Artikelen bij COM(2021)214 - Mededeling aan het EP over het Raadsstandpunt inzake een verordening tot vaststelling van het programma Justitie (2021-2027)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 23.4.2021

COM(2021) 214 final

2018/0208(COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

over het

standpunt van de Raad over de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma Justitie (2021-2027) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1382/2013


2018/0208 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

over het

standpunt van de Raad over de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma Justitie (2021-2027) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1382/2013

1. Chronologisch overzicht

Indiening van het voorstel bij het Europees Parlement en de Raad (document COM(2018) 384):30 mei 2018
Het Comité van de Regio’s is geraadpleegd en heeft besloten geen advies uit te brengen/
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel:18 oktober 2018
Goedkeuring van een partieel onderhandelingsmandaat door het Comité van permanente vertegenwoordigers:19 december 2018
Trialogen:20 februari 2019

5 maart 2019
Bevestiging, door het Comité van permanente vertegenwoordigers, van de tijdens de tweede trialoog met het Europees Parlement overeengekomen gemeenschappelijke lezing:
13 maart 2019
Bevestiging, door het Europees Parlement, van de gemeenschappelijke lezing door middel van de aanneming van een wetgevingsresolutie (eerste lezing):17 april 2019
Overeenkomst in de Raad inzake een algemene oriëntatie:2 december 2020
Trialogen:11 december 2020

18 december 2020
Brief van de commissies JURI en LIBE aan de voorzitter van het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel) ter bevestiging van de instemming van het Europees Parlement met het resultaat van de interinstitutionele onderhandelingen:5 februari 2021
Politiek akkoord in het Comité van permanente vertegenwoordigers over de compromistekst:17 februari 2021
Vaststelling van het standpunt van de Raad in eerste lezing:19 april 2021

2. Doel van het voorstel van de Commissie

Het programma is een van de financieringsinstrumenten in het kader van het meerjarig financieel kader 2021-2027. Een goed werkende Europese rechtsruimte en doeltreffende nationale rechtsstelsels zijn noodzakelijk voor een bloeiende interne markt en voor de verdediging van de gemeenschappelijke waarden van de Unie. Het bevorderen van de waarden van de Unie omvat ook de bescherming ervan en het waarborgen van een klimaat waarin de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht worden geëerbiedigd, met wederzijdse erkenning en wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten. Het programma Justitie zal bijdragen tot de verdere ontwikkeling van een Europese rechtsruimte op basis van de rechtsstaat, wederzijdse erkenning en wederzijds vertrouwen. Het programma dient voor het faciliteren en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken, het ondersteunen en bevorderen van opleidingen op justitieel gebied met het oog op een gemeenschappelijke justitiële en rechtsstatelijke cultuur, en het faciliteren van de daadwerkelijke toegang tot de rechter voor iedereen en de toegang tot doeltreffende rechtsmiddelen. De Commissie heeft een totale begroting van 305 000 000 EUR (in lopende prijzen) voorgesteld.

Het programma ondersteunt activiteiten van overheidsinstanties, universiteiten/onderzoeksinstellingen, opleidingsinstellingen en maatschappelijke organisaties die bijdragen tot de ontwikkeling van een Europese rechtsruimte. In het kader van het programma zullen activiteiten worden gefinancierd om het wederzijds vertrouwen en de samenwerking te verbeteren (onder meer door middel van informatie- en communicatietechnologie). De middelen van het programma zullen worden gebruikt om de kennis van magistraten en justitieel personeel over het EU-recht, de instrumenten voor justitiële samenwerking, de relevante jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU en vergelijkend recht via opleidingen te verbeteren (onder meer door het jaarlijkse werkprogramma van het Europees netwerk voor justitiële opleiding te ondersteunen). In het kader van het programma zal ook steun worden verleend aan maatschappelijke organisaties en non-profitorganisaties zodat zij alle burgers adequate toegang kunnen bieden tot hun diensten, advies en ondersteuningsactiviteiten.

3. Opmerkingen over het standpunt van de Raad

Het standpunt van de Raad weerspiegelt het in de trialogen bereikte akkoord. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het voorstel van de Commissie zijn:

–begunstigden: opneming van juridische beroepsbeoefenaars die met maatschappelijke organisaties werken, als potentiële begunstigden, en toekenning van een grotere rol aan maatschappelijke organisaties;

–gerichte toewijzing van middelen: invoering van een gerichte toewijzing van middelen aan specifieke doelstellingen, en invoering van een flexibiliteitsmarge; het oorspronkelijke voorstel van de Commissie voorzag niet in deze vorm van beperkte gerichte toewijzing, maar een vergelijkbare vorm was opgenomen in de verordening tot vaststelling van het programma Justitie 2014-2020;

–perspectief van gendergelijkheid: invoering van een artikel over gendermainstreaming en het mainstreamen van non-discriminatie, versterking van de overweging, naar geslacht uitgesplitste gegevens in de indicatoren en aandacht voor het perspectief van gendergelijkheid bij de tussentijdse en eindevaluaties;

–verslaglegging: extra tekst ingevoegd;

–te financieren activiteiten: nader gespecificeerd; opsplitsing van een van de voorgestelde activiteiten, zodat voor maatschappelijke organisaties wordt voorzien in een op zich staande activiteit; het voorgestelde “nationale contactpunt” is vervangen door discussiefora voor belanghebbenden;

–comitéprocedure: onderzoeksprocedure in plaats van raadplegingsprocedure; het oorspronkelijke voorstel van de Commissie voorzag niet in de onderzoeksprocedure, maar deze werd wel gebruikt in het kader van de verordening tot vaststelling van een programma Justitie 2014-2020.

De Commissie is van mening dat in het bereikte akkoord de doelstellingen van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie behouden blijven.

4. Conclusie

De Commissie gaat akkoord met het standpunt van de Raad