Ontwerp van wet - Uitbreiding van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (Regelen met betrekking tot milieu-effectrapportage)

Nr. 2

ONTWERP VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het belang van de bescherming van mens en milieu wenselijk is dat besluiten ter zake van activiteiten die belangrijke nadelige gevolgen kunnen hebben voor het milieu, eerst worden genomen na overweging van de redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatieven daarvoor en van de gevolgen van die activiteiten en van die alternatieven voor het milieu op de grondslag van een daarover opgesteld, aan een openbare gedachtenwisseling onderworpen stuk; dat daartoe een regeling inzake het maken en behandelen van milieueffectrapporten met betrekking tot zodanige activiteiten -welke regeling gezien haar aard kan worden opgenomen in de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (Stb. 1979, 442) -dient te worden vastgesteld; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (Stb. 1979, 442) wordt gewijzigd als volgt.

S-CRM S-Vg + M

5 vel

Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16814, nrs. 1-2