Brief regering; Projectenoverzicht 2019 en toegezegde onderzoeken in het kader van de Rijkscoördinatieregeling voor de radar in Herwijnen - Materieelprojecten - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 301 toegevoegd aan dossier 27830 - Materieelprojecten Defensie en dossier 31936 - Luchtvaartbeleid.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Materieelprojecten; Brief regering; Projectenoverzicht 2019 en toegezegde onderzoeken in het kader van de Rijkscoördinatieregeling voor de radar in Herwijnen |
|---|---|
| Documentdatum | 19-12-2019 |
| Publicatiedatum | 30-12-2019 |
| Nummer | KST27830301 |
| Kenmerk | 27830; 31936, nr. 301 |
| Commissie(s) | Defensie (DEF) |
| Externe link | origineel bericht |
| Originele document in PDF |  |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
27 830 31 936
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 19 december 2019
In het Defensie Projectenoverzicht 2019 (Kamerstuk 27 830, nr. 292) is een lijst opgenomen met projecten waarover de Kamer naar verwachting in
2019 zou worden geïnformeerd met een fasebrief volgens het Defensie Materieel Proces.
Aangezien voor een deel van deze projecten de voorbereiding meer tijd vergt, kan ik u niet alle brieven tijdig doen toekomen. Het betreft de A-brieven van de vervanging All Terrain Vehicle, de vervanging Fast Raiding Interception and Special Forces Craft en het instandhoudingspro-gramma C-130. Deze brieven volgen in het komend jaar zodra de voorbereidingen gereed zijn.
In het kader van de Rijkscoördinatieregeling «Militair Radarstation Herwijnen» heb ik tijdens het Algemeen Overleg op 4 september 2019 (Kamerstuk 31 936, nr. 662) aangekondigd dat ik onderzoek laat uitvoeren naar de (cumulatieve) gezondheidsaspecten van de radar door TNO en een onderzoek naar alternatieve vestigingslocaties voor de radar. Het streven was deze beide onderzoeken medio december aan te bieden, maar het afronden van de onderzoeken neemt meer tijd in beslag. Dit omdat we, naast de binnengekomen vragen van omwonenden en gemeente West Betuwe, ook de aangedragen suggesties voor alternatieve locaties gedegen willen adresseren en beantwoorden. Daarnaast is Defensie afhankelijk van externe partijen voor beide rapporten.
Conform de motie van het lid Voordewind c.s. (Kamerstuk 31 936, nr. 655) gaat er geen schop de grond in voordat met een grondig onderzoek alternatieve locaties in kaart zijn gebracht en de Kamer daarover is geïnformeerd. Ik streef ernaar de beide onderzoeksrapporten in januari
2020 aan uw Kamer aan te kunnen bieden.
De Staatssecretaris van Defensie,
-
B.Visser
kst-27830-301 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 27 830, nr. 301