Artikelen bij COM(2019)218 - Bijdrage Commissie aan de informele Europese top in Sibiu op 9 mei 2019: voorbereidingen voor een meer verenigde, sterkere en democratischer EU in een steeds onzekerder wereld

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 30.4.2019

COM(2019) 218 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Europa in mei 2019: voorbereidingen voor een meer verenigde, sterkere en democratischere Unie in een steeds onzekerder wereld

FMT:ItalicBijdrage van de Europese Commissie aan de informele bijeenkomst van de leiders van de EU27 in Sibiu (Roemenië) op 9 mei 2019


Voorwoord


In mijn toespraak over de Staat van de Unie van 2017 heb ik in het kader van onze routekaart naar een meer verenigde, sterkere en democratischere Unie voorgesteld om met de leiders van Europa onze toekomst met 27 lidstaten voor te bereiden in Sibiu, Roemenië – een stad met een unieke geschiedenis, waar Oost- en West-Europa samenkomen en toekomst en verleden elkaar raken. Op deze bijeenkomst in Sibiu op 9 mei – kort voor de Europese verkiezingen van 23–26 mei – kunnen we laten zien waartoe een verenigde Unie in de toekomst in staat is.

De afgelopen vijf jaar vormden een ware uitdaging: we hebben het hoofd moeten bieden aan tal van crises. Maar we zijn er telkens sterker uit gekomen. We zijn ondanks alles steeds blijven werken aan onze beloften van vijf jaar geleden, toen de leiders in het licht van de uitslag van de Europese verkiezingen een strategische agenda 2014–2019 opstelden, die ik heb vertaald in de tien politieke prioriteiten voor mijn Commissie.

Ik verklaarde destijds dat het onze laatste kans was om de Europeanen te laten zien dat de Unie zich inzet voor hen. De Commissie waarvan ik de trotse voorzitter ben, heeft zich volledig aan deze opdracht gewijd en steeds oog gehad voor de wensen, zorgen en verwachtingen van de Europeanen. Of het nu ging om het herstel van de werkgelegenheid, de groei en de investeringen na de crisis, om het versterken van de solidariteit en de verantwoordelijkheid in onze Unie, of om gelijke beloning voor werknemers die hetzelfde werk doen op dezelfde plaats – wij traden op waar het ertoe deed.

Het is nu tijd om vooruit te blikken, lering te trekken uit onze ervaringen en onze successen uit te bouwen. De toekomst vraagt meer dan ooit om ambitie en focus. De leiders van Europa gaan eerst in Sibiu met elkaar in gesprek, voordat zij op de Europese Raad in juni de volgende strategische agenda vaststellen. Deze nota is de bijdrage van de Commissie aan dit proces.

Elke generatie heeft tot taak het lot van de Europeanen te verbeteren. Onze blijvende belofte van vrede, vooruitgang en welvaart waar te maken. Ik zie dit als mijn roeping en levenswerk. Laten wij hier allen naar blijven streven. Wanneer ik straks op de dag van Europa – de verjaardag van de Schumanverklaring – met de 27 Europese leiders samenkom in Sibiu, zal ik niet alleen trots zijn op ons verleden, maar vooral vastbesloten en hoopvol waar het gaat om onze toekomst.


Voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker


Inleiding

Op 9 mei 2019 komen de EU-leiders in Sibiu (Roemenië) bijeen voor overleg over de politieke ambities van de Unie en voor het uitwerken van de "strategische agenda” voor de volgende vijf jaar. Deze bijeenkomst wordt gehouden aan de vooravond van de verkiezingen voor het Europees Parlement, die met 400 miljoen kiesgerechtigden de grootste transnationale democratische exercitie ter wereld zijn. Het is dan dertig jaar geleden dat er een einde kwam aan het communisme en de Berlijnse muur viel, en vijftien jaar dat een ongekende uitbreiding van de Unie de pijnlijke tweedeling van ons continent ophief.

Momenteel zorgt de Unie binnen en buiten Europa voor vrede, stabiliteit en welvaart, ondanks de vele interne en externe uitdagingen waarvoor we ons gesteld zien. De Unie staat pal voor de beginselen van democratie, de rechtsstaat en de grondrechten, ook nu de roep om "krachtige leiders” aanzwelt en naar binnen gekeerd nationalisme opgeld doet. Op grond van onze gedeelde geschiedenis kunnen we ons tegen zulke geluiden krachtig teweerstellen. Deze blijvende kwaliteit van het Europese project maakt ons model uniek en beschermenswaardig.

Na jaren van crisis is Europa aan de herstellende hand. Nooit eerder hadden zoveel Europeanen werk, nl. 240 miljoen mensen. Consumenten en bedrijven kunnen profiteren van een eengemaakte markt die tot grotere keuze en lagere prijzen leidt. Onze versterkte eenheidsmunt beschermt ons tegen financiële turbulentie. Als geen ander zorgt Europa ervoor dat de zegeningen van onze sociale markteconomie ten goede komen aan alle delen van de bevolking. Europa zet zich in voor de veiligheid van zijn burgers — op het gebied van migratiebeheer, grensbescherming en veiligheid is in de laatste vier jaar meer vooruitgang geboekt dan in de twintig jaar daarvoor. En Europa is een verantwoordelijke wereldmacht, die een voortrekkersrol speelt waar het gaat om de aanpak van klimaatverandering, wereldwijd voor vrede en duurzame ontwikkeling pleit, vrije en eerlijke handel bevordert, en normen vaststelt voor mensenrechten, arbeidsomstandigheden, voedselveiligheid en gegevensbescherming.

Nu de wereld om ons heen meer en meer verdeeld en ontwricht raakt, is het zowel belangrijker als lastiger dan ooit tevoren om deze vooruitgang vast te houden en te stimuleren. De uitdagingen waar wij als Europeanen samen voor staan, nemen met de dag toe. Denk aan wereldwijde migratiestromen, grotere concurrentiedruk op belangrijke economische sectoren, toenemende bedreigingen voor de veiligheid en de rechtsstaat, het tempo van de demografische en technologische veranderingen en de steeds ernstigere ecologische gevaren. Tegelijkertijd wordt de op regels gebaseerde internationale orde – sedert lange tijd onmisbaar voor welvaart en veiligheid in de Europese Unie – nu door belangrijke actoren ter discussie gesteld of zelfs opzettelijk ondermijnd.

Deze ontwikkelingen bieden evenveel kansen als uitdagingen. Er gaat een krachtige waarschuwing van uit: wil Europa tot bloei komen, dan moeten de EU-lidstaten samenwerken. Alleen door samen te werken kunnen wij de Europese levenswijze in stand houden, onze planeet beschermen en wereldwijd aan invloed winnen. Eendracht maakt macht en stelt Europa in staat zich op het wereldtoneel te doen gelden. Sibiu is dan ook een gelegenheid voor de EU-leiders om blijk te geven van hun eensgezindheid en een frisse blik op ons continent. Het is zaak dat zij laten merken dat zij oog hebben voor de wensen, zorgen en verwachtingen van de burgers en dat zij bereid zijn om daar doortastend en eendrachtig werk van te maken.

De Commissie doet vandaag een aantal aanbevelingen voor de volgende strategische agenda, die de Unie juist daarbij zal helpen. Beleid en communicatie moeten hand in hand gaan. Daarom doet de Commissie omwille van de burgers en democratie van Europa tevens een aantal suggesties om onze gezamenlijke besluiten beter voor het voetlicht te brengen. Zowel de prioriteiten die we stellen als de manier waarop we Europeanen tekst en uitleg geven en bij ons beleid betrekken, zullen van doorslaggevend belang zijn voor een meer verenigde, sterkere en democratischere Unie.


Deel I: De bijdrage van de Europese Commissie aan de strategische agenda van de EU voor 2019-2024

In een decennium van voortdurende veranderingen en uitdagingen heeft Europa laten zien dat het zijn belofte van vrede, welvaart en vooruitgang voor zijn burgers kan waarmaken, en dat de vele onheilsprofeten het bij het verkeerde eind hadden. Europa is economisch en maatschappelijk sterker uit deze moeilijke tijden tevoorschijn gekomen, hoewel er nog veel in het werk moet worden gesteld om ervoor te zorgen dat onze burgers zich veilig en beschermd voelen en dat ons gemeenschappelijk beleid in alle delen van de Unie vrucht afwerpt.


Deze taak wordt bemoeilijkt doordat de onzekerheid en wanorde in de wereld rondom ons toenemen. Nu er nieuwe mogendheden opkomen en oude mogendheden nieuwe wegen inslaan, is Europese samenwerking noodzakelijker en urgenter dan ooit.


Na de naderende Europese verkiezingen van 23–26 mei 2019 wordt de politieke leiding van de EU-instellingen vervangen. Het is dan ook tijd voor nieuwe beleidslijnen, nieuwe prioriteiten en een nieuw hervormingselan. Alleen als de lidstaten van de Europese Unie laten zien dat zij zijn opgewassen tegen hun gemeenschappelijke uitdagingen, kan ons continent zich in de wereld van morgen staande houden. Alleen als we gezamenlijke besluiten snel en doeltreffend kunnen nemen en uitvoeren, zullen we in staat zijn om aan de verwachtingen van de burger te voldoen. Dit vergt gezamenlijke inspanningen van de EU-instellingen en alle EU-lidstaten (op nationaal, regionaal en lokaal niveau).


In het volgende deel beschrijven we hoe Europa er nu voorstaat, hoe het zich kan aanpassen aan de veranderingen die zich aftekenen en hoe het toekomstige veranderingen in goede banen kan leiden. Op basis van de ervaring van de afgelopen vijf jaar doen we vervolgens een aantal beleidsaanbevelingen om die doelstellingen te helpen verwezenlijken.


I.1. Hoe de EU er nu voorstaat


Vijf jaar geleden heeft de Europese Raad een brede strategische agenda voor de Unie in tijden van verandering vastgesteld 1 . Deze agenda kreeg vervolgens zijn beslag in de tien politieke prioriteiten 2 van voorzitter Juncker, die tijdens zijn verkiezingscampagne en in overleg met de lidstaten en het Europees Parlement zijn ontwikkeld. De prioriteiten hebben betrekking op de zaken waaraan de Europeanen de meeste waarde hechten: voor herstel van de werkgelegenheid, groei en investeringen zorgen, sociale rechtvaardigheid bevorderen, migratie in goede banen leiden, veiligheidsdreigingen terugdringen, het potentieel van de digitale en energietransities aanboren, de EU een krachtiger rol op het wereldtoneel laten spelen en zowel de transparantie als de democratische legitimiteit versterken.

Deze inspanningen hebben voor de burgers tastbare resultaten opgeleverd, ondanks onvoorziene problemen, die onze Unie nog steeds voor enorme uitdagingen stellen.


De economie van Europa

De ambitieuze agenda van de EU voor banen, groei en investeringen heeft, samen met de inspanningen om de interne markt te verdiepen, bijgedragen tot een krachtig economisch herstel. De Europese economie groeit al zes opeenvolgende jaren. Er zijn in Europa momenteel 240 miljoen mensen met werk – meer dan ooit tevoren – en de werkloosheid was nog nooit zo laag deze eeuw, hoewel met name de jeugdwerkloosheid in sommige lidstaten nog hoog is. De overheidsfinanciën zijn over de hele linie verbeterd. Armoede en sociale uitsluiting nemen af en de convergentie tussen de lidstaten is sterker geworden. Dit is met name te danken aan de positieve impact van het structuur- en investeringsbeleid van de EU. De kredietverlening en de investeringen worden geschraagd door een sterkere Europese financiële sector.


De minder ontwikkelde lidstaten lopen in op de rest van de EU. In de periode 2006–2017 groeide het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking er jaarlijks met 4,5 %, tegenover 1,4 % in de meer ontwikkelde lidstaten.


Nadat de lonen in de nasleep van de crisis daalden, vertonen zij nu zowel in de EU als in de eurozone een sterke opwaartse tendens, met name sinds 2017. De lonen zullen in 2019 naar verwachting in alle EU-lidstaten verder stijgen. Dit biedt een bijzonder solide basis voor een toename van de binnenlandse productie en derhalve ook voor een krachtiger binnenlandse groei, die minder afhankelijk is van externe ontwikkelingen.


Het Europees Fonds voor strategische investeringen, dat in het leven is geroepen in 2014 en bekendstaat als het plan-Juncker, heeft bijna €400 miljard aan extra investeringen gegenereerd — ruim €70 miljard méér dan het oorspronkelijke streefcijfer. Het fonds heeft bijgedragen aan 750 000 banen in Europa, de toegang tot financiering verbeterd voor 945 000 kleine en middelgrote ondernemingen, en het bbp van Europa met 0,6% verhoogd. Het Juncker-fonds is ook een innovatieve en efficiëntere manier om de EU-begroting te gebruiken voor de verwezenlijking van meerdere beleidsdoelstellingen, zoals innovatie, de bestrijding van klimaatverandering, connectiviteit of hoogwaardige banen.


Het draagvlak voor de euro is nog nooit zo groot geweest. Onze gemeenschappelijke munt zorgt voor economische bescherming, doet ons sterker staan en heeft een krachtige mondiale positie. 175 miljoen mensen in zestig landen buiten de eurozone gebruiken onze munt of een lokale munt die aan de euro is gekoppeld. Dit komt ook doordat de euro een bijzonder stabiele munt is: de eerste twintig jaar van zijn bestaan bedroeg de gemiddelde inflatie slechts 1,7 %.

Een krachtige munt vereist een verstandig economisch beleid en voortdurende inspanningen om structurele hervormingen door te voeren in de lidstaten. Daarom is het mechanisme voor de coördinatie van het economisch beleid van de EU — het Europees Semester – sinds de invoering ervan in 2011 mettertijd versterkt. Het bevat inmiddels specifieke aanbevelingen voor de eurozone en is meer gericht op sociale prioriteiten en investeringsbehoeften op het niveau van de lidstaten. De Commissie is ook begonnen met het verlenen van technische ondersteuning voor structurele hervormingen van de lidstaten. Daarbij gaat het om meer dan 700 hervormingsprojecten in 26 lidstaten. Deze projecten hebben betrekking op hervormingsprojecten, zoals de digitalisering van overheidsdiensten of moderne insolventieprocedures. Investeren in mensen geeft een belangrijke impuls aan Europa’s veerkracht en toekomstige groei. Daarom heeft het Europees Sociaal Fonds ertoe bijgedragen dat meer dan 15 miljoen mensen de vaardigheden konden ontwikkelen die de huidige arbeidsmarkt nodig heeft.

De risico's in de bankensector zijn aanmerkelijk afgenomen. Dit is zowel het gevolg van strenger toezicht als van het feit EU-banken nu over veel meer liquide activa beschikken en dat banken in de eurozone hun kapitaalbuffers sinds 2014 met €812 miljard hebben verhoogd. Het aantal niet-renderende leningen is nu bijna op het niveau van vóór de crisis. Hierdoor kon de Eurotop in december 2018 de weg effenen voor de volgende stappen van de bankenunie.

De krachtige handhaving van de EU-regels door middel van de instrumenten voor de eengemaakte markt en het mededingingsbeleid heeft burgers en bedrijven beschermd en groei en innovatie gestimuleerd. De Commissie is met name krachtig en doeltreffend opgetreden tegen schendingen van het EU-recht; als overleg niet tot een oplossing leidde, nam zij krachtige maatregelen 3 . In het kader van deze meer strategische aanpak ontstond meer aandacht voor systemische problemen, waarbij het handhavend optreden van de Commissie echt verschil kan uitmaken. In totaal lopen er momenteel meer dan 1 500 inbreukzaken tegen de lidstaten. De Commissie werkt er hard aan met de nationale autoriteiten om deze zaken op te lossen, zo mogelijk voordat deze aan het Hof van Justitie van de Europese Unie moeten worden voorgelegd. Sinds 2014 wordt elk jaar voor 500 inbreukzaken, d.w.z. 90 % van het totaal, een oplossing gevonden. Hieruit blijkt hoe zinvol het is dat de Commissie en de nationale autoriteiten doeltreffender samenwerken, vóórdat het tot een dikwijls tijdrovende gang naar het Hof komt.

Bron: Europese Commissie.


Ook heeft de Commissie de toepassing van de gezamenlijk overeengekomen mededingingsregels van de EU nauwlettend gevolgd. Waar nodig is zij steeds daadkrachtig opgetreden tegen concurrentieverstorende fusies, kartels, misbruik van machtsposities en illegale staatssteun. In de periode 2015–2018 heeft de Commissie met haar optreden op het gebied van antitrust en fusies de consument tussen de €48 miljard en €78 miljard bespaard. Zo heeft de Commissie in 2016 en 2017 een boete van €3,8 miljard opgelegd aan het vrachtwagenkartel en in 2018 bindende verplichtingen opgelegd aan Gazprom om de vrije gasstroom tegen concurrerende prijzen mogelijk te maken in Midden- en Oost-Europa. De handhaving van het mededingingsrecht speelt ook een centrale rol bij het waarborgen van een gelijk speelveld op de digitale markten van de EU. De Commissie legde Google in de periode 2017–2019 drie keer een boete wegens het schenden van EU-antitrustregels op, voor in totaal €8,25 miljard. Door deze inbreuken konden andere bedrijven niet meedingen op grond van verdienste en innovatie, en profiteerden Europese consumenten niet van de voordelen van mededinging. Ten slotte heeft de Commissie met haar optreden inzake staatssteun ook bijgedragen tot een gelijk speelveld voor alle partijen, onder meer op fiscaal gebied. In augustus 2016 stelde de Commissie bijvoorbeeld vast dat Apple onwettige belastingvoordelen genoot, waarna Ierland een navordering van €14,3 miljard instelde. Tegelijkertijd gaf de Commissie haar goedkeuring voor €1,75 miljard aan staatssteun van vier lidstaten voor een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang om innovatie mogelijk te maken in de micro-elektronicasector, hetgeen de hele Europese economie ten goede komt.


Uitvoering van de strategische agenda van de EU 2014–2019

Er wordt vaak beweerd dat de Unie te verdeeld of traag is om doeltreffende beleidsresultaten te boeken. Daarbij wordt over het hoofd gezien dat de EU geen federale staat is. Het betreft een systeem van gelaagd bestuur dat 28 nationale democratieën omvat – met daaronder dikwijls nog meer invloedrijke democratische lagen – en waarbij democratische processen tussen de EU-instellingen een rol spelen. Vaak vereist een billijk, evenwichtig compromis dan ook tijd en de bereidheid van allen om te geven en te nemen. Uiteraard vergt een besluit van de EU meer tijd dan een nationaal besluit. Ondanks dit unieke politieke bestel en de vele bijkomende uitdagingen die zich gaandeweg aandienden, is de EU er echter in geslaagd om uitvoering te geven aan de voornemens die waren vastgesteld in de strategische agenda van de Europese Raad van 2014 en in de tien politieke prioriteiten van de Commissie-Juncker.

Tegen de zomer van 2018 had de Commissie-Juncker alle wetgevingsvoorstellen ingediend die zij aan het begin van haar mandaatperiode in het vooruitzicht had gesteld. In totaal heeft de Commissie-Juncker 471 nieuwe wetgevingsvoorstellen ingediend en nog eens 44 voorstellen overgenomen van eerdere Commissies. Tijdens de huidige mandaatperiode zijn het Europees Parlement en de Raad voor 348 van deze voorstellen tot vaststelling of overeenstemming gekomen. Dat betekent dat de Unie in 348 gevallen in staat was om te besluiten Europa vooruit te helpen. Veelzeggend is dat in zo’n 90 % van de gevallen het uiteindelijke compromis in de Raad van ministers met algemeenheid van stemmen werd goedgekeurd, dat wil zeggen: door alle 28 lidstaten werd gesteund. Dit maakt deel uit van een duidelijke trend. Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is het aantal gevallen waarin de 28 lidstaten consensus bereiken, elk jaar gestegen 4 .


Op alle beleidsterreinen is de afgelopen vijf jaar aanzienlijke vooruitgang geboekt. 20 belangrijke resultaten staan in bijlage III, en 10 belangrijke voorstellen die niet zijn afgerond (omdat zij nog in behandeling zijn bij het Parlement en de Raad), staan in bijlage IV. Bij het opstellen van de volgende strategische agenda dient rekening te worden gehouden met de volgende beleidsontwikkelingen:

·De EU zag kans haar strategische agenda sneller en doeltreffender uit te voeren doordat de Commissie-Juncker van meet af aan streefde naar betere regelgeving. Bovendien wilde voorzitter Juncker 'grote zaken groot aanpakken en kleine klein' – een uitgangspunt dat de EU-leiders later bekrachtigden in de Verklaring van Rome van 25 maart 2017 5 . Hierdoor kon een gerichtere wetgevingsagenda worden opgesteld. De Commissie-Juncker heeft aan het begin van haar mandaatperiode 100 lopende wetgevingsvoorstellen van de vorige Commissie ingetrokken, overeenkomstig het beginsel van beleidsdiscontinuïteit. Over het geheel genomen kwam zij jaarlijks met 75 % minder wetgevingsvoorstellen dan de vorige Commissie. Ook heeft zij vanaf de zomer van 2018 geen nieuwe wetgevingsvoorstellen meer gedaan, zodat het Parlement, de Raad en de Commissie alle energie konden steken in het afronden van de lopende wetgevingsprocedures. De creatie van de functie van eerste vicevoorzitter voor Betere Regelgeving (en de benoeming van Frans Timmermans op deze zware post), de krachtigere coördinerende rol van het secretariaat-generaal van de Commissie, de oprichting van de onafhankelijke Raad voor regelgevingstoetsing en het werk van de taskforce Subsidiariteit, Evenredigheid en 'Minder en efficiënter optreden' 6 waren belangrijke innovaties die hielpen om het beginsel van voorzitter Juncker, nl. grote zaken groot aanpakken, toe te passen en te handhaven.


·Wat betreft de digitale eengemaakte markt is de EU de laatste vijf jaar bijzonder succesvol geweest. Nu zij geen roamingkosten meer hoeven te betalen, gebruiken burgers die naar een ander EU-land reizen, twaalf keer zoveel mobiele gegevens als voorheen. Zij hebben niet meer te maken met ongerechtvaardigde geoblocking van onlinediensten. Bovendien is er nieuwe auteursrechtwetgeving vastgesteld, die geschikt is voor het digitale tijdperk. De nieuwe regels garanderen dat makers een eerlijke vergoeding krijgen en dat de rechten van gebruikers worden versterkt. Verder wordt vastgesteld welke verantwoordelijkheid platforms hebben. In april 2018 zijn nieuwe regels inzake portabiliteit afgesproken op grond waarvan burgers hun tv- of streamingabonnementen overal in de EU kunnen gebruiken. Sindsdien heeft 49 % van de abonnees hier al eens gebruik van gemaakt. Van de 30 voorstellen die de Commissie heeft gedaan om de digitale eengemaakte markt af te ronden, hebben het Europees Parlement en de Raad er 28 goedgekeurd, terwijl er slechts twee – over e-privacy en het kenniscentrum en netwerk voor cyberbeveiliging – nog hangende zijn.

Geen roamingkosten meer voor reizigers in de EU

TIJDLIJN
200720122015201620172008201220152016201720072012201520162017
Binnenlandse prijsBinnenlandse prijsBinnenlandse prijsBinnenlandse prijsBinnenlandse prijsBinnenlandse prijs
€0,49€0,29€0,19+ tot €0,05
€0,28€0,09€0,06+ tot €0,02
€6,00€0,7€0,2+ tot €0,05
Uitgaand gesprek (1 minuut)Verzonden smsMB data
Bron: Europese Commissie.


·Er is forse vooruitgang geboekt op het gebied van klimaatactie, energiebeleid en de circulaire economie. De EU speelde een centrale rol bij de onderhandelingen over de overeenkomst van Parijs van 2015 en deed deze door haar eigen bekrachtiging in werking treden. Europa’s transitie naar schone energie vordert nu goed. Zo hebben het Europees Parlement en de Raad alle maatregelen inzake schone energie voor alle Europeanen goedgekeurd. De overgang naar hernieuwbare energiebronnen, meer energie-efficiëntie en een beter geconnecteerde Europese energiemarkt krijgt hierdoor een krachtige impuls. In het kader van de toezeggingen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs zal de EU de broeikasgasemissies tegen 2030 met minstens 40 % terugdringen. EU-initiatieven zoals de strategie inzake kunststoffen en het verbod op kunststof voor eenmalig gebruik maken Europa tot een mondiale voortrekker bij de transitie naar een meer circulaire economie. De inspanningen om de energie-invoer te diversifiëren en de gemeenschappelijke energiemarkt van de EU te versterken beginnen vrucht af te werpen. Aan het begin van de mandaatperiode waren zes lidstaten (Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Finland en Zweden) volledig afhankelijk van één gasleverancier. Momenteel is dat alleen nog het geval voor Finland, waar gas slechts een beperkt onderdeel is van de totale energiemix. Dit maakt ons minder afhankelijk van energie-invoer, stimuleert de energietransitie en helpt om onze klimaatdoelstellingen te verwezenlijken.


·Op ogenschijnlijk controversiële beleidsterreinen is de EU er de laatste vijf jaar in geslaagd opmerkelijke vorderingen te boeken. Op het gebied van sociaal beleid is de EU eendrachtig en doortastend opgetreden om ervoor te zorgen dat onze arbeidsmarkt en sociale voorzieningen toekomstbestendig zijn en onze sociale markteconomie ten volle ondersteunen. Van de 25 voorstellen van de Commissie (o.m. inzake de hervorming van de detacheringsrichtlijn, de Europese Arbeidsautoriteit, de Europese toegankelijkheidswet, de balans tussen werk en privé, betere arbeidsvoorwaarden en toegang tot sociale bescherming) zijn er 24 aangenomen. Alleen het voorstel om de coördinatie van de sociale zekerheid te herzien is nog in behandeling. De Europese pijler van sociale rechten, die het Europees Parlement, de Raad en de Commissie op 17 november 2017 gezamenlijk hebben afgekondigd in Göteborg 7 , is een kompas voor hernieuwde convergentie richting betere arbeids- en levensomstandigheden in heel Europa. Ook op fiscaal gebied is er vooruitgang geboekt. Van de 21 voorstellen van de Commissie zijn er 14 goedgekeurd, waaronder de voorstellen inzake belastingtransparantie, de bestrijding van belastingontwijking en btw. Andere belangrijke voorstellen (o.m. inzake digitale belasting en de gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting) zijn nog in behandeling.


·Van de nog hangende voorstellen hebben er 57 betrekking op het volgende meerjarig financieel kader (2021–2027) en de uitgavenprogramma’s voor verschillende beleidsterreinen. De Commissie heeft al deze voorstellen ingediend in mei en juni 2018. Hoewel het Europees Parlement en de Raad over 11 ervan tot een partieel akkoord zijn gekomen, zijn zij al deze voorstellen nog hangende, omdat de sectorale programma’s pas kunnen worden afgerond als er overeenstemming over het algehele kader is. De Europese Raad van december 2018 concludeerde dat er tegen het najaar van 2019 een akkoord zou moeten worden bereikt.


·Investeren in mensen is een prioriteit van de huidige strategische agenda. Dankzij het Erasmus+-programma en zijn voorgangers hebben al 10 miljoen mensen de kans gekregen om in het buitenland te studeren, een opleiding te volgen of vrijwilligerswerk te doen. Het iets meer dan twee jaar geleden opgerichte Europees Solidariteitskorps laat zien hoe maatschappelijk betrokken Europese jongeren kunnen zijn: ruim 120 000 jongeren tonen belangstelling en zo’n 14 000 van hen zijn inmiddels als vrijwilliger aan de slag gegaan. Naar verwachting zal dit cijfer eind 2019 uitkomen op 23 000. 


·Copernicus en Galileo, de EU-ruimtediensten voor aardobservatie en lokalisatie zijn nu operationeel en leiden tot tastbare voordelen voor de interne markt. Zij dragen bij tot economische groei en ondersteunen ons werk op gebieden als klimaatverandering, landbouw, oceanen, vervoer, digitalisering, grensbewaking, veiligheid en defensie. Het ruimteprogramma Galileo houdt Europa in de ruimtewedloop en laat de waarde zien van Europese soevereiniteit. Geen enkele lidstaat had op eigen kracht 26 satellieten in een baan om de aarde kunnen brengen voor een wereldwijde groep van ruim 700 miljoen gebruikers.


·Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt wat betreft de kapitaalmarktenunie. Van de dertien voorstellen van de Commissie zijn er nog maar twee hangende, nl. inzake crowdfunding en derdenwerking van cessies van vorderingen. Dankzij de nieuwe prospectusverordening zullen ondernemingen, en met name kleine en middelgrote ondernemingen, gemakkelijker aan geld kunnen komen op de kapitaalmarkten. Het pan-Europese persoonlijke pensioenproduct en de maatregelen ter verbetering van de EU-markt voor grensoverschrijdende investeringen leveren burgers nieuwe beleggings- en spaarmogelijkheden op en dragen bij aan diepere en meer liquide markten.


·In november 2014 is de EU begonnen met het sluiten en uitvoeren van nieuwe, evenwichtige handelsovereenkomsten. Opmerkelijk zijn met name de economische partnerschapsovereenkomst met Japan (de grootste bilaterale handelsovereenkomst die de EU ooit heeft gesloten) en de Brede Economische en Handelsovereenkomst met Canada. Er zijn handelsovereenkomsten met nog 13 andere landen in werking getreden. In dezelfde periode heeft de EU handelsovereenkomsten afgerond met de Oost-Afrikaanse en West-Afrikaanse Gemeenschappen, Singapore, Vietnam en Mexico. Ook is zij nieuwe onderhandelingen gestart met Australië, Chili, Mexico, Nieuw-Zeeland en Tunesië en is zij nog steeds in onderhandeling met Mercosur en Indonesië, alsook met China 8 over een brede investeringsovereenkomst. Dat de Commissie-Juncker zorgde voor meer transparantie rond de onderhandelingen bleek in hoge mate bij te dragen tot hun succes.


·Om ervoor te zorgen dat de wereldhandel voor alle partijen een gelijk speelveld kent, zijn handelsbeschermingsinstrumenten gemoderniseerd. Hierdoor kan de EU doeltreffender optreden tegen oneerlijke handelspraktijken. Het nieuwe samenwerkingsmechanisme voor de screening van buitenlandse directe investeringen helpt ons bij het identificeren van gevallen waarin buitenlandse investeringen onze veiligheid in gevaar brengen. Er hoeven nog maar 3 van de 17 voorstellen op het gebied van handel te worden goedgekeurd (bescherming tegen extraterritoriale wetgeving, controle op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik, internationale overheidsopdrachten).


·Ter bescherming van het grondrecht van burgers op privacy heeft de EU met de algemene verordening gegevensbescherming mondiale normen vastgesteld. Om de veiligheid van de Europeanen zowel online als in de echte wereld te verbeteren, werken de lidstaten van de EU nu samen bij de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet-contante betaalmiddelen. Met de cyberbeveiligingsverordening zijn Europese certificaten voor verbonden producten en diensten ingevoerd. Nieuwe regels inzake terrorismebestrijding, persoonsgegevens van vliegpassagiers, chemicaliën waarmee bommen kunnen worden gemaakt en vuurwapens helpen terroristische en andere misdrijven te voorkomen. Het nieuwe Europees Openbaar Ministerie, dat momenteel door 22 lidstaten wordt opgezet, gaat onderzoek verrichten in strafzaken waarbij EU-middelen in het geding zijn of inzake grensoverschrijdende btw-fraude.


·Het optreden van de EU heeft – met name door de crisis van 2015 – geleid tot tastbare resultaten op migratiegebied, maar is niet onomstreden. Nauwere samenwerking met landen van herkomst en doorreis in het kader van het partnerschapskader helpt de EU om nieuwe overnameovereenkomsten te sluiten en derde landen om de achterliggende oorzaken van migratie aan te pakken. Turkije wordt bij de opvang van bijna vier miljoen vluchtelingen ondersteund met de Verklaring EU-Turkije en het bedrag van €6 miljard voor de EU-faciliteit voor vluchtelingen in Turkije. De samenwerking van de EU met Turkije heeft ook geholpen om het aantal irreguliere en onveilige overschrijdingen van de grenzen van de EU en het aantal doden op zee te beperken. Momenteel is het aantal migranten dat irregulier aankomt weer gelijk aan dat vóór de crisis. In het centrale Middellandse Zeegebied komen nu 80 % minder mensen aan dan in 2016 en in het oostelijke Middellandse Zeegebied is het aantal met 90 % teruggelopen ten opzichte van de pieken in 2015. Sinds 2015 heeft de EU 730 000 levens helpen redden. In het kader van de hervestigingsprogramma’s van de EU zijn meer dan 50 000 van de meest kwetsbare mensen uit het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Afrika bezuiden de Sahara opgevangen in de EU. Op grond van het in 2015 door de Raad ingestelde noodherplaatsingsmechanisme zijn bijna 35 000 asielzoekers (allen die voor asiel in aanmerking kwamen) vanuit Griekenland en Italië herplaatst in andere EU-lidstaten. Het EU-trustfonds voor Afrika (goed voor €4,2 miljard) helpt de achterliggende oorzaken van gedwongen ontheemding en irreguliere migratie aan te pakken en draagt bij tot een beter migratiebeheer.


·Door de Europese grens- en kustwacht op te richten en de capaciteit ervan in 2021 uit te breiden tot 5 000 grenswachters en uiterlijk in 2027 tot 10 000, hebben de lidstaten samen een aanvullende verantwoordelijkheid op zich genomen voor de bescherming van de buitengrenzen van de EU. Bovendien zijn de buitengrenzen van de EU versterkt door de invoering van een inreis-uitreissysteem en een Europees Systeem voor reisinformatie en -autorisatie.


·Dankzij het rescEU-programma heeft de EU nu extra materieel achter de hand, waaronder blusvliegtuigen en -helikopters, waarmee zij lidstaten zo nodig hulp kan bieden. Het programma voorziet ook in een forse uitbreiding van de financiële ondersteuning (voor onder meer aanpassings-, reparatie- en operationele kosten) van het materieel dat deel uitmaakt van de Europese pool voor civiele bescherming en helpt bij het grensoverschrijdend delen van informatie en kennis over rampenpreventie. Verder zorgt het programma voor betere coördinatie met het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, dat hulp biedt aan mensen in rampgebieden. Sinds november 2014 is meer dan €2 miljard uitbetaald.


·Ondanks de grote uitdagingen op het gebied van migratie en veiligheid is het Schengengebied van vrij verkeer van personen in stand gebleven. Niettemin handhaven verscheidene lidstaten nog steeds tijdelijke controles aan binnengrenzen, hetgeen vragen doet rijzen over de goede werking van het Schengengebied op de lange termijn en over de voordelen voor de burgers en economie van Europa. Om het wederzijds vertrouwen te versterken en de situatie zonder binnengrenscontroles in de hele EU te herstellen, moeten de lidstaten nog steeds meer in het werk stellen om uitvoering te geven aan de mededeling van de Commissie getiteld “Terug naar Schengen – Een stappenplan" 9 van maart 2016.


·De EU is een sterkere speler op het wereldtoneel geworden. Zij heeft met name haar partnerschap met Afrika versterkt door middel van de Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen van 2018. Door tot en met 2020 voor €44 miljard aan investeringen te stimuleren, zorgt het Europees plan voor externe investeringen voor concrete resultaten in Afrika en de landen van het EU-nabuurschap, ter ondersteuning van hervormingen, infrastructurele investeringen en financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen. Ook heeft de EU haar inspanningen om voor stabiliteit in de regio te zorgen hernieuwd. Met haar krachtige en geloofwaardige uitbreidingsbeleid zorgt de EU voor stabiliteit en bevordert zij de politieke, economische en sociale transformatie in de Westelijke Balkanlanden. De EU heeft met de strategie voor de Westelijke Balkan van 2018 een nieuwe impuls gegeven aan deze agenda.


·Sinds 2014 heeft de Unie op instigatie van voorzitter Juncker, die defensie tot een prioriteit maakte van zijn politieke programma, ongekende vooruitgang geboekt op het gebied van veiligheid en defensie. Verdere vooruitgang zal worden gestimuleerd door permanente gestructureerde samenwerking tussen 25 lidstaten die streven naar nauwere samenwerking op defensiegebied in het kader van de Unie. Evenals zijn voorgangers bevordert het Europees Defensiefonds, waarover onlangs overeenstemming is bereikt, een krachtige, innovatieve en doeltreffende defensiesector en vergroot het de autonomie van de EU. 


·In het kader van de inspanningen om de beleidsvorming van de EU transparanter te maken en beter te verantwoorden, is het Europees burgerinitiatief gebruiksvriendelijker gemaakt. Het proces is vereenvoudigd en organisatoren kunnen voortaan terecht op een samenwerkingsplatform voor praktische ondersteuning. Mede hierdoor is het aantal geregistreerde initiatieven met 14 % gestegen en is het aantal niet-geregistreerde initiatieven onder deze Commissie met 80 % gedaald ten opzichte van de vorige Commissie 10 .


·In de loop van deze mandaatperiode heeft de Raad geen enkel voorstel van de Commissie afgewezen, maar heeft het Europees Parlement twee voorstellen formeel verworpen. Het eerste afgewezen voorstel betrof nieuwe regels voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s), op grond waarvan individuele lidstaten ggo-levensmiddelen en -diervoeders op hun grondgebied zouden hebben mogen verbieden. Het tweede voorstel beoogde een herverdeling van middelen (bv. van fondsen voor regionale ontwikkeling, landbouw of visserij) om een ruimere ondersteuning van structurele economische hervormingen door de Unie mogelijk te maken. In enkele andere gevallen is het werk stopgezet, zonder dat het tot een formele afwijzing kwam. Daarbij ging het onder meer om een voorgestelde hervorming om meer transparantie en verantwoording te bewerkstelligen ten aanzien van de comités van nationale vertegenwoordigers die toezicht houden op de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie (bekend als 'comitologie'; dit voorstel is in feite in de Raad geblokkeerd) en de voorgestelde Europese e-kaart voor diensten (waartegen de desbetreffende commissie van het Europees Parlement zich verzette, maar waarover het volledige Parlement nooit heeft gestemd).


Strategische focus ondanks uitdagingen en crises

De afgelopen vijf jaar heeft de EU niet alleen uitvoering gegeven aan haar strategische agenda, maar ook het hoofd moeten bieden aan meerdere crises. Dit vereiste nieuwe vormen van governance en beheer op EU-niveau. De Commissie heeft daarom in november 2014 haar eigen structuur ingrijpend aangepast en gekozen voor een strategische focus op minder prioriteiten en minder wetgevingsvoorstellen. Door vicevoorzitters aan het hoofd te stellen van projectteams voor specifieke, met de tien politieke prioriteiten samenhangende beleidsterreinen en door speciale Commissiediensten en taskforces in het leven te roepen voor nieuwe uitdagingen, stelde voorzitter Juncker de Commissie in staat om de strategische agenda van de EU op een doeltreffende en begrijpelijke manier uit te voeren. Daartoe rekende hij af met hokjesdenken tussen beleidsterreinen en stuurde hij aan op een breder beleidsperspectief.

Voorkomen van 'Grexit': in de eerste maanden van haar mandaatperiode kreeg de Commissie-Juncker te maken met een hernieuwde crisis, toen Griekenland er niet in slaagde zijn tweede programma af te ronden en het risico van een Grexit enkele weken reëel werd. Gedurende de hele eerste helft van 2015 waren voorzitter Juncker, de vicevoorzitter voor de Euro en Sociale Dialoog en de commissaris voor Economische en Financiële Zaken voortdurend in onderhandeling met de nieuwe Griekse regering, de lidstaten van de eurozone, het Europees Stabiliteitsmechanisme, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds over een nieuw aanpassingsprogramma. Over dit programma werd overeenstemming bereikt op de Eurotop van 12-13 juli 2015. Het was het eerste programma dat de Commissie onderwierp aan een sociale-effectbeoordeling vooraf. Ook ontwierp de Commissie een plan om Griekenland te helpen bij het stabiliseren van zijn economie en het stimuleren van werkgelegenheid, groei en investeringen door optimaal gebruik te maken van EU-middelen. De EU heeft in het kader van diverse financieringsprogramma’s voor de periode 2014-2020 tot €35 miljard gemobiliseerd, waardoor het Griekse bbp naar schatting 2 % is gestegen. De Commissie heeft door middel van haar nieuwe Ondersteuningsdienst voor structurele hervormingen (opgericht in 2015) uitgebreide technische ondersteuning verleend en gecoördineerd om Griekenland te helpen de nodige administratieve ondersteuning op te bouwen voor zijn hervormingen. In een kritieke fase in juli 2015 heeft de Commissie met een kortlopende lening geholpen om €7 miljard te mobiliseren als overbruggingsfinanciering in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme, waardoor werd voorkomen dat Griekenland onverhoopt uit de eurozone viel. In augustus 2018 heeft Griekenland met succes een driejarig stabiliteitssteunprogramma afgerond. In het kader daarvan was in totaal €61,9 miljard aan leningen verstrekt op voorwaarde dat een uitgebreid en ongekend hervormingsprogramma werd doorgevoerd. Het is nu zaak dit hervormingselan vast te houden. De inspanningen van het Griekse volk, de steun van de Commissie en de solidariteit van de overige 18 lidstaten van de eurozone maakten echter voor eens en altijd een einde aan alle speculaties over "Grexit”.

Migratie: in 2015 brak de ernstigste vluchtelingencrisis sinds de Tweede Wereldoorlog uit, met onmiddellijke en vérstrekkende gevolgen voor de Europese Unie. Met het oog hierop benoemde voorzitter Juncker voor het eerst een Commissaris voor Migratie. Ook belastte hij zijn eerste vicevoorzitter met de coördinatie van zowel de interne als de externe dimensie van alle noodzakelijke werkzaamheden, waarbij alle commissarissen en directeuren-generaal werden betrokken. Deze aanpak maakte het mogelijk om, in nauwe samenwerking met voorzitter Juncker, op coherente wijze gestalte te geven aan de Verklaring EU-Turkije en de daarmee verband houdende topontmoetingen tussen de EU en Turkije voor te bereiden. Sinds de Europese migratieagenda van 2015 heeft de EU doortastende maatregelen genomen op drie belangrijke gebieden: de samenwerking met partners buiten de Unie, de bescherming van onze buitengrenzen en samenwerking binnen de Unie. De Unie vergrootte haar operationele capaciteit om lidstaten te helpen bij het migratiebeheer. Daartoe heeft zij onder meer haar agentschappen versterkt en snelle, doeltreffende operationele en financiële steun verleend aan de lidstaten waar de druk het grootst was (met name Griekenland en Italië).

Spanningen op handelsgebied: in een wereld van oplopende spanningen op handelsgebied heeft de Commissie-Juncker sinds 2017 een aantal maatregelen genomen om bij het handelsbeleid de legitimiteit en inclusiviteit van het onderhandelings- en aannemingsproces te versterken. Alle onderhandelingsteksten (inclusief aanbevelingen voor nieuwe onderhandelingsmachtigingen, ontwerponderhandelingsrichtsnoeren, voorstellen voor onderhandelingsteksten, verslagen van onderhandelingsronden en de resultaten van lopende onderhandelingen) worden gepubliceerd. De Commissie heeft een adviesgroep handelsovereenkomsten in het leven geroepen om het maatschappelijk middenveld te kunnen raadplegen en gemakkelijker kennis te nemen van verschillende perspectieven en inzichten van een brede en evenwichtig samengestelde groep belanghebbenden. Het gaat om vakbonden, werkgeversorganisaties, consumentenorganisaties en andere ngo’s. Ook heeft de Commissie een nieuwe benadering van haar bilaterale handels- en investeringsovereenkomsten ingevoerd. Onderhandelingen over handelsovereenkomsten betreffen gebieden waarvoor alleen de EU bevoegd is, terwijl onderhandelingen over investeringsbeschermingsovereenkomsten zowel betrekking hebben op gebieden waarvoor alleen de EU bevoegd is als op gebieden waarop de EU de bevoegdheid deelt met de lidstaten. De economische partnerschapsovereenkomst met Japan was de eerste waarbij deze nieuwe aanpak met succes werd toegepast.

Op 25 juli 2018 kwamen voorzitter Juncker en president Trump overeen om een nieuwe fase van hechte vriendschap en krachtige handelsbetrekkingen tussen de Verenigde Staten en de EU in te luiden. Zij werden het eens over een gezamenlijke verklaring van de EU en de VS waarmee een escalatie van de spanningen op handelsgebied werd voorkomen en een positieve trans-Atlantische handelsagenda werd vastgesteld. Zij besloten onmiddellijk om een uitvoerende werkgroep samen te stellen uit hun directe adviseurs en deze te belasten met het uitwerken van de gezamenlijke agenda. In de Commissie wordt het werk van deze groep ondersteund door alle diensten van de Commissie en gecoördineerd door het secretariaat-generaal. Een direct gevolg is dat nieuwe douanetarieven tot dusver achterwege zijn gebleven en dat de EU en de VS zich inspannen om alle bestaande douanerechten op industriële goederen af te schaffen en de onderlinge samenwerking te verbeteren. In april 2019 verleende de Raad de Commissie een mandaat om met de VS te onderhandelen over een overeenkomst over douanerechten op industriële goederen en een overeenkomst over conformiteitsbeoordelingen, waarmee uitvoering werd gegeven aan de verklaring Juncker-Trump.

Veiligheid: in de nasleep van de afschuwelijke terroristische aanslagen in Parijs in 2015 heeft de Commissie de Europese veiligheidsagenda vastgesteld als richtsnoer voor de reactie van de EU op de complexe en snel veranderende veiligheidsomgeving. Door een commissaris voor de Veiligheidsunie te benoemen die bevoegd is om de werkzaamheden op het gebied van veiligheid op alle beleidsterreinen te coördineren en die wordt ondersteund door een specifieke taskforce van deskundigen van alle betrokken diensten van de Commissie, heeft voorzitter Juncker gezorgd voor een coherente, efficiënte en horizontale aanpak. Met de verschillende maatregelen die zijn genomen, wordt beoogd de grensoverschrijdende problemen op het gebied van terrorisme en georganiseerde misdaad aan te pakken door de uitwisseling van informatie, de cyberbeveiliging en de operationele samenwerking tussen rechtshandhavingsinstanties en met EU-agentschappen te verbeteren. De nieuwe maatregelen hebben de nationale rechtshandhavingsautoriteiten ook voorzien van de instrumenten die nodig zijn om terrorisme, grensoverschrijdende criminaliteit en cybercriminaliteit doeltreffend te bestrijden, en hebben de weerbaarheid van de EU tegen deze bedreigingen versterkt.

Brexit: in januari 2013 kondigde toenmalig premier Cameron aan dat hij een referendum wilde organiseren over het lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk van de Europese Unie. Na het verzoek van het Verenigd Koninkrijk om een 'nieuwe regeling', dat in november 2015 werd ingediend, heeft voorzitter Juncker een strategische taskforce van de Commissie voor het Britse referendum opgericht en die onder leiding gesteld van Jonathan Faull, een ervaren directeur-generaal. Namens de EU stelde dit team nieuwe regelingen voor het lidmaatschap van het VK op. In februari 2016 heeft dit geleid tot een nieuwe reeks regelingen die tegemoetkwamen aan de bezwaren van het Verenigd Koninkrijk, waaronder een juridisch bindend besluit van de staatshoofden en regeringsleiders van de EU, in het kader van de Europese Raad bijeen 11 . Zowel alle EU27-lidstaten als het Verenigd Koninkrijk zelf, steunden deze nieuwe regelingen. Ondanks deze inspanningen heeft op 23 juni 2016 51,9% zich uitgesproken voor een vertrek uit de EU en 48,1% voor de voortzetting van het lidmaatschap van de EU.

Na het referendum heeft voorzitter Juncker onmiddellijk een speciale 'artikel 50-taskforce' van de Commissie” opgericht om de verwachte onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk over de terugtrekking uit de Europese Unie voor te bereiden. Hij benoemde Michel Barnier, een voormalig vicevoorzitter van de Commissie en voormalig Frans minister van Buitenlandse Zaken, als hoofd van deze taskforce en als zijn hoofdonderhandelaar. De Raad heeft de Commissie onverwijld aangewezen als onderhandelaar van de EU. De onderhandelingen zijn echter pas in juni 2017 van start gegaan, aangezien het Verenigd Koninkrijk pas in maart 2017 formeel, krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, kennis gaf van zijn voornemen de Unie te verlaten. Zeer kort daarna vonden algemene verkiezingen plaats. Vervolgens werd onderhandeld over een overeenkomst die de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk garandeert, alsook over een politieke verklaring met de elementen voor een ambitieus, breed, diep en flexibel partnerschap. De Commissie heeft ervoor gezorgd dat de onderhandelingen steeds volkomen transparant en in nauwe samenwerking met de EU27-lidstaten en het Europees Parlement werden gevoerd. Zowel het terugtrekkingsakkoord als de politieke verklaring over de toekomstige betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk kreeg de unanieme steun van de EU27-lidstaten en van de regering van het Verenigd Koninkrijk. Parallel aan de onderhandelingen heeft de Commissie vanaf december 2017 ook een vertrek zonder akkoord voorbereid. Binnen het secretariaat-generaal werd een specifieke groep voor de voorbereiding op de brexit opgezet, die meer dan 90 kennisgevingen aan belanghebbenden en 19 wetgevingsvoorstellen heeft opgesteld om ervoor te zorgen dat de EU27 goed voorbereid was op een ongewenste, maar mogelijke, wanordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie.

In totaal heeft de Commissie 4 maanden besteed aan onderhandelingen over nieuwe regelingen met de toenmalige premier Cameron en 18 maanden aan onderhandelingen over het terugtrekkingsakkoord en de politieke verklaring met premier May. De oprichting van gespecialiseerde teams binnen de Commissie voor aangelegenheden in verband met het Verenigd Koninkrijk zorgde ervoor dat deze onderhandelingen de aandacht niet afleidden van de werkzaamheden op de positieve agenda van de EU. Hierdoor kon de Commissie zich volledig richten op de uitvoering van de strategische agenda van de EU, zonder gehinderd te worden door het wisselvallige verloop van de brexit-onderhandelingen. De Europese Raad steunde deze aanpak ten volle. Punt 27 van de richtsnoeren voor de brexitonderhandelingen die de Europese Raad op 29 april 2017 heeft aangenomen (artikel 50) luidt als volgt: 'De Europese Raad blijft vastbesloten om de prioriteiten van de Unie op ambitieuze wijze vooruit te stuwen. De onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk zullen gescheiden van de andere EU-activiteiten worden gevoerd en geen beletsel vormen voor vooruitgang daarmee.'

I.2 De uitdagingen voor Europa in de mondiale context

We leven in een overgangstijd. Wereldwijd is er een multipolair systeem aan het ontstaan waarin verschillende belangen en aspiraties met elkaar in overeenstemming moeten worden gebracht. Economisch gezien maken we een ontwikkeling door waarbij er steeds meer druk komt te liggen op een toenemend aantal eindige hulpbronnen en de internationale concurrentie exponentieel groeit. Dit gaat gepaard met het legitieme streven van alle betrokken partijen om een aandeel te hebben in de toekomstige welvaart. Technologisch gezien valt een paradigmaverschuiving waar te nemen waarbij het menselijk kunnen in toenemende mate wordt versterkt door machines.

Veranderende economieën en arbeidsmarkten, het veranderende klimaat en de veranderende geopolitieke situatie geven reeds vorm aan onze Unie en zullen voor onze toekomst zijn zeer bepalend zijn. Vooral deze veranderingen zullen de leiders in gedachten moeten houden wanneer zij, in het licht van de resultaten van de verkiezingen voor het Europees Parlement, ons ambitieniveau en onze prioriteiten voor de komende vijf jaar en daarna bepalen.

Europa zal op middellange tot lange termijn voor veel problemen komen te staan en daarbij springen vier ontwikkelingen in het oog. De wijze waarop we ons instellen en voorbereiden op die ontwikkelingen zal bepalen of we erin slagen van ontwikkelingen kansen te maken.

Digitalisering

Digitalisering en nieuwe technologieën zullen onze wijze van leven en werken radicaal veranderen. Er zullen zich nieuwe mogelijkheden voordoen, met name op het gebied van gezondheid, mobiliteit, industrie en wetenschap. Deze dragen een groot potentieel voor Europa´s toekomstige concurrentievermogen en groei in zich. Tegelijkertijd brengt digitalisering risico’s met zich mee. Zo zou de kloof op het gebied van digitale vaardigheden groter kunnen worden en zou de sociale en regionale verdeeldheid binnen Europa zich kunnen verdiepen.

De groei van gegevens overtreft die van de verwerkingscapaciteit, waardoor kunstmatige intelligentie steeds belangrijker wordt voor de interpretatie en exploitatie van gegevensstromen. Europa is verwikkeld in een wereldwijde concurrentiestrijd om de macht over technologie en gegevens. Technologisch geavanceerde ondernemingen, met name uit de Verenigde Staten en China, zijn in korte tijd 's werelds grootste bedrijven geworden en vormen nieuwe mondiale waardeketens. Hun producten en diensten herdefiniëren de wijze van leven, werken en consumeren van de Europeanen.


Europa heeft geen gebrek aan innovatieve digitale commerciële ideeën, maar weinig van onze innovatieve Europese ondernemingen gaan over tot opschaling en uitbreiding in Europa of geven vorm aan deze mondiale markten. Het ambitieniveau van andere belangrijke spelers, die vaak het voordeel van staatssteun, minder strenge normen of lagere belastingtarieven genieten, vormt een risico voor de invloed van Europa op mondiale technologische ontwikkelingen. Deze spelers stellen ook onze waarden, ethische beginselen en belangen op gebieden als de data-economie, veiligheid en privacy op de proef en ondermijnen de veiligheid van de digitale toeleveringsketen.

Klimaatverandering en milieu

De gevolgen van de klimaatverandering worden steeds duidelijker; de risico’s voor de mondiale welvaart, een stabiele levensstandaard en de veiligheid nemen toe. De roep om actie vanuit Europa en over de hele wereld klinkt met de dag luider en iedereen krijgt in het dagelijks leven meer en meer te maken met de gevolgen van klimaatverandering en de maatregelen die worden genomen om die tegen te gaan. Dit vraagt om resolute, maar billijke en evenwichtige beleidsmaatregelen.

Om de ambities van de Overeenkomst van Parijs te verwezenlijken, moet de wereldwijde overgang naar schone energie drastisch worden versneld. Er zullen grote investeringen moeten worden gedaan en de financiële sector moet zijn steentje bijdragen. Maar er bestaat geen groter rendement op investeringen dan een schone planeet, verminderde afhankelijkheid van ingevoerde energie, duurzame economische groei en een toegenomen toepassing van schone energie en efficiëntie-oplossingen. Europese ondernemingen behoren mondiaal tot de koplopers op het gebied van schone technologie. Hierdoor wordt klimaatverandering, mits op de juiste manier aangepakt, niet alleen een uitdaging, maar ook een zakelijke kans.


Klimaatverandering brengt ook problemen en risico’s met betrekking tot sociale gelijkheid met zich mee, die moeten worden aangepakt om te zorgen voor een billijke transitie voor werknemers en burgers, met name in steenkool- en koolstofintensieve regio’s. De overgang zal mondiale economische, sociale en geopolitieke gevolgen hebben die van invloed zijn op partnerschappen en het buitenlands beleid van de EU.

Los van de problemen inzake klimaatverandering en energievoorziening tast de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen van onze planeet het milieu zodanig aan dat wellicht niet meer in de behoeften van toekomstige generaties kan worden voorzien. Dit bovenmatig gebruik van natuurlijke hulpbronnen bedreigt ook onze economie, die afhankelijk is van de invoer van grondstoffen. Om klimaat- en milieuproblemen aan te pakken moeten we ook op een circulaire economie overschakelen, ecosystemen en biodiversiteit beschermen, ons voedselsysteem duurzaam maken en de ontbossing beperken.

Demografie en samenleving

Demografische veranderingen zullen de diepere oorzaak vormen van de meest voor de hand liggende problemen waarmee onze Unie en haar lidstaten op middellange termijn zullen worden geconfronteerd. Dankzij de hoge levenskwaliteit en het algemene welzijn blijft de levensverwachting van de Europeanen stijgen. Tegen 2030 zal Europa het eerste continent worden met een mediane leeftijd van zo´n 45 jaar. Een hogere levensverwachting is als zodanig een positieve ontwikkeling, maar zet ook gezondsheids- en socialezekerheidsstelsels onder druk, zorgt voor ongekende problemen wat betreft een eerlijke lastenverdeling tussen de generaties en zal een blijvend effect hebben op onze samenlevingen in hun geheel.


Tegelijkertijd zal een algeheel lager geboortecijfer waarschijnlijk ertoe leiden dat de bevolking van de EU tegen 2050 krimpt. Terwijl de EU-bevolking thans 6,7 % van de wereldbevolking vertegenwoordigt, zal zij in 2030 en 2050 daarvan respectievelijk 6,1 % en 5,4 % uitmaken. Een sterke bevolkingsgroei in andere delen van de wereld, uiteenlopende welvaartsniveaus en de gevolgen van klimaatverandering en conflicten zullen de migratiedruk vanuit Afrika en daarbuiten waarschijnlijk verder vergroten.


Het vergroten van de welvaart en het waarborgen van de toegang tot hoogwaardig, inclusief onderwijs, beroepsopleiding, sociale bescherming en openbare diensten zijn voor Europeanen urgente punten van zorg. De toegang tot sociale en betaalbare energie-efficiënte huisvesting vormt een uitdaging. Ongeveer 10% van de huishoudens in de EU besteedt meer dan 40 % van zijn inkomen aan woonlasten.

De welvaartskloof tussen de lidstaten wordt over het algemeen kleiner. Europa loopt wereldwijd ver voorop waar het gaat om het terugdringen van ongelijkheid.

Tegelijkertijd dreigt de welvaartskloof binnen de lidstaten groter te worden, met name tussen stedelijke gebieden en rurale, meer afgelegen regio’s. Hoewel modernisering van de economie geen sinecure is, zal deze mogelijkheden bieden voor snellere regionale ontwikkeling en het scheppen van banen. Technologie en automatisering zullen de manier waarop we werken, producten vervaardigen en diensten verlenen, ingrijpend blijven veranderen. Veel jonge Europeanen zullen werken in beroepen die nu nog niet bestaan, en de meeste werknemers zullen tijdens hun loopbaan veelvuldig van werk moeten veranderen en meermaals nieuwe vaardigheden moeten verwerven.

Een in toenemende mate multipolaire wereld

Europa en de rest van de wereld worden geconfronteerd met een steeds complexer en wisselvalliger veiligheidsklimaat. Nieuwe machten zoeken hun plaats op het wereldtoneel, terwijl bestaande machten zich terugtrekken uit het op regels gebaseerde internationale systeem of dit zelfs ontwrichten. De multilaterale en op regels gebaseerde wereldorde staat onder zware druk, terwijl het belang ervan nog nooit zo groot is geweest.

In de afgelopen jaren is het veiligheidsklimaat van de Europese Unie drastisch gewijzigd. Veel van de huidige problemen op het gebied van vrede en veiligheid in Europa vinden hun oorsprong in de instabiliteit in de directe omgeving van de EU en de veranderende vormen waarin bedreigingen zich voordoen.

Met de verspreiding van digitale technologie komen hybride bedreigingen en bedreigingen voor kritische infrastructuur steeds vaker voor. Het risico neemt toe dat buitenlandse actoren door middel van kwaadwillige cyberactiviteiten en gerichte desinformatiecampagnes de publieke opinie beïnvloeden of onze democratieën ondermijnen.

Het is onwaarschijnlijk dat de terreurdreiging in de nabije toekomst zal verdwijnen. Steeds meer groepen, zowel in eigen land als daarbuiten, maken gebruik van moderne communicatiekanalen om radicale ideologieën te verspreiden die tot verdeeldheid leiden binnen onze samenlevingen en wereldwijd voor instabiliteit zorgen. Europa zal resoluut moeten optreden, zowel wat preventie als de ondersteuning van slachtoffers van terrorisme betreft. Bij de recente aanslagen in Sri Lanka en Christchurch, Nieuw-Zeeland, is duidelijk geworden hoe belangrijk internet is voor terroristische organisaties: het wordt zowel gebruikt voor het aanzetten tot radicalisering en het recruteren als voor het faciliteren en aansturen van terroristische activiteiten. De snelle opsporing en verwijdering van terroristische online-inhoud is van cruciaal belang en kan alleen op Europees en mondiaal niveau doeltreffend worden aangepakt. Daarom heeft de Commissie voorstellen gedaan die juist dat mogelijk maken.

De economische concurrentie neemt in de buurlanden van de EU, Afrika en de rest van de wereld toe. Aangezien grondstoffen steeds schaarser worden, zal de strijd daarom, en vooral om zoet water of voedsel, de bedreigingen voor de veiligheid waarschijnlijk vergroten. Overal ter wereld wakkert sociale en economische kwetsbaarheid, veroorzaakt door het onvermogen of de onwil van nationale regeringen om voor basisvoorzieningen of sociale gelijkheid te zorgen, instabiliteit en veiligheidsdreigingen verder aan. In deze snel veranderende mondiale context hebben met name Europa en Afrika veel te winnen bij een versterking van de economische en politieke banden. Nu andere mondiale spelers zich steeds nadrukkelijker op het continent richten, werkt Europa met Afrika samen op basis van een partnerschap tussen gelijken en moet Europa ernaar streven investeringen en handel verder op te voeren.


 Tegelijkertijd onderstreept de geopolitieke dynamiek de rol die de Europese Unie als betrouwbare en stabiele partner en als voorvechter van de multilaterale orde voor een toenemend aantal landen speelt. De EU heeft bijvoorbeeld een cruciale rol gespeeld bij de sluiting en uitvoering van het atoomakkoord met Iran om de regio op de lange termijn stabiliteit en welvaart te brengen. De EU heeft de op regels gebaseerde internationale orde verdedigd met haar krachtige reactie op de annexatie van de Krim en de destabilisatie van Oost-Oekraïne door Rusland. Zij heeft gestreefd naar stabiliteit, vrede en veiligheid in de Sahel, Libië en Afghanistan. Zij ondersteunde de rol van de Verenigde Naties, niet in de laatste plaats door een leidende rol op zich te nemen bij de internationale klimaatonderhandelingen die hebben geleid tot de Overeenkomst van Parijs en in het kader van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de VN.


I.3 Beleidsaanbevelingen voor de volgende strategische agenda

Voorafgaand aan de 60e verjaardag van de Verdragen van Rome publiceerde de Commissie in maart 2017 haar Witboek over de toekomst van Europa 12 . Dit bevatte vijf mogelijke scenario’s voor de toekomst van een EU met 27 lidstaten. Daarmee werd een startsein gegeven voor een breed debat over de toekomst van Europa, dat nu als inspiratie kan dienen voor de belangrijkste beleidsprioriteiten van de strategische agenda 2019-2024. De Commissie heeft de participatie van burgers sterk bevorderd door nieuwe vormen van burgerdialogen en burgerraadplegingen te ontwikkelen, waardoor het debat flexibeler en interactiever kan worden gevoerd, ook online, en een groter en breder publiek wordt bereikt.

Toekomst van Europa – Beschouwingen en scenario's voor de EU27 tegen 2025
(uit het witboek van de Commissie over de toekomst van Europa, maart 2017)

Scenario 1: Op dezelfde voet doorgaan. Problemen worden aangepakt naarmate ze zich voordoen en worden navenant vertaald in nieuwe wet- en regelgeving. De snelheid waarmee besluiten worden genomen, is afhankelijk van het overbruggen van verschillen van inzicht.

Scenario 2: De interne markt en niets meer. De nadruk ligt op het verdiepen van de interne markt. De EU27 werkt niet meer samen dan thans het geval is op gebieden als migratie, veiligheid of defensie.

Scenario 3: Wie meer wil, doet meer. De EU27 gaat op dezelfde voet verder, maar wanneer bepaalde lidstaten meer willen doen, werken zij samen. Anderen kunnen zich later aansluiten.

Scenario 4: Minder, maar efficiënter. De EU27 richt haar aandacht op een beperkt aantal prioriteiten, waarbij zij snel optreedt en over sterke uitvoerings- en handhavingsinstrumenten beschikt.

Scenario 5: Veel meer samen doen. De lidstaten zijn het erover eens dat zij problemen alleen met alle 27 lidstaten kunnen aanpakken en besluiten over de hele linie meer macht, middelen en beslissingsbevoegdheden te delen. Besluiten worden sneller genomen en vlotter uitgevoerd.


Honderdduizenden burgers van verschillende nationaliteit, leeftijd, religie en politieke overtuiging, hebben deelgenomen aan bijna 1 600 openbare debatten in gemeentehuizen, op universiteiten en op andere locaties overal in de Unie. Meer dan 80 000 mensen hebben ook de online-vragenlijst over de toekomst van Europa ingevuld, die was opgesteld door een burgerpanel van 96 Europese burgers.

Eurobarometer-opiniepeilingen bevestigen dat de prioriteiten van de burgers de afgelopen jaren zijn verschoven in het licht van nieuwe uitdagingen en de veranderde mondiale context.


De strategische agenda van de EU voor 2019-2024 is bij uitstek geschikt om in te spelen op de uitdagingen en kansen die zich thans voordoen. Daarbij is het zaak om voort te bouwen op de vooruitgang die de Unie de afgelopen jaren heeft geboekt en rekening te houden met de standpunten van burgers en de uitslag van de verkiezingen voor het Europees Parlement. De EU heeft nu behoefte aan nieuwe, ambitieuze, realistische en gerichte doelstellingen voor de volgende politieke cyclus. Met alles wat we ondernemen, moeten we bijdragen aan de verduurzaming van Europa's economie, samenleving en milieu. Om onze Unie meer verenigd, sterker en democratischer te maken in een steeds onzekerder wereld, moeten toekomstige maatregelen zich naar het oordeel van de Commissie toespitsen op vijf dimensies. De Commissie heeft ook vier mededelingen gepubliceerd over de versterking van onze beslissingsbevoegdheden op belangrijke politieke gebieden 13 .

Een beschermend Europa


Het Europese project brengt al meer dan zeven decennia vrede en welvaart. De Europese manier om voor vrede en veiligheid te zorgen is een zorgvuldige mix van gerichte civiele en militaire maatregelen: dat is wat de Europese Unie op het gebied van veiligheid tot een unieke speler op het wereldtoneel maakt. Wereldvrede vraagt om mondiale maatregelen en als het meest succesvolle vredesproject in de geschiedenis moet de EU haar rol ten volle vervullen. Waar mogelijk moeten wij gewelddadige conflicten helpen voorkomen. Wanneer dit niet mogelijk is, maar de waarden en belangen van de EU op het spel staan, moeten we in een vroeg stadium doortastend optreden via een geïntegreerde aanpak.

Wij moeten onze inspanningen voortzetten om een doeltreffende en echte Europese veiligheidsunie op te bouwen. EU-burgers maken zich vooral bezorgd over terrorisme en veiligheid. Omdat dreigingen steeds meer grensoverschrijdend van aard zijn, is voor de Unie een belangrijke rol weggelegd bij het verbeteren van de interne veiligheid. We moeten Europese middelen doeltreffender gebruiken door op het gebied van de voorkoming en bestrijding van terrorisme, georganiseerde misdaad, cybercriminaliteit en hybride bedreigingen onze krachten te bundelen. De veiligheid van de burgers kan worden verbeterd via interoperabele informatiesystemen en een gemoderniseerd rechtskader voor samenwerking, met onder meer betere toegang tot elektronisch bewijsmateriaal.

We moeten ook stappen zetten in de richting van een ware Europese defensie-unie die voortbouwt op het werk dat de afgelopen jaren is verricht om ervoor te zorgen dat defensiesamenwerking binnen de EU van uitzondering norm wordt. De EU moet zich richten op gebieden waar samenwerking duidelijke voordelen kan opleveren, zoals defensie-industrie en -onderzoek, cyberdefensie, militaire mobiliteit, hybride crisisbeheer en missies en operaties in het buitenland. Daardoor zal Europa meer verantwoordelijkheid voor zijn eigen veiligheid op zich kunnen nemen en zijn strategische autonomie kunnen bevorderen, wat ook de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie zal versterken.

Bij het beheer van migratie moeten wij proactiever optreden. Dit vereist brede maatregelen op elk niveau en een echte EU-aanpak op basis van gedeelde verantwoordelijkheid en solidariteit tussen de lidstaten. Een goed functionerend asielstelsel is een asielstelsel dat uitgaat van de gemeenschappelijke behoeften en verplichtingen, zodat Europa zijn verantwoordelijkheid kan vervullen ten aanzien van degenen die daadwerkelijk behoefte hebben aan bescherming, maar degenen die geen recht hebben op verblijf snel terugstuurt. Doeltreffende bescherming van de buitengrenzen van de EU vraagt om een volledig operationele Europese grens- en kustwacht, die zo spoedig mogelijk en uiterlijk in 2027 de beoogde omvang van 10 000 grens-en kustwachters moet hebben bereikt. Europa moet blijven ijveren voor een integratiebeleid op alle niveaus, dat hoognodig is om ervoor te zorgen dat samenlevingen inclusief en hecht zijn. Migratiebeheer is ook nauw verbonden met de instandhouding van de belangrijke verworvenheid van het vrije verkeer binnen het Schengengebied door middel van betrouwbare en voorspelbare regels. We moeten ook het groeiend belang erkennen van een coherente aanpak van legale migratie. Door legale migratiemogelijkheden, zoals hervestiging, neemt de prikkel om smokkelroutes naar Europa te gebruiken, af. Samenwerking met partnerlanden is van essentieel belang om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken, vluchtelingen te helpen, om te gaan met gemengde migratiestromen, mensensmokkel aan te pakken en ervoor te zorgen dat terugkeer en overname succesvol verlopen. Om doeltreffende bijstand te verlenen aan mensen in hun eigen land, moeten humanitaire en ontwikkelings- en beleidsinstrumenten worden gecoördineerd, zoals reeds werd bepleit in het kader van de algemene EU-strategie 14 die werd opgesteld door de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van de Commissie, Federica Mogherini.

Een concurrerend Europa

We moeten onderzoek en innovatie toespitsen op de ecologische, sociale en economische transities en de daarmee samenhangende maatschappelijke uitdagingen. Ook moeten we Europa’s troeven op wetenschappelijk terrein uitspelen, zodat het een leidende rol kan spelen op het gebied van baanbrekende en disruptieve innovatie. Dit impliceert voor de hele EU geldende maatregelen met ambitieuze doelstellingen voor zaken die ons dagelijks aangaan, zoals de ontwikkeling van vaardigheden, de strijd tegen kanker, de uitstoot van schadelijke stoffen en de toestand van de oceanen (inclusief maatregelen in verband met het plasticprobleem). De EU, haar lidstaten en de sector moeten hun krachten bundelen voor het investeren in projecten en hun financiële middelen en vaardigheden richten op grensverleggende onderzoeks- en innovatieprojecten, daarbij het hele proces omvattend van oorspronkelijk idee en innovatie tot en met de toepassing. De Commissie heeft voorgesteld om in het kader van de volgende EU-begroting €100 miljard uit te trekken voor onderzoek en innovatie. De middelen in het kader van het cohesiebeleid van de EU zullen overeenkomstige bedragen genereren ter ondersteuning van innovatie in alle regio’s van Europa. De inzet van deze middelen moet nauw worden afgestemd op ons industriebeleid en op de hervormingen die zijn vastgesteld in het kader van het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid.


We moeten investeren in belangrijke Europese digitale capaciteiten, zodat Europa wereldleider kan worden op het gebied van digitale transformatie. We moeten samenwerken om mensgerichte kunstmatige intelligentie van Europese makelij te stimuleren. Deze werkzaamheden moeten worden gestuurd door de strategie van de Commissie inzake kunstmatige intelligentie 15 en het met de lidstaten opgestelde gecoördineerde plan ter bevordering van de ontwikkeling en het gebruik van kunstmatige intelligentie in Europa. Er zijn gezamenlijke maatregelen vereist met het oog op vier belangrijke doelen: meer investeren, meer gegevens beschikbaar maken, talent stimuleren en vertrouwen scheppen. De EU moet op zowel EU- als internationaal niveau een mensgerichte en ethische aanpak van technologieën ontwikkelen en bevorderen. Een sterkere coördinatie is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat Europa mondiale koploper wordt wat betreft de ontwikkeling en toepassing van geavanceerde, ethisch verantwoorde en veilige kunstmatige intelligentie. Dit moet gepaard gaan met inspanningen voor de ontwikkeling van Europese supercomputers en cyberstrategische capaciteit van wereldklasse.


We moeten onze technologische en industriële toekomst op een meer strategische wijze voorbereiden. Een modern industriebeleid moet de nodige infrastructuur bieden, innovatie stimuleren, de invoering van nieuwe technologieën vergemakkelijken, een slim regelgevend ecosysteem bevorderen en de industrie in het algemeen ondersteunen. Het dient voort te bouwen op de interne markt en zich toe te spitsen op strategische waardeketens 16 zoals de productie van duurzame batterijen in Europa. Als onderdeel hiervan moeten we klaar staan om onmiddellijk actie te ondernemen indien interne of externe concurrenten het gelijke speelveld verstoren. De EU moet nieuwe instrumenten ontwikkelen om de verstorende effecten van buitenlandse staatseigendom en staatssteun aan te pakken. Tegelijkertijd blijven de mededingingsregels van de EU het fundament voor eerlijke concurrentie, die consumenten, keuzemogelijkheden en innovatie ten goede komt. Het is belangrijk dat de regels up to date blijven, zodat rekening wordt gehouden met nieuwe technologische ontwikkelingen, zoals met name de grotere afhankelijkheid van de toegang tot gegevens in alle bedrijfssectoren 17 .


Wij moeten de interne markt in al haar aspecten verbeteren, moderniseren en tot volle wasdom brengen en daarbij elk kunstmatig onderscheid tussen traditionele 'fysieke' en digitale markten opheffen. We moeten aandacht schenken aan de talrijke oproepen van de Europese Raad om de interne markt te voltooien en te verdiepen, met name door de lastigere gebieden aan te pakken, zoals diensten, die 70 % van ons bbp vertegenwoordigen (en ten aanzien waarvan we qua productiviteit achteropraken bij een aantal concurrenten). Een verdiepte interne markt, waarvan een op gegevensbescherming gebaseerde digitale economie een integraal deel uitmaakt, zal bedrijven in staat stellen om over de grenzen heen te groeien en handel te drijven. Nieuwe regels inzake consumentenbescherming die geschikt zijn voor het digitale tijdperk, een betere bescherming van klokkenluiders en een doeltreffender handhaving zullen het vertrouwen van de consument versterken. Handhaving op het gebied van mededinging is van cruciaal belang om het concurrentievermogen van Europese bedrijven wereldwijd te versterken, omdat dit investeringen en het streven naar verbetering van hun bedrijfsmodellen stimuleert. De modernisering van de vennootschapsbelasting en de belasting over de toegevoegde waarde zal ondernemingen in staat stellen het potentieel van de interne markt ten volle te benutten.


We moeten de groei blijven stimuleren en zorgen voor duurzame welvaart door de Economische en Monetaire Unie 18 verder te verdiepen en structurele hervormingen op nationaal niveau verder te versterken. Met de nieuwe leden die in de loop van de komende vijf jaar waarschijnlijk tot de eurozone zullen toetreden, zullen de EU en de eurozone geleidelijk gaan samenvallen tot een EU-brede zone met een eenheidsmunt, zoals de bedoeling was. Daarom moeten we het bankwezen verder versterken en de integratie van onze kapitaalmarkten versnellen. Een diepe en liquide Europese kapitaalmarkt zal private risicodeling bevorderen, onze Unie concurrerender en veerkrachtiger maken en de basis leggen voor een sterkere internationale rol voor de euro. We moeten ook verdere vooruitgang boeken met de onderlinge afstemming van het economisch, budgettair en sociaal beleid van onze lidstaten. Een vereenvoudiging van het stabiliteits- en groeipact zou de transparantie en de naleving kunnen verbeteren en tegelijkertijd de progressieve ontwikkeling van een gemeenschappelijke begrotingskoers voor de eurozone ondersteunen 19 . Om onze economische en monetaire unie te voltooien, zouden geleidelijk ingevoerde Europese veilige activa ook een nuttig stabiliserend instrument zijn. Hiervoor zou tegelijkertijd moeten worden gewerkt aan regelgeving inzake de blootstelling aan staatsschulden.


In het meerjarig financieel kader van de EU moet worden voorzien in een begrotingsinstrument voor convergentie en concurrentievermogen voor de eurozone, dat hervormingen en investeringen zal stimuleren, zoals voorgesteld door de Commissie en goedgekeurd tijdens de Eurotop in december 2018. In de loop van de tijd en met het oog op de voltooiing van onze economische en monetaire unie zullen wij ook een stabilisatiefunctie nodig hebben om onze veerkracht verder te versterken.


Wij moeten de transformatie van de Europese arbeidsmarkt blijven ondersteunen en tegelijkertijd de billijkheid ervan waarborgen. De arbeidsomstandigheden en de gezondheid en veiligheid op het werk moeten verder worden verbeterd. Arbeidsmobiliteit moet billijk zijn en goed worden beheerd en de bestaande regels moeten doeltreffend ten uitvoer worden gelegd. We moeten de lidstaten helpen om hun onderwijs- en opleidingsstelsels aan te passen zodat mensen de vaardigheden verwerven die de huidige arbeidsmarkt nodig heeft 20 . In een vergrijzende samenleving en in het licht van de digitalisering zal het van cruciaal belang zijn dat wordt gezorgd voor adequate sociale bescherming voor alle werkenden, investeringen in een leven lang leren, opleiding en bijscholing van de beroepsbevolking in de EU en het waarborgen van gelijke kansen.

We moeten zorgen voor een modern en flexibel regelgevingskader voor mobiliteit en vervoer, met name waar het gaat om geautomatiseerde en geconnecteerde mobiliteit. We moeten de connectiviteit in heel Europa verbeteren door de interne Europese vervoersruimte te voltooien. Europa moet het voortouw nemen bij het vormgeven van nieuwe internationale normen voor veilige, slimme, duurzame, zekere en veerkrachtige mobiliteit. De EU-regels moeten onze vervoerssystemen doeltreffend beschermen tegen opkomende en evoluerende bedreigingen voor veilige mobiliteit, zoals cyberaanvallen. We moeten de milieu- en klimaateffecten van onze vervoerssystemen terugdringen. Dat betekent dat er dringend gebruik moet worden gemaakt van alternatieve brandstoffen en dat de voertuignormen inzake koolstofemissies, verontreinigende stoffen en geluidshinder verder moeten worden verbeterd. Ook moeten we een daadwerkelijk circulaire economie tot stand brengen en aandacht besteden aan de maatschappelijke gevolgen van de overgang naar schoner en meer geautomatiseerd vervoer.

Een billijk Europa

We moeten blijven werken aan de Europese pijler van sociale rechten, die in november 2017 gezamenlijk door het Parlement, de Raad en de Commissie is afgekondigd. Wij moeten de verschillen en sociale problemen aanpakken die zich overal in de regio’s en de lidstaten alsook op verschillende terreinen van de economie voordoen. Ongelijkheid ligt vaak ten grondslag aan gevoelens van kansloosheid. Wij moeten ons niet alleen richten op het scheppen van meer werkgelegenheid, maar ook zorgen voor meer hoogwaardige banen en voor toegang tot sociale bescherming, alsook voor gelijke toegang tot onderwijs, opleiding en mogelijkheden voor levenslang leren van hoge kwaliteit. Andere ideeën, zoals de geleidelijke instelling van een gemeenschappelijke werkloosheidsherverzekeringsregeling, moeten ook in overweging worden genomen.

We moeten ook samenwerken met de lidstaten om sociale inclusie en gelijkheid tot stand te brengen, onder meer door naar oplossingen te zoeken voor regionale verschillen, de behoeften van minderheden, gendervraagstukken en het probleem van de vergrijzing. Ongelijkheid, zowel sociaal als territoriaal, is vaak een voedingsbodem voor een groeiend gevoel van onrechtvaardigheid gebleken. De Europese instellingen moeten het goede voorbeeld geven, met name wat gendervraagstukken en het opkomen voor gelijke kansen voor iedereen betreft.

Wij moeten de gemeenschappelijke waarden en het wederzijds vertrouwen waarop de Europese Unie is gegrondvest, krachtig handhaven en bevorderen. Deze geven richting aan ons beleid en bevorderen een saamhorigheidsgevoel, voortbouwend op onze gedeelde cultuur. Dit is met name van belang voor de rechtsstaat, een eerste vereiste voor democratie en grondrechten, en voor de goede werking van onze interne markt en samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. Wij moeten onze gezamenlijke capaciteit om de rechtsstaat te beschermen en hoog te houden, verder versterken. Dit moet gebeuren door in de hele EU een rechtsstatelijke cultuur tot stand te brengen, waarbij wij ons ertoe verbinden problemen doeltreffend aan te pakken en de daarvoor benodigde instrumenten verbeteren.

Wij moeten onze grondrechten in de digitale wereld beschermen. Nieuwe technologieën houden geen nieuwe waarden en dat hoort ook zo te zijn. De EU moet haar leidende positie op het gebied van gegevensbescherming en privacy uitbreiden en van haar op waarden gebaseerde data-economie een unieke troef maken. Een degelijk regelgevingskader moet de ethische en juridische kwesties met betrekking tot kunstmatige intelligentie proactief benaderen. De digitale transformatie vereist ook strenge normen op het gebied van cyberbeveiliging en consumentenbescherming.

We hebben een eerlijk en modern fiscaal beleid nodig, dat past bij de uitdagingen van de digitale economie en zorgt voor een gelijk speelveld voor internetreuzen, online verkoopplatforms en lokale bedrijven. Om belastingontduiking, -fraude en -ontwijking aan te pakken is nauwere samenwerking op internationaal niveau en tussen de nationale belastingdiensten nodig.

We moeten hoogwaardige, betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg bevorderen door middel van de digitale transformatie van de gezondheidsstelsels. De EU-regels inzake geneesmiddelen moeten gelijke tred houden met de wetenschappelijke ontwikkelingen, antimicrobiële resistentie tegengaan, de tekorten aan geneesmiddelen aanpakken en de beschikbaarheid en betaalbaarheid van en toegang tot therapieën verbeteren. De EU moet de lidstaten ondersteunen bij hun inspanningen om hun gezondheidszorgstelsels doeltreffend, toegankelijk en veerkrachtig te maken, onder meer door de digitale transformatie van gezondheidsstelsels. Ook moet aandacht worden besteed aan het probleem van de zogenoemde "medische woestijnen”, die het gevolg zijn van de daling van het aantal hooggeschoolde artsen in verschillende regio’s van de EU. In deze regio’s bevindt de toegang tot de basisgezondheidszorg zich in de gevarenzone.

We moeten de toegang tot hoogwaardige, energie-efficiënte, betaalbare huisvesting voor iedereen in Europa ondersteunen door de lidstaten te helpen om te zorgen voor goed functionerende woningmarkten en adequate sociale huisvesting.

Een duurzaam Europa

Wij moeten bijzondere aandacht besteden aan de verwezenlijking van al onze duurzaamheidsdoelstellingen, zowel binnen de EU als wereldwijd, overeenkomstig de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties. Om deze doelstellingen te bereiken moeten wij onze economie moderniseren door in te zetten op duurzame consumptie- en productiepatronen, de onevenwichtigheden in ons voedselsysteem corrigeren en onze mobiliteit, de manier waarop we energie produceren en gebruiken en het ontwerp van onze gebouwen verduurzamen. Wij moeten dit op een sociaal rechtvaardige manier doen en zorgen dat niemand bij deze overgang achterop raakt. Wij moeten ook onderwijs, wetenschap, financiering, belastingen, handel en governance inzetten voor de verwezenlijking van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling.


We moeten onze inspanningen opvoeren in de strijd tegen klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu, die de biodiversiteit, zowel op het land als in de oceanen, in gevaar brengen. We moeten onze klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030 halen en onze ambitieuze langetermijnstrategie voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen verwezenlijken. Om dit te helpen realiseren, heeft de Commissie 25 % van het toekomstige meerjarig financieel kader voor investeringen in klimaatmaatregelen gereserveerd. We moeten het verlies aan biodiversiteit een halt toeroepen en ombuigen en het risico op klimaatgerelateerde rampen en ziekten beter onderkennen en beperken, onder meer via het onlangs in het leven geroepen rescEU-mechanisme voor civiele bescherming. Een gemoderniseerd gemeenschappelijk landbouwbeleid moet deze geïntegreerde benadering van duurzaamheid ondersteunen.


We moeten overschakelen op een meer hulpbronnenefficiënte circulaire economie door groene groei, bio-economie en duurzame innovaties te bevorderen. We moeten meer doen om verantwoord gedrag van bedrijven, duurzame keuzes van consumenten en particuliere financiering uit een verscheidenheid aan bronnen te stimuleren. Een nieuw actieplan voor de circulaire economie zou gericht kunnen zijn op het duurzaam gebruik van grondstoffen, met name in sectoren die daarvan intensief gebruikmaken en een grote impact hebben, opdat Europa verduurzaamt. Burgers willen namelijk graag veilige, gezonde en betaalbare voeding 21 . Een ambitieuze strategie voor de volledige uitbanning van milieuverontreiniging zou een impuls geven aan innovatie in de vorm van schonere alternatieven en vervangende producten en zorgen voor schone lucht, bodem en oceanen voor de huidige en toekomstige generaties.

We moeten het potentieel van de energie-unie maximaliseren door het aanpakken van de belangrijkste resterende uitdagingen, waaronder energiezekerheid, energiekosten voor huishoudens en bedrijven, en de gevolgen uit het oogpunt van de klimaatverandering. De EU heeft al het meest geavanceerde wetgevingskader voor schone energie ingevoerd en moet nu de nadruk leggen op de tenuitvoerlegging ervan. Wij moeten onze inspanningen om de energievoorziening te diversifiëren, voortzetten en nationale energienetwerken met elkaar verbinden, alsook de overgang naar duurzame energiebronnen en energie-efficiëntie bevorderen. Energiebelasting kan de overgang naar schone energie ondersteunen en bijdragen tot een duurzame en sociaal rechtvaardige groei.

Een invloedrijk Europa

In een steeds meer verscheurde en multipolaire wereld zal de EU haar positie moeten versterken om haar welvaart, veiligheid en waarden te waarborgen. Dit vereist een collectieve inspanning: geen enkele lidstaat kan dit alleen. Alleen de EU in haar geheel kan een sturende rol spelen in de wereld en ervoor zorgen dat wij Europeanen normen stellen in plaats van ze te moeten volgen. Alleen samen zullen we de Europese manier van leven te midden van de felle mondiale concurrentie in stand kunnen houden en onze waarden hoog kunnen houden.


Zoals in de algemene strategie van juni 2016 is benadrukt, moet Europa een vooraanstaande rol in de wereld spelen door middel van consistente en krachtige steun voor een op regels gebaseerde wereldorde met multilateralisme als basisbeginsel en met de Verenigde Naties als kern. De EU moet een vorm van mondiale governance bevorderen waarvan de kernwaarden bestaan uit mensenrechten, de rechtsstaat, duurzame ontwikkeling, multilateralisme en de eerbiediging van het internationaal humanitair recht.


We moeten de aanzienlijke economische macht van de EU assertiever benutten om onze mondiale belangen te bevorderen. Een open en eerlijke handelsagenda schept mogelijkheden voor Europese burgers en bedrijven en zorgt tegelijkertijd voor een gelijk speelveld in binnen- en buitenland. Wij moeten prioriteit geven aan het behoud van het multilaterale handelsstelsel dat is gebaseerd op de Wereldhandelsorganisatie (WTO), maar dan aangepast aan de wereldhandel van nu, en de samenwerking met belangrijke internationale handelspartners intensiveren.


De EU moet haar economisch gewicht aanwenden om haar capaciteit op het gebied van sancties op te voeren. Daartoe moet zij haar eigen maatregelen doeltreffender maken en zich beter wapenen tegen de extraterritoriale gevolgen van unilaterale sancties van derde landen. Een versterkte internationale rol van de euro zou de economische en monetaire soevereiniteit van Europa vergroten, de kosten en het risico van internationale handel verlagen en bijdragen tot meer financiële stabiliteit.


De EU moet ook prioriteit geven aan de ontwikkeling van sterke betrekkingen met naaste buren, op basis van een duidelijk evenwicht tussen rechten en plichten. Dit omvat de ondersteuning van het overgangsproces van de Westelijke Balkan door middel van een geloofwaardig uitbreidingsbeleid, waarbij de EU haar verbintenissen moet nakomen. Wij moeten ook helpen onze oostelijke en zuidelijke buurlanden te stabiliseren en gemeenschappelijke problemen aanpakken. De EU moet haar banden met en betrokkenheid bij Afrika versterken, teneinde de twee continenten in economisch en politiek opzicht dichter bij elkaar te brengen en oplossingen te vinden voor gemeenschappelijke belangen en problemen. De Afrikaans-Europese Alliantie voor duurzame investeringen en banen die in september 2018 werd gepresenteerd, moet optimaal worden benut voor het bieden van nieuwe kansen via een toename van de handel en via gerichte investeringen, onder meer op het gebied van onderwijs en relevante vaardigheden, en resulteren in een sterk partnerschap ten behoeve van de op regels en waarden gebaseerde internationale orde.


Deel II: De unieke communicatie-uitdaging van Europa: doeltreffend communiceren in een heel continent in tijden van toenemende fragmentatie en desinformatie

In een veranderlijke wereld die steeds sterker gepolariseerd raakt, stellen onze eenheid en gedeelde waarden Europa in staat om het hoofd te bieden aan de uitdagingen die wachten. Alleen samen kunnen we tegemoetkomen aan de verwachtingen van de burgers, die een Unie willen die hen beschermt en sterker maakt. Maar daarmee zijn we er nog niet. Wil Europa zich voorspoedig ontwikkelen, dan kan het niet zonder de actieve en duurzame betrokkenheid van zijn burgers. Daarvoor moet voortdurend, eerlijk en transparant worden uitgelegd wat de EU inhoudt, wat zij doet, waar zij voor staat en hoe besluiten tot stand komen.

De communicatie over de EU is een gedeelde verantwoordelijkheid van de EU-instellingen en de lidstaten, op alle niveaus – nationaal, regionaal en lokaal. Communicatie is sinecure noch bijzaak. In wezen gaat het er om de burgers in staat te stellen weloverwogen keuzes te maken en volledig deel te nemen aan de Europese democratie. Daarom moet er over Europa worden bericht in de talen die de burgers spreken. Meertalige communicatie is het wezenskenmerk van de EU en haar culturele diversiteit.

Wanneer de Europeanen op 23-26 mei 2019 gaan stemmen, moeten zij zich op harde gegevens en feiten kunnen baseren en niet alleen op politieke manifesten. Nu de media en informatiekanalen steeds meer versnipperd en gepolariseerd raken en de sociale media een steeds belangrijker rol spelen, is dit echter niet altijd even eenvoudig. In het digitale tijdperk is informatie gemakkelijker te vinden en gemakkelijker te produceren dan ooit tevoren. Dit biedt ongekende mogelijkheden om het debat in de Unie uit te breiden en te verdiepen. Maar het brengt ook risico’s mee en maakt het nog belangrijker te waarborgen dat het debat gebaseerd is op betrouwbare en juiste informatie. De EU-instellingen en de lidstaten moeten de handen ineenslaan om ervoor te zorgen dat dit het geval is.

In de loop van haar mandaatperiode heeft de Commissie-Juncker, evenals de andere EU-instellingen, getracht op meer politieke en strategische wijze te communiceren. In dit deel noemen we een aantal van de lessen die we daarbij hebben geleerd.

II.1. Communiceren over de EU is een gedeelde verantwoordelijkheid

De Europese Unie is in de eerste plaats een unie van mensen en waarden, met een uniek democratisch bestel dat een aanvulling is op en een samenspel vormt met de nationale, regionale en lokale democratische systemen van de lidstaten, maar ook rechtstreeks samenwerkt met de burgers en het maatschappelijk middenveld. Iedereen die belang hecht aan de toekomst van Europa, heeft tot taak uit te leggen wat het betekent om deel uit te maken van de Unie en om de aandacht te vestigen op de voordelen of gevolgen van de beleidsmaatregelen en keuzes van de Unie.

Ook moet bij de communicatie over de EU met de burger eerlijk worden erkend dat beleid en besluitvorming een gezamenlijke verantwoordelijkheid zijn van iedereen die erbij betrokken is. We dienen afstand te nemen van de neiging om succes als nationale prestatie te zien en falen toe te schrijven aan Europa. In plaats daarvan moeten we onze gemeenschappelijke besluiten en beleidsmaatregelen beter uitleggen. Een systeem kan onmogelijk standhouden als de meest uitgesproken critici ervan medeverantwoordelijk zijn voor het ontwerp ervan. Nationalistisch populisme is gebaseerd op een valse tegenstelling tussen de lidstaten en Europa. De EU-instellingen en de lidstaten moeten samen een krachtig tegengeluid laten horen en de fundamentele rol en voordelen van de EU voor het voetlicht brengen.

Als het de bedoeling is dat de burgers Europa vertrouwen, moet rekening worden gehouden met hun legitieme zorgen en verwachtingen. Europeanen hebben vaak het gevoel dat zij niet voldoende worden geïnformeerd over het werk van de EU 22 . Om hierin verandering te brengen, moet worden uitgelegd welke invloed de EU heeft op het leven van mensen, hoe de EU werkt en welke zaken onder haar bevoegdheid vallen.

Communicatie moet van meet af aan deel uitmaken van de beleidsvorming – en niet pas achteraf of om beleidsmaatregelen 'op te poetsen'.
Communicatie moet tweerichtingverkeer zijn – eerst luisteren, en daarna daarop ingaan.
Communicatie moet op feiten berusten – maar ook emoties aanspreken, ondersteund door gegevens – en aangepast zijn aan de doelgroep, in heldere taal.
Communicatie moet uitgaan van onze gedeelde waarden en vervolgens focussen op de concrete resultaten van het EU-beleid voor de mensen daar waar zij wonen, en gemeenschapsvorming ondersteunen 23 .
Goede beleidsvorming vraagt om goede meertalige communicatie om te worden begrepen en aanvaard.


De vrijheid en de pluriformiteit van de media zijn overeenkomstig artikel 11 van het Handvest van de grondrechten een hoeksteen van de Unie, en dit moet zo blijven. De traditionele media – waaronder met name de vertegenwoordigers van de pers in Brussel, maar ook regionale en plaatselijke media – zijn cruciale partners voor de communicatie over de werkzaamheden van de Unie. Tijdens de dagelijkse persbijeenkomst van de Commissie rond het middaguur kunnen meer dan 1 000 geaccrediteerde journalisten en mediavertegenwoordigers uit bijna 60 landen vragen stellen over het beleid en de besluitvorming van de EU. Samen met andere persconferenties moeten deze bijeenkomsten journalisten helpen het EU-debat een plaats te geven te midden van de binnenlandse discussies in elke lidstaat. Het publiek heeft meer vertrouwen in de traditionele pers dan in sociale media als onafhankelijke bron van EU-nieuws en -analyses 24 . Het unieke perspectief dat de in Brussel gevestigde media te bieden hebben, wordt vaak overschaduwd door verhalen die door een hoofdzakelijk nationale bril worden bekeken. Permanente steun voor gespecialiseerde journalisten en media met een echte Europese focus, in combinatie met een meer Europees gericht politiek verhaal van nationale leiders, zal essentieel blijven voor de totstandbrenging van een echte 'Europese publieke ruimte' voor discussie en debat met kennis van zaken.

Communiceren over Europa is echter geen taak voor één instelling of persoon. Wanneer zij over de EU communiceren, moeten de instellingen van de EU dat doen in het volle besef van hun plicht om hun werk in alle openheid uit te leggen en te rechtvaardigen. Tegelijkertijd kunnen en mogen zij niet in hun eentje de volle verantwoordelijkheid dragen voor het verdedigen van de Unie. Hoewel de Commissie een specifieke rol heeft als hoedster van de Verdragen en initiator van EU-wetgeving, heeft zij niet hetzelfde bereik of dezelfde nabijheid als nationale of regionale regeringen die met hun eigen burgers communiceren. Evenmin kan zij informatielacunes opvullen. Bij communicatie over het EU-beleid is de nauwe betrokkenheid van andere EU-instellingen en van de lidstaten op alle niveaus derhalve van cruciaal belang.

Zoals in de Verdragen is uiteengezet, moeten de besluiten van de EU in zo groot mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen 25 . Hoewel veel vooruitgang is geboekt, is een grotere verantwoordingsplicht en meer duidelijkheid in de besluitvorming van essentieel belang om ervoor te zorgen dat de resultaten van de politieke processen een breder draagvlak vinden. Dit zou ook bijdragen tot het voorkomen van een aanhoudende 'crisismythe' en de tendens om in de communicatie vooral op geschilpunten te focussen. Discussie en debat tussen leiders, regeringen, instellingen en burgers over het EU-beleid is geen teken van conflict, maar een teken van gezonde en levendige democratische betrokkenheid. De constante noodzaak om tot evenwichtige en duurzame compromissen te komen is inherent aan de bestuursvorm die de Europeanen hebben gekozen. Het is belangrijk dat iedereen die bij de besluitvorming betrokken is, dit benadrukt.

Er zijn veel succesvolle voorbeelden van EU-instellingen en lidstaten die samenwerken om op het wereldtoneel blijk te geven van Europese eensgezindheid. In 2015 is bijvoorbeeld in de mededeling over het Europees Jaar voor ontwikkeling benadrukt dat de Unie de VN-doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling onderschrijft; dit geldt voor alle EU-instellingen en voor de gemeenschap van niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties. De communicatie en de contacten met mensen in derde landen moeten verder worden verbeterd om de strategische belangen van de EU te behartigen.

De vrijhandelsovereenkomst van de EU met Japan was een ander voorbeeld waarbij de Commissie, de Raad en de nationale regeringen een gesloten front vormden en de voordelen van de overeenkomst op krachtige wijze hebben uitgedragen. De Commissie heeft er bewust voor gekozen alle onderhandelingsmandaten en -documenten openbaar te maken, gezien de ervaring die is opgedaan bij eerdere onderhandelingen, die vaak heftig werden bekritiseerd wegens het gebrek aan transparantie.

Ook in de communicatie van de Commissie over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie hebben de overige 27 lidstaten steeds één duidelijke en eensgezinde boodschap uitgedragen, en bij de terugtrekkingsonderhandelingen was het niveau van openheid en transparantie ongekend hoog. Doordat de communicatie over de brexit voornamelijk via een speciale taskforce van de Commissie verliep, kon de brexit de positieve agenda van de Europese Unie niet kapen of besmetten.


Topontmoetingen en bijeenkomsten op hoog niveau met derde landen zijn een goede gelegenheid voor de EU-instellingen en de lidstaten om de belangrijke rol van de Unie als aanjager van positieve veranderingen binnen en buiten de EU te belichten. Transparantie, door middel van publicatie van onderhandelingsdocumenten op andere beleidsterreinen, ondersteunt deze aanpak. Dit bleek uit de doorslaggevende rol die de EU speelde bij het bereiken van de overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering in december 2015. De transparante aanpak heeft ertoe bijgedragen dat de eenheid tussen de lidstaten bewaard bleef en dat de burgers voortdurend op de hoogte werden gehouden en bij het proces betrokken werden.

De vele voorbeelden van deze aard tonen de waarde aan van gezamenlijke, gecoördineerde communicatie. Er kan echter veel worden geleerd van de keren dat onze communicatie te wensen overliet. In de communicatie van de EU wordt vaak te veel beloofd en te weinig waargemaakt. Zo hebben de EU-leiders in de conclusies van de Europese Raad maar al te vaak toegezegd om de digitale eengemaakte markt of de bankenunie te voltooien. Anderzijds maakt de EU vaak ook meer waar dan is beloofd. De communicatie over migratie is hiervan een goed voorbeeld. Hoewel de term 'migratiecrisis in Europa' nog steeds een prominente plaats in het openbare en politieke debat inneemt, is het aantal binnenkomsten in de EU weer op het niveau van vóór de crisis.

De institutionele communicatie van de EU gaat ook vaak gebukt onder haar onvermogen om op te boksen tegen een overtuigend nationaal geluid of onlineplatforms. Bij de hervorming van de EU-wetgeving inzake auteursrechten werden de EU-instellingen in de laatste weken vóór de beslissende stemming in het Europees Parlement geconfronteerd met krachtige lobbying- en voorlichtingscampagnes die tegen de voorgestelde hervorming waren gericht. Door het ontbreken van een even krachtig tegengeluid van de kant van de EU waren de bedoelingen en redenen achter de hervorming niet voldoende bekend bij het publiek, ook al werd de hervorming uiteindelijk met een duidelijke meerderheid in het Europees Parlement goedgekeurd.

Om dergelijke tendensen tegen te gaan en deze zwakke punten aan te pakken, is meer gezamenlijke communicatie op nationaal niveau nodig. De EU-leiders zouden vooral hun communicatie over de resultaten van onderhandelingen en topontmoetingen ten aanzien van een binnenlands publiek beter moeten coördineren.

Er zijn ook veel meer gelegenheden voor gezamenlijke communicatie die de EU-instellingen en de lidstaten gedurende de gehele besluitvormingscyclus zouden moeten aangrijpen.

Al deze voorbeelden wijzen op de noodzaak van meer coördinatie bij de communicatie over de EU op Europees, nationaal, lokaal en regionaal niveau. De samenwerking tussen de EU-instellingen op het gebied van communicatie is goed ontwikkeld, met name tussen de Commissie en het Europees Parlement. Door de ondertekening van een gezamenlijke verklaring in december 2017 zijn de communicatiediensten van beide instellingen overeengekomen samen te werken en middelen te delen in de aanloop naar de Europese verkiezingen, in de eerste plaats bij de campagne www.thistimeimvoting.eu . Zij doen dit in het besef van hun gedeelde verantwoordelijkheid om de burgers te mobiliseren en in staat te stellen om met kennis van zaken beslissingen te nemen over de toekomst van Europa.

Deze pragmatische aanpak heeft geleid tot een nieuwe cultuur van samenwerking, waarbij de institutionele rivaliteit wordt overwonnen om de voordelen van de EU voor de burgers onder de aandacht te brengen en daarbij de EU te promoten. In dezelfde geest vond alle visuele communicatie van de EU-instellingen rond de 60e verjaardag van het Verdrag van Rome plaats onder de vlag van de EU, in plaats van onder de vlag van de instellingen.

Na de komende verkiezingen moeten het Parlement en de Commissie de samenwerking tussen de liaisonbureaus van het Parlement en de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten opvoeren. Zij moeten verdere synergieën in hun lopende communicatie bevorderen en hun activiteiten inzake burgercontacten combineren. Niet-gouvernementele organisaties, sociale partners, Europe Direct-informatiecentra en andere netwerken en de academische wereld zouden hierbij moeten worden betrokken. De vertegenwoordigingen van de Commissie en de liaisonbureaus van het Parlement laten een veel sterkere EU-aanwezigheid zien en treden overal in de Unie naar buiten met gedeelde ruimten in de Huizen van Europa en in 'Europa Experience '-faciliteiten die al in verschillende lidstaten functioneren. Zo hebben meer dan 70 000 mensen een bezoek gebracht aan de onlangs geopende 'Europa Experience' in Helsinki.


II.2 Een permanente dialoog met de burgers

Om de Europese identiteit en democratie te versterken en te zorgen voor grotere betrokkenheid bij het Europese project, is het essentieel om een permanente dialoog met de burgers te voeren. De commissarissen zijn actief aangemoedigd om deel te nemen aan dialogen met burgers in de hele Unie.

Burgers voelen zich alleen betrokken als sprake is van tweerichtingverkeer. Deze dialogen zijn goede gelegenheden om de politieke agenda van de Commissie te presenteren en, nog belangrijker, te luisteren naar de ideeën en verwachtingen van de burgers. Vertegenwoordigingen spelen – als 'de ogen, oren en stem' van de Commissie op het terrein – een belangrijke rol bij de afstemming van deze dialogen op de nationale en lokale context.

Het witboek over de toekomst van Europa van de Europese Commissie van maart 2017 heeft dit proces een nieuwe impuls gegeven. Tijdens de laatste vijf jaar hebben honderdduizenden mensen deelgenomen aan zo'n 1 600 burgerdialogen en burgerraadplegingen die in heel Europa zijn georganiseerd door of met hulp van de Commissie. Sinds januari 2015 hebben honderden leden van het Europees Parlement, nationale regeringen en regionale regeringen en alle 28 leden van de Commissie deelgenomen aan burgerdialogen en burgerraadplegingen. Voorts heeft het Comité van de Regio's het debat naar de regio's gebracht in het kader van zijn initiatief 'Nadenken over Europa', terwijl het Economisch en Sociaal Comité het maatschappelijk middenveld heeft betrokken bij de dialogen over de toekomst van Europa. De uitdrukkelijke steun van de Franse president Macron voor deze nieuwe vorm van interactie heeft de zichtbaarheid ervan aanzienlijk verhoogd.

Het verslag van de Commissie over burgerdialogen en burgerraadplegingen dat op 30 april 2019 is gepubliceerd, bevestigt dat de meeste burgers Europa een belangrijke rol toedichten bij de aanpak van mondiale uitdagingen, maar verwachten dat het efficiënter en transparanter wordt. 26  

De belangrijkste verwachtingen die de burgers van de EU hebben, zijn:
Een Europa dat beschermt: burgers verwachten dat de EU naar hun zorgen luistert en maatregelen neemt ter bevordering van veiligheid en gezondheid. Zij verwachten dat hun sociale rechten worden gehandhaafd en zij tegen misdaad worden beschermd.

Aanpak van migratie: burgers verwachten dat het Europees migratiebeleid een einde maakt aan het verlies van mensenlevens, maar ook aan irreguliere migratiestromen.

Een dynamische economie: burgers verwachten maatregelen om toekomstige economische crises af te wenden. Zij verwachten dat de EU welvaart brengt, voor groei zorgt en de technologiesector zodanig reguleert dat deze wereldwijd concurrerend blijft. Zij willen dat de Unie prioriteit geeft aan onderzoeksinnovatie en -investeringen, met speciale aandacht voor de circulaire economie en de digitale economie.
Klimaatverandering tegengaan en het milieu beschermen: burgers verwachten dat de EU op mondiaal niveau een leidende rol speelt op het gebied van klimaatactie en milieubescherming.
Een Europa van waarden – inclusief democratie, transparantie en de rechtsstaat: burgers verwachten meer informatie over de besluitvorming van de EU en meer mogelijkheden om invloed uit te oefenen. Zij verwachten dat de EU haar waarden hooghoudt, inclusief haar basisbeginselen van gendergelijkheid en non-discriminatie.
Kansen voor jongeren: burgers verwachten dat Europa jongeren betere kansen in het leven biedt – onder meer door de jeugdwerkloosheid aan te pakken en in onderwijs te investeren.
Een sterker Europa op het wereldtoneel: burgers verwachten dat Europa een sterke speler op het wereldtoneel is die zich laat leiden door beginselen.


Tijdens dit gehele proces van dialoog, raadpleging en debat heeft de Commissie rekening gehouden met de verwachtingen van de burgers en daarnaar gehandeld. Bijvoorbeeld in november 2017, toen de EU-instellingen de Europese pijler van sociale rechten hebben afgekondigd naar aanleiding van de roep om een socialer Europa. In januari 2018 heeft zij de allereerste Europabrede strategie voor kunststoffen vastgesteld naar aanleiding van de massale publieke steun voor de overgang naar een meer circulaire economie.

De EU heeft ook geprobeerd de tastbare gevolgen van het EU-beleid beter te doen uitkomen. In deze geest is de Europese grens- en kustwacht op 6 oktober 2016 van start gegaan bij een grensovergang in Bulgarije – een zichtbare boodschap voor de mensen in de regio, die het meest getroffen werden door het probleem van de wereldwijde migratie. Er moet echter veel meer worden gedaan om de betrokkenheid van burgers bij het Europese project te vergroten. Het momentum van de burgerdialogen en burgerraadplegingen moet dan ook vastgehouden worden wanneer het nieuwe Europees Parlement wordt verkozen en de volgende Commissie aantreedt.

De EU-leiders hebben onlangs belangrijke stappen in die richting gezet. In december 2018 werd het houden van burgerdialogen en burgerraadplegingen voor het eerst door de Europese Raad in zijn conclusies verwelkomd. Zij vormen volgens de EU-leiders 'een nog niet eerder geboden gelegenheid om het gesprek aan te gaan met Europese burgers, en zouden als inspiratie kunnen dienen voor nog meer raadplegingen en dialogen' 27 . In de conclusies werd ook een rechtstreeks verband gelegd tussen de gesprekken met de burgers en de volgende strategische agenda van de Europese Unie, die nu zal worden voorbereid door de informele bijeenkomst van de leiders van de EU-27 in Sibiu.

De uitkomst van deze dialogen en raadplegingen moet openbaar worden gemaakt en in het kader van het beleidsvormingsproces in aanmerking worden genomen. Dit betekent dat de belangrijkste resultaten van elke dialoog worden gepubliceerd, dat regelmatig trends worden vastgesteld en geanalyseerd en dat met een en ander rekening wordt gehouden bij de beleidsvorming.

Het is net zo belangrijk het enorme potentieel van onlinecommunicatie te gebruiken om dagelijks contact te zoeken met de burgers. Dit moet gebeuren via sociale media en andere onlinekanalen, alsook via de Europa-website van de Unie, die in 2018 meer dan 200 miljoen unieke bezoekers had.

Het is mogelijk voort te bouwen op de vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt, zoals via de portaalsite 'Geef uw mening' op de Europa-website, waar burgers en belanghebbenden hun zorgen en belangen rechtstreeks aan de beleidsmakers en besluitvormers kunnen doorgeven. Aan deze mechanismen moet ook meer bekendheid worden gegeven.

Ter ondersteuning van deze inspanningen is het van wezenlijk belang dat de algemene kennis over de geschiedenis, de werking en de bevoegdheden van de EU wordt gestimuleerd en uitgebreid, onder meer via onderwijsprogramma's. Onderwijs en opleiding zijn cruciaal om de respectieve functies en bevoegdheden van de Unie en de lidstaten uit te leggen en meer bekendheid te geven. De EU moet ernaar streven om, met inachtneming van de bevoegdheden van de lidstaten, partnerschappen op te bouwen met onderwijsinstellingen op nationaal en regionaal niveau om ervoor te zorgen dat Europese burgerschapsvorming onderdeel van het formele leerplan wordt. Over Europa en onze gemeenschappelijke geschiedenis leren zou ook leiden tot beter begrip van de waarden en grondrechten van de EU.

II.3 Een eensgezinde boodschap via institutionele communicatie

De afgelopen vijf jaar hebben de EU-instellingen, en met name de Commissie, gewerkt aan het doorbreken van de verkokering binnen hun eigen communicatie. Om het positieve verschil te kunnen waarnemen dat de EU voor hun leven maakt, hebben burgers duidelijke en samenhangende communicatie nodig over datgene waar de EU voor staat en over de wijze waarop zij van (beleids)maatregelen van de EU profiteren. Anders dan bij op zichzelf staande communicatie over afzonderlijke beleidsterreinen en programma's het geval is, stelt een overkoepelende aanpak mensen in staat om het belang van beleidsmaatregelen beter te begrijpen. Dit is het doel van de institutionele communicatiestrategie van de Commissie: burgers informeren over waarden en optreden, uitdagingen en kansen van de EU en over de wijze waarop deze in hun onderlinge samenhang moeten worden bezien.


De Commissie heeft zich voornamelijk gericht op de strategische gebieden waar de EU voordelen te bieden heeft. De 10 politieke prioriteiten van voorzitter Juncker van juli 2014 gingen vergezeld van een toezegging om de doelstellingen ervan met duidelijke en consistente kernboodschappen uit te leggen. De naar aanleiding hiervan gevoerde institutionele campagnes, waarbij de EU-waarden op kernachtige wijze worden uitgedragen, helpen om deze overkoepelende boodschappen over te brengen.

Deze aanpak berust op één duidelijk, samenhangend verhaal dat de voordelen voor de burgers laat zien door middel van een vertelling. Vertellingen zijn een krachtige manier om de burger aan te spreken en om met hem de dialoog aan te gaan. Een beleidsmaatregel of politieke prioriteit die niet wordt toegelicht en door voorbeelden en emoties wordt ondersteund, wordt waarschijnlijk niet op dezelfde manier aanvaard door de burgers die de gevolgen ervan ondervinden. Het is doeltreffender het verhaal van de EU te vertellen op een meer onderhoudende, emotioneel aansprekende manier dan uitsluitend aan de hand van feitelijke, op bewijsmateriaal gebaseerde argumenten. Dit strookt ook met de aard van de EU als een unie van waarden en niet louter een unie van economieën.

Volgens deze aanpak behoudt elk beleidsterrein zijn eigen op maat gemaakte communicatie met belanghebbenden in het kader van een breder positief verhaal. Tegelijkertijd zorgt de institutionele communicatie ervoor dat de burgers en belanghebbenden duidelijke en heldere boodschappen in hun eigen taal krijgen die zijn afgestemd op hun leeftijd, cultuur en achtergrond, met meer infografieken, visuele verhalen en video's die een verhaal vertellen. Dankzij de gestroomlijnde aanpak kan de Commissie met een Europese institutionele stem spreken.


Institutionele communicatie heeft echt invloed gehad en is kosteneffectief gebleken; zij is uitsluitend uit bestaande middelen gefinancierd. Door middelen te bundelen is de Commissie er beter in geslaagd het gesprek aan te gaan met de burgers, te zorgen voor meer begrip van de waarden, politieke prioriteiten en beleidsmaatregelen van de EU, en de mensen aan te moedigen actief deel te nemen aan het vormgeven van de EU. Evaluatie en feedback bevestigen de doelmatigheid, doeltreffendheid, relevantie en samenhang van deze aanpak. Uit de recente evaluatie van de #InvestEU-campagne, die betrekking had op het volledige scala aan EU-middelen die bestemd zijn voor het stimuleren van investeringen, blijkt dat de campagne in slechts één jaar mogelijk tot 240 miljoen contacten heeft geleid, waarbij de positieve perceptie van het effect van EU-financiering in de EU-regio's met 4-5 procentpunten is toegenomen 28 .

Naar aanleiding van de belangrijkste punten van zorg van de burgers heeft de Commissie een verhaal opgebouwd rond de tien politieke prioriteiten van haar ambtstermijn. Deze boodschappen zijn op innovatieve en creatieve wijze gepresenteerd in drie elkaar aanvullende institutionele publiciteitscampagnes, om in heel Europa een gesprek op gang te brengen over de invloed van de EU op het dagelijkse leven van de burgers.

Er werd steeds meer gebruik gemaakt van sociale media, audiovisuele communicatie en digitale instrumenten en de onderwerpen van de campagnes werden zorgvuldig gekozen.


InvestEU gebruikt 100 waargebeurde verhalen om te illustreren hoe EU-investeringen banen creëren, levens veranderen en gemeenschappen in heel Europa nieuw leven inblazen;


EUandME gaat met jonge Europeanen het gesprek aan over waarden en resultaten van de EU, door middel van een serie korte films en verhalen van jongeren wier leven door de EU werd beïnvloed; en


EUprotects vertelt hoe 'alledaagse helden' in heel Europa samenwerken om de ongerustheid van mensen over veiligheids- en beveiligingskwesties weg te nemen, waarmee het EU-optreden voor het voetlicht wordt gebracht inzake mondiale problemen die op nationaal niveau niet kunnen worden opgelost.


De Commissie organiseert ook een institutionele proefcampange in een aantal plattelandsgebieden, die de waarde van EU-samenwerking moet uitleggen in gemeenschappen die moeilijker te bereiken zijn. Deze campagne zal 18 maanden duren, te beginnen met bijeenkomsten met belanghebbenden uit plattelandsgebieden in maart 2019 en met focusgroepen in mei om te bepalen wat voor elk land de belangrijkste onderwerpen en boodschappen zijn, voordat de op maat gemaakte communicatieactiviteiten van start gaan. De Commissie zal ook een campagne lanceren over de EU-samenwerking met Afrika, naast de bestaande communicatieactiviteiten inzake de specifieke projecten en programma's.

Dankzij de institutionele campagnes onder EU-vlag kunnen EU-communicators op alle niveaus samenwerken. De beleidsdiensten van de Commissie leveren de deskundige kennis en informatie die in de campagnes wordt gebruikt; onderzoeks- en focusgroepen helpen ervoor zorgen dat elke doelgroep de juiste boodschappen te horen krijgt en de vertegenwoordigingen van de Commissie de inhoud afstemmen op plaatselijke belangen en gevoeligheden.

Uit de ervaring die tijdens de ambtstermijn van deze Commissie met institutionele campagnes is opgedaan, blijkt dat de burgers het best worden bereikt met emotioneel aansprekende vertellingen en voor verschillende lidstaten en regio's op maat gemaakte boodschappen. De Commissie heeft voorgesteld de institutionele communicatiemethode tijdens het meerjarig financieel kader voor de periode na 2020 voort te zetten en de belangrijkste boodschappen en prioriteiten op het gebied van communicatie voor verschillende jaren vast te leggen. Dit model moet ook verder worden ontwikkeld ter ondersteuning van de strategische doelstellingen van de Unie voor de toekomst.

Andere EU-instellingen worden uitgenodigd om deze institutionele communicatiebenadering te ondersteunen en over te nemen bij hun eigen communicatieactiviteiten, zodat steeds hetzelfde, steekhoudende en samenhangende verhaal wordt verteld. De lidstaten moeten ook aanvullende communicatie-instrumenten ontwikkelen, die de burgers helpen het verband tussen EU-beleid en gevolgen ter plaatse beter te begrijpen.

II.4 Samen optreden tegen desinformatie

Om de Europese democratie te beschermen, is het van fundamenteel belang desinformatie te bestrijden en de vrijheid en de pluriformiteit van de media te verdedigen. De snelle ontwikkeling van digitale technologieën heeft niet alleen de manier veranderd waarop de burgers nieuws tot zich nemen, maar ook de manier waarop zij met elkaar omgaan. Onlineplatforms verbinden burgers, stellen hen in staat inhoud te creëren en nemen geografische en maatschappelijke barrières weg. Onlineplatforms zijn invloedrijke toegangspoorten tot informatie geworden 29 , waarbij de poortwachters er financieel belang bij hebben de gebruikers van informatie op maat te voorzien.

Hoewel deze omgeving de omgang tussen burgers en het vertolken van politieke standpunten gemakkelijker maakt en zo bijdraagt aan het gezond functioneren van een democratische samenleving, maakt zij tevens de snelle verspreiding mogelijk van schadelijke desinformatie die bedoeld is om democratische processen te verstoren. Ook buitenlandse overheidsactoren blijken steeds vaker desinformatiestrategieën in te zetten om maatschappelijke discussies te beïnvloeden, tweedracht te zaaien en de democratische besluitvorming te verstoren.

De Commissie definieert desinformatie als 'aantoonbaar foute of misleidende informatie die wordt gecreëerd, gepresenteerd en verspreid voor economisch gewin of om het publiek opzettelijk te bedriegen, en die schade in het publieke domein kan veroorzaken' 30 . Desinformatie is bedoeld om de aandacht af te leiden, verdeeldheid of twijfel te zaaien door feiten te verdraaien en te vervalsen, zodat mensen in verwarring worden gebracht en hun vertrouwen in instellingen en gevestigde politieke processen afneemt.

Het is onze gezamenlijke plicht de vrijheid van meningsuiting als fundamentele waarde te verdedigen en de Europese burgers tegen desinformatie te beschermen. Dit vergt een drieledig optreden – doeltreffende beleidsmaatregelen om aanbieders van online-inhoud en onlinediensten te reguleren, innovatieve communicatie om weerstand tegen desinformatie op te bouwen en doorgaan met het verdedigen van de vrijheid en de pluriformiteit van de media.

Gedurende de afgelopen vijf jaar heeft de EU haar inspanningen ter bestrijding van desinformatie opgevoerd. Naar aanleiding van de conclusies van de Europese Raad van maart 2015 is bij de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) de East StratCom Task Force opgericht. Samen met de Commissie en de EU-delegaties in derde landen communiceert de taskforce over het Uniebeleid in de landen van het oostelijk nabuurschap, waarbij het mediaklimaat in deze landen wordt versterkt en de vrijheid en onafhankelijkheid van de media worden ondersteund. De taskforce verbetert het vermogen van de EU om desinformatieactiviteiten te voorspellen, aan te pakken en daaraan bekendheid te geven.

De Commissie heeft desinformatie vanuit het oogpunt van wetgeving, beveiliging en communicatie aangepakt. Gedurende het afgelopen jaar heeft de Commissie benadrukt hoe belangrijk het is vrije en eerlijke Europese verkiezingen te garanderen 31 . Zij heeft leidende platforms aangemoedigd een praktijkcode tegen desinformatie te ondertekenen en een actieplan ingediend met voorstellen voor een gecoördineerd antwoord van de EU op het probleem van desinformatie. De platforms moeten nu hun deel van de verantwoordelijkheid op zich nemen voor het waarborgen van vrije meningsuiting in Europa.


Het actieplan 32 focust op vier gebieden om de capaciteiten van de EU en de lidstaten te vergroten en de samenwerking te versterken: 1) desinformatie beter opsporen, analyseren en aan de kaak stellen; 2) zorgen voor nauwere samenwerking en een gezamenlijke reactie via een nieuw snellewaarschuwingssysteem; 3) met onlineplatforms en de reclamesector samenwerken, overeenkomstig de praktijkcode die is ondertekend door onlineplatforms, sociale netwerken, adverteerders en de reclamesector; en 4) burgers bewust maken en verantwoordelijkheid geven door middel van gerichte campagnes en specifieke programma's ter bevordering van mediageletterdheid op Europees en nationaal niveau.

Cruciaal is dat de bestrijding van desinformatie een constante stroom van op feiten gebaseerde berichten vergt die de burgers helpt echt nieuws van nepnieuws te onderscheiden.

De Commissie reageert rechtstreeks op desinformatie via haar dienst van de woordvoerder, de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten en sociale media, door gebruik te maken van de expertise van haar netwerk ter bestrijding van desinformatie, een groep personen binnen de Commissie die mythen ontkrachten, gegevensanalyse van sociale media en inzichten uit de gedragswetenschappen. De Commissie verstrekt feitelijke en nauwkeurige informatie over haar beleid en politieke prioriteiten en weerlegt desinformatie waarmee wordt getracht Europese burgers over de EU te misleiden.

Kleurpotloden en waskrijt worden door de Europese Unie 'verboden': in 2017 werd in de media ten onrechte melding gemaakt van een EU-verbod op waskrijt en kleurpotloden. In werkelijkheid stelde de EU voor om op grond van wetenschappelijk bewijs de grenswaarde voor lood in speelgoed te verlagen. De maatregelen zorgen ervoor dat kinderen veilig waskrijt kunnen gebruiken zonder loodvergiftiging op te lopen.
EU-verbod op döner kebab: naar aanleiding van een debat in het Europees Parlement in 2017 over fosfaatconserveringsmiddelen in verwerkt vlees ontstond het gerucht dat de EU kebabs zou verbieden. In werkelijkheid was uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat er een verband is tussen deze chemische stoffen en hartziekten. Het voorstel had dus geenszins als doel de populaire snack te verbieden, maar beoogde slechts een verandering in de productie van kebabvlees.


In de lidstaten spelen de vertegenwoordigingen van de Commissie ook een rol bij het ontkrachten van mythen 33 , waarbij zij de hardnekkigste en gangbaarste misvattingen over de EU rechtzetten.

In de snel veranderende wereld van desinformatie moeten de instellingen zich blijven inzetten voor zeer snelle aanpassingen, niet alleen aan de veranderende politieke omstandigheden, maar ook aan het veranderende technologische landschap. Het gebruik van 'bots' (onlinerobots die repetitieve taken uitvoeren op basis van algoritmen) bij communicatie is al werkelijkheid 34 . In de nabije toekomst zal ook steeds meer gebruik worden gemaakt van kunstmatige intelligentie om communicatieactiviteiten te verrichten. De EU-instellingen en de lidstaten moeten ernaar blijven streven zich aan deze nieuwe realiteit aan te passen en een leidende positie in te nemen. Hierbij kan onderwijs een rol spelen: het actieplan voor digitaal onderwijs zou meer gespecialiseerde opleiding in kunstmatige intelligentie kunnen stimuleren.

Activiteiten van de vertegenwoordigingen ter ontkrachting van mythen
Décodeurs de l’Europe – een initiatief van de vertegenwoordiging van de Commissie in Parijs

https://ec.europa.eu/france/news/decodeurseurope_fr
Keyboard Warriors – een initiatief van de vertegenwoordiging van de Commissie in Warschau

https://www.facebook.com/groups/wojownicyklawiatury/


Om de toenemende stroom van desinformatie te blijven bestrijden, moeten de lidstaten en de instellingen hun krachten en middelen bundelen en voortbouwen op bestaande synergieën. Samen moeten de lidstaten en de EU-instellingen ervoor zorgen dat het nieuwe snellewaarschuwingssysteem ten volle wordt benut. Naast het delen van informatie is er behoefte aan een echte kennisgemeenschap met expertise inzake de verschillende aspecten van desinformatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van inzichten uit de onderzoekssector en de academische wereld en van factcheckers, technologiedeskundigen en internationale partners. De Commissie is bereid de expertise van haar netwerk ter bestrijding van desinformatie te koppelen aan het snellewaarschuwingssysteem en een centrum te bieden voor EU-beleidsgerelateerde inhoud om desinformatie tegen te gaan.

De Commissie is voornemens de oprichting van een Europese multidisciplinaire gemeenschap te faciliteren om de samenwerking tussen alle betrokkenen te bevorderen, met name onafhankelijke factcheckers en academische onderzoekers die zich met de bestrijding van desinformatie bezighouden. Daartoe wil de Commissie een Europees platform inzake desinformatie oprichten. Het platform zal de samenwerking tussen factcheckers en academische onderzoekers opschalen zodat het hele grondgebied van de Unie wordt bestreken en de opbouw en onderlinge verbinding van nationale organisaties op dit gebied, inclusief nationale centra tegen desinformatie, bevorderen.


EU-mededeling ten behoeve van de burgers en de democratie

5 aanbevelingen


De EU-leiders worden uitgenodigd om, wanneer zij op 9 mei 2019 in Sibiu, Roemenië, bijeenkomen:


1.te erkennen dat communicatie over de Europese Unie een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van de EU-lidstaten, overheden op alle niveaus en de EU-instellingen. Wij moeten meer communiceren via gezamenlijke boodschappen, onder de vlag van de EU, om uit te leggen wat besluiten en beleidsmaatregelen voor burgers betekenen en wat de tastbare resultaten ervan zijn. Wij moeten belangrijke politieke overeenkomsten en besluiten van de Europese Raad, en mijlpalen en historische gebeurtenissen aangrijpen om de Europese eenheid onder de aandacht te brengen (bijvoorbeeld de Dag van Europa op 9 mei, verjaardagen van uitbreidingen van de Unie en van de ondertekening van de Verdragen);

2.de contacten en interactie met de burgers over EU-beleid en EU-kwesties op te voeren. De instellingen en de lidstaten van de EU moeten meer steun verlenen aan een permanente dialoog met de burgers over de Europese Unie en daarbij gebruikmaken van burgerdialogen en debatten in gemeentehuizen, raadplegingen of conferenties, alsook van digitale en audiovisuele technologie. Zij moeten de mensen informeren over het hele scala aan mogelijkheden om hun mening over de EU en haar beleid uit te drukken en ervoor zorgen dat er een procedure en kanalen zijn om de resultaten van de burgerdialogen en burgerraadplegingen terug te koppelen;

3.ervoor te zorgen dat de EU-instellingen in de toekomst nauwer samenwerken bij institutionele voorlichtingscampagnes van de EU op basis van gedeelde Europese waarden, waarbij wordt verteld welk verschil de Europese Unie maakt in het dagelijks leven van de mensen. De campagnes moeten gericht zijn op alle doelgroepen, in hun eigen taal, op aansprekende, onderhoudende en indringende wijze. Deze campagnes moeten volledig worden afgestemd op de strategische prioriteiten voor de volgende politieke cyclus;

4.de krachten te bundelen om desinformatie tegen te gaan, met EU-communicatie op basis van feiten. Op nationaal en Europees niveau moeten onafhankelijke feitencheckdiensten worden opgeschaald en moeten de mediageletterdheid en de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van kunstmatige intelligentie worden bevorderd. Op EU-niveau moet intensiever worden samengewerkt met sociale netwerken en onlineplatforms om goede praktijken te bevorderen en tegelijkertijd de vrijheid en de pluriformiteit van de media te verdedigen. De inspanningen om de middelen van de EU en de lidstaten te bundelen moeten worden opgevoerd teneinde het recht van de burgers op feitelijke, objectieve en betrouwbare informatie over de Europese Unie te waarborgen;

5.lesgeven en leren over de Europese Unie op alle onderwijsniveaus te bevorderen ter vergroting van de kennis van de Europese Unie en haar waarden, werking en werkterreinen. De EU moet partnerschappen opbouwen met onderwijsinstellingen op nationaal en regionaal niveau om ervoor te zorgen dat Europese burgerschapsvorming onderdeel van het formele leerplan wordt. Oud-Erasmusstudenten en oud-leden van het Europees Solidariteitskorps moeten hierbij worden betrokken. Er moet voor worden gezorgd dat de burgers van de EU hun rechten kennen.


Deel III: Conclusie

Als de Europeanen in de periode 23-26 mei 2019 naar de stembus gaan, moeten zij dit kunnen doen met kennis van zaken ten aanzien van zowel de problemen waarmee wij momenteel worden geconfronteerd als de kansen die de EU hun te bieden heeft. Zij moeten zich terdege bewust zijn van de alternatieve toekomstvisies voor Europa die tijdens de lopende campagne voor de verkiezingen voor het Europees Parlement worden gepresenteerd en besproken.

De informele bijeenkomst van de leiders van de EU27 in Sibiu op 9 mei 2019 is het juiste moment om onze eensgezindheid en vastberadenheid te hernieuwen, waarbij het gezonde verschil in verkiezingsstandpunten wordt gerespecteerd zonder dat we ons erdoor laten beperken. Eenheid in verscheidenheid is al sinds jaar en dag het kenmerk van onze Unie. Hierdoor functioneert zij, ook in moeilijke tijden. In deze geest biedt Sibiu dan ook de juiste gelegenheid om te laten zien dat bij de volgende strategische agenda rekening wordt gehouden met de zorgen van de burgers, en om een hoopvolle en richtinggevende boodschap te laten horen met betrekking tot de toekomst van onze Unie in de huidige wereld vol onzekerheid.

Europa moet de toekomst met vertrouwen tegemoetzien. Wanneer de volkeren van Europa zich achter een gemeenschappelijke reeks doelstellingen kunnen scharen, is er voor hen geen uitdaging te groot. En als de Europese besluitvormers erin slagen de burgers enthousiast te maken, bij het beleid te betrekken en mondig te maken, is er geen scheidslijn die zij niet kunnen overwinnen.

De volgende strategische agenda van de EU is een kans om duidelijk te laten zien dat wij in staat zijn interne verschillen te overbruggen en de problemen van onze tijd eensgezind aan te pakken. De wereld wacht niet op Europa. Het is tijd dat Europa op het wereldtoneel zijn volle gewicht in de schaal werpt.

(1)

Strategische agenda voor de Unie in tijden van verandering, conclusies van de Europese Raad van 26-27.6.2014, bijlage I.

(2)

Een nieuwe start voor Europa: mijn agenda voor banen, groei, billijkheid en democratische verandering, 15.7.2014.

(3)

Mededeling van de Commissie — EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing, C(2016) 8600, 13.12.2016.

(4)

Zie de analyse van Nicolai von Ondarza, Jahrbuch der europäischen Integration 2018, blz. 85 e.v. (blz. 91).

(5)

Vgl. de Verklaring van Rome. Verklaring van de leiders van 27 lidstaten en van de Europese Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie, 25.3.2017: 'Wij willen een grote Unie voor grote vraagstukken en een kleine Unie voor kleine.'

(6)

Zie het verslag van de Taskforce inzake subsidiariteit, evenredigheid en minder en efficiënter optreden, 10.7.2018, en de mededeling van de Commissie over 'Een grotere rol voor de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid bij de beleidsvorming van de EU', COM(2018) 703 final, 23.10.2018.

(7)

Interinstitutionele afkondiging van de Europese pijler van sociale rechten, PB C 428, 13.12.2017, blz. 10.

(8)

Gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid "EU en China – een strategische visie", JOIN(2019)0005, 12.3.2019.

(9)

Mededeling van de Commissie "Terug naar Schengen – Een stappenplan", COM(2016) 120 van 4.3.2016.

(10)

Tijdens de mandaatperiode van deze Commissie zijn 33 initiatieven geregistreerd (29 onder de vorige Commissie) en zijn maar 4 initiatieven niet geregistreerd (20 onder de vorige Commissie).

(11)

"Een nieuwe regeling voor het Verenigd Koninkrijk binnen de Europese Unie", PB C 69 I van 23.2.2016. In februari 2016 besloot de Europese Raad dat de afspraken in de nieuwe regeling zouden ophouden te bestaan indien de uitkomst van het referendum in het Verenigd Koninkrijk het vertrek uit de Europese Unie zou inhouden.

(12)

Witboek van de Europese Commissie over de toekomst van Europa: Beschouwingen en scenario's voor de EU27 tegen 2025, COM(2017) 2025 van 1.3.2017. Het Witboek werd gevolgd door zes discussienota’s van de Commissie:

-Discussienota over de sociale dimensie van Europa, van 26.04.2017 (opgesteld door vicevoorzitter Valdis Dombrovskis en commissaris Marianne Thyssen)

-Discussienota over het in goede banen leiden van de mondialisering, van 10.5.2017 (opgesteld door eerste vicevoorzitter Frans Timmermans en vicevoorzitter Jyrki Katainen)

- Discussienota over de verdieping van de Economische en Monetaire Unie, van 31.5.2017 (opgesteld door vicevoorzitter Valdis Dombrovskis en commissaris Pierre Moscovici)

-Discussienota over de toekomst van de Europese defensie, van 7.6.2017 (gepresenteerd door hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter Federica Mogherini en vicevoorzitter Jyrki Katainen)

-Discussienota over de toekomst van de EU-financiën, van 28.6.2018 (gepresenteerd door de commissarissen Günther Oettinger en Corina Crețu)

- Discussienota 'Naar een duurzaam Europa in 2030', van 30.1.2019 (voorbereid door eerste vicevoorzitter Frans Timmermans en vicevoorzitter Jyrki Katainen)

(13)

Mededelingen van de Commissie over: 'Een krachtiger rol op het wereldtoneel: efficiëntere besluitvorming voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU', COM(2018) 647 van 12.9.2018; 'Naar een meer efficiënte en democratische besluitvorming in het fiscale beleid van de EU', COM(2019) 8 van 15.1.2019; 'Efficiënter besluitvorming op het gebied van sociaal beleid: identificatie van gebieden waar kan worden overgestapt op besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid', COM(2019) 186 van 16.4.2019; 'Naar een efficiëntere en meer democratische besluitvorming voor het energie- en klimaatbeleid van de EU', COM(2019) 177 van 9.4.2019.

(14)

"Gedeelde visie, gemeenschappelijke actie: een sterker Europa. Een algemene strategie voor de Europese Unie op het gebied van het buitenlands en veiligheidsbeleid", juni 2016.

(15)

Mededeling van de Commissie 'Kunstmatige intelligentie voor Europa', COM(2018) 237 van 25.4.2018.

(16)

 EU Industrial Policy after Siemens-Alstom: Finding a new balance between openness and protection, European Political Strategy Centre, 18 maart 2019.

(17)

Zie het rapport 'Competition policy for the digital era', 2019, waartoe mededingingscommissaris Margethe Vestager opdracht heeft gegeven.

(18)

Het traject vervolgend dat reeds is ingeslagen in het verslag van de vijf voorzitters "De voltooiing van Europa’s Economische en Monetaire Unie", gepubliceerd in juni 2015.

(19)

Voorzitter Juncker verzocht het Europees Begrotingscomité in januari 2019 om tegen eind juli 2019 de vigerende begrotingsregels van de EU te evalueren, met speciale aandacht voor de wijze waarop deze regels verder zouden kunnen worden vereenvoudigd.

(20)

Mededeling van de Commissie 'De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur: Bijdrage van de Europese Commissie aan de bijeenkomst van de leiders in Göteborg op 17 november 2017', COM(2017) 673 final van 14.11.2017.

(21)

De EU heeft via de onlangs goedgekeurde richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken in de voedselvoorzieningsketen (Richtlijn (EU) 2019/633 van 17 april 2019) concrete maatregelen genomen ter ondersteuning van het inkomen en, daarmee, de duurzaamheid van landbouwers in de EU.

(22)

Standaard-Eurobarometer 88, november 2017.

(23)

Zoals aanbevolen in het verslag uit 2017 "De banden aanhalen met de EU-burger – Een nieuwe kans" van Luc Van en Brande, speciaal adviseur van voorzitter Juncker voor 'Outreach Towards Citizens'

(24)

Het vertrouwen van het publiek in de traditionele media (omroep en pers) is in 2017 toegenomen, terwijl het vertrouwen in het internet en sociale netwerken is afgenomen. De traditionele media zijn de meest betrouwbare bron van nieuws: radio (70 %), televisie (66 %), gedrukte kranten en tijdschriften (63 %). Minder dan de helft (47 %) van de mensen heeft echter vertrouwen in onlinekranten en -tijdschriften, en in videohostingwebsites en podcasts (27 %) en sociale onlinenetwerken en berichtenapps (26 %) bestaat nog minder vertrouwen – Flash Eurobarometer 464, februari 2018.

(25)

Artikel 1 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

(26)

Europese Commissie, Belangrijkste conclusies van de burgerdialogen en burgerraadplegingen, 30.4.2019, ( https://ec.europa.eu/commission/progress-reports-citizens-dialogues-and-consultations_nl )

(27)

Conclusies van de Europese Raad, 13-14 december 2018, punt 15.

(28)

Eindverslag over de studie: monitoring van de prestaties van de communicatie-activiteiten van de Europese Commissie voor het investeringsplan voor Europa, Technopolis Group, november 2018

(29)

62 % van het nieuws wordt gelezen op mobiele platforms – Pew Research centre: http://www.journalism.org/2012/10/01/future-mobile-news  

(30)

Mededeling van de Commissie 'Bestrijding van online-desinformatie: een Europese benadering', COM(2018) 236 final van 26.4.2018

(31)

Mededeling van de Commissie 'Vrije en eerlijke Europese verkiezingen garanderen', COM(2018) 637 van 12.9.2018.

(32)

Gezamenlijke mededeling van de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid 'Actieplan tegen desinformatie', JOIN(2018) 36 final van 5.12.2018

(33)

Zie voorbeelden van de vertegenwoordigingen van de Commissie in Parijs ( https://decodeursdeleurope.eu ), Vilnius ( https://ec.europa.eu/lithuania/home_lt ) en Londen ( https://blogs.ec.europa.eu/ECintheUK/euromyths-a-z-index )

(34)

In 2017 waren zogenaamde 'bots' (onlinerobots die repetitieve taken uitvoeren op basis van algoritmen) verantwoordelijk voor meer dan de helft van het totale webverkeer; hoewel goede bots 23 % van het totale webverkeer genereren, kan ongeveer 29 % van dat verkeer worden toegeschreven aan bots die zijn ontwikkeld door mensen met kwade bedoelingen. Zie Zweeds agentschap voor burgerbescherming (Civil Contingencies Agency), 'Countering Information Influence Activities: The State of the Art', 2018 ( https://rib.msb.se/filer/pdf/28698.pdf )