Motie Koerhuis/Ronnes over realisatie van middenhuurwoningen - Woningcorporaties - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 501 toegevoegd aan dossier 29453 - Woningcorporaties.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Woningcorporaties; Motie; Motie van de leden Koerhuis en Ronnes over realisatie van middenhuurwoningen |
---|---|
Documentdatum | 15-01-2020 |
Publicatiedatum | 16-01-2020 |
Nummer | KST29453501 |
Kenmerk | 29453, nr. 501 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
29 453
MOTIE VAN DE LEDEN KOERHUIS EN RONNES
Voorgesteld 15 januari 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat corporaties in 2019 slechts 300 middenhuurwoningen hebben gebouwd;
constaterende dat het regeerakkoord prioriteit geeft aan middenhuurwoningen in de vrije sector;
overwegende dat de motie-Ronnes/Koerhuis heeft verzocht om met de corporatiesector afspraken te maken om in gebieden waar daar behoefte aan is, beschikbare middelen in de niet-DAEB-takken expliciet in te zetten voor meer middenhuurwoningen in de vrije sector;
overwegende dat in de Staat van de Volkshuisvesting 2018 de indicatieve bestedingsruimte woningcorporaties (IBW) voor de niet-DAEB-takken van corporaties is gepubliceerd, waaruit blijkt dat er 4 miljard in het niet-DAEB-deel beschikbaar is;
verzoekt de regering, om de Kamer een inventarisatie voor eind maart te sturen waarin staat hoeveel middenhuurwoningen corporaties hebben gepland;
verzoekt de regering voorts, om bij corporaties nadrukkelijk aan te dringen op het besteden van de beschikbare niet-DAEB-gelden aan realisatie van middenhuurwoningen, en de Kamer over de resultaten daarvan voor het zomerreces te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Koerhuis
Ronnes
kst-29453-501 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 29 453, nr. 501