Artikelen bij COM(2019)232 - Duurzameontwikkelings­doelen wereldwijd ondersteunen: het gezamenlijk syntheseverslag 2019 van de EU en haar lidstaten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 10.5.2019

COM(2019) 232 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

De duurzameontwikkelingsdoelen wereldwijd ondersteunen: het gezamenlijk syntheseverslag 2019 van de Europese Unie en haar lidstaten

{SWD(2019) 176 final}


De duurzameontwikkelingsdoelen wereldwijd ondersteunen:

het gezamenlijk syntheseverslag 2019 van de Europese Unie en haar lidstaten


Deel 1: Inleiding

De Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de VN 1 (Agenda 2030), die 17 duurzameontwikkelingsdoelen (sustainable development goals – SDG's) omvat, is de internationale sjabloon voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Deze gedeelde agenda is van immens belang, want alle landen moeten zich hierop baseren om binnen de grenzen van de planeet in de behoeften van de bevolking te voorzien. De Europese Unie en haar lidstaten zijn vastberaden om de Agenda 2030 uit te voeren en de wereldwijde uitvoering ervan te bevorderen met behulp van het volledige spectrum van hun externe optreden. De Europese consensus inzake ontwikkeling 2 van 2017 (hierna 'de consensus' genoemd) biedt een nieuw gemeenschappelijk beleidskader voor de ontwikkelingssamenwerking van de EU en haar lidstaten en ondersteunt de uitvoering van de Agenda 2030.

Dit verslag bevat een korte samenvatting van de wijze waarop de EU en haar lidstaten door middel van ontwikkelingssamenwerking de uitvoering van de Agenda 2030 in ontwikkelingslanden ondersteunen. Met het verslag wordt gevolg gegeven aan de specifieke verbintenis in het kader van de consensus om in 2019 en vervolgens om de vier jaar een dergelijk verslag op te stellen. Het focust op de periode na de aanneming van de Agenda 2030 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in september 2015 en maakt deel uit van de EU-verslaglegging voor het politiek forum op hoog niveau voor duurzame ontwikkeling 2019.

Het verslag toont de vooruitgang die de EU en de lidstaten tot nu toe hebben geboekt, en laat zien hoe zij hun inspanningen willen voortzetten. Het toont aan dat zij collectief hebben bijgedragen tot de uitvoering van alle SDG's in alle ontwikkelingsregio's wereldwijd. De EU en haar lidstaten hebben nauw samengewerkt bij de opstelling van dit verslag en daarbij overleg gepleegd met andere partners, waaronder het Europees Parlement en het maatschappelijk middenveld. Het bijbehorende werkdocument van de diensten van de Commissie bevat uitvoerige informatie over de vooruitgang per SDG, met specifieke voorbeelden van acties van de EU en haar lidstaten.

Deel 2: EU-waarden en -beginselen

De EU en haar lidstaten zetten zich aanhoudend en krachtig in voor:

Øeen multilaterale, op regels gebaseerde wereldorde waarin de Verenigde Naties centraal staat; 

Øeen waardig leven voor iedereen waarbij economische welvaart en efficiëntie, vreedzame samenlevingen, sociale inclusie en milieuverantwoordelijkheid hand in hand gaan; en

Øde rechtsstaat, de democratie en de beginselen van gelijkheid en solidariteit.


3 4 5 De wijze waarop de EU en haar lidstaten mondiale uitdagingen aanpakken, is volledig in overeenstemming met de Agenda 2030, de actieagenda van Addis Abeba inzake ontwikkelingsfinanciering en de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering. De uitvoering van de Agenda 2030 en de andere overeenkomsten neemt een centrale plaats in het externe optreden van de EU in. De integrale EU-strategie op het gebied van het buitenlands en veiligheidsbeleid omvat een totaalvisie voor een geïntegreerd, geloofwaardig en responsief optreden van de EU in de wereld. Hiermee wordt beoogd om de SDG's op een alomvattende en strategische manier uit te voeren met oog voor hun onderlinge verbondenheid en rekening houdend met de impact van de acties van de EU en haar lidstaten op alle niveaus. De EU en haar lidstaten zetten zich ook in voor meer coherentie en betere coördinatie van de samenwerking ter ondersteuning van de Agenda 2030.

De EU en haar lidstaten hanteren een op rechten gebaseerde aanpak van ontwikkelingssamenwerking, die alle mensenrechten omvat. Zij bevorderen inclusie en participatie, non-discriminatie, gelijkheid en billijkheid, transparantie en verantwoordingsplicht. Zij spannen zich ervoor in dat niemand aan zijn lot wordt overgelaten, ongeacht waar iemand woont en ongeacht etniciteit, geslacht, opvattingen, leeftijd, handicap, godsdienst of geloof, seksuele gerichtheid en genderidentiteit, migratiestatus of andere factoren.

Gelijkheid van mannen en vrouwen is een kernwaarde van de EU en is verankerd in het politieke en wetgevende kader. Vrouwen en meisjes spelen een belangrijke rol in ontwikkeling en verandering. Gendergelijkheid is cruciaal voor duurzame ontwikkeling. 

Gendergelijkheid

6 7 De EU en haar lidstaten maken zich sterk voor de volledige verwezenlijking van mensenrechten en fundamentele vrijheden en de volledige uitoefening ervan door alle vrouwen en meisjes, onder meer door hun fysieke en geestelijke integriteit te waarborgen, te werken aan de uitroeiing van mensenhandel, de sociale en economische rechten van meisjes en vrouwen te bevorderen en hun inspraak in en deelname aan de besluitvorming te versterken. Een goed voorbeeld hiervan is het Spotlight-initiatief, het meerjarige algemene partnerschap tussen de EU en de VN dat in 2017 werd gelanceerd en gericht is op de uitroeiing van alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes. De EU heeft 500 miljoen EUR aan het initiatief toegekend voor alomvattende nationale programma's in een beperkt aantal landen, aangevuld met regionale programma's. De EU en haar lidstaten zetten zich ook in voor een betere positie van vrouwen om de productie van bedrijven te verhogen en economische groei, sociale cohesie en sociale rechtvaardigheid te bevorderen. In 2017 hebben zij meer dan 25 miljard EUR vastgelegd voor de ondersteuning van gendergelijkheid.

Deel 3: Vooruitgang ten opzichte van de Agenda 2030

Het primaire doel van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de EU en haar lidstaten is om armoede uit te roeien. Met het oog op de SDG's hebben zij hun inspanningen ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting opgeschroefd en ondersteunen zij duurzame groei.

De vermindering van de extreme armoede is een van de wereldwijde succesverhalen van de afgelopen dertig jaar. Er zijn echter nog steeds aanzienlijke uitdagingen, onder meer in de minst ontwikkelde landen en landen die door conflicten worden geteisterd, met name in Sub-Saharaans Afrika. Bovendien is de ongelijkheid in veel landen toegenomen.

Paragraaf 3.1: Samenvatting van de vooruitgang op het gebied van burgers, planeet, welvaart en vrede (People, Planet, Prosperity and Peace – de vier P's)

Burgers

De EU en haar lidstaten hebben hun inzet voor menselijke ontwikkeling versterkt. Daarbij spannen zij zich in voor:

Øgezondheidszorg voor iedereen;

Øuniversele toegang tot hoogwaardig onderwijs en hoogwaardige opleidingen;

Øadequate en duurzame sociale bescherming;

Øwaardig werk voor iedereen in een gezonde omgeving; en

Øeen einde aan honger en ondervoeding.

8 Zo hebben zij meer dan honderd miljoen mensen geholpen op het gebied van landbouw, voedsel- en voedingszekerheid en betere toegang tot gezondheidszorg en onderwijs. Zij ondersteunen inclusieve maatregelen op het gebied van een leven lang leren en rechtvaardig kwaliteitsonderwijs, ook in crisissituaties, en hebben de inspanningen opgevoerd om ervoor te zorgen dat iedereen over de kennis, vaardigheden, capaciteiten en rechten beschikt om waardig te leven, een actieve rol te spelen in de samenleving en een bijdrage te leveren aan de gemeenschap.

Dankzij de Agenda 2030 is er opnieuw meer aandacht voor ongelijkheid, onder meer via het beginsel dat niemand aan zijn lot mag worden overgelaten. De EU en de lidstaten hebben zich sinds 2015 beziggehouden met het bestrijden van de ongelijkheid in de partnerlanden, onder meer door inclusieve groei te ondersteunen, socialebeschermingssystemen en sociale inclusie te bevorderen en met de partnerlanden te werken aan progressieve belastingstelsels.

De EU en haar lidstaten streven ook naar de ontwikkeling van doeltreffend migratiebeleid met partnerlanden. Op deze manier:

Øbevorderen zij de stabiliteit in kwetsbare landen;

Øversterken zij de capaciteit van overheden om essentiële diensten te leveren;

Øbevorderen zij milieuvriendelijke groeimodellen; en

Øzijn zij begonnen met het aanpakken van de hoge kosten voor overboekingen naar het thuisfront.

Zij maken zich sterk voor de waardigheid, weerbaarheid en mogelijkheden van gedwongen ontheemden en hun integratie in het economische en sociale verkeer van het gastland.

Mobiliteit en migratie

Migratie vormt een wereldwijde uitdaging. Goed migratiebeheer vereist een gedeelde mondiale verantwoordelijkheid en langdurige samenwerking. De EU en haar lidstaten ondersteunen derde landen van herkomst, doorreis en bestemming om een goed beheerd algemeen beleid voor veilige, ordelijke en reguliere migratie te ondersteunen. De EU heeft migratie volledig geïntegreerd in de betrekkingen met haar externe partners. Ontwikkelingsprogramma's hebben een bijdrage geleverd aan de bestrijding van de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie, onder meer via het EU-noodtrustfonds voor Afrika 9  en door conflictpreventie, goed bestuur en werkgelegenheid te ondersteunen.


Planeet

De effecten van klimaatverandering vormen wereldwijd een ernstige bedreiging voor de gerealiseerde ontwikkeling, de stabiliteit, de welvaart en het milieu en leiden tot verlies van broodwinning, gedwongen ontheemding en conflicten. Een verhoogde weerbaarheid tegen klimaatverandering is essentieel om een vreedzamere en veiligere wereld tot stand te brengen. De geldstromen en investeringen moeten worden gericht op klimaatneutrale technologieën en ondernemingen.

Meer dan 70 % van de arme mensen wereldwijd woont in plattelandsgebieden 10 en is voor levensonderhoud rechtstreeks afhankelijk van de biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Deze systemen worden evenwel ernstig bedreigd. Een beter beheer van de natuurlijke hulpbronnen is van cruciaal belang om het biodiversiteitsverlies en de klimaatverandering aan te pakken en tegelijkertijd het concurrentievermogen van het bedrijfsleven en duurzame werkgelegenheid te stimuleren. Sinds 2015 voert de EU het initiatief Biodiversity for life 11 uit om:

Øecosystemen te beschermen;

Øcriminaliteit in verband met wilde dieren en planten te bestrijden; en

Øeen groene economie in ontwikkelingslanden te bevorderen.

Een groot aantal EU-lidstaten heeft milieubescherming, hulpbronnenefficiëntie en klimaatverandering geïntegreerd in hun strategieën voor ontwikkelingssamenwerking, bijvoorbeeld in programma's om ecosystemen te beschermen, de vervuiling te verminderen, groene banen te scheppen en duurzame consumptie en productie en duurzame verstedelijking te bevorderen.

De EU wil haar eigen duurzame energiepraktijken breder toepassen, rekening houdend met de specifieke omstandigheden in ontwikkelingslanden. Door synergieën tot stand te brengen met de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering en de Agenda 2030 heeft zij overlap voorkomen, de administratieve kosten verminderd en win-winsituaties bevorderd.

De EU en haar lidstaten ondersteunen ontwikkelings- en opkomende landen in de overgang naar een circulaire economie en bij de vaststelling en uitvoering van hun nationaal bepaalde bijdrage uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs. De EU heeft voor 2014-2020 3,7 miljard EUR aan financiering toegekend voor duurzame energie en ligt op streek om de volgende resultaten te boeken:

Øtoegang tot energie voor ongeveer veertig miljoen mensen;

Øextra capaciteit van 6,5 gigawatt aan hernieuwbare energie; en

Øeen jaarlijkse CO2-besparing van ongeveer 15 miljoen ton via maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie 12 .

Duurzame energie en klimaatverandering

In 2017 hebben de EU en haar lidstaten meer dan 23 miljard EUR 13 verstrekt aan ontwikkelingslanden om hen te ondersteunen bij het bestrijden van en aanpassen aan klimaatverandering. Dit bedrag omvat 2,6 miljard EUR van de Europese Investeringsbank (EIB), de EU-bank die heeft beloofd om 35 % van haar activiteiten buiten de EU tegen 2020 aan klimaatactie te wijden. De partnerlanden zijn duurzame energie steeds meer gaan benaderen als horizontale kwestie voor de uitvoering van de Agenda 2030 en de Overeenkomst van Parijs en als aanjager van economische groei en duurzame ontwikkeling. Het EU-vlaggenschipinitiatief "Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering+" 14 helpt de meest kwetsbare landen om klimaatverandering aan te pakken via meer dan 70 projecten.


Welvaart

Sinds 2015 bevorderen de EU en haar lidstaten inclusieve duurzame groei, waardige banen en sociale bescherming in ontwikkelingslanden. De prioriteit hierbij is om partnerlanden te ondersteunen bij de ontwikkeling van beleidskaders voor inclusieve, duurzame economische ontwikkeling. De volgende acties zijn ondernomen:

Øbegrotingssteun om overheden in staat te stellen binnenlandse middelen te mobiliseren en doeltreffend te gebruiken;

Øhet combineren van subsidies met leningen, begrotingsgaranties en andere innovatieve financiële instrumenten om publieke kredietverlening en private investeringen te mobiliseren; en

Øhulp voor handel om ontwikkelingslanden te helpen om te profiteren van ruimere mogelijkheden voor handel met de EU.

Het scheppen van banen is sinds 2016 een uitdrukkelijke doelstelling van begrotingssteun. De EU heeft het gebruik van garanties opgeschroefd om de risico's van investeringen in duurzame ontwikkeling en werkgelegenheid te verminderen door die te koppelen aan technische bijstand en, in voorkomend geval, begrotingssteun.

Investeringen en handel

Het Europees plan voor externe investeringen 15 is een voorbeeld van een meerlagig instrument om duurzame ontwikkeling te bevorderen door welvaart en banen te scheppen, in het bijzonder voor vrouwen en jongeren. Tegen 2018 was in dit verband 3,7 miljard EUR geïnvesteerd teneinde een hefboomeffect van 37,1 miljard EUR aan extra publieke en private investeringen tot stand te brengen ter verbetering van de economische en sociale ontwikkeling in Afrika en in de Europese nabuurschap. Zo liggen we goed op streek om het doel van 44 miljard EUR aan investeringen te realiseren tegen 2020. In het plan voor externe investeringen wordt bijzondere aandacht geschonken aan kwetsbare landen, door conflicten geteisterde landen, de minst ontwikkelde landen en arme landen met een hoge schuldenlast. De bijgewerkte EU-strategie 'hulp voor handel' 16 uit 2017 helpt de partnerlanden en met name de minst ontwikkelde landen om meer profijt te trekken van EU-handelsovereenkomsten en unilaterale preferentiestelsels.

Vrede

In vele delen van de wereld worden de mensenrechten en de democratie bedreigd door openlijke conflicten, maatschappelijk geweld en spanningen. De EU en haar lidstaten hanteren een integrale aanpak voor conflictpreventie en vredesopbouw, die de volgende elementen omvat:

Øvroegtijdige waarschuwing en analyse;

Øhumanitaire hulp op basis van de humanitaire beginselen 17 ;

Øconflictbemiddeling en -oplossing, het aanpakken van de onderliggende oorzaken van conflicten, herstel na afloop van een conflict; en

Øbevordering van de essentiële rol die vrouwen hierbij spelen.

Zij zijn zich sinds 2015 meer gaan toeleggen op door conflicten geteisterde en kwetsbare landen. Zij hebben bijgedragen aan de totstandkoming van internationale vrede en veiligheid middels operaties en opleiding, met een sterke nadruk op preventie en bemiddeling. Ook hebben zij klimaatverandering en milieuvervuiling aangepakt, die behoren tot de grootste opkomende bedreigingen voor de vrede en de veiligheid.

De EU en haar lidstaten behoren tot de grootste pleitbezorgers van de democratie, de mensenrechten, goed bestuur en de rechtsstaat. Zij hebben overheden geholpen bij het verlenen van essentiële diensten en van toegang tot de rechter en bij het bevorderen van gendergelijkheid. Zij hebben de afnemende ruimte voor het publieke en politieke debat en voor participatie aangepakt door het maatschappelijk middenveld te versterken. Zij hebben in 2017 bijna 30 miljard EUR aan steun verleend voor participatieve ontwikkeling en goed bestuur.

Democratie, rechtsstatelijkheid, mensenrechten en goed bestuur

De toewijding van de EU aan de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en goed bestuur komt naar voren in haar huidige actieplan inzake mensenrechten en democratie 18 . Dit plan versterkt de democratie, met een focus op representatieve en participatieve democratie, een pluriforme politiek, transparantie en verantwoordingsplicht. Het plan ondersteunt parlementen, politieke partijen en het maatschappelijk middenveld bij het aanpakken van negatieve ontwikkelingen zoals desinformatiecampagnes, misbruik van big data en een afnemend vertrouwen in democratische instituties.


Paragraaf 3.2: Meer vooruitgang boeken met behulp van een geïntegreerde aanpak

Werken aan het verwezenlijken van verschillende SDG's tegelijk

De EU en haar lidstaten zijn ontwikkelingssamenwerking sinds 2015 op een steeds sterker geïntegreerde manier gaan benaderen. Programma's om de veiligheid van de mens te beschermen in sectoren zoals de landbouw dragen bij aan verschillende SDG's door:

Øde productiviteit op te schroeven;

Øbanen te creëren;

Øeen efficiënter gebruik van water en energie te bevorderen; en

Øde biodiversiteit te beschermen en zo bij te dragen aan verschillende SDG's.

In het kader van het partnerschap tussen Afrika en de EU 19  overleggen ministers over de formulering van gemeenschappelijke landbouwstrategieën, bijvoorbeeld om duurzaamheid en jongeren te ondersteunen.

Er zijn meer van dit soort gecoördineerde werkwijzen en betere verslaglegging over de positieve neveneffecten nodig.

Jongeren

Om jongeren te ondersteunen als aanjagers van verandering hebben de EU en haar lidstaten de actieve deelname van jongeren aan vredesprocessen ondersteund, bijgedragen aan het scheppen van arbeidskansen, onder meer voor jonge vrouwen, doeltreffend beleid op het gebied van onderwijs en opleiding ondersteund, de toegang van jongeren tot digitale technologieën en diensten verbeterd en de rechten van jongeren en hun betrokkenheid bij de publieke zaak versterkt. De in september 2018 gelanceerde Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen 20 heeft als doel om duurzame arbeidskansen te creëren in Afrika, met name door vrouwen en jongeren de vaardigheden bij te brengen die op de arbeidsmarkt worden gevraagd. 


Wisselwerking tussen ontwikkeling en andere beleidsterreinen

De EU en haar lidstaten beogen om het ontwikkelingsbeleid hand in hand te laten gaan met ander beleid, bijvoorbeeld op het gebied van vrede en stabiliteit, handel en investeringen, energie, landbouw, milieu en klimaatverandering en migratie, aangezien deze beleidsterreinen tezamen een grote impact hebben op de duurzame ontwikkeling in de partnerlanden.

De EU en haar lidstaten hebben technische, financiële en beleidsmatige ondersteuning geboden om onveiligheid en conflicten bij de wortel aan te pakken en stabiliteit te bevorderen. Een goed voorbeeld is de in de integrale strategie uiteengezette geïntegreerde aanpak van conflicten en crises , die zorgt voor synergieën tussen humanitaire, duurzame ontwikkeling en vredesmaatregelen met als doel om:

Øgewelddadige conflicten te voorkomen en te bestrijden;

Øde getroffen bevolkingsgroepen weerbaarder te maken;

Øhet risico op nieuwe crises te beperken; en

Øde weg te plaveien voor duurzame ontwikkeling.

Het EU-noodtrustfonds voor Afrika is nog een voorbeeld van een alomvattende aanpak ter ondersteuning van partnerlanden in Afrika om langdurige stabiliteit te bevorderen en de factoren die leiden tot destabilisatie, gedwongen ontheemding en irreguliere migratie, te bestrijden en daarbij te werken aan de verbanden tussen ontwikkeling, conflictpreventie en crisismaatregelen op korte termijn.

De EU heeft de handel met ontwikkelingslanden steeds gestimuleerd via handelsovereenkomsten, waaronder economische partnerschapsovereenkomsten met staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, en unilaterale handelspreferentiestelsels voor kwetsbare landen, waaronder de minst ontwikkelde landen. De EU is voor ontwikkelingslanden de meest open markt en is voor de minst ontwikkelde landen de belangrijkste uitvoermarkt. In 2017 voerde de EU voor 68 miljard EUR aan goederen in uit landen die vallen onder de drie regelingen van het stelsel van algemene tariefpreferenties 21 . De EU legt steeds meer nadruk op de integratie van duurzaamheid in handelsbeleid.

Beleidssamenhang voor ontwikkeling

Beleidssamenhang voor ontwikkeling 22 (Policy Coherence for Development - PCD) heeft als doel om de positieve effecten van het EU-beleid op ontwikkelingslanden te vergroten en de negatieve effecten ervan te minimaliseren en om synergieën tussen EU-beleidsmaatregelen te bevorderen om zo tot een doeltreffender ontwikkeling te komen. PCD is een essentieel aspect van de EU-inspanningen om het interne en het externe beleid ter ondersteuning van de SDG's meer op één lijn te brengen. PCD levert ook een belangrijke bijdrage aan de bredere doelstelling van beleidssamenhang voor duurzame ontwikkeling.

De Commissie heeft PCD geïntegreerd in haar algemene werkzaamheden waarmee zij uitvoering geeft aan de Agenda 2030. Zo zijn de EU-verordening inzake illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij 23 en de Europese strategie voor kunststoffen in een circulaire economie 24   belangrijke maatregelen op het gebied van oceaanbeheer waarvan ontwikkelingslanden profiteren. Op migratiegebied heeft de Commissie een aantal maatregelen aangenomen om rekening te houden met de uitdagingen waar ontwikkelingslanden mee te maken hebben. In 2017 heeft de EU nieuwe belangrijke prioritaire acties 25 vastgesteld ter bestrijding van mensenhandel in de EU.

Deel 4: Partnerschappen

De EU en haar lidstaten spannen zich ervoor in om:

Øbeter samen te werken met het oog op de SDG's;

Øde partnerschappen beter af te stemmen op de behoeften en de omstandigheden in ontwikkelingslanden; en

Østerkere partnerschappen op te bouwen met andere spelers op het gebied van ontwikkeling.

Samen blijven zij de grootste donor van officiële ontwikkelingshulp (ODA), met 74,4 miljard EUR in 2018. Zij bevorderen een samenhangende combinatie van:

Ødoeltreffend beleid en slagvaardige instellingen in de partnerlanden;

Øde mobilisering van binnenlandse hulpbronnen, met de nadruk op de gebieden met de grootste nood;

Øparticuliere investeringen; plus

Øgerichte ODA die is toegesneden op de omstandigheden in het land en een aanvulling vormt op andere hulpbronnen.

Paragraaf 4.1: Betere onderlinge samenwerking

De EU en haar lidstaten zijn ontwikkelingssamenwerking op een coherentere en gecoördineerdere manier gaan benaderen, wat hun doeltreffendheid, impact en verantwoordingsplicht ten goede is gekomen.

Op basis van het sterke kader van gemeenschappelijke doelstellingen en acties dat de Agenda 2030 biedt, hebben de EU en de lidstaten een gezamenlijker optreden bevorderd dat overheden in de partnerlanden heeft ontlast, zodat zij zich sterker konden gaan richten op hun kernprioriteiten. De EU en haar lidstaten zijn analyses, expertise en middelen beter gaan delen.

De EU en haar lidstaten zijn hun gezamenlijke inspanningen steeds meer gaan richten op ondersteuning van de SDG's. In februari 2019 waren er voor 23 partnerlanden gezamenlijke programma's 26 vastgesteld en werd er voor nog eens 36 partnerlanden aan zulke programma's gewerkt. Ook worden er gezamenlijke resultatenkaders opgezet om de collectieve impact van de steun van de EU en de lidstaten voor de uitvoering van de SDG's beter te meten.

De EU, de EIB en de lidstaten hebben daarnaast meer samenhang aangebracht in de economische diplomatie. Tegen 2018 waren meer dan 100 nationale actieplannen vastgesteld om de beleidssamenhang te vergroten en de internationale handel en een universeel, op regels gebaseerd en billijk handelsstelsel te bevorderen dat eerlijk en open is en iedereen ten goede komt.

De EU en haar lidstaten zijn volledig toegewijd aan de beginselen van doeltreffende ontwikkeling en zetten zich onophoudelijk in om die beginselen te bevorderen. Uit de monitoringsverslagen van het mondiale partnerschap voor doeltreffende ontwikkelingssamenwerking 27 blijkt dat zij hun samenwerking uitstekend afstemmen op de prioriteiten van ontwikkelingslanden. De EU stuurt maandelijks gegevens over transparantie naar het International Aid Transparency Initiative 28 .

Voorbeelden van gezamenlijke programmering

De EU en haar lidstaten werken in Mali aan een nieuwe gezamenlijke programmering voor de periode na 2020. In een land met grote humanitaire, ontwikkelings- en veiligheidsproblemen is een gezamenlijke Europese respons van alle EU-lidstaten die er actief zijn van essentieel belang. In Cambodja is een monitoringsverslag 29 van de Europese ontwikkelingssamenwerkingsstrategie voor Cambodja 2014-2018 gebruikt als vertrekpunt voor een gezamenlijke politieke dialoog met de regering en andere partijen, waaronder het Cambodjaanse parlement en het maatschappelijk middenveld.

Paragraaf 4.2: Betere samenwerking met partners

Sterkere partnerschappen die zijn toegesneden op de omstandigheden in ontwikkelingslanden

De EU en haar lidstaten bieden partners uit ontwikkelingslanden sinds 2015 sterkere ondersteuning om de SDG's in aanmerking te nemen in de nationale planning, begroting en uitvoering. Zij hebben die ondersteuning steeds verder gediversifieerd en op maat gesneden en haar gericht op de meest behoeftige landen, met name de minst ontwikkelde landen en landen die kwetsbaar zijn en te maken hebben met conflicten, waar het potentieel om kapitaal te mobiliseren het laagst is.

In de minst ontwikkelde landen leverde de ODA van de EU en haar lidstaten een aanzienlijke bijdrage aan de middelen waarover de nationale overheden beschikken om basisdiensten te verlenen. Het percentage van het bruto nationaal inkomen dat de EU en haar lidstaten in 2017 in de vorm van ODA verstrekten aan de minst ontwikkelde landen, steeg van 0,11 % naar 0,12 %, al is dat nog lager dan het collectieve EU-doel van 0,15 % – 0,20 % op de korte termijn en van 0,20 % tegen 2030. Kwetsbare en door conflicten geteisterde landen brengen bijzondere problemen met zich mee voor ontwikkelingssamenwerking. In 2017 werd een bedrag van 21 miljard EUR, oftewel 27,7 % van de EU-begroting voor ontwikkelingssamenwerking, toegekend aan kwetsbare landen.

Het herziene Europees nabuurschapsbeleid 30 heeft als overkoepelende doelstelling om bij te dragen aan de stabilisering van de directe buurlanden van de EU. Dit beleid omvat een gedifferentieerde aanpak ten aanzien van de partners, rekening houdend met hun uiteenlopende omstandigheden en de EU-belangen. Het beleid biedt een stevig kader om hervormingen te ondersteunen op het gebied van:

Øgoed bestuur, democratie, de rechtsstaat en mensenrechten;

Øinclusieve economische en sociale ontwikkeling, het scheppen van banen en kansen voor jongeren en de samenwerking met partners op het gebied van energiezekerheid en klimaatactie;

Øveiligheid, terrorismebestrijding, antiradicaliseringsbeleid en conflictpreventie; en

Ømigratie en mobiliteit, waarbij de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie worden aangepakt en veilige en legale mobiliteit wordt bevorderd.

De prioriteiten van het Europees nabuurschapsbeleid leveren een belangrijke bijdrage aan de duurzaamheid in deze landen en aan hun vermogen om de SDG's te verwezenlijken.

Verder gevorderde ontwikkelingslanden spelen een belangrijke rol in de uitvoering van Agenda 2030 en hebben, gelet op hun grote economieën, een steeds grotere invloed op mondiale uitdagingen, waaronder de klimaatverandering. De EU en haar lidstaten zijn innovatieve nieuwe betrekkingen aangegaan met die landen in de context van de uitvoering van de Agenda 2030.

Innovatieve vormen van betrokkenheid bij verder gevorderde ontwikkelingslanden

De EU en haar lidstaten hebben SDG-partnerschappen met een aantal verder gevorderde ontwikkelingslanden (o.a. in Azië en Latijns-Amerika) versterkt. Deze betrekkingen reiken verder dan het traditionele gebruik van ODA en omvatten een reeks gerichte maatregelen, waaronder innovatieve financieringsinstrumenten, zoals het combineren van subsidies en leningen, begrotingsgaranties, groene obligaties, durfkapitaal en de uitwisseling van ervaringen en driehoekssamenwerking (waarbij ontwikkelde en ontwikkelingslanden hun middelen kunnen bundelen om een derde ontwikkelingsland te ondersteunen). Hoewel er met deze benadering minder financiële middelen gemoeid zijn, verdiept deze de betrekkingen door te focussen op gemeenschappelijke belangen in de Agenda 2030.

Innovatieve instrumenten en duurzame financiering

Innovatieve financiering kan bijdragen tot de uitvoering van de SDG's, wanneer andere vormen van financiering onvoldoende middelen opleveren. De EU en haar lidstaten hebben innovatieve methoden ontwikkeld om de geldstromen naar ontwikkelingslanden te vergroten en de beschikbare middelen doeltreffender te gebruiken. Innovatieve financieringsmechanismen, zoals groene obligaties, schuldomruil en het belasten van financiële transacties hebben in 2017 voor meer dan 2,4 miljard EUR aan investeringen opgeleverd 31 . Het EU-actieplan 'duurzame groei financieren' van 2018 32 begint zijn vruchten af te werpen wat betreft:

Øhet aantrekken van kapitaal voor duurzame investeringen;

Øeen beter beheer van de financiële risico's in verband met milieubederf en andere problemen; en

Øhet stimuleren van transparantie en een duurzamere langetermijnvisie bij financiële markten en ondernemingen wereldwijd.

Betere samenwerking met anderen

De EU en haar lidstaten hebben voorts hun partnerschappen met lokale overheden, het maatschappelijk middenveld, burgers, de particuliere sector, particuliere stichtingen, academische en onderzoeksinstellingen en multilaterale organisaties versterkt.

Maatschappelijk middenveld

33 De EU en haar lidstaten bevorderen de deelname van maatschappelijke organisaties aan het ontwikkelingsproces en moedigen alle geledingen van de samenleving aan daaraan actief deel te nemen. Deze doelstellingen worden bevorderd middels het thematische programma 'maatschappelijke organisaties en lokale overheden' van de EU en via 25 kader-partnerschapsovereenkomsten om maatschappelijke organisaties te ondersteunen als verleners van essentiële diensten die van cruciaal belang zijn voor goed bestuur.

Lokale overheden

Het halen van de SDG's hangt sterk af van de actieve betrokkenheid van regionale en lokale overheden, met name via specifieke maatregelen om de SDG's te vertalen naar de plaatselijke omstandigheden. De EU en haar lidstaten ondersteunen hervormingen voor meer transparantie, verantwoordingsplicht en decentralisatie, opdat regionale en lokale overheden beter kunnen besturen en om ontwikkelingsimpact te creëren. Zij hebben hun samenwerking met lokale en andere subnationale overheden versterkt, onder meer via gedecentraliseerde samenwerking.

Multilaterale organisaties

De EU en haar lidstaten spannen zich in om multilaterale organisaties, waaronder het VN-systeem, doeltreffender te maken. Deze organisaties zijn aangespoord om hun strategische planning en operationele activiteiten op de Agenda 2030 af te stemmen ter ondersteuning van de nationale strategieën van ontwikkelingslanden. In 2018 hebben de EU en de VN hun partnerschap op ontwikkelingsgebied hernieuwd om de uitvoering van de SDG's op landniveau te ondersteunen.

Luisteren naar andere belanghebbenden


Bij de opstelling van dit verslag zijn tal van belanghebbenden (waaronder maatschappelijke organisaties, vakbonden, brancheverenigingen, lokale overheden en internationale organisaties) geraadpleegd en veel van hun standpunten zijn erin verwerkt. De kwesties die verdere aandacht vereisen zijn:

-vergroting van de bekendheid van de SDG's;

-betere raadpleging van de belanghebbenden bij het ontwerpen van beleid en projecten;

-de behoefte aan een robuust monitorings- en verantwoordingskader;

-de noodzaak om meer nadruk te leggen op de grenzen van de planeet en klimaatactie;

-een sterkere focus op democratie, mensenrechten en goed bestuur;

-een sterkere focus op het beoordelen van de impact van EU-beleid op ontwikkelingslanden;

-de integratie van ongelijkheid, het principe dat niemand aan zijn lot wordt overgelaten, de rechten van personen met een handicap en gendergelijkheid in het beleid;

-het behoud van de focus op armoede, rekening houdend met het belang van andere doelstellingen zoals veiligheid;

-de versterking van publiek-private partnerschappen en een gunstig ondernemingsklimaat;

-waarborgen dat ondernemingen zich aan de normen (op het gebied van mensenrechten, milieu enz.) houden; en

-het ondersteunen van de rol van lokale overheden bij het bereiken van de SDG's, ook in samenwerking met de particuliere sector.


Paragraaf 4.3: Alle middelen optimaal benutten

De EU en haar lidstaten voeren de actieagenda van Addis Abeba actief uit met het oog op de mobilisering en optimale benutting van alle financiële en niet-financiële uitvoeringsmiddelen en van alle partnerschapsvormen om de SDG's te verwezenlijken.

Mobilisering van binnenlandse hulpbronnen

De EU-benadering om meer ontvangsten te innen en de middelen beter te besteden 34 heeft ontwikkelingslanden geholpen om i) de binnenlandse inning van ontvangsten te verbeteren, ii) de overheidsuitgaven doeltreffender en efficiënter te maken en iii) schulden te beheren. Daarnaast hebben begrotingssteunprogramma's in 88 landen een grote bijdrage geleverd aan de bevordering van goed bestuur, beheer van de overheidsfinanciën en mobilisering van binnenlandse hulpbronnen 35 . De EU ondersteunt ontwikkelingslanden bij het opzetten van financiële-regelgevingskaders die beter zijn toegesneden op duurzame investeringen en financiering.


ODA blijft in veel ontwikkelingslanden een factor van belang. De EU en haar lidstaten maken sinds 2015 steeds meer gebruik van ODA om aanvullende financiering te genereren voor duurzame ontwikkeling, bijvoorbeeld door de inning van ontvangsten doeltreffender te maken voor de overheid van partnerlanden of door particuliere investeringen te mobiliseren om de werkgelegenheid en groei te stimuleren.

Illegale geldstromen kosten ontwikkelingslanden naar schatting bijna een biljoen euro per jaar. In veel ontwikkelingslanden zijn de kosten van de schuldendienst steeds moeilijker beheersbaar. De EU en de lidstaten treden actief op tegen belastingontduiking en schuldproblematiek, zoals niet-meewerkende minderheidsschuldeisers.

Particuliere investeringen mobiliseren

Gezien het belang van de particuliere sector voor de realisatie van groei en werkgelegenheid hebben de EU en de lidstaten krachtige maatregelen genomen om de ontwikkeling van die sector te bevorderen. Belangrijke recente EU-initiatieven zijn het plan voor externe investeringen, de Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen en het platform voor duurzaam ondernemen voor Afrika 36 . De bilaterale programma's van de EU-lidstaten voorzien onder meer in de verlening van kredieten, garanties en technische ondersteuning aan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen in de partnerlanden. De EU en haar lidstaten maken steeds meer gebruik van de combinatie van overheidssubsidies en daaruit voortvloeiende publieke en private investeringen voor duurzame ontwikkeling. Deze combinatie is een belangrijk ontwikkelingsmechanisme geworden.

Wetenschap, technologie en innovatie

Wetenschap, technologie en innovatie staan centraal in de verwezenlijking van de SDG's. Zo werd het onderzoeks- en innovatiepartnerschap tussen de EU en Afrika op het gebied van voedsel- en voedingsveiligheid en duurzame landbouw 37 , ter waarde van 70 miljoen EUR, in 2016 opgericht om onderzoek te doen op vier terreinen:


Øduurzame intensivering;

Ølandbouw- en voedselsystemen;

Ølandbouwmarkten en handel; en

Øhorizontale kwesties, zoals onderzoeksinfrastructuur, capaciteitsopbouw en observatie van de aarde.

Deel 5: Monitoring en rapportage

Rapportagesystemen van de EU en de lidstaten

De EU en haar lidstaten hebben hun verslaglegging over hun ontwikkelingssamenwerking verbeterd om hun bijdragen aan de verwezenlijking van de SDG's duidelijker voor het voetlicht te brengen. Ook hebben zij zich ingezet voor het verbeteren van de mondiale systemen om verslag uit te brengen over die bijdragen. De EU heeft haar resultatenkader herzien om uitdrukkelijker rekening te houden met de SDG's en het kader waar mogelijk te baseren op de SDG-indicatoren van de VN. Op dit vlak wachten ons nog de volgende taken:

Øhet gebruik van resultatensystemen uitbreiden;

Ødie systemen afstemmen op de SDG's; en

Øgeleidelijk toewerken naar een gemeenschappelijk resultatenkader voor de EU en haar lidstaten.

Ondersteuning van de verzameling en het gebruik van gegevens in ontwikkelingslanden 


De EU en haar lidstaten hebben ontwikkelingslanden geholpen om meer statistische capaciteit te ontwikkelen om gegevens te produceren en te analyseren die kunnen worden gebruikt voor de beleids- en besluitvorming. Hun toezeggingen zijn goed voor bijna 50 % van alle steun van donoren op dit gebied 38 . Er moet evenwel meer worden gedaan. Zo moet capaciteit op het gebied van uitgesplitste gegevens worden opgebouwd om te voorkomen dat delen van de samenleving niet profiteren van de vorderingen wat betreft uitbanning van armoede en de duurzame ontwikkeling.

Deel 6: Conclusies

De EU en haar lidstaten werken sinds 2015 collectief aan alle SDG's en uitvoeringswijzen, in samenwerking met alle partners uit ontwikkelingslanden en overige spelers op het gebied van ontwikkeling. Zij trekken lering uit het verleden, passen zich aan nieuwe omstandigheden aan en zijn innovatief in de internationale samenwerking. Uit het verslag en het bijbehorende werkdocument van de diensten van de Commissie blijkt dat zij:

·beter hebben samengewerkt bij de ondersteuning van de SDG's, onder andere door meer gebruik te maken van gezamenlijke programma's, gezamenlijke uitvoering en gezamenlijke resultatenkaders;

·de onderlinge verbanden tussen SDG's in aanmerking hebben genomen om het beleid en de uitvoering geïntegreerder en samenhangender aan te pakken;

·sociale en menselijke ontwikkeling centraal hebben gesteld door waardig werk en sociale bescherming in hun programma's op te nemen;

·gendergelijkheid hebben opgenomen in hun programma's om de armoede terug te dringen en duurzame ontwikkeling te bevorderen;

·de beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering, milieubescherming en duurzaam beheer en gebruik van natuurlijke hulpbronnen in hun programma's hebben opgenomen;

·de programma's hebben gericht op mensen die in extreme armoede leven en die het meest achtergesteld zijn;

·ongelijkheid hebben aangepakt als een opkomend algemeen punt van zorg;

·vrede en stabiliteit hebben bevorderd door de eerbiediging van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat te ondersteunen;

·zich hebben ingespannen om hun collectieve ODA-toezeggingen gestand te doen, onder meer ten aanzien van de minst ontwikkelde landen;

·de ontwikkelingssamenwerking hebben afgestemd op de omstandigheden in ontwikkelingslanden;

·de samenwerking met multilaterale organisaties, het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector hebben verbeterd; en

·de negatieve effecten van hun beleid op ontwikkelingslanden hebben geminimaliseerd en synergieën tussen verschillende beleidsmaatregelen en acties hebben bevorderd.

Er moet echter sneller vooruitgang worden geboekt. In veel landen nemen honger, armoede en ongelijkheid toe. De kwetsbaarheden die het gevolg zijn van stijgende externe schulden brengen de macro-economische stabiliteit in gevaar. De klimaat- en milieuschade blijft maar toenemen, waarbij uitgeputte natuurlijke hulpbronnen en toenemende klimaatverandering de stabiliteit en de broodwinning in gevaar brengen. Hoewel de EU nog steeds een toonaangevende rol speelt op het wereldtoneel, blijft het een uitdaging om de collectieve ODA-toezeggingen van de EU gestand te doen.

Dit verslag onderstreept dat de EU en haar lidstaten hun werk op een aantal belangrijke terreinen moeten voortzetten:

·De ontwikkelingssamenwerking moet sterker worden afgestemd op de SDG's, zodat de programma's actiever en uitdrukkelijker bijdragen aan de uitvoering daarvan.

·De rapportage- en resultatensystemen moeten duidelijker laten zien welke impact de steun van de EU en haar lidstaten heeft op de verwezenlijking van de SDG's, ook wanneer acties gericht zijn op meerdere doelstellingen tegelijk.

·De EU en haar lidstaten moeten beter gaan samenwerken op het gebied van de SDG's, bijvoorbeeld door middel van gezamenlijke programma's en gezamenlijke resultatenkaders.

·Er is een geïntegreerdere benadering nodig om ervoor te zorgen dat meerdere SDG's worden verwezenlijkt met beperkte middelen, bijvoorbeeld door milieu en klimaat verder te integreren of een arbeids- en milieudimensie op te nemen in handelsbeleid.

·We moeten uitgebreide betrekkingen onderhouden met de partnerlanden, met beleidsdialogen op basis van de SDG's als vertrekpunt, en moeten daarbij voortbouwen op de nationale ontwikkelingsplannen en vrijwillige nationale evaluaties, met inachtneming van de specifieke kenmerken van het Europees nabuurschapsbeleid.

·Ontwikkelingslanden moeten meer worden ondersteund bij het verzamelen, analyseren en gebruiken van uitgesplitste gegevens.

De EU en haar lidstaten zullen zich blijven inspannen om de sinds 2015 geboekte vooruitgang te continueren en gebieden aan te pakken die versnelde actie vereisen. Naast de nationale inspanningen blijven maatregelen op mondiaal en regionaal niveau cruciaal om mondiale uitdagingen het hoofd te bieden. In veel gevallen worden de fundamenten momenteel al gelegd. De EU en haar lidstaten zullen hun partnerschappen met ontwikkelingslanden steeds meer modelleren aan de hand van de SDG's. De Europese Commissie heeft voor de volgende meerjarenbegroting van de EU voor 2021-2027 nieuwe financieringsinstrumenten voor internationale samenwerking en ontwikkeling voorgesteld, om de EU meer middelen en flexibiliteit te bieden om de samenwerking af te stemmen op de behoeften van de partners in ontwikkelingslanden. Onze essentiële partnerschappen met de VN en met andere multilaterale organisaties moeten worden versterkt.

Dit eerste gezamenlijke syntheseverslag is niet alleen bedoeld als rapportagestuk, maar ook als onderdeel van de bredere hernieuwde inzet van de EU en haar lidstaten om de Agenda 2030 uit te voeren in samenwerking met ontwikkelingslanden en andere partners. De in dit verslag samengevatte acties bevestigen hun vastberadenheid om samen te werken aan een welvarende, duurzame en vreedzame wereld.

(1)

https://sustainabledevelopment.un.org/post2015/transformingourworld/publication

(2)

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1558341374999&uri=CELEX:52015DC0185

(3)

https://www.un.org/esa/ffd/wp-content/uploads/2015/08/AAAA_Outcome.pdf

(4)

https://unfccc.int/process-and-meetings/the-paris-agreement/the-paris-agreement

(5)

https://europa.eu/globalstrategy/sites/globalstrategy/files/eugs_nl_version.pdf

(6)

https://www.un.org/en/spotlight-initiative/

(7)

OESO-kennisgevingssysteem van de crediteurlanden (CRS).

(8)

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1558341663139&uri=CELEX:52019DC0037

(9)

https://ec.europa.eu/trustfundforafrica/content/homepage_en

(10)

Poverty and Shared Prosperity 2018: Piecing Together the Poverty Puzzle. Wereldbank, Washington, D.C.

(11)

https://ec.europa.eu/europeaid/eu-biodiversity-life-b4life-flagship-initiative-brochure_en

(12)

https://ec.europa.eu/europeaid/sites/devco/files/staff-working-document-energy-20180222_en.pdf

(13)

OESO-kennisgevingssysteem van de crediteurlanden.

(14)

http://www.gcca.eu/

(15)

https://ec.europa.eu/commission/eu-external-investment-plan_en

(16)

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1558341739687&uri=CELEX:52017DC0667

(17)

Menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid.

(18)

https://eeas.europa.eu/sites/eeas/files/
eu_action_plan_on_human_rights_and_democracy_en_2.pdf

(19)

https://africa-eu-partnership.org/en/partnership-and-joint-africa-eu-strategy

(20)

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1558341813117&uri=CELEX:52018DC0643

(21)

http://ec.europa.eu/trade/policy/countries-and-regions/development/generalised-scheme-of-preferences/index_en.htm

(22)

https://ec.europa.eu/europeaid/policies/policy-coherence-development_en

(23)

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:02009R1010-20130917

(24)

http://ec.europa.eu/environment/circular-economy/pdf/plastics-strategy-brochure.pdf

(25)

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1558341870652&uri=CELEX:52017DC0728

(26)

https://ec.europa.eu/europeaid/policies/eu-approach-aid-effectiveness/joint-programming_en

(27)

http://effectivecooperation.org/monitoring-country-progress/country-and-territory-monitoring-profiles/

(28)

https://iatistandard.org/en/

(29)

  https://eeas.europa.eu/sites/eeas/files/joint_strategy_first_monitoring_report_en.pdf

(30)

https://eeas.europa.eu/diplomatic-network/european-neighbourhood-policy-enp_en

(31)

https://ec.europa.eu/europeaid/sites/devco/files/report-investing-sustainable-dev-20180423_en.pdf

(32)

COM(2018) 97 final.

(33)

https://ec.europa.eu/europeaid/sites/devco/files/cso-la-mip-2014-2020_en.pdf

(34)

https://ec.europa.eu/europeaid/sites/devco/files/swd-collect-more-spend-better.pdf

(35)

https://myintracomm.ec.europa.eu/dg/devco/eu-development-policy/budget-support-public-finance-domestic-revenue/Documents/budget-support/Budget%20Support%20-%20Trends%20%20Results%202018%20FINAL.pdf

(36)

https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/sustainable-business-for-africa_en.pdf

(37)

https://ec.europa.eu/research/iscp/pdf/policy/eu-africa_research_innovation_cooperation_on_fnssa_en.pdf

(38)

OESO-kennisgevingssysteem van de crediteurlanden.