Artikelen bij COM(2021)210 - Mededeling aan het EP over het Raadsstandpunt inzake vaststelling van het programma “Europees Solidariteitskorps”

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 21.4.2021

COM(2021) 210 final

2018/0230(COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

over het

standpunt van de Raad over de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma “Europees Solidariteitskorps” en tot intrekking van [verordening inzake het Europees Solidariteitskorps] en Verordening (EU) nr. 375/2014

(Voor de EER relevante tekst)


2018/0230 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

over het

standpunt van de Raad over de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma “Europees Solidariteitskorps” en tot intrekking van [verordening inzake het Europees Solidariteitskorps] en Verordening (EU) nr. 375/2014

(Voor de EER relevante tekst)

1. Chronologisch overzicht

Indiening van het voorstel bij het Europees Parlement en de Raad (document COM(2018)0440):11 juni 2018
Advies van het Comité van de Regio’s over het voorstel:5 december 2018
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel:17 oktober 2018
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing:12 maart 2019
Overeenkomst in de Raad inzake een algemene oriëntatie:26 november 2018
Trialogen:2 oktober 2019

12 november 2019

11 december 2019

11 december 2020
Bevestiging van het compromisakkoord door het Comité van permanente vertegenwoordigers:18 december 2020
Goedkeuring van het compromisakkoord in de commissie CULT van het Europees Parlement:11 januari 2021
Goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Comité van permanente vertegenwoordigers (I/A-punt):14 april 2021
Vaststelling van het standpunt van de Raad in eerste lezing:20 april 2021

2. Doel van het voorstel van de Commissie

Het Europees Solidariteitskorps is een van de financieringsinstrumenten in het kader van het meerjarig financieel kader 2021-2027. De Commissie heeft een algemeen budget van 1,26 miljard EUR voorgesteld.

Het voorstel betreffende het Europees Solidariteitskorps is bedoeld om jongeren tussen 18 en 30 jaar de kans te geven vrijwilligerswerk te doen, stage te lopen, aan solidariteitsactiviteiten deel te nemen of hun eigen solidariteitsprojecten uit te voeren ten behoeve van gemeenschappen en mensen in heel Europa. Nieuw in het voorstel is vooral de integratie van een nieuw onderdeel “humanitaire hulp” in het Europees Solidariteitskorps, waardoor het nieuwe korps een one-stop-shop wordt voor alle vormen van vrijwilligerswerk die de EU jongeren in Europa en elders te bieden heeft. Het onderdeel “humanitaire hulp” is voorgesteld om de continuïteit te waarborgen van de verplichtingen uit hoofde van het Verdrag om een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening voor jonge Europeanen op te richten, dat momenteel wordt uitgevoerd in het kader van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp 1 .

3. Opmerkingen over het standpunt van het Europees Parlement

Het Europees Parlement heeft in zijn standpunt in eerste lezing van 12 maart 2019 wijzigingen van het voorstel van de Commissie voorgesteld, met name:

–De begroting: een procentuele uitsplitsing tussen de onderdelen (vrijwilligerswerk, banen/stages, humanitaire hulp) in zowel constante als lopende prijzen;

–Gedelegeerde handelingen voor de vaststelling van de jaarlijkse werkprogramma’s;

–Het onderdeel “humanitaire hulp”: het Europees Parlement heeft het onderdeel opengesteld voor mensen van alle leeftijden; wilde het EU-vrijwilligersportaal voor humanitaire hulp en de selectieprocedures behouden; heeft solidariteitsprojecten aan het onderdeel toegevoegd, evenals de mogelijkheid om lokale vrijwilligers in derde landen bij de projecten te betrekken;

–Activiteiten in eigen land: partners uit andere landen moeten bij de activiteiten worden betrokken en de activiteiten staan uitsluitend open voor kansarme personen;

–Solidariteitsprojecten: de mogelijkheid om grensoverschrijdende elementen toe te voegen;

–Wijzigingen van het kader voor monitoring en evaluatie;

–Nieuwe kwaliteits- en ondersteuningsmaatregelen.

Tijdens de onderhandelingen heeft het Europees Parlement ook verzocht om het onderdeel “banen en stages” te schrappen en de begrotingsmiddelen tussen de twee resterende onderdelen te verdelen (94 % voor vrijwilligerswerk en 6 % voor humanitaire hulp), een afzonderlijk artikel over inclusie op te nemen, naar de voorwaarden inzake verzekering en accreditatie te verwijzen en de indicatoren te herzien. Voor het onderdeel “humanitaire hulp” heeft het Europees Parlement bovendien verzocht om verwijzingen naar verschillende beginselen inzake humanitaire hulp, samenwerkingsmechanismen en beleidsdocumenten, evenals om de betrokkenheid van lokale gemeenschappen en aanvullende indicatoren.

Als onderdeel van het tijdens de trialogen bereikte akkoord heeft de Commissie ingestemd met een begroting van 1,009 miljard EUR, de schrapping van het onderdeel “banen en stages” en een indicatieve verdeling van de begrotingsmiddelen tussen de twee resterende onderdelen; activiteiten in eigen land, met name voor kansarme jongeren; een verhoogde leeftijdsgrens (35 jaar) voor het onderdeel “humanitaire hulp” en de mogelijkheid voor deskundigen van alle leeftijden om projecten op het gebied van humanitaire hulp te ondersteunen in het kader van capaciteitsopbouw; aanvullende indicatoren voor het onderdeel “humanitaire hulp”; verschillende verwijzingen naar beginselen inzake humanitaire hulp en samenwerkingsmechanismen; een specifieke verwijzing naar de voorwaarden inzake accreditatie overeenkomstig de toepasselijke nationale wetgeving; en meer aandacht voor het thema inclusie.

De Commissie heeft er ook mee ingestemd de volgende verklaring af te leggen met betrekking tot een aanvullende indicator voor het onderdeel “humanitaire hulp”:

“De Europese Commissie neemt nota van het voorstel van het Europees Parlement om – bij de aanvulling van de verordening met bepalingen inzake de vaststelling van een kader voor monitoring en evaluatie – rekening te houden met “het aantal lokale actoren die de kennis, de beginselen en de methoden toepassen die zijn geleerd via de humanitaire activiteiten waaraan de vrijwilliger en de deskundigen hebben deelgenomen””.

Nadat de Raad zijn standpunt in eerste lezing heeft vastgesteld, wordt verwacht dat het Europees Parlement het in de trialogen bereikte akkoord formeel zal bekrachtigen.

4. Opmerkingen over het standpunt van de Raad

Het standpunt van de Raad weerspiegelt het in de trialogen bereikte akkoord. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het voorstel van de Commissie zijn:

–De financiële middelen voor de uitvoering van het programma in 2021-2027 bedragen 1 009 000 000 EUR in lopende prijzen. Met een maximum van 20 % voor activiteiten in eigen land bedraagt de indicatieve financiële steun voor de in artikel 4, lid 1, punten a) en b), bedoelde acties: - 94 % voor vrijwilligerswerk als bedoeld in artikel 7 en solidariteitsprojecten, - 6 % voor vrijwilligerswerk als bedoeld in artikel 11;

–De schrapping van het onderdeel “banen en stages”;

–Een leeftijdsbovengrens (35 jaar) voor het onderdeel “humanitaire hulp” en de mogelijke deelname van deskundigen van alle leeftijden in het kader van capaciteitsopbouw;

–Meer aandacht voor het thema inclusie;

–Een verwijzing naar de verzekering van de deelnemers en naar de voorwaarden inzake accreditatie overeenkomstig het toepasselijke nationale recht;

–Vrijwilligerswerk in eigen land zou vooral voor kansarme jongeren moeten openstaan;

–Binnen het onderdeel “humanitaire hulp”: een verwijzing naar het niet-schadenbeginsel, de humanitaire behoeften van lokale gemeenschappen, risicobeoordeling, de betrokkenheid van lokaal personeel en lokale vrijwilligers, en de specifieke behoeften van vrouwen;

–Een verwijzing in de overwegingen naar de Europese consensus over humanitaire hulp, het internationaal humanitair recht, de beginselen van goed humanitair donorschap en de coördinerende rol van het Bureau voor de coördinatie van humanitaire aangelegenheden van de Verenigde Naties;

–Herziene en aanvullende indicatoren, met name voor het nieuwe onderdeel “humanitaire hulp”;

–Een vaste looptijd van het programma die op het meerjarig financieel kader is afgestemd;

–Een verwijzing naar bepalingen inzake retroactiviteit;

–Herziene bepalingen inzake derde landen ter verduidelijking van de regels voor de deelname van met het programma geassocieerde derde landen en van juridische entiteiten uit niet met het programma geassocieerde derde landen.

In het algemeen wordt in het bereikte akkoord vastgehouden aan de doelstellingen van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie (met uitzondering van de schrapping van het onderdeel “stages en banen”); er wordt eenzelfde mate van ambitie aan de dag gelegd, maar er wordt in de nodige flexibiliteit voorzien om het programma uit te voeren.

5. Conclusie

De Commissie gaat akkoord met het standpunt van de Raad.

6. Verklaring van de Commissie

De Commissie heeft één verklaring afgelegd, die in de bijlage is opgenomen.


BIJLAGE

Verklaring van de Europese Commissie over het aantal lokale actoren die de kennis, de beginselen en de methoden toepassen die zijn geleerd via de humanitaire activiteiten waaraan de vrijwilliger en de deskundigen hebben deelgenomen

De Europese Commissie neemt nota van het voorstel van het Europees Parlement om – bij de aanvulling van de verordening met bepalingen inzake de vaststelling van een kader voor monitoring en evaluatie – rekening te houden met “het aantal lokale actoren die de kennis, de beginselen en de methoden toepassen die zijn geleerd via de humanitaire activiteiten waaraan de vrijwilliger en de deskundigen hebben deelgenomen”.


(1) Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening (“EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”).