Memorie van antwoord - Invoering van een tijdelijke solidariteitsbijdrage (Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage)

Deze memorie van antwoord i is onder nr. C toegevoegd aan wetsvoorstel 36235 - Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Invoering van een tijdelijke solidariteitsbijdrage (Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage); Memorie van antwoord
Document­datum 02-12-2022
Publicatie­datum 02-12-2022
Nummer KST36235C
Kenmerk 36235, nr. C
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2023

Vergaderjaar 2022-

36 235

Invoering van een tijdelijke solidariteitsbijdrage (Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage)

MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 2 december 2022

  • I. 
    INLEIDING

Het kabinet heeft met interesse kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de VVD, het CDA, de PvdA, GroenLinks en 50PLUS.

Hierna wordt bij de beantwoording van de vragen zo veel mogelijk de volgorde van het verslag aangehouden, met dien verstande dat gelijkluidende of in elkaars verlengde liggende vragen tezamen zijn beantwoord.

1.1 Algemeen

De leden van de fracties van de VVD, GroenLinks en de PvdA vragen hoe de voorgestelde solidariteitsbijdrage voor 2022 zich verhoudt tot de voorgestelde verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet voor 2023 en 2024. Daarbij vragen de leden van de fractie van de VVD in hoeverre beide maatregelen zich op dezelfde belastingplichtigen richten. Tijdens de augustusbesluitvorming dit jaar is naar aanleiding van de exponentieel gestegen gasprijs als direct gevolg van de geopolitieke omstandigheden die hebben geleid tot aanzienlijke overwinsten bij de gasproductie besloten om de cijns voor gas in de Mijnbouwwet voor de jaren 2023 en 2024 te verhogen. In het Belastingplan 2024 is hiertoe door middel van een nota van wijziging een voorstel opgenomen. Nadat deze nota van wijziging op 5 oktober 2022 bij de Tweede Kamer is ingediend, heeft de Europese Commissie (EC) eveneens ingegrepen door middel van de EU-verordening betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen die op 6 oktober in het publicatieblad van de Europese Unie (EU) is verschenen (de verordening).1 In deze verordening is een solidariteitsbijdrage opgenomen voor het jaar 2022, die het kabinet heeft uitgewerkt in het onderhavige wetsvoorstel. De verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet voor 2023 en 2024 en deze solidariteitsbijdrage voor 2022 hebben beide tot doel om de overwinsten als gevolg van de

1 Verordening (EU) 2022/1854 van de Raad van 6 oktober 2022 betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen (PbEU 2022, L 261).

kst-36235-C ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022

gestegen energieprijzen door de oorlog in Oekraïne te belasten om daarmee koopkrachtondersteuning voor huishoudens en kleinverbruikers te bekostigen. Beide maatregelen raken in Nederland ook grotendeels dezelfde doelgroep, namelijk gasproducenten in Nederland. Alle gasproducenten met een winningsvergunning in Nederland zijn namelijk onderworpen aan de Mijnbouwwet. De solidariteitsbijdrage kent een iets bredere groep aan bijdrageplichtigen. Naast bedrijven die zich bezighouden met de winning van olie en gas (betrokken in de Mijnbouwwet), wordt daaronder ook begrepen de raffinage van olie of de vervaardiging van cokesovenproducten (niet betrokken in de Mijnbouwwet). Dit in antwoord op de vraag van de fractie van de VVD. Bij de verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet wordt benadrukt dat het kabinet voor 2023 en 2024 de cijns voor gas heeft verhoogd, omdat als gevolg van de hoge gasprijzen daar het meest evident sprake is van overwinsten.

De leden van de fractie van de VVD vragen waarom er niet is gekozen voor één maatregel voor de jaren 2022 tot en met 2024. Daarbij vragen deze leden waarom niet is gekozen voor een verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet voor 2022 gezien de lagere uitvoeringskosten en administratieve lasten. Het kabinet is verplicht de solidariteitsbijdrage uit de verordening te implementeren. Aangezien het kabinet reeds de cijns in de Mijnbouwheffing voor 2023 en 2024 heeft verhoogd, is ervoor gekozen om de solidariteitsbijdrage voor 2022 in te voeren, zoals die in de verordening is opgenomen. Dit betekent echter wel dat aan de solidariteitsbijdrage terugwerkende kracht wordt verleend. Derhalve heeft het kabinet ervoor gekozen om voor 2022 nauw aan te sluiten bij de vormgeving van de solidariteitsbijdrage in de verordening. Het kabinet heeft er daarbij voor gekozen om de verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet voor 2023 en 2024 in stand te laten. Hierbij speelt mee dat de verhoging van de cijns, met name als de prijzen in die jaren veel hoger worden dan nu verwacht, vanwege het robuuste karakter een effectiever middel is. Dit naast het feit dat de verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet inderdaad een minder groot effect heeft op de uitvoering en administratieve lasten.

De leden van de fractie van de VVD vragen of sprake kan zijn van dubbele belastingheffing door een samenloop van de solidariteitsbijdrage en de verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet. De voorgestelde tijdelijke solidariteitsbijdrage geldt voor boekjaren die aanvangen in het kalenderjaar 2022, terwijl de voorgestelde verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet geldt voor de kalenderjaren 2023 en 2024. In theorie zou, bij een boekjaar dat afwijkt van het kalenderjaar, samenloop mogelijk zijn. Deze samenloop - die in de praktijk naar verwachting niet of nauwelijks voorkomt - leidt echter niet tot dubbele heffing. De cijns in de Mijnbouwwet komt als kosten in mindering bij het bepalen van de belastbare winst voor de vennootschapsbelasting die als uitgangspunt dient voor de berekening van de solidariteitsbijdrage.

De fractie van het CDA vraagt naar de gebruikte rechtsgrondslag bij de verordening. Het gebruik van artikel 122 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) voor deze maatregel was noodzakelijk om snel te kunnen handelen gezien de situatie op de energiemarkt in de EU. Artikel 122 VwEU kan op uitzonderlijke wijze juridische regimes creëren waarbij (tijdelijk) afgeweken wordt van wetgevende handelingen. Het kabinet steunt tevens de gekozen route van artikel 122 VwEU, die lidstaten in staat stelt gemeenschappelijk en snel over te gaan tot actie.

De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA vragen of er geen lacunes zitten in het pakket aan maatregelen voor de periode 2022 tot en met 2024. Hierbij wijzen deze leden op mogelijke extra winst bij de import van LNG in Nederland. Daarbij vragen deze leden of er in andere categorieën energiebedrijven excessieve winsten worden gemaakt en hoe deze worden belast. Het behalen van een (hoge) winst is doorgaans een gebruikelijke beloning voor het door bedrijven genomen risico. Zo kunnen bedrijven investeren in onderzoek en ontwikkeling en - indien dat vervolgens leidt tot een succesvolle innovatie - kan dat leiden tot een hoge winst. Die prikkel zorgt er ook voor dat bedrijven blijven innoveren.

In sommige uitzonderlijke gevallen is er sprake van een winst die een direct gevolg is van een gebeurtenis waar zij niet verantwoordelijk voor zijn en waarvan gesteld kan worden dat deze buiten de reikwijdte van (positief) ondernemersrisico valt. Dat is momenteel het geval bij de productie van gas, waarbij de extreem gestegen gasprijzen als gevolg van de oorlog in Oekraïne leiden tot excessieve winsten. Alle winst, dus ook overwinst, verdiend of onverdiend, is reeds belast met vennootschapsbelasting waarbij bij een hogere winst meer vennootschapsbelasting verschuldigd is (en bij een verlies geen vennootschapsbelasting verschuldigd is). Er is dus geen sprake van een lacune in de zin dat overwinst onbelast genoten kan worden. In de huidige zeer uitzonderlijke omstandigheden, waarbij de hoge energieprijzen enerzijds leiden tot excessieve winsten in de fossiele sector en anderzijds een bepalend en sterk effect hebben op de inflatie en koopkracht van huishoudens heeft de EC zich genoodzaakt gezien om in te grijpen. Het kabinet onderschrijft dit en heeft in aanvulling op bestaande belastingen, zoals de vennootschapsbelasting, voor 2022 een solidariteitsbijdrage voorgesteld en voor 2023 en 2024 een verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet. Ten aanzien van LNG kan in zijn algemeenheid niet gesteld worden dat sprake is van overwinsten. Dit is afhankelijk van welke prijs wordt ingekocht en wordt verkocht. Daarnaast gaat het veelal om multinationale bedrijven, waarbij de winst, indien aanwezig, niet per definitie in Nederland wordt belast.

Ten aanzien van de buitengewone inkomsten bij elektriciteitsproducenten bevat de verordening een inframarginale heffing. Een brief met de uitwerking van deze maatregel is op 30 november 2022 aan de Eerste en Tweede Kamer verstuurd.1 In deze brief wordt ook ingegaan op de geraamde opbrengst en de contouren. Op de overige door de fractie van 50PLUS genoemde inhoudelijke onderwerpen vragen komt het kabinet terug tijdens de behandeling van het wetsvoorstel inframarginale heffing.

De leden van de fractie van 50PLUS wijzen op de terugwerkende kracht van het onderhavige wetsvoorstel en vragen waarom in dit geval de inbreuk als gevolg van deze terugwerkende kracht gerechtvaardigd is. De voorgestelde solidariteitsbijdrage vormt, met name gezien de terugwerkende kracht, een inbreuk op een gerechtvaardigde verwachting van betrokken partijen. De balans tussen het belang van betrokken partijen en het algemeen belang is door het kabinet zorgvuldig gewogen. In beginsel is het kabinet ook zeer terughoudend met het introduceren van heffingen met terugwerkende kracht. In dit geval is echter sprake van dermate uitzonderlijke omstandigheden dat het kabinet het gerechtvaardigd acht om in lijn met de verordening terugwerkende kracht aan de solidariteitsbijdrage toe te kennen. Het kabinet heeft ook ten aanzien van de voorgestelde terugwerkende kracht het algemeen belang afgewogen tegen de belangen van betrokkenen. De bijdrageplichtigen hadden immers in beginsel - op grond van de voor 2022 geldende belastingwetgeving - niet hoeven te verwachten dat de in 2022 genoten winst met terugwerkende kracht belast zou worden met de voorgestelde solidariteitsbijdrage. Een rijksbelasting met terugwerkende kracht is echter juridisch niet per definitie verboden. Bovendien hadden deze bedrijven in normale economische omstandigheden evenmin excessieve winsten kunnen en mogen verwachten. Hierbij heeft het kabinet de uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne en de gevolgen daarvan, de verstoringen op de markt en de verordening van de EC meegewogen. Alles afwegende is sprake van een balans tussen de inbreuk op de gerechtvaardigde verwachting en daarmee de belangen van de bijdrageplichtigen enerzijds en het algemeen belang anderzijds.

De leden van de fractie van 50PLUS vragen aan welke modaliteiten voor een investeringsaftrek wordt gedacht, of de invoering daarvan in 2023 mogelijk is en wat de budgettaire gevolgen zullen zijn. Het kabinet is op dit moment in gesprek met de sector ten aanzien van investeringen en de mogelijkheden voor een investeringsaftrek in de Mijnbouwwet. Hierbij speelt ook de mate waarin dit een verder groeiende afhankelijkheid van geïmporteerd gas zoveel mogelijk kan beperken. De wenselijkheid van een dergelijk instrument zal gewogen moeten worden op basis van doeltreffendheid en doelmatigheid en vereist budgettaire inpassing. Het kabinet zal de Eerste en Tweede Kamer daar naar verwachting voor het kerstreces nader over informeren.

1.2 Budgettaire aspecten

De leden van de fractie van 50PLUS vragen naar de (budgettaire) gevolgen van een verlenging van de voorgestelde solidariteitsbijdrage naar 2023. Met de voorgestelde tijdelijke solidariteitsbijdrage voorziet het kabinet in een heffing over de overwinst naar aanleiding van de sterk gestegen energieprijzen voor 2022. Voor 2023 en 2024 heeft het kabinet reeds een additionele heffing geïntroduceerd door middel van de verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet. Voor de jaren 2022, 2023 en 2024 is dus voorzien in een maatregel. Een budgettaire inschatting van een solidariteitsbijdrage voor 2023 is niet voorhanden. Een dergelijke inschatting zal naar verwachting zeer onzeker zijn omdat de energieprijzen voor 2023 en 2024 zeer onzeker zijn. Daarnaast wordt in 2023 en 2024 de overwinst, voor zover aanwezig, reeds belast door de verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet, waardoor er geen of een zeer beperkte overwinst resteert die binnen het toepassingsbereik van de solidariteitsbijdrage zou kunnen vallen.

De leden van de fractie van 50PLUS vragen welke gevoeligheidsanalyse kan worden toegepast op de raming. Daarbij vragen deze leden wat de belangrijkste onzekerheden in de raming van het onderhavige wetsvoorstel zijn. De raming van de opbrengst van de solidariteitsbijdrage is gebaseerd op de inschatting van de gasproductie en gemiddelde prijs over geheel 2022 zoals opgenomen in de Miljoenennota 2023. Het is mogelijk dat producenten het geproduceerde gas gemiddeld tegen een hogere of lagere prijs hebben verkocht of zullen verkopen. Hierdoor kan de verwachte winst voor de vennootschapsbelasting over 2022 die als uitgangspunt dient voor de berekening van de solidariteitsbijdrage hoger of lager uitvallen dan geraamd. Daarnaast is het de verwachting dat de solidariteitsbijdrage een prikkel geeft aan bedrijven om hun kosten te verhogen door bijvoorbeeld hogere dotaties aan voorzieningen (bijvoorbeeld vanwege aardbevingsschade) of extra kosten te nemen (additionele investeringen en kosten). Dit binnen de grenzen van goedkoopmansge-bruik. De mate waarin dit gebeurt is onbekend. Tot slot staat de winst voor de vennootschapsbelasting over de referentieperiode van 2018 tot en met 2021 nog niet volledig vast. Dit kan eveneens van invloed zijn op de opbrengst van de solidariteitsbijdrage.

1.3 Overig

De leden van de fractie van het CDA vragen om in te gaan op de twee technische vragen die de Nederlandse orde van Belastingadviseurs (NOB) aanvullend heeft gesteld bij het onderhavige wetsvoorstel. Allereerst heeft de NOB gevraagd of het voor kan komen dat buitenlandse winsten in de belastbare winst voor de vennootschapsbelasting terecht komen en daarmee in de grondslag van de solidariteitsheffing als gevolg van de regeling voor inhaalverliezen van vóór 2012 van artikel 33b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De grondslag voor de solidariteitsbijdrage is, zoals de verordening vereist, gebaseerd op de belastbare winst voor de vennootschapsbelasting van 2022 die wordt vergeleken met de gemiddelde belastbare winst voor de vennootschapsbelasting van de jaren 2018 tot en met 2021 (de referentieperiode). De constatering van de NOB dat buitenlandse winsten die als gevolg van de genoemde regeling voor inhaalverliezen worden betrokken in de winst voor de vennootschapsbelasting van 2022 daarmee eveneens deel uitmaken van de grondslag voor de solidariteitsbijdrage is derhalve juist. Bij de inhaalverliezen gaat het echter wel om verliezen die in jaren tot en met 2011 zijn geleden. Gelet op de tot en met 2021 geldende verliesverrekeningsregels zijn de generale verliezen, die (voornamelijk) zijn veroorzaakt door de buitenlandse in te halen verliezen, veelal uiterlijk in 2020 benut of verdampt, waarmee ook de inhaalverplichting met betrekking tot die inhaalverliezen is vervallen. De kans dat de door de NOB gesignaleerde situatie zich voordoet, is dus beperkt. Daarbij wordt opgemerkt dat het voorgaande veeleer kan leiden tot de situatie dat buitenlandse winsten gedurende de referentieperiode onderdeel uitmaken van de winst voor de vennootschapsbelasting, hetgeen de solidariteitsbijdrage juist kan verlagen.

Daarnaast wijst de NOB erop dat de voorgestelde solidariteitsbijdrage van toepassing kan zijn op meerdere boekjaren. De NOB vraagt of deze uitwerking bewust en bedoeld is. Het kabinet heeft het noodzakelijk geacht om daar waar arbitragemogelijkheden voorzienbaar zijn aanvullende bepalingen op te nemen.2 Zo is de definitie van bijdragejaar inderdaad zo vormgegeven dat deze van toepassing is op elk boekjaar dat aanvangt in het kalenderjaar 2022. Op deze wijze wordt voorkomen dat door het tussentijds wijzigen van het lopende boekjaar 2022 de solidariteitsbijdrage kan worden ontweken.

De leden van de fractie van 50PLUS vragen naar een totaal budgettair overzicht, inclusief de voorgestelde solidariteitsbijdrage, van het pakket Belastingplan 2023 voor de jaren 2022 tot en met 2025 en structureel. Sinds het aanbieden van het Belastingplan 2023 aan de Tweede Kamer op 20 september 2022 zijn er enkele maatregelen geschrapt, aangepast en toegevoegd aan het pakket. Al deze aanpassingen zijn geregeld in de eerste tot en met de vijfde nota van wijziging op het Belastingplan 2023. Alle aanpassingen met budgettaire consequenties die zijn uitgevoerd na 20 september 2022 zijn hieronder weergegeven.

1e nota van wijziging

  • 1. 
    Het afschaffen van het doelmatigheidsmarge gebruikelijkloonregeling
  • 2. 
    Het verruimen van de vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR)
  • 3. 
    Nultarief en vrijstelling voor de algemene bestedingsbelasting op de invoer, levering en installatie van zonnepanelen, zonnecollectoren en windturbines
  • 4. 
    Het wijzigen van de Mijnbouwwet in verband met een tijdelijke verhoging van de cijns
  • 5. 
    Het aanpassen van de giftenaftrek voor periodieke giften 2e nota van wijziging
  • 1. 
    Het verhogen van het gebruikelijk loon op Caribisch Nederland 3e nota van wijziging
  • 1. 
    Het schrappen van maatregelen in de energiebelasting (EB) ter gedeeltelijke dekking van het prijsplafond energie
  • 2. 
    Het opnemen van de gedeeltelijke dekking voor het prijsplafond energie. Een deel van deze dekking betreft vrijval van reservering gerichte steun via de energierekening, van € 662 miljoen. Deze vrijval vindt plaats aan de uitgavenkant en is daarom niet opgenomen in onderstaande tabellen.

4e nota van wijziging

  • 1. 
    Het verruimen van de vrije ruimte in de werkkostenregeling naar 3%. Deze maatregel vervangt de verruiming van de WKR die is opgenomen in de eerste nota van wijziging
  • 2. 
    Het uitzonderen van mineraalwater van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Deze maatregel is niet weergegeven in tabel 3 omdat de budgettaire consequenties hiervan al waren opgenomen in de budgettaire reeks in het oorspronkelijke Belastingplan 2023 (pré nota's van wijziging)

5e nota van wijziging

  • 1. 
    Het schrappen van de verhoging van de motorrijtuigenbelasting (MRB) verhogen voor bestelauto's van ondernemers
  • 2. 
    Het aanpassen van de BPM forfaits ter dekking van het schrappen van de verhoging van de MRB
  • 3. 
    Het verhogen van de kansspelbelasting ter dekking van het schrappen van de verhoging van de MRB
  • 4. 
    Het verhogen van de accijns op rooktabak ter dekking van het schrappen van de verhoging van de MRB

De onderstaande tabellen geven de actuele budgettaire status weer van het Belastingplan 2023 en het wetsvoorstel Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage. In tabel 1 worden de budgettaire effecten van het pakket Belastingplan 2023 weergegeven. In tabel 2 worden de budgettaire gevolgen van het wetsvoorstel Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage weergegeven. De budgettaire effecten van het Belastingplan 2023 per maatregel (inclusief de aanpassingen geregeld in de nota's van wijziging) zijn weergegeven in tabel 3.

Tabel 1: budgettaire effecten van het Belastingplan 2023, inclusief nota's van wijziging1

 

Pakket belastingplan in € mln. (+ = saldo verbeterend / lastenverzwarend)

2022

2023

2024

2025

Structureel

Belastingplan 2023

  • 1

3.420

3.549

4.500

4.153

Wetsvoorstel Herstel box 3

  • 2.830

0

0

0

0

Wetsvoorstel Overbruggingswet box 3

0

  • 385
  • 385
  • 385

0

Wetsvoorstel minimum CO2-prijs industrie

Wetsvoorstel bevoegde autoriteit uitvoering mechanisme voor koolstofcor-

0

0

0

0

0

rectie aan de grens

Opheffing geheimhoudingsplicht voor het delen van gegevens aan de

Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (IBTD)

Wetsvoorstel delegatiebepaling geen invorderingsrente in specifieke

0

0

0

0

0

gevallen

0

0

0

0

0

IAOW verlagen naar 5 euro in 2023 en 2024, en afschaffen in 2025

496

151

0

0

0

1 Het betreft hierbij overigens, net als bij de tabellen hieronder, alleen de budgettaire effecten aan de lastenkant; de budgettaire effecten aan de uitgavenkant - zoals de uitvoeringskosten - zijn inzichtelijk gemaakt in de uitvoeringstoetsen behorend bij deze voorstellen.

Tabel 2: budgettaire effecten van de solidaritetisbijdrage

 

Solidariteitsbijdrage in € mln. (+ = saldo verbeterend / lastenverzwarend)

2022

2023

2024

2025

Structureel

Solidariteitsbijdrage

3.234

0

0

0

0

Tabel 3: budgettaire effecten van het wetsvoorstel Belastingplan 2023 per maatregel

       

Maatregelen in € mln. (+ = saldo verbeterend / lastenverzwarend)

2022

2023

2024

2025

Structureel

Verhogen onbelaste reiskostenvergoeding

0

  • 218
  • 327
  • 327
  • 327

Afschaffen oudedagreserve

0

115

115

115

115

Verlagen zelfstandigenaftrek

0

252

504

756

648

Afschaffen middelingsregeling

0

58

117

175

175

Actualiseren leegwaarderatio

0

201

201

201

201

Aanpassen culturele multiplier voor partners

0

  • 6

0

0

0

Afbouwen inkomensafhankelijke combinatiekorting

0

0

0

62

1.772

Afbouwen algemene heffingskorting

0

0

0

352

352

Repareren overgangsrecht scholingsaftrek

0

0

0

0

0

Oudedagsverplichting aanwenden ter verkrijging van een lijfrente

0

0

0

0

0

Introduceren twee schijven box 2

0

0

71

71

71

Vervallen uitzondering op gebruikelijkloonregeling innovatieve start-ups

0

0

0

0

0

Beperken 30%-regeling

0

0

26

44

88

Verlagen schijfgrens vennootschapsbelasting

0

1.309

1.309

1.309

1.309

Verhogen lage tarief vennootschapsbelasting

0

1.525

1.527

1.528

1.549

Afschaffen en verlagen schenkvrijstelling eigen woning

0

7

7

15

164

Verhogen algemene tarief overdrachtsbelasting van 8% naar 10,4%

0

1.081

1.081

1.081

1.081

Algemene btw-tarief op lachgaspatronen

  • 1

0

0

0

0

Btw-nultarief op de levering en installatie van zonnepanelen

0

  • 31
  • 31
  • 31
  • 31

Aanscherpen CO2-heffing industrie

0

0

0

0

0

Schuif EB 1e schijf gas en elektriciteit

0

0

  • 299
  • 384
  • 731

Minder degressief maken EB tariefstructuur

0

0

250

500

500

Verlagen EB-tarieven 2e en 3e schijf elektriciteit

Verhogen belastingvermindering compensatie bijmengverplichtiging groen

0

0

  • 288
  • 500
  • 500

gas

Interactie EB tariefmaatregelen BP2023 en uitstel afbouw salderingsregeling

0

  • 225
  • 225
  • 225
  • 225

met 2 jaar

0

7

  • 14

5

0

Uitstellen schuif energiebelasting op elektriciteit naar gas naar 2024

0

246

0

0

0

Verhogen vliegbelasting

0

354

416

416

416

Verhogen verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken

0

303

304

304

304

Verhogen tabaksaccijns

Uitzondering toeslagpartnerbegrip en medebewonerschap huurtoeslag bij

0

148

395

493

493

particuliere opvang ontheemde Oekraïners

Uitzondering toeslagpartnerbegrip voor personen die wegens huiselijk

0

0

0

0

0

geweld naar de opvang zijn gevlucht

Afbouwen vrijstelling belasting van personenauto's en motorrijwielen (bpm)

0

  • 2
  • 4
  • 4
  • 4

bestelauto's ondernemers

0

0

0

510

  • 111

Motorrijtuigenbelasting (mrb) verhogen voor bestelauto's ondernemer

0

0

0

80

176

Verlengen verlaging accijns op brandstof

0

  • 1.204

0

0

0

Brandstofaccijnzen buitenwerking stellen artikel 84a

Terugdraaien doorwerking verhoging minimumloon op grenzen arbeidskor-

0

9

  • 14

0

0

ting

0

118

53

8

  • 102

Coalitieakkoord: verhoging arbeidskorting

0

  • 3.211
  • 3.211
  • 3.211
  • 3.401

Coalitieakkoord: steiler afbouwen arbeidskorting

0

438

438

438

438

Arbeidskorting verhogen en steilere afbouw

0

  • 526
  • 526
  • 526
  • 526

Maatregelen in € mln. (+ = saldo verbeterend / lastenverzwarend)

2022

2023

2024

2025

Structureel

Coalitieakkoord: verlaging tarief eerste schijf met 0,01%

0

  • 45
  • 45

156

156

Verlaging tarief eerste schijf met 0,11%

0

  • 460
  • 460
  • 460
  • 791

Verkorten tarief eerste schijf (toptarief)

Maatregelen koopkrachtpakket Europees Nederland vertalen naar Caribisch

0

234

234

234

234

Nederland

0

  • 4
  • 2
  • 2
  • 2

Verhogen tarief box 3 naar 34% en heffingsvrij vermogen naar € 57.000

0

84

217

350

350

Afschaffen doelmatigheidsmarge gebruikelijkloonregeling

Nultarief en vrijstelling voor de algemene bestedingsbelasting op de invoer,

0

904

873

842

315

levering en installatie van zonnepanelen, zonnecollectoren en windturbines

0

  • 1
  • 1
  • 1
  • 1

Wijziging Mijnbouwwet in verband met een tijdelijke verhoging van de cijns

0

2.021

714

52

0

Aanpassing periodieke gift in de giftenaftrek

0

10

20

30

50

Verhoging gebruikelijk loon op Caribisch Nederland

0

1

1

1

1

Schrappen maatregelen energiebelasting in verband met energieplafond

0

4.760

0

0

0

Gedeeltelijke dekking tijdelijke prijsplafond energie

0

  • 4.760

0

0

0

Schrappen verruiming vrije ruimte werkkostenregeling van 1,7% naar 1,92%

0

49

49

49

49

Incidenteel verhogen vrije ruimte WKR naar 3,0%

0

  • 193

0

0

0

Schrappen verhoging motorrijtuigenbelasting bestelauto's ondernemers

0

0

0

  • 80
  • 176

Aanpassen forfaits bpm

0

62

62

62

62

Verhogen tarief kansspelbelasting van 29,0% naar 29,3%

0

7

7

7

7

Aanvullende verhoging accijns op rooktabak met € 0,15

0

3

5

5

5

Totaal

  • - 
    1

3.420

3.549

4.500

4.153

De Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

Eerste Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 235, C 8

1

Brief van 30 november 2022, «Uitvoering tijdelijk verplicht plafond op marktinkomsten van producenten van elektriciteit», 2022Z23558.

2

Kamerstukken II 2022/23, 36 235, nr. 11.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.