstofnetbeheerder  aangeboden diensten met een duur van minder dan één jaar;

17) 16)”vaste capaciteit”: door de transmissiesysteembeheerder contractueel  of de waterstofnetbeheerder  als niet-afschakelbaar gegarandeerde gastransmissiecapaciteit;

18) 17)”vaste diensten”: door de transmissiesysteembeheerder  of de waterstofnetbeheerder  met betrekking tot vaste capaciteit aangeboden diensten;

19) 18)”technische capaciteit”: de maximale vaste capaciteit die  aan de netgebruikers kan worden aangeboden   de transmissiesysteembeheerder aan de netgebruikers kan aanbieden, rekening houdend met de systeemintegriteit en de operationele eisen van het transmissie  systeem of waterstof  net;

20) 19)”gecontracteerde capaciteit”: capaciteit die de transmissiesysteembeheerder aan een netgebruiker heeft   aan een netgebruiker is  gealloceerd door middel van een transportcontract;

21) 20)”beschikbare capaciteit”: het deel van de technische capaciteit dat niet is gealloceerd en op een gegeven moment nog beschikbaar is voor het systeem;

22) 21)”contractuele congestie”: een situatie waarbij het niveau van de vraag naar vaste capaciteit groter is dan de technische capaciteit;

23) 22)”primaire markt”: de markt van de direct door de transmissiesysteembeheerder  of de waterstofnetbeheerder  verhandelde capaciteit;

24) 23)”fysieke congestie”: een situatie waarbij op een bepaald tijdstip het niveau van de vraag naar werkelijke leveringen groter is dan de technische capaciteit;

25) 24)”LNG-installatiecapaciteit”: capaciteit op een terminal voor vloeibaar aardgas  (LNG) -terminal voor het vloeibaar maken van aardgas of voor de invoer, verlading, bijkomende diensten, tijdelijke opslag en hervergassing van LNG;

26) 25)”ruimte”: hoeveelheid gas die een gebruiker van een opslaginstallatie mag gebruiken voor de opslag van gas;

27) 26)”levercapaciteit”: het debiet waarmee de opslaggebruiker gas mag onttrekken aan de opslaginstallatie;

28) 27)”injectiecapaciteit”: het debiet waarmee de opslaggebruiker gas mag injecteren in de opslaginstallatie;

29) 28)”opslagcapaciteit”: elke combinatie van ruimte, injectiecapaciteit en levercapaciteit;.


 nieuw 

30) “entry-exitsysteem”: de aggregatie van alle transmissie- en distributiesystemen waarop een specifiek balanceringsregime van toepassing is;

31) “balanceringszone”: een entry-exitsysteem waarop een specifiek balanceringsregime van toepassing is;

32) “virtueel handelsplatform”: een niet-fysiek zakelijk platform binnen een entry-exitsysteem waar gassen worden verhandeld tussen een koper en een verkoper zonder dat transmissie- of distributiecapaciteit moet worden geboekt;

33) “entrypunt”: een punt waarop boekingsprocedures van netgebruikers of producenten van toepassing zijn en dat toegang tot een entry-exitsysteem biedt;

34) “exitpunt”: een punt dat onderhevig is aan boekingsprocedures van netgebruikers of eindverbruikers waar gas uit het entry-exitsysteem kan stromen;

35) “voorwaardelijke capaciteit”: vaste capaciteit die transparante en vastgelegde voorwaarden omvat om hetzij toegang tot en van het virtuele handelsplatform, hetzij beperkte toewijsbaarheid te bieden;

36) “toewijsbaarheid”: de discretionaire combinatie van entrycapaciteit met exitcapaciteit of vice versa;

37) ”toegestane inkomsten”: de som van de inkomsten uit transmissiediensten en inkomsten uit niet-transmissiediensten voor de verlening van diensten door de transmissiesysteembeheerder voor een specifieke periode binnen een reguleringsperiode, die een dergelijke transmissiesysteembeheerder mag verwerven in het kader van een regeling zonder maximumprijzen en die is vastgesteld overeenkomstig artikel 72, lid 7, punt a), van de herschikte gasrichtlijn, als voorgesteld in COM(2021) xxx;

38) “nieuwe infrastructuur”: infrastructuur die op 4 augustus 2003 niet voltooid is.


 715/2009 (aangepast)

2. Onverminderd de definities in lid 1 zijn de definities in artikel 2 van Richtlijn 2009/73/EG   de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn  , die relevant zijn voor de toepassing van deze verordening, ook van toepassing, met uitzondering van de definitie van ”transmissie” in punt 3 van dat artikel.

De definities in de punten 43 tot en met 2423 van lid 1 die betrekking hebben op transmissie, zijn van overeenkomstige toepassing op opslag- en LNG-installaties.


 nieuw 

HOOFDSTUK II

ALGEMENE REGELS VAN TOEPASSING OP AARDGAS- EN WATERSTOFSYSTEMEN

Afdeling 1

Algemene regels voor de organisatie van de toegang tot markten en infrastructuur

Artikel 3

Algemene beginselen

De lidstaten, de regulerende instanties, de transmissiesysteembeheerders, de distributiesysteembeheerders, de opslagbeheerders, de LNG-beheerders, de waterstofsysteembeheerders, en gedelegeerde beheerders zoals marktbeheerders of boekingsplatformbeheerders waarborgen dat de gasmarkten in overeenstemming met de volgende beginselen worden beheerd:

a) prijsvorming voor gassen vindt plaats op basis van vraag en aanbod;

b) transmissie- en distributiesysteembeheerders werken samen om netgebruikers de vrijheid te bieden om onafhankelijk entry- en exitcapaciteit te boeken. Gas wordt via het entry-exitsysteem getransporteerd in plaats van langs contractuele paden;

c) aan de entry- en exitpunten geheven tarieven worden zo gestructureerd dat ze bijdragen tot marktintegratie, grotere leveringszekerheid en het stimuleren van interconnectie tussen gasnetten;

d) ondernemingen die in hetzelfde entry-exitsysteem actief zijn, wisselen gas uit bij het virtuele handelsplatform;

e) netgebruikers dragen de verantwoordelijkheid om hun balanceringsportfolio’s in balans te brengen om zo de noodzaak tot het nemen van balanceringsacties door transmissiesysteembeheerders tot een minimum te beperken;

f) balanceringsacties worden op basis van gestandaardiseerde producten en op een handelsplatform uitgevoerd;

g) de marktvoorschriften voorkomenacties waardoor prijsvorming op basis van vraag en aanbod wordt tegengegaan;

h) de marktvoorschriften bevorderen het ontstaan en de werking van liquide verhandeling van gas, waarbij prijsvorming en prijstransparantie worden gestimuleerd;

i) de marktvoorschriften maken de decarbonisatie van het aardgas- en waterstofsystemen mogelijk, onder meer door de integratie in de gasmarkt van gas uit hernieuwbare energiebronnen mogelijk te maken en door prikkels voor energie-efficiëntie te bieden;

j) de marktvoorschriften zorgen voor passende investeringsprikkels, in het bijzonder langetermijninvesteringen voor een koolstofvrij en duurzaam gassysteem, voor energieopslag en energie-efficiëntie, ze zorgen voor vraagrespons, waardoor aan de behoeften van de markt tegemoet wordt gekomen, en ze faciliteren eerlijke mededinging en leveringszekerheid;

k) eventuele belemmeringen voor grensoverschrijdende gasflows tussen entry-exitsystemen worden weggenomen;

l) de marktvoorschriften vergemakkelijken samenwerking en integratie.

Artikel 4

Afzonderlijk gereguleerde activa

1. Indien een transmissiesysteembeheerder waterstofnetbeheerder gereguleerde diensten voor gas, waterstof en/of elektriciteit biedt, moet hij voldoen aan de eisen inzake de ontvlechting van de boekhouding zoals bepaald in artikel 69 van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] en artikel 56 van Richtlijn (EU) 2019/944, en heeft afzonderlijk gereguleerde activa voor gas, elektriciteit of waterstof. Afzonderlijk gereguleerde activa waarborgen dat:

a) inkomsten uit diensten, verkregen uit het verlenen van specifieke gereguleerde diensten alleen kunnen worden gebruikt om de kapitaal- en bedrijfskosten terug te verdienen met betrekking tot de activa die in de gereguleerde activa zijn opgenomen op basis waarvan de gereguleerde diensten zijn verleend;

b) de waarde van de activa wordt vastgesteld als ze naar andere gereguleerde activa worden overgedragen. De aan de overgedragen activa toegekende waarde wordt gecontroleerd en goedgekeurd door de bevoegde regulerende instantie. De waarde wordt zo vastgesteld dat er geen kruissubsidiëring plaatsvindt.

2. Een lidstaat kan financiële overdrachten tussen afzonderlijk gereguleerde diensten in de zin van het eerste lid toestaan, mits:

a) alle voor de financiële overdracht benodigde inkomsten als een specifieke heffing worden geïnd;

b) de specifieke heffing alleen wordt geïnd op exitpunten van eindverbruikers binnen dezelfde lidstaten als begunstigde van de financiële overdracht;

c) de specifieke heffing en de financiële overdracht of de aan de berekening ten grondslag liggende methoden voorafgaand aan de toepassing ervan door een in artikel 70 bedoelde regulerende instantie worden goedgekeurd;

d) de goedgekeurde specifieke heffing en financiële overdracht en de methoden, indien goedgekeurd, worden bekendgemaakt.

3. De regulerende instantie mag een in lid 2 bedoelde financiële overdracht en specifieke heffing alleen goedkeuren op voorwaarde dat:

a) nettoegangstarieven worden geheven van gebruikers van de gereguleerde activa die begunstigde zijn van een financiële overdracht;

b) de som van de financiële overdrachten en de inkomsten uit diensten die via de nettoegangstarieven worden geheven, niet lager is dan de toegestane inkomsten;

c) een financiële overdracht wordt goedgekeurd voor een beperkte periode van maximaal een derde van de afschrijvingstermijn van de betrokken infrastructuur.

4. Uiterlijk [vaststellingsdatum +1 jaar] doet ACER aanbevelingen aan transmissie- of netbeheerders en de regulerende instanties ten aanzien van de methoden:

a) voor de bepaling van de waarde van de activa die worden overgedragen aan andere gereguleerde activa en voor de bestemming van eventuele daaruit voortvloeiende winsten en verliezen;

b) voor de berekening van de omvang en de maximale looptijd van de financiële overdracht en de specifieke heffing;

c) voor de criteria om bijdragen aan de specifieke heffing toe te wijzen aan de met de gereguleerde activa verbonden eindverbruikers.

ACER werkt de aanbevelingen ten minste om de twee jaar bij.


 715/2009 (aangepast)

 nieuw 

 nieuw

Artikel 514 - Derdentoegangsdiensten bij transmissiesysteembeheerders

1. Transmissiesysteembeheerders:

a) waarborgen dat zij op niet-discriminerende basis  capaciteit en  diensten aan alle netgebruikers aanbieden;

b) bieden zowel vaste als afschakelbare  capaciteit   derdentoegangsdiensten aan. De prijs van afschakelbare capaciteit is een afspiegeling van de waarschijnlijkheid van afschakeling;

c) bieden de netgebruikers zowel lange- als kortetermijn  capaciteit   diensten aan;

Wanneer in verband met punt a) van de eerste alinea een transmissiesysteembeheerder dezelfde dienst aan meerdere afnemers aanbiedt, geschiedt dit onder gelijkwaardige contractuele voorwaarden, met gebruikmaking van geharmoniseerde transportcontracten of een door de bevoegde instantie volgens de procedure van artikel 7241  of 73 van Richtlijn 2009/73/EG   de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn  goedgekeurde gemeenschappelijke netcode.

2. Transportcontracten met niet-standaardaanvangsdata of van een kortere duur dan een standaardtransportcontract van een jaar, resulteren niet in willekeurig hogere of lagere tarieven die niet de marktwaarde van de dienst weerspiegelen overeenkomstig de in artikel 1513, lid 1, vermelde principes.


 nieuw 

3. Wanneer twee of meer interconnectiepunten dezelfde twee aangrenzende entry/exitsystemen verbinden, bieden de betrokken aangrenzende transmissiesysteembeheerders de op de interconnectiepunten beschikbare capaciteiten aan op één virtueel interconnectiepunt. Ongeacht de datum van de overeenkomst wordt gecontracteerde capaciteit op de interconnectiepunten overgedragen aan het virtuele interconnectiepunt.

Een virtueel interconnectiepunt wordt uitsluitend opgezet als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de totale technische capaciteit op de virtuele interconnectiepunten is gelijk aan of hoger dan de som van de technische capaciteiten op elk van de interconnectiepunten die bijdragen tot de virtuele interconnectiepunten;

b) het virtuele interconnectiepunt vergemakkelijkt het economisch en efficiënt gebruik van het systeem, met inbegrip van, maar niet beperkt tot de voorschriften die zijn vastgesteld in de artikelen 9 en 10.


 715/2009

43. Zo nodig kunnen derdentoegangsdiensten afhankelijk worden gesteld van passende garanties van netgebruikers wat hun kredietwaardigheid betreft. Zulke garanties mogen als dusdanig geen oneerlijke marktbelemmering vormen en zijn niet-discriminerend, transparant en evenredig.


 nieuw 

5. Transmissiesysteembeheerders hebben, indien nodig ten behoeve van de uitvoering van hun functies, waaronder die met betrekking tot grensoverschrijdende transmissie, toegang tot het net van andere transmissiesysteembeheerders.

Artikel 6

Derdentoegangsdiensten bij waterstofnetbeheerders

1. Waterstofnetbeheerders bieden op niet-discriminerende basis diensten aan alle netgebruikers aan. Indien dezelfde dienst aan meer afnemers wordt aangeboden, geschiedt dit onder gelijkwaardige contractuele voorwaarden. Waterstofnetbeheerders publiceren hun contractuele voorwaarden en nettoegangstarieven en, indien van toepassing, balanceringstarieven, op hun website.

2. De maximale capaciteit van een waterstofnet wordt aan de marktspelers ter beschikking gesteld, met inachtneming van de systeemintegriteit en de efficiëntie van de netexploitatie.

3. De maximale duur van capaciteitscontracten is 20 jaar voor infrastructuur die uiterlijk [datum van de inwerkingtreding] is voltooid, en 15 jaar voor infrastructuur die na die datum is voltooid. De regulerende instanties zijn bevoegd een kortere maximale duur op te leggen indien dat nodig is voor het functioneren van de markt, om de concurrentie te waarborgen en om te zorgen voor toekomstige grensoverschrijdende integratie.

4. Waterstofnetbeheerders implementeren en publiceren niet-discriminerende en transparante procedures voor congestiebeheer die de grensoverschrijdende uitwisseling van waterstof op niet-discriminerende basis bevorderen.

5. Waterstofnetbeheerders beoordelen regelmatig de marktvraag naar nieuwe investeringen, met inachtneming van de leveringszekerheid en de efficiëntie van het uiteindelijke waterstofgebruik.

6. Waterstofnetten worden vanaf 1 januari 2031 opgezet als entry-exitsysteem.

7. Vanaf 1 januari 2031 is artikel 15 ook van toepassing op tarieven voor toegang tot waterstofnetten. De artikelen 16 en 17 zijn niet van toepassing. Overeenkomstig artikel 15 worden geen tarieven geheven voor de toegang tot waterstofnetten op interconnectiepunten tussen de lidstaten. Indien een lidstaat besluit om voor 1 januari 2031 gereguleerde derdentoegang tot waterstofnetten toe te passen, overeenkomstig artikel 31 van [de herschikte gasrichtlijn], is artikel 15, lid 1, van toepassing op de tarieven voor toegang tot de waterstofnetten in die lidstaat.

8. Waterstofnetbeheerders voldoen vanaf 1 januari 2031 aan de vereisten inzake transmissiesysteembeheerders overeenkomstig de artikelen 5, 9 en 12 bij het aanbieden van hun diensten, en publiceren de tarieven per netwerkpunt op een door het Europees netwerk van netbeheerders voor waterstof beheerd online platform. Totdat een netcode inzake capaciteitstoewijzing voor waterstofnetten is vastgesteld overeenkomstig artikel 54, lid 2, punt d), en in werking is getreden, kan die publicatie verlopen via links naar de publicatie van tarieven op de websites van waterstofnetbeheerders.


 715/2009 (aangepast)

 nieuw 

Artikel 715 - Derdentoegangsdiensten bij opslag   van aardgas, waterstofterminals,   en LNG-installaties   , en opslaginstallaties voor waterstof   

1.  Beheerders van  LNG  -installaties en waterstofterminals, opslaginstallaties voor waterstof en aardgas  opslagsysteembeheerders:

a) bieden op niet-discriminerende basis aan alle netgebruikers diensten aan die aan de marktbehoefte voldoen. Met name wanneer een  een beheerder van  LNG  -installaties of waterstofterminals, opslaginstallaties voor waterstof of een aardgas  opslagsysteembeheerder dezelfde dienst aan meerdere afnemers aanbiedt, geschiedt dit onder gelijkwaardige contractuele voorwaarden;

b) bieden diensten aan die aansluiten bij het gebruik van het stelsel van onderling verbonden  aard  gas  - en waterstof  transportsystemen en de toegang vergemakkelijken door samenwerking met de transmissiesysteembeheerder  of de waterstofnetbeheerder  , en

c) relevante informatie publiceren, en met name gegevens over het gebruik en de beschikbaarheid van diensten, binnen een tijdskader dat verenigbaar is met de redelijke commerciële behoeften van gebruikers van opslag- en LNG-installaties  , waterstofterminals of opslaginstallaties voor waterstof  en onder toezicht van de nationale regulerende instantie.

2. Opslagsysteembeheerders:

a) bieden zowel vaste als afschakelbare derdentoegangsdiensten aan; de prijs van afschakelbare capaciteit is een afspiegeling van de waarschijnlijkheid van afschakeling;

b) bieden opslaginstallatiegebruikers zowel lange- als kortetermijndiensten aan; en

c) bieden opslaginstallatiegebruikers zowel gebundelde als ontvlochten diensten aan die verband houden met opslagruimte, injectiecapaciteit en levercapaciteit.


 nieuw 

3. LNG-systeembeheerders bieden gebruikers van LNG-installaties zowel gebundelde als ontvlochten diensten aan binnen de LNG-installatie, afhankelijk van de behoeften van de gebruikers van LNG-installaties.


 715/2009

 nieuw 

43. LNG- en  aardgas  opslaginstallatiecontracten leiden niet tot willekeurig hogere tarieven wanneer ze gesloten worden:

a) buiten een aardgasjaar met niet-standaardaanvangsdata, of

b) met een kortere duur dan een standaard-LNG- en opslaginstallatiecontract op jaarbasis.


 nieuw 

Contracten voor opslaginstallaties voor waterstof en waterstofterminals met een kortere duur dan een standaard-LNG- en opslaginstallatiecontract op jaarbasis leiden niet tot willekeurig hogere tarieven.


 715/2009

 nieuw 

54. Zo nodig kunnen derdentoegangsdiensten afhankelijk worden gesteld van passende garanties van netgebruikers wat hun kredietwaardigheid betreft. Zulke garanties mogen als dusdanig geen oneerlijke marktbelemmering vormen en zijn niet-discriminerend, transparant en evenredig.

65. Contractuele grenzen met betrekking tot de vereiste minimumomvang van LNG-installatie  - of waterstofterminal  capaciteit en  aardgas- of waterstof  opslagcapaciteit berusten op technische beperkingen en vormen voor kleinere opslaggebruikers geen belemmering om toegang te verkrijgen tot opslagdiensten.


 nieuw 

Artikel 8

Marktbeoordeling voor hernieuwbare en koolstofarme gassen door LNG- en opslagsysteembeheerders

LNG- en opslagsysteembeheerders beoordelen ten minste iedere twee jaar de marktvraag naar nieuwe investeringen, gericht op het gebruik van hernieuwbare en koolstofarme gassen in de installaties. Bij de planning van nieuwe investeringen beoordelen LNG- en opslagsysteembeheerders de marktvraag en houden zij rekening met de leveringszekerheid. LNG- en opslagsysteembeheerders maken hun plannen voor nieuwe investeringen, gericht op het gebruik van hernieuwbare en koolstofarme gassen in hun installaties, voor het publiek beschikbaar.


 715/2009

 nieuw 

Artikel 916 - Beginselen inzake de mechanismen voor capaciteitsallocatie en de procedures voor congestiebeheer bij transmissiesysteembeheerders

1. Marktspelers krijgen de beschikking over de maximale capaciteit op alle relevante punten waaraan in artikel 3018, lid 3, wordt gerefereerd, met inachtneming van systeemintegriteit en efficiënte netexploitatie.

2. Transmissiesysteembeheerders implementeren en publiceren niet-discriminerende en transparante mechanismen voor capaciteitsallocatie, welke

a) passende economische signalen geven voor een efficiënt en maximaal gebruik van de technische capaciteit en investeringen in nieuwe infrastructuur vergemakkelijken en de grensoverschrijdende uitwisseling van aardgas bevorderen;

b) zorgen voor compatibiliteit met de marktmechanismen, met inbegrip van spotmarkten en trading hubs en tevens flexibel en in staat zijn zich aan veranderende marktomstandigheden aan te passen; en

c) compatibel zijn met de nettoegangsregelingen van de lidstaten.

3. Transmissiesysteembeheerders implementeren en publiceren niet-discriminerende en transparante procedures voor congestiebeheer die de grensoverschrijdende uitwisseling van gas op niet-discriminerende basis bevorderen, waarbij de beginselen van non-discriminatie en vrije concurrentie worden gerespecteerd:

a) in geval van contractuele congestie biedt de transmissiesysteembeheerder ongebruikte capaciteit op de primaire markt aan, ten minste op “day-ahead”-basis en afschakelbaar; en

b) netgebruikers die hun ongebruikte gecontracteerde capaciteit op de secundaire markt willen doorverkopen of -verhuren, hebben daartoe het recht.

In verband met punt b  a  ) van de eerste alinea kunnen de lidstaten kennisgeving of informatieverstrekking aan de transmissiesysteembeheerder door de netgebruikers verlangen.


 nieuw 

4. Transmissiesysteembeheerders beoordelen regelmatig de marktvraag naar nieuwe investeringen, met inachtneming van het gezamenlijke scenario dat is ontwikkeld voor het geïntegreerde netontwikkelingsplan op basis van artikel 51 van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] en van de leveringszekerheid.


 715/2009 (aangepast)

 nieuw 

 4. In geval van fysieke congestie worden door de transmissiesysteembeheerder of, in voorkomend geval, de regulerende instanties niet-discriminerende en transparante mechanismen voor capaciteitsallocatie toegepast.

5. Transmissiesysteembeheerders beoordelen op gezette tijden de marktbehoefte aan nieuwe investeringen. Bij de planning van nieuwe investeringen beoordelen zij de marktbehoefte en houden zij rekening met de zekerheid van de voorziening.

Artikel 1017

Beginselen inzake mechanismen voor capaciteitsallocatie en procedures voor congestiebeheer bij  aardgas opslag   , waterstofterminals, opslaginstallaties voor waterstof   en LNG-installaties

1. Marktdeelnemers krijgen de beschikking over de maximale opslag- en LNG-installatiecapaciteit  capaciteit voor aardgasopslag en LNG- of waterstofopslaginstallaties en waterstofterminals  met inachtneming van systeemintegriteit en exploitatie.

2. LNG- en  waterstofopslaginstallatie- en waterstofterminal- en aardgas  opslagsysteembeheerders implementeren en publiceren niet-discriminerende en transparante mechanismen voor capaciteitsallocatie welke:

a) passende economische signalen geven voor een efficiënt en maximaal gebruik van de capaciteit en investeringen in nieuwe infrastructuur vergemakkelijken;

b) zorgen voor compatibiliteit met het marktmechanisme, met inbegrip van spotmarkten en trading hubs, en tevens flexibel zijn en in staat zijn zich aan veranderende marktomstandigheden aan te passen; en

c) compatibel zijn met de toegangssystemen van de netten die met de LNG-opslagsystemen verbonden zijn.

3.  Contracten voor  LNG -terminals, waterstofterminals en waterstof- en aardgas opslaginstallatiecontracten   s  bevatten mechanismen om het hamsteren van capaciteit te voorkomen, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende bij contractuele congestie geldende beginselen:

a) de systeembeheerder moet   biedt  ongebruikte LNG-installatie-  , waterstofterminal-  en opslagcapaciteit zonder uitstel op de primaire markt aanbieden; dit geschiedt bij opslaginstallaties ten minste op “day-ahead”-basis en afschakelbaar;

b) LNG-  installatie-, waterstofterminal-  en opslaginstallatiegebruikers die hun gecontracteerde capaciteit op de secundaire markt willen wederverkopen, hebben daartoe het recht hebben.;  LNG-installatie-, waterstofterminal- en opslagsysteembeheerders waarborgen individueel of regionaal een transparant en niet-discriminerend boekingsplatform voor LNG-installatie-, waterstofterminal- en opslaginstallatiegebruikers die hun gecontracteerde capaciteit op de secundaire markt willen wederverkopen, uiterlijk 18 maanden na [de datum van inwerkingtreding van deze verordening]. 

Artikel 1122 - Verhandeling van capaciteitsrechten

Elke transmissie-, opslag-, en LNG-  en waterstof  systeembeheerder onderneemt redelijke stappen om mogelijk te maken en te bevorderen dat capaciteitsrechten vrij verhandelbaar zijn op een transparante en niet-discriminerende wijze. Ieder van deze beheerders werkt geharmoniseerde  contracten en procedures voor  transport, LNG-installatie  s, waterstofterminals  en  aardgas en waterstof  opslag  installaties   contracten en -procedures op de primaire markt uit om de secundaire handel in capaciteit te bevorderen, en erkent de overdracht van primaire capaciteitsrechten voor zover daarvan door systeemgebruikers kennisgeving is gedaan.

Van deze transport-, LNG-installatie- en opslagcontracten en -procedures wordt aan de regulerende instantie kennisgeving gedaan.


 715/2009 (aangepast)

 nieuw 

Artikel 1221 - Balanceringsregels en tarieven voor onbalans

1. De balanceringsregels worden ontworpen op eerlijke, niet-discriminerende en transparante wijze en zijn gebaseerd op objectieve criteria. De balanceringsregels zijn een afspiegeling van de werkelijke systeembehoeften, rekening houdend met de voor de transmissiesysteembeheerder beschikbare hulpmiddelen. Balanceringsregels zijn marktgericht.

2. Om de netgebruikers in staat te stellen tijdig corrigerende maatregelen te nemen, verstrekken de transmissiesysteembeheerders voldoende, tijdige en betrouwbare online-informatie over de balanceringsstatus van de netgebruikers.

De verstrekte informatie is een afspiegeling van het niveau van de informatie die de transmissiesysteembeheerder tot zijn beschikking heeft, en sluit aan bij de verrekeningsperiode waarover onbalanskosten worden berekend.

Voor deze informatie krachtens dit lid worden geen kosten in rekening gebracht.

3. De tarieven voor onbalans zijn zoveel mogelijk kostengeoriënteerd en stimuleren in voorkomende gevallen de netgebruikers om hun invoeding en onttrekking van gas te balanceren. Zij zijn gericht op het vermijden van kruissubsidiëring tussen de netgebruikers en houden geen belemmering in voor het betreden van de markt door nieuwkomers.

De methoden voor de berekening van de tarieven voor onbalans en de definitieve  waarden   tarieven worden gepubliceerd door de bevoegde instanties of de transmissiesysteembeheerder, naar gelang van het geval.

4. De lidstaten zien erop toe dat de transmissiesysteembeheerders streven naar harmonisatie van de balanceringsstelsels en naar stroomlijning van de structuren en de niveaus van de balanceringstarieven om de handel in gas  op het virtuele handelsplatform  te bevorderen.

Artikel 133 - Certificering van transmissiesysteembeheerders   en waterstofnetbeheerders  

1. De Commissie onderzoekt kennisgevingen van besluiten betreffende de certificering van een transmissiesysteembeheerder of een waterstofnetbeheerder als bepaald in artikel 6510, lid 6, van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] Richtlijn 2009/73/EG onmiddellijk na ontvangst. Binnen twee maanden na ontvangst van deze kennisgeving deelt de Commissie haar advies aan de betrokken nationale regulerende instantie mee of zij het besluit verenigbaar acht met artikel 6510, lid 2, of artikel 6611, en artikel 549 van Richtlijn 2009/73/EG  de herschikte gasrichtlijn    voor transmissiesysteembeheerders, en met artikel 65 van die richtlijn voor waterstofnetbeheerders .

Bij de opstelling van het in de eerste alinea bedoelde advies kan de Commissie om het advies van ACER   het Agentschap over het besluit van de nationale regulerende instanties verzoeken. In dat geval wordt de in de eerste alinea genoemde termijn met twee verdere maanden verlengd.

Als de Commissie niet binnen de in de eerste en tweede alinea bedoelde termijn advies uitbrengt, wordt zij geacht geen bezwaar te hebben tegen het besluit van de regulerende instantie.

2. Binnen twee maanden na ontvangst van het advies van de Commissie stelt de nationale regulerende instantie het definitieve besluit betreffende de certificering van de transmissiesysteembeheerder  of de waterstofnetbeheerder  vast, waarbij zij zo veel mogelijk rekening houdt met het advies van de Commissie. Het besluit van de regulerende instantie en het advies van de Commissie worden samen bekendgemaakt.

3. De regulerende instanties en/of de Commissie kunnen in de loop van de procedure te allen tijde bij een transmissiesysteembeheerder  , de waterstofnetbeheerder  en/of een bedrijf dat één van de functies van productie of levering verricht, alle informatie opvragen die relevant is voor de uitvoering van hun taken overeenkomstig dit artikel.

4. De regulerende instanties en de Commissie bewaren de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige gegevens.

5. De Commissie kan richtsnoeren vaststellen    is bevoegd overeenkomstig artikel 63 gedelegeerde handelingen vast te stellen om richtsnoeren aan te reiken  waarin de voor de toepassing van de leden 1 en 2 van dit artikel te volgen procedure nader wordt omschreven Deze maatregelen beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

6. Wanneer de Commissie een kennisgeving betreffende de certificering van een transmissiesysteembeheerder bedoeld in artikel 549, lid 10, van Richtlijn 2009/73/EG  de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn ontvangt, neemt zij een beslissing over de certificering. De regulerende instantie voert de beslissing van de Commissie uit.


 nieuw 

Artikel 14

Samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders

1. De transmissiesysteembeheerders werken met andere transmissiesysteembeheerders en infrastructuurbeheerders samen bij het coördineren van het onderhoud van hun respectieve netten teneinde elke storing van de transmissiediensten aan netgebruikers en transmissiesysteembeheerders in andere gebieden zoveel mogelijk te beperken.

2. De transmissiesysteembeheerders werken onderling en met infrastructuurbeheerders samen om de technische capaciteit binnen het entry-exitsysteem te maximaliseren en het verbruik van brandstofgas zoveel mogelijk te minimaliseren.

Afdeling 2

Toegang tot het netwerk


 715/2009 (aangepast)

 nieuw 

Artikel 1513 - Tarieven voor de toegang tot netten

1. De door de transmissiesysteembeheerders toegepaste tarieven, of de voor de berekening daarvan gebruikte methoden die zijn goedgekeurd door de regulerende instanties overeenkomstig artikel 7241, lid 67, van Richtlijn 2009/73/EG  de herschikte gasrichtlijn  , alsmede de tarieven die worden gepubliceerd overeenkomstig artikel 2732, lid 1, van die richtlijn, zijn transparant, houden rekening met de noodzaak van systeemintegriteit en verbetering ervan en zijn een afspiegeling van de werkelijke kosten, voor zover deze overeenkomen met die van een efficiënte, structureel vergelijkbare netbeheerder en transparant zijn, waarbij tevens wordt gelet op de nodige winst op de investeringen en in voorkomende gevallen met inachtneming van de benchmarking van tarieven door de regulerende instanties. De tarieven of de voor de berekening daarvan gebruikte methoden zijn niet-discriminerend.

De lidstaten kunnen besluiten dat dDe tarieven kunnen ook worden vastgesteld aan de hand van marktgerichte regelingen, zoals veilingen, mits dergelijke regelingen en de eruit voortvloeiende inkomsten door de regulerende instantie worden goedgekeurd.

De tarieven, of de methoden voor de berekening daarvan, zijn bevorderlijk voor de efficiënte handel in gas en voor de concurrentie en zijn tegelijk gericht op het vermijden van kruissubsidiëring tussen de netgebruikers en op het bieden van stimulansen voor investeringen en het handhaven of creëren van interoperabele transmissienetten.

Tarieven voor netgebruikers worden op niet-discriminerende wijze en voor elk entry- en exitpunt van het transmissiesysteem apart vastgesteld. Kostenverdelingsmechanismen en methoden voor tariefbepaling voor entry- en exitpunten worden goedgekeurd door de nationale regulerende instanties. De lidstaten zorgen ervoor dat na een overgangsperiode, d.w.z. uiterlijk op 3 september 2011 nettarieven niet berekend worden op basis van contractuele paden.

2. De tarieven voor de toegang tot netten werken niet beperkend op de marktliquiditeit of verstorend voor de grensoverschrijdende handel van de verschillende transmissiesystemen. Indien verschillen in de tariefstructuren of balanceringsmechanismen de handel tussen transmissiesystemen zouden belemmeren, streven transmissiesysteembeheerders onverminderd artikel 7241, lid 67, van Richtlijn 2009/73/EG  de herschikte gasrichtlijn  , in nauwe samenwerking met de betrokken nationale instanties, actief naar de convergentie van tariefstructuren en tariefbeginselen, ook met betrekking tot balancering.


 nieuw 

Artikel 16

Tariefkortingen voor hernieuwbare en koolstofarme gassen

1. Bij het stellen van de tarieven wordt een korting voor hernieuwbare en koolstofarme gassen toegepast op:

a) entrypunten vanuit hernieuwbare en koolstofarme productiefaciliteiten. Een korting van 75 % wordt toegepast op de respectieve op capaciteit gebaseerde tarieven om het injecteren van hernieuwbare en koolstofarme gassen te doen toenemen;

b) op capaciteit gebaseerde transmissietarieven op entrypunten en vanuit exitpunten naar opslaginstallaties, tenzij een opslaginstallatie verbonden is met meer dan één transmissie- of distributienet en gebruikt wordt om met een interconnectiepunt te concurreren. Deze korting wordt bepaald op een niveau van 75 % in de lidstaten waar de hernieuwbare en koolstofarme gassen als eerste in het systeem zijn geïnjecteerd.

2. De regulerende instanties zijn bevoegd de tariefkortingen lager te bepalen dan de in lid 1 bepaalde kortingen, mits de korting in overeenstemming is met de algemene tariefbeginselen van artikel 15 en met name het beginsel van kostenoriëntatie, met inachtneming van de behoefte aan stabiele financiële kaders voor bestaande investeringen, indien van toepassing, en het bevorderen van de implementatie van hernieuwbare en koolstofarme gassen in de betrokken lidstaat.

3. Nadere bijzonderheden inzake de toegekende kortingen overeenkomstig lid 1 kunnen in de in artikel 52, lid 1, punt e), bedoelde netcode betreffende tariefstructuren worden vastgelegd.

4. De Commissie onderzoekt de tariefkortingen krachtens lid 1 [5 jaar na de inwerkingtreding van de verordening]. Zij brengt verslag uit met een overzicht van de uitvoering ervan en beoordeelt of het niveau van de in lid 1 bepaalde kortingen nog altijd passend is in het licht van de meest recente ontwikkelingen op de markt. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 63 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in lid 1 bepaalde kortingsniveaus te wijzigen.

5. Vanaf 1 januari van het jaar na de vaststelling ontvangen de netgebruikers een korting van 100 % op het gereguleerde tarief van de transmissiesysteembeheerder op alle interconnectiepunten, inclusief entrypunten naar en exitpunten vanuit derde landen, en entrypunten van LNG-terminals voor hernieuwbare en koolstofarme gassen, op overlegging van een bewijs aan de respectieve transmissiesysteembeheerder, op basis van een in de Uniedatabank geregistreerd geldig duurzaamheidscertificaat overeenkomstig de artikelen 29 en 30 van Richtlijn (EU) 2018/2001 16 van het Europees Parlement en de Raad

Ten aanzien van deze korting:

a) moeten transmissiesysteembeheerders de korting alleen toekennen voor de kortst mogelijke route wat grensoverschrijdingen betreft tussen de locatie waar het specifieke bewijs van duurzaamheidsverklaring op basis van het duurzaamheidscertificaat als eerste in de Uniedatabank is geregistreerd en waar het, als verbruikt beschouwd, is geschrapt. Een eventuele veilingpremie valt niet onder de korting;

b) verstrekken transmissiesysteembeheerders de respectieve regulerende instantie informatie over de huidige en de verwachte volumes van hernieuwbare en koolstofarme gassen en over de gevolgen van de toepassing van tariefkorting op hun inkomsten De regulerende instanties controleren en beoordelen de gevolgen van de korting op de tariefstabiliteit;

c) moeten, nadat de inkomsten van een transmissiesysteembeheerder uit deze specifieke tarieven vanwege de toepassing ervan met 10 % zijn verlaagd, de betrokken en alle aangrenzende transmissiesysteembeheerders een intertransmissiesysteembeheerderscompensatiemechanisme onderhandelen. De betrokken systeembeheerders bereiken binnen drie jaar overeenstemming. Indien binnen die termijn geen overeenstemming wordt bereikt, besluiten de betrokken regulerende instanties binnen twee jaar gezamenlijk over een passend intertransmissiesysteembeheerdercompensatiemechanisme. Indien de regulerende instanties geen overeenstemming bereiken, is artikel 6 van de ACER-verordening van toepassing. Indien de regulerende instanties binnen twee jaar geen overeenstemming hebben bereikt, of op hun gezamenlijke verzoek, besluit ACER, overeenkomstig artikel 6, lid 10, tweede alinea, van Verordening (EU) 2019/942;

d) worden nadere bijzonderheden voor de uitvoering van de korting voor hernieuwbare en koolstofarme gassen, zoals de berekening van de in aanmerking komende capaciteit waarop de korting van toepassing is, en de vereiste procedures, in een op basis van artikel 53 vastgestelde netcode bepaald.

Artikel 17

Inkomsten van gastransmissiesysteembeheerders

1. Vanaf [1 jaar na omzetting] waarborgt de betreffende regulerende instantie de transparantie van de methoden, de parameters en de waarden die worden gebruikt om de toegestane of beoogde inkomsten van transmissiesysteembeheerders te bepalen. De regulerende instantie maakt de in bijlage I bedoelde informatie bekend, of verlangt openbaarmaking door de betreffende transmissiesysteembeheerder. Deze informatie wordt in een gebruiksvriendelijk formaat ter beschikking gesteld, en zoveel mogelijk in een of meer algemeen begrepen talen.

2. De kosten van de transmissiesysteembeheerder worden op efficiëntie tussen de Unietransmissiesysteembeheerders vergeleken, zoals afdoende door ACER vast te stellen. ACER maakt op [drie jaar na omzetting] en vervolgens iedere vier jaar een studie bekend over de vergelijking van de kostenefficiëntie van de Unietransmissiesysteembeheerders. De betreffende regulerende instanties en de transmissiesysteembeheerders verstrekken ACER alle daarvoor benodigde gegevens. De resultaten van die vergelijking worden, samen met de nationale omstandigheden, door de betreffende regulerende instanties in aanmerking genomen bij de periodieke vaststelling van de toegestane of beoogde inkomsten van de transmissiesysteembeheerders.

3. De betreffende regulerende instanties beoordelen de langetermijnontwikkeling van transmissietarieven op basis van de verwachte veranderingen in hun toegestane of beoogde inkomsten en de vraag naar gas tot en met 2050. Bij die beoordeling beschouwt de regulerende instantie de informatie van de in de nationale energie- en klimaatplannen van de respectieve lidstaat beschreven strategie en de scenario s ter schraging van het overeenkomstig artikel 51 van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] ontwikkelde geïntegreerde netontwikkelingsplan.

Afdeling 3

Transmissie, opslag, LNG- en waterstofterminalsysteemexploitatie

Artikel 18

Vaste capaciteit voor hernieuwbare en koolstofarme gassen aan het transmissiesysteem

1. Transmissiesysteembeheerders waarborgen vaste capaciteit voor de toegang van met hun net verbonden productiefaciliteiten van hernieuwbare en koolstofarme gassen. Daartoe ontwikkelen de transmissiesysteembeheerders, in samenwerking met de distributiesysteembeheerders, de procedures en voorwaarden, inclusief investeringen, om bidirectionele flows van het distributie- naar het transmissienet te waarborgen.

2. Lid 1 laat de mogelijkheid voor transmissiesysteembeheerders onverlet om alternatieven voor bidirectioneleflowinvesteringen te ontwikkelen, zoals oplossingen op het gebied van slimme netwerken of verbinding met andere netbeheerders. Vaste toegang mag alleen worden beperkt om capaciteit met operationele beperkingen aan te bieden, met het oog op economische efficiëntie. De regulerende instantie zorgt ervoor dat eventuele beperkingen in de vaste capaciteit of operationele beperkingen worden ingesteld op basis van transparante en niet-discriminerende procedures en geen onnodige belemmeringen voor de markttoegang met zich meebrengen. Geen beperking is van toepassing indien de productiefaciliteit de kosten in verband met het waarborgen van vaste capaciteit draagt.

Artikel 19

Grensoverschrijdende coördinatie inzake gaskwaliteit in het aardgassysteem

1. De transmissiesysteembeheerders werken samen om beperkingen van de grensoverschrijdende flows ten gevolge van gaskwaliteitsverschillen op interconnectiepunten tussen de EU-lidstaten te voorkomen.

2. Wanneer een beperking van de grensoverschrijdende flow ten gevolge van gaskwaliteitsverschillen door de betrokken transmissiesysteembeheerders bij hun normale exploitatie niet kan worden vermeden, lichten zij de betreffende regulerende instanties onverwijld in. De informatie omvat een beschrijving van en motivering voor reeds door de transmissiesysteembeheerders getroffen maatregelen.

3. De betreffende regulerende instanties bereiken binnen zes maanden gezamenlijk overeenstemming of zij de beperking erkennen.

4. Indien de betreffende regulerende instanties de beperking erkennen, verlangen zij van de betrokken transmissiesysteembeheerders dat zij, binnen een tijdsbestek van twaalf maanden vanaf de erkenning, successievelijk de volgende maatregelen treffen:

a) samenwerking en uitwerking van technisch haalbare opties, zonder een wijziging van de gaskwaliteitsspecificaties, wat nadere afspraken over de gasflow en gasbehandeling kan inhouden met als doel een einde te maken aan de erkende beperking;

b) gezamenlijke uitvoering van een kosten-batenanalyse inzake de technisch haalbare opties, met als doel in economische zin doeltreffende oplossingen uit te werken met daarbij een uitsplitsing van de kosten en baten onder de categorieën van betrokken partijen;

c) opstellen van een raming van de uitvoeringstijd van elke potentiële optie;

d) uitvoering van een openbare raadpleging over de geïdentificeerde haalbare oplossingen, en vervolgens rekening houden met de resultaten van die raadpleging;

e) indiening van een gezamenlijk voorstel voor een oplossing om een einde te maken aan de erkende beperking, met inbegrip van een tijdschema voor de uitvoering ervan, gebaseerd op de kosten-batenanalyse en de resultaten van de openbare raadpleging, bij hun respectieve regulerende instanties met het oog op goedkeuring en bij de andere bevoegde nationale instanties van elke betrokken lidstaat ter informatie.

5. Wanneer de betrokken transmissiesysteembeheerders geen overeenstemming over een oplossing bereiken, stelt elke transmissiesysteembeheerder zijn regulerende instantie daarvan onverwijld in kennis.

6. De betreffende regulerende instanties nemen binnen zes maanden een gezamenlijk gecoördineerd besluit om een einde te maken aan de erkende beperking of te stellen dat geen verdere actie moet worden ondernomen, met inachtneming van de kosten-batenanalyse van de betrokken transmissiesysteembeheerders en de resultaten van de openbare raadpleging, zoals bepaald in artikel 6, lid 10, van Verordening (EU) 2019/942.

7. Het gezamenlijke gecoördineerde besluit van de betreffende regulerende instanties omvat een besluit over de toerekening van de investeringskosten die worden gedragen door de transmissiesysteembeheerders en in aanmerking worden genomen bij de berekening van de tarieven, met inachtneming van de economische, maatschappelijke en milieukosten en -baten van de oplossing in de betrokken lidstaten.

8. ACER kan aanbevelingen doen aan de regulerende instanties over de nadere bijzonderheden van de in lid 7 bedoelde kostentoerekeningsbesluiten.

9. Wanneer de betreffende regulerende instanties niet tot de in lid 3 bedoelde overeenstemming kunnen komen, neemt ACER een besluit betreffende de beperking, volgens de in artikel 6, lid 10, van Verordening (EU) 2019/942 bedoelde procedure. Indien ACER de beperking erkent, verlangt het dat de betrokken transmissiesysteembeheerders binnen een tijdsbestek van twaalf maanden successievelijk de in lid 4, punten a) tot en met e) bedoelde maatregelen treffen.

10. Wanneer de betreffende regulerende instanties niet een in de leden 6 en 7 bedoeld gezamenlijk gecoördineerd besluit kunnen nemen, neemt ACER een besluit betreffende de oplossing om een einde te maken aan de erkende beperking en betreffende de toerekening van de investeringskosten die worden gedragen door de transmissiesysteembeheerders voor de uitvoering van de overeengekomen oplossing, volgens de in artikel 6, lid 10, van Verordening (EU) 2019/942 bedoelde procedure.

11. Nadere bijzonderheden voor de uitvoering van elementen van dit artikel, zoals de kosten-batenanalyse, worden in een op basis van artikel 53 vastgestelde netcode bepaald.

Artikel 20

Waterstofbijmengingen op interconnectiepunten tussen de EU-lidstaten in het aardgassysteem

1. Transmissiesysteembeheerders aanvaarden vanaf 1 oktober 2025 gasflows met een waterstofgehalte van maximaal 5 % volume op interconnectiepunten tussen de EU-lidstaten in het aardgassysteem, met inachtneming van de afronding van de in artikel 19 uiteengezette procedure.

2. Indien de waterstofbijmengingen in het aardgassysteem de 5 % volume overstijgen, is de in artikel 19 uiteengezette procedure niet van toepassing.

3. De lidstaten gebruiken waterstofbijmengingen in het aardgassysteem niet om grensoverschrijdende gasflows te beperken.


 715/2009 (aangepast)

 nieuw 

Artikel 214 - Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas

Alle transmissiesysteembeheerders werken samen op  Unie  Gemeenschapsniveau middels het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas  (ENTSB voor gas) met de bedoeling de voltooiing en het functioneren van de interne markt voor aardgas en de grensoverschrijdende handel te bevorderen en een optimaal beheer, gecoördineerde werking en deugdelijke technische ontwikkeling van het aardgastransmissienet te garanderen.

Artikel 225 - Oprichting van het   Organisatie van het  ENTSB voor gas

1. Uiterlijk op 3 maart 2011  ENTSB  dienten de transmissiesysteembeheerders voor gas bij de Commissie en ACER   het Agentschap de ontwerpstatuten, een lijst van leden en het ontwerpreglement van orde, met onder meer de procedurevoorschriften voor de raadpleging van andere belanghebbenden, van het op te richten ENTSB voor gas in  in geval van wijzigingen aan die stukken of op gemotiveerd verzoek van de Commissie of ACER  .

2. Binnen twee   vier  maanden na de ontvangst brengt ACER  het Agentschap, na formele raadpleging van de organisaties die alle belanghebbenden vertegenwoordigen, en in het bijzonder de systeemgebruikers, inclusief afnemers, aan de Commissie advies uit over de ontwerpstatuten, de ledenlijst en het ontwerpreglement van orde.

3. Rekening houdend met het in lid 2 bepaalde advies van ACER   het Agentschap .en binnen drie maanden na de ontvangst van het advies van ACER   het Agentschap brengt de Commissie advies uit over de ontwerpstatuten, de ledenlijst en het ontwerpreglement van orde.

4. Binnen drie maanden na ontvangst van het advies van de Commissie gaan de transmissiesysteembeheerders over tot de oprichting van    verricht  het ENTSB voor gas en tot de aanneming en publicatie van zijn herziene statuten en reglement van orde.


 715/2009 (aangepast)

Artikel 238 - Taken van het ENTSB voor gas

1. Het ENTSB voor gas stelt op een door de Commissie overeenkomstig artikel 53, lid 96, lid 6, aan hem gericht verzoek netcodes op de in lid 6 van dit artikel genoemde terreinen op.

2. Het ENTSB voor gas kan op de in lid 6 genoemde terreinen netcodes opstellen om de in artikel 214 genoemde doelstellingen te verwezenlijken, als deze netcodes geen betrekking hebben op terreinen in verband waarmee de Commissie een verzoek aan het ENTSB voor gas heeft gericht. Deze netcodes worden voor advies aan ACER  het Agentschap voorgelegd. Het ENTSB voor gas houdt naar behoren rekening met dit advies.

3. Het ENTSB voor gas stelt het volgende vast:

a) gemeenschappelijke netwerkbeheersinstrumenten om te zorgen voor de coördinatie van de netwerkexploitatie onder normale omstandigheden en in noodsituaties, waaronder een gemeenschappelijk indelingsschema voor incidenten, en onderzoeksplannen;

b) om de twee jaar een niet-bindend tienjarig netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap  Unie dekt, waarin onder meer vooruitzichten inzake de toereikendheid van de levering zijn opgenomen;

c) aanbevelingen inzake coördinatie van technische samenwerking tussen communautaire   EU-  transmissiesysteembeheerders en transmissiesysteembeheerders van derde landen;

d) een jaarlijks werkprogramma;

e) een jaarverslag, en

f) jaarlijkse zomer- en wintervooruitzichten inzake de levering;.


 nieuw 

g) uiterlijk 15 mei 2024 en vervolgens elke twee jaar, een beoordelingsverslag van de gaskwaliteit, inclusief ontwikkelingen van de gaskwaliteitparameters, ontwikkelingen van het niveau en het volume van waterstofbijmengingen in het aardgassysteem, ramingen voor de verwachte ontwikkeling van de gaskwaliteitparameters, en van het volume van waterstofbijmengingen in het aardgassysteem, het effect van waterstofbijmengingen op grensoverschrijdende flows en informatie over gevallen met betrekking tot verschillen in specificaties van gaskwaliteit of bijmengniveaus, en de manier waarop die gevallen zijn afgehandeld;

h) Het beoordelingsverslag van de gaskwaliteit omvat ook de ontwikkeling voor de in punt g), vermelde gebieden, voor zover van belang voor het distributienet, op basis van informatie van de entiteit van distributiesysteembeheerders in de Unie (“de EU DSB-entiteit”).


 715/2009

4. De Europese vooruitzichten inzake de toereikendheid van de levering bedoeld in lid 3, onderpunt b), bestrijken de algemene toereikendheid van het gassysteem om gas te leverenter dekking van de huidige en de verwachte vraag naar gas in de eerstvolgende periode van vijf jaar en in de periode tussen vijf en tien jaar na de datum van die vooruitzichten. Deze Europese vooruitzichten inzake de toereikendheid van de levering stoelen op de nationale leveringsvooruitzichten die door iedere individuele transmissiesysteembeheerder worden opgesteld.


 nieuw 

Het in lid 3, punt b), bedoelde netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt, bevat een modellering van het geïntegreerde net, inclusief waterstofnetwerken, een scenario-ontwikkeling, de Europese vooruitzichten inzake de toereikendheid van de levering en een beoordeling van de veerkracht van het systeem.


 715/2009

5. Het in lid 3, onderpunt d), bedoelde jaarlijkse werkprogramma bevat een lijst en een beschrijving van de op te stellen netcodes, een plan voor de coördinatie van het beheer van het netwerk en de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten in de loop van dat jaar, alsook een indicatief tijdschema.

6. De in de leden 1 en 2 bedoelde netcodes hebben betrekking op de volgende terreinen, rekening houdend, in voorkomend geval, met specifieke regionale kenmerken:

a) voorschriften inzake veiligheid en betrouwbaarheid van het netwerk;

b) voorschriften voor netaansluiting;

c) voorschriften voor toegang door derden;

d) voorschriften voor gegevensuitwisseling en geschillenbeslechting;

e) voorschriften inzake interoperabiliteit;

f) operationele procedures in noodgevallen;

g) voorschriften voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer;

h) voorschriften voor de handel in elektriciteit in verband met de technische en operationele verstrekking van diensten voor nettoegang en systeembalancering;

i) transparantievoorschriften;

j) voorschriften inzake balancering, waaronder netgerelateerde voorschriften voor de nominatieprocedure, voorschriften voor de tarieven voor onbalans en voorschriften voor operationele balancering tussen de systemen van transmissiesysteembeheerders;

k) regels betreffende geharmoniseerde transmissietariefstructuren; en

l) energie-efficiëntie met betrekking tot gasnetten;


 nieuw 

m) cyberveiligheid met betrekking tot gasnetten.


 715/2009 (aangepast)

 nieuw 

7. De netcodes worden ontwikkeld voor grensoverschrijdende aangelegenheden en aangelegenheden betreffende de marktintegratie en doen geen afbreuk aan de rechten van de lidstaten om nationale netcodes vast te stellen die niet van invloed zijn op de grensoverschrijdende handel.

8. Het ENTSB voor gas houdt toezicht op en verricht onderzoek naar de toepassing van de netcodes en de richtsnoeren die door de Commissie overeenkomstig artikel 53, lid 13,6, lid 11    of artikel 56  , zijn vastgesteld, en naar het effect daarvan op de harmonisatie van de toepasselijke voorschriften ter bevordering van de marktintegratie. Het ENTSB voor gas brengt bij  ACER   verslag uit over zijn bevindingen en vermeldt de resultaten van het onderzoek in het in lid 3, onderpunt e), bedoelde jaarverslag.

9. Het ENTSB voor gas stelt alle informatie die ACER   het Agentschap nodig heeft om zijn taken overeenkomstig artikel 249, lid 1, te vervullen, ter beschikking.

10. 11. ACER  Het Agentschap onderzoekt de nationale tienjarige netontwikkelingsplannen om na te gaan of zij consistent zijn met het tienjarige netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap  Unie dekt. Indien ACER   het Agentschap inconsistenties constateert tussen een nationaal tienjarig netontwikkelingsplan en het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap  Unie dekt, beveelt het een wijziging aan van het nationale netontwikkelingsplan of van het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap Unie dekt, indien nodig. Indien een dergelijk nationaal netontwikkelingsplan is opgesteld overeenkomstig artikel 5122 van Richtlijn 2009/73/EG  [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] , beveelt ACER  het Agentschap de bevoegde nationale regelgevende instantie aan het nationale tienjarige netontwikkelingsplan te wijzigen overeenkomstig artikel 5122, lid 57, van die richtlijn en stelt het de Commissie hiervan op de hoogte.

11. 12.Op verzoek van de Commissie geeft het ENTSB voor gas zijn zienswijze op de vaststelling van richtsnoeren als bepaald in artikel 5623.

Artikel 249 - Toezicht door ACER het Agentschap

1. ACER  Het Agentschap houdt toezicht op de uitvoering van de in artikel 238, leden 1, 2 en 3, bedoelde taken van het ENTSB voor gas, en brengt verslag uit aan de Commissie.

 ACER   Het Agentschap houdt toezicht op de toepassing van de overeenkomstig artikel 238, lid 2, opgestelde netcodes door het ENTSB voor gas, en van de netcodes die overeenkomstig artikel 536, leden 1 tot en met 1210, zijn ontwikkeld, maar niet overeenkomstig artikel 536, lid 1311, door de Commissie zijn goedgekeurd. Indien het ENTSB voor gas er niet in is geslaagd dergelijke netcodes toe te passen, verzoekt  ACER    het Agentschap het ENTSB voor gas een naar behoren gemotiveerde uitleg te verschaffen over de redenen waarom het er niet in is geslaagd.  ACER    Het Agentschap stelt de Commissie op de hoogte van deze uitleg en brengt hierover advies uit.

 ACER   Het Agentschap houdt toezicht op en verricht onderzoek naar de toepassing van de netcodes en de richtsnoeren die door de Commissie overeenkomstig de artikelen 526, lid 111,  , 53, 55 en 56  zijn aangenomen, en het effect daarvan op de harmonisatie van de toepasselijke voorschriften ter bevordering van marktintegratie, non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en efficiënte marktwerking, en brengt verslag uit aan de Commissie.

2. Het ENTSB voor gas dient de ontwerpversies van het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap    Unie  dekt, het jaarlijkse werkprogramma, met inbegrip van de informatie betreffende het raadplegingsproces en de overige in artikel 238 , lid 3, bedoelde documenten, voor advies in bij  ACER    het Agentschap.

Binnen twee maanden na de ontvangst daarvan verstrekt ACER   het Agentschap een naar behoren met redenen omkleed advies, alsmede aanbevelingen aan het ENTSB voor gas en de Commissie, als het van oordeel is dat de door het ENTSB voor gas ingediende ontwerpversie van het jaarlijkse werkprogramma of van het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap   Unie dekt, niet bijdraagt tot non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging, een efficiënte werking van de markt of een voldoende niveau van voor derde partijen toegankelijke grensoverschrijdende interconnectie.

Artikel 2524 - Regulerende instanties

Bij de uitoefening van hun verantwoordelijkheden uit hoofde van deze verordening zorgen de regulerende instanties ervoor dat deze verordening  , de netcodes  en de krachtens  de     artikelen 52 tot en met 56  artikel 23 vastgestelde richtsnoeren in acht worden genomen.

In voorkomend geval werken zij onderling met de Commissie en met ACER   het Agentschap samen overeenkomstig hoofdstuk VIII van Richtlijn 2009/73/EG  de herschikte gasrichtlijn  .

Artikel 2610 - Raadplegingen

1. Bij de voorbereiding van de netcodes, het ontwerp van het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap Unie dekt en het jaarlijkse werkprogramma bedoeld in artikel 238, leden 1, 2 en 3, raadpleegt het ENTSB voor elektriciteit uitvoerig, in een vroeg stadium en op een open en transparante wijze, overeenkomstig het in artikel 225, lid 1, bedoelde reglement van orde, alle relevante marktspelers, en in het bijzonder de organisaties die alle belanghebbenden vertegenwoordigen. Bij de raadpleging worden ook nationale regulerende instanties en overige nationale autoriteiten, producenten, leveranciers, netgebruikers met inbegrip van afnemers, distributiesysteembeheerders, met inbegrip van relevante (bedrijfstak)verenigingen, technische instanties en platforms van belanghebbenden betrokken. Beoogd wordt de zienswijze en voorstellen van alle betrokken partijen in het besluitvormingsproces te vernemen.

2. Alle documenten en notulen van vergaderingen die met de in lid 1 bedoelde raadplegingen verband houden, worden openbaar gemaakt.

3. Alvorens het jaarlijkse werkprogramma en de netcodes bedoeld in artikel 238, leden 1, 2 en 3, vast te stellen, geeft het ENTSB voor gas aan hoe met de tijdens de raadpleging ontvangen opmerkingen rekening is gehouden. Waar geen rekening is gehouden met een opmerking, wordt dit gemotiveerd.


 347/2013, art. 22 lid 2

 nieuw 

Artikel 2711 - Kosten

De kosten die verband houden met de activiteiten als bedoeld in de artikelen 214 tot en met tot en met 12   23, 52 en 53  van deze verordening, en de in artikel 11 van Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad 17 genoemde werkzaamheden van het ENTSB voor gas verbonden zijn, worden gedragen door de transmissiesysteembeheerders en worden in aanmerking genomen bij de berekening van de tarieven. De regulerende instanties keuren deze kosten alleen goed indien deze redelijk en passend zijn.


 715/2009 (aangepast)

 nieuw 

Artikel 2812 - Regionale samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders

1. Binnen het ENTSB voor gas brengen transmissiesysteembeheerders regionale samenwerking tot stand om bij te dragen tot de uitvoering van de in artikel 238, leden 1, 2 en 3, genoemde werkzaamheden. Zij publiceren met name om de twee jaar een regionaal investeringsplan en mogen investeringsbeslissingen nemen op basis van het regionale investeringsplan.

2. De transmissiesysteembeheerders bevorderen het treffen van operationele regelingen om een optimaal beheer van het netwerk te garanderen en bevorderen tevens de ontwikkeling van energiebeurzen, de gecoördineerde toewijzing van grensoverschrijdende capaciteit via non-discriminerende marktgeoriënteerde oplossingen met voldoende aandacht voor de specifieke verdiensten van impliciete veilingen voor kortetermijntoewijzingen en de integratie van balanceringsmechanismen.

3. Ter verwezenlijking van de in de leden 1 en 2 vastgestelde doelen  is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 63 gedelegeerde handelingen vast te stellen  om, rekening houdend met de bestaande regionale samenwerkingsstructuren, het geografische gebied af te bakenen dat door elke regionale samenwerkingsstructuur wordt bestreken. Iedere lidstaat mag de samenwerking in meer dan één geografisch gebied bevorderen. De in de eerste zin bedoelde maatregel, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beoogt te wijzigen door haar aan te vullen, wordt vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Daartoe raadpleegt de Commissie ACER   het Agentschap en het ENTSB voor gas.

Artikel 29

 Tienjarig netontwikkelingsplan 

Om de twee jaar gaat het ENTSB voor gas over tot de opstelling en publicatie van een  het  netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap   Unie dekt, als bedoeld in Article 23, lid 3, punt b). Het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap   Unie dekt, bevat een modellering van het geïntegreerde net, een scenario-ontwikkeling, de Europese vooruitzichten inzake de toereikendheid van de levering en een beoordeling van de veerkracht van het systeem.

Voor het netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt, geldt met name het volgende:


 347/2013, art. 22, lid 1

 nieuw 

 nieuw

a) berust op de nationale investeringsplannen  en op hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 347/2013;   , rekening houdend met de regionale investeringsplannen bedoeld in artikel 12, lid 1, en, in voorkomend geval, de communautaire aspecten van netwerkplanning als omschreven in Verordening (EU) nr. 347/2013 18 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese energie-infrastructuur; een en ander wordt onderworpen aan een kosten-batenanalyse onder gebruikmaking van de in artikel 11 van die verordening gedefinieerde methodologie.


 715/2009, art. 8 (aangepast)

 nieuw 

b) berust, wat grensoverschrijdende interconnecties betreft, ook op de redelijke behoeften van verschillende netgebruikers, en bevat langetermijnverbintenissen van in de artikelen   56   14 en 5222van Richtlijn 2009/73/EG   [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn]  bedoelde investeerders; en

c) geeft aan waar er sprake is van een tekort aan investeringen, met name met betrekking tot de grensoverschrijdende capaciteit.

In verband met punt c) van de tweede alinea, kan bij het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap   Unie dekt een onderzoek worden gevoegd naar de belemmeringen voor de toename van grensoverschrijdende capaciteit van het netwerk als gevolg van verschillende goedkeuringsprocedures of -praktijken.

Artikel 3018 - Transparantievereisten voor transmissiesysteembeheerders

1. De transmissiesysteembeheerders publiceren gedetailleerde informatie betreffende de  capaciteit en de  diensten die zij aanbieden en de toegepaste relevante voorwaarden alsook de technische informatie die nodig is opdat netgebruikers effectieve nettoegang verkrijgen.

2. Om transparante, objectieve en niet-discriminerende tarieven te garanderen en een efficiënt gebruik van het gasnet te bevorderen, publiceren de transmissiesysteembeheerders of de relevante nationale instanties beknopte en voldoende gedetailleerde informatie over tariefderivatie, methodologie en structuur.

3. Met betrekking tot de aangeboden diensten publiceert iedere transmissiesysteembeheerder voor alle relevante punten, waaronder de entry- en exitpunten, regelmatig, voortschrijdend en op een gebruikersvriendelijke en gestandaardiseerde wijze numerieke informatie over technische, gecontracteerde en beschikbare capaciteit  , zoals uiteengezet in bijlage I  .

4. De relevante punten van een transmissiesysteem waarover de informatie moet worden gepubliceerd, worden door de bevoegde instanties na overleg met de netgebruikers goedgekeurd.

5. De transmissiesysteembeheerders publiceren de krachtens deze verordening vereiste informatie altijd op een zinvolle, duidelijk meetbare en goed toegankelijke manier en op niet-discriminerende basis.

6. Transmissiesysteembeheerders publiceren vooraf en achteraf informatie over vraag en aanbod die berust op nominaties  en toewijzingen  , prognoses en de gerealiseerde flows in en uit het systeem. De nationale regelgevende instantie zorgt ervoor dat al deze informatie wordt gepubliceerd. De mate van gedetailleerdheid van de gepubliceerde informatie is een afspiegeling van de informatie die de transmissiesysteembeheerder tot zijn beschikking heeft.

Transmissiesysteembeheerders publiceren de getroffen maatregelen, de gemaakte kosten en de gegenereerde opbrengsten in verband met de balancering van het systeem.

De betrokken marktspelers verstrekken de in dit artikel bedoelde gegevens aan de transmissiesysteembeheerders.


 nieuw 

7. Transmissiesysteembeheerders publiceren nadere informatie over de kwaliteit van de in hun net getransporteerde gassen, die van invloed kan zijn op de netgebruikers, krachtens de artikelen 16 en 17 van Verordening (EU) 2015/703 van de Commissie.


 715/2009 (aangepast)

 nieuw 

Artikel 3119 - Transparantievereisten voor   aardgas- en waterstof opslag,- en LNG-installaties   en waterstofterminals   

1. De LNG- en  waterstofopslaginstallatie- en (aardgas)  opslagsysteembeheerders  en waterstofterminalbeheerders  publiceren gedetailleerde informatie over de diensten die zij aanbied  en  t en de toegepaste relevante voorwaarden, alsook de technische informatie die nodig is opdat LNG- en  waterstof  opslaginstallatie  - en waterstofterminal  gebruikers effectieve toegang tot deze  waterstofopslag  installaties  en waterstofterminals  verkrijgen.  De regulerende instanties kunnen die beheerders verzoeken bijkomende relevante informatie voor systeemgebruikers te publiceren. 


 nieuw 

2. De LNG-systeembeheerders bieden gebruiksvriendelijke instrumenten voor de berekening van de tarieven voor de beschikbare diensten aan. 


 715/2009

 nieuw 

3. 2. Met betrekking tot de aangeboden diensten publiceren de LNG- en  waterstofopslaginstallatie-, en aardgas  opslagsysteembeheerders regelmatig, voortschrijdend en op een gebruikersvriendelijke gestandaardiseerde wijze numerieke informatie over gecontracteerde en beschikbare opslag- en LNG-  en waterstofopslag  installatie  - en over waterstofterminal  capaciteit.

4. 3. LNG- en  waterstofopslaginstallatie-, en aardgas  opslagsysteembeheerders publiceren de krachtens deze verordening vereiste informatie altijd op een zinvolle, duidelijk meetbare en goed toegankelijke manier en op niet-discriminerende basis.

5. 4. Alle LNG- en opslagsysteembeheerders  en waterstofopslaginstallatie- en waterstofterminalbeheerders  publiceren de hoeveelheid gas in elke opslag- en LNG-installatie  en waterstofterminal  of — als dit overeenkomt met de manier waarop de gebruikers van het systeem toegang wordt verleend — groep van opslaginstallaties, de in- en uitstroom en de beschikbare  aardgas en waterstof  opslag, en LNG-installatie  - en waterstofterminal  capaciteit. Dit geldt ook voor de installaties die van derdentoegang vrijgesteld zijn. De informatie wordt ook verstrekt aan de transmissiesysteembeheerder  of aan de waterstofnetbeheerder voor waterstofopslag en -terminals,  , die deze in geaggregeerde vorm voor elk systeem of subsysteem op basis van de relevante punten publiceert. De informatie wordt ten minste dagelijks geactualiseerd.

Indien de gebruiker van een  aardgas- of waterstof  opslagsysteem de enige gebruiker van een  aardgas- of waterstof  opslaginstallatie is, kan de  aardgas- of waterstof  opslaggebruiker bij de nationale regulerende instantie een met redenen omkleed verzoek om vertrouwelijke behandeling van de in de eerste alinea bedoelde informatie indienen. Indien de nationale regulerende instantie concludeert dat het verzoek gegrond is, rekening houdend met name met de noodzaak om het belang van de opslaggebruiker bij de rechtmatige bescherming van zijn zakengeheimen waarvan de bekendmaking zijn algehele handelsstrategie zou schaden, af te wegen tegen de doelstelling om een concurrerende interne markt voor gas tot stand te brengen, kan zij de opslagsysteembeheerder toestaan om de in de eerste alinea genoemde informatie gedurende ten hoogste een jaar niet bekend te maken.

De tweede alinea laat de in de eerste alinea genoemde verplichtingen van de transmissiesysteembeheerder onverlet, tenzij de geaggregeerde gegevens identiek zijn met de afzonderlijke  aardgas- of waterstof  opslagsysteemgegevens waarvoor de nationale regulerende instantie de niet-bekendmaking heeft toegestaan.

6. 5. Om te zorgen voor transparante, objectieve en niet-discriminerende tarieven en om een efficiënt gebruik van de infrastructuurvoorzieningen te bevorderen publiceren de beheerders van LNG- en  aardgas- of waterstof  opslaginstallaties of de betrokken regulerende instanties voldoende gedetailleerde informatie over tariefafwijkingen, methodologieën en tariefstructuren voor infrastructuur onder geregelde derdentoegang.;  LNG-installaties die een ontheffing is verleend overeenkomstig artikel 22 van Richtlijn 2003/55/EG, artikel 36 van Richtlijn 2009/73/EG en artikel van Richtlijn 2009/73/EG, en artikel 60 van de onderhavige verordening, en aardgasopslagbeheerders krachtens het onderhandelde stelsel van derdentoegang publiceren tarieven voor infrastructuur om een voldoende mate van transparantie te waarborgen.


 nieuw 

LNG- respectievelijk opslagsysteembeheerders zetten binnen 18 maanden na [de datum van inwerkingtreding van de verordening] één enkel Europees platform op om de krachtens dit artikel vereiste informatie transparant en gebruiksvriendelijk te publiceren.


 715/2009

Artikel 3220 - Bijhouden van gegevens door systeembeheerders

Transmissiesysteembeheerders, opslagsysteembeheerders en LNG-systeembeheerders houden vijf jaar lang alle in de artikelen 3018 en 3119 en in deel 3 van bijlage I bedoelde informatie ter beschikking van de nationale autoriteiten, waartoe ook de nationale regulerende instantie behoort, de nationale mededingingsautoriteit en de Commissie.


 nieuw 

Afdeling 4

Distributiesysteemexploitatie

Artikel 33

Vaste capaciteit voor hernieuwbare en koolstofarme gassen aan het distributiesysteem

1. Distributiesysteembeheerders waarborgen vaste capaciteit voor de toegang van met hun net verbonden productiefaciliteiten van hernieuwbare en koolstofarme gassen. Daartoe ontwikkelen de distributiesysteembeheerders, in samenwerking met de transmissiesysteembeheerders, de procedures en voorwaarden, inclusief investeringen, om bidirectionele flows van het distributie- naar het transmissienet te waarborgen.

2. Lid 1 laat de mogelijkheid voor distributiesysteembeheerders onverlet om alternatieven voor bidirectioneleflowinvesteringen te ontwikkelen, zoals oplossingen op het gebied van slimme netwerken of verbinding met andere netbeheerders. Vaste toegang mag alleen worden beperkt om capaciteit met operationele beperkingen aan te bieden, met het oog op economische efficiëntie. De regulerende instantie zorgt ervoor dat eventuele beperkingen in de vaste capaciteit of operationele beperkingen worden ingesteld op basis van transparante en niet-discriminerende procedures en geen onnodige belemmeringen voor de markttoegang met zich meebrengen. Geen beperking is van toepassing indien de productiefaciliteit de kosten in verband met het waarborgen van vaste capaciteit draagt.

Artikel 34

Samenwerking tussen distributiesysteembeheerders en transmissiesysteembeheerders


De distributiesysteembeheerders werken onderling en met andere distributiesysteembeheerders en transmissiesysteembeheerders samen ter coördinatie van het onderhoud en de systeemontwikkeling, van nieuwe verbindingen en van de systeemexploitatie, om de capaciteit te maximaliseren en het verbruik van brandstofgas te minimaliseren.

Artikel 35

Transparantievereisten voor distributiesysteembeheerders

Distributiesysteembeheerders zijn verantwoordelijk voor het gaskwaliteitsbeheer in hun netten en publiceren nadere informatie over de kwaliteit van de in hun netten getransporteerde gassen, die van invloed kunnen zijn op de netgebruikers, krachtens de artikelen 16 en 17 van Verordening (EU) 2015/703 van de Commissie.

Artikel 36

Europese entiteit van distributiesysteembeheerders

Distributiesysteembeheerders die een aardgassysteem exploiteren, werken op Unieniveau samen middels de overeenkomstig de artikelen 52 tot en met 57 van Verordening (EU) 2019/943 19 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Europese entiteit van distributiesysteembeheerders (“de EU DSB-entiteit”) met de bedoeling de voltooiing en het functioneren van de interne markt voor aardgas en een optimaal beheer en de gecoördineerde werking van het distributie- en transmissiesystemen te bevorderen.

Geregistreerde leden mogen rechtstreeks deelnemen aan de EU DSB-entiteit of zich laten vertegenwoordigen door een door een lidstaat aangeduide nationale organisatie of door een vereniging op Unieniveau.

De kosten die verband houden met de activiteiten van de EU DSB-entiteit, worden gedragen door de distributiesysteembeheerders die geregistreerd lid zijn, en worden in aanmerking genomen bij de berekening van tarieven. De regulerende instanties keuren deze kosten alleen goed indien deze redelijk en evenredig zijn.


Artikel 37

Wijziging van de voornaamste regels en procedures voor de EU DSB-entiteit

1. De regels en procedures inzake de deelname van distributiesysteembeheerders aan de EU DSB-entiteit overeenkomstig artikel 54 van Verordening (EU) 2019/942 zijn ook van toepassing op distributiesysteembeheerders die een aardgassysteem exploiteren.

2. Overeenkomstig artikel 54, lid 2, punt f), van Verordening (EU) 2019/942 bestaat de strategische adviesraad ook uit vertegenwoordigers van organisaties die Europese distributiesysteembeheerders die uitsluitend een aardgassysteem exploiteren, vertegenwoordigen.

3. Uiterlijk [een jaar na de inwerkingtreding] dient de EU DSB-entiteit bij de Commissie en ACER de bijgewerkte ontwerpstatuten met inbegrip van een gedragscode, een lijst van geregistreerde leden en het bijgewerkte ontwerpreglement van orde in, met onder meer de procedurevoorschriften voor de raadpleging van het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas en andere belanghebbenden alsmede de bijgewerkte financieringsvoorschriften.

Het bijgewerkte ontwerpreglement van orde van de EU DSB-entiteit verzekert een evenwichtige vertegenwoordiging van alle deelnemende distributiesysteembeheerders, inclusief distributiesysteembeheerders die uitsluitend een aardgassysteem bezitten of exploiteren.

4. Binnen vier maanden na ontvangst van de stukken op grond van lid 3 brengt ACER, na raadpleging van organisaties die alle belanghebbenden vertegenwoordigen en in het bijzonder van de distributiesysteemgebruikers, aan de Commissie advies uit.

5. Binnen drie maanden na ontvangst van het advies van ACER, brengt de Commissie, rekening houdend met het in lid 3 bedoelde advies van ACER, advies uit over de op grond van lid 4 geleverde stukken.

6. Binnen drie maanden na ontvangst van het positieve advies van de Commissie gaan de distributiesysteembeheerders over tot de vaststelling en publicatie van de bijgewerkte versie van de statuten, het reglement van orde en de financieringsvoorschriften.

7. De in lid 3 genoemde stukken worden aan de Commissie en ACER verstrekt wanneer er veranderingen aan deze stukken hebben plaatsgevonden of indien een van hen een gemotiveerd verzoek indient. De Commissie en ACER kunnen overeenkomstig het in de leden 3, 4 en 5 vastgestelde proces een advies uitbrengen.

Artikel 38

Aanvullende taken van de EU DSB-entiteit

1. De EU DSB-entiteit vervult de in artikel 55, lid 1, punten a) tot en met e), van Verordening (EU) 2019/943 genoemde taken en voert de in artikel 55, lid 2, punten c) tot en met e), van die verordening genoemde werkzaamheden uit, ook ten aanzien van die distributienetten die onderdeel van een aardgassysteem vormen.

2. Naast de in artikel 55, lid 1, van Verordening (EU) 2019/943 genoemde taken neemt de EU DSB-entiteit deel aan de ontwikkeling van netcodes die van belang zijn voor de exploitatie en de planning van distributienetten en de gecoördineerde exploitatie van de transmissie- en distributienetten krachtens deze verordening, en draagt zij bij tot de beperking van vluchtige methaanemissies uit het aardgassysteem.

Bij haar deelname aan de ontwikkeling van netcodes overeenkomstig artikel 53 leeft de EU DSB-entiteit de raadplegingsvereisten krachtens artikel 56 van Verordening (EU) 2019/943 na.

3. Naast de in artikel 55, lid 2, van Verordening (EU) 2019/943 vermelde werkzaamheden zal de EU DSB-entiteit:

a) samenwerken met het ENTSB voor gas wat betreft het toezicht op en de tenuitvoerlegging van de overeenkomstig deze verordening vastgestelde netcodes en richtsnoeren die relevant zijn voor het beheer en de planning van distributienetten en het gecoördineerde beheer van de transmissie- en distributienetten;

b) samenwerken met het ENTSB voor gas en beste praktijken vaststellen betreffende het gecoördineerde beheer en de gecoördineerde planning van transmissie- en distributiesystemen, inclusief aangelegenheden als de uitwisseling van gegevens tussen beheerders en de coördinatie van verspreide energiehulpbronnen;

c) werkzaamheden verrichten inzake het aanduiden van beste praktijken voor de uitvoering van de resultaten van de beoordeling krachtens artikel 23, lid 1 bis, van [het voorstel voor REDIII] en artikel 23 van [het voorstel voor de herziene EED], en voor de samenwerking tussen beheerders van elektriciteitdistributienetten, aardgasdistributienetten en van stadsverwarming en -koelingssystemen, inclusief voor de beoordeling krachtens artikel 24, lid 8, van [het voorstel voor REDIII].

4. De EU DSB-entiteit levert input aan het ENTSB voor gas voor zijn verslaglegging over gaskwaliteit met betrekking tot de distributienetten waar distributiesysteembeheerders verantwoordelijk zijn voor het beheer van de gaskwaliteit, als bedoeld in artikel 23, lid 3.

Hoofdstuk III

REGELS BETREFFENDE SPECIFIEKE WATERSTOFNETTEN

Artikel 39

Grensoverschrijdende coördinatie inzake waterstofkwaliteit

1. De waterstofnetbeheerders werken samen om beperkingen van de grensoverschrijdende waterstofflows ten gevolge van waterstofkwaliteitsverschillen te voorkomen. 

2. Wanneer een beperking van de grensoverschrijdende flows ten gevolge van waterstofkwaliteitsverschillen door de betrokken waterstofnetbeheerders bij hun normale exploitatie niet kan worden vermeden, lichten zij de betreffende regulerende instanties onverwijld in. De informatie omvat een beschrijving van en motivering voor reeds door de waterstofnetbeheerders getroffen maatregelen.

3. De betreffende regulerende instanties bereiken binnen zes maanden gezamenlijk overeenstemming of zij de beperking erkennen.

4. Indien de betreffende regulerende instanties de beperking erkennen, verlangen zij van de betrokken waterstofnetbeheerders dat zij, binnen een tijdsbestek van twaalf maanden, successievelijk de volgende maatregelen treffen:

a) samenwerking en uitwerking van technisch haalbare opties met als doel een einde te maken aan de erkende beperking;

b) gezamenlijke uitvoering van een kosten-batenanalyse inzake de technisch haalbare opties, met als doel in economische zin doeltreffende oplossingen uit te werken met daarbij een uitsplitsing van de kosten en baten onder de categorieën van betrokken partijen;

c) opstellen van een raming van de uitvoeringstijd van elke potentiële optie;

d) uitvoering van een openbare raadpleging over de geïdentificeerde haalbare oplossingen, en vervolgens rekening houden met de resultaten van die raadpleging;

e) indiening van een gezamenlijk voorstel voor een oplossing om een einde te maken aan de erkende beperking, met inbegrip van een tijdschema voor de uitvoering ervan, gebaseerd op de kosten-batenanalyse en de resultaten van de openbare raadpleging, bij hun respectieve regulerende instanties met het oog op goedkeuring en bij de andere bevoegde nationale instanties van elke betrokken lidstaat ter informatie.

5. Wanneer de betrokken waterstofnetbeheerders niet binnen 12 maanden overeenstemming over een oplossing bereiken, stelt elke waterstofsysteembeheerder zijn regulerende instantie daarvan onverwijld in kennis.

6. De betreffende regulerende instanties nemen binnen zes maanden een gezamenlijk gecoördineerd besluit om een einde te maken aan de erkende beperking, met inachtneming van de kosten-batenanalyse van de betrokken transmissiesysteembeheerders en de resultaten van de openbare raadpleging, zoals bepaald in artikel 6, lid 10, van Verordening (EU) 2019/942.

7. Het gezamenlijk gecoördineerd besluit van de betreffende regulerende instanties omvat een besluit over de toerekening van de investeringskosten die worden gedragen door de transmissiesysteembeheerders en in aanmerking worden genomen bij de berekening van de tarieven na 1 januari 2031, met inachtneming van de economische, maatschappelijke en milieukosten en -baten van de oplossing in de betrokken lidstaten. 

8. ACER kan aanbevelingen doen aan de regulerende instanties over de nadere bijzonderheden van de in lid 7 bedoelde kostentoerekeningsbesluiten. 

9. Wanneer de betreffende regulerende instanties niet tot de in lid 3 bedoelde overeenstemming kunnen komen, neemt ACER een besluit betreffende de beperking, volgens de in artikel 6, lid 10, van Verordening (EU) 2019/942 bedoelde procedure. Indien ACER de beperking erkent, verlangt het dat de betrokken waterstofnetbeheerders binnen een tijdsbestek van twaalf maanden successievelijk de in lid 4, punten a) tot en met e) bedoelde maatregelen treffen.

10. Wanneer de betreffende regulerende instanties niet een in de leden 6 en 7 bedoeld gezamenlijk gecoördineerd besluit kunnen nemen, neemt ACER een besluit betreffende de oplossing om een einde te maken aan de erkende beperking en betreffende de toerekening van de investeringskosten die worden gedragen door de systeembeheerders voor de uitvoering van de overeengekomen oplossing, volgens de in artikel 6, lid 10, van Verordening (EU) 2019/942 bedoelde procedure. 

11. Nadere bijzonderheden over de uitvoering van dit artikel, inclusief bijzonderheden over een gemeenschappelijke bindende specificatie van waterstofkwaliteit voor grensoverschrijdende waterstofinterconnectoren, kosten-batenanalyses voor de verwijdering van grensoverschrijdende flowbeperkingen ten gevolge van waterstofkwaliteitsverschillen, interoperabiliteitsvoorschriften voor grensoverschrijdende waterstofinfrastructuur, inclusief interconnectieovereenkomsten, eenheden, gegevensuitwisseling, en communicatie- en informatieverstrekking onder de relevante marktspelers, worden in een overeenkomstig artikel 54, lid 2, punt b), opgestelde netcode vastgesteld.

Artikel 40

Europees netwerk van netbeheerders voor waterstof

1. De waterstofnetbeheerders werken samen op Unieniveau middels het Europees netwerk van netbeheerders voor waterstof (ENNOH) met de bedoeling de ontwikkeling en het functioneren van de interne waterstofmarkt en de grensoverschrijdende handel te bevorderen en een optimaal beheer, gecoördineerde werking en deugdelijke technische ontwikkeling van het Europees waterstofnet te garanderen.

2. Het ENNOH handelt bij de uitvoering van zijn functies uit hoofde van het Unierecht in het belang van een goed werkende en geïntegreerde interne markt voor waterstof en draagt bij tot de efficiënte en duurzame verwezenlijking van de in het beleidskader voor klimaat en energie vastgestelde doelstellingen, in het bijzonder tot de efficiënte integratie van uit hernieuwbare energiebronnen geproduceerde waterstof en tot verbetering van de energie-efficiëntie, met behoud van de systeemveiligheid. Het ENNOH wordt uitgerust met voldoende personeel en financiële middelen om zijn taken uit te voeren.

3. Uiterlijk op 1 september 2024 dienen de waterstofnetbeheerders bij de Commissie en ACER de ontwerpstatuten, een lijst van leden en het ontwerpreglement van orde, met onder meer de procedurevoorschriften voor de raadpleging van belanghebbenden, van het op te richten ENNOH in.

4. De waterstofnetbeheerders dienen bij de Commissie en ACER ontwerpamendementen op de statuten, de ledenlijst of het reglement van orde van het ENNOH in.

5. Binnen vier maanden na ontvangst van de ontwerpen en de ontwerpamendementen op de statuten, de ledenlijst of het reglement van orde brengt ACER, na raadpleging van de organisaties die alle belanghebbenden vertegenwoordigen, en in het bijzonder de systeemgebruikers, inclusief afnemers, aan de Commissie advies uit over de ontwerpen en de ontwerpamendementen op de statuten, de ledenlijst of het ontwerpreglement van orde.

6. Rekening houdend met het in lid 5 bedoelde advies van ACER en binnen drie maanden na de ontvangst van het advies van ACER brengt de Commissie advies uit over de ontwerpen en de ontwerpamendementen op de statuten, de ledenlijst of het ontwerpreglement van orde.

7. Binnen drie maanden na ontvangst van het positieve advies van de Commissie gaan de waterstofnetbeheerders over tot de vaststelling en publicatie van de statuten, de ledenlijst en het reglement van orde.

8. De in lid 3 genoemde stukken worden aan de Commissie en ACER verstrekt wanneer er veranderingen aan deze stukken hebben plaatsgevonden of indien een van hen een gemotiveerd verzoek indient. De Commissie en ACER brengen overeenkomstig de leden 5, 6 en 7 een advies uit.

Artikel 41

Overgang naar het ENNOH

1. Totdat het ENNOH overeenkomstig artikel 40 is opgericht, zet de Commissie een tijdelijk platform op, waarbij ACER en alle betrokken marktspelers, inclusief het ENTSB voor gas, het ENTSB voor elektriciteit en de EU DSB-entiteit worden betrokken, en zorgt zij voor administratieve ondersteuning. Dit platform bevordert de werkzaamheden inzake het aanduiden en ontwikkelen van vraagstukken die van belang zijn voor de opbouw van het waterstofnet en de waterstofmarkten. Het platform wordt opgeheven als het ENNOH is opgericht.  

2. Totdat het ENNOH is opgericht, is het ENTSB voor gas verantwoordelijk voor de ontwikkeling van Uniebrede netontwikkelingsplannen voor gas- en waterstofnetten. Bij de uitvoering van deze taak waarborgt het ENTSB voor gas de doeltreffende raadpleging en inclusie van alle marktspelers, inclusief waterstofmarktspelers.

Artikel 42

Taken van het ENNOH

1. Het ENNOH:

a) ontwikkelt de in artikel 54 genoemde terreinen netcodes op om de in artikel 40 genoemde doelstellingen te verwezenlijken;

b) stelt om de twee jaar een niet-bindend Uniebreed tienjarenplan voor netontwikkeling vast inclusief een Europees vooruitzicht inzake de toereikendheid van de levering, en publiceert dat plan;

c) werkt samen met het ENTSB voor elektriciteit en het ENTSB voor gas;

d) ontwikkelt aanbevelingen inzake de coördinatie van technische samenwerking in de Unie tussen gastransmissie- en distributiesysteembeheerders enerzijds, en waterstofnetbeheerders anderzijds;

e) ontwikkelt aanbevelingen inzake de coördinatie van technische samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders van de Unie en netbeheerders van derden landen;

f) stelt een jaarlijks werkprogramma vast;

g) stelt een jaarverslag vast;

h) stelt een jaarlijkse prognose voor de levering van waterstof voor de lidstaten waar waterstof wordt gebruikt voor elektriciteitsopwekking of om huishoudens te bevoorraden;

i) stelt uiterlijk 15 mei 2026 en vervolgens elke twee jaar een beoordelingsverslag van de waterstofkwaliteit vast, inclusief ontwikkelingen en ramingen voor de verwachte ontwikkeling van de waterstofkwaliteitsparameters, en informatie over gevallen met betrekking tot verschillen in specificaties van waterstofkwaliteit, en de manier waarop die gevallen zijn afgehandeld;

j) stimuleert cyberveiligheid en gegevensbescherming, in samenwerking met de relevante autoriteiten en gereguleerde entiteiten.

2. Het ENNOH houdt toezicht op en verricht onderzoek naar de toepassing van de codes en de richtsnoeren die door de Commissie overeenkomstig de artikelen 54, 55 en 56 zijn vastgesteld, en naar het effect daarvan op de harmonisatie van de toepasselijke voorschriften ter bevordering van de marktontwikkeling en -integratie. Het ENNOH brengt bij ACER verslag uit over zijn bevindingen en vermeldt de resultaten van het onderzoek in het in lid 1, punt f), bedoelde jaarverslag.

3. Het ENNOH publiceert de notulen van zijn algemene vergaderingen, van de bijeenkomsten van het bestuur en van de bijeenkomsten van de comités en voorziet het publiek regelmatig van informatie over zijn besluitvorming en activiteiten.

4. Het in lid 1, punt f), bedoelde jaarlijkse werkprogramma bevat een lijst en een beschrijving van de op te stellen netcodes, een plan voor de coördinatie van het beheer van het netwerk, een lijst van onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten in de loop van dat jaar, alsook een indicatief tijdschema.

5. Het ENNOH stelt alle informatie ter beschikking die ACER nodig heeft om zijn taken overeenkomstig artikel 46 te vervullen. Om het ENNOH in staat te stellen aan dat vereiste te voldoen, stellen de waterstofnetbeheerders alle vereiste informatie ter beschikking van het ENNOH.

6. Op verzoek van de Commissie geeft het ENNOH zijn zienswijze op de vaststelling van richtsnoeren als bepaald in artikel 56.

Artikel 43

Tienjarig netontwikkelingsplan voor waterstof

1. Het in artikel 42, bedoelde tienjarige netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt, bevat een modellering van het geïntegreerde netwerk, een scenario-ontwikkeling en een beoordeling van de veerkracht van het systeem.

Voor het tienjarige netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt, geldt met name het volgende:

a) het bouwt verder op de in artikel 52 van de herschikte gasrichtlijn, indien van toepassing, en in hoofdstuk IV van Verordening (EU) xxxs [de TEN-E-verordening] opgenomen nationale verslagen over de ontwikkeling van het waterstofnetwerk;

b) berust, wat grensoverschrijdende interconnecties betreft, ook op de redelijke behoeften van verschillende netgebruikers, en bevat langetermijnverbintenissen van de in artikel 55 en in hoofdstuk IX, afdeling 3, van de herschikte gasrichtlijn bedoelde investeerders;

c) geeft aan waar er sprake is van een tekort aan investeringen, met name met betrekking tot de grensoverschrijdende capaciteit.

In verband met punt c) van de tweede alinea, kan bij het netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt een onderzoek worden gevoegd naar de belemmeringen voor de toename van grensoverschrijdende capaciteit van het netwerk als gevolg van verschillende goedkeuringsprocedures of -praktijken.

2. ACER stelt een advies op over de nationale waterstofnetontwikkelingsverslagen, indien van belang, om na te gaan of zij consistent zijn met het tienjarige netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt. Indien ACER inconsistenties constateert tussen een nationaal waterstofnetontwikkelingsverslag en het netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt, beveelt het een wijziging aan van het nationale waterstofnetontwikkelingsverslag of van het netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt, indien nodig.

3. Bij de ontwikkeling van een in artikel 42 bedoeld tienjarig netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt, werkt het ENNOH samen met het ENTSB voor elektriciteit en het ENTSB voor gas, met name bij de ontwikkeling van de kosten-batenanalyse voor het gehele energiesysteem en de onderling samenhangende energiemarkt en het netmodel, inclusief elektriciteit-, gas- en waterstoftransportinfrastructuur en -opslag, LNG- en waterstofterminals en elektrolytische cellen zoals bedoeld in artikel 11 [TEN-E-herziening], de scenario's voor de in artikel 12 [TEN-E-herziening] bedoelde tienjarige netontwikkelingsplannen en de in artikel 13 [TEN-E-herziening] bedoelde inventarisatie van leemten in de infrastructuur.

Artikel 44

Kosten

De kosten die met de in artikel 42 genoemde werkzaamheden van het ENNOH verbonden zijn, worden gedragen door de waterstofnetbeheerders en worden in aanmerking genomen bij de berekening van de tarieven. De regulerende instanties keuren deze kosten alleen goed indien deze redelijk en passend zijn.

Artikel 45

Raadpleging

1. Bij de voorbereiding van de voorstellen krachtens de in artikel 42 bedoelde taken, raadpleegt het ENNOH uitvoerig, in een vroeg stadium en op een open en transparante wijze, overeenkomstig het in artikel 40 bedoelde reglement van orde, alle relevante marktspelers, en in het bijzonder de organisaties die alle belanghebbenden vertegenwoordigen. Het raadplegingsproces biedt ruimt voor opmerkingen van belanghebbenden vóór de definitieve goedkeuring van het voorstel, waarbij beoogd wordt de zienswijze en voorstellen van alle betrokken partijen in het besluitvormingsproces te verwerken. Bij de raadpleging worden ook de regulerende instanties en andere nationale instanties, producenten, netgebruikers, met inbegrip van afnemers, technische instanties en platforms van belanghebbenden betrokken.

2. Alle documenten en notulen van vergaderingen die met de raadpleging verband houden, worden openbaargemaakt.

3. Alvorens de in artikel 42 bedoelde voorstellen vast te stellen, geeft het ENNOH aan hoe met de tijdens de raadpleging ontvangen opmerkingen rekening is gehouden. Waar geen rekening is gehouden met een opmerking, wordt dit gemotiveerd. 

Artikel 46

Toezicht door ACER

1. ACER houdt toezicht op de uitvoering van de in artikel 42 bedoelde taken van het ENNOH, en brengt verslag over zijn bevindingen uit aan de Commissie.

2. ACER houdt toezicht op de toepassing van de netcodes en de richtsnoeren die door de Commissie overeenkomstig de artikelen 54, 55 en 56 zijn aangenomen. Indien het ENNOH er niet in is geslaagd dergelijke netcodes toe te passen, verzoekt ACER het ENNOH een naar behoren gemotiveerde uitleg te verschaffen over de redenen waarom het er niet in is geslaagd. ACER stelt de Commissie op de hoogte van deze uitleg en brengt hierover advies uit.

3. Het ENNOH dient de ontwerpversies van het netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt, het jaarlijkse werkprogramma, met inbegrip van de informatie betreffende het raadplegingsproces en de overige in artikel 42 bedoelde documenten, voor advies in bij ACER.

Wanneer het van oordeel is dat de door het ENNOH ingediende ontwerpversie van het jaarlijkse werkprogramma of van het netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt, niet bijdraagt tot non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging, een efficiënte werking van de markt of een voldoende niveau van grensoverschrijdende interconnectie, verstrekt ACER binnen twee maanden na de ontvangst van het programma of het plan daarvan een naar behoren met redenen omkleed advies, alsmede aanbevelingen aan het ENNOH en de Commissie.

Artikel 47

Regionale samenwerking tussen waterstofnetbeheerders

1. Binnen het ENNOH brengen waterstofnetbeheerders regionale samenwerking tot stand om bij te dragen tot de uitvoering van de in artikel 42 genoemde werkzaamheden.

2. De waterstofnetbeheerders bevorderen operationele regelingen om een optimaal beheer van het net te garanderen, en waarborgen eveneens de interoperabiliteit van het onderling verbonden waterstofsysteem van de Unie, ter facilitering van de commerciële en operationele samenwerking tussen aangrenzende waterstofnetbeheerders.

Artikel 48

Transparantievereisten voor waterstofnetbeheerders

1. De waterstofnetbeheerders publiceren gedetailleerde informatie betreffende de diensten die zij aanbieden en de toegepaste relevante voorwaarden alsook de technische informatie die nodig is opdat waterstofnetgebruikers effectieve nettoegang verkrijgen.

2. Om transparante, objectieve en niet-discriminerende tarieven te garanderen en een efficiënt gebruik van het waterstofnet te bevorderen, publiceren de waterstofnetbeheerders of de relevante instanties vanaf 1 januari 2031 gedetailleerde informatie over tariefderivatie, methodologie en structuur.

3. De waterstofnetbeheerders publiceren nadere informatie over de kwaliteit van de in hun netten getransporteerde waterstof, die van invloed kan zijn op de netgebruikers.

4. De relevante punten van een waterstofnet waarover de informatie moet worden gepubliceerd, worden door de bevoegde instanties na overleg met de waterstofnetgebruikers goedgekeurd.

5. De waterstofnetbeheerders publiceren de krachtens deze verordening vereiste informatie altijd op een zinvolle, duidelijk meetbare en goed toegankelijke manier en op niet-discriminerende basis.

6. De waterstofnetbeheerders publiceren vooraf en achteraf informatie over vraag en aanbod, inclusief een periodieke prognose en de opgeslagen informatie. De regelgevende instantie zorgt ervoor dat al deze informatie wordt gepubliceerd. De mate van gedetailleerdheid van de gepubliceerde informatie is een afspiegeling van de informatie die de waterstofnetbeheerder tot zijn beschikking heeft.

7. De betrokken marktspelers verstrekken de in dit artikel bedoelde gegevens aan de waterstofnetbeheerders.

8. Nadere bijzonderheden over de uitvoering van de transparantievereisten voor waterstofnetbeheerders, inclusief nadere bijzonderheden over de inhoud, de regelmaat en de vorm van de informatieverstrekking door de waterstofnetbeheerders, worden in een overeenkomstig artikel 54, lid 1, opgestelde netcode vastgesteld.

Artikel 49

Bijhouden van gegevens in het waterstofsysteem

Waterstofnetbeheerders, waterstofopslagbeheerders en waterstofterminalbeheerders houden vijf jaar lang alle in de artikelen 31 en 48 en in deel 4 van bijlage I bedoelde informatie ter beschikking van de nationale autoriteiten, waartoe ook de regulerende instantie behoort, de nationale mededingingsautoriteit en de Commissie.

Artikel 50

Vermoeden van overeenstemming met geharmoniseerde normen

1. Geharmoniseerde normen, of delen daarvan, waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, worden geacht in overeenstemming te zijn met de in krachtens artikel 54, lid 2, punt b), vastgestelde gedelegeerde handelingen of de krachtens artikel 51 vastgestelde uitvoeringshandelingen bedoelde vereisten.

2. De Commissie stelt de desbetreffende Europese normalisatie-instelling hiervan in kennis en verleent zo nodig een nieuw mandaat ter herziening van de geharmoniseerde norm in kwestie.


Artikel 51

Gemeenschappelijke specificaties

De Commissie is bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties voor de in artikel 46 van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] vermelde vereisten, of kan die specificaties bepalen in een netcode overeenkomstig artikel 54, lid 2, punt b), indien:

a) die eisen niet worden bestreken door geharmoniseerde normen, of delen daarvan, waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt; of

b) de Commissie onnodige vertragingen bij de vaststelling van de vereiste geharmoniseerde normen constateert, of van oordeel is dat de betreffende geharmoniseerde normen ontoereikend zijn; of

c) de Commissie overeenkomstig de procedure als bedoeld in artikel 11, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 heeft besloten om de referenties van de geharmoniseerde normen of de delen daarvan, waardoor die eisen worden bestreken, te handhaven met beperkingen dan wel in te trekken.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 61, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Hoofdstuk IV

NETCODES EN RICHTSNOEREN

Artikel 52

Vaststelling van netcodes en richtsnoeren

1. De Commissie kan in overeenstemming met de in de artikelen 53 tot en met 56 genoemde bevoegdheden uitvoeringshandelingen of gedelegeerde handelingen vaststellen. Dergelijke handelingen kunnen worden vastgesteld als netcodes op basis van door het ENTSB voor gas of het ENNOH opgestelde tekstvoorstellen of, wanneer krachtens artikel 53, lid 3, zodanig in de prioriteitenlijst is besloten, door de EU DSB-entiteit, waar passend in samenwerking met het ENTSB voor gas, het ENNOH en ACER krachtens de in de artikelen 53 tot en met 55 vastgestelde procedure, of als richtsnoeren krachtens de in artikel 56 vastgestelde procedure.

2. De netcodes en richtsnoeren:

a) waarborgen dat wordt voorzien in de minimale harmonisering die vereist is om de met deze verordening beoogde doelen te verwezenlijken;

b) houden, in voorkomend geval, rekening met specifieke regionale kenmerken;

c) gaan niet verder dan voor de doeleinden van punt a) noodzakelijk is; en

d) zijn van toepassing op alle interconnectiepunten in de Unie en de entrypunten naar en exitpunten vanuit derde landen.


 715/2009

Artikel 536 - Vaststelling van netcodes  nieuw 

1. De Commissie is bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen met betrekking tot de vaststelling van netcodes op de volgende terreinen:

a) voorschriften voor gegevensuitwisseling en geschillenbeslechting ter uitvoering van de artikelen 21 en 22 van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] inzake interoperabiliteit en gegevensuitwisseling alsook geharmoniseerde regels voor de werking van gastransmissiesystemen, capaciteitsboekingsplatforms en voor de werking van de interne gasmarkt relevante IT-processen;

b) interoperabiliteitsregels voor het aardgassysteem ter uitvoering van de artikelen 9, 35 en 40 van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn], inclusief interconnectieovereenkomsten, voorschriften voor het beheersen van de gasflow en meetbeginselen voor gashoeveelheid en -kwaliteit, voorschriften voor de toewijzing en matching, een gemeenschappelijk stelsel van eenheden, gegevensuitwisseling, gaskwaliteit, inclusief voorschriften voor het beheer van grensoverschrijdende beperkingen ten gevolge van gaskwaliteitsverschillen of van verschillen op het gebied van odorisatiepraktijken of van het volume van waterstofbijmengingen in het aardgassysteem, kosten-batenanalyses voor de verwijdering van grensoverschrijdende flowbeperkingen, de Wobbe-indexclassificatie, beperkende maatregelen, aanvaardbare minimumniveaus voor gaskwaliteitparameters die van belang zijn voor de ongehinderde grensoverschrijdende biomethaanflow (b.v. zuurstofgehalte), korte- en langetermijncontrole van gaskwaliteit, informatieverstrekking en samenwerking tussen de relevante marktspelers, rapportage over gaskwaliteit, transparantie en communicatieprocedures, inclusief in uitzonderlijke gevallen;

c) voorschriften voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer ter uitvoering van artikel 27 van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] en de artikelen 7 en 10 van de onderhavige verordening, inclusief voorschriften voor samenwerking bij onderhoudsprocedures en capaciteitsberekening die van invloed zijn op de capaciteitstoewijzing, de normalisering van capaciteitsproducten en -eenheden, inclusief bundeling, de toewijzingsmethode, inclusief veilingalgoritmen, de volgorde en procedure voor bestaande, incrementele, vaste en afschakelbare capaciteit, capaciteitsboekingsplatforms, overboekings- en terugkoopregelingen, korte- en langetermijn-“use-it-or-lose-it”-regelingen, en alle andere congestiebeheerregelingen om het hamsteren van capaciteit te voorkomen;

d) voorschriften inzake balancering, waaronder netgerelateerde voorschriften voor de nominatieprocedure, voorschriften voor de tarieven voor onbalans en voorschriften voor operationele balancering tussen de systemen van transmissiesysteembeheerders ter uitvoering van artikel 35, lid 5, van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] en de artikelen 7 en 10 van de onderhavige verordening, inclusief netgerelateerde voorschriften voor de nominatieprocedures, tarieven voor onbalans, vereffeningsprocedures inzake de dagelijkse onbalansheffing en de operationele balancering tussen de systemen van transmissiesysteembeheerders;

e) voorschriften inzake geharmoniseerde transmissietariefstructuren ter uitvoering van artikel 72, lid 7, van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] en de artikelen 15 en 16 van de onderhavige verordening, inclusief voorschriften voor de toepassing van een referentieprijsmethode, de bijbehorende raadplegings- en publicatievereisten alsmede de berekening van reserveringsprijzen voor standaard capaciteitsproducten, kortingen voor LNG en opslag, toegestane inkomsten en procedures voor de uitvoering van de voorziening van hernieuwbare en koolstofarme gassen, inclusief algemene beginselen voor vergoedingsmechanismen tussen transmissiesysteembeheerders.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 61, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

2. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 63 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de vaststelling van netcodes op de volgende terreinen:

a) voorschriften inzake beveiliging en betrouwbaarheid van het netwerk, inclusief voorschriften voor de operationele veiligheid van het netwerk en betrouwbaarheidsvoorschriften om de servicekwaliteit van het netwerk te waarborgen;

b) voorschriften voor netaansluiting, met inbegrip van regels inzake de aansluiting van de productiefaciliteiten van hernieuwbare en koolstofarme gassen en procedures voor aansluitingsverzoeken;

c) operationele procedures voor noodgevallen, met inbegrip van beschermingsplannen voor systemen, herstelplannen, marktinteractie, informatie-uitwisseling en communicatie en instrumenten en installaties;

d) voorschriften voor de handel in elektriciteit in verband met de technische en operationele verstrekking van diensten voor nettoegang en systeembalancering;

e) energie-efficiëntie van gasnetten en -componenten, alsmede energie-efficiëntie inzake netwerkplanning en investeringen die de meest energie-efficiënte oplossing vanuit een systeemperspectief mogelijk maken;

f) cyberbeveiligingsaspecten van grensoverschrijdende aardgasflows, inclusief regels over gemeenschappelijke minimumvereisten, planning, toezicht, rapportage en crisisbeheer.

3. Na raadpleging van ACER, het ENTSB voor gas, het ENNOH, de EU DSB-entiteit en de andere betrokken belanghebbende partijen stelt de Commissie om de drie jaar een prioriteitenlijst op met de in de leden 1 en 2 vermelde terreinen waarmee bij de ontwikkeling van netcodes rekening moet worden gehouden. Indien het onderwerp van de netcode rechtstreeks verband houdt met het beheer van het distributiesysteem en niet primair verband houdt met het transmissiesysteem, kan de Commissie de EU DSB-entiteit verplichten om in samenwerking met het ENTSB voor gas een redactiecomité bijeen te roepen en een voorstel voor een netcode bij ACER in te dienen.

4. De Commissie verzoekt ACER haar binnen een redelijke termijn van ten hoogste zes maanden na ontvangst van het verzoek van de Commissie een niet-bindende kaderrichtsnoeren voor te leggen waarin duidelijke en objectieve beginselen zijn vervat voor de ontwikkeling van specifieke netcodes met betrekking tot de terreinen die op de prioriteitenlijst zijn vermeld. Het verzoek van de Commissie kan voorwaarden omvatten waaraan de kaderrichtsnoeren moeten voldoen. Elk kaderrichtsnoer draagt bij tot marktintegratie, non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en een efficiënte werking van de markt. Op een met redenen omkleed verzoek van ACER kan de Commissie die termijn voor het indienen van richtsnoeren verlengen.

5. Gedurende een termijn van ten minste twee maanden raadpleegt ACER het ENTSB voor gas, het ENNOH, de EU DSB-entiteit en de andere betrokken belanghebbende partijen formeel op een open en transparante manier over het kaderrichtsnoeren.

6. Op verzoek van de Commissie overeenkomstig lid 4 legt ACER een niet-bindend kaderrichtsnoer voor.

7. Indien de Commissie van oordeel is dat het kaderrichtsnoer niet bijdraagt tot marktintegratie, non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en een efficiënte werking van de markt, kan zij ACER verzoeken het kaderrichtsnoer binnen een redelijke periode te herzien en dit opnieuw aan de Commissie voor te leggen.

8. Indien ACER binnen de door de Commissie overeenkomstig lid 4 of lid 7 gestelde termijn geen kaderrichtsnoer voorlegt dan wel opnieuw voorlegt, ontwikkelt de Commissie het bewuste kaderrichtsnoer.

9. De Commissie verzoekt het ENTSB voor gas, of, wanneer daarin is voorzien in de in lid 3 bedoelde prioriteitenlijst, de EU DSB-entiteit in samenwerking met het ENTSB voor gas, om binnen een redelijke termijn, die ten hoogste twaalf maanden beloopt, na ontvangst van het verzoek van de Commissie, een voorstel voor een netcode aan ACER voor te leggen dat in overeenstemming is met het desbetreffende kaderrichtsnoer.

10. Het ENTSB voor gas, of, wanneer dit is besloten in de in lid 3 bedoelde prioriteitenlijst, de EU DSB-entiteit, roept in samenwerking met het ENTSB voor gas een redactiecomité bijeen dat ondersteuning verleent tijdens het proces van de ontwikkeling van netcodes. Het redactiecomité bestaat uit vertegenwoordigers van ACER, het ENTSB voor gas, het ENNOH, en waar passend de EU DSB-entiteit, en een beperkt aantal van de belangrijkste betrokken belanghebbenden. Het ENTSB voor gas of, wanneer overeenkomstig lid 3 zodanig is besloten in de prioriteitenlijst, de EU DSB-entiteit in samenwerking met het ENTSB voor gas, ontwikkelt op verzoek van de Commissie overeenkomstig lid 9 voorstellen voor netcodes op de in de leden 1 en 2 genoemde terreinen.

11. ACER herziet de voorgestelde netcode en waarborgt dat die strookt met het desbetreffende kaderrichtsnoer en bijdraagt tot marktintegratie, niet-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en het efficiënt functioneren van de markt, en legt de herziene netcode binnen zes maanden na de ontvangst van het voorstel aan de Commissie voor. In het aan de Commissie voorgelegde voorstel houdt ACER rekening met de door alle betrokken partijen tijdens het opstellen van het voorstel onder leiding van het ENTSB voor gas of de EU DSB-entiteit verstrekte zienswijzen; ACER raadpleegt de relevante belanghebbenden over de aan de Commissie voor te leggen versie van de netcode.

12. Als het ENTSB voor gas of de EU DSB-entiteit niet binnen de door de Commissie vastgestelde termijn van lid 9 een netcode heeft ontwikkeld, kan de Commissie ACER verzoeken om op basis van het desbetreffende kaderrichtsnoer een ontwerpnetcode op te stellen. ACER kan nader overleg voeren. ACER legt een overeenkomstig dit lid opgestelde ontwerpnetcode voor aan de Commissie, eventueel vergezeld van de aanbeveling om de netcode goed te keuren.

13. De Commissie kan, op eigen initiatief, indien het ENTSB voor elektriciteit of de EU DSB-entiteit geen netcode heeft ontwikkeld of ACER geen ontwerpnetcode heeft ontwikkeld als bedoeld in lid 12, of op aanbeveling van ACER uit hoofde van lid 11, een of meer netcodes goedkeuren op de in de leden 1 en 2 genoemde terreinen.

14. Als de Commissie op eigen initiatief voorstelt een netcode goed te keuren, raadpleegt de Commissie gedurende een termijn van ten minste twee maanden ACER, het ENTSB voor gas en alle betrokken belanghebbende partijen over de ontwerpnetcode.

15. Dit artikel laat het in artikel 56 neergelegde recht van de Commissie om de richtsnoeren vast te stellen en te wijzigen onverlet. Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van het ENTSB voor gas om niet-bindende richtsnoeren te ontwikkelen op de in de leden 1 en 2 genoemde terreinen voor zover deze richtsnoeren geen betrekking hebben op de terreinen die deel uitmaken van een door de Commissie aan het ENTSB voor gas gericht verzoek. Het ENTSB voor gas legt dergelijke richtsnoeren voor advies voor aan ACER en houdt naar behoren rekening met dit advies.


 715/2009

1. Na raadpleging van het Agentschap, het ENTSB voor gas en de andere betrokken belanghebbende partijen stelt de Commissie jaarlijks een prioriteitenlijst op met de in artikel 8, lid 6, vermelde terreinen waarmee bij de ontwikkeling van netcodes rekening moet worden gehouden.

2. De Commissie verzoekt het Agentschap haar binnen een redelijke termijn van ten hoogste zes maanden een niet-bindend kaderrichtsnoer ("kaderrichtsnoer") voor te leggen waarin duidelijke en objectieve beginselen zijn vervat met inachtneming van artikel 8, lid 7, voor de ontwikkeling van specifieke netcodes met betrekking tot de terreinen die op de prioriteitenlijst zijn vermeld. Elk kaderrichtsnoer draagt bij tot non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en een efficiënte werking van de markt. Op een met redenen omkleed verzoek van het Agentschap kan de Commissie deze termijn verlengen.

3. Gedurende een termijn van ten minste twee maanden raadpleegt het Agentschap het ENTSB voor gas en de andere betrokken belanghebbende partijen formeel op een open en transparante manier over het kaderrichtsnoer.

4. Indien de Commissie van oordeel is dat het kaderrichtsnoer niet bijdraagt tot non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en een efficiënte werking van de markt, kan zij het Agentschap verzoeken het kaderrichtsnoer binnen een redelijke termijn te herzien en dit opnieuw aan de Commissie voor te leggen.

5. Indien het Agentschap binnen de door de Commissie conform lid 2 of lid 4 gestelde termijn geen kaderrichtsnoer voorlegt dan wel opnieuw voorlegt, stelt de Commissie het bewuste kaderrichtsnoer op.

6. De Commissie verzoekt het ENTSB voor gas om binnen een redelijke termijn die ten hoogste 12 maanden beloopt, een netcode aan het Agentschap voor te leggen die in overeenstemming is met het desbetreffende kaderrichtsnoer.

7. Binnen drie maanden na de ontvangst van een netcode, gedurende welke periode het Agentschap de betrokken belanghebbende partijen formeel kan raadplegen, brengt het Agentschap een met redenen omkleed advies inzake de netcode uit aan het ENTSB voor gas.

8. Het ENTSB voor gas kan in het licht van het advies van het Agentschap de netcode wijzigen en deze opnieuw aan het Agentschap voorleggen.

9. Als het Agentschap vaststelt dat de netcode in overeenstemming is met de desbetreffende kaderrichtsnoeren, legt het Agentschap de netcode voor aan de Commissie, eventueel vergezeld van de aanbeveling om de netcode binnen een redelijke termijn goed te keuren. Als de Commissie de code niet goedkeurt, geeft zij de redenen hiervoor aan.

10. Als het ENTSB voor gas niet binnen de door de Commissie vastgestelde redelijke termijn van lid 6 een netcode heeft ontwikkeld, kan de Commissie het Agentschap verzoeken om op basis van het desbetreffende kaderrichtsnoer een ontwerpnetcode op te stellen. Het Agentschap kan tijdens het opstellen van een ontwerpnetcode overeenkomstig dit lid verder overleg voeren. Het Agentschap legt een overeenkomstig dit lid opgestelde ontwerpnetcode voor aan de Commissie, eventueel vergezeld van de aanbeveling om de netcode goed te keuren.

11. De Commissie kan, op eigen initiatief indien het ENTSB voor gas geen netcode heeft ontwikkeld of het Agentschap geen ontwerpnetcode heeft ontwikkeld als bedoeld in lid 10 van dit artikel, of op aanbeveling van het Agentschap uit hoofde van lid 9 van dit artikel, een of meer netcodes goedkeuren op de in artikel 8, lid 6, genoemde terreinen.

Als de Commissie op eigen initiatief voorstelt een netcode goed te keuren, raadpleegt de Commissie gedurende een termijn van ten minste twee maanden het Agentschap, het ENTSB voor gas en alle betrokken belanghebbende partijen over de ontwerpnetcode. Deze maatregelen beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

12. Dit artikel laat het in artikel 23 neergelegde recht van de Commissie om richtsnoeren vast te stellen of te wijzigen onverlet.


 nieuw 

Artikel 54

Vaststelling van netcodes voor waterstof

1. De Commissie is bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, door netcodes vast te stellen op het gebied van transparantievoorschriften ter uitvoering van artikel 48, inclusief nadere bijzonderheden over de inhoud, de regelmaat en de vorm van de informatieverstrekking door de waterstofnetbeheerders, en ter uitvoering van bijlage I, punt 4, inclusief nadere bijzonderheden over de vorm en de inhoud van de informatie die netgebruikers nodig hebben voor doeltreffende toegang tot het netwerk, de informatie die op relevante punten moet worden gepubliceerd, en nadere bijzonderheden over de tijdschema’s.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 61, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

2. De Commissie is bevoegd ter aanvulling van deze verordening overeenkomstig artikel 63 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de vaststelling van netcodes op de volgende terreinen:

a) energie-efficiëntie inzake waterstofnetten en -componenten, alsmede energie-efficiëntie inzake netwerkplanning en investeringen die de meest energie-efficiënte oplossing vanuit een systeemperspectief mogelijk maken;

b) interoperabiliteitsregels voor het waterstofnet, inclusief inzake interconnectieovereenkomsten, eenheden, gegevensuitwisseling, transparantie, communicatie, informatieverstrekking en samenwerking tussen de relevante marktspelers alsmede waterstofkwaliteit, inclusief gemeenschappelijke specificaties en normalisatie, odorisatie, kosten-batenanalyses voor de verwijdering van grensoverschrijdende flowbeperkingen ten gevolge van waterstofkwaliteitsverschillen en rapportage over waterstofkwaliteit;

c) voorschriften voor het financiële vergoedingsstelsel voor grensoverschrijdende waterstofinfrastructuur

d) voorschriften voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer, inclusief voorschriften voor samenwerking bij onderhoudsprocedures en capaciteitsberekening die van invloed zijn op de capaciteitstoewijzing, de normalisering van capaciteitsproducten en -eenheden, inclusief bundeling, de toewijzingsmethode, inclusief veilingalgoritmen, de volgorde en procedure voor bestaande, incrementele, vaste en afschakelbare capaciteit, capaciteitsboekingsplatforms, overboekings- en terugkoopregelingen, korte- en langetermijn-“use-it-or-lose-it”-regelingen, en alle andere congestiebeheerregelingen om het hamsteren van capaciteit te voorkomen;

e) voorschriften inzake geharmoniseerde tariefstructuren voor toegang tot het waterstofnet, inclusief voorschriften voor de toepassing van een referentieprijsmethode, de bijbehorende raadplegings- en publicatievereisten alsmede de berekening van reserveringsprijzen voor standaard capaciteitsproducten, en toegestane inkomsten;

f) voorschriften ter bepaling van de waarde van de overgedragen activa en de specifieke heffing;

g) voorschriften inzake balancering, waaronder netgerelateerde voorschriften voor de nominatieprocedure, voorschriften voor de tarieven voor onbalans en voorschriften voor operationele balancering tussen de netwerken van de waterstofnetbeheerders, inclusief netgerelateerde voorschriften voor de nominatieprocedures, tarieven voor onbalans, vereffeningsprocedures inzake de dagelijkse onbalansheffing en de operationele balancering tussen de netwerken van de waterstofnetbeheerders;

h) cyberbeveiligingsaspecten van grensoverschrijdende waterstofflows, inclusief regels over gemeenschappelijke minimumvereisten, planning, toezicht, rapportage en crisisbeheer.

3. Na raadpleging van ACER, het ENNOH, het ENTSB voor gas, de EU DSB-entiteit en de andere betrokken belanghebbende partijen stelt de Commissie om de drie jaar een prioriteitenlijst op met de in de leden 1 en 2 vermelde terreinen waarmee bij de ontwikkeling van netcodes rekening moet worden gehouden.

4. De Commissie verzoekt ACER haar binnen een redelijke termijn van ten hoogste zes maanden na ontvangst van het verzoek van de Commissie een niet-bindende kaderrichtsnoeren voor te leggen waarin duidelijke en objectieve beginselen zijn vervat voor de ontwikkeling van specifieke netcodes met betrekking tot de terreinen die op de prioriteitenlijst zijn vermeld. Het verzoek van de Commissie kan voorwaarden omvatten waaraan het kaderrichtsnoer moet voldoen. Elk kaderrichtsnoer draagt bij tot marktintegratie, non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en een efficiënte werking van de markt. Op een met redenen omkleed verzoek van ACER kan de Commissie die termijn voor het indienen van richtsnoeren verlengen.

5. Gedurende een termijn van ten minste twee maanden raadpleegt ACER het ENNOH, het ENTSB voor gas en de andere betrokken belanghebbende partijen op een open en transparante manier over het kaderrichtsnoer.

6. Op verzoek van de Commissie overeenkomstig lid 4 legt ACER een niet-bindend kaderrichtsnoer voor.

7. Indien de Commissie van oordeel is dat het kaderrichtsnoer niet bijdraagt tot marktintegratie, non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en een efficiënte werking van de markt, kan zij ACER verzoeken het kaderrichtsnoer binnen een redelijke periode te herzien en dit opnieuw aan de Commissie voor te leggen.

8. Indien ACER binnen de door de Commissie overeenkomstig lid 4 of lid 6 gestelde termijn geen kaderrichtsnoer voorlegt dan wel opnieuw voorlegt, ontwikkelt de Commissie het bewuste kaderrichtsnoer.

9. De Commissie verzoekt het ENNOH om binnen een redelijke termijn, die ten hoogste twaalf maanden beloopt, na ontvangst van het verzoek van de Commissie, een voorstel voor een netcode aan ACER voor te leggen dat in overeenstemming is met het desbetreffende kaderrichtsnoer.

10. Het ENNOH roept een redactiecomité bijeen dat ondersteuning verleent tijdens het proces van de ontwikkeling van netcodes. Het redactiecomité bestaat uit vertegenwoordigers van ACER, het ENTSB voor gas, het ENTSB voor elektriciteit, en waar passend de EU DSB-entiteit, en een beperkt aantal van de belangrijkste betrokken belanghebbenden. Het ENNOH ontwikkelt voorstellen voor netcodes op de in de leden 1 en 2 genoemde terreinen.

11. ACER herziet de voorgestelde netcode en waarborgt dat die strookt met het desbetreffende kaderrichtsnoer en bijdraagt tot marktintegratie, niet-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en het efficiënt functioneren van de markt, en legt de herziene netcode binnen zes maanden na de ontvangst van het voorstel aan de Commissie voor. In de herziene netcode houdt ACER rekening met de door alle betrokken partijen tijdens het opstellen van het voorstel onder leiding van het Europees netwerk van netbeheerders voor waterstof verstrekte zienswijzen; en raadpleegt de relevante belanghebbenden over de aan de Commissie voor te leggen herziene versie.

12. Als het ENNOH niet binnen de door de Commissie vastgestelde redelijke termijn van lid 9 een netcode heeft ontwikkeld, kan de Commissie ACER verzoeken om op basis van het desbetreffende kaderrichtsnoer een ontwerpnetcode op te stellen. ACER kan tijdens het opstellen van een ontwerpnetcode overeenkomstig dit lid verder overleg voeren. ACER legt een overeenkomstig dit lid opgestelde ontwerpnetcode voor aan de Commissie, eventueel vergezeld van de aanbeveling om de netcode goed te keuren.

13. De Commissie kan, op eigen initiatief, indien het Europees netwerk van netbeheerders voor waterstof geen netcode heeft ontwikkeld of ACER geen ontwerpnetcode heeft ontwikkeld als bedoeld in lid 12, of op aanbeveling van ACER uit hoofde van lid 11, een of meer netcodes goedkeuren op de in de leden 1 en 2 genoemde terreinen.

14. Als de Commissie op eigen initiatief voorstelt een netcode goed te keuren, raadpleegt zij gedurende een termijn van ten minste twee maanden ACER, het ENNOH, het ENTSB voor gas en alle betrokken belanghebbende partijen over de ontwerpnetcode.

15. Dit artikel laat het in artikel 56 neergelegde recht van de Commissie om de richtsnoeren vast te stellen en te wijzigen onverlet. Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van het ENNOH om niet-bindende richtsnoeren te ontwikkelen op de in de leden 1 en 2 genoemde terreinen voor zover deze richtsnoeren geen betrekking hebben op de terreinen die deel uitmaken van een door de Commissie aan het ENNOH gericht verzoek. Het ENNOH legt dergelijke richtsnoeren voor advies voor aan ACER en houdt naar behoren rekening met dit advies.


 715/2009 (nieuw)

Artikel 557 - Wijzigingen van netcodes

1. Personen die belang hebben bij een netcode, waaronder het ENTSB voor gas, transmissiesysteembeheerders, netgebruikers en consumenten, kunnen het Agentschap ontwerpwijzigingen voorleggen voor een overeenkomstig artikel 6 goedgekeurde netcode. Het Agentschap kan ook op eigen initiatief wijzigingen voorstellen.

2. Het Agentschap raadpleegt alle belanghebbenden overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 713/2009. In het kader van die procedure kan het Agentschap de Commissie met redenen omklede wijzigingsvoorstellen doen en daarbij aantonen hoe deze stroken met de doelstellingen van de in artikel 6, lid 2, van deze verordening bedoelde netcodes.

3. De Commissie kan, rekening houdend met het advies van het Agentschap, wijzigingen goedkeuren op elke overeenkomstig artikel 6 aangenomen netcode. Deze maatregelen beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

4. Van de in het kader van de in artikel 28, lid 2, bedoelde procedure voorgestelde wijzigingen worden alleen de aspecten in verband met de voorgestelde wijziging beoordeeld. Deze voorgestelde wijzigingen laten andere wijzigingen die de Commissie eventueel voorstelt, onverlet.


 nieuw 

1. De Commissie is bevoegd de netcodes te wijzigen op de in artikel 53, leden 1 en 2, en artikel 54, leden 1 en 2, genoemde terreinen en in overeenstemming met de relevante procedure die in die artikelen zijn vastgesteld.

2. Personen die belang kunnen hebben bij een overeenkomstig de artikelen 52 tot en met 55 vastgestelde netcode, waaronder het ENTSB voor gas, het Europees netwerk van netbeheerders voor waterstof, de EU DSB-entiteit, regulerende instanties, transmissiesysteembeheerders, distributiesysteembeheerders, systeemgebruikers en consumenten, kunnen ACER ontwerpwijzigingen voor die netcode voorleggen. ACER kan ook op eigen initiatief wijzigingen voorstellen.

3. ACER kan de Commissie met redenen omklede wijzigingsvoorstellen doen waarin wordt uitgelegd hoe deze stroken met de doelstellingen van de in artikel 52 bedoelde netcodes. Wanneer het van mening is dat een wijziging toelaatbaar is en wanneer het wijzigingen voorstelt op eigen initiatief, raadpleegt ACER alle belanghebbenden overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2019/942.


 715/2009

Artikel 5623 - Richtsnoeren

1. In voorkomend geval worden in de richtsnoeren inzake de minimaal vereiste harmonisatie die vereist is om het met deze verordening beoogde doel te verwezenlijken, ook het volgende gespecificeerd:


 nieuw 

1. De Commissie is bevoegd op de in dit artikel genoemde terreinen bindende richtsnoeren vast te stellen.

2. De Commissie is bevoegd richtsnoeren vast te stellen op de terreinen waarop dergelijke handelingen ook overeenkomstig de in de artikelen 53 en 54, vastgestelde netcodeprocedure kunnen worden ontwikkeld. Deze richtsnoeren worden vastgesteld in de vorm van gedelegeerde handelingen of uitvoeringshandelingen, naargelang de in deze verordening vastgestelde relevante bevoegdheidsdelegatie.

3. De Commissie is bevoegd ter aanvulling van deze verordening overeenkomstig artikel 63 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de vaststelling van richtsnoeren op de volgende terreinen:


 715/2009

 nieuw 

a) bijzonderheden over de derdentoegangsdiensten, inclusief de aard, duur en andere eisen betreffende deze diensten, in overeenstemming met de artikelen  5 tot en met 7   14 en 15;

b) bijzonderheden over de beginselen inzake de mechanismen voor capaciteitsallocatie en inzake de toepassing van de procedures voor congestiebeheer bij contractuele congestie, in overeenstemming met de artikelen 916 en 1017;

c) bijzonderheden over de verstrekking van informatie en definitie van de technische informatie die nodig is opdat de netgebruikers effectieve toegang kunnen verkrijgen tot het systeem, en de definitie van alle voor de transparantievereisten relevante punten, inclusief de op alle relevante punten te publiceren informatie en het tijdschema voor de publicatie van deze informatie, in overeenstemming met de artikelen 3018en 3119;

d) bijzonderheden over de tariefmethodologie in verband met de grensoverschrijdende handel in aardgas, in overeenstemming met de artikelen   15 en 16   13;

e) bijzonderheden omtrent de in artikel 238, lid 6, vermelde onderwerpen.


 nieuw 

4. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 63 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in bijlage I vastgelegde richtsnoeren te wijzigen.

5. Wanneer de Commissie richtsnoeren vaststelt of wijzigt, raadpleegt zij ACER, het ENTSB voor gas, het ENNOH, de EU DSB-entiteit en, waar nodig, andere belanghebbenden.


 715/2009

Daartoe raadpleegt de Commissie het Agentschap en het ENTSB voor gas.

6. De richtsnoeren betreffende de in lid 1, punten a), b) en c), genoemde kwesties zijn wat de transmissiesysteembeheerders betreft, opgenomen in de bijlage.

De Commissie kan richtsnoeren betreffende de in lid 1 van dit artikel genoemde onderwerpen vaststellen en de in punten a), b) en c) daarvan bedoelde richtsnoeren wijzigen. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, onder meer door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

7. Bij de toepassing en de wijziging van de krachtens deze verordening aangenomen richtsnoeren wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de nationale gassystemen. Derhalve zullen geen uniforme voorwaarden voor de toegang van derden op communautair niveau vereist zijn. Er kunnen evenwel minimumeisen worden gesteld waaraan moet worden voldaan om de voor een interne markt voor aardgas noodzakelijke niet-discriminerende en transparante voorwaarden voor nettoegang te verwezenlijken; deze minimumeisen kunnen vervolgens worden toegepast in het licht van de verschillen tussen de nationale gassystemen.


 715/2009 (aangepast)

 nieuw 

Artikel 5726 - Recht van de lidstaten om meer gedetailleerde maatregelen te treffen

Deze verordening doet geen afbreuk aan het recht van de lidstaten om maatregelen te handhaven of in te voeren die meer gedetailleerde voorschriften bevatten dan die welke  in deze verordening, in de in artikel 56 bedoelde richtsnoeren of in de in de artikelen 52 tot en met 55 bedoelde netcodes zijn vervat, mits die maatregelen met het Unierecht verenigbaar zijn.   in deze verordening en de in artikel 23 bedoelde richtsnoeren zijn vervat.

Artikel 5825

Informatieverstrekking  en vertrouwelijkheid 

1. De lidstaten en de regulerende instanties verstrekken de Commissie op verzoek  de   alle voor de toepassing van artikel 23 noodzakelijke informatie  die voor de handhaving van deze verordening noodzakelijk is, inclusief de krachtens deze verordening vastgestelde richtsnoeren en netcodes  .

2. De Commissie stelt een redelijke termijn vast voor de informatieverstrekking, rekening houdend met de complexiteit  en de urgentie  van de gevraagde informatieen de urgentie.


 nieuw 

3. Indien de betrokken lidstaten of de betrokken regulerende instanties de informatie niet binnen de door de Commissie bepaalde termijn verstrekken, kan de Commissie alle voor de handhaving van deze verordening benodigde informatie rechtstreeks van de betrokken bedrijven verlangen.

Wanneer de Commissie een verzoek om informatie tot een onderneming richt, zendt zij tegelijkertijd een afschrift van het verzoek aan de regulerende instanties van de lidstaat op het grondgebied waarvan de zetel van de onderneming gevestigd is.

4. In haar verzoek noemt de Commissie de rechtsgrond van het verzoek, de voor de informatieverstrekking vastgestelde termijn, het doel van het verzoek, alsmede de sancties waarin artikel 59, lid 2, voorziet voor het verstrekken van onjuiste, onvolledige en misleidende informatie.

5. Tot het verstrekken van de gevraagde informatie zijn verplicht de eigenaren van een onderneming of degenen die hen vertegenwoordigen, en, in het geval van rechtspersonen, de natuurlijke personen die volgens het recht of de statuten bevoegd zijn hen te vertegenwoordigen. Indien naar behoren tot handelen gemachtigde advocaten de informatie namens hun cliënten verstrekken, blijft de cliënt volledig verantwoordelijk indien de verstrekte informatie onvolledig, onjuist of misleidend is.

6. Indien een onderneming de gevraagde informatie binnen de door de Commissie vastgestelde termijn niet dan wel onvolledig verstrekt, kan de Commissie de informatie bij besluit verlangen. Dat besluit specificeert welke informatie gevraagd wordt en stelt een passende termijn vast waarbinnen deze informatie moet worden verstrekt. De beschikking vermeldt de in artikel 59, lid 2, bedoelde geldboetes. Het besluit wijst ook op het recht bij het Hof van Justitie van de Europese Unie beroep tegen het besluit in te stellen.

De Commissie doet tegelijkertijd een afschrift van haar beschikking toekomen aan de regulerende instantie van de lidstaat op het grondgebied waarvan zich de verblijfplaats van de betrokken persoon bevindt, dan wel de zetel van de onderneming gevestigd is.

7. De in de leden 1 en 2 bedoelde informatie mag slechts ter handhaving van deze verordening worden aangewend.

De Commissie mag de uit hoofde van deze verordening verkregen informatie niet openbaar maken wanneer die informatie onder het beroepsgeheim valt.


 715/2009

Artikel 5927 - Sancties  nieuw 

1. De lidstaten stellen de regels vast inzake de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening, de overeenkomstig de artikelen 52 tot en met 56 vastgestelde netcodes en de in bijlage I vastgelegde richtsnoeren, en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat deze worden uitgevoerd. De vastgestelde sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend. De lidstaten stellen de Commissie onverwijld van die voorschriften en maatregelen in kennis en delen haar onverwijld alle latere wijzigingen daarvan mede.

2. De Commissie kan bij besluit aan bedrijven boetes opleggen van ten hoogste 1 % van de totale omzet over het voorgaande boekjaar, indien die ondernemingen opzettelijk of uit onachtzaamheid onjuiste, onvolledige of misleidende informatie verschaffen in antwoord op een ingevolge artikel 58, lid 4, tot hen gericht verzoek, dan wel verzuimen informatie te verschaffen binnen de termijn vastgesteld bij een op basis van artikel 58, lid 6, eerste alinea, uitgevaardigd besluit. Bij de vaststelling van het bedrag van de geldboete houdt de Commissie rekening met de ernst van de niet-naleving van de in lid 1 gestelde voorwaarden.

3. Op basis van lid 1 opgelegde sancties en krachtens lid 2 vastgestelde besluiten zijn niet van strafrechtelijke aard.


 715/2009

1 Rectificatie, PB L 309 van 24.11.2009, blz. 87

1. De lidstaten stellen de regels vast inzake de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat deze bepalingen worden uitgevoerd. De vastgestelde sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 1 juli 2006 van deze regels, die overeenkomen met de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1775/2005 in kennis en delen de Commissie onverwijld alle latere wijzigingen van die bepalingen mee. Zij stellen de Commissie uiterlijk 3 maart 2011 in kennis van de regels die niet overeenstemmen met de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1775/2005 en delen de Commissie onverwijld alle latere wijzigingen van die bepalingen mee.

2. Sancties krachtens lid 1 zijn niet van strafrechtelijke aard.

Hoofdstuk V

Slotbepalingen


 nieuw 

Artikel 60

Nieuwe aardgas- en waterstofinfrastructuur

1. Grote nieuwe aardgasinfrastructuur, dat wil zeggen interconnectoren, LNG- en opslaginstallaties, kunnen op verzoek voor een vastgestelde periode worden ontheven van het bepaalde in de artikelen 28, 27, lid 1, 29 en 54, en in artikel 72, leden 7 en 9, en artikel 73, lid 1, van [de herschikte gasrichtlijn]. Grote nieuwe waterstofinfrastructuur, dat wil zeggen interconnectoren, waterstofterminals en ondergrondse waterstofopslag, kunnen op verzoek voor een vastgestelde periode worden ontheven van het bepaalde in de artikelen 62, 31, 32 en 33 van [de herschikte gasrichtlijn] en in artikel 15 van de onderhavige verordening. De volgende voorwaarden zijn van toepassing:

a) de investering versterkt de mededinging bij de levering van gas of waterstof, en versterkt de leveringszekerheid;

b) de investering draagt bij tot decarbonisatie;

c) de risico's die aan de investering zijn verbonden, zijn van dien aard dat de investering niet zou plaatsvinden tenzij er een vrijstelling is verleend;

d) de infrastructuur is eigendom van een natuurlijke of rechtspersoon die op zijn minst qua rechtsvorm gescheiden is van de systeembeheerders in wier systemen die infrastructuur wordt gebouwd;

e) er worden bij de gebruikers van die infrastructuur tarieven in rekening gebracht; en

f) de ontheffing gaat niet ten koste van de mededinging op de relevante markten waarop de investering waarschijnlijk een effect zal hebben, van het efficiënte functioneren van de interne markt voor gas, van het efficiënte functioneren van de betrokken gereguleerde systemen, van decarbonisatie of van de leveringszekerheid in de Unie.

Deze voorwaarden moeten worden beoordeeld met inachtneming van het beginsel van energiesolidariteit. De nationale instanties moeten de situatie in de andere betrokken lidstaten in acht nemen en mogelijke negatieve gevolgen afwegen tegen de gunstige gevolgen op zijn grondgebied.

2. De ontheffing in lid 1 is ook van toepassing op een aanzienlijke capaciteitsverhoging van bestaande infrastructuur en op wijzigingen van die infrastructuur die het mogelijk maken nieuwe bronnen voor de levering van hernieuwbare en koolstofarme gassen te ontwikkelen.

3. De regelgevende instantie kan per geval een besluit nemen over de in de leden 1 en 2 bedoelde vrijstelling.

Voordat een besluit over de ontheffing wordt genomen, gaat de regulerende instantie, of in voorkomend geval een andere bevoegde instantie van die lidstaat, over tot raadpleging van:

a) de regulerende instanties van de lidstaten wier markten waarschijnlijk een effect zullen ondervinden van de nieuwe infrastructuur; en

b) de nationale regulerende instanties van de derde landen wier betrokken infrastructuur verbonden is met het Unienet dat onder het rechtsgebied van een lidstaat valt en begint of eindigt in een of meer derde landen.

Indien de geraadpleegde autoriteiten van de derde landen niet binnen een redelijke termijn of binnen een vastgelegde termijn van ten hoogste drie maanden reageren, kan de betrokken regulerende instantie het vereiste besluit nemen.

4. Wanneer de infrastructuur in kwestie is gelegen op het grondgebied van meer dan één lidstaat, kan ACER, binnen twee maanden vanaf de datum waarop de laatste van de regulerende instanties een verzoek om een ontheffing heeft ontvangen, een advies aan de regulerende instanties van de lidstaten in kwestie doen toekomen. Zij kunnen op die basis een besluit nemen.

Indien alle betrokken regulerende instanties binnen zes maanden vanaf de datum waarop de laatste regulerende instantie het verzoek om ontheffing heeft ontvangen, overeenstemming hebben bereikt over dit verzoek, stellen zij ACER op de hoogte van hun besluit. Indien de betrokken infrastructuur een transmissieleiding is tussen een lidstaat en een derde land kan de regulerende instantie, of in voorkomend geval een andere bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zich het eerste interconnectiepunt met het net van de lidstaten bevindt, alvorens een besluit over de ontheffing te nemen, de relevante bevoegde autoriteit van dat derde land raadplegen, teneinde ervoor te zorgen dat, wat de betrokken infrastructuur betreft, deze verordening consequent wordt toegepast op het grondgebied en, in voorkomend geval, in de territoriale wateren van die lidstaat. Indien de geraadpleegde autoriteit van het derde land niet binnen een redelijke of vastgelegde termijn van ten hoogste drie maanden reageert, kan de betrokken regulerende instantie het vereiste besluit nemen.

ACER voert de taken waarmee de regulerende instanties van de betrokken lidstaten bij dit artikel worden belast, uit:

a) indien alle betrokken regulerende instanties niet in staat zijn gebleken overeenstemming te bereiken binnen zes maanden na de datum waarop de laatste van deze regulerende instanties het verzoek om ontheffing heeft ontvangen; of

b) naar aanleiding van een gezamenlijk verzoek van de betrokken regulerende instanties.

Alle betrokken regulerende instanties kunnen gezamenlijk verzoeken de in de derde alinea, punt a), bedoelde periode met ten hoogste drie maanden te verlengen.

5. Alvorens een besluit te nemen raadpleegt ACER de relevante regulerende instanties en de aanvragers.

6. Een ontheffing kan gelden voor het geheel of voor gedeelten van de capaciteit van de nieuwe infrastructuur, of van de bestaande infrastructuur met aanzienlijk verhoogde capaciteit.

Bij de besluitvorming over de ontheffing wordt per geval nagegaan of er voorwaarden gesteld moeten worden met betrekking tot de duur van de ontheffing en de niet-discriminerende toegang tot de infrastructuur. Bij de vaststelling van deze voorwaarden wordt met name rekening gehouden met de aan te leggen extra capaciteit of de wijziging van de bestaande capaciteit, de looptijd van het project en de nationale omstandigheden.

Voordat een ontheffing wordt verleend, besluit de regulerende instantie, over de voorschriften en de mechanismen voor het beheer en/of de toewijzing van de capaciteit. De voorschriften omvatten de eis dat alle potentiële gebruikers van de infrastructuur wordt verzocht hun belangstelling voor het inkopen van capaciteit aan te geven alvorens de toewijzing van capaciteit in de nieuwe infrastructuur, inclusief voor eigen gebruik, plaatsvindt. De regulerende instantie eist dat de voorschriften voor het congestiebeheer de verplichting omvatten om ongebruikte capaciteit op de markt aan te bieden, en eist dat gebruikers van de infrastructuur het recht krijgen de door hen ingekochte capaciteit te verhandelen op de secundaire markt. Bij haar beoordeling van de in lid 1, punten a), b) en e), bedoelde criteria houdt de regulerende instantie rekening met de resultaten van de capaciteitstoewijzingsprocedure.

Het besluit tot verlening van vrijstelling, met inbegrip van eventuele voorwaarden als bedoeld in de tweede alinea van dit lid, wordt naar behoren met redenen omkleed en wordt gepubliceerd.

7. Bij de beoordeling of belangrijke nieuwe infrastructuur overeenkomstig lid 1, punt a), naar verwachting de leveringszekerheid zal versterken, overweegt de betreffende instantie in hoeverre de infrastructuur de naleving door de lidstaten van hun verplichtingen uit hoofde van Verordening (EU) 2017/1938 20 van het Europees Parlement en de Raad op regionaal en nationaal niveau naar verwachting zal verbeteren.

8. De lidstaten kunnen bepalen dat de regulerende instantie of ACER, naar gelang van het geval, haar of zijn advies over het verzoek om ontheffing aan het bevoegde orgaan in de lidstaat voorlegt met het oog op een formeel besluit. Dit advies wordt samen met het besluit bekendgemaakt.

9. De regulerende instantie zendt de Commissie onverwijld na ontvangst een afschrift toe van ieder verzoek om ontheffing. Het besluit tot verlening van vrijstelling wordt door de bevoegde instantie onverwijld ter kennis van de Commissie gebracht, samen met alle relevante informatie. De informatie kan in geaggregeerde vorm aan de Commissie worden voorgelegd om haar in staat te stellen het ontheffingsbesluit te beoordelen. Deze informatie omvat in het bijzonder:

a) de gedetailleerde redenen op grond waarvan de regelgevende instantie of de lidstaat de ontheffing heeft verleend of geweigerd, samen met een verwijzing naar de/het relevante punt(en) van lid 1, waarop dat besluit is gebaseerd, met inbegrip van de financiële informatie ter staving van de noodzaak van een ontheffing;

b) de analyse van de gevolgen voor de mededinging en de effectieve werking van de interne markt die het verlenen van de ontheffing met zich meebrengt;

c) de motivering omtrent de duur van de ontheffing en het gedeelte van de totale capaciteit van de infrastructuur waarvoor de ontheffing is verleend;

d) indien de ontheffing betrekking heeft op een interconnector, het resultaat van het overleg met de betrokken regulerende instanties;

e) de bijdrage van de infrastructuur aan de diversifiëring van de voorziening.

10. Binnen vijftig werkdagen na ontvangst van de kennisgeving uit hoofde van lid 7 kan de Commissie een besluit nemen waarbij zij de kennisgevende instanties verzoekt het besluit tot vrijstelling te wijzigen of te herroepen. Die termijn kan met vijftig werkdagen worden verlengd indien de Commissie om aanvullende informatie verzoekt. De extra termijn gaat in op de dag volgende op die van de ontvangst van de volledige informatie. Ook deze termijn kan met instemming van zowel de Commissie als de kennisgevende instanties worden verlengd.

Wanneer de opgevraagde informatie niet binnen de in het verzoek om informatie vastgestelde termijn wordt verstrekt, wordt de kennisgeving geacht te zijn ingetrokken tenzij, alvorens die termijn afloopt, de termijn is verlengd met de instemming van zowel de Commissie als de regulerende instantie of tenzij de regulerende instantie in een met redenen omklede verklaring de Commissie ervan op de hoogte heeft gebracht dat zij de kennisgeving als volledig beschouwt.

De regulerende instantie voldoet binnen een termijn van een maand aan het besluit van de Commissie om het ontheffingsbesluit te wijzigen of in te trekken en stelt de Commissie daarvan in kennis.

De Commissie neemt de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie in acht.

Indien de Commissie een ontheffingsbesluit goedkeurt, verliest die goedkeuring haar effect:

a) twee jaar na de vaststelling daarvan wanneer de bouw van de infrastructuur nog niet van start is gegaan,

b) na vijf jaar na de vaststelling daarvan wanneer de infrastructuur nog niet operationeel is geworden, tenzij de Commissie vaststelt dat de vertraging het gevolg is van grote hindernissen die buiten de macht liggen van de persoon aan wie de ontheffing is verleend.

11. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 63 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot vaststelling van richtsnoeren voor de toepassing van de in lid 1 bedoelde voorwaarden en voor de procedure die moet worden gevolgd voor de toepassing van de leden 3, 6, 8 en 9 .


 715/2009 (aangepast)

 nieuw 

Artikel 6128 - Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door het comité   [naam van het comité]  dat is opgericht bij artikel 8451 van Richtlijn 2009/73/EG  [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn]  .  Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.


 nieuw 

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.


 715/2009

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.


 715/2009 (aangepast)

 nieuw 

Artikel 6230 - Afwijkingen en vrijstellingen

Deze verordening is niet van toepassing op: 

a)in de lidstaten gelegen aardgastransmissiesystemen, voor de duur van ontheffingen die zijn verleend uit hoofde van artikel 80 van [de nieuwe gasrichtlijn]   artikel 49 van Richtlijn 2009/73/EG ;

b)belangrijke nieuwe infrastructuur, d.w.z. de in artikel 36, leden 1 en 2, van Richtlijn 2009/73/EG bedoelde interconnectoren, LNG- en opslaginstallaties en aanzienlijke capaciteitsverhogingen van bestaande infrastructuur en wijzigingen van die infrastructuur die het mogelijk maken nieuwe bronnen voor de levering van gas te ontwikkelen, die zijn ontheven van de toepassing van de artikelen 9, 14, 32, 33 en 34 of van artikel 41, leden 6, 8 en 10, van die richtlijn, voor de duur van de ontheffing van de onder dit punt vermelde bepalingen, met uitzondering van artikel 19, lid 4, van deze verordening, of

c)aardgastransmissiesystemen waarvoor krachtens artikel 48 van Richtlijn 2009/73/EG ontheffingen zijn verleend.

In verband met punt a) van de eerste alinea, kunnen lidstaten waaraan krachtens dit artikel 49 van Richtlijn 2009/73/EG ontheffingen zijn verleend de Commissie verzoeken om tijdelijke ontheffing van de toepassing van deze verordening, en wel voor een periode van ten hoogste twee jaar vanaf de datum waarop de in dit punt bedoelde ontheffing verstrijkt.


 nieuw 

Artikel 63

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De in de artikelen 16, 28, 53, 54, 56 en 60 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van [de datum van inwerkingtreding].

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikelen 16, 28, 53, 54, 56 en 60 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdige kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6. Een overeenkomstig de artikelen 16, 28, 53, 54, 56 en 60 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 64

Wijziging van Besluit (EU) 2017/684

De in Besluit (EU) 2017/684 bepaalde kennisgevingsverplichtingen met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten op het gebied van energie met betrekking tot gas wordt uitgelegd als omvattende intergouvernementele overeenkomsten met betrekking tot waterstof, inclusief waterstofcomponenten zoals ammoniak en vloeibare organische waterstofdragers.

Artikel 65

Wijzigingen van Verordening (EU) 2019/942

Verordening (EU) 2019/942 wordt als volgt gewijzigd:

1) in artikel 2 wordt punt a) vervangen door:

“a) brengt advies uit en doet aanbevelingen aan transmissiesysteembeheerders, het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, het Europees netwerk van netbeheerders voor waterstof (ENNOH), de EU DSB-entiteit, regionale coördinatiecentra en benoemde elektriciteitsmarktbeheerders, en door transmissiesysteembeheerders voor gas opgerichte entiteiten, LNG-systeembeheerders, gas- of waterstofopslagsysteembeheerders of beheerders van waterstofnetten;”;

2) in artikel 3, lid 2, wordt de eerste alinea vervangen door:

“Op verzoek van ACER verstrekken de regulerende instanties, het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, het ENNOH, de regionale coördinatiecentra, de EU DSB-entiteit, de transmissiesysteembeheerders, waterstofnetbeheerders en de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders, en door transmissiesysteembeheerders voor gas opgerichte entiteiten, LNG-systeembeheerders, gas- of waterstofopslagsysteembeheerders of waterstofterminalbeheerders aan ACER de informatie die ACER uit hoofde van deze verordening voor de uitvoering van de taken van ACER nodig heeft, tenzij ACER die informatie reeds heeft gevraagd en ontvangen.”;

3) in artikel 4 worden de leden 1 en 2, en lid 3, punten a) en b), vervangen door:

“1. ACER brengt de Commissie advies uit over de ontwerpstatuten, de ledenlijst en het ontwerpreglement van orde van het ENTSB voor elektriciteit overeenkomstig artikel 29, lid 2, van Verordening (EU) 2019/943, van het ENTSB voor gas overeenkomstig artikel 22, lid 2, van [de gasverordening] en van het ENNOH overeenkomstig artikel 40, lid 5, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804] en van de EU DSB-entiteit overeenkomstig artikel 53, lid 3, van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 37, lid 4, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804].”

“2. ACER oefent toezicht uit op de uitvoering van de taken van het ENTSB voor elektriciteit overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) 2019/943, van het ENTSB voor gas overeenkomstig artikel 24 van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804] en van het ENNOH overeenkomstig artikel 46 van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804] , en van de EU DSB-entiteit als bedoeld in artikel 55 van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 38 van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804].”

“3. ACER kan advies uitbrengen aan:

a) het ENTSB voor elektriciteit overeenkomstig artikel 30, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2019/943 en aan het ENTSB voor gas overeenkomstig artikel 23, lid 2, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804] en aan het ENNOH overeenkomstig artikel XX van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804] over de netcodes;”

“het ENTSB voor elektriciteit overeenkomstig artikel 32, lid 2, van Verordening (EU) 2019/943, en aan het ENTSB voor gas overeenkomstig artikel 24, lid 2, van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn], en aan het ENNOH overeenkomstig artikel 43, lid 2, van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] over de ontwerpversie van het jaarlijkse werkprogramma, het ontwerp van netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt, en andere relevante documenten als genoemd in artikel 30, lid 1, van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 23, lid 3, en artikel 42, lid 1, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804], daarbij rekening houdend met de doelstellingen van non-discriminatie, effectieve mededinging en de efficiënte en zekere werking van de interne markten voor elektriciteit en aardgas;”;

4) in artikel 4, worden de leden 6, 7 en 8 vervangen door:

“6. De relevante regulerende instanties plegen overleg om gezamenlijk te bepalen of de EU DSB-entiteit, het ENTSB voor elektriciteithet ENTSB voor gas, de EU DSB-entiteit, en de regionale coördinatiecentra tekortschieten in hun Unierechtelijke verplichtingen, en zij nemen passende maatregelen overeenkomstig artikel 59, lid 1, punt c), en artikel 62, lid 1, punt f), van Richtlijn (EU) 2019/944 of artikel 72, lid 1, punt e), van [de herschikte gasrichtlijn als voorgesteld bij COM(2021) 803].

ACER geeft op verzoek van een of meer regulerende instanties of op eigen initiatief een met redenen omkleed advies en een aanbeveling aan het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, het Europees netwerk van netbeheerders voor waterstof, de EU DSB-entiteit of de regionale coördinatiecentra over de naleving van hun verplichtingen.”

“7. Indien uit een met redenen omkleed advies van ACER blijkt dat het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, het Europees netwerk van netbeheerders voor waterstof, de EU DSB-entiteit of een regionaal coördinatiecentrum mogelijkerwijs tekortschiet in zijn respectieve verplichtingen, nemen de betrokken regulerende instanties met eenparigheid van stemmen gecoördineerde besluiten waarin zij vaststellen of is tekortgeschoten in de relevante verplichtingen en, in voorkomend geval, welke maatregelen het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, het ENNOH, de EU DSB-entiteit of het regionaal coördinatiecentrum dient te nemen om die niet-nakoming te verhelpen. Indien de regulerende instanties binnen vier maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het met redenen omkleed advies van ACER geen dergelijk gecoördineerd besluit aannemen met eenparigheid van stemmen, wordt de zaak overeenkomstig artikel 6, lid 10, voorgelegd aan ACER.”

“8. Indien het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, het ENNOH, de EU DSB-entiteit of een regionaal coördinatiecentrum een overeenkomstig lid 6 of lid 7 vastgestelde niet-nakoming van hun verplichtingen niet binnen drie maanden hebben verholpen, of indien de bevoegde regulerende instantie in de lidstaat waar de entiteit gevestigd is, geen maatregelen heeft genomen om de naleving te waarborgen, richt ACER aan de regulerende instantie een aanbeveling om overeenkomstig artikel 59, lid 1, punt c), en artikel 62, lid 1, punt f), van Richtlijn (EU) 2019/944 of artikel 74, lid 1, punt d), van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn], maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, het ENNOH, de EU DSB-entiteit of de regionale coördinatiecentra hun verplichtingen nakomen, en stelt het de Commissie daarvan in kennis.”;


5) in artikel 5 wordt lid 1 vervangen door:

1. “ACER neemt deel aan de ontwikkeling van netcodes in overeenstemming met artikel 59 van Verordening (EU) 2019/943 en de artikelen 53 en 54 6 van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804]Verordening (EG) nr. 715/2009, en van richtsnoeren overeenkomstig artikel 61, lid 6, van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 56, lid 5, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804]. Het moet met name:

a) niet-bindende kaderrichtsnoeren bij de Commissie indienen wanneer het hierom wordt verzocht uit hoofde van artikel 59, lid 4, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 53, lid 4, of artikel 54, lid 4, van [de herschikte gasrichtlijn als voorgesteld bij COM(2021) 804]artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 715/2009. ACER beziet de kaderrichtsnoeren en dient ze opnieuw bij de Commissie in wanneer het hierom wordt verzocht uit hoofde van artikel 59, lid 7, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 53, lid 7, of artikel 54, lid 7, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804];artikel 6, lid 4, van Verordening (EG) nr. 715/2009.

b) een naar behoren met redenen omkleed advies over de netcode indienen bij het ENTSB voor gas overeenkomstig artikel 6, lid 7, van Verordening (EG) nr. 715/2009;

bc)de netcode herzien overeenkomstig artikel 59, lid 11, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 53, lid 11, of artikel 54, lid 11, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804] en artikel 6, lid 9, van Verordening (EG) nr. 715/2009. Bij zijn herziening houdt ACER rekening met de door de betrokken partijen tijdens het opstellen van die herziene netcode onder leiding van het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, het ENNOH of de EU DSB-entiteit verstrekte zienswijzen; ACER raadpleegt de relevante belanghebbenden officieel over de aan de Commissie voor te leggen versie. ACER kan daartoe, in voorkomend geval, een beroep doen op het bij de netcodes opgerichte comité. ACER brengt bij de Commissie verslag uit over het resultaat van de raadplegingen. Vervolgens legt ACER de netcode herzien overeenkomstig artikel 59, lid 11, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 53, lid 11, of artikel 54, lid 11, van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] en artikel 6, lid 9, van Verordening (EG) nr. 715/2009 aan de Commissie voor. Indien het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, het ENNOH of de EU DSB-entiteit er niet in slaagt een netcode te ontwikkelen, stelt ACER een ontwerpnetcode op en dient deze bij de Commissie in wanneer het hierom wordt verzocht uit hoofde van artikel 59, lid 12, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 53, lid 12, of artikel 54, lid 12, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804] artikel 6, lid 10, van Verordening (EG) nr. 715/2009;

cd)overeenkomstig artikel 32, lid 1, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 24, lid 1, of artikel 46, lid 2, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804] artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 715/2009 een naar behoren met redenen omkleed advies uitbrengen aan de Commissie wanneer het ENTSB voor elektriciteit of het ENTSB voor gas, het ENNOH of de EU DSB-entiteit geen uitvoering heeft gegeven aan een van de netcodes die zijn opgesteld uit hoofde van artikel 30, lid 1, onderpunt a), van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 23, lid 1, of artikel 42, lid 1, van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 715/2009 of aan een netcode die is vastgesteld overeenkomstig artikel 59, leden 3 tot en met 12, van Verordening (EU) 2019/943, artikel 53, leden 3 tot en met 12, of artikel 54, leden 3 tot en met 12, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804]  en artikel 6, leden 1 tot en met 10, van Verordening (EG) nr. 715/2009 maar die door de Commissie niet is aangenomen uit hoofde van artikel 59, lid 13, van Verordening (EU) 2019/943 , artikel 53, lid 13, of artikel 54, lid 13, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804] en artikel 6, lid 11, van Verordening (EG) nr. 715/2009;

de)toezicht uitoefenen op en de implementatie analyseren van de netcodes die door de Commissie zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 59 van Verordening (EU) 2019/943 , de artikelen 53 en 54 van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804] en artikel 6 van Verordening (EG) nr. 715/2009, en de richtsnoeren die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EU) 2019/943,en artikel 56 van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804] alsmede de weerslag ervan op de harmonisatie van de toepasselijke voorschriften die gericht zijn op het vergemakkelijken van de marktintegratie, alsmede non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en het efficiënt functioneren van de markt, en verslag uitbrengen aan de Commissie.”;

6) artikel 6, lid 3, eerste alinea, wordt vervangen door:

“3. Uiterlijk 5 juli 2022 en vervolgens om de vier jaar dient de Commissie een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad over de onafhankelijk van de regulerende instanties overeenkomstig artikel 57, lid 7, van Richtlijn (EU) 2019/944 en artikel 70, lid 6, van [de herschikte gasrichtlijn als voorgesteld bij COM(2021) 803].”;

7) in artikel 6 worden de volgende leden 9 bis, 9 ter, 9 quater en 9 quinquies ingevoegd:

“9 bis) ACER doet aanbevelingen aan de regulerende instanties en de netbeheerders inzake de gereguleerde activa overeenkomstig artikel 4, lid 4, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804].

9 ter) ACER kan aanbevelingen doen aan de regulerende instanties inzake de toewijzing van de kosten van oplossingen voor beperkingen van de grensoverschrijdende flows ten gevolge van gaskwaliteitsverschillen overeenkomstig artikel 19, lid 8, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804].

9 quater) ACER kan aanbevelingen doen aan de regulerende instanties inzake de toewijzing van de kosten van oplossingen voor beperkingen van de grensoverschrijdende flows ten gevolge van waterstofkwaliteitsverschillen overeenkomstig artikel 39, lid 8, van [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804].

9 quinquies) ACER publiceert een monitoringsrapport inzake de congestie in interconnectiepunten overeenkomstig afdeling 2.2.1, punt 2, van bijlage I bij [de herschikte gasverordening als voorgesteld bij COM(2021) 804].”;


8) in artikel 6, lid 10, eerste alinea, worden de punten b) en c) vervangen door:

“b) de in de artikelen 59 tot en met 61 van Verordening (EU) 2019/943 bedoelde netcodes en richtsnoeren die vóór 4 juli 2019 en latere herzieningen van deze netcodes en richtsnoeren zijn aangenomen; of”

“de in de artikelen 59 tot en met 61 van Verordening (EU) 2019/943 bedoelde netcodes en richtsnoeren vastgesteld als uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.; of”;

9) aan artikel 6, lid 10, eerste alinea, worden de volgende punten toegevoegd:

“d) richtsnoeren overeenkomstig bijlage I bij [de gasverordening]; of

e) netcodes en richtsnoeren als bedoeld in de artikelen 53 tot en met 56 van [de gasverordening].”;

10) in artikel 6, lid 10, tweede alinea, wordt punt a) vervangen door:

“indien de bevoegde regulerende instanties niet in staat zijn gebleken overeenstemming te bereiken binnen zes maanden vanaf de datum waarop het geval naar de laatste van deze regulerende instanties is verwezen, of binnen vier maanden vanaf die datum in gevallen bedoeld in artikel 4, lid 7, van deze verordening of artikel 59, lid 1, onder c), of artikel 62, lid 1, onder f), van Richtlijn (EU) 2019/944, of artikel 72, lid 1, punt e), van [de herschikte gasrichtlijn als voorgesteld bij COM(2021) 803];”;

11) in artikel 6, lid 10, wordt de derde alinea vervangen door:

“De bevoegde regulerende instanties kunnen gezamenlijk verzoeken om verlenging van de in de tweede alinea, onder a), van dit lid bedoelde periode met maximaal zes maanden, behalve in gevallen bedoeld in artikel 4, lid 7, van deze verordening of artikel 59, lid 1, onder c), of artikel 62, lid 1, onder f), van Richtlijn (EU) 2019/944, of artikel 72, lid 1, punt e), van [de herschikte gasrichtlijn als voorgesteld bij COM(2021) 803];”;

12) in artikel 6, lid 10, wordt de vierde alinea vervangen door:

“Wanneer de bevoegdheid om over de in de eerste alinea bedoelde grensoverschrijdende kwesties te beslissen, is overgedragen aan regulerende instanties in nieuwe netcodes of richtsnoeren als bedoeld in de artikelen 59 tot en met 61 van Verordening (EU) 2019/943 die na 4 juli 2019 als gedelegeerde handelingen zijn vastgesteld, is ACER enkel bevoegd om beslissingen te nemen op vrijwillige basis overeenkomstig punt b) van de tweede alinea van dit lid, op verzoek van ten minste 60 % meerderheid van de bevoegde regulerende instanties. Indien er slechts twee regulerende instanties bij betrokken zijn, kan een van hen de zaak doorverwijzen naar ACER.”;

13) in artikel 6, lid 12, wordt punt a) vervangen door:

“a) neemt ACER een besluit binnen zes maanden vanaf de datum van de verwijzing, of binnen vijf maanden vanaf die datum in het geval van artikel 4, lid 7, van deze verordening, of artikel 59, lid 1, onder c), of artikel 62, lid 1, onder f), van Richtlijn (EU) 2019/944 of artikel 72, lid 1, punt e), van [de herschikte gasrichtlijn als voorgesteld bij COM(2021) 803]; en”;

14) in artikel 14 wordt lid 1 vervangen door:

“Bij de uitvoering van zijn taken, in het bijzonder bij de opstelling van kaderrichtsnoeren overeenkomstig artikel 59 van Verordening (EU) 2019/943 of de artikelen 53 en 54 van [de in COM(2021)xxx voorgestelde herschikte gasverordening], alsmede bij het voorstellen van wijzigingen van netcodes uit hoofde van artikel 60 van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 55 van [de in COM(2021)xxx voorgestelde herschikte gasverordening], raadpleegt ACER uitvoerig en in een vroeg stadium, marktspelers, transmissiesysteembeheerders, waterstofnetbeheerders, consumenten, eindgebruikers, en in voorkomend geval mededingingsautoriteiten, ongeacht hun respectieve bevoegdheden, waarbij het, in het bijzonder bij de uitvoering van taken betreffende de transmissiesysteembeheerders en waterstofnetbeheerders, op een open en doorzichtige wijze opereert.”;

15) in artikel 15 worden de volgende leden 6 en 7 toegevoegd:

“6) ACER maakt studies bekend waarin de kostenefficiëntie van de EU-transmissiesysteembeheerders wordt vergeleken, overeenkomstig artikel 17, lid 2, van [de gasverordening].”

“7) ACER geeft adviezen die een geharmoniseerd formaat bieden voor de publicatie van technische informatie inzake de toegang tot waterstofnetten overeenkomstig bijlage I.”;

16) in artikel 15 wordt lid 1 vervangen door:

“ACER ziet, in nauwe samenwerking met de Commissie, de lidstaten en de relevante nationale instanties, met inbegrip van de regulerende instanties, en onverminderd de bevoegdheden van de mededingingsautoriteiten, toe op de groothandels- en kleinhandelsmarkten voor elektriciteit en aardgas, met name op de consumptieprijzen van aardgas en elektriciteit, de naleving van de in Richtlijn (EU) 2019/944 en [de herschikte gasrichtlijn als voorgesteld bij COM(2021) 803] vastgestelde consumentenrechten, de gevolgen van marktontwikkelingen voor huishoudelijke afnemers, de toegang tot de netten, met inbegrip van de toegang tot elektriciteit uit hernieuwbare bronnen, de vooruitgang met betrekking tot het niveau van interconnectoren, potentiële belemmeringen van grensoverschrijdende handel, inclusief het effect van waterstofbijmengingen in het aardgassysteem en belemmeringen van de grensoverschrijdende biomethaanflow, regelgevende belemmeringen voor nieuwe marktspelers en kleinere marktspelers, met inbegrip van energiegemeenschappen van burgers, staatsinterventies die voorkomen dat prijzen de werkelijke schaarste weergeven, zoals die welke omschreven zijn in artikel 10, lid 4, van Verordening (EU) 2019/943, de prestaties van de lidstaten op het gebied van zekerheid van de elektriciteitsvoorziening, op basis van de resultaten van de Europese beoordeling van de toereikendheid van de elektriciteitsvoorziening, zoals bedoeld in artikel 23 van die verordening, met name rekening houdend met de in artikel 17 van Verordening (EU) 2019/941 bedoelde evaluatie achteraf.”;

17) aan artikel 15, lid 1, wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

“ACER ziet, in nauwe samenwerking met de Commissie, de lidstaten en de relevante nationale instanties, met inbegrip van de regulerende instanties, en onverminderd de bevoegdheden van de mededingingsautoriteiten, toe op de waterstofmarkten, met name de gevolgen van de marktontwikkelingen voor waterstofafnemers, de toegang tot de waterstofnetten, met inbegrip van de toegang tot waterstof uit hernieuwbare bronnen, de vooruitgang met betrekking tot interconnectoren en potentiële belemmeringen van grensoverschrijdende handel.”;

18) in artikel 15 wordt lid 2 vervangen door:

“ACER publiceert jaarlijks een verslag over de resultaten van zijn toezichtsactiviteiten als bedoeld in lid 1. In dat verslag geeft het aan welke obstakels eventueel de voltooiing van de interne markten voor elektriciteit, en aardgas en waterstof in de weg staan.”.

Artikel 66

Wijziging van Verordening (EU) nr. 1227/2011

Verordening (EG) nr. 1227/2011 wordt als volgt gewijzigd:

“a)In artikel 2, artikel 3, leden 3 en 4, artikel 4, lid 1, en artikel 8, lid 5, wordt de term “elektriciteit of aardgas” vervangen door de term “elektriciteit, waterstof of aardgas”;

“b)In artikel 6, lid 2, wordt de term “elektriciteitsmarkten en gasmarkten” vervangen door de term “elektriciteitsmarkten, waterstofmarkten en gasmarkten;”;

Artikel 67

Wijzigingen van Verordening (EU) 2017/1938

Verordening (EU) 2017/1938 wordt als volgt gewijzigd:

1) in artikel 1 wordt de eerste zin vervangen door:

“Bij deze verordening worden bepalingen vastgesteld die erop gericht zijn de gasleveringszekerheid veilig te stellen door de goede en continue werking van de interne markt voor aardgas en hernieuwbare en koolstofarme gassen (“gas”) te waarborgen, door toe te staan dat buitengewone maatregelen kunnen worden genomen, waaronder een solidariteitsmaatregel als uiterste middel, wanneer de markt niet meer in staat is de gevraagde hoeveelheid gas te leveren, en door duidelijk de verantwoordelijkheden van de aardgasbedrijven, de lidstaten en de Unie te omschrijven en toe te wijzen met betrekking tot zowel preventieve actie als reacties op concrete verstoringen van de gaslevering.”;

2) aan artikel 2 worden de volgende definities toegevoegd:

“27) “gas”: aardgas in de zin van artikel 2, punt 1, van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn];”

“28) “strategische voorraad”: door transmissiesysteembeheerders aangekocht, beheerd en opgeslagen gas, uitsluitend bedoeld voor de uitvoering van hun functies als transmissiesysteembeheerder en voor de leveringszekerheid. Als strategische voorraad opgeslagen gas wordt alleen ingezet om het systeem onder veilige en betrouwbare voorwaarden operationeel te houden overeenkomstig artikel 35 van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] of in geval van een crisis die is afgekondigd overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad, en mag in andere gevallen niet op de groothandelsmarkten voor gas worden verkocht;”

“29) “opslaggebruiker”: een afnemer of mogelijke afnemer van een opslagsysteembeheerder.”;

3) aan artikel 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Verwijzingen naar aardgas wordt uitgelegd als verwijzingen naar gas in de zin van punt 27).”;

4) artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. Vóór 1 november 2017 voert het ENTSB-G een Uniewijde simulatie van scenario's uit waarin gaslevering en infrastructuur worden verstoord. De simulatie omvat de identificatie en de evaluatie van de noodaanvoercorridors; in de simulatie worden tevens de lidstaten vermeld die de geïdentificeerde risico's kunnen helpen oplossen, ook die in verband met opslag en LNG. De Uniebrede simulatie van gasleverings- en -infrastructuurverstoringsscenario's en de methode voor de simulatie worden door het ENTSB-G vastgesteld, in overleg met de GCG. Het ENTSB-G neemt een passend transparantieniveau in acht en biedt toegang tot de in zijn scenario's gebruikte aannamen. De Uniebrede simulatie van gasleverings- en -infrastructuurverstoringsscenario's wordt om de vier jaar herhaald, tenzij de omstandigheden een hogere frequentie rechtvaardigen.”;

5) in lid 4 wordt punt e) vervangen door:

“er wordt rekening gehouden met risico's die verband houden met de zeggenschap over de voor de gasleveringszekerheid relevante infrastructuur, waaronder bijvoorbeeld het risico op onderinvestering, waardoor diversificatie wordt ondermijnd, misbruik van bestaande infrastructuur, inclusief het hamsteren van opslagcapaciteit of schendingen van het Unierecht;”;

6) het volgende nieuwe artikel 7 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 7 bis

Preventieve en noodmaatregelen

De lidstaten nemen de nodige preventieve en noodmaatregelen. Deze maatregelen moeten rekening houden met de in artikel 7 bedoelde Uniewijde simulatie van verstoringsscenario's en moeten passend zijn om de in de gemeenschappelijke en nationale risico-evaluaties aangeduide risico's aan te pakken.”;

7) artikel 8, lid 1, en artikel 9, leden 3 tot en met 10 worden verplaatst en worden artikel 7 bis, leden 2 tot en met 12;

8) de volgende nieuwe artikelen 7 ter, 7 quater en 7 quinquies worden ingevoegd:

“Artikel 7 ter

Efficiënt en gemeenschappelijk gebruik van infrastructuur en gasopslag

1. De lidstaten waarborgen het gebruik van de bestaande infrastructuur op nationaal dan wel regionaal niveau, met het oog op efficiënte leveringszekerheid. De lidstaten maken in het bijzonder de grensoverschrijdende uitwisseling van gas en grensoverschrijdende toegang tot opslag en LNG mogelijk.

2. De gemeenschappelijke risico-evaluaties en actualiseringen daarvan omvatten een analyse van de toereikendheid van de capaciteit van in de regio beschikbare opslaginstallaties, het functioneren van de opslagcapaciteiten en de manier waarop die bijdragen tot de leveringszekerheid in de Unie, inclusief risico’s met betrekking tot de zeggenschap van entiteiten van derde landen over voor de gasleveringszekerheid relevante infrastructuur. In deze analyse wordt de rol van gasopslag vergeleken met alternatieve maatregelen, zoals investeringen in energie-efficiëntie en hernieuwbare energie.

3. Indien uit deze analyse van de gemeenschappelijke risico-evaluatie of actualiseringen daarvan een risico op regionaal niveau naar voren komt dat een risico kan vormen voor een of meer lidstaten van dezelfde risicogroep, en niet op andere wijze kan worden gemitigeerd, overwegen de lidstaten een of meer van de volgende maatregelen:

a) gasopslaggebruikers verplichten een minimumhoeveelheid gas in ondergrondse opslag op te slaan;

b) aanbestedingen, veilingen of gelijkwaardige mechanismen ter bevordering van boekingen van opslagcapaciteit om de mogelijke tekorten in de kosten te dekken;

c) transmissiesysteembeheerders verplichten strategische voorraden gas aan te kopen en te beheren;

d) opslag volledig in het net van de transmissiesysteembeheerder laten integreren indien de opslag anders de werking zou stopzetten en de veilige en betrouwbare werking van het transmissiesysteem daardoor in gevaar zou komen.

Die maatregelen moeten in de toepasselijke risicogroep worden besproken, met name betreffende de wijze waarop de in de gemeenschappelijke risico-evaluatie aangeduide risico's worden aangepakt.

4. De overeenkomstig artikel 7 bis, en lid 3, vastgestelde maatregelen zijn noodzakelijk, duidelijk omschreven, transparant, evenredig, niet-discriminerend en verifieerbaar, en zorgen niet voor onnodige verstoringen van de mededinging of de goede werking van de interne gasmarkt en brengen de gasleveringszekerheid van andere lidstaten of de Unie niet in gevaar. De maatregelen blokkeren of beperken de overeenkomstig Verordening (EU) 2017/459 van de Commissie toegewezen grensoverschrijdende capaciteiten niet.

5. Indien relevant risico's zijn aangeduid, beogen de lidstaten in de relevante risicogroepen om in de relevante risicogroep overeenstemming te bereiken over het beoogde voorraadniveau in de regio om te waarborgen dat het aangeduide risico voor de leveringszekerheid wordt afgedekt overeenkomstig de gemeenschappelijke risicoanalyse.

De lidstaten in de relevante risicogroep trachten overeenstemming te bereiken over de gezamenlijke financiering van de maatregelen krachtens lid 3, op basis van de gemeenschappelijke risico-evaluatie. De kosten worden billijk aan de lidstaten toegewezen, op basis van de overeenkomstig lid 2 uitgevoerde analyse. Indien de maatregel via een heffing wordt gefinancierd, wordt die heffing niet aan grensoverschrijdende interconnectiepunten toegewezen. Indien de lidstaten geen overeenstemming kunnen bereiken over de gezamenlijke financiering, kan de Commissie een niet-bindend richtsnoer aannemen over de belangrijkste op te nemen onderdelen.

6. De lidstaten in de relevante risicogroep komen een gemeenschappelijke gecoördineerde procedure overeen om gas in geval van nood in de zin van artikel 11, lid 1, te onttrekken uit de in lid 3 bedoelde opslag. De gemeenschappelijke gecoördineerde procedure omvat de procedure in geval van onttrekking van gas als deel van de door de Commissie gecoördineerde maatregelen bij een noodsituatie op regionaal of Unieniveau als bedoeld in artikel 12, lid 3. 

7. Na intern overleg in de in lid 3 bedoelde relevante risicogroep raadplegen de lidstaten de Groep coördinatie gas. De lidstaten stellen de Groep coördinatie gas in kennis van de in de leden 5 en 6 bedoelde gezamenlijke financiering en onttrekkingsprocedures.

8. De uit lid 3 voortvloeiende maatregelen worden opgenomen in de risico-evaluaties, en indien van toepassing, in het preventieve actieplan en het noodplan voor die periode.

Artikel 7 - quater Uniewijde risico-evaluaties

Als overgangsbepaling voltooien de lidstaten binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening middels het noodzakelijke addendum de bestaande gemeenschappelijke en nationale risico-evaluaties, en indien van toepassing, het preventieve actieplan en het noodplan, om aan artikel 7 ter, leden 2 tot en met 6, te voldoen. Deze bijgewerkte plannen worden gepubliceerd en aan de Commissie gemeld krachtens de procedure van artikel 8, lid 7, en de Commissie brengt een aanbeveling uit krachtens de voorwaarden van artikel 8, lid 8, die de betrokken bevoegde instantie krachtens de procedure van artikel 8, lid 9, in aanmerking moet nemen.

Artikel 7 - quinquies Gezamenlijke aankoop van strategische voorraden

1. Als onderdeel van de preventieve maatregelen ter waarborging van de leveringszekerheid kunnen de lidstaten een mechanisme oprichten voor de gezamenlijke aankoop van strategische voorraden door transmissiesysteembeheerders.

Het mechanisme wordt overeenkomstig het Unierecht en de mededingingsvoorschriften ontworpen, zodat de strategische voorraden kunnen worden gebruikt als onderdeel van de door de Commissie gecoördineerde maatregelen bij een noodsituatie op regionaal of Unieniveau als bedoeld in artikel 12, lid 3.

Het mechanisme staat open voor deelname van alle transmissiesysteembeheerders in de Unie die na de oprichting willen deelnemen.

2. De deelnemende lidstaten delen hun voornemen om een dergelijk mechanisme op te richten aan de Commissie mee. De mededeling omvat de nodige informatie om te beoordelen of deze verordening wordt nageleefd, zoals de hoeveelheid aan te kopen gas, de duur van de maatregel, de deelnemende transmissiesysteembeheerders, de toezichtregelingen en de activeringsprocedures in noodgevallen. De verwachte kosten en baten worden ook toegelicht.

3. De Commissie kan binnen drie maanden advies uitbrengen over de naleving van deze verordening door het beoogde mechanisme. De Commissie stelt de Groep coördinatie gas, en indien passend, ACER, in kennis van de ontvangen mededeling. De deelnemende lidstaten houden zoveel mogelijk rekening met het advies van de Commissie.

Artikel 7 - sexies Verslag over de opslag en de gezamenlijke aankoop van strategische voorraden

De Commissie brengt drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening verslag uit over de toepassing van de artikelen 7 ter, 7 quater en 7 quinquies, en over de ervaringen, de voordelen en kosten en de hindernissen bij het gebruik van de mogelijkheid om strategische voorraden gezamenlijk aan te kopen.”;


9) artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt geschrapt;

b) lid 3 wordt vervangen door:

“3 Het preventieve actieplan en het noodplan bevatten een regionaal hoofdstuk, of meerdere regionale hoofdstukken indien een lidstaat bij meerdere risicogroepen hoort, zoals vastgelegd in bijlage I.

De regionale hoofdstukken worden gezamenlijk door alle lidstaten in de risicogroep opgesteld alvorens te worden opgenomen in de respectieve nationale plannen. De Commissie speelt hierbij een faciliterende rol, zodat de regionale hoofdstukken samen bijdragen tot verbeterde gasleveringszekerheid in de Unie en geen tegenstrijdigheden bevatten en om eventuele belemmeringen voor samenwerking weg te nemen.

De regionale hoofdstukken bevatten passende en doeltreffende grensoverschrijdende maatregelen, ook met betrekking tot opslag en LNG, mits de lidstaten die de maatregelen uitvoeren en tot dezelfde of andere risicogroepen behoren en die daar op grond van de in artikel 7, lid 1, bedoelde simulatie en de gemeenschappelijke risico-evaluatie de gevolgen van ondervinden, daarmee instemmen.”;

10) in lid 6 wordt de volgende zin toegevoegd:

“Het voorstel tot samenwerking kan de vrijwillige deelname aan de in artikel 7 quater bedoelde gezamenlijke aankoop van strategische voorraden omvatten.”;

11) het volgende nieuwe artikel 8 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 8 bis

Maatregelen inzake cyberbeveiliging

1. Bij de vaststelling van de preventieve actieplannen en de noodplannen nemen de lidstaten passende maatregelen inzake cyberbeveiliging in acht.  

2. De Commissie kan overeenkomstig artikel 19 een gedelegeerde handeling vaststellen ter bepaling van sectorspecifieke voorschriften voor met cyberbeveiliging samenhangende aspecten van grensoverschrijdende gasflows, inclusief regels over gemeenschappelijke minimumvereisten, planning, toezicht, rapportage en crisisbeheer.

3. Voor de opstelling van deze gedelegeerde handeling werkt de Commissie nauw samen met het EU-Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER), het Agentschap voor cyberbeveiliging (ENISA), het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (ENTSB voor gas), en een beperkt aantal belangrijke belanghebbenden, alsmede entiteiten met bestaande vaardigheden inzake cyberbeveiliging binnen hun eigen bevoegdheid, zoals operationele centra voor cyberbeveiliging (SOC’s) die voor gereguleerde entiteiten van belang zijn en computer security incident response teams (CSIRT), zoals bedoeld in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2022/xxx betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de Unie.”;

12) artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i) punt e) wordt vervangen door:

“e) overige preventieve maatregelen voor het tegengaan van de in de in artikel 7 bis, lid 1, bedoelde risico-evaluatie geïdentificeerde risico's, zoals maatregelen betreffende de noodzaak om interconnecties tussen naburige lidstaten en de energie-efficiëntie te verbeteren, het hamsteren van capaciteit te voorkomen, de gasvraag te beperken, of de mogelijkheid om in voorkomend geval gasaanvoerroutes en bronnen van gas en het regionale gebruik van bestaande opslag- en LNG-capaciteiten te diversifiëren, teneinde alle afnemers van gas zo goed mogelijk te kunnen blijven voorzien;”;

ii) punt k) wordt vervangen door:

“ k)    informatie over alle openbaredienstverplichtingen met betrekking tot de gasleveringszekerheid, inclusief .verplichtingen inzake opslagcapaciteit en strategische voorraden;”;

iii) het volgende punt l) wordt toegevoegd:

“l)    informatie over maatregelen inzake cyberveiligheid, als bedoeld in artikel 8 bis.”;

13) aan artikel 12, lid 3, wordt het volgende punt d) toegevoegd:

“ d) coördinatie van de maatregelen ten aanzien van de gezamenlijke aankoop van strategische voorraden, als bedoeld in artikel 7 quater.”;

14) artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a) de leden 3, 4 en 5 worden vervangen door:

“3.   Een solidariteitsmaatregel is een uiterste middel en is enkel van toepassing indien de verzoekende lidstaat:

a) een crisis heeft afgekondigd overeenkomstig artikel 11;

b) ondanks de toepassing van de in artikel 11, lid 3, bedoelde maatregel niet in staat is geweest het tekort in de gaslevering aan zijn door solidariteit beschermde afnemers te dekken;

c) alle marktgebaseerde maatregelen (“vrijwillige maatregelen”), alle niet-marktgebaseerde maatregelen (“verplichte maatregelen”), en andere in het noodplan vervatte maatregelen heeft uitgeput;

d) een expliciet verzoek heeft gericht aan de Commissie en aan de bevoegde instanties van alle lidstaten waarmee hij rechtstreeks of, overeenkomstig lid 2, via een derde land is verbonden; dit verzoek gaat vergezeld van een beschrijving van de in punt b) bedoelde maatregelen die zijn toegepast, en van de uitdrukkelijke toezegging een billijke en spoedige compensatie te betalen aan de solidariteit verstrekkende lidstaat overeenkomstig lid 8.

4. Het aanbod van de lidstaten die een verzoek om solidariteit ontvangen, is in eerste instantie gebaseerd op vrijwillige maatregelen aan de vraagzijde, zo veel en zo lang als mogelijk, en pas daarna op niet-marktgebaseerde maatregelen.

Indien marktgebaseerde maatregelen voor de lidstaat die solidariteit verstrekt onvoldoende blijken om het tekort in de gaslevering aan de door solidariteit beschermde afnemers in de verzoekende lidstaat te verhelpen, kan de lidstaat die solidariteit verstrekt niet-marktgebaseerde maatregelen invoeren om aan de verplichtingen van de leden 1 en 2 te voldoen.

5. Indien meer dan één lidstaat solidariteit zou kunnen verstrekken aan een verzoekende lidstaat, kiest de verzoekende lidstaat, na alle lidstaten die solidariteit moeten verstrekken te hebben geraadpleegd, het meest voordelige aanbod op grond van kosten, levertermijn, betrouwbaarheid en diversificatie van de gaslevering. Indien de beschikbare marktgebaseerde maatregelen niet volstaan om het tekort in de gaslevering aan de door solidariteit beschermde afnemers in de verzoekende lidstaat te verhelpen, zijn de lidstaten die solidariteit moeten leveren, verplicht niet-marktgebaseerde maatregelen te activeren.”

b) aan lid 10 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Indien een solidariteitsmaatregel overeenkomstig de leden 1 en 2 is verstrekt, is het uiteindelijke bedrag van de door de verzoekende lidstaat betaalde compensatie onderworpen aan evaluatie achteraf door de regulerende instantie en/of de mededingingsautoriteit van de leverende lidstaat, binnen drie maanden na de opheffing van de noodsituatie. De verzoekende lidstaat wordt geraadpleegd en geeft advies over de voltooiing van de evaluatie achteraf. De instantie die deze evaluatie achteraf uitvoert, is bevoegd om, naar aanleiding van het overleg met de verzoekende lidstaat, een rectificatie van het compensatiebedrag te verlangen, met inachtneming van het advies van de verzoekende lidstaat. De conclusies van de evaluatie achteraf worden overgebracht aan de Europese Commissie, die daarmee rekening houdt bij haar verslag over de noodsituatie overeenkomstig artikel 14, lid 3.”;

c) lid 14 wordt vervangen door:

“14.   Indien de lidstaten geen overeenstemming bereiken over hun technische, juridische en financiële regelingen of deze niet voltooien, laat dit de toepasselijkheid van dit artikel onverlet. In dat geval, waar een solidariteitsmaatregel nodig is om de gaslevering aan de door solidariteit beschermde afnemers te garanderen, zijn de in bijlage IX (nieuw) opgenomen regelingen standaard op het verzoek en de levering van het gas van toepassing.”;

15) in artikel 14, lid 3, wordt de eerste alinea vervangen door:

“Na een noodsituatie verstrekt de in lid 1 bedoelde bevoegde instantie de Commissie zo spoedig mogelijk en uiterlijk zes weken na opheffing van de noodsituatie een gedetailleerde evaluatie van de noodsituatie en van de doeltreffendheid van de ten uitvoer gelegde maatregelen, inclusief een evaluatie van de economische effecten van de noodsituatie, de effecten op de elektriciteitssector en de bijstand die verleend is aan en/of ontvangen is van de Unie en haar lidstaten. Indien van toepassing, omvat de evaluatie een nadere omschrijving van de omstandigheden die hebben geleid tot activering van het mechanisme van artikel 13 en de voorwaarden waarop de ontbrekende gasleveringen zijn ontvangen, met inbegrip van de prijs en de betaalde financiële compensatie, en, indien van toepassing, de motivering waarom de solidariteitsaanbiedingen niet zijn aanvaard en/of het gas niet is geleverd. Die evaluatie wordt ter beschikking gesteld van de GCG en wordt meegenomen bij het actualiseren van de preventieve actieplannen en noodplannen.”;

16) artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

a) de eerste zin van lid 2 wordt vervangen door:

“De in artikel 3, lid 8, artikel 7, lid 5, artikel 8, lid 5, en artikel 8 bis, lid 2 (cyberveiligheid), bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van [de datum van vaststelling van de wijzigingen].”;

b) de eerste zin van lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, lid 8, artikel 7, lid 5, artikel 8, lid 5, , en artikel 8 bis, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken.”;

c) de eerste zin van lid 6 wordt vervangen door:

“6.   Een overeenkomstig artikel 3, lid 8, artikel 7, lid 5, artikel 8, lid 5, en artikel 8 bis, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken.”;

17) bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:

a) in afdeling 5, punt a), tweede alinea, wordt na het tweede streepje “maatregelen om aanvoerroutes en bronnen van gas te diversifiëren” het volgende streepje toegevoegd:

“- maatregelen om het hamsteren van capaciteit te voorkomen,”;

b) in afdeling 11.3, punt a), tweede alinea, wordt na het tweede streepje “maatregelen om aanvoerroutes en bronnen van gas te diversifiëren” het volgende streepje toegevoegd:

“- maatregelen om het hamsteren van capaciteit te voorkomen,”;

18) de tekst in bijlage II wordt toegevoegd als bijlage IX bij Verordening (EU) 2017/1938.


 715/2009 (aangepast)

Artikel 6831 - Intrekking

Verordening (EG) nr.715/2009   1775/2005 wordt ingetrokken vanaf 3 maart 2011. Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen overeenkomstig de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 6932 - Inwerkingtreding

 Rectificatie, PB L 229 van 1.9.2009, blz. 29 (aangepast)

 nieuw 

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing van af 1 januari 2023   1 januari tot en met 3 maart 2011.


 715/2009

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.