35328, nr. 9 - Amendement Stoffer over een uitzondering bij hoofdzakelijk gebruik als stikstofhoudende grondstof - Wijziging van de Gaswet betreffende het beperken van de vraag naar laagcalorisch gas van grote afnemers - Hoofdinhoud

Van de negen afnemers van Groningen-gas die meer dan 100 miljoen m3 onttrekken via hun aansluiting, gebruiken de meeste bedrijven het gas als brandstof. Een enkel bedrijf gebruikt het gas hoofdzakelijk als grondstof, zowel de koolwaterstof- als de stikstofcomponent. Voor omschakeling naar hoogcalorisch gas zijn bij gebruik van de stikstofcomponent als grondstof relatief veel hogere en additionele investeringen nodig dan bij gebruik als brandstof of alleen van de koolwaterstofcomponent als grondstof. Bij installaties waar tevens gebruik gemaakt wordt van de stikstofcomponent in het gas treedt bij overschakeling op hoogcalorisch gas bovendien verlies van energie-efficiëntie op met een grotere CO2-uitstoot en hogere operationele kosten. Bij gebruik van het gas als brandstof of bij gebruik van de koolwaterstofcomponent als grondstof is dat niet het geval. Concreet betekent de omschakeling voor deze bedrijven een teruggang op de EU-ETS benchmark en per saldo meer CO2 emissie, hetgeen strijdig is met de klimaatambities. Daarbij komt dat Gasunie Transport Services heeft aangegeven dat er binnen afzienbare termijn voldoende stikstofhoudend pseudo-Groningengas beschikbaar is en dat het verbod voor grote afnemers derhalve zelfs een heroverweging verdient. Alles afwegende, stelt de indiener voor om de enkele afnemer die het laagcalorisch gas hoofdzakelijk gebruikt als stikstofhoudende grondstof vrij te stellen van het genoemde verbod. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorwaarden gesteld worden, zoals afnamebeperkingen indien onvoldoende pseudo-Groningengas beschikbaar is, zoals in extreem koude winters, in geval van onvoorziene calamiteiten, of onverhoopte vertraging van het gereedkomen van de stikstoffabriek.