36 422 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 tot aanpassing van de regeling voor de fiscale beleggingsinstelling (Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling)

D TWEEDE VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN1

Vastgesteld 30 november 2023

De nota naar aanleiding van het verslag heeft de commissie aanleiding gegeven tot het stellen van de volgende nadere vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben met veel belangstelling kennisgenomen van de beantwoording van de regering. Zij hebben naar aanleiding hiervan nog een aantal vervolgvragen.

In de beantwoording heeft de regering aangegeven dat «kort gezegd» de door SEO Economisch Onderzoek (SEO) en verschillende belangenorganisaties en marktpartijen aangedragen «andere oplossingsrichtingen leiden tot een toenemende complexiteit en het voortbestaan van heffingslekken, dan wel niet snel genoeg de heffingslekken dichten.»2 Kan de regering deze bezwaren uitgebreider toelichten ten aanzien van de oplossingsrichting, waarbij het vastgoed fbi-regime zou zijn voorbehouden aan fiscale beleggingsinstellingen (fbi’s) met een beursnotering, eventueel in combinatie met een verscherpte aandeelhouderseis, zoals gebruikelijk is in vele andere landen? Met deze oplossing kunnen de heffingslekken onmiddellijk worden gedicht. De leden van de BBB-fractie constateren dat van een toenemende complexiteit niet of nauwelijks sprake is, want het huidige fbi-regime kent al een onderscheid tussen beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde fbi’s en de daarmee corresponderende aandeelhouderseisen.

Kan de regering aangeven waarom zij als enige «robuuste» maatregel het invoeren van de vastgoedmaatregel ziet, terwijl Nederland na invoering van die aanpassing een van de weinige Europese landen zal zijn zonder een REIT/fbi-regime voor vastgoed, hetgeen betekent dat het in veel landen om ons heen dus wél mogelijk is om een goed (en robuust) werkend REIT-regime te laten bestaan? Het bestaan van een dergelijk regime komt het investeringsklimaat, en daarmee de concurrentiepositie van een land, uiteraard ten goede, zo menen de leden van de BBB-fractie.

Niet-beursgenoteerde vastgoed fbi’s wordt een handelingsperspectief geboden doordat deze in de gelegenheid zijn zich om te vormen tot een transparant fonds voor gemene rekening. De regering faciliteert deze omvorming met een tijdelijke regeling die ervoor zorgt dat deze fbi’s bij de omvorming geen overdrachtsbelasting verschuldigd zullen worden (flankerende maatregelen). De leden van de BBB-fractie merken op dat dit handelingsperspectief ontbreekt voor beursgenoteerde vastgoed-fbi’s, aangezien deze zich niet tot fonds voor gemene rekening kunnen omvormen. Is de regering bereid deze vastgoed-fbi’s op andere wijze handelingsperspectief te bieden? Zou dit bijvoorbeeld kunnen met een overgangsregeling die bestaande beursgenoteerde vastgoed-fbi’s de gelegenheid biedt zich te heroriënteren? Zo nee, waarom niet?

Ten slotte herhalen de leden van de BBB-fractie hun vraag of de regering bereid is toe te zeggen dat met betrekking tot de specifieke situatie van beursgenoteerde vastgoedfondsen op korte termijn nog nader overleg met de branche zal worden gevoerd.

De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de reactie van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen de nota naar aanleiding van het tweede verslag graag uiterlijk vrijdag 1 december 2023. Met de ontvangst van deze nota acht de commissie het wetsvoorstel gereed voor plenaire behandeling op 11 en 12 december 2023.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Van Ballekom

De wnd. griffier van de vaste commissie voor Financiën, Van Luijk


X Noot
1

Samenstelling:

Kroon (BBB) (ondervoorzitter), Van Wijk (BBB), Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Martens (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Karimi (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Rosenmöller (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD) (voorzitter), Van de Sanden (VVD), Vogels (VVD), Bovens (CDA), Bakker-Klein (CDA), Aerdts (D66), Moonen (D66), Van Strien (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (CU), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Kamerstukken I, 2023–2024, 36422 C, blz. 2.

Naar boven