Artikelen bij COM(2016)79 - Uitvoering van de financiële bijstand aan de landen en gebieden overzee in het kader van het 11e Europees Ontwikkelingsfonds

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 22.2.2016

COM(2016) 79 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

inzake de uitvoering van de financiële bijstand aan de landen en gebieden overzee in het kader van het 11e Europees Ontwikkelingsfonds


Inleiding

Het LGO-besluit 1 voorziet in het juridisch kader voor de betrekkingen tussen de landen en gebieden overzee 2 (LGO), de lidstaten waarmee zij banden hebben en de Europese Unie. Overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 3 (VWEU) heeft het LGO-besluit tot doel de duurzame ontwikkeling van de LGO te ondersteunen en de waarden van de Unie te bevorderen in de rest van de wereld.

De Unie verstrekt financiële steun aan de LGO in het kader van de associatie, voornamelijk via het Europees Ontwikkelingsfonds, waarbij een bedrag van 364,5 miljoen EUR werd toegewezen uit hoofde van het 11e EOF-LGO voor de programmeringsperiode 2014-2020 4 .

Het doel van dit verslag is aan te geven welke vorderingen zijn geboekt met de uitvoering van de middelen van het 11e EOF ten behoeve van de LGO overeenkomstig artikel 91 van het LGO-besluit. In deze uitvoeringsfase richten we ons vooral op de oriëntatie en het ontwerp van het programma. Zodra de operationele uitvoering versnelt en gegevens beschikbaar worden, zullen de resultaten en effecten van de steun geleidelijk worden behandeld in de volgende verslagen, als aangegeven in het besluit.

Financiële middelen uit hoofde van het 11e EOF-LGO

De middelen van het 11e EOF-LGO die ter beschikking worden gesteld aan de LGO zijn opgesplitst in de volgende toewijzingen, gebaseerd op bijlage II bij het LGO-besluit:

• 229,5 miljoen EUR voor de territoriale (bilaterale) toewijzingen;

• 100 miljoen EUR voor regionale samenwerking en integratie;

• 21,5 miljoen EUR ter financiering van humanitaire hulp en noodhulp, of steun bij fluctuaties van de exportopbrengsten;

• 5 miljoen EUR voor de financiering van rentesubsidies en technische bijstand via de LGO-investeringsfaciliteit van de EIB;

• 8,5 miljoen EUR voor studies en technische bijstand overeenkomstig artikel 81 van het LGO-besluit.

Overeenkomstig de in het LGO-besluit vastgestelde criteria worden zestien LGO geacht in aanmerking te komen voor een territoriale toewijzing uit hoofde van het 11e EOF-LGO 5 . Er moet worden opgemerkt dat Groenland rechtstreeks wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de EU op grond van het besluit inzake Groenland 6 .

Regionale programma's zijn gericht op de bevordering van samenwerking tussen LGO met een gelijkaardige reeks problemen en prioriteiten in dezelfde regio. De uitwerking en uitvoering van alomvattende regionale programma’s en projecten worden ondersteund door acties uit hoofde van de regionale toewijzing om deze problemen aan te pakken. Partnerschappen met andere financieringsbronnen worden actief aangemoedigd, waaronder andere financieringsinstrumenten van de Unie, door middel van samenwerking met de naburige ACS-staten en/of derde landen, alsook met de ultraperifere regio's van de EU.

Programmeringsproces voor het 11e EOF–LGO

Het LGO-besluit 7 voorziet in een programmeringsproces dat specifiek op de LGO is gericht. In tegenstelling tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) is de programmering niet gebaseerd op nationale indicatieve programma’s, maar verloopt zij volgens een eenstapsproces, namelijk de uitwerking van een programmeringsdocument, dat uit twee delen bestaat: a) de responsstrategie van de EU en, b) het (de) actiedocument(en). 

Er wordt slechts één formeel besluit van de Commissie genomen voor de goedkeuring van de programmeringsdocumenten van de LGO. Het besluit heeft betrekking op zowel de strategische oriëntaties als het gedetailleerde ontwerp van het programma. Dit betekent dat een programmeringsdocument niet kan worden vastgesteld voordat de strategie en een actiedocument zijn uitgewerkt en formeel zijn overeengekomen. Begrotingssteun blijft (zoals het geval was in het kader van het 10e EOF) de preferentiële uitvoeringswijze van de LGO.

In eerste instantie blijven de LGO verantwoordelijk voor de uitwerking van programmeringsdocumenten, met inbegrip van de prioriteiten waarop hun strategieën zijn gebaseerd en waarvoor het nodige lokale overleg wordt gewaarborgd.

De LGO werden voorzien van specifieke richtsnoeren ter ondersteuning van verschillende aspecten van het programmeringsproces voor de periode 2014-2020:

• Er zijn gedetailleerde programmeringsinstructies opgesteld, die specifiek op de LGO gericht zijn, en de leidraad vormden voor de landen en gebieden. Deze richtsnoeren omvatten zowel oriëntatie als specifieke modellen met betrekking tot de verschillende fasen van de uitwerking van het programmeringsdocument.

• Richtsnoeren voor begrotingssteun van de EU omvatten specifieke leidraden over de goedkeuring en het beheer van begrotingssteunmaatregelen in de LGO.

• Teneinde de samenwerking tussen de LGO, de ACS-staten/buurlanden en de ultraperifere regio’s te bevorderen, werd een oriëntatienota opgesteld ter aanmoediging van gemeenschappelijke projecten die worden gefinancierd via het EOF en het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO).

Overleg

De LGO en de Commissie hebben uitvoerig overleg gepleegd.

De programmering voor de LGO werd opgestart tijdens het 12e LGO-EU-forum in december 2013, na de vaststelling van het LGO-besluit en het desbetreffende financiële kader. De Commissie heeft de indicatieve financiële toewijzingen en de programmeringsinstructies gepresenteerd aan de LGO en de lidstaten waarmee de LGO banden hebben. Voorts heeft zij de raadplegingsprocedure opgestart om een akkoord over potentiële sectoren van samenwerking te bereiken.

Vervolgens werden specifieke seminars gehouden om over gemeenschappelijke prioriteiten en doelstellingen te overleggen. Respectievelijk in november 2014 en februari 2015 hebben regionale LGO-conferenties plaatsgevonden in de Stille Oceaan en het Caribische gebied onder toezicht van de Commissie. De ACS-staten, regionale organisaties en, in voorkomend geval, ultraperifere regio's hebben hieraan deelgenomen. De conferenties hebben geleid tot concrete voorstellen van de LGO over de potentiële concentratiesectoren en mogelijke deelcomponenten. Daarnaast werd de regionale samenwerking bevorderd met actoren die niet tot de LGO behoren, aangezien alle regionale belanghebbenden grote belangstelling toonden voor jumelageprojecten.

Het beraad over strategische prioriteiten en concentratiesectoren heeft ook vooruitgang geboekt via de in het LGO-besluit vastgestelde dialoogfora van de associatie. Op technisch niveau werden in de loop van 2014-2015 negen tripartiete vergaderingen georganiseerd tussen de Commissie, vertegenwoordigers van de LGO en de lidstaten waarmee zij banden hebben, waardoor de Commissie en de LGO een dialoog konden aangaan.

In januari 2015 werd een bijeenkomst van de partnerschapswerkgroep inzake milieu en klimaatverandering georganiseerd, waardoor de LGO voorbereidende besprekingen konden voeren over het thematisch programma.

Op politiek niveau heeft het 13e LGO-EU-forum plaatsgevonden in februari 2015. De besprekingen in het kader van twee rondetafelgesprekken boden de gelegenheid voor dialoog over het thematisch programma, en hebben geleid tot een akkoord van de LGO over hun beoogde concentratiesectoren in dit verband, wat in de conclusies van dit forum tot uiting kwam.

Voorts werden in de marge van het forum trilaterale vergaderingen gehouden tussen de Commissie, de territoriale/regionale ordonnateurs van de LGO en de lidstaten waarmee de LGO banden hebben. Deze besprekingen boden de gelegenheid om te overleggen over de uitvoering van financiële middelen en om de volgende stappen voor te bereiden met afzonderlijke LGO, maar ook op regionaal niveau. Deze gesprekken hebben ook geleid tot de benoeming van de regionale ordonnateurs voor zowel de regionale als de thematische programma’s.

Het programmeringsproces wordt ook actief ondersteund met technische bijstand. Tot op heden hebben dertien landen en gebieden dergelijke technische bijstand ontvangen, of krijgen deze momenteel. Dit wordt gefinancierd met middelen uit hoofde van het 10e en 11e EOF-LGO. In het kader van de laatstgenoemde werd het eerste financieringsbesluit voor middelen van het 11e EOF-LGO genomen – een tranche van 3 miljoen EUR van de faciliteit 8 die overeenkomstig de bepalingen van artikel 81 van het LGO-besluit is vastgesteld.

Situatie in 2015 

Door dit overleg en de verstrekte technische bijstand werd in 2015 aanzienlijke vooruitgang geboekt met betrekking tot de eerste fasen van de programmering. De strategische oriëntatie van de programma’s is vastgesteld en de concentratiesectoren zijn voorgesteld voor zowel de territoriale als regionale/thematische programma's.

De meeste LGO hebben begrotingssteun voorgesteld als uitvoeringswijze voor territoriale toewijzingen. Hierdoor wordt de situatie van het 10e EOF-LGO voortgezet, terwijl dit in verscheidene gevallen een positieve verandering van de eerder gehanteerde uitvoeringswijze inhoudt, met name voor Bonaire, Curaçao, Frans-Polynesië, Saba, Sint-Eustatius en Wallis en Futuna. In alle gevallen zal de Commissie de subsidiabiliteitscriteria voor begrotingssteun beoordelen.

De voorgestelde concentratiesectoren voor de territoriale toewijzingen zijn duidelijk gegroepeerd rond de volgende kernthema’s:

• Milieu, klimaatverandering, hernieuwbare energie en vermindering van het rampenrisico (5 van de 16 LGO met indicatieve territoriale toewijzingen; 21% van de totale territoriale toewijzingen uit hoofde van het 11e EOF-LGO).

• Sociale ontwikkeling (jongeren) of werkgelegenheid/professionele integratie en onderwijs/beroepsopleiding (5 van de 16 LGO; 33% van de indicatieve territoriale toewijzingen uit hoofde van het 11e EOF-LGO).

• Duurzaam toerisme (3 van de 16 LGO; 26% van de indicatieve territoriale toewijzingen uit hoofde van het 11e EOF-LGO).

• Connectiviteit en toegankelijkheid/digitale ontwikkeling (3 van de 16 LGO; 20% van de indicatieve territoriale toewijzingen uit hoofde van het 11e EOF-LGO).

Deze prioriteiten sluiten aan bij het streven naar duurzame ontwikkeling, waardoor rekening wordt gehouden met de drie pijlers van ontwikkeling, namelijk economische en sociale ontwikkeling en milieubescherming, zoals omschreven in de doelstellingen van het LGO-besluit.

Deze prioriteiten zijn duidelijk afgestemd op de beleidsprioriteiten van de Unie zoals vastgesteld in Europa 2020 9 , de tienjarige banen- en groeistrategie van de Europese Unie, waarmee slimme, duurzame en inclusieve groei wordt beoogd.

Evenzo werd in het geval van regionale programma’s voorgesteld om het merendeel van de middelen te bestemmen voor een beperkt aantal prioriteiten, die uiteraard zowel grensoverschrijdend als transversaal van aard zijn. Op basis van de concentratiesectoren die door de LGO zijn voorgesteld aan de Commissie, moet voorts worden opgemerkt dat de nadruk wordt gelegd op het milieu en het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen in alle geografische regionale programma’s. Dit zou een aanzienlijke complementariteit met de thematische component vormen, alsook met andere door de Unie gefinancierde programma's, zoals BEST 2.0, dat wordt gefinancierd in het kader van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen.

De desbetreffende voorstellen voor concentratiesectoren zijn:

• Caribisch gebied: duurzame energie en mariene biodiversiteit;

• Stille Oceaan: milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen (subsectoren klimaatverandering en biodiversiteit);

• Indische Oceaan: observatie, beheer en behoud van terrestrische en mariene ecosystemen;

• Thematisch programma (alle LGO): duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen. De subsectoren omvatten: a) klimaatverandering, inclusief vermindering van het rampenrisico, en b) duurzame energie.

Europese Investeringsbank

Uit hoofde van de LGO-investeringsfaciliteit 10 wordt een toewijzing van 5 miljoen EUR beheerd door de EIB voor de financiering van rentesubsidies en technische bijstand (met financiering uit het 11e EOF-LGO). In 2015 heeft de EIB een leningsovereenkomst met Nieuw-Caledonië gesloten, waarbij een rentesubsidie voor een lening van 20 miljoen EUR werd verstrekt voor de modernisering van een ziekenhuis.

Het LGO-besluit voorziet ook in verdere financiering (tot 100 miljoen EUR) door de EIB uit haar eigen middelen 11 . Hoewel er geen besluiten zijn genomen in het kader van deze financiering, werden interne besluitvormingsprocessen opgestart voor een regionale kredietlijn voor de LGO en een investering in Sint-Maarten, die naar verwachting worden afgerond in 2016.

Vooruitblik

Op basis van de tot op heden geboekte vooruitgang blijft het een realistische doelstelling om financieringsbesluiten vast te stellen en programmeringsdocumenten voor de LGO goed te keuren in het vierde kwartaal van 2016. Om dit tijdschema aan te houden, zal het evenwel van essentieel belang zijn om de dynamiek te behouden in 2016. De LGO moeten ervoor zorgen dat de ingediende ontwerpprogrammeringsdocumenten van hoge kwaliteit zijn en op weldoordachte programma's, degelijk lokaal beleid en strategische kaders berusten. Dit is met name van belang in het geval van regionale en thematische programma’s, waarbij betere coördinatie door de betrokken LGO is vereist.


(1)

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie.

(2)

De EU-landen en gebieden overzee zijn Groenland, Nieuw-Caledonië en onderhorigheden, Frans-Polynesië, Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden, Wallis en Futuna, Saint-Pierre en Miquelon, Saint-Barthélemy, Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint-Eustatius, Sint-Maarten, Anguilla, Kaaimaneilanden, Falklandeilanden, Zuid-Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden, Montserrat, Pitcairn, Sint-Helena en onderhorigheden, Brits Antarctica, Brits gebied in de Indische Oceaan, Turks- en Caicoseilanden, Britse Maagdeneilanden en Bermuda.

(3)

Vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB C 326 van 26.10.2012, blz. 206).

(4)

 Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (PB L 210 van 6.8.2013, blz. 1).

(5)

 Bijlage 1 bij dit verslag bevat de lijst van indicatieve individuele territoriale en regionale toewijzingen.

(6)

Besluit 2014/137/EU van de Raad van 14 maart 2014 inzake de betrekkingen tussen de Europese Unie, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds, voorziet in een toewijzing van 217,8 miljoen EUR voor de periode 2014-2020 voor samenwerking tussen de Unie en Groenland op een gebied van wederzijds belang.

(7)

Vierde deel van het LGO-besluit.

(8)

Besluit C(2015) 307 final van de Commissie van 20 januari 2015 inzake de individuele steunmaatregel ten gunste van landen en gebieden overzee voor een faciliteit voor technische samenwerking gefinancierd door de overbruggingsfaciliteit van het Europees Ontwikkelingsfonds.

(9)

Mededeling van de Commissie 'EUROPA 2020: Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei', COM(2010) 2020 final.

(10)

Ingesteld bij bijlage II C bij Besluit 2001/822/EG met middelen uit het EOF ter ondersteuning van commercieel levensvatbare ondernemingen.

(11)

Bijlage III bij het LGO-besluit.