Artikelen bij COM(2012)510 - Routekaart naar een bankenunie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2012)510 - Routekaart naar een bankenunie.
document COM(2012)510 NLEN
datum 12 september 2012
 

|
52012DC0510

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een routekaart naar een bankenunie /* COM/2012/0510 final */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Een routekaart naar een bankenunie

1. Inleiding

Gedurende de afgelopen vier jaar heeft de EU gedecideerd op de economische en financiële crisis gereageerd. Er zijn significante verbeteringen aan de Economische en Monetaire Unie (EMU) aangebracht en er wordt momenteel een substantiële financiële hervormingsagenda uitgevoerd, waarbij verbintenissen worden vervuld die in de G20 als reactie op de financiële crisis zijn aangegaan en die tot doel hebben de financiële instellingen en markten stabieler, competitiever en veerkrachtiger te maken.

Het voltooien van deze hervorming van het EU-regelgevingskader is essentieel, maar zal niet voldoende zijn om significante bedreigingen van de financiële stabiliteit in heel de Economische en Monetaire Unie succesvol aan te pakken. Verdere stappen zijn nodig om de specifieke risico's binnen de eurozone, waar samengevoegde monetaire verantwoordelijkheden nauwe economische en financiële integratie hebben aangemoedigd en de mogelijkheid van grensoverschrijdende overloopeffecten bij bankcrises hebben vergroot, aan te pakken en om de koppeling tussen overheidsschuld en bankenschuld en de vicieuze cirkel te doorbreken die ertoe geleid heeft dat meer dan 4,5 biljoen EUR geld van de belastingbetalers is gebruikt om banken in de EU te redden. Coördinatie tussen toezichthouders is vitaal, maar uit de crisis is gebleken dat loutere coördinatie, met name in de context van een eenheidsmunt, niet voldoende is en dat er behoefte is aan gemeenschappelijke besluitvorming. Het is ook belangrijk het toenemende risico van fragmentatie van de EU-bankenmarkt te verkleinen, dat de eengemaakte markt voor financiële diensten significant ondermijnt en de effectieve overdracht van het monetaire beleid naar de reële economie in heel de eurozone verslechtert.

De Commissie heeft dan ook om de instelling van een bankenunie verzocht om de banksector op gezondere voet te brengen en het vertrouwen in de euro te herstellen als onderdeel van een langeretermijnvisie voor economische en budgettaire integratie. Het verschuiven van het toezicht op banken naar het Europese niveau is een kernelement van dit proces, dat vervolgens met andere stappen moet worden gecombineerd zoals een gemeenschappelijk systeem voor depositobescherming en geïntegreerd bankencrisisbeheer. Het verslag van de voorzitters van de Europese Raad, de Commissie, de Eurogroep en de Europese Centrale Bank (ECB) van 26 juni 2012 heeft deze visie bevestigd. Het Europees Parlement van zijn kant heeft stappen in dezelfde richting aanbevolen, bijvoorbeeld in zijn verslag van juli 2010 over grensoverschrijdend crisisbeheer in de banksector. Een en ander is ook bevestigd door de top van de eurozone van 29 juni 2012.

Garanderen dat bankentoezicht en –afwikkeling in heel de eurozone aan strenge normen voldoen, zal de burgers en de markten geruststellen dat een gemeenschappelijk, hoog niveau van prudentiële regelgeving consistent voor alle banken geldt. Als banken in de toekomst in moeilijkheden geraken, moet het publiek er vertrouwen in hebben dat noodlijdende banken zullen worden geherstructureerd of gesloten en de kosten voor de belastingbetaler zullen worden geminimaliseerd. Dit toekomstige systeem zal bijdragen tot het opbouwen van het noodzakelijke vertrouwen tussen de lidstaten, hetgeen een eerste vereiste is voor de invoering van alle gemeenschappelijke financiële regelingen om depositohouders te beschermen en een ordelijke afwikkeling van failliet gaande banken te ondersteunen.

De voorliggende mededeling vergezelt twee wetgevingsvoorstellen, respectievelijk betreffende de instelling van een gemeenschappelijk toezichtmechanisme door het verlenen van specifiek taken aan de ECB met betrekking tot beleid in verband met het prudentiële toezicht op kredietinstellingen en betreffende aanpassingen van de verordening tot oprichting van de Europese Bankautoriteit (EBA). Deze wetgevingsvoorstellen markeren een eerste belangrijke stap die een kwalitatieve verbetering in de financiële stabiliteit en het vertrouwen in de eurozone in het bijzonder zal vormen. Voorliggende mededeling plaatst het algemene toezichtmechanisme in zijn context en beschrijft verdere werkzaamheden voor een bankenunie naast deze eerste voorstellen.

2. De bankenunie en de eengemaakte markt

De eengemaakte markt voor financiële diensten is gebaseerd op gemeenschappelijke regels die garanderen dat banken en andere financiële instellingen die uit hoofde van het Verdrag rechten van vrije vestiging en vrije verrichting van diensten genieten in heel de EU aan equivalente regels en behoorlijk toezicht zijn onderworpen.

De oprichting van de bankenunie mag de eenheid en integriteit van de eengemaakte markt niet in gevaar brengen, die een van de grootste verwezenlijkingen van de Europese integratie blijft. Feitelijk berust de bankenunie op de voltooiing van het programma voor substantiële regelgevingshervorming dat voor de eengemaakte markt aan de gang is (het “gemeenschappelijk rulebook”).

De eengemaakte markt en de bankenunie zijn aldus elkaar wederzijds versterkende processen. De werkzaamheden om de eengemaakte markt te versterken, moeten worden voortgezet op alle bestaande gebieden waarvoor de voorstellen van de Commissie gelden.

Bovendien moeten deze werkzaamheden op drie gebieden die specifiek relevant zijn voor de bankenunie worden versneld en moet vóór eind 2012 tussen de medewetgevers een akkoord over de relevante voorstellen worden bereikt.

– Er zijn strengere prudentiële vereisten voor banken voorgesteld. Met haar voorstellen betreffende kapitaalvereisten voor banken ("CRD4") is de Commissie het proces gestart van uitvoering van de nieuwe mondiale standaarden betreffende kapitaal en liquiditeit van banken. De instelling van het gemeenschappelijk toezichtmechanisme vereist in principe geen wezenlijke wijzigingen van de voorgestelde verordening en richtlijn, hoewel op een beperkt aantal gebieden enige finetuning vereist kan zijn om de nieuwe situatie te weerspiegelen. Tijdens de laatste fases van de CRD4-onderhandelingen zal de Commissie bijzondere aandacht eraan besteden ervoor te zorgen dat de overeengekomen teksten technisch verenigbaar zijn met de voorgestelde verordening tot oprichting van het gemeenschappelijke toezichtmechanisme, en zal zij vanuit dit perspectief met het Europees Parlement en de Raad samenwerken. Daarbij zal er met name ook voor moeten worden gezorgd dat alle bepalingen van de voorgestelde CRD4-richtlijn operationeel zijn voor toepassing zowel op nationaal niveau als door de ECB.

– Met ingang van 31 december 2010 is de dekking van de nationale depositogarantiestelsels (DGS) reeds opgetrokken tot een geharmoniseerd niveau van 100 000 EUR per depositohouder, per instelling. In juli 2010 heeft de Commissie voorgesteld verdere stappen te zetten met de harmonisering en vereenvoudiging van de beschermde deposito's, snellere uitbetalingen en verbeterde financiering, met name door middel van financiering vooraf van de depositogarantiestelsels waarvoor betaald wordt middels bijdragen van banken en een verplichte leenfaciliteit tussen nationale stelsels binnen vaste limieten.

– Het op 6 juni 2012 aangenomen voorstel van de Commissie inzake instrumenten voor het herstel en de afwikkeling van banken die in een crisissituatie verkeren, is het meest recente in een reeks van voorgestelde maatregelen om het Europese bankwezen te versterken en, mocht er in de toekomst een nieuwe financiële crisis uitbreken, te voorkomen dat partijen als depositohouders en belastingbetalers daarvan schade ondervinden. Om te garanderen dat de financiële stabiliteit wordt ondersteund terwijl aandeelhouders en crediteuren van de banken hun volledige deel van de bankverliezen en herkapitalisatiekosten dragen, heeft de Commissie een gemeenschappelijk kader van regels en bevoegdheden voorgesteld. Dit zal de lidstaten helpen te voorkomen dat bankcrises in de eerste plaats ontstaan en, als dergelijke bankcrises zich toch nog voordoen, deze op een meer ordelijke en effectieve wijze te beheren. De lidstaten zouden verplicht worden een voorafgaand afwikkelingsfonds op te richten waarvoor wordt betaald middels bijdragen van banken, en er wordt voorzien in een, opnieuw aan duidelijke limieten onderworpen, verplichte leenfaciliteit tussen nationale stelsels.

Deze regels zullen dan ook op heel de eengemaakte markt een gemeenschappelijk fundament vormen waarop de voorstellen betreffende de bankenunie kunnen voortbouwen. Dit gemeenschappelijk rulebook is nodig voor de stabiliteit en integriteit van de interne markt in financiële diensten van de EU. Het levert een gemeenschappelijke grondslag die een stap naar de bankenunie mogelijk maakt zonder enig risico van fragmentering van de eengemaakte markt. Vlugge voltooiing tegen het einde van het jaar van de onvoltooide hervormingen inzake kapitaalvereisten, depositogarantiestelsels en bankafwikkeling door de medewetgevers is dan ook van het grootste belang.

Ook moeten deze regels in de hele Unie op dezelfde wijze worden toegepast middels coherent en convergent toezicht op de kredietinstellingen door de nationale toezichthouders en de ECB. De Europese Bankautoriteit (EBA) speelt een cruciale rol in het voldoen aan deze doelstelling, meer bepaald middels het geheel van instrumenten en bevoegdheden in de verordening waarbij zij is opgericht (het behandelen van inbreuken op het uniale recht, bemiddeling, bindende technische normen, richtsnoeren en aanbevelingen). Het is daarom, om een gemeenschappelijk rechtskader en een gemeenschappelijke toezichtcultuur in heel de Unie op te bouwen, cruciaal dat de EBA ten volle haar rol speelt.

Om elke divergentie tussen de eurozone en de rest van de EU te vermijden, moet het gemeenschappelijke rulebook door uniforme toezichtpraktijken worden ondersteund. Verschillen in toezichthandboeken en toezichtbenaderingen tussen de lidstaten die aan het gemeenschappelijke toezichtmechanisme deelnemen en de andere lidstaten creëren een risico van fragmentatie van de eengemaakte markt aangezien de banken de verschillen zouden kunnen benutten om aan regelgevingsarbitrage te doen. De EBA dient een gemeenschappelijk toezichthandboek te ontwikkelen om het gemeenschappelijke rulebook aan te vullen.

Alle door de ECB aangenomen maatregelen – bijvoorbeeld om nadere verduidelijking te brengen betreffende de wijze waarop het prudentieel toezicht in de context van de middels het gemeenschappelijk toezichtmechanisme gecreëerde specifieke toezichtstructuur wordt uitgevoerd – moeten in overeenstemming zijn met het gemeenschappelijk rulebook inclusief de technische normen die bij door de Europese Commissie aangenomen gedelegeerde handelingen zijn vastgesteld. Ten slotte moet worden opgemerkt dat het voorstel van vandaag het huidige evenwicht tussen lidstaten van herkomst en lidstaten van ontvangst in stand houdt, inclusief ten aanzien van deelname aan toezichtcolleges.

De effectieve impact en implicaties van het gemeenschappelijk toezichtmechanisme op de operationele werking van de EBA zullen nader worden onderzocht bij de komende evaluatie betreffende de werking van de Europese toezichthoudende autoriteiten die door de Commissie tegen 2 januari 2014 moet worden ingediend. In die context zal de Commissie met name onderzoeken of de rol van de EBA met betrekking tot stresstestoefeningen moet worden versterkt, om te vermijden dat de autoriteit te afhankelijk wordt van informatie en bijdragen van die autoriteiten welke bevoegd zijn voor het beoordelen van de effectieve veerkracht van de banksector in heel Unie.

Parallel hieraan zal de Commissie doorgaan met het versterken van de financiële stabiliteit en het zorgen voor een gelijk speelveld op de eengemaakte EU-bankenmarkt middels haar controle op staatssteun en conditionaliteit voor economische aanpassingssteun.

Kernacties De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad tegen eind 2012 een akkoord te bereiken over: i) de CRD4-voorstellen om deze zowel voor de eengemaakte markt als binnen de context van het gemeenschappelijk toezichtmechanisme te doen gelden; ii) het voorstel voor een richtlijn betreffende depositogarantiestelsels als door de Commissie voorgesteld; iii) het voorstel voor een richtlijn betreffende bankherstel en –afwikkeling.

3. Voltooiing van de bankenunie

Zoals door de Commissie vóór de Europese Raad van juni 2012 en in het verslag van de voorzitters van de Europese Raad, de Commissie, de Eurogroep en de Europese Centrale Bank van 26 juni 2012 aangekondigd, zal het voltooien van de bankenunie verdere werkzaamheden vereisen voor de totstandbrenging van een gemeenschappelijk toezichtmechanisme, een gemeenschappelijk systeem voor depositogaranties en een geïntegreerd crisisbeheerkader. De instelling van het gemeenschappelijk toezichtmechanisme is een cruciale en significante eerste stap.

3.1.        Een gemeenschappelijk toezichtmechanisme

Het gemeenschappelijk toezichtmechanisme dat de Commissie vandaag voorstelt, is gebaseerd op de overdracht naar het Europese niveau van specifieke kerntoezichttaken betreffende banken die in de lidstaten van de eurozone zijn gevestigd. Hoewel zij de eindverantwoordelijkheid behoudt, zou de ECB haar taken uitoefenen binnen het gemeenschappelijke toezichtmechanisme dat bestaat uit de ECB en de nationale toezichtautoriteiten. Deze structuur zal sterk en consistent toezicht in heel de eurozone garanderen onder optimale gebruikmaking van de plaatselijke en specifieke know-how van nationale toezichthouders. Dit zal ervoor zorgen dat de toezichthouders goed op de hoogte blijven van alle nationale en lokale voorwaarden die relevant zijn voor stabiliteit. De Commissie stelt ook een mechanisme voor dat lidstaten die de euro niet hebben aangenomen, maar aan het gemeenschappelijk toezichtmechanisme zouden willen deelnemen, in staat stelt nauw met de ECB samen te werken.

Uit hoofde van het gemeenschappelijk toezichtmechanisme wordt de ECB verantwoordelijk voor het toezien op alle banken binnen de bankenunie, waarop zij het gemeenschappelijke rulebook zal toepassen dat voor de hele eengemaakte markt geldt. De recente ervaring leert dat moeilijkheden, zelfs bij relatief kleine banken, significante negatieve effecten op de financiële stabiliteit van lidstaten kunnen hebben. Vanaf de eerste dag zal de ECB dan ook bevoegd zijn om als zij dat beslist het toezicht op elke bank in de eurozone over te nemen, met name als de bank publieke steun ontvangt. Voor alle andere banken zal het ECB-toezicht automatisch infaseren: op 1 juli 2013 voor de meest significante Europese systeemkritische banken, en op 1 januari 2014 voor alle andere banken. Tegen 1 januari 2014 zullen alle banken in de eurozone dan ook onder Europees toezicht komen.

Aan de ECB worden specifieke kerntoezichttaken verleend die onontbeerlijk zijn om te garanderen dat de risico’s worden ontdekt die de levensvatbaarheid van banken bedreigen. Zij zal bevoegd zijn om de banken te verplichten de noodzakelijke verhelpende actie te ondernemen. De ECB zal onder meer de bevoegde autoriteit zijn voor het verlenen van een vergunning aan kredietinstellingen, het beoordelen van gekwalificeerde deelnemingen, het zorgen voor naleving van de minimumkapitaalvereisten, het zorgen voor de toereikendheid van het interne kapitaal in verhouding tot het risicoprofiel van een kredietinstelling (“pijler 2-maatregelen), het uitoefenen van toezicht op geconsolideerde basis en toezichttaken met betrekking tot financiële conglomeraten. De ECB zal ook de naleving verzekeren van bepalingen betreffende hefboom en liquiditeit, kapitaalbuffers toepassen en, in coördinatie met de afwikkelingsautoriteiten, vroegtijdige interventiemaatregelen uitvoeren wanneer een bank inbreuk maakt op of op het punt staat inbreuk te maken op de toetsingsvermogensvereisten.

De ECB zal met de noodzakelijke onderzoeks- en toezichtbevoegdheden bekleed zijn om haar taken uit te voeren Er is in actieve betrokkenheid van de nationale toezichthouders binnen het SSM voorzien om de vlotte en efficiënte voorbereiding en uitvoering van toezichtbeslissingen alsook de noodzakelijke coördinatie en informatiestroom betreffende kwesties met zowel een lokale als een Europese reikwijdte te garanderen teneinde financiële stabiliteit in heel de Unie en in haar lidstaten te verzekeren.

Alle niet uitdrukkelijk aan de ECB toegekende taken zullen bij de nationale toezichthouders blijven. Zo blijven de nationale toezichthouders belast met consumentenbescherming en de strijd tegen het witwassen van geld en met het toezicht op kredietinstellingen uit derde landen die binnen een lidstaat bijkantoren oprichten of grensoverschrijdende diensten aanbieden.

De ECB moet in staat zijn haar nieuwe toezichttaken volledig onafhankelijk uit te voeren terwijl zij ten volle verantwoordelijk is voor haar acties. Het voorstel van de Commissie bevat sterke waarborgen betreffende verantwoordingsplicht, met name tegenover het Europees Parlement en de Raad, om democratische legitimiteit te garanderen. Bovendien omvat het voorstel een aantal organisatorische beginselen om duidelijke scheiding tussen monetair beleid en toezicht te garanderen. Daardoor zullen potentiële conflicten tussen verschillende beleidsdoelstellingen beperkt worden terwijl bovendien ten volle van synergieën zal kunnen worden geprofiteerd. Alle voorbereidende activiteiten en beleidsuitvoering zullen bijgevolg door van de monetaire beleidstaken gescheiden organen en administratieve afdelingen worden uitgevoerd via een binnen de ECB met dit uitdrukkelijke doel opgerichte raad van toezicht.

Ten slotte zullen de voorgestelde wijzigingen van de EBA-verordening garanderen dat de EBA haar opdracht ten aanzien van alle lidstaten effectief kan blijven vervullen. Met name zal de EBA haar bevoegdheden en taken ook ten aanzien van de ECB uitoefenen. De stemregelingen binnen de EBA zullen worden aangepast om ervoor te zorgen dat de besluitvormingsstructuren van de EBA evenwichtig en effectief blijven, de standpunten van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die aan het gemeenschappelijk toezichtmechanisme deelnemen en die welke daar niet aan deelnemen, weerspiegelen en daardoor de integriteit van de eengemaakte markt ten volle wordt beschermd. Wijzigingen van de stemregelingen zijn gericht op die gebieden waar de EBA bindende beslissingen betreffende de toepassing van het gemeenschappelijk rulebook neemt wanneer zij zich bezighoudt met inbreuken op het recht en meningsverschillen beslecht. Op andere gebieden worden de bestaande procedurele waarborgen als voldoende beschouwd om evenwichtige en effectieve besluitvorming op die gebieden te garanderen. Zo worden ontwerpen van technische normen aan de Commissie voorgelegd ter fine van aanneming en kan de Commissie besluiten deze niet te bevestigen of deze te wijzigen, met name wanneer zij niet volledig in overeenstemming zijn met de fundamentele beginselen van de interne markt voor financiële diensten. Ten slotte is in de ontwerpverordening tot wijziging van Verordening 1093/2010 een gerichte toetsingsclausule opgenomen om met name met alle ontwikkelingen in het aantal lidstaten waarvan de valuta de euro is of waarvan de bevoegde autoriteiten een nauwe samenwerking zijn aangegaan rekening te houden en te onderzoeken of in het licht van dergelijke ontwikkelingen verdere aanpassingen van die bepalingen noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat EBA-beslissingen worden genomen in het belang van het in stand houden en versterken van de interne markt voor financiële diensten.

Kernacties De Commissie verzoekt: i) de Raad dringend het voorstel voor een verordening van de Raad waarbij aan de ECB specifieke taken worden opgedragen op het gebied van het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen in overweging te nemen en aan te nemen, met inachtneming van het advies van het Europees Parlement; ii) het Europees Parlement en de Raad het voorstel tot wijziging van Verordening 1093/2010 tot oprichting van de EBA dringend in overweging te nemen en aan te nemen. Voor eind 2012 moet een akkoord over deze twee voorstellen worden bereikt.

3.2.        Volgende stappen in het beheer van bankcrises

De mondiale financiële integratie en de eengemaakte EU-markt hebben de banksector in staat gesteld in sommige lidstaten vaak sneller te groeien dan het bbp, wat tot instellingen heeft geleid die uit hoofde van de bestaande nationale regelingen “te groot zijn om failliet te gaan” en “te groot zijn om te redden”. Anderzijds leert de ervaring dat het faillissement van zelfs relatief kleine banken grensoverschrijdende systeemschade kan veroorzaken. Voorts kunnen grensoverschrijdende bankruns nationale banksystemen op kritieke wijze verzwakken, de begrotingspositie van de overheid verder beschadigen en de financieringsproblemen voor beide verhaasten.

Versterkt toezicht binnen de bankenunie zal bijdragen tot het verbeteren van de robuustheid van banken. Als niettemin een crisis plaatsvindt, is het noodzakelijk ervoor te zorgen dat instellingen op ordelijke wijze kunnen worden afgewikkeld en dat depositohouders zeker zijn dat hun spaargeld veilig is.

Tegen deze achtergrond heeft de Commissie onderstreept dat een bankenunie een meer gecentraliseerd beheer van bankcrises moet omvatten. Ook het Europees Parlement heeft om vooruitgang op dit gebied verzocht. De noodzaak van gemeenschappelijke mechanismen om banken af te wikkelen en de deposito’s van cliënten te garanderen, komt ook ter sprake in het verslag van de voorzitters van de Europese Raad, de Commissie, de Eurogroep en de Europese Centrale Bank van 26 juni 2012.

Bijgevolg overweegt de Commissie met name een voorstel te doen voor een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme dat de afwikkeling van banken zou leiden en meer bepaald de toepassing van afwikkelingsinstrumenten op banken binnen de bankenunie zou coördineren. Dit mechanisme zou, met name bij grensoverschrijdende faillissementen, efficiënter zijn dan een netwerk van nationale afwikkelingsautoriteiten gezien de noodzaak van snelheid en geloofwaardigheid bij het aanpakken van bankcrises. Het zou een natuurlijk complement zijn van de oprichting van een gemeenschappelijk toezichtmechanisme. Ook zou het significante schaalvoordelen met zich mee brengen en de negatieve externe effecten vermijden die uit louter nationale beslissingen kunnen voortkomen. Het zou overeenkomstig de in het gemeenschappelijk rulebook beschreven afwikkelingsbeginselen die in overeenstemming zijn met de internationale beste praktijk en met inachtneming van de uniale staatssteunregels zijn beslissingen nemen. Met name de aandeelhouders en crediteuren dienen de kosten van afwikkeling te dragen alvorens enige externe financiering wordt verleend, en er moeten privésectoroplossingen worden gevonden in plaats van het geld van de belastingbetalers te gebruiken.

Bovendien, en op basis van een beoordeling van de werking ervan, kunnen aan een dergelijk gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme ook verdere taken van coördinatie betreffende het beheer van crisissituaties en afwikkelingsinstrumenten in de banksector worden toevertrouwd, als aangegeven in het verslag dat op 26 juni 2012 door de voorzitters van de Europese Raad, de Commissie, de Eurogroep en de Europese Centrale Bank is gepresenteerd.

Kernacties Zodra een akkoord over de bestaande DGS- en bankherstel- en –afwikkelingsvoorstellen is bereikt, overweegt de Commissie met name een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme voor te stellen om banken af te wikkelen en de toepassing van afwikkelingsinstrumenten op banken uit hoofde van de bankenunie te coördineren.

4. Volgende stappen

De Europese Unie beschikt over de middelen om haar huidige zwakke punten aan te pakken en de bankenunie op te richten als een essentiële stap naar een echte Economische en Monetaire Unie.

De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad:

– hun volle steun aan de bankenunie te verlenen en de in deze mededeling beschreven oriëntaties en routekaart te bevestigen;

– in het wetgevingsproces de hoogste prioriteit te verlenen aan de acties die noodzakelijk zijn om de bankenunie tot stand te brengen;

– zo spoedig mogelijk en in ieder geval voor het einde van het jaar de op tafel liggende voorstellen af te ronden betreffende:

– depositogarantiestelsels;

– toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentiële toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (CRD);

– prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (CRR);

– een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen;

– het opdragen van bepaalde taken aan de ECB betreffende het prudentieel toezicht op kredietinstellingen;

– wijziging van een aantal bepalingen van de EBA-verordening.

Met de voorliggende mededeling en de vergezellende wetgevingsvoorstellen heeft de Commissie vlug en verantwoordelijk gehandeld als reactie op het door de Europese Raad en de staats- en regeringsleiders van de eurozone eind juni verleende mandaat. Andere instellingen dienen nu hun deel te doen om ervoor te zorgen dan het gemeenschappelijk toezichtmechanisme tegen 1 januari 2013 wordt ingesteld.

               http://ec.europa.eu/internal_market/finances/policy/map_reform_en.htm

               http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/president/news/archives/2012/06/20120626_speeches_2_en.htm

               http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ec/131201.pdf

               Resolutie van het Europees Parlement van 7 juli 2010 met aanbevelingen aan de Commissie betreffende grensoverschrijdende crisisbeheersing in de banksector (2010/2006(INI)).

               De Commissie zal binnenkort op basis van artikel 127, lid 6, voorstellen formuleren voor één enkel toezichtmechanisme. Wij vragen de Raad om die voorstellen met spoed, nog voor eind 2012, te overwegen. Wanneer er een doelmatig enkelvoudig toezichtmechanisme, waarbij ook de ECB is betrokken, voor de banken in de eurozone is ingevoerd, zou het ESM op grond van een reguliere beslissing de mogelijkheid kunnen hebben banken rechtstreeks te herkapitaliseren. Het systeem zal op passende voorwaarden steunen, zoals naleving van regelgeving voor staatssteun, die moeten gelden voor een specifieke instelling of sector of voor de hele economie en moeten worden geformaliseerd in een memorandum van overeenstemming. http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ec/131364.pdf

               Verordening (EU) nr. 1093/2010.

               http://ec.europa.eu/internal_market/bank/regcapital/new_proposals_en.htm

               http://ec.europa.eu/internal_market/bank/docs/guarantee/200914_en.pdf

               http://ec.europa.eu/internal_market/bank/crisis_management/index_en.htm

             Ingevolge artikel 81 van de verordeningen tot oprichting van de Europese toezichtautoriteiten [Verordening (EU) nr. 1093/2010, Verordening (EU) nr. 1094/2010 en Verordening (EU) nr. 1095/2010].

             http://ec.europa.eu/europe2020/banking-union/index_en.htm

             http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ec/131201.pdf

             http://ec.europa.eu/europe2020/banking-union/index_en.htm

             http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ec/131201.pdf