Motie Van Meenen over een uitvoerbaar en hanteerbaar toetsingskader - Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het onderwijstoezicht en enkele andere wetten in verband met actualisering van de deugdelijkheidseisen, het daarmee samenhangende onderwijstoezicht en vermindering van administratieve verplichtingen in het funderend onderwijs, alsmede reparatie van wetstechnische gebreken (actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 17 toegevoegd aan wetsvoorstel 35102 - Actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het onderwijstoezicht en enkele andere wetten in verband met actualisering van de deugdelijkheidseisen, het daarmee samenhangende onderwijstoezicht en vermindering van administratieve verplichtingen in het funderend onderwijs, alsmede reparatie van wetstechnische gebreken (actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs); Motie; Motie van het lid Van Meenen over een uitvoerbaar en hanteerbaar toetsingskader |
---|---|
Documentdatum | 22-01-2020 |
Publicatiedatum | 23-01-2020 |
Nummer | KST3510217 |
Kenmerk | 35102, nr. 17 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
35 102
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het onderwijstoezicht en enkele andere wetten in verband met actualisering van de deugdelijkheidseisen, het daarmee samenhangende onderwijstoezicht en vermindering van administratieve verplichtingen in het funderend onderwijs, alsmede reparatie van wetstechnische gebreken (actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs)
Voorgesteld 22 januari 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de onderwijsinspectie vaststelt dat in het funderend onderwijs experimentele onderwijsconcepten gehanteerd worden die niet deugdelijk zijn onderbouwd en die het belang van kinderen schaden;
overwegende dat elk kind recht heeft op goed onderwijs dat op een deugdelijke onderbouwing gebaseerd is;
verzoekt de Minister, in overleg met de onderwijsinspectie te komen tot een uitvoerbaar en hanteerbaar toetsingskader voor de deugdelijkheid van onderwijskundige concepten, en de Kamer hierover voor de volgende begrotingsbehandeling te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Meenen
kst-35102-17 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 102, nr. 17