Artikelen bij COM(2018)56 - Kwaliteit van de in het wegvervoer in de EU gebruikte benzine en dieselbrandstof (verslagjaar 2016)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 6.2.2018

COM(2018) 56 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

FMT:BoldKwaliteit van de in het wegvervoer in de Europese Unie gebruikte benzine en dieselbrandstof/FMT
FMT:Bold(verslagjaar 2016)/FMT


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Kwaliteit van de in het wegvervoer in de Europese Unie gebruikte benzine en dieselbrandstof
(verslagjaar 2016)

1. Inleiding

Overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Richtlijn 98/70/EG 1 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof (hierna 'de richtlijn brandstofkwaliteit' genoemd) moeten de lidstaten elk jaar een rapport indienen over de totale hoeveelheden benzine en dieselbrandstof die voor gebruik in het wegvoer zijn verkocht en de kwaliteit daarvan.

Dit verslag is gebaseerd op de gegevens die de lidstaten voor het jaar 2016 bij het Europees Milieuagentschap (EEA) hebben ingediend. De verzameling en de analyse van de door de lidstaten gerapporteerde gegevens worden beschreven in het technisch verslag nr. 24/2017 betreffende brandstofkwaliteit in de EU in 2016 van het EEA.

De lidstaten beoordelen de kwaliteit van brandstoffen aan de hand van een systeem voor toezicht op de brandstofkwaliteit (FQMS) 2 . De lidstaten moeten elk jaar brandstofmonsters nemen en de technische eigenschappen ervan analyseren, om er zeker van te zijn dat zij voldoen aan de voorschriften van de richtlijn brandstofkwaliteit. De in de richtlijn brandstofkwaliteit vastgelegde grenswaarden hebben betrekking op parameters zoals:

•voor benzine: distillatiewaarde, koolwaterstoffenanalyse, loodgehalte, mangaangehalte, motoroctaangetal (MON), zuurstofgehalte, zuurstofhoudende verbindingen, research-octaangetal (RON), zwavelgehalte en de dampspanning gedurende de zomer;


•voor dieselbrandstoffen: cetaangetal, dichtheid bij 15 °C, distillatie, gehalte vetzuurmethylesters, mangaangehalte, polycyclische aromatische koolwaterstoffen en zwavelgehalte.

2. Overzicht van de gegevens over de brandstofkwaliteit in de EU in 2016

Alle lidstaten plus Noorwegen en IJsland hebben rapporten inzake brandstofkwaliteit ingediend voor 2016.

Brandstofverkoop, -typen en gehalte biocomponenten

De verkoop van brandstoffen in de EU wordt nog steeds gedomineerd door diesel: 71,8 % (257 206 miljoen liter) van de verkochte brandstof was diesel en 28,2 % was benzine (100 838 miljoen liter). De totale brandstofverkoop steeg met 2,7 % ten opzichte van 2015. De verkoop van benzine was in 2016 nagenoeg onveranderd, maar de dieselverkoop steeg met 3,8 %.

Door de jaren heen is het aandeel van diesel in de brandstofverkoop gestegen, van 55,6 % in 2001 tot 71,8 % in 2016. Dit is in grote mate het gevolg van de toenemende 'verdieseling' van het Europese wagenpark. Het aandeel van dieselverbruik is in de meeste van de 28 EUlidstaten significant (> 60 % van de totale brandstofverkoop), met uitzondering van Cyprus, Griekenland, Malta en Nederland.

Het grootste deel van benzineverkoop in 2016 bestond uit brandstoffen met een RON van 95, hetgeen goed was voor 86,3 % van de totale benzineverkoop; 7,6 % betrof 95 < RON < 98; en 5,8 % van de verkochte benzine had een RON van meer dan 98. De verkoop van benzine met een RON van 91 was insignificant.

Vrijwel alle in de EU verkochte diesel bevat biodiesel, en 85 % van de verkochte benzine bevat bio-ethanol. 75 % van de benzine die in 2016 in de EU werd verkocht, had een ethanolgehalte tot 5 % in volume, en 10 % had een ethanolgehalte tot 10 %. 83 % van de verkochte diesel bevatte tot 7 % vetzuurmethylesters, en voor 17 % was dat meer.

Mate waarin de verkochte brandstof voldeed aan de grenswaarden van de richtlijn brandstofkwaliteit

Vijf lidstaten meldden volledige naleving wat benzine betreft (Griekenland, Litouwen, Nederland, Slovenië en Zweden) en 9 wat diesel betreft (Bulgarije, Duitsland, Finland, Ierland, Kroatië Litouwen, Malta, Slovenië en Zweden). Litouwen, Slovenië en Zweden meldden volledige naleving voor beide brandstoffen. Anderzijds werden door één lidstaat (België) in 2016 voor benzine meer dan 100 gevallen van niet-naleving gemeld.

Voor het verslagjaar 2016 rapporteerden de lidstaten in totaal 507 gevallen van niet-naleving voor benzine en 101 voor diesel. De parameters die voor benzine het vaakst buiten de specificaties vielen, waren dampspanning gedurende de zomer (in 14 lidstaten), RON (in 11 lidstaten) en MON (in 7 lidstaten). 14 lidstaten rapporteerden overschrijdingen van de parameters voor aromatische verbindingen, zuurstofgehalte of distillatie. De parameters die voor diesel het vaakst buiten de specificaties vielen, waren zwavelgehalte (in 7 lidstaten) en het gehalte vetzuurmethylesters (in 7 lidstaten).

Alle lidstaten hebben een beschrijving ingediend van de maatregelen die zijn getroffen wanneer niet-naleving bij monsters werd geconstateerd. Voorbeelden van dergelijke maatregelen waren kennisgeving bij de bevoegde autoriteiten, het openen van onderzoeken, het opleggen van sancties en boetes, en herbemonstering. In een klein aantal gevallen werden geen maatregelen getroffen, omdat de niet-conforme parameters zeer dicht bij de tolerantiegrenzen bleken te liggen.

De Commissie hoefde op dit gebied dus geen nieuwe onderzoeken in te leiden.


(1)

   Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (PB L 350 van 28.12.1998, blz. 58).

(2)

     Europese norm EN 14274 bevat informatie over het oprichten van een FQMS afhankelijk van de grootte van het land en het gebruikte statistische model, alsmede richtsnoeren voor het bepalen van het minimale aantal te nemen monsters.