Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36470 VII - Wijziging begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2023 (Najaarsnota).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting
Document­datum 24-11-2023
Publicatie­datum 24-11-2023
Nummer KST36470VII2
Kenmerk 36470 VII, nr. 2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2023-2024

 

36 470 VII

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

1    Leeswijzer    4

2    Beleid    6

2.1    Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties 6

3    Beleidsartikelen    10

3.1    Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie    10

3.2    Artikel 2. Nationale veiligheid    13

3.3    Artikel 3. Woningmarkt    14

3.4    Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving

en bouwkwaliteit    18

3.5    Artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet    23

3.6    Artikel 6. Overheidsdienstverlening

en informatiesamenleving    26

3.7    Artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid    30

3.8    Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid    33

3.9    Artikel 14. Slavernijverleden: fonds

en herdenkingscomité    34

4    Niet-beleidsartikelen    36

4.1    Artikel 11. Centraal apparaat    36

4.2    Artikel 12. Algemeen    39

4.3    Artikel 13. Nog onverdeeld    40

5    Agentschappen    41

5.1    Dienst van de Huurcommissie (DHC)    41

5.2    Logius    43

5.3    Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL)    45

5.4    Rijksvastgoedbedrijf (RVB)    48

5.5    Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)    50

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. 
    de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII);
  • 2. 
    de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.M. de Jonge

B. BEGROTINGSTOELICHTING

I    Leeswijzer

De tweede suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2023. De tweede suppletoire begroting is opgebouwd vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 1) inclusief de nota van wijziging (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124), amendementen (Kamerstukken II 2022/3, 36200 VII, nr. 50 tot en met 52), de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VII, nr. 1), de nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken

II    2022/23, 36350 VII, nr. 11), de Prinsjesdag suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36435 VII, nr. 1).

Bij de suppletoire begroting Prinsjesdag 2023 van 19 september jl. is de mutatie van € 58,2 mln. wel toegelicht maar niet verwerkt in de begrotingsstaat en in de budgettaire tabel van artikel 3. In deze tweede suppletoire begroting 2023 is in de begrotingsstaat en in de budgettaire tabel de juiste stand vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) opgenomen voor de uitgaven van artikel 3 zijnde € 6.813.367

Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gel ijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de R ijksbegrotingsvoor-schriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

 

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV 2023

Artikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

  • 1. 
    Openbaar bestuur en democratie

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

  • 2. 
    Nationale Veiligheid

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

  • 3. 
    Woningmarkt

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 5 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.

Ontvangsten: 10 mln.

  • 4. 
    Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

  • 5. 
    Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

  • 6. 
    Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

  • 7. 
    Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

  • 9. 
    Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 4 mln.

  • 11. 
    Centraal apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

  • 12. 
    Algemeen

Verplichtingen 1 mln.; Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen 2 mln.; Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

  • 13. 
    Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

De in de tabel budgettaire gevolgen van beleid gepresenteerde budget-flexibiliteit (percentage juridisch verplicht) is de stand per 23 oktober 2023.

Overzicht coronamaatregelen

Tabel 2 Extracomptabele tabel coronamaatregelen (bedragen x € 1.000)

Artikelnummer naam maatregel/regeling

Relevante Kamerstukken

Bedrag verplichtingen

2023

Bedrag uitgaven 2023

Bedrag ontvangsten

2023

1    Inkomstenderving waterschappen    6.449    6.449    (Kamerstukken II 2023/24, 36470 VII,nr.2)

3    Huurtoeslag    -    -    - 1.800 (Kamerstukken II 2020/21,35850 VII,nr.1)

Totaal

6.449    6.449    - 1.800

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

 

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 

Art.

Uitgaven 2023

Vastgestelde begroting 20231

 

9.286.890

Stand 1e suppletoire begroting 20232

 

10.322.760

Stand Prinsjesdag suppletoire begroting 2023

 

10.435.085

Belangrijkste suppletoire mutaties

 
  • 1) 
    Compensatie hoogwater Limburgse gemeenten

1

3.211

  • 2) 
    Inkomstenderving waterschappen

1

6.449

  • 3) 
    Afrekening AIVD en MIVD

2

6.083

  • 4) 
    Bijdrage MIRT verkenning Utrecht

3

  • 69.351
  • 5) 
    Afdracht BTW woningbouwimpuls

3

  • 11.894
  • 6) 
    Onderuitputting woningbouwimpuls

3

  • 120.298
  • 7) 
    Natuurinclusief isoleren

4

7.200

  • 8) 
    Afdracht BTW lokale aanpak isolatie

4

  • 11.400
  • 9) 
    Bijdrage omgevingswet

5

10.000

  • 10) 
    Ontvlechting eindbalans UBR

11

8.000

  • 11) 
    Verrekening gemaakte kosten FMH

11

5.392

  • 12) 
    Desaldering ontvangsten Doc Direct

11

5.375

  • 13) 
    Aanvulling raming kosten HRM advies & DVA's

11

4.791

  • 14) 
    Kwijtschelden publieke schulden

12

  • 50.000
  • 15) 
    Diverse mutaties

div

2.964

 

Stand 2e suppletoire begroting 2023

 

10.231.607

1    Inclusief de nota van wijziging (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124) en amendementen (Kamerstukken II 2022/3, 36200 VII, nr. 50 tot en met 52).

2    Inclusief de nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VII, nr. 11).

Toelichting

  • 1) 
    Dit betreft de compensatie van een deel van de kosten die de zwaarst getroffen gemeenten hebben gemaakt na de wateroverlast in Limburg (€ 3,2 mln.).
  • 2) 
    Dit betreft een overheveling van de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën in verband met de inkomstenderving van de waterschappen als gevolg van de COVID-19 pandemie (€ 6,4 mln.). Deze middelen worden uitgekeerd aan de waterschappen.
  • 3) 
    Jaarlijks worden de bedrijfsvoeringskosten van de AIVD en MIVD verrekend tussen het ministerie van BZK en het ministerie van Defensie. Voor 2023 ontvangt de AIVD hiervoor € 6,1 mln. vanuit het ministerie van Defensie.
  • 4) 
    Er is een overboeking van € 69,4 mln. naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ten behoeve van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) ter verkenning van Openbaar Vervoer en Wonen in de regio Utrecht.
  • 5) 
    Er is een overboeking van € 11,9 mln. naar het ministerie van Financiën (onderdeel btw-compensatiefonds) voor de btw-afdracht van de aanvragen van de 5e tranche van de woningbouwimpuls.
  • 6) 
    De onderuitputting van 5e tranche woningbouwimpuls (€ 120,3 mln.) wordt generaal teruggeboekt. De middelen worden in 2024 weer opgeboekt op artikel 3.
  • 7) 
    De bestaande specifieke uitkering voor natuur inclusief isoleren wordt dit jaar opgehoogd met € 7,2 mln. Bij de aanpak van vleermuizen ten behoeve van verduurzaming van huizen, moeten gemeenten dit jaar alternatieve verblijfplekken (huisvesting) voor de vleermuissoorten regelen.
  • 8) 
    Er is een overboeking van € 11,4 mln. naar het ministerie van Financiën (onderdeel btw-compensatiefonds) van de btw-afdracht voor de regeling lokale aanpak isolatie (LAI).
  • 9) 
    Dit betreft een desaldering van € 10,0 mln. van de meerontvangsten van artikel 4 voor de afbouw, uitbouw en beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
  • 10) 
    Het agentschap UBR is per 1 januari van dit jaar opgehouden te bestaan. Het voormalig UBR onderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) is sinds dit jaar ondergebracht onder artikel 11 als een kas/verplichtingendienst. De openstaande facturen (schulden) komen voor rekening van OBF via de overgedragen liquide middelen (een begrotingsontvangst) van UBR. Middels een desaldering worden deze middelen nu ingezet ter dekking van de betaling van deze openstaande facturen

(€ 8 mln.).

  • 11) 
    Er zijn overboekingen van de andere departementen van in totaal € 5,4 mln. ter dekking van de gemaakte kosten voor werkplekken door FMH.
  • 12) 
    Middels een desaldering van € 5,4 mln. (door hogere ontvangsten) worden de geraamd uitgaven van Doc-Direkt verhoogd.
  • 13) 
    Middels een desaldering is er een aanvulling op de raming van de kosten van € 2,1 mln. voor de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen. Verder is er een desaldering van € 2,7 mln. als aanvulling op de raming van de kosten van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's).
  • 14) 
    De compensatie van de uitgaven en de derving van inkomsten bij medeoverheden vindt plaats op basis van nacalculatie (werkelijke kosten). Omdat op dit moment volgens de voorwaarden nog niet kan worden overgegaan tot betaling, komt het restant van het budget (€ 50 mln.) dit jaar niet meer tot uitputting en wordt generaal teruggeboekt. In het voorjaar wordt gekeken naar de meerjarige raming en welke middelen nodig zijn voor de doelstelling.
 

Tabel 4 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 

Art.

Ontvangsten 2023

Vastgestelde begroting 20231

 

679.570

Stand 1e suppletoire begroting 20232

 

857.104

Stand Prinsjesdag suppletoire begroting 2023

 

934.994

Belangrijkste suppletoire mutaties

 
  • 1) 
    Natuurinclusief isoleren

4

7.200

  • 2) 
    Bijdrage omgevingswet

4

10.000

  • 3) 
    Meerontvangsten bijdrage zakelijke lasten

6

4.200

  • 4) 
    Benzineveilingen

9

91.000

  • 5) 
    Meer opbrengst bodemmaterialen

9

6.486

  • 6) 
    Ontvlechting eindbalans UBR

11

8.000

  • 7) 
    Desaldering ontvangsten Doc Direct

11

5.375

  • 8) 
    Aanvulling raming kosten HRM advies & DVA's

11

4.791

  • 9) 
    Diverse mutaties

Div

  • 376
 

Stand 2e suppletoire begroting 2023

 

1.071.670

1    Inclusief de nota van wijziging (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124) en amendementen (Kamerstukken II 2022/3, 36200 VII, nr. 50 tot en met 52).

2    Inclusief de nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VII, nr. 11).

Toelichting

  • 1) 
    Het betreft de meerontvangsten op artikel 4 in 2023. Er wordt € 7,2 mln. gedesaldeerd en ingezet voor ophoging van de specifieke uitkering voor natuur inclusief isoleren, voor de aanpak van de vleermuizen.
  • 2) 
    Het betreft de meerontvangsten op artikel 4 in 2023. Er wordt 10,0 mln. gedesaldeerd voor de afbouw, uitbouw en beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) op artikel 5.
  • 3) 
    Het betreft de meerontvangsten op artikel 6 in 2023. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd en ingezet op artikel 9 voor de relatief veel aanslagen voor zakelijke lasten uit voorgaande jaren die zijn binnengekomen en betaald moeten worden door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).
  • 4) 
    Er is circa € 6,4 mln. aan meerontvangsten voor bodemmaterialen.
  • 5) 
    Er is € 91 mln. aan meerontvangsten doordat de veiling van benzinestations langs Rijkswegen meer heeft opgebracht dan geraamd.
  • 6) 
    Het agentschap UBR is per 1 januari van dit jaar opgehouden te bestaan. Het voormalig UBR onderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) is sinds dit jaar ondergebracht onder artikel 11 als een kas/verplichtingendienst. De openstaande facturen (schulden) komen voor rekening van OBF via de overgedragen liquide middelen (een begrotingsontvangst) van UBR. Middels een desaldering worden deze middelen nu ingezet ter dekking van de betaling van deze openstaande facturen

(€ 8 mln.).

  • 7) 
    Er zijn meer ontvangsten van € 5,4 mln. bij Doc-Direct. Middels een desaldering wordt het budget verhoogd.
  • 8) 
    Er zijn meerontvangsten van € 2,1 mln. van de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen. Middels een desaldering wordt het budget verhoogd. Verder zijn meerontvangsten van € 2,7 mln. van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering wordt het budget verhoogd.

3 Beleidsartikelen

3.1  Artikel 1. Openbaar bestuur en democratieBudgettaire gevolgen van beleid

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1. Openbaar bestuur en democratie (bedragen x € 1.000)

 
 

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.Verplichtingen

456.372

8.073

464.445

 

Uitgaven

322.221

7.073

329.294

 

1.1 Bestuur en regio

201.154

9.677

210.831

Subsidies (regelingen)

16.198

1.935

18.133

POK - Multiproblematiek

1.036

800

1.836

POK - Antidiscriminatie

159

720

879

Oorlogsgravenstichting

3.969

0

3.969

Bestuur en regio

3.546

315

3.861

POK - Basisinfrastructuur

5.664

0

5.664

Regiodeals

0

100

100

Werk aan Uitvoering

1.819

0

1.819

Diverse subsidies

5

0

5

Opdrachten

7.322

  • 1.940

5.382

POK - Multiproblematiek

1.028

  • - 
    824

204

Bestuur en regio

2.690

  • 157

2.533

POK - Antidiscriminatie

370

  • 191

179

Regiodeals

2.279

  • 100

2.179

Diverse opdrachten

155

115

270

Antidiscriminatie

800

  • 783

17

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

577

22

599

Diverse bijdragen

274

0

274

POK - Antidiscriminatie

0

22

22

Regiodeals

303

0

303

Bijdrage aan medeoverheden

176.032

9.660

185.692

Groeiopgave Almere

9.774

0

9.774

Evides

1.250

0

1.250

Regiodeals

165.008

0

165.008

Gemeenten

0

9.660

9.660

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

63

0

63

Bijdragen internationaal

63

0

63

Bijdrage aan agentschappen

962

0

962

RWS

962

0

962

1.2 Democratie

121.067

  • - 
    2.604

118.463

Subsidies (regelingen)

47.032

0

47032

Politieke partjen

30.431

  • - 
    638

29.793

Comité 4/5 mei

130

0

130

ProDemos

8.979

0

8.979

Verbinding inwoner en overheid

1.837

500

2.337

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

3.397

0

3.397

Weerbaar bestuur

2.258

138

2.396

Opdrachten

7.493

  • 1.265

6.228

Verbinding inwoner en overheid

3.817

  • - 
    1.002

2.815

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

543

  • 134

409

Weerbaar bestuur

3.133

  • 129

3.004

 

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Inkomensoverdrachten

7.522

  • 489

7.033

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

7.032

0

7.032

Vergoeding rouwvervoer

490

  • 489

1

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

3.600

  • 1.042

2.558

Diverse bijdragen

3.600

  • - 
    1.042

2.558

Bijdrage aan medeoverheden

52.760

0

52.760

Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid

52.760

0

52.760

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

102

  • 10

92

Bijdrage internationaal

102

  • - 
    10

92

Bijdrage aan agentschappen

2.558

202

2.760

Dienst Publiek en Communicatie

2.558

202

2.760

 

Ontvangsten

14.905

551

15.456

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 6 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 1

2023

juridisch verplicht

30%

bestuurljk gebonden

69%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

1%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 30% juridisch verplicht.

1.1    Bestuur en regio Bijdrage aan medeoverheden

Gemeenten

Dit betreft een overheveling van de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën in verband met de inkomstenderving van de waterschappen als gevolg van de COVID-19 pandemie (€ 6,4 mln.). Deze middelen worden uitgekeerd aan de waterschappen. Daarnaast betreft het compensatie van een deel van de kosten die de zwaarst getroffen gemeenten hebben gemaakt na de wateroverlast in Limburg (€ 3,2 mln.).

1.2    Democratie Opdrachten

Verbinding inwoner en overheid

Dit betreft voornamelijk een overboeking naar de begroting van het Provinciefonds ten behoeve van de aanjagende rol van Provincies bij het versterken van de slagkracht van kleine gemeenten tegen ondermijnende invloeden, bijvoorbeeld in het kader van een provinciale weerbaar-heidsnorm of provinciale ondermijningsprogramma's.

Weerbaar bestuur

Dit betreft voornamelijk een overboeking naar de begroting van het Provinciefonds in verband met de impuls vervolgaanpak vakantieparken en Ariadne project. De provincies ontvangen middelen voor de vervolgaanpak op vakantieparken (Kamerstukken II, 2022/23, 32 847, nr. 1070), met name voor het verder verbeteren van de registratie van vakantieparken. Daarnaast ontvangt de provincie Gelderland een bijdrage voor continuering van het Ariadne project in het kader van het verlengingsplan 2023 en 2024 t/m 2026. Dit samenwerkingsproject is gericht op het aanpakken van criminaliteit en ondermijning op en rondom vakantieparken.

3.2 Artikel 2. Nationale veiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2. Nationale veiligheid (bedragen x € 1.000)

 
 

Vastgestelde begroting (incl.

Mutaties 2e suppletoire    Stand 2e suppletoire

N|U\n/>let0ire Begrotmgen,    begroting (2)    begroting (3)=(1+2)

NvW en amendementen (1)    a    a    a    a

Verplichtingen

445.117    5.125    450.242

Uitgaven

445.117    5.125    450.242

AIVD apparaat

426.786    - 3.875    422.911

AIVD geheim

18.331    9.000    27.331

Ontvangsten

17.214    0    17.214

 

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 2 is 100% juridisch verplicht.

Uitgaven

AIVD apparaat

Er vindt een overboeking plaats naar het ministerie van Justitie en Veiligheid voor de bijdrage van € 0,4 mln. aan TNO voor kennisopbouw.

De toegekende middelen voor de Contraterrorisme (CT) infobox zijn dit jaar niet geheel nodig binnen de CT infobox. Hierom wordt € 0,5 mln. binnen de doelstellingen van CT elders ingezet.

Daarnaast worden de jaarlijkse bedrijfsvoeringskosten van de diensten (AIVD en MIVD) verrekend tussen het ministerie van BZK en het ministerie van Defensie. Voor 2023 ontvangt de AIVD hier circa € 6,1 mln. vanuit het ministerie van Defensie.

Er vindt een reallocatie plaats naar het geheime budget van de AIVD van € 9 mln.

AIVD geheim

Er vindt een reallocatie plaats vanaf het budget AIVD apparaat naar het geheime budget van de AIVD van € 9 mln.

3.3 Artikel 3. Woningmarkt

Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3. Woningmarkt (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art. Verplichtingen

7.151.876

  • - 
    202.599

6.949.277

 

Uitgaven

6.813.367

  • - 
    207.588

6.605.779

 

3.1 Woningmarkt

5.031.040

  • - 
    1.829

5.029.211

Subsidies (regelingen)

32.411

3.912

36.323

Bevordering eigen woningbezit

8.600

0

8.600

Stimuleringsmiddelen wooncooporaties

176

0

176

Ouderenhuisvesting

14.016

  • 2.000

12.016

Woningmarkt

9.619

5.912

15.531

Opdrachten

56.633

722

57.355

NHG risicovoorziening

49.905

0

49.905

Woningmarkt

6.728

722

7.450

Inkomenso verdrachten

4.917.355

  • 5.160

4.912.195

Huurtoeslag

4.917.355

  • - 
    5.160

4.912.195

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

3.211

0

3.211

Woningmarkt

3.211

0

3.211

Bijdrage aan medeoverheden

3.500

  • 700

2.800

Grote gezinnen

3.500

  • - 
    700

2.800

Bijdrage aan agentschappen

15.977

  • 10

15.967

Dienst van de Huurcommissie

15.815

75

15.890

RVO (Uitvoeringskosten BEW)

162

  • 85

77

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

1.953

  • 593

1.360

Financiën (IXB)

800

  • - 
    800

0

Infrastructuur en Waterstaat (XII)

1.153

207

1.360

3.3 Woningbouw

1.782.327

  • - 
    205.759

1.576.568

Subsidies (regelingen)

1.006

  • 38

968

Woningbouw

1.006

  • - 
    38

968

Opdrachten

16.424

357

16.781

Woningbouwimpuls

106

250

356

Volkshuisvestingsfonds

1.059

  • 350

709

Woningbouw

2.308

100

2.408

Tijdelijke uitvoeringsorganisatie

12.856

287

13.143

Grootschalige woningbouwgebieden

95

70

165

Storting/onttrekking begrotingsreserve

136.700

1.400

138.100

Herplaatsingsgarantie

136.700

1.400

138.100

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

151

38

189

CBS

151

38

189

Bijdrage aan medeoverheden

1.457.430

  • 209.495

1.247935

Flexpools

10.000

  • - 
    1.232

8.768

Woningbouwimpuls

357.202

  • 251.543

105.659

Volkshuisvestingsfonds

280.684

0

280.684

Kwetsbare groepen

35.585

0

35.585

Woondeals

10.000

0

10.000

Grootschalige woningbouwgebieden

454.500

0

454.500

Versnelling huisvesting

11.459

0

11.459

Overlooplocaties

48.000

  • 6.720

41.280

Start-bouwimpuls    250.000    50.000    300.000

 
 

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Bijdrage aan agentschappen

170.616

1.979

172.595

RVO

3.656

  • - 
    2.654

1.002

RVB

166.960

4.633

171.593

 

Ontvangsten

564.955

  • - 
    11.307

553.648

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 9 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 3

2023

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrj te besteden

0%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 3 is 100% juridisch verplicht.

Uitgaven

3.1 Woningmarkt

Subsidies

Ouderenhuisvesting

Het gereserveerde budget voor de opvang van Soedanese vluchtelingen blijkt onvoldoende om alle kosten tot en met december te kunnen betalen. Er wordt hiervoor € 2 mln. overgeboekt van dit budget.

Woningmarkt

Op grond van artikel 91 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: Wet FinBES) kan een bijzondere uitkering worden verstrekt. Gelet op artikel 92, lid 2, onderdeel c van de Wet FinBES kan aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor het kalenderjaar 2023 een bijdrage worden toegekend voor de kosten van de verhuurdersubsidie, van respectievelijk USD 1.051.078 (€ 0,9 mln.), USD 118.500 (€ 0,12 mln.) en USD 23.750 (€ 0,02 mln.). Daarnaast vindt een nabetaling plaats aan Bonaire voor de particuliere verhuurderssubsidie van USD 350.000 (€ 0,3 mln.) en een voorschot voor de particuliere verhuurderssubsidie van USD 660.000 (€ 0,6 mln.).

In de huurtoeslag wordt een raming opgenomen voor Wonen in Caribisch Nederland. In deze raming is ook een bedrag bestemd voor de afgesloten Woondeal Bonaire. Hiervoor wordt € 3 mln. aan dit budget toegevoegd.

Opdrachten

Woningmarkt

Voor de opvang van Soedanese evacuees is er budget gereserveerd. Het gereserveerde budget bljkt echter onvoldoende om alle kosten tot en met december 2023 te kunnen betalen. Er wordt € 2 mln. overgeboekt naar dit budget om de kosten te kunnen betalen. Daarnaast zijn er nog facturen ontvangen voor de opvang van Afghaanse Nederlanders van de gemeente Haarlemmermeer.

Er vindt tevens een mutatie plaats van circa € 1,3 mln. naar het Gemeentefonds. Deze decentrale uitkering is bedoeld voor gemeenten die via het Rijk zijn betrokken bij de zogenoemde nazorg van evacuees uit Soedan. Het betreft de zorg voor Nederlanders die vanaf eind april zijn gerepatrieerd uit Soedan.

Inkomensoverdrachten

Huurtoeslag

Er vindt een overboeking van circa € 2,2 mln. plaats voor de bijzondere uitkering en de bijdrage voor de kosten van de verhuurdersubsidie aan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze overboeking betreft ook de nabetaling aan Bonaire voor de verhuurderssubsidie.

Er vloeit daarnaast € 3 mln. van de huurtoeslag naar de afgesloten Woondeal Bonaire.

3.3 Woningbouw

Storting begrotingsreserve

Herplaatsingsgarantie

Dit betreft de geraamde uitvoeringskosten van circa € 1,4 mln. voor de financiële herplaatsingsgarantie. De middelen worden gerealloceerd naar de begrotingsreserve om deze terug in de risicovoorziening te storten.

Bijdrage aan medeoverheden

Flexpools

Dit betreft de btw afdracht aan het btw-compensatiefonds behorend bij de flexpool regeling.

Woningbouwimpuls

Het betreft hier meerdere mutaties.

Er is een overboeking van € 69,4 mln. naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ten behoeve van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) ter verkenning van OV en Wonen in de regio Utrecht.

Er is een overboeking van € 11,9 mln. naar het ministerie van Financiën (onderdeel btw compensatiefonds) van de btw afdracht voor de aanvragen van de 5e tranche van de woningbouwimpuls.

De onderuitputting van 5e tranche woningbouwimpuls (€ 120,3 mln.) wordt generaal teruggeboekt. De Woningbouwimpuls kent een 100 procent eindejaarsmarge waardoor deze middelen in 2024 weer opgeboekt worden op artikel 3.

Uit de onderuitputting van woningbouwimpuls is er een reallocatie van € 50 mln. gedaan naar de start-bouwimpuls. Zie de start-bouwimpuls voor verdere toelichting.

Uit de onderuitputting worden daarnaast drie amendementen (€60 mln.) gedekt die recent zijn ingediend bij de begrotingsbehandeling. Tevens wil ik mij inzetten om een deel van de onderuitputting bij Voorjaarsnota vrij te maken ten behoeve van een regeling waarmee grotere en complexe locaties financieel kunnen worden ondersteund, onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring.

Overlooplocaties

Dit betreffen uitgaven in het kader van de fysieke herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Na het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met gemeenten kan in 2023 worden overgegaan op uitkering door middel van een SPUK-regeling voor circa € 41,3 mln. Voor het overige deel van de fysieke herplaatsingsgarantie vinden de uitgaven plaats in 2024.

Start-bouwimpuls

Dit betreft een ophoging van het budget voor de start-bouwimpuls van € 250 mln. naar € 300 mln. vanuit de onderuitputting van de vijfde tranche woningbouwimpuls, gezien de grote interesse die bestaat in de regeling. De startbouwimpuls is bedoeld voor nieuwbouwprojecten die door de veranderde economische omstandigheden dreigen te vertragen of on hold te worden gezet.

Bijdrage aan agentschappen

RVO

Het betreft hier een tweetal mutaties.

Er vindt, conform afspraak met het ministerie van Financiën, een afboeking plaats van circa € 1,3 mln. van de onderuitputting van de middelen van de woningbouwimpuls, waarvoor een 100% eindejaarsmarge geldt. In 2024 zullen deze middelen weer worden opgeboekt bij de 1e suppletoire begroting 2024.

Verder wordt er € 1,4 mln. gerealloceerd naar de risicovoorziening voor de financiële herplaatsingsgarantie van flexwoningen.

RVB

Het betreft hier meerdere mutaties.

De matching van bouwlocaties aan de ingekochte flexwoningen vraagt meer maatwerk en verloopt minder snel dan verwacht. Aanvullend wordt circa € 4,6 mln. beschikbaar gesteld voor de verlenging van de distributielo-caties en voor meerkosten voor ingekochte flexwoningen.

Ontvangsten

Dit betreft een saldo van meerdere mutaties, waarvan een tweetal toegelicht.

Door een latere matching van ingekochte flexwoningen met afnemers, komt een deel van de ontvangsten later binnen dan geraamd. In 2023 wordt € 11,3 mln. afgeboekt. Deze ontvangsten schuiven door naar 2024.

3.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van (bedragen x € 1.000)

beleid artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en

bouwkwaliteit

 

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art. Verplichtingen

1.281.240

3.376

1.284.616

 

Uitgaven

1.061.783

  • - 
    4.874

1.056.909

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

1.043.623

  • - 
    2.393

1.041.230

Subsidies (regelingen)

377.205

  • 1.989

375.216

Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen

10.716

  • - 
    7.000

3.716

Energiebesparing Koopsector

15.618

0

15.618

Energiebesparing Huursector

369

648

1.017

Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof)

5.691

900

6.591

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

126.830

7.000

133.830

Energietransitie en duurzaamheid

29.227

3.854

33.081

Renovatieversneller

7.739

0

7.739

SAH

11.700

0

11.700

Warmtefonds

155.390

0

155.390

Nationaal Groeifonds

11.925

  • 7.391

4.534

Biobased Bouwen

2.000

0

2.000

Opdrachten

4.750

  • 666

4.084

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

1.500

0

1.500

Energietransitie en duurzaamheid

3.250

  • 666

2.584

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

1.482

554

2.036

Energietransitie en duurzaamheid

1.482

554

2.036

Bijdrage aan medeoverheden

623.252

1.250

624.502

Aardgasvrije wijken

0

154

154

Ventilatie in scholen

0

210

210

Nationaal Isolatie Programma (Lokale aanpak woningisolatie)

376.579

  • 11.400

365.179

Ondersteuning aanpak energiearmoede

186.173

  • 5.063

181.110

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

16.500

0

16.500

Nationaal Isolatie Programma (Soortenmanagement)

44.000

10.000

54.000

Nationaal Groeifonds

0

7.349

7.349

Bijdrage aan agentschappen

32.222

1.122

33.344

ILT (Handhaving Energielabel)

527

  • - 
    518

9

RVO (Uitvoering Energieakkoord)

1.789

  • 1.683

106

Dienst Publiek en Communicatie

113

0

113

RVO (Energietransitie en duurzaamheid)

24.478

2.892

27.370

RVB

3.540

389

3.929

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

1.775

0

1.775

Nationaal Groeifonds

0

42

42

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

4.712

  • 2.664

2.048

EGO (innovatie)

4.287

  • - 
    2.239

2.048

Handhaving energielabel C

425

  • 425

0

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

18.160

  • - 
    2.481

15.679

Subsidies (regelingen)

15.191

  • 3.531

11.660

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

15.191

  • - 
    3.531

11.660

Opdrachten

1.409

1.050

2.459

 

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

1.409

1.050

2.459

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

50

0

50

Overige bij dragen

50

0

50

Bijdrage aan agentschappen

1.510

0

1.510

RVB

1.510

0

1.510

 

Ontvangsten

686

18.600

19.286

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 11 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 4

2023

juridisch verplicht

80%

bestuurljk gebonden

20%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 80% juridisch verplicht.

Uitgaven

4.1 Energietransitie en duurzaamheid Subsidies (regelingen)

Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen Vanwege de hoge respons op de conceptregeling Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed (DUMAVA) wordt het budget opgehoogd met € 7 mln. voor 2023. Daarvoor wordt vanuit de onderuitputting op de Subsidie Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH) dit bedrag gereallo-ceerd.

Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof Dit betreft subsidies van € 0,9 mln. aan building balance voor innovatieve bouwprojecten.

Verduurzaming maatschappelijk vastgoed

Vanwege de hoge respons op de conceptregeling Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed (DUMAVA), is prognose van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) dat dit budget opgehoogd moet worden met € 7 mln. voor 2023. Dekking vindt plaats uit de onderuitputting van de Subsidie Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH) in 2023. Het budget voor 2024 zal bij de 1e suppletoire begroting van 2024 met € 7 mln. naar beneden worden bijgesteld.

Energietransitie en duurzaamheid

Dit betreft een reallocatie van € 1,7 mln. van energielabelbudgetten naar het instrument subsidies Energietransitie en duurzaamheid voor het verstrekken van energielabelgerelateerde subsidies en een reallocatie van € 4 mln. naar het instrument subsidies Energietransitie en duurzaamheid voor een subsidie aan Energie Samen voor energiefixers. Daarnaast wordt de participatiecoalitie van € 0,4 mln. middels een reallocatie omgezet van een opdracht in een subsidie. Daarnaast worden de bestaande specifiek e uitkering voor natuur inclusief isoleren in 2023 opgehoogd met € 2 mln. Bij de aanpak van vleermuizen ten behoeve van verduurzaming van huizen, moeten gemeenten dit jaar alternatieve verblijfplekken (huisvesting) voor de vleermuissoorten regelen.

Nationaal Groeifonds

Vanuit het groeifondsprogramma Toekomstbestendige Leefomgeving wordt totaal € 7,35 mln. inclusief BTW verdeeld via een specifieke uitkering over twee gemeenten en een provincie. Zie hiervoor de specificatie onder bijdrage aan medeoverheden.

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Isolatie Programma (lokale aanpak woonisolatie)

Dit betreft de afdracht aan het BTW compensatiefonds van € 11,4 mln. voor de regeling Lokale Aanpak Isolatie (LAI). Het budget wordt voor deze afdracht gerealloceerd naar het juiste instrument Energietransitie Gebouwde Omgeving.

Ondersteuning aanpak energiearmoede

Dit betreft een reallocatie van € 4 mln. naar de subsidiepost Energietransitie en duurzaamheid voor een subsidie aan Energie Samen voor energiefixer s. Daarnaast wordt de bestaande specifieke uitkering voor natuurinclusief isoleren in 2023 opgehoogd met € 0,8 mln. Bij de aanpak van vleermuizen ten behoeve van verduurzaming van huizen, moeten gemeenten dit jaar alternatieve verbl ijfplekken (huisvesting) voor de vleermuissoorten regelen. Tevens wordt aan de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk onderzoek een opdracht gegeven voor de uitbreiding van het onderzoeksprogramma Energietransitie Studies in het kader van energiear-moede onderzoek. Dit budget van € 0,3 mln. wordt gerealloceerd naar het juiste instrument.

Nationaal Isolatie Programma (soortenmanagement)

De bestaande specifieke uitkering voor natuurinclusief isoleren wordt dit jaar opgehoogd met totaal € 10 mln., waarvan € 7,2 mln. uit een desaldering en € 2,8 mln. uit een reallocatie. Bij de aanpak van vleermuizen ten behoeve van verduurzaming van huizen, moeten gemeenten dit jaar alternatieve verbl ijfplekken (huisvesting) voor de vleermuissoorten regelen.

Nationaal Groeifonds

Vanuit het groeifondsprogramma Toekomstbestendige Leefomgeving wordt totaal € 7,35 mln. inclusief BTW verdeeld via een specifieke uitkering over twee gemeenten en een provincie. Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, volgens, in overeenstemming met artikel 17, lid 2 van de Financiële Verhoudingswet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente en provincie zijn opgenomen.

De middelen voor de provincie Noord-Holland van € 0,127 mln. en de gemeente Amsterdam van circa € 5,9 mln. zijn bestemd voor proeftuinen die zich richten op datagedreven beheer en onderhoud, levensduurverlenging en toekomstbestendig vervangen van infrastructuur zoals kademuren, bruggen en wegen. De middelen voor de gemeente Almere van circa € 0,276 mln. zijn bestemd voor proeftuinen die zich richten op de ontwikkeling van de productieketen voor toekomstbestendig biobased bouwen. De aanvragen voor deze specifieke uitkeringen worden beoordeeld volgens, in overeenstemming met de eerder door het kabinet en groeifondscom-missie goedgekeurde doelstellingen, kernprestatie indicatoren (kpi's) en deliverables. De verantwoording vindt plaats volgens de SiSa systematiek. Voor de btw-afdracht aan het btw-compensatiefonds wordt circa € 1,1 mln. afgedragen.

Gemeente Amsterdam Gemeente Almere Totaal

6.862.575

979.183

5.883.392

331.732

55.717

276.015

7.348.574

1.061.674

6.286.900

Bijdrage aan agentschappen

RVO (Uitvoering Energieakkoord)

Dit betreffen meerdere reallocaties vanuit RVO naar het juiste instrument voor het verstrekken van energielabelgerelateerde subsidies van € 0,8 mln., voor diverse overboekingen aan het ministerie van EZK van € 0,3 mln. en voor een bijdrage aan het Kadaster voor Appartementsrechten BIM Legal van € 0,5 mln.

RVO (Energietransitie en duurzaamheid)

Dit betreft middelen van € 2,3 mln. voor een aanvullende opdracht aan RVO voor circulaire bouweconomie van het instrument RVO (Energietransitie en duurzaamheid). Tevens worden er ontvangsten van € 0,5 mln. van de regelingen die RVO uitvoert, ingezet voor de opdracht aan RVO voor deze regelingen.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Energietransitie Gebouwde Omgeving (EGO)

Dit betreft een toevoeging van het Nationaal Isolatie Programma (lokale aanpak woonisolatie) en een afdracht van € 11,4 mln. aan het btw- compen-satiefonds voor de regeling Lokale Aanpak Isolatie (LAI). Het budget wordt gerealloceerd naar het juiste instrument voor de afdracht. Daarnaast betreft het een subsidies aan building balance voor innovatieve bouwprojecten van € 0,9 mln. Verder betreft dit diverse kleinere overboekingen en reallocaties met een saldo van totaal € 1,3 mln. naar andere instrumenten.

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Subsidie (regelingen)

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Dit betreft middelen van € 2,3 mln. voor een aanvullende opdracht aan RVO voor circulaire bouweconomie dat wordt gerealloceerd naar het instrument RVO (Energietransitie en duurzaamheid). Daarnaast betreft het een reallocatie van € 0,9 mln. dat van deze subsidieregeling wordt omgezet in een opdracht aan de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN). Verder bevat deze regeling nog enkele kleine reallocaties naar andere instrumenten met een saldo van € 0,3 mln.

Opdrachten

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Betref een reallocatie van € 0,9 mln. dat van deze regeling wordt omgezet in een opdracht aan de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN). Verder wordt een subsidiebudget van 0,2 mln. gerealloceerd van het subsidiebudget naar het opdrachtenbudget bouwregelgeving voor de inkoopopdracht voor circulair bouweconomie.

Ontvangsten

Het betreft de meerontvangsten op dit artikel in 2023. Er wordt € 7,2 mln. gedesaldeerd en ingezet voor ophoging van de specifieke uitkering voor natuurinclusief isoleren voor de aanpak van de vleermuizen, zie bij bijdrage aan medeoverheden. Verder wordt er € 10,0 mln. gedesaldeerd voor de afbouw, uitbouw en beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) op artikel 5 onder bijdrage aan ZBO's/RWT's.

3.5 Artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet (bedragen x € 1.000)

132.603

10.933

143.536

 
 

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art. Verplichtingen

132.603

30.933

163.536

Uitgaven

 

5.1 Ruimtelijke ordening

67.092

  • - 
    3.069

64.023

Subsidies (regelingen)

2.026

  • 411

1.615

Programma Ruimtelijk Ontwerp

595

103

698

Basisregistraties

581

0

581

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

800

  • 500

300

Basisregistraties Ondergrond

50

  • 14

36

Opdrachten

14.327

  • 4.333

9.994

Programma Ruimtelijk Ontwerp

3.934

  • - 
    629

3.305

Basisregistraties Ondergrond

2.247

  • 859

1.388

Gebiedsontwikkeling

1.806

  • 940

866

Geo-informatie

385

0

385

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

5.955

  • 1.905

4.050

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

36.658

3.833

40.491

Kadaster (Basisregistraties)

31.471

3.242

34.713

Geo-informatie

42

0

42

Basisregistraties Ondergrond

607

75

682

Diverse bijdragen

0

316

316

Geonovum

1.736

0

1.736

ICTU

2.345

0

2.345

Nationaal Groeifonds

457

200

657

Bijdrage aan medeoverheden

2.602

0

2.602

Diversen projecten ruimtelijke kwaliteit

250

  • - 
    250

0

Gebiedsontwikkeling

2.352

250

2.602

Bijdrage aan agentschappen

11.199

  • 2.376

8.823

RVB

3.477

  • - 
    800

2.677

RWS (Leefomgeving)

7.549

  • 1.576

5.973

Basisregistraties Ondergrond

47

0

47

RIVM

126

0

126

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

280

218

498

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

280

218

498

5.2 Omgevingswet

65.511

14.002

79.513

Subsidies (regelingen)

1.907

0

1.907

Eenvoudig Beter

1.907

0

1.907

Opdrachten

3.487

  • 1.000

2.487

Aan de Slag

3.187

  • - 
    925

2.262

Serviceteam Rijk

300

  • 75

225

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

30.682

15.782

46.464

Kadaster

27.784

17.071

44.855

Geonovum

2.345

  • 1.304

1.041

ICTU

543

15

558

Serviceteam Rijk

10

0

10

Bijdrage aan agentschappen

29.435

  • 780

28.655

RWS (Eenvoudig beter)

3.658

185

3.843

Serviceteam Rijk

2.543

  • 615

1.928

 

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Aan de Slag

23.234

  • 350

22.884

 

Ontvangsten

11.952

2.210

14.162

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 14 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 5

2023

juridisch verplicht

79%

bestuurlijk gebonden

1%

beleidsmatig gereserveerd

20%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is 79% juridisch verplicht.

Uitgaven

5.1. Ruimtelijke Ordening Opdrachten

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

Dit betreft met name een reallocatie voor een bijdrage van € 0,5 mln. aan het Kadaster voor het beheren, exploiteren en door ontwikkelen van de landel ijke voorzieningen voor de Nationale Geo-Informatie Infrastructuur. Tevens betreft dit € 1,4 mln. aan middelen, die onderdeel zijn van een totale bijdrage van € 3,7 mln., die worden overgeboekt naar het Provinciefonds. De middelen zijn bestemd ter ondersteuning van provincies in het proces van het opstellen van het ruimtelijk voorstel en ruimtelijk arrangement en zorgen dat de ontwikkelperspectieven daar onderdeel van uitmaken.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Kadaster (Basisregistraties)

Dit betreft een afrekening van 2022 van € 0,5 mln. voor de Nationale Geo-Informatie Infrastructuur (NGII) en een reallocatie van € 2,8 mln. voor een b ijdrage aan het Kadaster voor het beheren, exploiteren en doorontwikkelen van de landelijke voorzieningen voor de NGII.

Bijdrage aan agentschappen

RWS (Leefomgeving)

Dit betreft met name een reallocatie van € 1,7 mln. voor een bijdrage aan het Kadaster voor het beheren, exploiteren en doorontwikkelen van de landel ijke voorzieningen voor de Nationale Geo-Informatie Infrastructuur. Tevens betreft het bijdragen van € 0,1 mln. van andere departementen voor de instandhouding en releases van het huidige Omgevingsloket-Online (OLO2).

5.2. Omgevingswet

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Kadaster

Dit betreffen meerdere reallocaties van totaal € 16,6 mln. voor de afbouw, uitbouw en beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de vaststelling van de bijdrage van € 0,4 mln. voor 2022 aan Kadaster voor uitbouw en implementatie Digitaal Stelsel Omgevingswet.

Geonovum

Dit betreft de vaststelling van de bijdrage van € 0,8 mln. voor 2022 aan Geonovum voor afbouw, uitbouw en het beheer van het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Tevens betreft het een reallocatie van € 2,1 mln. om de bijdrage aan de Tactisch Beheer Organisatie (TBO), uitgevoerd door het Kadaster, voor de jaaropdracht voor beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet op de juiste regeling te kunnen verantwoorden.

Ontvangsten

Dit betreffen de vaststellingen van de bijdragen voor 2022 aan het Geonovum voor afbouw, uitbouw en beheer Digitaal Stelsel Omgevingswet van € 0,8 mln., aan het Kadaster voor uitbouw en implementatie Digitaal Stelsel Omgevingswet van € 0,4 mln. en aan KOOP voor beheer en implementatie Digitaal Stelsel Omgevingswet van € 0,6 mln. Verder betreft het de afrekening 2022 voor Nationale Geo-Informatie Infrastructuur (NGII) van € 0,5 mln.

3.6 Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

 

(bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art. Verplichtingen

512.951

  • - 
    3.336

509.615

 

Uitgaven

512.951

  • - 
    3.336

509.615

 

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

87.070

  • - 
    4.704

82.366

Subsidies (regelingen)

9.761

982

10.743

Overheidsdienstverlening

9.761

982

10.743

Opdrachten

33.479

  • 25.076

8.403

Overheidsdienstverlening

14.329

  • - 
    9.004

5.325

Informatiesamenleving

19.150

  • 16.072

3.078

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

15.250

8.648

23.898

CBS

134

0

134

KvK

5.724

  • 5.724

0

ICTU

6.890

11.905

18.795

Diverse bijdragen

2.502

2.467

4.969

Bijdrage aan medeoverheden

1.037

260

1.297

Gemeenten

634

260

894

Provincies

403

0

403

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

89

30

119

Digitale dienstverlening

89

30

119

Bijdrage aan agentschappen

27.401

10.452

37.853

RVO

831

3.600

4.431

RODI

7.903

  • 5.000

2.903

Diverse bijdragen

0

38

38

Logius

16.928

9.003

25.931

RvIG

0

700

700

RDI

1.739

1.261

3.000

AZ-DPC

0

850

850

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

53

0

53

Buitenlandse Zaken (V)

53

0

53

6.5 Identiteitsstelsel

40.495

  • - 
    102

40.393

Opdrachten

4.973

  • 2.711

2.262

Identiteitsstelsel

4.973

  • - 
    2.711

2.262

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

3.409

  • 1.964

1.445

Diverse bijdragen

0

45

45

ICTU

3.409

  • 2.009

1.400

Bijdrage aan medeoverheden

264

926

1.190

Gemeenten

264

926

1.190

Bijdrage aan agentschappen

31.849

3.647

35.496

RvIG

31.849

3.647

35.496

6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid

63.758

1.470

65.228

Subsidies (regelingen)

6.750

  • 2.000

4.750

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

2.691

0

2.691

VNG

4.059

  • 2.000

2.059

Opdrachten

10.134

  • 5.167

4.967

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

10.134

  • - 
    5.167

4.967

 

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

3.986

8.278

12.264

ICTU

3.986

5.200

9.186

CBS

0

500

500

KvK

0

337

337

Diverse bijdragen

0

2.241

2.241

Bijdrage aan medeoverheden

24.262

  • 2.241

22.021

Gemeenten

24.262

  • - 
    2.241

22.021

Bijdrage aan agentschappen

18.626

2.600

21.226

Logius

2.536

0

2.536

RvIG

11.736

600

12.336

AZ-DPC

3.718

1.400

5.118

Diverse bijdragen

636

600

1.236

6.8 Generieke Digitale Infrastructuur

321.628

0

321.628

Subsidies (regelingen)

3.436

10.038

13.474

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

3.436

10.038

13.474

Opdrachten

45.305

  • 41.030

4.275

Doorontwikkeling en innovatie

45.305

  • - 
    41.030

4.275

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

7.893

5.431

13.324

KvK

7.226

0

7.226

ICTU

0

5.431

5.431

RDW

1

0

1

Diverse bijdragen

666

0

666

Bijdrage aan medeoverheden

806

0

806

Gemeenten

113

0

113

Provincies

210

0

210

Waterschappen

483

0

483

Bijdrage aan agentschappen

264.188

25.561

289.749

Logius

239.993

25.378

265.371

RvIG

11.243

0

11.243

RVO

11.155

0

11.155

RDI

745

0

745

Diverse bijdragen

688

183

871

AZ-DPC

364

0

364

 

Ontvangsten

10.927

4.200

15.127

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 16 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 6

2023

juridisch verplicht

92%

bestuurljk gebonden

3%

beleidsmatig gereserveerd

2%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

3%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 6 is 92% juridisch verplicht.

Uitgaven

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving Opdrachten

Overheidsdienstverlening

Dit betreft met name een reallocatie van € 7,0 mln. om de middelen voor onder andere de subsidie Alliantie Digitaal Samenleven en het BSN-koppel-register polymorfe pseudoniemen (BSNk PP) op de juiste instrumenten subsidies en bijdragen aan agentschappen te verantwoorden. Daarnaast worden er middelen gerealloceerd voor onder meer het programma Interbestuurlijke Datastrategie door ICTU en voor DigiD videobellen door NL wereldwijd van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Informatiesamenleving

Dit omvat met name een reallocatie van € 6,0 mln. om de realisatie van de werkagenda op het juiste instrument subsidies en bijdragen aan agentschappen te verantwoorden. Daarnaast betreft dit diverse reallocaties voor onder meer de RVO-jaaropdracht, het programma Interbestuurlijke Datastrategie door ICTU, de Europese Digitale Identiteit (eID) en BSNk PP door Logius op het juiste instrument te kunnen verantwoorden. Ook worden er middelen beschikbaar gesteld aan Bonaire, Saba en Sint-Eustatius voor het inrichten van ClO-offices, het ontwikkelen van digitaliseringsagenda's en de digitale basis.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

KvK

Dit betreffen reallocaties van in totaal € 5,7 mln. voor onder meer ibewustzijn cybersecurity en het programma Regie op Gegevens (RoG) door ICTU en voor de bijdragen informatiepunten Digitale Overheid om deze op de juiste regelingen ICTU en diverse bijdragen te kunnen verantwoorden.

ICTU

Dit betreft reallocaties om de middelen voor het programma Interbestuurlijke Datastrategie, ibewustzijn cybersecurity en RoG op de juiste regeling te kunnen verantwoorden.

Bijdrage aan agentschappen

RODI

Dit betreffen voor het overgrote deel reallocaties om de middelen voor de jaaropdracht RVO, de uitvoering van het Elektronische Toegangsdiensten-stelsel (ETD-stelsel) door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) en de Single Digital Gateway (SDG) door de Dienst Publiek en Communicatie (DPC) op de juiste regelingen RVO, UBR, Telecom en AZ-DPCte verantwoorden.

Logius

Dit betreffen met name reallocaties van circa € 13,9 mln. voor eID en BSNk PP om deze op het juiste instrument bijdrage aan agentschappen te verantwoorden. Verder is er een reallocatie van - € 5,2 mln. om de middelen voor het programma Interbestuurlijke Datastrategie door ICTU op het juiste instrument bijdrage aan ZBO's /RWT's te kunnen verantwoorden.

6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid

Opdrachten

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

Dit betreft voornamelijk een reallocatie van € 5,2 mln. om middelen die zijn vrijgemaakt bij de kabinetsreactie op het rapport 'Ongekend onrecht' van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) op het juiste instrument (bijdragen aan ZBO's/RWT's) en regeling (ICTU) te verantwoorden.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

ICTU

Dit betreft een reallocatie van € 5,2 mln. vanuit Opdrachten Hoogwaardige dienstverlening één overheid. Zie hierboven bij Opdrachten Hoogwaardige dienstverlening één overheid de verdere toelichting.

6.8 Generieke Digitale Infrastructuur

Subsidies

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

Dit betreft een reallocatie van € 10,0 mln. vanaf het instrument opdrachten. Zie hieronder bij opdrachten de verdere toelichting.

Opdrachten

Dooronwikkeling en innovatie

Dit betreft een reallocatie van € 41,0 mln. om de inzet van het vernieu-wingsbudget op de juiste instrumenten te verantwoorden. Het betreft een subsidie aan de VNG voor de implementatie van Single Digital Gateway (SDG) fase 2, een bijdrage aan ICTU voor de Europese Digitale Identiteit (EDI), een bijdrage aan Logius voor diverse projecten op het gebied van gegevensuitwisseling en infrastructuur, en diverse bijdragen voor de projecten eHerkenning en nabestaandenmachtiging.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

ICTU

Dit betreft een reallocatie van € 25,4 mln. vanaf het instrument opdrachten. Zie hierboven bij opdrachten de verdere toelichting.

Bijdrage aan agentschappen

Logius

Dit betreft een reallocatie van € 5,4 mln. vanaf het instrument opdrachten. Zie hierboven bij opdrachten de verdere toelichting.

Ontvangsten

Het betreft de meerontvangsten op dit artikel in 2023. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd en ingezet op artikel 9 voor de relatief veel aanslagen voor zakelijke lasten uit voorgaande jaren die zijn binnengekomen en betaald moeten worden door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).

3.7 Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid (bedragen x € 1.000)

 
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art. Verplichtingen

101.768

  • - 
    215

101.553

 

Uitgaven

100.299

  • - 
    610

99.689

 

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

94.161

  • - 
    610

93.551

Subsidies (regelingen)

7.744

590

8.334

Diverse subsidies

1.302

50

1.352

Overlegstelsel

1.575

0

1.575

POK - Ambtelijk Vakmanschap

0

40

40

Bedrijfsvoeringsbeleid

205

500

705

POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie

95

0

95

Ondersteuning koepels implementatie Woo

863

0

863

Kwaliteit management rjksdienst

20

0

20

Compensatie Waterschappen Woo (structureel)

3.356

0

3.356

POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat

223

0

223

POK - Ondersteuning melders misstanden

105

0

105

Opdrachten

31.616

  • 3.255

28.361

Bedrijfsvoeringsbeleid

8.299

  • - 
    2.600

5.699

Kwaliteit Management Rijksdienst

4.412

  • 482

3.930

Werkgeversbeleid

1.715

  • 12

1.703

Informatiehuishouding

2.475

  • 336

2.139

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening

2.512

  • 400

2.112

POK - Ambtelijk Vakmanschap

812

0

812

POK - Staat van de Uitvoering

0

37

37

POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie

181

0

181

POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat

609

  • 35

574

POK - Ondersteuning van melders van misstanden

613

  • 70

543

Open Overheid

1.620

0

1.620

Adviescollege ICT

275

0

275

Personele inzet crisisopvang

8.093

0

8.093

Algemene beveiligingseisen Rijksoverheid

0

643

643

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

9.553

2.410

11.963

POK - Ambtelijk Vakmanschap

39

0

39

Bedrjfsvoeringsbeleid

1.455

316

1.771

Werkgeversbeleid

1.798

0

1.798

POK - Staat van de Uitvoering

2.197

0

2.197

POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie

10

0

10

Diverse bijdragen

4.054

2.094

6.148

Bijdrage aan medeoverheden

1.084

0

1.084

Compensatie Waterschappen Woo (incidenteel)

1.084

0

1.084

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

53

30

83

POK - Ambtelijk Vakmanschap

0

30

30

Werkgeversbeleid

53

0

53

Bijdrage aan agentschappen

43.900

  • 214

43.686

POK - Ambtelijk Vakmanschap

1.214

80

1.294

O&P Rijk (arbeidsmarkt communicatie)

10.184

0

10.184

I-Functie Rijk

450

0

450

 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Bedrijfsvoeringsbeleid

1.331

3.884

5.215

Werkgeversbeleid

4.342

0

4.342

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening

7.525

1.002

8.527

POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie

236

0

236

Diverse bijdragen

8.161

  • 2.084

6.077

KOOP

7.270

  • 3.581

3.689

Logius

3.187

0

3.187

Algemene beveiligingseisen Rijksoverheid

0

485

485

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

211

  • 171

40

Bedrjfsvoeringsbeleid

181

  • - 
    181

0

POK - Ambteljk Vakmanschap

30

  • 30

0

Bevorderen veilig werk- en meldklimaat

0

35

35

Ondersteuning van melders van misstanden

0

5

5

7.2 Pensioenen en uitkeringen

6.138

0

6.138

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

6.138

0

6.138

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen

6.138

0

6.138

 

Ontvangsten

123

1.171

1.294

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 18 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 7

2023

juridisch verplicht

81%

bestuurljk gebonden

3%

beleidsmatig gereserveerd

4%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

12%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 7 is 81% juridisch verplicht.

Uitgaven

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid Opdrachten

Bedrijfsvoeringsbeleid

Dit betreft met name de reallocatie van € 1,7 mln. naar artikel 11 voor de uitbreiding van de capaciteit voor het rijksbrede Programma Hybride werken en voor het rijksbrede Programma Denk Doe Duurzaam. Verder betreft dit een reallocatie van € 0,5 mln. naar het juiste instrument subsidies voor het onderzoeksprogramma werk in transitie.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Diverse bijdragen

Dit betreft overboekingen van in totaal € 1,5 mln. ten behoeve het project werkplek van de toekomst van de ministeries Financiën, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Verder wordt het budget van het ministerie van BZK van € 0,5 mln. voor het project werkplek van de toekomst gerealloceerd van artikel 11.

Bijdrage aan Agentschappen

Bedrijfsvoeringsbeleid

Dit betreft met name de overboekingen van in totaal circa € 1,5 mln. van de andere departementen voor het programma Digi inkoop. Ook is er een reallocatie van € 1,5 mln. van artikel 11 voor de bekostiging van de rijkshubs in Assen en Leiden ten behoeve van een programma van facilitair en huisvesting en hybride werken. Verder betreft dit een desaldering van € 0,9 mln. van de ontvangsten van de programma's hybride werken en digi inkoop, die worden ingezet voor bijdrage aan agentschappen, zie ook de toelichting bij de ontvangsten.

Dóórontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening

Dit betreft de overboeking van € 1,0 mln. van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de bijdrage aan de Rijksbrede ICT voorzieningen.

Diverse bijdragen

Dit betreft voornamelijk een reallocatie van € 1,8 mln. naar artikel 11 voor het project werkplek van de toekomst.

KOOP

Dit betreft een reallocatie van € 3,6 mln. om de bijdragen uit programma overheid aan het informatiehuishoudingbudget binnen artikel 7 om op het juiste instrument opdrachten te verantwoorden.

Ontvangsten

Het betreft de ontvangsten voor de programma's hybride werken, inkoop en aanbesteding en digi inkoop. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd en ingezet om de kosten van deze programma's te dekken, zie ook bij de uitgaven onderdeel bijdrage aan agentschappen.

3.8 Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (bedragen x € 1.000)

   

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

163.718

5.100

168.818

 
 

Uitgaven

163.718

5.100

168.818

 

9.1

Doelmatige Rijkshuisvesting

90.774

0

90.774

 

Bijdrage aan agentschappen

90.774

0

90.774

 

RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

17.335

0

17.335

 

RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

51.524

2.500

54.024

 

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

10.570

  • 2.500

8.070

 

RVB (Bijdrage voor monumenten)

3.966

0

3.966

 

RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)

7.379

0

7.379

9.2

Beheer materiële activa

72.944

5.100

78.044

 

Bijdrage aan agentschappen

72.944

5.100

78.044

 

RVB

14.329

0

14.329

 

RVB (Onderhoud en beheerkosten)

4.651

0

4.651

 

RVB (Zakelijke lasten)

53.964

5.100

59.064

 
 

Ontvangsten

144.531

98.855

243.386

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 20 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 9

2023

juridisch verplicht

98%

bestuurljk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

2%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 9 is 98% juridisch verplicht.

Uitgaven

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting Bijdrage aan agentschappen

RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge College van Staat)

Dit betreft € 2,5 mln. ten behoeve van hoger uitgevallen leegstand- en beveiligingskosten. Deze middelen zijn nodig voor de periode waarin zowel de gebruikers als aannemers niet aanwezig zijn op het Binnenhofcomplex en zij dus ook niet verantwoordelijk zijn voor deze kosten. Deze middelen worden gerealloceerd vanaf de regeling RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ).

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

Een aantal projecten wordt later opgeleverd dan verwacht, waardoor de kosten voor deze projecten dit jaar niet meer in rekening worden gebracht. Het budget wordt ingezet voor de hierboven beschreven reallocatie van middelen (€ 2,5 mln.) vanwege de hoger uitgevallen leegstand- en beveili-gingskosten van het Binnenhofcomplex.

9.2 Beheer materiële activa

Bijdrage aan agentschappen

RVB (Onderhoud en beheerkosten)

Via deze regeling worden de middelen vanuit de meerontvangsten (circa € 1,4 mln.) van de pacht van het Windmolenpark Zeewolde gedesaldeerd en direct overgeboekt naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Dit dient ter financiering van de specifieke uitkering aan de provincie Flevoland ten behoeve van het Saneringsfonds Windpark Flevoland.

RVB (Zakelijke lasten)

Onverwacht zijn er relatief veel aanslagen voor zakelijke lasten uit voorgaande jaren binnengekomen die betaald moeten worden. De kosten zijn daardoor dit jaar hoger dan verwacht. Dit wordt gedekt door een meevaller op artikel 6 en een herbestemming van LPO middelen.

Ontvangsten

Dit betreft met name € 91 mln. aan meerontvangsten, doordat de veiling van benzinestations langs Rijkswegen meer heeft opgebracht dan geraamd. Daarnaast omvat dit circa € 6,4 mln. aan meerontvangsten voor bodemma-terialen. Tot slot betreft dit de meerontvangsten (circa € 1,4 mln.) aan pacht voor rijksgronden als gevolg van de ingebruikgeving van het Windmolenpark Zeewolde.

3.9 Artikel 14. Slaverni jverleden: fonds en herdenkingscomitéBudgettaire gevolgen van beleid

Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité (bedragen x

 

€ 1.000)

 

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

 

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art. Verplichtingen

3.000

 

0

3.000

 

Uitgaven

3.000

 

0

3.000

 

14.0 Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité

3.000

 

0

3.000

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

3.000

 

0

3.000

Diverse bijdragen

3.000

 

0

3.000

 

Ontvangsten

0

 

0

0

Geschatte budgetflexibiliteit

 

Tabel 22 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 14

2023

juridisch verplicht

0%

bestuurlijk gebonden

100%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 14 is 0% juridisch verplicht.

Voor artikel 14 zijn er ten opzichte van de Prinsjesdag suppletoire begroting 2023 geen wijzigingen te melden.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 11. Centraal apparaat

 

Tabel 23 Centraal apparaat (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art. Verplichtingen

763.012

33.639

796.651

 

Uitgaven

763.686

33.639

797.325

 

11.1 Apparaat (excl. AIVD)

763.686

33.639

797.325

Personele uitgaven

420.291

  • 976

419.315

Eigen personeel

327.654

  • - 
    7.408

320.246

Inhuur externen

87.665

4.927

92.592

Overige personele uitgaven

4.972

1.505

6.477

Materiële uitgaven

342.466

34.504

376.970

Bijdrage SSO's

310.928

17.949

328.877

ICT

10.986

8.946

19.932

Overige materiële uitgaven

20.552

7.609

28.161

Bijdrage aan agentschappen

929

111

1.040

Diverse bjdragen

929

111

1.040

 

Ontvangsten

151.733

22.396

174.129

Toelichting Personele uitgaven

Eigen personeel

Dit betreft diverse reallocaties, voor met name Doc-Direkt om de personele uitgaven van Doc-Direkt op het juiste instrument te kunnen verantwoorden. Daarnaast betreft het ook een reallocatie naar artikel 3 ten behoeve van het Rijksvastgoedbedrijf. Door een latere matching van bouwlocaties aan de ingekochte flexwoningen, moeten deze langer opgeslagen worden op de beschikbaar gestelde distributielocaties. Hiervoor wordt € 2,9 mln. beschikbaar gesteld.

Inhuur externen

Dit betreft diverse reallocaties, voor Doc-Direkt (om de personele uitgaven van Doc-Direkt op het juiste instrument te kunnen verantwoorden) en het Project werkplek van de toekomst (om zowel de werkomgeving als ook de Content Services Platform (CSP) aanbesteding te realiseren, is de specialistische kennis met betrekking tot document management en andere voorzieningen). Daarnaast betreft het een desaldering (€ 1,5 mln.) in verband met de ontvlechting van de eindbalans van de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR).

Materiële uitgaven

Bijdrage SSO's

Het betreft hier meerdere mutaties.

Er zijn overboekingen van de andere departementen van in totaal € 5,4 mln. ter dekking van de gemaakte kosten voor werkplekken door FMH.

Middels een desaldering is er een aanvulling op de raming van de kosten van € 2,1 mln. voor de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen. Zie ook de toelichting bij de ontvangsten.

Middels een desaldering is er een aanvulling op de raming van de kosten van € 2,7 mln. van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsover-eenkomsten (DVA's). Zie ook de toelichting bij de ontvangsten.

Er is een reallocatie van € 2,4 mln. van het instrument eigen personeel om de uitgaven op bedrijfsvoeringsterrein op het juiste instrument te kunnen verantwoorden. De uitgaven hebben betrekking op werkzaamheden in het kader van huisvesting, facilitair, ICT-middelen en overige.

Doc-Direkt verwacht een tekort van 5,4 mln., waarvan € 4,9 mln. op bijdrage SSO's en € 0,5 mln. op ICT Dit komt voor een groot deel door onverwachte facturen van doorbelastingen van SSC-ICT. Door herprioritering op artikel 11 wordt dit gedekt.

ICT

Hier betreft een desaldering ten behoeve van Doc-Direkt (zie Bjdrage SSO's).

Ook zijn er overboekingen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Financiën (beiden € 1,0 mln.) ten behoeve van ICT voor de doorontwikkelingsopgave van Doc-Direkt. De bijdrage van BZK van € 1,0 mln. wordt via reallocatie op artikel 11 ook op het instrument ICT geboekt.

Overige materiële uitgaven

Het agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) is per 1 januari van dit jaar opgehouden te bestaan. Het voormalig UBR onderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) is sinds dit jaar ondergebracht onder artikel 11 als een kas- verplichtingendienst. De openstaande facturen (schulden) komen voor rekening van OBF (€ 8 mln.). Dekking vindt plaats via de overgedragen liquide middelen van voormalig UBR. Zie daartoe ook de toelichting bij de ontvangsten.

Ontvangsten

Het betreft hier meerdere mutaties.

Het agentschap UBR is per 1 januari van dit jaar opgehouden te bestaan. Het voormalig UBR onderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) is sinds dit jaar ondergebracht onder artikel 11 als een kas- verplichtingendienst. De openstaande facturen (schulden) komen voor rekening van OBF via de overgedragen liquide middelen (een begrotingsontvangst) van UBR. Middels een desaldering worden deze middelen nu ingezet ter dekking van de betaling van deze openstaande facturen (€ 9,5 mln.).

Zie ook de toelichting bij het instrument overige materiële uitgaven en inhuur externen.

Er zijn meerontvangsten van € 2,1 mln. van de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen. Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd. Zie ook de toelichting bij het instrument bijdrage SSO's.

Er zijn meerontvangsten van € 2,7 mln. van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd. Zie ook de toelichting bij het instrument bijdrage SSO's.

Er zijn meer ontvangsten van € 5,4 mln. bij Doc-Direct. Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd. Zie ook de toelichting bij het instrument Bijdrage SSO's.

4.2 Artikel 12. Algemeen

 

Tabel 24 Algemeen (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art. Verplichtingen

46.090

1.060

47.150

 

Uitgaven

116.340

  • - 
    48.940

67.400

 

12.0 Algemeen

116.340

  • - 
    48.940

67.400

Subsidies (regelingen)

1.112

0

1.112

Diverse subsidies

1.053

0

1.053

Koninklijk Paleis Amsterdam

59

0

59

Opdrachten

605

100

705

(Inter)nationale samenwerking

225

0

225

Diverse opdrachten

380

100

480

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

58

0

58

Diverse bijdragen

11

0

11

POK - BZK transparant

47

0

47

Bijdrage aan medeoverheden

70.067

  • 49.950

20.117

Kwijtschelden publieke schulden

70.000

  • - 
    50.000

20.000

Verzameluitkeringen

67

50

117

Bijdrage aan agentschappen

12.608

400

13.008

Eigenaarsbijdrage

11.550

0

11.550

POK - BZK transparant

1.053

400

1.453

Diverse bijdragen

5

0

5

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

31.890

510

32.400

Financiën (IXB)

31.890

510

32.400

 

Ontvangsten

17.968

0

17.968

 

Toelichting

Bijdrage aan medeoverheden

Kwijtschelden publieke schulden

De compensatie van de uitgaven en de derving van inkomsten bij medeoverheden vindt plaats op basis van nacalculatie (werkelijke kosten). Omdat op dit moment volgens de voorwaarden nog niet kan worden overgegaan tot betaling, komt het restant van het budget (€ 50 mln.) dit jaar niet meer tot uitputting en wordt dit budget generaal teruggeboekt. In het voorjaar wordt gekeken naar de meerjarige raming en welke middelen nodig zijn voor de doelstelling.

4.3 Artikel 13. Nog onverdeeld

 

Tabel 25 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)

Vastgestelde begroting (incl.

Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art. Verplichtingen    0

0

0

 

Uitgaven    0

0

0

13.0 Nog onverdeeld

0

0

0

Nog te verdelen

0

0

0

 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Voor artikel 13 zijn er ten opzichte van de Prinsjesdag suppletoire begroting 2023 geen wijzigingen te melden.

5 Agentschappen

5.1  Dienst van de Huurcommissie (DHC)Exploitatieoverzicht

 

Tabel 26 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap DHC (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 
  • (1) 
    Vastgestelde (2) Mutaties 2e begroting (incl.    suppletoire

Suppletoire    begroting

Begrotingen,

NvW en amendementen)

Totaal geraamd (3) =(1)+(2)

Baten

  • Omzet

22.987

1.550

24.537

waarvan omzet moederdepartement

12.823

1.971

14.794

waarvan omzet overige departementen

0

0

0

waarvan omzet derden

10.164

  • 421

9.743

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

22.987

1.550

24.537

 

Lasten

Apparaatskosten

22.888

1.524

24.412

  • Personele kosten

17.995

916

18.911

waarvan eigen personeel

12.700

483

13.183

waarvan inhuur externen

4.700

238

4.938

waarvan overige personele kosten

595

195

790

  • Materiële kosten

4.893

608

5.501

waarvan apparaat ICT

2.681

300

2.981

waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

waarvan overige materiële kosten

2.212

308

2.520

Rentelasten

0

0

0

Afschrijvingskosten

99

26

125

  • Materieel

99

26

125

waarvan apparaat ICT

93

26

119

waarvan overige materiële afschrjvingskosten

6

0

6

  • Immaterieel

0

0

0

Overige lasten

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

 

0

Totaal lasten

22.987

1.550

24.537

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

De dekking van de Huurcommissie is drieledig: de verhuurderbijdrage, de leges (beide opgenomen in de omzet derden) en de bijdrage van het moederdepartement.

Waarvan omzet moederdepartement

De bijdrage van het moederdepartement stijgt met € 2,0 mln. als gevolg van de eerste beperkte uitgaven voor de t ijdel ijke tegemoetkoming blokaanslui-tingen (TTB) en de voorbereidingen op de invoering van de Wet Betaalbare Huur. In de Uitvoeringstoets van deze laatste wet waren deze voorberei-dingskosten geraamd op € 3 mln. maar, mede gezien de temporisering van deze wet, is slechts € 2 mln. benodigd.

Waarvan omzet derden

De legesinkomsten zijn aangepast aan de te verwachte productie 2023 en hierdoor met € 0,4 mln. neerwaarts bijgesteld.

Lasten

Personele kosten

Door het proces van continue werving en de voorbereidingen voor de Wet Betaalbare Huur is het aantal medewerkers toegenomen en zal in de resterende maanden van 2023 nog verder toenemen.

Waarvan inhuur externen

De hogere externe inhuur is tijdelijk noodzakelijk voor de voorbereidingsac-tiviteiten die samenhangen met de Wet betaalbare huur waaronder ook de aanpassing van de organisatie.

Materiële kosten

De ICT uitgaven en de overige materiële kosten stijgen overeenkomstig de toename van het aantal medewerkers en als gevolg van de voorbereidingen op de Wet Betaalbare Huur.

Kasstroomoverzicht

 

Tabel 27 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap DHC (Tweede suppletoire

begroting) (bedragen x € 1.000)

 
  • (1) 
    Vastgestelde begroting (incl. (2) Mutaties 2e Suppletoire Begrotingen, NvW suppletoire begroting en amendementen)

Totaal geraamd (3)

=(1)+(2)

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
 
  • - 
    1.412

0

  • - 
    1.412

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

 

27.487

1.550

29.037

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

 
  • 25.189
  • 1.622
  • 26.811
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom
 

2.298

  • - 
    72

2.226

Totaal investeringen (-/-)

 
  • 65

0

  • 65

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

 

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
 
  • - 
    65

0

  • - 
    65

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

 

0

0

0

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

 

0

0

0

Aflossingen op leningen (-/-)

 

0

0

0

Beroep op leenfaciliteit (+)

 

0

0

0

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom
 

0

0

0

  • 5. 
    Rekening courant RHB

31 december (=1+2+3+4)

 

821

  • - 
    72

749

Toelichting

Operationele kasstroom

De hogere ontvangsten en uitgaven in de operationele kasstroom zijn enerzijds het gevolg van de extra financiering door het moederdepartement voor de voorbereidingen op de Wet Betaalbare Huur en anderzijds het gevolg van de extra kosten die de voorbereidingen op deze Wet met zich mee neemt.

5.2 Logius

Exploitatieoverzicht

 

Tabel 28 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap Logius (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 
  • (1) 
    Vastgestelde (2) Mutaties 2e begroting (incl.    suppletoire

Suppletoire    begroting

Begrotingen,

NvW en amendementen)

Totaal geraamd (3) =(1)+(2)

Baten

  • Omzet

348.626    -

18.911

329.715

waarvan omzet moederdepartement

300.787

2.108

302.895

waarvan omzet overige departementen

39.840    -

25.918

13.922

waarvan omzet derden

8.000

4.899

12.899

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

348.626    -

18.911

329.715

 

Lasten

Apparaatskosten

348.626    -

18.936

329.690

  • Personele kosten

109.971

8.912

118.883

waarvan eigen personeel

69.153    -

  • 4.576

64.577

waarvan inhuur externen

36.021

13.772

49.793

waarvan overige personele kosten

4.797

  • 284

4.513

  • Materiële kosten

238.655    -

27.848

210.807

waarvan apparaat ICT

9.309

0

9.309

waarvan bijdrage aan SSO's

1.252

36

1.288

waarvan overige materiële kosten

228.094    -

27.884

200.210

Rentelasten

0

0

0

Afschrijvingskosten

0

25

25

  • Materieel

0

15

15

waarvan apparaat ICT

0

0

0

waarvan overige materiële afschrjvingskosten

0

15

15

  • Immaterieel

0

10

10

Overige lasten

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

348.626    -

18.911

329.715

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

De verwachte totale omzet van Logius in 2023 blijkt € 18,9 miljoen lager te zijn dan aanvankelijk in de begroting was opgenomen. De belangrijkste aanpassing betreft de definitieve B&E GDI-opdracht, die € 15,6 miljoen lager is uitgevallen dan aanvankel ijk begroot was.

Waarvan omzet overige departementen

De omzet voor andere departementen daalt in vergelijking met de begroting voor 2023 met bijna € 25,9 miljoen. Dit is grotendeels het gevolg van een verschuiving naar omzet voor het moederdepartement, omdat er, voornamelijk binnen de doorontwikkelingsopdrachten, andere opdrachten definitief aan Logius zijn gegund dan aanvankelijk in de begroting van 2023 was voorzien.

Lasten

Apparaatskosten

Parallel aan de verlaging van de omzet, die voortvloeit uit de gewijzigde opdrachtenportefeuille, zijn ook de totale apparaatskosten met een gelijkwaardig bedrag verminderd. Als gevolg van de omzetbijstelling is er ook een verschuiving van materiële kosten naar personele kosten. Een bijkomend effect is dat KOOP nu geïntegreerd is en dat dit op basis van voortschrijdend inzicht tot verschuivingen heeft geleid in de kostensoorten ten opzichte van de begroting

Waarvan inhuur externen

Een belangrijke verklaring van de stijging kosten inhuur externen is dat Logius op basis van realisatie beter inzicht heeft verkregen in de inkoop van dienstverlening als uitbesteed werk (overige materiële kosten) versus inhuur externen (personele kosten). Hierdoor is er sprake van een verschuiving van uitbesteed werk naar inhuur. Dit verklaart grotendeels de toename van externe inhuur van € 36 mln. naar € 49,8 mln. De kosten van uitbesteed werk onder overige materiële kosten zijn met een vergel ijkbaar bedrag gedaald.

Afschrijvingskosten

Ondanks de samenvoeging van KOOP en Logius op 1 januari 2023 waren deze kosten nog niet verwerkt in de oorspronkelijke begroting.

Kasstroomoverzicht

 

Tabel 29 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap Logius (Tweede suppletoire

begroting) (bedragen x € 1.000)

  • (1) 
    Vastgestelde begroting (incl. (2) Mutaties 2e Suppletoire Begrotingen, NvW suppletoire begroting en amendementen)

Totaal geraamd (3)

=(1)+(2)

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

72.404

0

72.404

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

348.626

  • 18.911

329.715

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

  • 348.626

18.911

  • 329.715
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

0

0

0

Totaal investeringen (-/-)

0

0

0

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom

0

0

0

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom

0

0

0

  • 5. 
    Rekening courant RHB

31 december (=1+2+3+4)

72.404

0

72.404

Toelichting

Operationele kasstroomoverzicht

In alle jaren is uitgegaan van een exploitatieresultaat dat nihil is. Er wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte kosten. De operationele kasstroom is aangepast in lijn met de hierboven beschreven wijzigingen.

5.3 Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL)

Exploitatieoverzicht

 

Tabel 30 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RBL (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 
  • (1) 
    Vastgestelde (2) Mutaties 2e begroting (incl.    suppletoire

Suppletoire    begroting

Begrotingen,

NvW en amendementen)

Totaal geraamd (3) =(1)+(2)

Baten

  • Omzet

139.275    -

10.328

128.947

waarvan omzet moederdepartement

37.184    -

  • 2.048

35.136

waarvan omzet overige departementen

102.001 -

  • 8.190

93.811

waarvan omzet derden

90

  • 90

0

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

139.275    -

10.328

128.947

 

Lasten

Apparaatskosten

138.910    -

  • 8.313

130.597

  • Personele kosten

50.424

1.915

52.339

waarvan eigen personeel

47.575

1.485

49.060

 
  • (1) 
    Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen,

NvW en amendementen)

  • (2) 
    Mutaties 2e

suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) =(1)+(2)

waarvan inhuur externen

1.099

1.045

2.144

waarvan overige personele kosten

1.750

  • 615

1.135

  • Materiële kosten

88.486

  • 10.228

78.258

waarvan apparaat ICT

1.454

  • 125

1.329

waarvan bijdrage aan SSO's

10.325

2

10.327

waarvan overige materiële kosten

76.707

  • 10.105

66.602

Rentelasten

0

0

0

Afschrijvingskosten

365

  • 155

210

  • Materieel

100

0

100

waarvan apparaat ICT

35

0

35

waarvan overige materiële afschrjvingskosten

65

0

65

  • Immaterieel

265

  • 155

110

Overige lasten

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

waarvan bjzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

139.275

  • - 
    8.468

130.807

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

  • - 
    1.860
  • - 
    1.860

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

  • - 
    1.860
  • - 
    1.860

Toelichting

Baten

Omzet

De totale omzet wordt naar verwachting € 10,3 mln. lager, dit heeft twee oorzaken. De eerste oorzaak is doordat Rijksbeveiligingsorganisatie (RBO) niet alle dienstverlening kan leveren als gevolg van personeelstekorten bij de Particuliere Beveiligingsorganisaties (PBO) die een groot deel van de RBO dienstverlening uitvoert (€ 6,2 mln.).

Daarnaast valt de omzet bij Interdepartementale Post- en Koeriersdienst (IPKD) € 4,1 mln. lager uit, omdat de opdracht van het ministerie van OCW met betrekking tot het bezorgen van COVID-19 zelftesten eerder is gestopt dan verwacht vanwege het uitblijven van de pandemie in 2023.

Lasten

Apparaatskosten

De personele kosten nemen toe door hogere salariskosten (€ 1,5 mln.) en kosten voor externe inhuur (€ 1,0 mln.). De reden hiervoor is dat RBO versneld meer eigen personeel aanneemt vanwege de personeelstekorten bij de PBO. De hogere kosten externe inhuur wordt veroorzaakt door meer inhuur op projecten en de verbetering van de bedrijfsvoering. De overige personele lasten vallen lager uit (€ 0,6 mln.) vanwege het doorschuiven van opleidingen naar 2024.

Materiële kosten

De overige materiële kosten dalen naar verwachting met € 10,1 mln. voornamelijk als gevolg van het niet kunnen leveren van de gevraagde dienstverlening van de PBO's (uitbesteding) in verband met personeelstekorten ad € 6,6 mln. Daarnaast is de uitbesteding bij IPKD € 2,9 mln. lager vanwege het eerder stopzetten van de opdracht voor het bezorgen van COVID-19 zelftesten. Er is ook sprake van een onderuitputting op kosten met betrekking tot het Wagenpark (€ 0,4 mln.) en overige materiele kosten (€ 0,2 mln.).

Afschrijvingskosten

De afschrijvingslasten vallen circa € 0,2 mln. lager uit dan begroot door de latere oplevering van het Transport Management Systeem bij IPKD.

In lijn met de regelgeving start de afschrijving pas na implementatie en ingebruikname van het systeem.

Saldo van baten en lasten

Als gevolg van minder omzet, die niet volledig kan worden opgevangen door kostenbesparingen respectievelijk lagere kosten, ontstaat naar verwachting een negatief saldo.

Kasstroomoverzicht

 

Tabel 31 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap RBL (Tweede suppletoire

begroting) (bedragen x € 1.000)

 
  • (1) 
    Vastgestelde begroting (incl. (2) Mutaties 2e Suppletoire Begrotingen, NvW suppletoire begroting en amendementen)

Totaal geraamd (3)

=(1)+(2)

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
 
  • - 
    4.343

0

  • - 
    4.343

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

 

143.738

  • 8.313

135.425

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

 
  • 138.910

8.313

  • 130.597
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom
 

4.828

0

4.828

Totaal investeringen (-/-)

 
  • 285
  • 115
  • 400

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

 

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
 
  • - 
    285
  • - 
    115
  • - 
    400

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

 

0

0

0

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

 

0

0

0

Aflossingen op leningen (-/-)

 

0

0

0

Beroep op leenfaciliteit (+)

 

0

0

0

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom
 

0

0

0

  • 5. 
    Rekening courant RHB

31 december (=1+2+3+4)

 

200

  • - 
    115

85

Toelichting

Operationele kasstroom

De mutatie in de operationele kasstroom is het gevolg van lagere omzet (minder ontvangsten) en als gevolg daarvan lagere inkoopkosten (minder uitgaven), voornamelijk als gevolg van minder uitbesteed werk.

Investeringskasstroom

De mutatie wordt veroorzaakt door hogere investeringskosten voor het Transport Management Systeem bij IPKD.

5.4 Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

Exploitatieoverzicht

Tabel 32 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RVB (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 
 
  • (1) 
    Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen,

NvW en amendementen)

  • (2) 
    Mutaties 2e

suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) =(1)+(2)

Baten

  • Omzet

1.418.476

  • 77.062

1.341.414

waarvan omzet moederdepartement

174.128

  • 1.390

172.738

waarvan omzet overige departementen

1.146.722

  • 79.256

1.067.466

waarvan omzet derden

97.626

3.584

101.210

Rentebaten

0

6.316

6.316

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

99.784

14.461

114.245

Totaal baten

1.518.260

  • - 
    56.285

1.461.975

 

Lasten

Apparaatskosten

379.634

3.496

383.130

  • Personele kosten

300.926

3.320

304.246

waarvan eigen personeel

252.204

397

252.601

waarvan inhuur externen

48.722

2.923

51.645

waarvan overige personele kosten

0

0

0

  • Materiële kosten

78.708

176

78.884

waarvan apparaat ICT

19.983

  • 525

19.458

waarvan bijdrage aan SSO's

35.916

1.613

37.529

waarvan overige materiële kosten

22.809

  • 912

21.897

Rentelasten

89.185

  • 9.932

79.253

Afschrijvingskosten

437.289

  • 57.057

380.232

  • Materieel

437.289

  • 57.057

380.232

waarvan apparaat ICT

0

0

0

waarvan overige materiële afschrjvingskosten

437.289

  • 57.057

380.232

  • Immaterieel

0

0

0

Overige lasten

612.152

7.207

619.359

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

612.152

7.207

619.359

Totaal lasten

1.518.260

  • - 
    56.285

1.461.975

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet overige departementen

De lagere omzet bij overige departementen wordt grotendeels veroorzaakt door een lagere omzet voor specialties, vanwege het later gereed komen van diverse projecten en door verminderde huuropbrengsten in het kantorenstelsel, vanwege beëindiging van de huur van een object.

Rentebaten

De rentebaten worden gerealiseerd door het ontvangen van rente over de financiële middelen, die op de rekening-courant van het RVB staan. Het rentepercentage is in de loop van dit jaar behoorlijk gestegen.

Bijzondere baten

De stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de mutatie Onderhanden Projecten (OHP). Onder deze post vallen met name nog-niet-geactiveerde uren op lopende projecten.

Lasten

Afschrijvingskosten

De lagere afschrijvingskosten zijn het gevolg van het later dan verwacht gereed komen van diverse projecten.

Rentelasten

De daling van de rentelasten wordt verklaard door het later gereed komen van diverse projecten. Deze rentelasten worden, net als de afschrijvingslasten, pas in rekening gebracht na oplevering en activering van afgeronde projecten.

Kasstroomoverzicht

 

Tabel 33 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap RVB (Tweede suppletoire

begroting) (bedragen x € 1.000)

 
  • (1) 
    Vastgestelde begroting (incl. (2) Mutaties 2e Suppletoire Begrotingen, NvW suppletoire begroting en amendementen)

Totaal geraamd (3)

=(1)+(2)

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

584.686

0

584.686

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

2.405.236

77.151

2.482.387

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

  • 1.994.122
  • 167.059
  • 2.161.181
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

411.114

  • - 
    89.908

321.206

Totaal investeringen (-/-)

  • 599.000
  • 372.145
  • 971.145

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

11.081

11.081

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
  • - 
    599.000
  • - 
    361.064
  • - 
    960.064

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

  • 2.423

0

  • 2.423

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

Aflossingen op leningen (-/-)

  • 355.237

0

  • 355.237

Beroep op leenfaciliteit (+)

599.000

372.145

971.145

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom

241.340

372.145

613.485

  • 5. 
    Rekening courant RHB

31 december (=1+2+3+4)

638.140

  • - 
    78.827

559.313

Toelichting

Operationele kasstroom

De lagere totale operationele kasstromen zijn het gevolg van het later dan verwacht gereed komen van diverse projecten.

Investeringskasstroom

Het totaal aan investeringen is verhoogd, vanwege een gerealiseerde aankoop van een object.

5.5 Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

Exploitatieoverzicht

Tabel 34 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RvIG (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 
 
  • (1) 
    Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen,

NvW en amendementen)

  • (2) 
    Mutaties 2e

suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) =(1)+(2)

Baten

  • Omzet

112.388

7.000

119.388

waarvan omzet moederdepartement

45.302

16.000

61.302

waarvan omzet overige departementen

0

4.000

4.000

waarvan omzet derden

67.086

  • 13.000

54.086

Rentebaten

0

500

500

Vrijval voorzieningen

26.905

2.112

29.017

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

139.293

9.612

148.905

 

Lasten

Apparaatskosten

138.149

18.112

156.261

  • Personele kosten

34.913

6.000

40.913

waarvan eigen personeel

27.612

0

27.612

waarvan inhuur externen

6.268

6.000

12.268

waarvan overige personele kosten

1.033

0

1.033

  • Materiële kosten

103.236

12.112

115.348

waarvan apparaat ICT

375

0

375

waarvan bijdrage aan SSO's

200

0

200

waarvan overige materiële kosten

102.661

12.112

114.773

Rentelasten

0

0

0

Afschrijvingskosten

9.936

  • 600

9.336

  • Materieel

7.996

  • 1.600

6.396

waarvan apparaat ICT

100

0

100

waarvan overige materiële afschrjvingskosten

7.896

  • 1.600

6.296

  • Immaterieel

1.940

1.000

2.940

Overige lasten

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

148.085

17.512

165.597

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

  • - 
    8.792
  • - 
    7.900
  • - 
    16.692

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

Saldo van baten en lasten

  • - 
    8.792
  • - 
    7.900
  • - 
    16.692

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement valt naar verwachting hoger uit doordat diverse, door het moederdepartement gefinancierde, grote projecten niet in de begroting waren meegenomen.

Omzet overige departementen

Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van omzet derden naar omzet overige departementen.

Omzet derden

Naast voornoemde verschuiving naar de omzet van overige departementen, is bij de tariefstelling voor het gebruik van de Basisregistratie Personen (BRP) in overleg met de gebruikers rekening gehouden met een tekort van € 18,5 mln. Dit negatieve resultaat wordt verrekend met de schuld aan de gebruikers uit voorgaande jaren. Ultimo 2022 bedroeg deze schuld € 30,8 mln. De afbouw van deze schuld gaat hiermee sneller dan begroot.

Vrijval voorzieningen

Bij het bepalen van de egalisatievoorziening ultimo 2022 is reeds rekening gehouden met gestegen productiekosten voor reisdocumenten. De voorziening valt volledig vrij in 2023.

Lasten

Apparaatskosten Inhuur externen

Diverse grote projecten waren niet in de begroting meegenomen. Gezien de t ijdel ijke aard van deze projecten, worden de werkzaamheden hoofdzakel ijk uitgevoerd met behulp van externe inhuur.

Materiële kosten

Overige materiële kosten

De overige materiële kosten vallen hoger uit doordat diverse grote projecten niet in de begroting waren meegenomen. Deze kosten worden gefinancierd middels separate opdrachten vanuit het moederdepartement.

Daarnaast zijn de productiekosten voor reisdocumenten, als gevolg van de sterke inflatie in 2022, sterker toegenomen dan begroot. Hier is reeds rekening mee gehouden bij de berekening van de egalisatievoorziening ultimo 2022.

Afschrijvingskosten

Materieel

Doordat beoogde investeringen lager uitvallen dan begroot, zijn de afschrijvingskosten ook lager dan begroot. Daarnaast heeft een verschuiving plaatsgevonden van materiële naar immateriële vaste activa.

Immaterieel

Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van materiële naar immateriële vaste activa. Dit resulteert in hogere afschrijvingskosten op immateriële vaste activa.

Saldo van baten en lasten

Het negatieve saldo van baten en lasten komt geheel voort uit de niet kostendekkende tariefstelling zoals toegelicht bij de afname van de omzet vanuit derden.

Kasstroomoverzicht

 

Tabel 35 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap RvIG (Tweede suppletoire

begroting) (bedragen x € 1.000)

 
  • (1) 
    Vastgestelde begroting (incl. (2) Mutaties 2e Suppletoire Begrotingen, NvW suppletoire begroting en amendementen)

Totaal geraamd (3)

=(1)+(2)

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
 

43.275

21.797

65.072

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

 

112.388

7.500

119.888

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

 
  • 138.149
  • 17.200
  • 155.349
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom
 
  • - 
    25.761
  • - 
    9.700
  • - 
    35.461

Totaal investeringen (-/-)

 
  • 32.625

12.860

  • 19.765

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

 

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
 
  • - 
    32.625

12.860

  • - 
    19.765

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

 

0

0

0

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

 

0

0

0

Aflossingen op leningen (-/-)

 

0

0

0

Beroep op leenfaciliteit (+)

 

15.200

  • 15.200

0

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom
 

15.200

  • - 
    15.200

0

  • 5. 
    Rekening courant RHB

31 december (=1+2+3+4)

 

89

9.757

9.846

Toelichting

In de begroting is voor de stand van de rekening courant RHB uitgegaan van het saldo ultimo 2021 en de in 2022 begrote mutaties. De daadwerkel ijke stand ultimo 2022 was echter € 21,8 mln. hoger.

Operationele kasstroom

De ontvangsten van de operationele kasstroom zijn toegenomen door financiering van projecten door het moederdepartement. Daartegenover staat echter een lagere kasstroom als gevolg van de lager dan begrote tariefstelling BRP

De totale uitgaven van de operationele kasstroom zijn toegenomen door hogere uitgaven aan externe inhuur en productiekosten van reisdocumenten.

Investeringskasstroom

Diverse investeringen vallen lager uit dan begroot. Daarnaast heeft een deel van de investeringen reeds eind 2022 plaats gevonden.

Financieringskasstroom

Gezien het saldo rekening courant RHB ultimo 2022 en de afgenomen investeringswaarde, wordt in 2023 geen beroep gedaan op de leenfaciliteit.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 470 VII, nr. 2 53


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.