Artikelen bij COM(2017)37 - Toepassing van Richtlijn 2009/31/EG betreffende de geologische opslag van kooldioxide

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 1.2.2017

COM(2017) 37 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de toepassing van Richtlijn 2009/31/EG betreffende de geologische opslag van kooldioxide


1. INLEIDING

Bij Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de geologische opslag van kooldioxide 1 , de zogenaamde richtlijn betreffende het afvangen en opslaan van kooldioxide — hierna 'CCS-richtlijn' (Carbon Capture and Storage, CCS) genoemd, is een wettelijk kader vastgesteld voor de vanuit milieuoogpunt veilige geologische opslag van kooldioxide (CO2). Met de CCS-richtlijn wordt beoogd om ervoor te zorgen dat er zich geen significant risico op CO2-lekken of schade aan gezondheid of milieu voordoet, en om ongunstige gevolgen voor de veiligheid van het transportnetwerk of de opslaglocaties te voorkomen.

Dit verslag vormt het tweede uitvoeringsverslag met betrekking tot de CCS-richtlijn voor het tijdvak mei 2013-april 2016. In dit verslag wordt de voortgang sinds het eerste uitvoeringsverslag 2 behandeld. In 2015 is een verslag over de evaluatie van de CCS-richtlijn 3 goedgekeurd. Dit verslag is gebaseerd op de verslagen die door de lidstaten zijn ingediend. Van 26 lidstaten 4 zijn de verslagen op tijd ontvangen om in dit verslag te worden verwerkt.

2. ALGEMENE VOORTGANG VAN DE OMZETTING

Alle lidstaten hebben omzettingsmaatregelen aan de Commissie gemeld. De Commissie is van mening dat de wetgeving van zestien lidstaten thans volkomen in overeenstemming is met de richtlijn. Er vinden momenteel nog gesprekken plaats met de overige lidstaten om hun wetgeving volledig in overeenstemming te brengen met de eisen van de richtlijn.

3. SPECIFIEKE TOEPASSINGSVRAAGSTUKKEN IN DE LIDSTATEN

3.1.Selectie van opslaglocaties

Vergeleken met de voorgaande verslagperiode hebben de lidstaten over het algemeen geen nieuwe gebieden bepaald waarbinnen opslaglocaties kunnen worden geselecteerd. Polen heeft als enige een opslaglocatie aangewezen. Vijf Duitse deelstaten bereiden momenteel besluiten voor, of hebben wetten aangenomen, om de ondergrondse opslag van CO2 te beperken of te verbieden, ook als de opslag ten behoeve van onderzoek zou zijn.

De lidstaten die wel voornemens zijn om opslag op hun grondgebied toe te staan, moeten onderzoek doen om de beschikbare opslagcapaciteit te beoordelen. Nieuw onderzoek naar de beschikbare opslagcapaciteit is uitgevoerd, wordt momenteel uitgevoerd, of is gepland in Bulgarije, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Italië, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.

In de bijlage bij het verslag worden nadere bijzonderheden vermeld.

3.2.Aangevraagde vergunningen voor exploratie en opslag

Alleen in Spanje zijn exploratievergunningen aangevraagd. In het Verenigd Koninkrijk is voor één project een opslagvergunning aangevraagd: het Peterhead CCS-project. De Commissie heeft in januari 2016 een advies uitgebracht over de ontwerp-opslagvergunning. 5 In Italië is momenteel een aanvraag voor een opslagvergunning in behandeling en in Nederland wordt naar verwachting een aanvraag ingediend voor het veld Q16-Maas als onderdeel van het ROAD-project.

3.3.Haalbaarheid van het voor CCS aanpassen van grote stookinstallaties

Bij de CCS-richtlijn is vereist dat exploitanten, wanneer zij een vergunning aanvragen, de technische en economische haalbaarheid van het afvangen, transporteren en opslaan van CO2 beoordelen. Bij een positieve beoordeling moet er op de locatie van de installatie ruimte worden vrijgemaakt voor de benodigde apparatuur om CO2 af te vangen en te comprimeren.

Er zijn beoordelingen uitgevoerd in België (één), Tsjechië (één), Duitsland (vijf), Roemenië (zes), Polen (tien), Slovenië (één) en Spanje (vijf). Uit de beoordelingen bleek dat CCS economisch niet haalbaar is. Voor sommige installaties werden nog andere problemen geconstateerd, zoals het ontbreken van geschikte opslaglocaties in België en Estland of technische incompatibiliteit met de flexibele exploitatie van een installatie.

Echter, ondanks het feit dat de beoordelingen negatief uitvielen, maken veel elektriciteitscentrales met een vergunning toch grond vrij voor de apparatuur voor het verwijderen en comprimeren van CO2 en zijn ze zo ontworpen dat CCS op een later moment kan worden aangesloten zonder dat er grote herinrichtingsoperaties hoeven plaats te vinden. Dit is het geval in bv. Tsjechië, Estland, Duitsland en Polen.

De wetgeving in het Verenigd Koninkrijk is strenger dan wat krachtens de richtlijn vereist is: vergunningen worden alleen aan elektriciteitscentrales verleend als deze kunnen aantonen dat zij gedurende de volledige levensduur van de centrale aan de voorwaarden van technische en economische haalbaarheid blijven voldoen. Voor 14 elektriciteitscentrales is de vergunningsaanvraag goedgekeurd op basis van richtsnoeren van overheidswege 6 . Uit de economische beoordelingen blijkt dat het economisch haalbaar is om de beoogde elektriciteitscentrales voor CCS aan te passen als er sprake is van een passende koolstofprijs.

3.4.Onderzoeksprojecten die voor de CCS-richtlijn van belang zijn

Ondanks het feit dat er gedurende de verslagperiode geen voortgang is geboekt ten aanzien van het demonstreren en commercialiseren van CCS blijven een aantal lidstaten en de EU nader onderzoek ondersteunen, of zijn zij voornemens om dit te doen, om de technologie en kennis in verband met ondergrondse CO2-opslag te verbeteren. België, Tsjechië, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Malta, Litouwen, Nederland, Slowakije, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Sommige landen (bv. Estland, Nederland, Slowakije, Polen) melden dat zij bezig zijn met het verkennen van alternatieven voor geologische opslag van CO2 door middel van verschillende benuttingsopties voor CO2. Zie de bijlage voor nadere bijzonderheden.

3.5.Netwerken voor CO2-transport en -opslag

Twee actieve regionale CCS-netwerken zijn bezig met het ontwikkelen van gemeenschappelijke, grensoverschrijdende oplossingen voor het transport en de geologische opslag van CO2. Deze zijn de taakgroep voor het Noordzeebekken, met het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Noorwegen, Duitsland en België, en het CCS-netwerk voor het Oostzeegebied , met Estland, Duitsland, Finland, Noorwegen en Zweden. Deze netwerken kunnen de transparante en niet-discriminerende toegang tot CO2-transportnetwerken en CO2-opslaglocaties voor exploitanten in lidstaten zonder mogelijkheid tot ondergrondse opslag faciliteren. België, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk onderzoeken momenteel ook of het mogelijk is knooppunten te ontwikkelen voor CO2-uitstoot afkomstig van elektriciteitscentrales en industrieën in het havengebied van Amsterdam en Rotterdam, Grangemouth, Tees Valley en Fos‐sur‐Mer.

4. CONCLUSIES

De bepalingen van de CCS-richtlijn zijn gedurende de volledige verslagperiode consequent door de EU-lidstaten toegepast.

Sommige lidstaten hebben voortgang geboekt in hun beoordeling van de opslagcapaciteit. Toch zullen verdere en gedetailleerdere beoordelingen nodig zijn indien er CCS-projecten zouden worden opgestart.

Ondanks het gebrek aan positieve beoordelingen van de technische en economische haalbaarheid voor aanpassingen voor CCS gaan recent aangelegde elektriciteitscentrales vaak verder dan de wettelijke eisen en maken zij grond vrij voor het geval dat de omstandigheden in de toekomst wijzigen.

(1)

   Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 114-135).

(2)

   COM(2014) 99, Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van Richtlijn 2009/31/EG betreffende de geologische opslag van kooldioxide.

(3)

   COM(2015) 576, verslag over de herziening van Richtlijn 2009/31/EG betreffende de geologische opslag van kooldioxide, Bijlage bij het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad, voortgangsverslag inzake klimaatactie.

(4)

   België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.

(5)

   C(2016) 152, Commission Opinion on a draft permit for the permanent storage of carbon dioxide in the depleted Goldeneye gas condensate field located in blocks 14/28b, 14/29a, 14/29e, 20/3b, 20/4b and 20/4c on the United Kingdom Continental Shelf.

(6)

   https://www.gov.uk/government/uploads/system/uploads/attachment_data/file/43609/Carbon_capture_readiness_-_guidance.pdf en www.gov.scot/resource/doc/917/0095764.doc