Nota naar aanleiding van het verslag - Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (PbEU 2021, L 104) (Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie)

Deze nota naar aanleiding van het verslag i is onder nr. E toegevoegd aan wetsvoorstel 36063 - Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (PbEU 2021, L 104) (Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie); Nota naar aanleiding van het verslag
Document­datum 02-12-2022
Publicatie­datum 02-12-2022
Nummer KST36063E
Kenmerk 36063, nr. E
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2023

Vergaderjaar 2022-

36 063

Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16 i/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (PbEU 2021,

L 104) (Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie)

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 2 december 2022

I. ALGEMEEN

  • 1. 
    Inleiding

Het kabinet heeft met interesse kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie. Deze leden hebben gevraagd alsnog in te gaan op de in de nadere reactie van 21 november

2022    door de NOB aangehaalde vijf vragen. Deze vragen hebben betrekking op vijf onderwerpen, namelijk de rapportageverplichting, groepsmaatschappijen die eigen producten verkopen, persoonsgegevens, relevante activiteiten en correctierapportages. Hierna worden de vragen afzonderlijk beantwoord.

  • 2. 
    Rapportageverplichting bestaande verkopers

De leden van de NOB vragen of de rapportageverplichting voor verkopers die op 1 januari 2023 al op het platform waren geregistreerd, voor 2 jaar geldt en voor hen de te rapporteren informatie dus op 2023 en 2024 moet zien. Ten aanzien van de te rapporteren verkopers die reeds op 1 januari

2023    op het platform zijn geregistreerd (zogenoemde «bestaande verkopers») geldt dat de verzamel- en verificatievereisten uiterlijk op

31 december 2024 dienen te zijn voltooid.1 De gegevens en inlichtingen over deze verkopers dienen uiterlijk op 31 januari 2025 te worden gerapporteerd.2 De te rapporteren informatie dient alleen te zien op het

1    Zie bijlage V, deel II, onderdeel F, onder 2 van Richtlijn 2011/16 i/EU.

2    Zie bijlage V, deel III, onderdeel A, onder 1, 2 en 3 en deel II, onderdeel F, onder 2, van Richtlijn 2011/16/EU.

kst-36063-E ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022

jaar waarin de verkoper als te rapporteren verkoper wordt aangemerkt.1 Als dat in 2024 het geval is, zal de rapportageplicht alleen zien op 2024. Als de verzamel- en verificatievereisten al in 2023 zijn voltooid en de bestaande verkoper dus al in dat jaar als te rapporteren verkoper wordt aangemerkt, dan ziet de rapportageverplichting ook op dat jaar.

  • 3. 
    Rapportage van verkopen binnen groepsmaatschappij

De leden van de NOB vragen of de rapportageverplichting ook geldt voor groepsmaatschappijen die eigen producten verkopen via een website van een andere groepsmaatschappij. Een platformexploitant is een entiteit die een overeenkomst sluit met een verkoper om een platform geheel of gedeeltelijk beschikbaar te stellen aan die verkoper.2 Ten aanzien van het begrip verkoper is cruciaal dat diegene als gebruiker van een platform via dat platform wordt verbonden aan andere gebruikers van dat platform voor het verrichten van een relevante activiteit. Een verkoper kan ook een gelieerde (groeps)entiteit van de platformexploitant zijn. Richtlijn 2011/16/EU maakt slechts een uitzondering voor activiteiten die door een verkoper worden uitgeoefend in de hoedanigheid van werknemer van de platformexploitant of van werknemer van een gelieerde entiteit van die platformexploitant.3 Dat laat echter onverlet dat als binnen een bedrijf sprake is van vervaardiging van eigen producten die via een website van dat bedrijf verkocht worden, die verkoop in de regel onder de eigen naam van dat bedrijf plaatsvindt. In dat geval geldt de rapportageverplichting dus niet voor groepsmaatschappijen die eigen producten verkopen via een website van een andere groepsmaatschappij. Met een bedrijf wordt bedoeld een groep, zijnde alle gelieerde entiteiten tezamen.4 Bij vragen kunnen platformexploitanten hierover contact opnemen met het DAC7 team van de Belastingdienst.

  • 4. 
    Verzamelen van persoonsgegevens

De leden van de fractie van het CDA vragen of een rapporterende platformexploitant de benodigde persoonsgegevens mag verzamelen als nog niet duidelijk is of het om een te rapporteren verkoper gaat. Voorliggend wetsvoorstel bevat een zuivere implementatie van Richtlijn (EU) 2021/514. Uit de systematiek van die richtlijn volgt dat de verzamelen verificatieverplichtingen en de rapportageverplichting alleen gelden ten aanzien van te rapporteren verkopers. Een verkoper die onder het drempelbedrag blijft, ook wel kleine verkoper genoemd, is geen te rapporteren verkoper in de zin van de richtlijn, maar een zogenoemde «uitgesloten verkoper». Derhalve zijn de verzamel- en verificatieverplichtingen en de rapportageverplichting niet ten aanzien van hen van toepassing. De richtlijn voorziet niet in een wettelijke basis om gegevens en inlichtingen te verzamelen over de uitgesloten verkopers. Ik begrijp dat dit mogelijk een last is voor platformexploitanten. Het kabinet is daarom voornemens deze werkwijze te monitoren en, indien nodig, te verkennen hoe dit kan worden opgelost.

  • 5. 
    Persoonlijke dienst

De leden van de NOB vragen een verduidelijking over welke activiteiten als persoonlijke diensten worden aangemerkt. De leden verwijzen hierbij expliciet naar de in de memorie van toelichting opgenomen passage «als de gebruiker invloed (kan) hebben op het verloop van de dienst». Met deze passage is geprobeerd inzichtelijk te maken dat voor de beoordeling of sprake is van een persoonlijke dienst, relevant is dat een gebruiker de mogelijkheid heeft om invloed uit te oefenen. Dit is bijvoorbeeld niet het geval bij vooraf opgenomen digitale inhoud (zoals online cursussen, video's of muziek) of een tijdschema van het openbaar vervoer.5 De gebruiker kan bij de hiervoor genoemde voorbeelden gedurende het verloop van de dienst namelijk geen verzoek tot wijziging doen. Deze activiteiten worden daarom niet als persoonlijke diensten aangemerkt. Zoals aangegeven wordt onder een persoonlijke dienst verstaan een dienst, die een tijdgebonden of taakgerichte activiteit omvat, die door een of meer natuurlijke personen wordt uitgevoerd, hetzij zelfstandig, hetzij namens een entiteit, en die wordt verricht op verzoek van een gebruiker, hetzij online, hetzij fysiek offline, na facilitering door een platform.

  • 6. 
    Correctierapportages

De leden van de fractie van het CDA vragen hoe de correctierapportages in de praktijk gaan uitwerken. Indien een platform veel verkopers en transacties faciliteert dan is het een reële verwachting dat ook veel correcties plaatsvinden. Bij de verhuur van onroerend goed kunnen, vanwege annuleringen of bijboekingen bijvoorbeeld, aanpassingen in de vorm van correcties nodig zijn. Ik kan mij voorstellen dat correctierapportages niet in de vorm van een continu proces plaats zullen vinden. Dat is zowel aan6 de zijde van de platformen als aan de zijde van de Belastingdienst geen wenselijke situatie. De Belastingdienst is na overleg met marktpartijen aan het onderzoeken wat een gewenste frequentie is en wat technisch mogelijk is. Eén è tweemaal per jaar lijkt voor beide partijen gewenst.

Om een correctie in te kunnen dienen, zal overigens eerst de oorspronkelijke rapportage door de Belastingdienst geaccepteerd moeten zijn (dit betreft de technische validatie, niet de inhoudelijke beoordeling van de rapportage). Een correctie betekent dat de gehele melding (dus inclusief de ongewijzigde velden) opnieuw ingediend moet worden.

De Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst,

M.L.A. van Rij

Eerste Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 063, E 3

1

   Zie ook de OESO Model Rules for Reporting by Platform Operators with respect to Sellers in the Sharing and Gig economy, commentary on section III, 2 (p. 31).

2

   .Zie ook de interpretative guidance van de OESO Model reporting rules for digital platforms: InternationalExchange framework and optional module for sale of goods and rental of means of transportation, part II, onder 13. Zie verder de toelichting onder het begrip «verkoper» in Kamerstukken II 2021/22, 36 063, nr. 3.

3

   Zie bijlage V, deel I, onderdeel A, onder 8, van Richtlijn 2011/16 i/EU.

4

   Kamerstukken II 2021/22, 36 063, nr. 3, pag 30. Zoals ook in de toelichting aangegeven dient bij verkopen op eigen naam, waarbij ingekocht wordt van niet gelieerde entiteiten nog wel beoordeeld te worden of deze verkoper via het platform - door middel van registratie -(indirect) wordt verbonden aan andere gebruikers van dat platform voor het verrichten van een relevante activiteit. Uit welke naam de goederen worden verkocht of de diensten worden geleverd kan bijdragen aan deze beoordeling, maar is in dit geval niet doorslaggevend.

5

   Pag 14. OECD (2020), Model Rules for Reporting by Platform Operators with respect to Sellers in the Sharing and Gig Economy, OECD, Paris. www.oecd.org/tax/exchange-of-tax-information/ model-rules-for-reporting-by-platform-operators-with-respect-to-sellers-in-the-sharing-and-gig-economy.htm.

6

   Zie bijlage V, deel I, onderdeel A, onder 11, van Richtlijn 2011/16 i/EU.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.