Wet van 10 juli 2023 tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de aanpassing van de kleineondernemersregeling (Wet implementatie Richtlijn kleineondernemersregeling) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Documentdatum | 14-08-2023 |
---|---|
Publicatiedatum | 14-08-2023 |
Kenmerk | Stb. 2023, 278 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Wet van 10 juli 2023 tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de aanpassing van de kleineondernemersregeling (Wet implementatie Richtlijn kleineondernemersregeling)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk en wenselijk is de wetgeving inzake de omzetbelasting aan te passen overeenkomstig Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad van 18 februari 2020 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen en Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en uitwisseling van inlichtingen voor doeleinden van toezicht op de juiste uitvoering van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen (PbEU 2020, L 62);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1a, eerste lid, onderdeel a, wordt «de in de artikelen 282 tot en met 292 van de BTW-richtlijn 2006 bedoelde vrijstellingsregeling» vervangen door «de vrijstellingsregeling, bedoeld in artikel 284 van de BTW-richtlijn 2006,».
In artikel 11, eerste lid, onderdeel b, onder 5°, wordt «artikel 25, eerste lid» vervangen door «artikel 25a, eerste lid».
Artikel 15, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:
In artikel 23, vijfde lid, wordt «artikel 25, eerste lid» vervangen door «artikel 25a, eerste lid».
Hoofdstuk V, afdeling 1, komt te luiden:
AFDELING 1 KLEINEONDERNEMERSREGELING
-
-
het totaal van de vergoedingen ter zake van de volgende leveringen van goederen en diensten verricht door een ondernemer binnen Nederland gedurende een kalenderjaar:
de jaaromzet in Nederland en het totaal van de vergoedingen ter zake van leveringen van goederen en diensten, bedoeld in artikel 288 van de BTW-richtlijn 2006, verricht door een ondernemer binnen de andere lidstaten van de Unie gedurende een kalenderjaar.
-
-
Paragraaf 2 Toepassing kleineondernemersregeling in Nederland
-
-
-
-
-
De vrijstelling geldt voor de ondernemer die in Nederland is gevestigd, na een melding aan de inspecteur, vanaf het eerstvolgende belastingtijdvak dat minimaal vier weken na ontvangst van de melding aanvangt. De melding geschiedt op een door de inspecteur voorgeschreven wijze en bevat ten minste de jaaromzet in Nederland in het voorafgaande kalenderjaar en de jaaromzet in Nederland tijdens het kalenderjaar tot aan de melding. De inspecteur kan bij voor bezwaar vatbare beschikking beslissen dat de ondernemer niet in aanmerking komt voor toepassing van de vrijstelling, indien aannemelijk is dat niet zal worden voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling.
-
-
-
-
-
-
een actualisering van een voorafgaande kennisgeving als bedoeld in artikel 284, vierde lid, van de BTW-richtlijn 2006, vanaf de datum waarop de lidstaat waar de ondernemer is gevestigd, het individuele nummer aan de ondernemer bevestigt naar aanleiding van de actualisering die deze heeft uitgevoerd volgens de in die lidstaat geldende regelgeving.
-
De inspecteur beslist bij voor bezwaar vatbare beschikking dat de ondernemer niet in aanmerking komt voor de toepassing van de vrijstelling ingeval de jaaromzet in Nederland het bedrag, genoemd in het eerste lid, overschrijdt in het voorafgaande kalenderjaar of tijdens het kalenderjaar tot aan de kennisgeving.
-
-
-
De toepassing van de vrijstelling door de ondernemer die in Nederland is gevestigd, geldt tot beëindiging door wederopzegging door deze ondernemer. De wederopzegging wordt door de ondernemer gedaan bij de inspecteur op een door de inspecteur voorgeschreven wijze. De beëindiging van de vrijstelling wordt van kracht op de eerste dag van het eerstvolgende kalenderkwartaal dat minimaal vier weken na ontvangst van de wederopzegging aanvangt. De ondernemer kan na de beëindiging door wederopzegging pas na het verstrijken van het kalenderjaar waarin de vrijstelling is beëindigd en het daaropvolgende kalenderjaar opnieuw de vrijstelling toepassen.
-
-
-
-
De toepassing van de vrijstelling door de ondernemer die in de Unie maar niet in Nederland is gevestigd, geldt tot beëindiging door wederopzegging door deze ondernemer. De wederopzegging geschiedt door middel van een actualisering van een voorafgaande kennisgeving als bedoeld in artikel 284, vierde lid, van de BTW-richtlijn 2006. De beëindiging van de vrijstelling wordt van kracht op de eerste dag van het kalenderkwartaal volgend op de ontvangst van de actualisering door de lidstaat waar de ondernemer is gevestigd. Ingeval de actualisering in de laatste maand van een kalenderkwartaal is ontvangen, wordt de beëindiging van kracht op de eerste dag van de tweede maand van het volgende kalenderkwartaal. De ondernemer kan na de beëindiging door wederopzegging pas na het verstrijken van het kalenderjaar waarin de vrijstelling is beëindigd en het daaropvolgende kalenderjaar opnieuw de vrijstelling toepassen.
-
-
-
-
Een ondernemer komt niet in aanmerking voor de vrijstelling of mag deze niet langer toepassen indien de jaaromzet in Nederland het bedrag, genoemd in het eerste lid, overschrijdt. Een ondernemer die in de Unie maar niet in Nederland is gevestigd, komt ook niet in aanmerking voor de vrijstelling of mag deze niet langer toepassen indien de jaaromzet in de Unie het bedrag, genoemd in het tweede lid, overschrijdt. In de hiervoor bedoelde gevallen komt de ondernemer ook niet in aanmerking voor de vrijstelling in het daaropvolgende kalenderjaar of is de vrijstelling niet langer van toepassing voor de levering van het goed of de dienst waardoor die overschrijding tot stand komt, gedurende het resterende kalenderjaar en het daaropvolgende kalenderjaar.
-
-
-
Paragraaf 3 Toepassing kleineondernemersregeling in een andere lidstaat door een ondernemer die in Nederland is gevestigd
-
-
-
-
-
De ondernemer stelt de inspecteur op een door de inspecteur voorgeschreven wijze, door middel van een actualisering van een voorafgaande kennisgeving, vooraf in kennis van iedere wijziging van de informatie in de kennisgeving. Deze actualisering is inclusief het voornemen de vrijstelling toe te passen in één of meer andere lidstaten dan aangegeven in de voorafgaande kennisgeving en de beslissing om de toepassing van de vrijstelling in één of meer andere lidstaten waar de ondernemer niet is gevestigd, te beëindigen.
-
-
-
-
-
-
De beëindiging van de toepassing van de vrijstelling wordt van kracht op de eerste dag van het kalenderkwartaal volgend op de ontvangst van de informatie van de ondernemer of, indien die informatie in de laatste maand van een kalenderkwartaal wordt ontvangen, op de eerste dag van de tweede maand van het eerstvolgende kalenderkwartaal.
-
-
-
-
-
-
de lidstaat die de vrijstelling verleent aan de inspecteur meldt dat de omzetdrempel, bedoeld in artikel 284, tweede lid, onderdeel b, van de BTW-richtlijn 2006, tijdens het kalenderjaar tot aan de kennisgeving of de actualisering daarvan is overschreden, of dat niet is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 288 bis, eerste lid, van de BTW-richtlijn 2006.
-
In geval onderdeel a toepassing vindt, beslist de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking.
-
-
-
-
-
Een ondernemer die in Nederland is gevestigd en de vrijstelling toepast in één of meer andere lidstaten, verstrekt aan de inspecteur op een door de inspecteur voorgeschreven wijze, onder vermelding van zijn individuele nummer met het achtervoegsel «EX», over ieder kalenderkwartaal de volgende informatie:
-
-
-
-
Ingeval de jaaromzet in de Unie het bedrag van € 100.000 overschrijdt, stelt de ondernemer de inspecteur op een door de inspecteur voorgeschreven wijze binnen 15 werkdagen hiervan in kennis. Tegelijkertijd meldt de ondernemer het bedrag van de leveringen van goederen en diensten die zijn verricht vanaf het begin van het lopende kalenderkwartaal tot de datum waarop het bedrag van € 100.000 werd overschreden.
-
-
-
-
-
-
ingeval een andere lidstaat voor toepassing van de vrijstelling verschillende drempels hanteert als bedoeld in artikel 284, eerste lid, tweede alinea, van de BTW-richtlijn 2006, is de ondernemer verplicht met betrekking tot deze lidstaat het totaal van de vergoedingen ter zake van de leveringen van goederen en diensten voor elke drempel die van toepassing kan zijn, afzonderlijk te verstrekken.
-
-
-
-
Indien een vergoeding ter zake van leveringen van goederen of diensten in een andere munteenheid dan de euro is uitgedrukt, hanteert de ondernemer de wisselkoers die gold op de eerste dag van het kalenderjaar. De omrekening geschiedt met toepassing van de wisselkoers die de Europese Centrale Bank voor die dag bekend heeft gemaakt of, indien die dag geen bekendmaking heeft plaatsgevonden, op de eerstvolgende dag van bekendmaking.
-
-
-
-
De inspecteur deactiveert onverwijld het individuele nummer met het achtervoegsel «EX», of, indien de ondernemer de vrijstelling blijft toepassen in één of meer andere lidstaten, past onverwijld de ontvangen informatie aan, bedoeld in artikel 25c, eerste en tweede lid, ten aanzien van de betrokken lidstaat of lidstaten, in de volgende gevallen:
-
-
-
-
De beslissing van de inspecteur tot deactiveren van het individuele nummer met het achtervoegsel «EX» of de aanpassing van de ontvangen informatie, bedoeld in artikel 25c, eerste en tweede lid, wordt genomen bij voor bezwaar vatbare beschikking in de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, d en e.
-
In artikel 28b, tweede lid, onderdeel c, wordt «artikel 25, eerste lid» vervangen door «artikel 25a, eerste lid».
In artikel 33f, eerste lid, onderdeel c, wordt «artikel 25» vervangen door «artikel 25a, eerste lid,».
Aan artikel 34d, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
In artikel 37a, eerste lid, aanhef, wordt «artikel 25» vervangen door «artikel 25a, eerste lid».
ARTIKEL II
-
-
-
De ondernemer die in Nederland is gevestigd en die met ingang van 1 januari 2025 de vrijstelling, bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals dat artikel komt te luiden na inwerkingtreding van artikel I, wil toepassen, doet hiervan melding bij de inspecteur uiterlijk op 3 december 2024. De melding geschiedt op een door de inspecteur voorgeschreven wijze en bevat ten minste de jaaromzet in Nederland tijdens het kalenderjaar 2024 tot het tijdstip waarop de melding wordt gedaan. De inspecteur kan bij voor bezwaar vatbare beschikking beslissen dat de ondernemer niet in aanmerking komt voor toepassing van de vrijstelling, indien aannemelijk is dat niet zal worden voldaan aan de gestelde voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling.
-
-
-
-
De ondernemer die in Nederland is gevestigd, komt in het kalenderjaar 2025 niet in aanmerking voor de vrijstelling, bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals dat artikel komt te luiden na de inwerkingtreding van artikel I, indien de jaaromzet in Nederland in het kalenderjaar 2024 meer dan € 20.000 bedraagt.
-
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met uitzondering van artikel II, dat in werking treedt met ingang van 1 oktober 2024.
ARTIKEL IV
Deze wet wordt aangehaald als: Wet implementatie Richtlijn kleineondernemersregeling.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 10 juli 2023
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij
Uitgegeven de veertiende augustus 2023
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
XHistnoot histnoot
Kamerstuk 36 312
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.