Brief regering; Subsidievaststelling ROAD-project - Energierapport - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 70 toegevoegd aan dossier 31510 - Energierapport.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Energierapport; Brief regering; Subsidievaststelling ROAD-project |
---|---|
Documentdatum | 24-02-2020 |
Publicatiedatum | 25-02-2020 |
Nummer | KST3151070 |
Kenmerk | 31510, nr. 70 |
Commissie(s) | Economische Zaken en Klimaat (EZK) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
31 510
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 24 februari 2020
Op 27 juni 2017 heb ik uw Kamer per brief (Kamerstuk 31 510, nr. 67) op de hoogte gesteld van het besluit van Uniper en Engie, de twee initiatiefnemers van het Rotterdamse CO2-afvang en -opslag (CCS)-project ROAD (Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject), om zich terug te trekken uit dit project.
Op 20 oktober 2017 heb ik uw Kamer vervolgens geïnformeerd (Kamerstuk 31 510, nr. 68) dat het ROAD-project beëindigd wordt en dat de afwikkeling van de rijkssubsidie en de Europese subsidie in gang gezet is. Ook heb ik in deze brief aangegeven u over het verdere verloop van de afwikkeling op de hoogte te stellen. Dat doe ik middels deze brief.
Voor het ROAD-project was een rijkssubsidie van 150 miljoen euro verleend. Hiervan is destijds 15,2 miljoen euro als voorschot uitgekeerd. Ook de Europese Commissie heeft financiering toegezegd (180 miljoen euro) en een voorschot verleend. Omdat de berekening van het definitieve subsidiebedrag voor de investeringsfase dezelfde grondslag had als de Europese subsidie, is eerst de Europese subsidievaststelling afgerond en daarna de Nederlandse. In het najaar van 2019 heb ik de definitieve subsidie voor het ROAD-project op 12,9 miljoen euro vastgesteld en 2,3 miljoen euro teruggevorderd van het eerder verleende voorschot.
De kennis en ervaring opgedaan tijdens het ROAD-project, zoals technische studies, ruimtelijke plannen en de vergunning voor de opslag, zijn waardevol voor het nieuwe initiatief voor CO2-afvang en -opslag dat momenteel in het Rotterdamse havengebied ontwikkeld wordt. Dit leidt tot lagere kosten in de ontwikkeling van het project en hogere kwaliteit. Ik volg dan ook met belangstelling de ontwikkelingen van dit project en zal mij inzetten om dit project te ondersteunen waar nodig en mogelijk.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
kst-31510-70 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 31 510, nr. 70