Motie Van Hattem c.s. over afzien van een nieuwe wettelijke grondslag voor het coronatoegangsbewijs - Infectieziektenbestrijding - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. AU toegevoegd aan dossier 25295 - Infectieziektenbestrijding.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Infectieziektenbestrijding; Motie van het lid Van Hattem c.s. over afzien van een nieuwe wettelijke grondslag voor het coronatoegangsbewijs |
---|---|
Documentdatum | 05-07-2022 |
Publicatiedatum | 05-07-2022 |
Nummer | KST25295AU |
Kenmerk | 25295, nr. AU |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021
2022
25 295
MOTIE VAN HET LID VAN HATTEM C.S.
Voorgesteld 5 juli 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet bij gesprekken met sectoren de optie van de inzet van het coronatoegangsbewijs (ctb) opnieuw op tafel legt;
constaterende dat er met het vervallen van de Twm geen wettelijke grondslag meer is voor de inzet van het ctb;
constaterende dat uit onderzoek van de TU Delft is gebleken dat de aan het ctb verbonden 2G-beleid niet effectief is bij het voorkomen van besmettingen;
overwegende dat het niet aan economische sectoren is om te bepalen of de inzet van een ctb effectief, proportioneel en maatschappelijk aanvaardbaar is;
overwegend, dat het ctb als collectieve vrijheidsbeperkende maatregel een inbreuk vormt op de grondrechten van burgers;
overwegende dat, gelet op het onderzoek van de TU Delft, het aan het ctb verbonden 2G-beleid niet effectief is in het voorkomen van besmettingen en daardoor vooral schijnveiligheid biedt;
overwegende, dat het inzetten van een niet effectief middel dat ingrijpt op de grondrechten van burgers niet proportioneel is;
roept het kabinet op af te zien van een nieuwe wettelijke grondslag voor het coronatoegangsbewijs en deze optie niet als mogelijkheid aan de economische sectoren voor te leggen,
kst-25295-AU ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Hattem Faber-van de Klashorst Bezaan
Ton van Kesteren Van Strien
Eerste Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 25 295, AU 2