Voorstel van wet - Aanvulling van het Wetboek van Strafrecht met de straf van onbetaalde arbeid

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek van Strafrecht aan te vullen met voorschriften omtrent de mogelijkheid dat in plaats van het ondergaan van een korte vrijheidsstraf onbetaalde arbeid ten algemenen nutte wordt verricht; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

A In artikel 9, eerste lid, sub a, wordt 3 ; vernummerd tot 4 en wordt ingevoegd: 3 . het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte.

S-RW