Begroting Koninkrijksrelaties 2022

1.

Kerngegevens

Officiële titel Begroting Koninkrijksrelaties 2022
Document­datum 13-10-2021
Publicatie­datum 13-10-2021
Nummer HTK20212022-11-2
Kenmerk 35925-IV
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Sprekers

De heer De Graaf (PVV)
Mevrouw Aukje de Vries (VVD)
Mevrouw Wuite (D66)
Mevrouw Kuiken (PvdA)
Mevrouw Van den Berg (CDA)
Mevrouw Bromet (GroenLinks)
De heer Ceder (ChristenUnie)
Mevrouw Koekkoek (Volt)
De heer Eppink (JA21)
De heer Kuzu (DENK)
Mevrouw Simons (BIJ1)

Aan de orde is de behandeling van:

  • het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2022 ( 35925-IV ).

De voorzitter:

Aan de orde is de begroting Koninkrijksrelaties. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris. Fijn dat u bij ons bent. Wij hebben twaalf deelnemers aan deze begrotingsbehandeling. De eerste spreker is de heer De Graaf van de fractie van de PVV. Hij heeft drie minuten spreektijd. Ik stel voor dat we per fractie vijf losse opmerkingen doen in deze termijn. U kunt ze in welke volgorde of combinatie dan ook inbrengen.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Graaf.

©

foto M. (Machiel) de Graaf
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
De heer De Graaf (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Meteen de gang erin, dat is wel handig met drie minuten en zo veel sprekers. Ik zal er nu twee opmaken.

Als het gaat om de Antillen: sinds 10-10-10 is er een andere vorm in onze Koninkrijksrelaties. Ik denk dat de crisis die we nu anderhalf jaar beleven door de coronamaatregelen een uitstekend moment is om aan de regering te vragen — ze zijn demissionair, maar op coronagebied missionair — om de andere landen in ons Koninkrijk nogmaals op te roepen om de gang naar volwassenheid te gaan maken en daarover ook met ze in gesprek te gaan. Want wat is er beter in de opvoeding van je kinderen — ik heb het in relatie met de eilanden vaker over "onze kinderen" gehad, op een liefdevolle manier — dan zeggen: dit is nou het moment om je volwassenheid te tonen. Dit is het moment om het helemaal zelf te gaan doen. Dit is het moment om je eigen bestuurscultuur te hervormen en vervormen, op een goede manier. Ik wil de staatssecretaris ertoe oproepen om dat gesprek wederom aan te gaan. Daar wil ik graag een reactie van de staatssecretaris op.

Voorzitter. Punt twee is Aruba en bestuurscultuur. Daar is een nieuw kabinet. Ook daar wordt aan een nieuwe bestuurscultuur gewerkt. Dan vind ik het mooi om te zien dat bijvoorbeeld minister Tjon ervoor gezorgd heeft dat belangenverstrengeling buiten beeld blijft. Hij heeft zijn vrouw namelijk verzocht om een andere functie aan te nemen, zodat die niet interfereert met zijn nieuwe functie. Ik vind dat heel mooi. Maar daartegenover staan wel drie ministers met de achternaam Croes en aangezien bijna iedereen op het eiland familie van elkaar is, vraag ik de staatssecretaris of hij daar nog eens het gesprek kan aangaan over de bestuurscultuur.

Voorzitter. Dan een ander punt van Aruba. De staatssecretaris wil coronasteun geven als wordt voldaan aan een voorwaarde. Het heeft niet onze voorkeur om die steun breed uit te betalen, maar de voorwaarde vond ik wel apart: 60 miljoen gulden bezuinigen op de gezondheidszorg om daarna iets aan de gezondheid te gaan doen. Dat is hetzelfde als een alcoholist vragen om drie flessen wodka op te drinken vlak voor het ingaan van de detox; dan pas mag hij de afkickkliniek binnen. Of tegen een rokende obesita-spatiënt zeggen: je hebt een QR-code nodig, en dus een injectie, om de McDonald's in te mogen om je daarna vol te eten. Dat is een beetje de voorwaarde die de staatssecretaris aan Aruba stelt. Dat vind ik bijzonder en daar wil ik graag uitleg over. Waar is de logica?

Voorzitter. Ik ben al bijna door mijn tijd heen en ik zie ook een interruptie van mevrouw Van den Berg naderen.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Ik wil even terugkomen op de inleiding van meneer De Graaf. Hij zegt: is de coronacrisis niet hét moment om tot volwassenheid te komen? Ik vraag me echt even het volgende af, en daar wil ik graag een nadere toelichting op hebben. In Nederland zeggen we dat het de grootste crisis na de Tweede Wereldoorlog is, een crisis waarin we het allemaal zeer moeilijk hebben en zeggen dat we het samen moeten doen. Waarom zegt u op zo'n moment in feite "je zoekt het maar uit en je stikt er maar in"?

De heer De Graaf (PVV):

Dat is een verkeerde interpretatie van mijn woorden. Ik snap het vanuit het CDA. De Antillen zijn voor het CDA het favoriete probleem om eeuwig te behouden, zodat we er eeuwig over kunnen praten en eeuwig geld naartoe kunnen sturen. Dan kun je er ook naartoe blijven vliegen met z'n allen. Helaas kon ik zelf deze zomer niet mee met onze studiereis samen met de Eerste Kamer, maar ik was graag meegegaan, ook om de situatie ter plekke te zien. Het kon er deze keer niet van komen. We moeten een crisis altijd gebruiken om er beter van te worden. Die crisis is er nu eenmaal. Laat ik het toch maar weer — het is toch een beetje mijn thema bij Koninkrijksrelaties — zeggen: als je kinderen iets heftigs meemaken, moet je dat beetpakken, zodat ze ervan groeien en op eigen benen komen te staan. Dat is een heel logisch verhaal. Dat is niet zeggen "stik er maar in". Dat is een hele mooie ontwikkelingsprikkel geven, waardoor je iemand juist helemaal in zijn kracht zet. Dat kan ook met die eilanden, of met de andere landen, moet ik zeggen.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Ten eerste. De woorden van meneer De Graaf over hoe het CDA naar dit dossier kijkt, laat ik even bij hem. Ik zal mijn inleiding straks beginnen door te zeggen: we hebben verre familie, we hebben naaste familie en wat ons betreft is het Caribisch gebied familie waarmee we al eeuwen zijn verbonden en waaraan we een verplichting hebben. Meneer De Graaf zegt dat je een crisis moet gebruiken om dingen beter te doen. Ik wijs erop dat deze staatssecretaris juist al met orkaan Irma heeft gezegd "building back better", dus probeer er beter uit te komen. Ik vind niet dat dit doorklinkt in de woorden van meneer De Graaf. Excuus. Ik kuchte twee keer, maar ik ben niet verkouden.

De heer De Graaf (PVV):

Het is niet verboden om verkouden te zijn.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Maar het klinkt dus niet door in de woorden van meneer De Graaf welke hulp hij wel wil geven. Dat is voor mij niet duidelijk.

De heer De Graaf (PVV):

Eigenlijk is het wel leuk wat mevrouw Van den Berg doet, want zij geeft in haar eigen woorden precies weer wat ik daarover gezegd heb. Dat is wel leuk, dus dank voor deze bevestiging hoe het CDA ertegen aankijkt. Dat is precies wat ik bedoel: het favoriete probleem eeuwig in stand houden. Je kunt wel zeggen dat het familie is, en dat zeg ik ook, maar — dat leg ik nogmaals uit — als er iets aan de hand is, moeten we wel zeggen: pak dit beet om er zelfstandig van te worden, om op te groeien, om volwassen te worden. Dat is een hele mooie prikkel. Ik denk dat dit nog steeds een heel mooi uitgangspunt is.

De voorzitter:

Prima. Dank u wel.

De heer De Graaf (PVV):

Voorzitter. Ik heb nog een laatste opmerking over Sint-Eustatius. Er is zo'n beetje Kamerbreed een motie aangenomen over 2026. Iedereen was toen verheugd, want er zou nooit meer president Trump zijn. Wie weet komt een van de Trumpen terug en staan we alsnog saluutschoten af te vuren in 2026 — graag! — om 250 jaar Verenigde Staten te vieren. Zo heeft karma toch altijd, naar ik hoop, een heel mooi einde.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Aukje de Vries van de fractie van het CDA ... van de VVD. Excusez.

©

foto A. (Aukje) de Vries
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Dank u wel, voorzitter. De bewoners en ondernemers in het Caribisch deel van ons Koninkrijk en het Caribisch deel van Nederland zijn keihard geraakt door de wereldwijde coronacrisis. Het was zwaar, en dat is het nog steeds. Het is goed dat Nederland alles in het werk heeft gesteld om de bewoners en de ondernemers op de eilanden te helpen met steun voor de zorg, voor de bedrijven en voor de inwoners, bijvoorbeeld als het gaat om voedsel en basisvoorzieningen. Helaas zijn de problemen en kwetsbaarheden nog duidelijker aan het licht gekomen en toegenomen, onder meer vanwege het wegvallen van de inkomsten uit de belangrijkste economische sector: het toerisme. De structurele problemen worden wat de VVD betreft te langzaam opgelost. Graag een reflectie van de staatssecretaris op het punt van het probleemoplossend vermogen op de eilanden.

Voorzitter. Ik zal mijn bijdrage opdelen in twee blokken. Allereerst de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en daarna de autonome landen in het Koninkrijk Curasao, Aruba en Sint-Maarten.

Voorzitter. Uit onderzoek komt naar voren dat ten minste 40% van de mensen onder het bestaansminimum leeft. Er zijn al stappen gezet met het ijkpunt voor het sociaal minimum en de bijbehorende maatregelen om de bestaanszekerheid van inwoners te verbeteren. Er is het Akkoord van Kralendijk op Bonaire, waarmee alle partijen, inclusief de werkgevers, akkoord zijn. Het is in principe terecht dat het demissionaire kabinet dit pakket aan een nieuw kabinet overlaat, maar 2022 lijkt daarmee een verloren jaar. De VVD wil in 2022 wel een stap zetten. Waarom heeft het kabinet er niet voor gekozen om op Saba en op Bonaire een stap te zetten in 2020 nu de kabinetsformatie zo lang duurt?

Voorzitter. De VVD wil ook kritisch blijven kijken naar de vaste kosten voor de inwoners van de BES. Het vergroten van de zelfredzaamheid is belangrijk. Investeringen in infrastructuur, IT en intereilandelijk openbaar vervoer zijn kosten die een klein eiland vaak niet zelf kan dragen. We moeten helpen met die investeringen en we moeten beseffen dat veel investeringen economisch vaak niet goed zullen renderen, maar wel belangrijk zijn om de kosten van het levensonderhoud structureel te verlagen, bijvoorbeeld door het aanleggen van zonnepanelen. Als Nederland de aanleg bekostigt, is de opgewekte stroom goedkoper en kunnen de vaste kosten dalen. Dat is wat ons betreft beter dan het inkomen of nutsvoorzieningen te subsidiëren. Er wordt incidenteel geïnvesteerd op de eilanden, maar voor de structurele vervolguitgaven is geen aandacht. Daar wordt geen rekening mee gehouden. Dat moet in de toekomst beter. Hoe wil de staatssecretaris dat oplossen?

Voorzitter. Er is ook een rapport van de universiteit van Wageningen over de ontwikkelingsmogelijkheden voor de agrarische sector in Caribisch Nederland. De VVD is groot voorstander van het meer zelfvoorzienend worden. Wat gaat het kabinet met dit rapport doen?

Voorzitter. De VVD wil graag weten wat de stand van zaken is rond het openbaar vervoer op Bonaire en hoe het zit met de uitbreidingsplannen van Bonaire International Airport en de investeringsagenda van WEB, oftewel Water- en Energiebedrijf Bonaire.

Voorzitter. Als we vinden dat de autonome landen in het Koninkrijk het financieel beheer op orde moeten hebben, geldt dat ook voor Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Saba is het enige eiland dat zijn zaakjes wel goed op orde lijkt te hebben. Welke ruimte kan Saba extra krijgen en wanneer kan hierover duidelijkheid komen? We zijn inmiddels heel wat jaren na 10-10-2010. Eigenlijk moeten we ons dus schamen dat het financieel niet overal op orde is. Kan de staatssecretaris aangeven wanneer het wel op orde is of moet zijn? Wanneer kunnen we de problemen opgelost hebben?

Voorzitter. In de beleidsagenda van Justitie 2021-2025 zijn onder meer ondermijning en grensbewaking als prioriteiten aangewezen. De VVD mist daarbij wel concrete doelen en een tijdsplanning of tijdpad. Wat gaat het concreet worden? Wanneer is duidelijk wanneer de Wet Bibob of een op de BES-eilanden toegesneden variant ook zinvol is? Er loopt een pilot, maar de VVD wil graag dat daar tempo mee wordt gemaakt, want ondermijning en corruptie moeten goed bestreden kunnen worden, ook op de BES-eilanden.

Dan de eilanden Curasao, Aruba en Sint-Maarten, de autonome landen. De eilanden zitten in een financieel-economi-sche crisis en hebben steun van Nederland nodig. De VVD wil die eilanden ook steunen en solidair zijn, maar we moeten ook verstandig zijn. We koppelen daar dus voorwaarden en hervormingen aan, zodat landen straks hun eigen broek op kunnen houden als autonome landen. Voorwaarden stellen is niet bijzonder. We doen dat bijvoorbeeld ook in de Europese Unie. De bestuurders van de autonome landen zouden zich vooral bezig moeten houden met hun bevolking, die werkloos wordt en hongerlijdt. Daar zou de focus op moeten liggen, want van autonomie kun je niet leven. Ik hoop dat de bestuurders de kans pakken om de goede dingen te doen voor hun bewoners en de bedrijven.

Voorzitter. Ik heb deze portefeuille sinds maart en toch is het voor mij nu al frustrerend om te zien dat er door de eilanden continu wordt heronderhandeld en vertraagd. Ik geef een paar voorbeelden uit de afgelopen tijd. Over de geschillenregeling is na veel overleg een moeizaam compromis bereikt. Als de regeling dan eindelijk in de Eerste Kamer ligt, dan wil Aruba niet meer en volgen ook Curasao en Sint-Maarten. Dat is wat ons betreft niet hoe je samenwerkt en hoe je bouwt aan vertrouwen.

Voorzitter. Nederland heeft in deze coronacrisis al veel liquiditeitssteun gegeven aan de landen Curasao, Aruba en Sint-Maarten, maar voorwaarde is wel dat er hervormd moet worden. Er is afgesproken dat er een Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling komt. Dat wordt echter maar vertraagd en vertraagd. De voorstellen zouden begin september worden gepresenteerd. Waarom zijn die er nog niet en waarom is het vertraagd? Laat ik maar duidelijk zijn: wat de VVD betreft geven we geen liquiditeitssteun meer als niet alle afspraken worden nagekomen.

Ook ten aanzien van de landspakketten lijkt er onwil om sommige afspraken na te komen. De landen en hun bestuurders moeten wat ons betreft hun verantwoordelijkheid pakken en nu zelf aan de bak. Wat ons betreft zit het basisprobleem toch bij slecht bestuur. Zo zijn de financiën niet op orde, geven de bestuurders elkaar door het systeem van friends and family baantjes door en is er sprake van corruptie, wanbestuur en taakverwaarlozing. Hoe zit het dan ook met de voortgang van de landspakketten? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de aanpak van het financieel beheer, het innen van de belastingen, het verbeteren van het openbaar bestuur, de aanpak van corruptie, ondermijning en witwassen, het verbeteren van de rechtsstaat en het hervormen en verbeteren van de economie? Niemand betaalt natuurlijk graag belasting, maar dat is wel nodig voor alle voorzieningen van de eilandbewoners. We hebben geen idee of dat wat er binnenkomt ook klopt. Friends and family betalen geen belasting, belasting wordt kwijtgescholden, bedrijven, hotels en casino's hoeven geen belasting te betalen en er zijn mensen die kunnen aantonen dat ze hebben betaald zonder dat het terug te vinden is in de administratie. Het kan niet zo zijn dat Nederland geld geeft terwijl de eilanden een zootje van het financieel beheer maken. Wanneer kunnen deze punten verbeterd en opgelost zijn?

Voorzitter. Twee punten tot slot. De verantwoordelijke bewindspersoon van Koninkrijksrelaties, de staatssecretaris, is vaak te afhankelijk van andere ministeries en heeft slechts een coördinerende rol. Het overzicht bij alle andere ministeries ontbreekt zelfs vaak. De VVD wil voor de toekomst meer bevoegdheden voor de bewindspersoon om verbeteringen adequaat door te kunnen zetten. Wat zou daarvoor volgens de staatssecretaris een werkbare vorm zijn?

Dan helemaal tot slot, mede namens de SP; dat zal u verbazen, voorzitter. De heren Van Raak en Bosman hebben op dit dossier natuurlijk altijd nauw met elkaar opgetrokken. SP en VVD zijn beide benieuwd hoe de regering de aangenomen motie-Van Raak over nieuwe verhoudingen wil gaan uitvoeren en in het verlengde daarvan ook de aangenomen motie-Bosman, die daar veel op lijkt. Ik hoop dat daar tempo mee wordt gemaakt.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. U bent behoorlijk korter dan u had opgegeven, dus dat scheelt. Dan is nu een heel mooi en plechtig moment aangebroken, want we gaan luisteren naar de maidenspeech van mevrouw Wuite. Mevrouw Leijten stond ook op de sprekerslijst, maar die is er niet. Dus u bent nu aan de beurt, mevrouw Wuite. Veel succes ermee. Mevrouw Wuite heeft twee minuten extra spreektijd gekregen, omdat het haar maidenspeech is. We gaan dus extra rechtop zitten met gespitste oortjes om naar haar te luisteren. Veel succes!

©

foto J. (Jorien)  Wuite
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
Mevrouw Wuite (D66):

Dank u wel, voorzitter. Goedemorgen, good morning, bon dia voor de voorzitter, voor de speciale gasten van de Caribische eilanden, voor de staatssecretaris en voor mijn waarde collega's. Het is inderdaad een enorme eer om hier te mogen zijn, in het hart van onze democratie, voor mijn maidenspeech over onder andere de wijze les van mijn tante Marjorie, de kracht van Irma en ook een verhaal over u en over mij. Mijn tante Marjorie vertelde me namelijk laatst dat decennia geleden door mijn grootvader is voorspeld dat ik hier zou staan. Dat deed hij onder de zogenaamde sandbox tree, een boom waar veel gemeenschaps-zaken op Sint-Maarten besproken en gepland werden door mensen die in die tijd, niet zoals in Nederland, nog niet mochten stemmen. Het zijn verhalen die je soms kunt gebruiken wanneer woorden tekortschieten over waarom je hier bent en waarom wij hier samen zijn.

Mijn moeder kwam uit Sint-Maarten en mijn vader uit Nederland. Toen mijn ouders elkaar op de kweekschool in Den Haag ontmoetten, waren biculturele gezinnen nog een uitzondering. Op zoek naar mijn biculturele identiteit ben ik als dertiger met mijn gezin naar de Cariben vertrokken. Toen Irma ons raakte, woonde ik op Sint-Maarten. Vier jaar geleden, op 6 september 2017, zat ik met mijn tante Marge in een kleine badkamer toen de storm met meer dan 300 kilometer per uur over de eilanden raasde. De beelden van wanhoop en van chaos hebt u in Nederland vast wel gezien. Mijn beste aankoop ter voorbereiding van de komst van Irma was een kettingzaag. Die had ik namelijk nodig om door de omgevallen bomen een pad naar de weg te snoeien. "We are a resilient country" was het mantra van velen in 2017, niet wetend dat het geloof in een veerkrachtige samenleving vorig jaar in alle delen van het Koninkrijk, ook hier in Nederland, centraal zou staan. Crises van deze omvang hebben een enorme mentale impact op je leven, ook op die van mij. En dat collectieve gevoel van rampspoed en de veerkracht die eruit voortkomt, draag ik voor altijd bij me.

Voorzitter. Het is vanuit deze geschiedenis en deze idealen dat ik, zoals ik al zei, vereerd ben om hier vandaag te mogen staan. Want we zijn hier niet zomaar. Ons verhaal begint al ver voor de geboorte van uw en van mijn ouders. Als ik denk aan onze geschiedenis, denk ik ook aan het verhaal van het Nederlandse Koninkrijk en zijn koloniën. De relatie was meer dan 300 jaar die van de overheerser en van de gekoloniseerde. Via het onderwijs en via eerlijke gesprekken hier, in onze Kamer, moeten we het hebben over deze gedeelde geschiedenis: de Nederlandse rol in de slavenhandel. We moeten het hebben over de gevolgen, wat het heeft gedaan met de verhoudingen, verscheurde familiebanden, en hoe deze diepgewortelde problemen kunnen worden weggewerkt, omdat het gaat om ongelijkheid.

Voorzitter. Caribische mensen roepen ons op om ook de beelden van het falen en het onvermogen te vervangen door de dingen die goed gaan, zoals lokaal ondernemerschap in Otrabanda, het doorzettingsvermogen voor betere landbouw. Over getalenteerde professionals hier en daar, creatieve mensen die zo veel talent en vibe laten zien, dat je leeft. Over Saba, als de eerste plek van Nederland met 100% duurzame energie tussen 8 en 5. Ik sta hier ook voor de jongere Nederlandse generatie, en heel veel vrouwen, die me open een eerlijk aangeven te weinig te hebben meegekregen over het koloniale verleden en die vinden dat dat moet worden rechtgezet. Ze zijn nieuwsgierig, geïnteresseerd. En jongeren die mij via social media influisteren dat het goed voelt dat iemand vanuit de eilanden in deze Kamer zit. Ik sta hier ook voor de Caribisch-Nederlandse medemens, hier in Nederland, en waar ik dagelijks trots op ben, omdat ze zich door tegenslagen heen slaan, zoals bijvoorbeeld een 22-jarige, die Nederlands studeert en zijn eerste dichtbundel uitbrengt: Tranen van een Caribiër. Ze vertellen me het gevoel te hebben er niet bij te horen. Ze zien weinig vertegenwoordiging en maken daarom ook, helaas, te weinig gebruik van hun stemrecht.

"The concept of we definitely had a priority over the concept of me; where me was only justified, or even relevant, in acting in service of we", schrijft Maria Plantz over haar vader. Dit gaat over ons en daarom wil ik eigenlijk niet spreken over een Europees en een Caribisch deel, of over vier landen en drie bijzondere gemeenten. D66 wil spreken over de hoop en aspiraties van één Koninkrijk der Nederlanden, waar gezamenlijke waarden, eerlijkheid, vrijheid, rechtvaardigheid en kansen, centraal staan. Dat vraagt commitment en investering; geen ambivalentie, geen terughoudendheid, en ook geen twijfel, noch hier en ook niet op de Caribische eilanden. D66 pleit voor een nieuw hoofdstuk met Koninkrijksrelaties, op basis van kracht en meerstemmigheid. Ik sta hier voor deze aspiraties. En ik voel dat het gaat lukken, in deze nieuwe Kamer, diverser dan ooit. Mensen verwachten van ons, in dit huis, dat we kunnen helen, en dat we kunnen verbinden.

Voorzitter. Het is dan ook op basis van dit persoonlijke verhaal dat ik mijn inbreng voor dit begrotingsdebat aan de hand van de thema's van sociale rechtvaardigheid, democratische waarden en klimaat voortzet met de vraag aan deze staatssecretaris. Om te beginnen met klimaatverandering, die, zoals we al eerder zeiden, de eilanden onevenredig hard raakt. Dat zei onze minister-president laatst ook bij de Verenigde Naties. Daarom is het van belang dat het Caribisch deel van het Koninkrijk in de frontlinie staat als het gaat om klimaatadaptatie. De BES-eilanden kunnen als eerste gemeenten van Nederland bijna volledig overstappen op duurzame energie: er is wind, er is zon en er is water genoeg. Het rapport Duurzame betaalbare energie in Caribisch Nederland stippelt een plan uit om dit te realiseren. Bonaire is nu nog te veel afhankelijk van olie en is kwetsbaar vanwege de spanningen in de regio. We moeten nu via Bonaire Brandstof Terminals BV noodgedwongen een investering doen in olievoorziening, terwijl we eigenlijk willen investeren in duurzaamheid. Tegelijkertijd rijzen de kosten voor energie de pan uit, hier en ook op de eilanden. Is de staatssecretaris het met me eens dat er dus een kans ligt voor duurzame en betaalbare energie? Naar aanleiding van de motie van mijn collega Boucke komt er een routekaart naar klimaatneutrale energievoorziening in Caribisch Nederland. Ik kijk daarnaar uit. Ik zou daar het volgende aan toe willen voegen: wordt er ook gekeken naar de urgente financiering hiervan?

Voorzitter. Het bestrijden van klimaatverandering is een zaak van het gehele Koninkrijk, maar je vindt helaas de woorden "duurzaamheid" en "klimaat" niet terug in de begroting, terwijl het zeker voor de lange termijn de meest urgente dreiging is. Daarom zal ik een motie indienen die oproept om met een gezamenlijke strategie te komen om klimaat een structureel onderwerp van gesprek te maken.

Voorzitter. De vraag die we ons hier moeten stellen, is of iedere Nederlander echt dezelfde euro waard is, of wij de Caribische eilanden echt waarderen. We kunnen de eilanden niet primair, zoals vaak wordt gedaan, als een kostenpost beschouwen. Caribische Nederlanders overzee kunnen nu nog niet eens meestemmen over rijkswetten die hen raken. Op de Antillen werd niet in 1919, maar pas in 1949 het algemeen kiesrecht ingevoerd. Dat is dus pas heel kort geleden.

Sterke democratische waarden zijn cruciaal voor onze toekomst. D66 blijft zich daarom ook zorgen maken over de traagheid van het herstel van de democratie op Sint-Eusta-tius. Het fundamentele recht op democratisch zelfbestuur van 3.000 inwoners is al drie jaar opgeschort. Daar stonden we achter, maar het is toch ongekend. Ik schaam me er eigenlijk voor dat het zo lang duurt. We hebben er een debat over gevoerd. In de voortgangsrapportage wordt gezegd dat we de routetijdtabel ontvangen, maar nu staat in de begroting dat de motie is afgedaan. Ik vraag daarom nog eens: waar blijft de routetijdtabel? Is vooral burgerparticipatie echt opgepakt? Helaas moet ik ook concluderen dat de situatie onder directe politieke verantwoordelijkheid van Nederland ook niet altijd zaligmakend is. Hoe kan het dat de financiële huishouding na drie jaar Haags bewind nog niet volledig op orde is voor zo'n kleine gemeente?

Voorzitter. Een jaar geleden begon de discussie over wat wij nu kennen als het COHO. We zijn ondertussen vele leningen en giften verder. Hebben we scherp waar we naartoe werken? Wanneer vinden we gezamenlijk dat het een duurzaam succes is? Het landsparket en de uitvoerings-agenda's blijven daarin soms onvoldoende concreet. Hoe worden duidelijke doelen gesteld? Worden belangrijke conclusies en aanbevelingen, zoals het AIV-rapport of het rapport van de Ombudsman, hierin meegenomen? Hoe lost de regering het signaal over capaciteitsproblemen bij het werken aan de hervormingen op?

Voorzitter. Tijdens het Interparlementair Koninkrijksoverleg zagen we een scherpe tweedeling. We zijn weer geraakt door de zorgen en de armoede van veel mensen die we hebben gesproken. Het duurt te lang. We kunnen niet wachten op de vorming van een nieuwe regering, zoals de collega van de VVD ook eerder heeft aangegeven. Daarom roept D66 de regering op om het minimumloon en de uitkering op Saba en op Bonaire te verhogen. Mensen verwachten van ons dat we de volgende stap zetten. Ik zal hier dus een motie over indienen.

Voorzitter. D66 staat voor verbondenheid binnen het Koninkrijk. "We are a resilient state" is naar mijn mening de juiste terminologie.

Dank u wel, voorzitter, en God bless.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

U bedankt. Een mooie, geïnspireerde maidenspeech. Felicitaties daarmee. U zei iets over een kettingzaag. Die kan misschien in politiek Den Haag ook nog eens van pas komen, dus ik zou hem zeker vanaf Sint-Maarten hiernaartoe importeren. Als u zo goed wilt zijn om hier even te gaan staan, dan schors ik voor een enkel ogenblik. Dan wordt u gefeliciteerd. Er zijn zelfs bloemen voor u. Mevrouw Wuite, als u hier gaat staan ... Ja, perfect. Dat is het mooiste. Ik schors een enkel ogenblik voor de felicitaties en dan gaan we verder.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Terwijl mevrouw Wuite nog even geniet van haar mooie bloemen — schuin afsnijden, denk erom — gaan we luisteren naar mevrouw Kuiken van de fractie van de Partij van de Arbeid.

©

foto A.H. (Attje)  Kuiken
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Allereerst felicitaties voor de maidenspeech van mevrouw Wuite. Het is altijd een heugelijk moment dat je dat hier kunt delen. Het was een prachtige beschouwing, van de family tree tot een resilient state. Dat biedt een hoop inspiratie en ik hoop dat we de komende maanden en jaren dat ook terug zullen zien in de samenwerking hier in dit parlement. Nogmaals gefeliciteerd.

Ik zal niet zo'n inspirerend verhaal houden, simpelweg omdat ik heel beperkte tijd heb, maar ook omdat ik zaken wil doen met deze staatssecretaris, die hier misschien wel voor de laatste keer in ons huis aanwezig is. Ik zeg niet dat hij het kabinet zal verlaten, maar goed, je weet maar nooit in welke rol en op welke post hij terug zal komen. Misschien hebben we dan wel een staatssecretaris Wuite of een staatssecretaris Paternotte, die ik nu toevallig in de zaal zie zitten. Dus het kan verkeren. Daarom benut ik graag deze kans om gewoon een aantal wensen op tafel te leggen. Die gaan met name over armoedebestrijding, wat geen verrassing zal zijn.

Ik begin met de onderstand. We hebben wederom indrukwekkende werkbezoeken afgelegd op Bonaire afgelopen zomer. Daarbij hebben we weer gezien dat mensen simpelweg niet rond kunnen komen. Vriend en vijand is het erover eens, alleen de laatste stap moet nog gezet worden. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dan ook: kunnen we een zet verwachten van dit demissionaire kabinet met steun van de Kamer?

Het tweede punt dat ook door mevrouw Wuite werd ingebracht, betreft de Wet op het minimumloon. Er ligt een prachtig Kralendijkakkoord. Het kan ingevoerd worden maar het moet nog wel voor 1 november geregeld worden. Dat betreft 3 miljoen. Ik zou dat graag geregeld zien. We kunnen een deel wellicht tijdelijk incidenteel uit de coronasteunpak-ketten halen en een deel op een andere manier structureel financieren. Mevrouw Wuite zal een voorstel doen. Ik weet niet of ik dat voorstel wel of niet kan steunen, maar in ieder geval ben ik zelf ook bereid om een concrete suggestie daarvoor neer te leggen. Maar wellicht is het nog beter als de staatssecretaris met een voorstel komt.

Een ander punt betreft de dubbele kinderbijslag voor kinderen met een ernstige beperking. Deze maatregel is toegezegd maar de uitvoering laat op zich wachten, omdat men niet tot een voorstel komt dat voor Bonaire werkbaar is. Het gaat om naar schatting 90 kinderen. Mijn verzoek is heel simpel: leg de bevoegdheid tot indicatie nu gewoon neer bij een kinderarts. 90 kinderen, dat kan een kinderarts aan en dat vraagt niet dezelfde ingewikkelde constructie zoals we die in Nederland hebben. Graag een reactie van de staatssecretaris.

De lonen op de eilanden liggen lager dan nodig. Ik zou graag vernemen of het niet mogelijk is om tot een loonkostenregeling te komen. Met name economische sectoren zoals toerisme, techniek, bouw, natuurbeheer, welzijn en detailhandel zijn in dit kader van belang. Is het niet haalbaar om in ieder geval een onderzoek hiernaar te starten?

Een ander belangrijk onderdeel als het gaat om levensonderhoud ...

De voorzitter:

Voordat u overgaat naar een ander onderwerp is er nog een interruptie van mevrouw Van den Berg.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Ik wil graag een toelichting. Mevrouw Kuiken heeft het over een loonkostenregeling. Ik ken wel een werkkostenregeling. Ik vraag mij even af of zij een bepaald belastingregime wil, dus graag een nadere toelichting.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

We willen het voor werkgevers in Caribisch Nederland mogelijk maken om nog niet volledig gekwalificeerde werknemers arbeid en studie te laten combineren.

Een belangrijk onderdeel om tot een haalbaar levensonderhoud te komen is het terugbrengen van de kosten. Dat geldt voor water, internettoegang en vervoer. We hebben eerder een motie ingediend die het ook heeft gehaald, om de tarieven voor energie en drinkwater structureel te verlagen, maar die wordt op geen enkele wijze uitgevoerd. Mijn simpele vraag is dan ook: waarom niet en waarom wordt hier geen geld tegenover gezet?

Vrij verkeer is ontzettend belangrijk. Wij kennen hier bus-en treinverbindingen, maar op de eilanden ben je gewoon afhankelijk van goed vliegvervoer en ook dat laat nog steeds te wensen over.

Er is in 2018 ingegrepen op Sint-Eustatius. Er was sprake van grove taakverwaarlozing. Wat is nu de stand van zaken om terug te kunnen gaan naar normale verhoudingen?

Dat was het, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Prima, dank u wel. Dan mevrouw Van den Berg van de fractie van het CDA.

©

foto J.A.M.J. (Joba) van den Berg
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Op deze wereld hebben we kennissen, vrienden en familie. De inwoners van de BES-eilanden Bonaire, Saba en Sint-Eustatius zijn voor de CDA-fractie als naaste familie en de inwoners van de CAS-landen Curasao, Aruba en Sint-Maarten als verre familie. We voelen ons met hen verbonden.

Deze staatssecretaris heeft de afgelopen jaren veel tijd, middelen en energie gestoken in de eilanden. Er zijn goede stappen voorwaarts gemaakt. Complimenten daarvoor.

Maar zoals in de recente bijeenkomst met het Rode Kruis weer indringend duidelijk werd: door orkaan Irma op SintMaarten en door corona op alle eilanden is er een enorme terugslag geweest. Er is nog grote armoede bij grote groepen, ondanks de diverse steunpakketten vanuit Nederland. Want door corona is de voornaamste inkomstenbron, de toeristenindustrie, nog niet op het oude niveau.

Voorzitter. Het CDA zou graag een geïntegreerd plan zien met perspectief, met name voor jongeren. Dat is een plan dat past bij het recente CDA-rapport "Recht doen, gezond leven, verschil verbinden. Samen verantwoordelijk." Daarin staat: "Ook de Caribische regio binnen ons Koninkrijk — met Aruba, Curasao en Sint-Maarten en als delen van Nederland Bonaire, Sint-Eustatius en Saba — verdient nieuw perspectief." Dat kan volgens het CDA alleen als er vier pijlers verder worden ontwikkeld.

Ten eerste, continuering van de inzet voor de rechtsstaat. In de begroting staat zeer terecht: "Een functionerende rechtsstaat is randvoorwaardelijk voor economische ontwikkeling en houdbare overheidsfinanciën, en ziet toe op rechtmatigheid van bestedingen." De CDA-fractie heeft tegen die achtergrond vorig jaar benadrukt dat vrije pers en onafhankelijke nieuwsgaring wezenlijke onderdelen zijn voor het functioneren van zo'n democratische samenleving. In een motie is toen gevraagd daar waar mogelijk te bevorderen dat de media in Caribisch Nederland en op de landen kunnen blijven functioneren. Welke acties zijn daartoe afgelopen jaar ondernomen? Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot de Pointe Blanche-gevangenis op Sint-Maarten? En is de regering bereid om eventueel nog verdere noodhulp te verstrekken aan de CAS-eilanden?

Ten tweede, meer bevoegdheden geven aan de bewindspersoon Koninkrijksrelaties, om versnippering te voorkomen. We pleiten daar als CDA-fractie en als Tweede Kamer al langer voor, maar uit het rapport van de Algemene

Rekenkamer uit juni van dit jaar blijkt: "Uit ons onderzoek blijkt dat de minister van BZK er niet in slaagt om haar coördinerende rol ten aanzien van Caribisch Nederland effectief in te vullen. Daar waar afstemming vooraf plaatsvindt, heeft dit vaak een informerend karakter. Het komt echter ook voor dat het ministerie van BZK pas achteraf verneemt dat een bijzondere uitkering is of wordt verstrekt door een verantwoordelijke minister". Dit moet echt stoppen. Graag vernemen we van de staatssecretaris wat daarvoor moet gebeuren.

Ten derde, bezien hoe meer uitgaven structureel gemaakt kunnen worden. Het eerdergenoemde rapport van de Rekenkamer bevestigt de huidige ad-hocaanpak. Tussen 2011 en 2019 zijn maar liefst 310 bijzondere uitkeringen verstrekt. De CDA-fractie ziet graag voor april 2022 een plan voor hoe gelden vanuit Nederland meer structureel gemaakt kunnen worden en minder geoormerkt. Daarnaast wil de fractie weten hoe de kosten van de bijzondere gemeentes meer gesocialiseerd kunnen worden met Nederland. Het betreft iets van 30.000 inwoners. In juni heb ik als voorbeeld het waterleidingnetwerk in Nederland genoemd. Het maakt in Nederland niet uit of je in Amsterdam woont op of op de Waddeneilanden. We socialiseren de kosten: we betalen dat met z'n allen. Dat geldt ook voor de sociale zekerheid. Graag ontvangen we daarom voor april 2022 ook een overzicht met betrekking tot de verschillende uitkeringen en de huidige financiering van die socialezekerheids- en nutsvoorzieningen. De collega's van VVD en D66 hebben het ook al bepleit: gezien de enorme armoede bepleiten wij ook dat er een verhoging komt van de uitkeringen en het minimumloon. Daar horen we graag een reactie op van de staatssecretaris.

Voorzitter. Het CDA vindt ook dat, analoog met de coronas-teun, de BES-eilanden moeten worden meegenomen in het debat over de energieprijzen.

Voorzitter. Ten slotte het verder diversificeren van de economie en het meer zelfvoorzienend worden. Voor welke ondersteunende regelingen komen start-ups in aanmerking? De CDA-fractie pleit al sinds 2017 voor de ontwikkeling van de landbouw. We hebben daarover recentelijk een presentatie gehad van de universiteit Wageningen. In die presentatie gaf de universiteit aan dat voor ieder eiland vier zaken nodig zijn: een integraal zoetwaterplan, een agrarisch ont-wikkelplan, een visserijontwikkelplan en een agrarischon-derwijsplan. Jaren geleden verleidde DSM jonge meisjes door hen tijdens een bedrijfsbezoek nagellak te laten maken. Dat vonden ze leuk. "Nou, dan moet je bij ons komen werken", zei DSM. Is de staatssecretaris bereid een onderwijsplan te maken, zodat de liefde voor landbouw en zelfvoorzienend worden de mensen daar met de paplepel wordt ingegeven?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De volgende spreker is mevrouw Bromet van de fractie van GroenLinks.

©

foto L. (Laura)  Bromet
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter. Ik ga vier onderwerpen bespreken in drie of vier minuten. Dat is weinig tijd, dus ik ga meteen van start. We zijn deze zomer met een delegatie op bezoek geweest op Bonaire. We hebben daar een bezoek gebracht aan mensen thuis. Mevrouw Kuiken van de PvdA had het er net ook al over. Dat heeft grote indruk op mij gemaakt, want als je ziet in welke armoede mensen leven, dan moet je je eigenlijk doodschamen. Een derde van de mensen leeft onder het sociaal minimum. Er is sprake van duur voedsel, hoge huren en een hoge energierekening. De onderstand is 30% tot 40% van het wettelijk minimumloon. Dat is te weinig om van te kunnen leven. Daarom heb ik een amendement ingediend om de onderstand te verhogen naar 70% van het wettelijk minimumloon, zoals dat in Europees Nederland ook geldt.

Voorzitter. Dan de natuur op Bonaire. Wij zijn met de delegatie rondgereden. Het is echt prachtig. Het is een van de aantrekkelijke factoren van Bonaire en een kans voor het toerisme. Tegelijkertijd is het toerisme ook een bedreiging. We kwamen langs de zoutmijnen. Door de natuurorganisaties werd gezegd dat de uitbreiding van villa's daar op de loer ligt, ook bij het aflopen van de concessie. De vraag aan de staatssecretaris is: hoe gaan we voorkomen dat de rijken het daar overnemen en, vaak zonder toestemming, villa's bouwen?

Er is een plan gemaakt voor een nieuwe containerhaven en een pier in beschermde natuur, om stookolie in te voeren. Zou dat in Nederland ook kunnen gebeuren? Zijn er alternatieven? Dat is mijn vraag aan de staatssecretaris.

Er is een beleidsplan natuur en milieu voor het Caribisch gebied. Dat loopt tot 2030, maar na 2024 is er bijna geen budget meer. Hoe moet dat plan uitgevoerd worden? Hoe gaat het met dat plan? Zijn er al resultaten?

Voorzitter. Er is onlangs een rapport uitgekomen van Amnesty over vluchtelingen op Curasao. Daar zijn vergelijkbare taferelen als in Turkije. Mensen worden opgesloten, krijgen geen toegang tot een advocaat of een asielprocedure en worden in de gevangenis gehouden totdat ze ervoor tekenen dat ze vrijwillig teruggaan. Europees Nederland financiert de grensbewaking en de detentie. Ik vraag aan de staatssecretaris: kan hij de mensenrechtenschendingen stoppen die met geld uit Nederland worden gefaciliteerd?

Tot slot. De Ombudsman, die wij ook over Caribisch Nederland hebben gesproken, vertelde dat studenten problemen hebben om zich in te schrijven voor opleidingen in Nederland, omdat ze geen bsn-nummer hebben. Het lijkt me een hele simpele en praktische manier om heel veel problemen op te lossen, dus mijn vraag aan de staatssecretaris is of hij kan regelen dat mensen een bsn-nummer krijgen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Het zijn toch drie minuten geworden. Dan de heer Ceder van de fractie van de ChristenUnie.

©

foto D.G.M. (Don)  Ceder
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
De heer Ceder (ChristenUnie):

Voorzitter. We bespreken vandaag de begroting Koninkrijksrelaties. Een begroting is veel meer dan alleen financiële cijfers. Het is een moreel document. Het beschrijft wat het kabinet ten diepste drijft en wat we als land belangrijk vinden. Ik heb mij het afgelopen halfjaar als Kamerlid bezig mogen houden met het onderwerp Koninkrijksrelaties. Ik heb gezien dat op tal van onderwerpen stappen zijn gezet, maar ik ben ook geschrokken, net als andere collega's, van de nog steeds grote verschillen binnen het Koninkrijk, tussen Europees en Caribisch Nederland en de andere landen binnen het Koninkrijk. Een paar weken geleden mocht ik met een aantal Kamerleden op Bonaire met eigen ogen zien dat er voor Caribische Nederlanders nog grote uitdagingen zijn op het gebied van bestaanszekerheid. Wij mochten thuiskomen bij een man die na een ziekte zijn been moest laten amputeren. Dat had effect op zijn mogelijkheden om nog te werken en in zijn eigen onderhoud te voorzien. Hij had gelukkig nog zijn omgeving, de mensen en de buurt die hem ondersteunden. Dat is een grote kracht van de eilanden, waar wij hier nog veel van kunnen leren. Maar zoals de staatssecretaris weet, wordt de situatie qua financiën wel heel ingewikkeld voor deze man, want hij kan niet meer mee.

Voorzitter. Ik ben er ten diepste van overtuigd dat het deze periode anders moet qua bestaanszekerheid voor de landen, maar ook voor de BES-eilanden. Ik hoop dan ook dat we deze uitdagingen met een gezamenlijke visie, doorzettings-macht en urgentie binnen de Kamercommissie kunnen aanpakken. Ik pak de handschoen graag op op een aantal punten.

Het eerste punt: bestaanszekerheid. Het is een aantal keer aangegeven, ook door mevrouw Wuite. We moeten het minimumloon en de inkomens verhogen. Ik steun daarom het voorstel dat eraan komt om nu een stap te kunnen maken om ervoor te zorgen dat mensen echt niet onder de ondergrens vallen. Maar ik maak me ook zorgen over andere levenskosten, zoals die voor energie. De mensen op de eilanden hebben tweemaal met de crisis te maken. Allereerst hebben zij te maken met het feit dat de subsidiëring van het afgelopen jaar komt te vervallen en daarbovenop komen ook nog de extra lasten, waar we ook hier in Europees Nederland mee geconfronteerd zijn. Wat gaat de staatssecretaris doen om dit te voorkomen? Ik zit te kijken of ik daar zelf met een voorstel voor kom, maar ik ben het ook eens met een aantal Kamerleden. Ik denk namelijk toch echt dat de staatssecretaris dit zou moeten herkennen en ik hoop ook dat hij aangeeft dat er een probleem is en dat daarvoor een oplossing onderweg is.

Voorzitter. Dan de Jeugdwet. Mijn voorgangers hebben zich vaak hard gemaakt voor de positie van kinderen op de BES. Ik pak die handschoen ook graag op. Volgens mij zou het heel goed zijn als er een jeugdwet voor de positie van de kinderen op de BES-eilanden komt, zodat de rechten van deze kinderen goed zijn vastgelegd en er voor de jeugdzorg-taken ook een wettelijke basis is. Wanneer gaat deze wettelijke regeling er komen?

Dan heb ik nog een punt ten aanzien van het COHO en de samenwerking met andere landen. Wederzijds vertrouwen binnen het Koninkrijk is geen vanzelfsprekendheid. Daar moet samen elke dag weer keihard aan gewerkt worden. Je merkt dat er nog stappen te zetten zijn, bijvoorbeeld als het gaat om de geschillenregeling. Dit is ook bij andere zaken het geval. Wij merkten ook tijdens het laatste IPKO, het Interparlementair Koninkrijksoverleg, dat deze stappen gezet moeten worden.

Voorzitter. Ik constateer onrust op de BES-eilanden ten aanzien van het COHO. Dit is onrust over autonomie, maar ook over de mogelijke ontwrichtende werking van te snelle hervormingen, en als het binnen de termijn gaat zoals bedoeld. Zij gaven aan mogelijk met een tegenvoorstel te komen, waarin de hervormingen wel doorgaan maar er ook naar termijnen gekeken zou kunnen worden, waardoor de ontwrichtende werking die zij voor ogen zien, verzacht zou worden. Ik vraag mij af of de staatssecretaris daar welwillend naar zou kunnen kijken.

Voorzitter. Dan mijn laatste punt: de bestrijding van mensenhandel. Het is een gruwelijk onrecht dat ook het Cari-bisch deel van ons Koninkrijk raakt. Denk hierbij aan de Venezolaanse vluchtelingen die in de gedwongen prostitutie belanden, of aan arbeidsmigranten die slachtoffer worden van arbeidsuitbuiting. We hebben in Europees Nederland met een Nationaal Rapporteur Mensenhandel een belangrijk wapen in de strijd tegen mensenhandel. Ik snap dat dit een landsbevoegdheid is. Maar ook op de BES mag de Nationaal Rapporteur nu niet wettelijk rapporteren, terwijl de Amerikaanse mensenhandelrapportages daar keer op keer op wijzen en Nederland ook zelf aangeeft dat een gemeenschappelijk interregionaal beeld van de aard en omvang van de problematiek van mensenhandel in het Caribisch deel van het Koninkrijk ontbreekt. Ik vraag me af of de staatssecretaris bereid is om met de Nationaal Rapporteur Mensenhandel in gesprek te gaan, om te kijken hoe de rapportage en de bestrijding van mensenhandel op de BES en in de landen verbeterd kunnen worden en hoe juiste opvang aan de slachtoffers geboden kan worden.

Voorzitter. Ik wacht het antwoord af, maar ik broed er ook op om hier mogelijk zelf met een voorstel voor te komen. Ik zie de antwoorden graag tegemoet. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De volgende spreker is mevrouw Koekkoek van de fractie van Volt.

©

foto M. (Marieke )  Koekkoek
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
Mevrouw Koekkoek (Volt):

Dank u wel, voorzitter. Het demissionaire kabinet heeft een aantal onderwerpen geprioriteerd, waaronder het bevorderen van de sociaal-economische structuur, hervorming en ontwikkeling na COVID-19 en het versterken van de bestuurs- en uitvoeringskracht. Volt moedigt deze prioriteiten aan en sluit zich daarom ook graag aan bij de inbrengen die in dat opzicht al door mijn collega's zijn gedaan.

Voorzitter. Vandaag wil ik mijn aandacht richten op de rechtsstaat en in het bijzonder op de mensenrechtensituatie in ons Koninkrijk. We zijn blij om in de begroting te zien dat het versterken van de rechtsstaat op Aruba, Curasao en Sint-Maarten als prioriteit wordt genoemd. Op dat vlak is namelijk nog veel winst te behalen, en daar is ook Nederland verantwoordelijk voor. Aandacht voor de rechtsstaat is nodig voor de veiligheid en gezondheid van de bevolking en voor de vreemdeling wiens rechten worden geschonden. Afgelopen maandag publiceerde Amnesty International het onderzoeksrapport Nog steeds niet veilig, waarin wordt geconcludeerd dat Venezolaanse vluchtelingen onvoldoende bescherming krijgen in Curasao. Is de staatssecretaris bereid om een schriftelijke reactie te geven op dit rapport en daarbij met name in te gaan op de aanbevelingen uit het rapport?

Voorzitter. De beschermingsprocedure in Curasao voldoet niet aan artikel 3 EVRM. Daardoor is het verkrijgen van rechtsbijstand voor vluchtelingen nagenoeg onmogelijk en worden vluchtelingen, waaronder kinderen, onder erbarmelijke omstandigheden in detentie gezet of zonder geldige procedure teruggestuurd. We benadrukken dat Nederland wel degelijk een rol speelt in het huidige beleid op Curasao. Zo is er substantieel geïnvesteerd in de kustwacht en worden er ook via deze begroting structureel aanvullende middelen vrijgemaakt voor grenstoezicht. In dat kader willen we de staatssecretaris vragen hoe en waar de bijdragen vanuit Koninkrijksrelaties in de begrotingen van Defensie en van Justitie en Veiligheid terug te vinden zijn.

Voorzitter. Als je steun aanbiedt, kun je daar ook waarborgen aan verbinden. We stellen de staatssecretaris daarom de volgende vragen. Welke waarborgen zijn er voor het beschermen van mensenrechten bij de steun aan Curasao en bij de vluchtelingenproblematiek? Hoe werkt de staatssecretaris met andere landen van het Koninkrijk aan een asielprocedure die wél recht doet aan de internationale en humanitaire standaarden? Hoe gaat de staatssecretaris zich in het aankomende periodieke overleg over de implementatie van mensenrechtenverdragen inzetten voor deze standaarden? Ik noem met name het garanderen van rechtsbijstand, het terugdringen van onrechtmatige detentie en het terugsturen van vluchtelingen zonder geldige procedure. Is de staatssecretaris bereid om Curasao te steunen bij de opzet van een systeem voor betaalbare en waar nodig gratis rechtshulp voor vreemdelingen? En hoe gaat de staatssecretaris middelen vrijmaken voor humanitaire hulporganisaties?

Voorzitter, tot slot. Met mensenrechten werkt het volgens Volt zo: als je ten aanzien van één groep nonchalant wordt, word je op termijn nonchalant ten aanzien van alle groepen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Eppink van de fractie van JA21.

©

foto D.J. (Derk Jan)  Eppink
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
De heer Eppink (JA21):

Voorzitter. Niet alleen het Europese, maar ook het Caribische deel van ons Koninkrijk heeft geleden onder de coronapandemie. De eilanden zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van toerisme. Tijdens de lockdowns kwamen er geen toeristen en waren er dus ook geen inkomsten. De coronapandemie kwam bovenop een toch al niet florissante situatie. Vanwege de problemen in het buurland Venezuela droogde de handel met dat land op, werkte de raffinaderij op Curasao op een laag pitje en werd de gerenoveerde raffinaderij' in Aruba niet heropend. Evenmin schoot het op met de diversificatie van de economieën. Minister-president Rutte, die in 2013 de West — zoals dat vroeger werd genoemd — bezocht, maakte de afspraak om "samen heel veel geld te verdienen". Het idee is natuurlijk prachtig, maar kennelijk is er niet veel van terechtgekomen.

Het idee om samen de markt in Latijns-Amerika te veroveren is prima, maar de praktijk is vaak weerbarstig. Het enthousiasme bij Nederlandse firma's bleek namelijk lauw en de politieke wil mager. Als de eilanden economisch niet levensvatbaar worden, blijft het zowel voor de BES-eilanden als voor de autonome eilanden Curasao, Aruba en SintMaarten een kwestie van bijpassen. Dat we in tijden van nood elkaar bijstaan is uiteraard prima, maar niet op permanente basis.

Een tweede punt dat ik naar voren wil brengen, is het geschil over de geschillencommissie. Het klinkt aardig, een geschil over de geschillencommissie. Aan die pingpongwed-strijd moet na ruim tien jaar een einde komen. De geschillen blijven namelijk voortduren in de geschillencommissie. Tijdens het recente Interparlementair Koninkrijksoverleg op Bonaire is afgesproken dat de autonome landen met een tegenvoorstel komen voor de Rijkswet Koninkrijksge-schillen. Aan de hand van het komende voorstel zal met inschikkelijkheid van beide kanten een compromis gevonden moeten worden. Ik acht een onafhankelijke geschillencommissie van groot belang. Het zou het onderlinge koloniale gevoel in de autonome landen voor een belangrijk deel wegnemen.

Voorzitter. Graag sluit ik af met de wens dat de historische banden tussen Nederland en de Caribische delen van ons Koninkrijk behouden blijven. Ik weet dat dit ook de uitdrukkelijke wens is van de BES-eilanden, alsmede van Curasao, Aruba en Sint-Maarten. Laten wij hen helpen en economisch vatbaar maken. Dat is de beste garantie voor het behoud van onze bijzondere band.

Dank u wel.

De voorzitter:

U bedankt. Dan de heer Kuzu van de fractie van DENK.

©

foto T. (Tunahan)  Kuzu
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, dank u wel. Allereerst een "bon dia" aan eenieder die vanuit de eilanden dit debat volgt. Want wij zijn met z'n 150'en hier niet alleen de volksvertegenwoordigers van Europees Nederland, maar ook de volksvertegenwoordigers van Caribisch Nederland en wetgevers namens de inwoners van de autonome landen binnen ons Koninkrijk.

Op 10 oktober 2010 zijn de verhoudingen binnen ons Koninkrijk ingrijpend veranderd. Het resultaat: na elf jaar autonomie voor de CAS-eilanden en de bijzonderegemeen-testatus voor de BES-eilanden is er nog steeds barre armoede voor de Caribische inwoners van ons Koninkrijk. Als deze situatie zich had voorgedaan in pak 'm beet Assen of Groningen, dan hadden we hier 30 plannen van aanpak met elkaar besproken en hadden we het probleem allang opgelost. Ondanks alle ingediende moties hier in de Kamer en alle schrikbarende rapporten van de Ombudsman over de staat waarin kinderen en ouderen zich bevinden, leeft 30% van de bewoners op de eilanden Bonaire, Sint-Eusta-tius en Saba in armoede. De aanpak van het kabinet-Rutte heeft dit jaar zelfs geleid tot een toename van huishoudens die onder de armoedegrens leven. Ook de autonome landen ontspringen de dans niet. Op ieder eiland leeft bijna 50% van de inwoners onder de armoedegrens. Dat is ongelofelijk, maar helaas waar. Het is de harde realiteit binnen ons Koninkrijk. Kinderen worden gedwongen om te stelen. Zonen worden gedwongen om de criminaliteit in te gaan.

Dochters zoeken uit pure wanhoop de oplossing in de escortwereld. In Europees Nederland zouden we dat niet accepteren.

Voorzitter. De inwoners van de eilanden worden behandeld als tweederangsburgers. De noodsituatie, de barre omstandigheden en de stille sociale en financiële crisis worden te vaak afgedaan als bureaucratisch onmogelijk op te lossen en als zaken die meer tijd nodig hebben. Ik vraag me af hoeveel jaar het nog moet duren voordat de vaste lasten op de eilanden betaalbaar worden en de inwoners recht hebben op een sociaal minimum. Graag hoor ik een reactie. Hoeveel jaar nog voordat de corruptie achter de schermen, die direct invloed heeft op de afbraak van het sociale domein, hard wordt aangepakt? Hoeveel jaar nog voordat er structureel wordt geïnvesteerd in de eilandkin-deren, zodat zij zonder zorgen kunnen studeren en een toekomst kunnen opbouwen? Hoeveel jaar nog voordat wij Caribisch-Nederlandse burgers zien als volwaardige Nederlanders die recht hebben op dezelfde kwaliteit van leven zoals we die hier hebben in Europees Nederland? Graag een reactie van de bewindspersoon.

Voorzitter. Vorig jaar zijn er vanuit het kabinet koopkracht-maatregelen voorgesteld voor de BES-eilanden. Maar we krijgen signalen dat hier heel weinig van terechtkomt. Kan de staatssecretaris aangeven waarom die zo moeizaam van de grond komen?

Voorzitter. Dan een ander punt: het koloniale gedachtegoed. Daar heb ik wel vaker over gesproken hier in de Kamer. Dit kabinet heeft met het wetsvoorstel Rijkswet Caribisch orgaan voor de hervorming en ontwikkeling inbreuk gemaakt op de autonomie van de landen. Dat wordt ook bevestigd door de Raad van State. Dit kabinet heeft 470 miljoen aan de Wereldbank gegeven voor de wederopbouw van Sint-Maarten. Daar is nog veel te weinig van terechtgekomen, vanwege de afwezigheid van assistentie. De inwoners van Sint-Maarten leven nog steeds in barre omstandigheden, met ingevallen daken, terwijl de medewerkers van de Wereldbank die belast zijn met de uitvoering hiervan rustig worden doorbetaald vanuit het fonds. Dit kabinet heeft het bestuur van Sint-Eustatius in 2018 zonder pardon opzijgeschoven. Ook al werden er vorig jaar verkiezingen gehouden, Nederland heeft nog steeds het bestuur in handen. Kan de staatssecretaris aangeven wanneer de einddatum van het Nederlandse ingrijpen in zicht komt?

Voorzitter. Tegen hen die naar dit debat luisteren, tegen hen die de wanhoop van de inwoners van de eilanden voelen en tegen hen die dit volgen voor een teken van hoop en redelijkheid, zeg ik: dios bendishona bo.

Dank u wel.

De voorzitter:

We gaan het ondertitelen. Dank u wel. Mevrouw Van der Plas is de volgende spreker, maar die zie ik niet. Daarom geef ik het woord aan de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is mevrouw Simons van de fractie van BIJ1. Ik stel vast dat dit debat was ingepland tot 13.45 uur vandaag, maar dat we iets eerder klaar zijn.

©

foto S.H. (Sylvana)  Simons
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
Mevrouw Simons (BIJ1):

Dank u, voorzitter. Ik wil graag beginnen met mijn liefdevolle felicitaties aan mevrouw Wuite. Dank voor een prachtige maidenspeech. Het is heel fijn om te zien dat er ook stemmen in dit debat zijn met geleefde ervaring vanuit het Caribisch perspectief. Ik ben daar heel blij mee.

Het is 226 jaar geleden dat er een man opstond in de toenmalige kolonie van ons Koninkrijk, Curasao. Het was een zwarte man. Hij was tot slaaf gemaakt en van zijn menselijkheid beroofd. Hij was als niets meer dan handelswaar en bezit tewerkgesteld, uitgebuit en mishandeld. De man was echter ook slim, strijdvaardig en intelligent. Hij was, ondanks zijn ketenen, een man vol dromen en idealen. Hij was een man die hoorde over de Amerikaanse en de Franse revolutie en over gelijkheid voor de wet. Hij had dromen en idealen die Nederland op dat moment nog niet voor ogen hield. En dus stond hij op. Zijn naam was Tula. Tula was een zwarte verzetsstrijder en verzetsheld uit de Nederlandse geschiedenis, die opstond tegen de slavernij, tegen de onmenselijke mishandeling van tot slaaf gemaakten en tegen de onvrijheid waartoe zij werden gedwongen. Zijn naam en nalatenschap leven nog altijd voort op Curasao, maar hier in Nederland weten maar weinig mensen dat de strijd voor vrijheid en menselijkheid al eeuwenlang deel is van de zwarte Nederlandse geschiedenis.

Voorzitter. Ik deel deze geschiedenis niet omdat het een mooie manier is om iedereen hier een schuldgevoel aan te praten. Nee, ik deel deze geschiedenis omdat het ónze geschiedenis is. Onze Nederlandse geschiedenis. Het is kwalijk dat we die stukken geschiedenis niet kennen en er niet mee opgroeien. Sterker nog, het is kwalijk dat ze onder het tapijt worden geschoven, verzwegen en actief buitengesloten van ons onderwijs. Daarmee verliezen we niet alleen een archief aan verhalen over leiderschap, zwart leiderschap, talent en verzet, maar verliezen we ook de collectieve herinnering aan wat we als samenleving al hebben doorstaan, aan waar we vandaan komen met elkaar en aan hoe die geschiedenis ons heden blijft kleuren. Want Tula streed niet alleen voor een einde aan de mishandeling. Hij streed voor vrijheid, voor waardigheid en voor gelijkwaardigheid. Voor een ongedwongen bestaan zonde armoede, honger of angst.

Tula wilde niet meer dan een ander, maar zeker ook niet minder. Zijn vrijheidsstrijd werd met grof geweld en marteling de kop ingedrukt, maar zijn strijd voor een waardig bestaan zonder dwang blijft kennelijk onverminderd belangrijk binnen ons Koninkrijk, en zeker hier in deze commissie. Het is exact deze commissie waar ons koloniaal erfgoed tot leven komt. Aan de basis van de relatie tussen Europees Nederland en Caribisch Nederland ligt immers onvermijdelijk en logischerwijs 400 jaar slavernij, kolonialisme en dwang. Ondanks dat Nederland stug volhoudt dat die geschiedenis ver achter ons ligt, is de slavernij pas 148 jaar geleden afgeschaft. Die geschiedenis gaat over familieleden die wij nog hebben gekend. Over intergenerationeel leed, dat tastbaar is in het heden. Over mentaal en fysiek herstel, dat nog altijd plaatsvindt, en over vooroordelen die je kansen in het leven blijven bepalen.

Ook het kolonialisme is niet iets van lang geleden. Sterker nog, ik proef het soms nog en ik hoor het soms nog in de woorden die enkele Kamerleden hier spreken. Het koloniale bewind ligt voor Aruba, Curasao en Sint-Maarten nog maar elf jaar achter hen. Ik moet dan een beetje grinniken als ik Kamerleden hoor spreken over: het is tijd om volwassen te worden. Je zou je helemaal het schompes schrikken als een baby van 2 maanden opeens rechtop staat en zijn tanden in een appel zet. Tja! Vervelend nieuws; ik zie het aan sommigen.

Deze landen hebben slechts een decennium achter de rug als onafhankelijke landen in dit Koninkrijk en slechts een decennium op hun naam waarin zij hun rechtsstaat, hun bestuur en hun leiderschap hebben vorm kunnen geven. Zij kunnen dat alleen doen naar het voorbeeld dat hun is achtergelaten. Deze landen zijn gevormd door onze gedeelde geschiedenis en hebben slechts dat om op voort te bouwen. Met andere woorden: als je een land in puin achterlaat, dan zal het ook nog wel even in puin blijven. Bonaire, Statia en Saba zijn nog altijd onderdeel van dit Koninkrijk, als bijzondere gemeenten, openbare lichamen of welke namen we er dan ook maar aan mogen geven om de realiteit te verhullen. Nederland heeft nog steeds koloniën aan de andere kant van de wereld, heeft eeuwenlang de eilanden uitgebuit en stambomen naar een deel van de wereld gedwongen waar hun wortels niet lagen, maar waar zij toch vaste voet aan de grond moesten weten te krijgen. Het is in die zin niets meer dan logisch dat je vervolgens verantwoordelijkheid neemt voor het gezond opbloeien van hetgeen je hebt gezaaid.

Voorzitter. De slavernij en het kolonialisme doorleven nog altijd onze realiteit, kleuren nog altijd onze relaties en bepalen ook nog steeds onze vertrekpunten. Ze laten sporen na in de machtsverhouding tussen Europees en Caribisch Nederland, een relatie waarin Den Haag nog altijd de agenda bepaalt. Hoe opvallend dat wij weer spreken over deze Koninkrijksdelen, zonder dat er daadwerkelijk vertegenwoordiging uit die delen in deze Kamer aanwezig is.

De voorzitter:

Een vraag van mevrouw Bromet.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Ik was deze zomer voor het eerst in mijn leven op Bonaire, of überhaupt buiten Europa. Wat mij opviel in de gesprekken die ik daar voerde met de mensen, was dat er aan de ene kant een drang tot onafhankelijkheid was en aan de andere kant ook een hele grote afhankelijkheid van Nederland. Ik snap dat, maar ik heb eigenlijk al die maanden daarna zitten nadenken: hoe kun je dit nou weer veranderen? Ik ben benieuwd hoe mevrouw Simons daarover denkt.

Mevrouw Simons (BIJ1):

Ik dank mevrouw Bromet voor deze vraag. Het is een oprechte vraag die heel erg raakt aan de kern van de uitdagingen die voor ons liggen. De vergelijking met familie en kinderen wordt hier vaak gemaakt. Opgroeien is een proces. Elke ouder weet dat het loslaten van je kinderen begint op het moment dat ze geboren worden en elke ouder weet ook hoeveel pijn dat doet, want je wilt er alles aan doen om dat kind te beschermen en om dat kind alles mee te geven waardoor het kan worden wie jij denkt dat het moet zijn of mag zijn of kan zijn. De realiteit is dat kinderen een eigen identiteit hebben. Wat ze vooral nodig hebben, is de ruimte om die eigen identiteit te ontdekken. Kinderen leren lopen door te vallen en dan weer op te staan. Ze leren dat ze hun hand niet op een hete kachel moeten leggen doordat ze het een keer proberen en er dan achter komen dat dat helemaal niet zo'n goed idee is. Als wij ons realiseren dat de echte onafhankelijkheid voor een aantal van deze Nederlandse Koninkrijksdelen maar tien jaar oud is, dan mogen wij helemaal niet verwachten dat zij de handschoen oppakken om tot die zelfstandigheid te komen. De voormalige colonizer moet hun de ruimte geven om tot volwassenheid te komen.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Net als bij het ouderschap — ik heb zelf vier kinderen — is het een voortdurende zoektocht naar waar je grenzen stelt en waar je stimulerend optreedt. Ik snap dat er geen pasklaar antwoord is, maar ik zou ook tegen de mensen daar willen zeggen: het is een zoektocht en die moeten we gezamenlijk maken.

Mevrouw Simons (BIJ1):

Dank u wel. Ik wil mevrouw Bromet bedanken voor deze oprechte bijdrage. Het is inderdaad een zoektocht, maar die zoektocht kunnen we alleen samen volbrengen als we dat vanuit gelijkwaardigheid doen. Ik denk dat de toon die ik af en toe in dit huis hoor, nog heel erg uitgaat van: wij weten hoe het moet en zij moeten het doen zoals wij denken dat het goed is voor hen. Dat is een ongelijkwaardigheid, die weliswaar een verklaarbare wortel heeft, maar waar we, denk ik, toch afscheid van moeten nemen, want het is niet de manier. Nogmaals, ik denk niet dat je van een land kunt verwachten dat het uit het niets zelf de sleutel heeft tot de uitdagingen waar zij zelf middenin zitten. Dat kleurt ook het perspectief waarmee zij naar zichzelf kijken en naar hun eigen identiteit. Het is inderdaad een zoektocht en ik ben blij dat mevrouw Bromet dat ook zo ziet. Dat schept hele mooie vooruitzichten voor het werk dat we samen in deze commissie kunnen doen.

De slavernij en het kolonialisme doorleven dus nog altijd onze realiteit. Ze kleuren nog steeds onze relaties en, zoals ik al zei, ze bepalen ook onze vertrekpunten. Ze laten hun sporen na in de machtsverhouding tussen Europees Nederland en Caraïbisch Nederland. Dat is een relatie waarvan wij nog altijd denken dat wij de agenda moeten bepalen, en die dus zelfbesturen van de eilanden de facto weinig zeggensmacht gunt.

Kunnen we eigenlijk spreken over gelijkwaardigheid als besluitvorming slechts getolereerd wordt op onze voorwaarden? Kunnen we spreken over vrijheid als we autonomie beschouwen als iets wat men dient te verdienen? Neem bijvoorbeeld de liquiditeitssteun en het COHO. Het is noodsteun om de coronacrisis te overleven, om de bevolking niet verder de armoede in te duwen en om in de meest basale levensbehoeften te blijven voorzien. Zo is de liquiditeitssteun noodzakelijk voor de kosten die de humanitaire noden vragen. Het Rode Kruis heeft van die fondsen minstens een kwart van de bevolking voorzien van voedselpakketten. Een kwart! Dat is hoe schrijnend de armoede in Caraïbisch Nederland is. En die hulp is niet langer mogelijk bij het stopzetten van de liquiditeitssteun; die fondsen zijn dus noodzakelijk. Maar ondanks de noodzakelijkheid vindt

Den Haag het wel welletjes geweest. Het moet maar eens afgelopen zijn.

En nog fundamenteler: de eilanden dienden eerst te voldoen aan onze voorwaarden om die noodsteun te verdienen. Maar wat betekent zeggenschap nog als je praktisch gezien geen andere keuze hebt dan instemmen met de eisen die Den Haag aan je stelt? Kunnen we spreken over gelijkwaardigheid als we besluitvorming slechts tolereren op onze voorwaarden? Kunnen we spreken over vrijheid als we autonomie beschouwen als een verdienmodel?

Ik lees door de hele begroting meerdere malen dat Nederland de eilanden ondersteunt in het opbouwen van de bestuurscapaciteit. Mijn vraag is: wat houdt die ondersteuning in? Spreken we over incidentele gelden, leningen of personeel? Of spreken we over het structureel opleiden, scholen en verdiepen van de bestuurskennis van de capabele ambtenaren op de eilanden, en het bieden van technische ondersteuning, in plaats van hun kwalijk te nemen dat ze niet weten wat hun nooit geleerd is? Want als dat laatste hier niet aan de orde is, dan is het ronduit hypocriet om de beperkte bestuurscapaciteit in de schoenen van de eilanden zelf te schuiven. Immers, kunnen we spreken over zeggenschap als je een volk zijn daadkracht eeuwenlang hebt ontnomen, en het vervolgens niet in volle glorie wil herstellen?

En in het kader van een gelijkwaardige relatie tussen daar en hier vraag ik: zijn de eilanden eigenlijk zelf gevraagd naar hun prioriteiten? En zijn die behoeften tot uiting gekomen in de huidige begroting? Zo niet, wat zegt dat dan over de waarde die we toekennen aan de wensen en de kennis van Caribisch Nederland zelf? Want als ik naar de verschillende bewindspersonen van de eilanden luister, dan komen er heel andere prioriteiten naar voren. Ik heb bijvoorbeeld gehoord over de gewenste belastinghervormingen. Die vinden wij hartstikke belangrijk, maar zij dus ook. We hoeven ze die hervormingen dus niet eens op te leggen, want ze willen die gewoon zelf. Ik hoor over een ijkpunt sociaal minimum, dat de werkelijke noodzakelijke kosten van levensonderhoud dekt. Het is een schande dat er mensen, nota bene in ons land, zo ver onder het bestaansminimum moeten leven. Maar ja, waar vind ik dat terug in de begroting? Ik heb het niet gezien.

Het argument dat er geen dekking is, snijdt wat ons betreft geen hout. Want als tijdens de APB de begroting plotseling wél opengebroken kon worden en als bijvoorbeeld de energiearmoede in Europees Nederland kan worden bestreden, dan kunnen we ook iets doen voor het andere stukje Nederland, als we het belangrijk vinden.

Is het realistisch dat de landen de liquiditeitssteun kunnen aflossen vanaf april 2022, terwijl de crisis nog in volle gang is en er nog behoefte is aan meer steun? Is er nagedacht over de gevolgen hiervan? Leidt dit niet tot een vicieuze cirkel, waarin het afbetalen van de lening zorgt voor minder beschikbare gelden voor de vereiste hervormingen, waardoor de hervormingen niet kunnen worden gerealiseerd, wat er vervolgens weer voor zorgt dat liquiditeitssteun wordt stilgelegd en waardoor er op diens beurt weer te weinig fondsen zijn om de eilanden uit de crisis te helpen? Is er überhaupt overwogen om de terugbetalingsverplichting van de liquiditeitssteun kwijt te schelden?

Afsluitend zeg ik nogmaals: de hulp die de eilanden nodig hebben van Europees Nederland, staat niet op zichzelf. Die hulp komt voort uit een eeuwenlange geschiedenis van kolonialisme, slavernij en dwang. Hij komt voort uit een geschiedenis die niet ver achter ons ligt, maar die sterk leeft. Daaruit vloeit de verantwoordelijkheid voor Nederland voort om, voor zolang als nodig, zorg te dragen voor het gezond opbloeien van hetgeen Nederland heeft gezaaid. En dat kan best zonder het paternalisme dat zich hier vandaag, maar bijvoorbeeld ook in de begroting, weer heeft verspreid.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

U bedankt. Mevrouw Simons was de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Morgenavond gaan we luisteren naar de staatssecretaris en zijn antwoorden.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors tot 13.15 uur. Dan gaan we praten over de misstanden in de turnsport.

De vergadering wordt van 11.32 uur tot 13.19 uur geschorst.

Voorzitter: Bergkamp

13 oktober 2021

TK 11

Tweede Kamer Begroting Koninkrijksrelaties 2022 11-2-12


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.