Artikelen bij COM(2014)140 - Mededeling aan het EP over het Raadsstandpunt inzake een Richtlijn inzake de depositogarantiestelsels [herschikking] 2010/0207 (COD)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52014PC0140

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de goedkeuring van een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de depositogarantiestelsels [herschikking] 2010/0207 (COD) /* COM/2014/0140 final - 2010/0207 (COD) */


2010/0207 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het

standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de goedkeuring van een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de depositogarantiestelsels [herschikking] 2010/0207 (COD)

(Voor de EER relevante tekst)

1. Achtergrond

Toezending van het voorstel aan het Europees Parlement en de Raad (document COM(2010) 368 definitief – 2010/0207 COD): || 12.7.2010

Advies van de Europese Centrale Bank || 17.2.2011

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: || ----

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing: || 16.2.2012

Indiening van het gewijzigde voorstel || Niet van toepassing.

Goedkeuring van het politieke akkoord in het COREPER: Vaststelling van het standpunt van de Raad: || 20 december 2013 3 maart 2014

2. Doelstelling van het voorstel van de Commissie

Op dit moment beschikken alle lidstaten over een depositogarantiestelsel op grond van Richtlijn 94/19/EG (DGS-richtlijn). Depositogarantiestelsels moeten deposanten tot een bedrag van 100 000 euro compenseren voor niet-beschikbare bankdeposito's. Depositogarantiestelsels zijn een belangrijk instrument om het vertrouwen in het bancaire systeem te bewaren en om bankruns te voorkomen.

In juli 2010 heeft de Commissie haar voorstel voor de herschikking van de DGS-richtlijn goedgekeurd. Met het voorstel werd het volgende beoogd:

– de toegang van deposanten tot de garantie verbeteren, met verkorte terugbetalingstermijnen, één loket voor grensoverschrijdende faillissementen en verbeterde individuele informatie voor de deposant;

– introductie van financieringsregels voor depositogarantiestelsels, met name verplichte financiering vooraf door het bankwezen;

– de reikwijdte van de dekking verder harmoniseren;

– de rol van depositogarantiestelsels in het kader van de crisisbeheersing specificeren.

3. Opmerkingen over het standpunt van de Raad

3.1.        Algemene opmerkingen

Er is politieke overeenstemming tussen de medewetgevers bereikt tijdens de trialoogvergadering van 17 december 2013. Het COREPER heeft het politieke akkoord op 20 december 2013 goedgekeurd. De commissie Economische en monetaire zaken (ECON) heeft het COREPER op 10 januari 2014 een brief van geen bezwaar gestuurd.

3.2.        Follow-up van de door het Europees Parlement aangebrachte amendementen

(1) Reikwijdte van de dekking: Het Europees Parlement heeft geprobeerd een hogere dekking te behouden voor deposito's van vóór 31 december 2010, in het bezit van deposanten die wonen in een lidstaat waar vóór 1 januari 2008 een wettelijk depositogarantiestelsel gold met een dekkingsniveau tot 300 000 euro. In het politieke akkoord wordt dit amendement uitgelegd. De uitkomst van het compromis is dat lidstaten met een dekkingsniveau tot 300 000 euro deze hogere dekking tot 31 december 2018 zullen blijven toepassen. De Commissie is van mening dat deze uitleg nuttig is en de essentie van het amendement van het Europees Parlement respecteert.

(2) Terugbetalingstermijnen: Het Europees Parlement suggereerde dat de lidstaten de bestaande terugbetalingstermijn van 20 werkdagen tot eind 2016 zouden kunnen handhaven, waarna die termijn tot vijf werkdagen zou worden verkort. Gedurende de overgangsperiode zou op verzoek een 'noodterugbetaling' tot 5 000 euro beschikbaar worden gesteld. Volgens het politieke akkoord zouden de terugbetalingstermijnen in drie fasen worden verkort:

– met vijftien werkdagen per 1 januari 2019;

– met tien werkdagen per 1 januari 2021; en uiteindelijk

– met zeven werkdagen per 1 januari 2024;

(3) Financiering: Het Europees Parlement heeft geëist dat binnen 15 jaar een streefwaarde voor depositogarantiefondsen van 1,5% van de gedekte deposito's moet worden bereikt (in plaats van 1,5% van de in aanmerking komende deposito's binnen 10 jaar, zoals door de Commissie was voorgesteld). In het politieke akkoord wordt een streefwaarde van 0,8 % van de gedekte deposito's, binnen 10 jaar te bereiken, genoemd. Het aandeel van de betalingsverplichtingen dat mag worden meegerekend in de streefwaarde wordt verhoogd van 10 % (door het Parlement voorgesteld) tot 30 %. In geval van onvoldoende middelen vooraf moeten de depositogarantiestelsels achteraf bijdragen innen van de bankensector, en, als laatste redmiddel, zich toegang verschaffen tot alternatieve financieringsregelingen zoals leningen van overheden en particulieren. In het politieke akkoord is het principe van het oorspronkelijke voorstel dat de bijdragen van de banken risicogewogen moeten zijn, gehandhaafd. Niettemin zou daarbij de oorspronkelijk voorgestelde bijlage inzake de berekening van risicogewichten worden vervangen door richtsnoeren van de Europese Bankautoriteit (EBA).

(4) Gebruik van middelen: Het politieke akkoord handhaaft het beginsel dat door de Commissie is voorgesteld en door het Parlement is goedgekeurd, namelijk dat de middelen van depositogarantiestelsels in de eerste plaats moeten worden gebruikt om de deposanten terug te betalen, maar onder bepaalde voorwaarden ook mogen worden gebruikt voor faillissementspreventie of voor afwikkelingsmaatregelen.

Voor faillissementspreventie worden kwalitatieve voorwaarden voorzien die vergelijkbaar zijn met de door het Parlement in het voorstel opgenomen voorwaarden, en die er met name voor zorgen dat:

– het depositogarantiestelsel beschikt over passende systemen en procedures om alternatieve maatregelen te kiezen en uit te voeren en om de daarmee gepaard gaande risico's te bewaken;

– aan de maatregelen door de ondersteunde kredietinstelling te vervullen voorwaarden zijn verbonden, die ten minste een strengere risicobewaking en uitgebreidere controlerechten voor het depositogarantiestelsel omvatten; en

– de ondersteunde kredietinstelling in ruil voor de door het depositogarantiestelsel getroffen maatregelen toezeggingen doet teneinde toegang tot gedekte deposito's te verkrijgen.

Met het politieke akkoord zijn echter nog meer garanties geïntroduceerd om moreel risico te voorkomen en om voldoende financiering voor de regeling zeker te stellen, zoals de eis dat ten aanzien van de kredietinstelling geen afwikkelingsmaatregel mag zijn genomen.

3.3.        Nieuwe maatregelen die met het politieke akkoord zijn geïntroduceerd

(1) Financiering: met het politieke akkoord zijn twee belangrijke elementen geïntroduceerd die niet in de wetgevingsresolutie van het Parlement in eerste lezing waren opgenomen.

In de eerste plaats wordt de DGS-richtlijn door het compromis in overeenstemming gebracht met het politieke akkoord over het voorstel voor een richtlijn inzake bankherstel en -afwikkeling door de introductie van de mogelijkheid om bijdragen te heffen voor bestaande depositogarantiestelsels om de kosten in verband met systeemrisico, faillissement en afwikkeling te dekken. Door deze middelen kunnen bankenheffingen worden meegeteld in de streefwaarde, mits zij nog niet zijn meegeteld in de afwikkelingsfondsen en mits het depositogarantiefonds daadwerkelijk aanspraak kan maken op deze bedragen.

Bovendien is in het politieke akkoord bepaald dat de Commissie een lidstaat onder de volgende voorwaarden zou kunnen toestaan een streefwaarde van 0,5 % tot 0,8 % aan gedekte deposito's te hebben:

(a) de verlaging berust op de veronderstelling dat het onwaarschijnlijk is dat een aanzienlijk deel van de beschikbare middelen gebruikt zal worden voor andere maatregelen dan om de toegang van deposanten tot deposito's in afwikkeling of in nationale insolventieprocedures te vrijwaren; en

(b) de bankensector waarin de bij het depositogarantiestelsel aangesloten kredietinstellingen opereren, kent een sterke concentratie van grote hoeveelheden activa die worden aangehouden door een klein aantal kredietinstellingen of bankgroepen die onder toezicht op geconsolideerde basis staan en die, gezien hun omvang, wanneer zij in gebreke blijven, waarschijnlijk aan een afwikkelingsprocedure onderworpen zullen worden.

(2) Gebruik van middelen: In het politieke akkoord wordt ook voorzien in een nationale optie om depositogarantiefondsen te gebruiken in het kader van nationale insolventieprocedures, mits de door het depositogarantiestelsel gedragen kosten niet hoger zijn dan de nettokosten van het vergoeden van gedekte deposanten bij de betrokken kredietinstelling.

4. Conclusie

Hoewel het politieke akkoord in aanzienlijke mate afwijkt van het voorstel van de Commissie, worden de met het oorspronkelijke voorstel van de Commissie beoogde doelstellingen wel bereikt. De Commissie steunt derhalve het standpunt van de Raad dat het politieke akkoord van 17 december 2013 weerspiegelt, zodat de medewetgevers de definitieve tekst in vervroegde tweede lezing vóór het einde van de zittingstermijn kunnen goedkeuren.

               Gedekte deposito's zijn in aanmerking komende deposito's onder het dekkingsniveau van 100 000 euro.

               Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van de Richtlijnen 77/91/EEG en 82/891/EEG van de Raad, van de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG en 2011/35/EU, en van Verordening (EU) nr. 1093/2010, COM(2012) 280 final van 6.6.2012.