Brief van de voorzitter van de commissie BiZa/AZ aan de Voorzitter van de Eerste Kamer over de subsidiariteitstoets van het EU-voorstel inzake de wijziging van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen - Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 mei 2022 over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. B toegevoegd aan dossier 36104 - EU-voorstel: verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 mei 2022 over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen; Brief van de voorzitter van de commissie BiZa/AZ aan de Voorzitter van de Eerste Kamer over de subsidiariteitstoets van het EU-voorstel inzake de wijziging van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen |
---|---|
Documentdatum | 12-07-2022 |
Publicatiedatum | 12-07-2022 |
Nummer | KST36104B |
Kenmerk | 36104, nr. B |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
2022
Vergaderjaar 2021
36 104
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 mei 2022 over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen
BRIEF VAN VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT / ALGEMENE ZAKEN EN HUIS DER KONING
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2022
Op 3 mei 2022 aanvaardde het Europees Parlement een wetgevingsresolutie tot wijziging van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen. De vaste commissies voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koning heeft het voorstel getoetst aan de beginselen van subsidiariteit zoals genoemd in artikel 5 van het EU-verdrag en het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. In de vergadering van 12 juli 2022 heeft zij in meerderheid besloten de Kamer te adviseren in te stemmen met de verzending aan het Europees Parlement van een gemotiveerd advies inzake het voorstel tot wijziging van de Europese Kiesakte.
Indien blijkt dat de Kamer kan instemmen met het gemotiveerd advies, dan verzoekt de commissie u om het advies uiterlijk 13 juli 2022 door middel van de in de bijlage opgenomen brief door te geleiden naar het Europees Parlement.
De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koning,
B.O. Dittrich kst-36104-B ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Aan de Voorzitter van het Europees Parlement Den Haag, 12 juli 2022
De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft, overeenkomstig de daarvoor vastgestelde procedure, de wetgevingsresolutie tot wijziging van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen getoetst aan het beginsel van subsidiariteit. Daarmee is toepassing gegeven aan artikel 5 Verdrag betreffende de Europese Unie en Protocol 2 bij het Verdrag van Lissabon betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel.
Met deze brief stel ik u in kennis van het oordeel van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De meerderheid van de Eerste Kamer is van oordeel dat het voorstel voor de wijziging van de Europese Kiesakte, zoals opgenomen in de wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 mei 2022, de rechtsgrondslag te buiten gaat en niet voldoet aan het beginsel van subsidiariteit. Graag deel ik met u de gronden waarop dit oordeel rust.
Naar de mening van de meerderheid van de Eerste Kamer is het van groot belang dat de nationale volksvertegenwoordiging zeggenschap heeft en houdt over verkiezingen die in het eigen land georganiseerd worden, ook als het verkiezingen voor het Europees Parlement betreffen.
De meerderheid van de Eerste Kamer vindt dat de wetgevingsresolutie van het Europees Parlement inzake het wegnemen of beperken van de zeggenschap van de nationale volksvertegenwoordiging over zaken zoals de dag waarop verkiezingen voor het Europees Parlement plaatsvinden, de wijze waarop gestemd kan worden, de regels inzake campagnevoeren voor die verkiezingen en over de zeggenschap van politieke partijen over hun kandidatenlijsten, onnodig de zeggenschap van de nationale volksvertegenwoordiging beperkt.
Vanwege bovenstaande argumentatie strookt het voorstel van het Europees Parlement volgens de Eerste Kamer niet met het beginsel van subsidiariteit.
Identieke brieven zijn verzonden aan de Europese Commissie, de Raad en de Nederlandse regering.
De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
J.A. Bruijn
Eerste Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 36 104, B 2