Amendement van de leden De Cloe en Koetje - Voorzieningen ter bevordering van de totstandkoming van regionaal bestuur in daartoe aangewezen gebieden (Kaderwet bestuur in verandering)

Ontvangen 9 december 1993

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 2.2.4 komt als volgt te luiden.

Artikel 2.2.4

  • In afwijking van artikel 13, negende lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, kan het algemeen bestuur een voorzitter aanwijzen van buiten de kring van het algemeen bestuur. 2. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, is artikel 21 van de Wet gemeenschappelijke regelingen niet van toepassing. Bij de regeling, of krachtens de regeling door het algemeen bestuur, wordt de bezoldiging van de voorzitter geregeld, alsmede aangelegenheden zijn rechtspositie betreffende die regeling behoeven. 3. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid zijn de artikelen 66, tweede tot en met vierde lid, en 67 tot en met 71 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Toelichting De voorzitter wordt gekozen door het algemeen bestuur, waarbij de mogelijkheid wordt gecreƫerd dat de voorzitter van buiten het algemeen bestuur wordt gekozen. In een dergelijk geval zal voorzien moeten worden in regeling van de rechtspositie, aangezien artikel 21 Wgr enkel de rechtspositionele voorzieningen van een gemeenteraadslid bevat. Een aantal artikelen uit de Gemeentewet over de burgemeester, waaronder de artikelen over de materiƫle rechtspositie, nevenfuncties, incompatibiliteiten en woonplaats zijn van overeenkomstige toepassing verklaard.

De Cloe Koetje

316201F ISSN 0921 -7371 Sdu Uitgeveri] Plantijnstraat 's Gravenhage 1993